OVZ-aanpak 2007
Opvoedingsondersteuning, Vroegsignalering en Zorgcoördinatie
Voorwoord De afgelopen 2 jaren is de Enschede gemeenteraad op diverse momenten en wijzen bericht over de voortgang van diverse ontwikkelingen op het gebied van Jeugd en Zorg. Zorg Advies Teams, Wijkzorgteams en Zorgcoördinatie zijn hier sprekende voorbeelden van. Ontwikkelingen die onderling nauwe relaties vertonen en elkaar versterken. Daarom tijd voor een beschrijving en uitwerking van deze samenhang. Voor u ligt dan ook het document Opvoedingsondersteuning, Vroegsignalering en Zorgcoördinatie. Hierin beschrijven we de gekozen aanpak, de Enschedese aanpak, om op innovatieve wijze de uitdagingen in de stad te realiseren. Dit vanuit een heldere bestuurlijke visie, waarbij een grote mate van eigen verantwoordelijkheid van burgers voorop staat. Daarnaast is de aanpak gebaseerd op intensieve samenwerking tussen de diverse strategische partners in onze stad. Een samenwerking waarmee we landelijk voorop lopen en waarop we trots kunnen zijn!
4
Eric Helder, wethouder Jeugd & Onderwijs Ed Wallinga, wethouder Zorg & Welzijn
Voorwoord & Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Voorwoord
4
Inhoudsopgave
5
1. Inleiding
6
2. De uitdagingen in de stad en de gekozen aanpak
8
Enschede: stad met uitdagingen
9
Noodzaak om versneld te vernieuwen: gemeente neemt de regie
9
De uitgangspunten voor de Enschedese aanpak
10
Visie op opvoeden, opgroeien, zorg en veiligheid
10
De drie basisonderdelen van de Enschedese aanpak
11
3. Opvoedvoorlichting en -ondersteuning
14
Opvoedondersteuning: een uitdagend thema
15
Centrum voor Jeugd & Gezin in Enschede
15
De invoering van Triple-P als leidende, bewezen methodiek voor opvoedondersteuning
16
Verplicht volgen van opvoedingstraining, als opgelegde maatregel vanuit Justitie
17
De virtuele wereld en opvoedondersteuning
18
4. Vroegsignalering en toeleiding naar hulp door de Zorg-Advies-Teams
20
Vroegsignalering: van groot belang
21
Waar signalen oppakken?
21
Huidige situatie van de ZAT’s
22
Frequent verzuim: inzet Leerplichtambtenaar en Jeugdofficier van Justitie
22
5. Het verstrekken van hulp, dwang of drang vanuit Wijkzorgteams
24
Wijkzorgteams
25
Veiligheid en justitie
25
Interventieteam
25
Doorontwikkeling Wijkzorgteams: harmonisatie van de indicatiestelling
26
De Wijkzorgteams en Multi-Probleem Jongeren: een nieuwe aanpak gaat van start
26
VIS2 als ondersteunend ICT-systeem: verder uitrol onder de betrokken professionals
27
6. Planning 2007 - 2009
28
OVZ-aanpak 2007 Opvoedingsondersteuning, Vroegsignalering & Zorgcoördinatie
5
1. Inleiding
In Enschede hebben we de afgelopen jaren het nodige ontwikkeld op het gebied van zorg en ondersteuning voor jongeren en gezinnen in dreigende problematische omstandigheden. Meestal ligt daarbij het accent op preventie en steun voor de individuele burger. Soms ligt het accent echter meer op veiligheid, dwang en drang ten behoeve van de totale gemeenschap. We staan aan de vooravond van diverse nieuwe ontwikkelingen. Met de komst van een minister voor Jeugd en Gezin, de komende evaluatie van de wet op de Jeugdzorg en de verdere implementatie van de Wmo is het waardevol om als gemeente de eigen verworvenheden en ambities goed te benoemen en dit te vertalen in concrete acties. Het blijkt dat Enschede op een aantal terreinen voorop loopt, de grenzen van de mogelijkheden opzoekt. Die positie willen we graag houden. Dat komt burgers ten goede en heeft een inspirerende uitwerking naar het werkveld. Dit document heeft tot doel de samenhang tussen lopende en nieuwe (beleids)activiteiten te beschrijven. Deze samenhang is van groot belang om een zo sluitend mogelijke aanpak te kunnen aanbieden. Ook een effectieve en efficiënte inzet van schaarse middelen wordt hierdoor gewaarborgd. Het document geeft ook aan waar de komende periode (1 tot 1,5 jaar) financiële, organisatorische en/ of wettelijke knelpunten ontstaan. Hierover willen we z.s.m. met de direct betrokken partners in gesprek, om gezamenlijk naar oplossingen te zoeken. De belangrijkste onderwerpen die aan bod komen zijn: Hoe
gaan we in Enschede om met opvoedingsondersteuning in het algemeen en de Centra voor
Jeugd & Gezin in het bijzonder? Hoe
staat het met de implementatie van Zorg Advies Teams (ZAT’s) op de scholen,
peuterspeelzalen en kinderdagverblijven? Hoe
staat het met de implementatie van de Wijkzorgteam-aanpak?
Wat
is de samenhang tussen deze onderwerpen?
Het document begint in hoofdstuk 2 met een beschrijving van de stedelijke problematiek en de bestuurlijke visie die ligt onder het beoogde beleid. In de hoofdstukken 3 tot en met 5 gaan we in op de drie hoofdelementen: opvoeden/opgroeien, vroegsignalering/ZAT’s en zorgcoördinatie/ Wijkzorgteamaanpak. In hoofdstuk 6 wordt de samenhang tussen deze drie elementen beschreven. Dit document is tot stand gekomen vanuit een intensieve samenwerking tussen Opgroeien in de Stad, Maatschappelijke Zorg en Veiligheid en is de afgelopen weken besproken met en aangescherpt door diverse direct betrokken uitvoerders en partners.
OVZ-aanpak 2007 Opvoedingsondersteuning, Vroegsignalering & Zorgcoördinatie
7
2. D e uitdagingen in de stad en de gekozen aanpak
Enschede: stad met uitdagingen Op een veelheid van terreinen komt Enschede naar voren als een stad met een meer dan gemiddelde problematiek. Het opleidingsniveau en inkomenspositie van de bevolking is laag, de gezondheidssituatie gemiddeld genomen slechter. Hiervoor kunnen we diverse sociaal/economische en historische oorzaken aanwijzen. Veel van de problematiek is terug te brengen tot een niet adequate opvoedsituatie en/of een niet adequate wijze van ondersteuning of ingrijpen. Met betrekking tot dit laatste punt kunnen we constateren dat binnen de diverse ketens zorg, veiligheid en onderwijs sprake was, en soms nog is, van knelpunten, veel aanbieders, veel overlegvormen, allerlei indicatiestellingen en een gebrekkige samenhang.
Noodzaak om versneld te vernieuwen: gemeente neemt de regie Ondermeer op basis van de onderzoeken door Bureau Beke (effectiviteit MPG-aanpak) en SARDES (werking Jeugdketen), waaruit bovenstaande constateringen naar voren komen, is twee jaar geleden besloten tot vernieuwing van de aanpak van probleemgezinnen en jongeren. Meer sturing door de gemeente, minder uitvoerende instanties, minder overleg en meer sturing op resultaat waren hierbij de belangrijkste kenmerken. Voor de uitvoering van de Enschedese Jeugdagenda 2004 – 2009 hebben we fors ingezet op de versterking van de Jeugdketen, ondermeer door de invoering van Zorg Advies Teams (zie hoofdstuk 4). De ontwikkeling van de Wijkzorgteam-aanpak heeft daarnaast de aanpak van Multi-Probleem-Gezinnen verder gestroomlijnd en verbeterd. Deze en andere vernieuwende aanpakken zijn noodzakelijk om jongeren en gezinnen te helpen bij probleemsituaties en, nog belangrijker, deze proberen te voorkomen. Er ontstaan ook afgeleide knelpunten als de beschreven problematiek in Enschede niet fors gaat afnemen de komende jaren. Er ligt een direct verband tussen de genoemde gezondheids- en opleidingsproblematiek en het beroep dat gedaan wordt op middelen uit de Wmo en de WWB. Gezien de hoge mate van autonome, financiële verantwoordelijkheid van Enschede in relatie tot deze twee wetten (gekoppeld aan een “objectief landelijk verdeelmodel”) is er een harde, bedrijfseconomische noodzaak om op middellange termijn toe te groeien naar het landelijke niveau.
OVZ-aanpak 2007 Opvoedingsondersteuning, Vroegsignalering & Zorgcoördinatie
9
De uitgangspunten voor de Enschedese aanpak Uitgangspunt van de Enschedese aanpak is de burger. Die is zelf verantwoordelijk voor de inrichting van zijn/haar leven, maar maakt ook deel uit van de lokale gemeenschap, waarbinnen hij/zij deelverantwoordelijkheden heeft. Als lokale overheid zullen we faciliterend zijn naar burgers en ondersteunend waar noodzakelijk. We zullen burgers ook aanspreken op hun verantwoordelijkheden en dit zonodig met dwang en drang blijven herhalen. Veel van het directe werk moet gebeuren door de professionals in het veld. Als lokale overheid hebben we soms directe financiële sturing (zoals b.v. bij Alifa of SMD) maar ook indirect (bijvoorbeeld onderwijs.) of soms helemaal niet (UWV, werkgevers, justitie). Toch willen en zullen wij ons niet laten leiden door louter formele kaders. Uitgangspunt is het belang van de burger en de lokale gemeenschap als geheel. Het beleggen van verantwoordelijkheden, sturen op samenwerking vanuit
10
een eenduidige regie is daarvoor noodzakelijk. Een voorbeeld: we richten ons niet alleen op de WWB-ers in de stad, maar op alle niet werkende - werkzoekenden, WAO-ers e.d. Het zoeken van de grenzen en innovatief zijn in wijze van aanpak, betekent niet dat we in Enschede steeds het wiel opnieuw willen uitvinden. Daar waar een goede aanpak elders blijkt te werken, willen we daar ons voordeel mee doen. Zo pleiten we voor het hanteren van evidence based methoden en zullen die waar mogelijk ook voorschrijven. De afgelopen twintig jaar zijn, vanuit verklaarbare motieven, allerlei specialismen op het gebied van advies en hulpverlening ontstaan. Vaak kent elk specialisme ook nog een eigen organisatievorm. Hierdoor is in toenemende mate een extra, indirecte vorm van hulp ontstaan, namelijk de regie op al deze specialismen, in relatie tot de vraag van de cliënt. In onze ogen moeten we meer despecialiseren en met minder partners werken, die breed inzetbaar zijn. Dit leidt tot minder overleg en minder regie en meer handen aan de “bel” en het bed. Gegeven het belang van het in ontwikkeling zijnde instrumentarium en de forse investeringen in opvoeden, signalering en coördinatie, willen we de effecten zo objectief mogelijk proberen te meten. Hiertoe zullen we o.a. de samenwerking met UT en SAXION gaan versterken.
Visie op opvoeden, opgroeien, zorg en veiligheid. Bovenstaande uitgangspunten worden t.a.v. opvoedondersteuning, zorg en veiligheid concreet in de volgende punten: Ouders
blijven als eerste verantwoordelijk voor hun kinderen. Ouders kunnen en moeten daarop
zonodig duidelijk aangesproken worden Problemen
moeten zoveel mogelijk voorkomen worden door preventie en vroegsignalering.
Een breed preventief aanbod is daarom noodzakelijk We
moeten accepteren dat opvoedcompetenties van sommige ouders (te) beperkt zijn
Burgers
hebben recht op een goede en snelle afhandeling. Daar waar indicatiestelling en/of zorg
2. De problematiek in de stad en de gekozen aanpak
versnipperd en/of vertraagd plaats vindt, zullen wij dit trachten tegen te gaan. Werken met een beperkt aantal, kwalitatief hoogwaardige hoofdaannemers vormt hier een onderdeel van Wij
willen als gemeente Enschede meer verbinden en versnellen tussen de relevante partijen, ook
daar waar we niet directe sturingsmacht hebben We
moeten accepteren dat jongeren grenzen opzoeken en over grenzen gaan
Mocht
het toch ‘fout’ gaan, dan zorgen we voor een goede aanpak van hinderlijke, overlastgevende
of criminele jongeren met goede nazorg Jongeren De
verdienen altijd kansen, ook al gaan ze herhaaldelijk in de fout
aanpak vergt, wanneer nodig, een multidisciplinaire inzet
Indicatiestelling
en claimbeoordeling is een taak van de lokale overheid, deze zullen we dus in
een aantal gevallen (b.v. Bureau Jeugd Zorg) dichter naar ons toe moeten halen Daar
waar mogelijk zullen we werken met verantwoorde marktwerking. Hierbij dienen wel de
functies signalering/indicatiestelling en uitvoering uit elkaar te worden gehouden.
11 De drie basisonderdelen van de Enschedese aanpak De Enschedese aanpak kent 3 basisonderdelen, die aansluiten op de landelijke indeling zoals die bijvoorbeeld binnen de Wet op de Jeugdzorg wordt gehanteerd. De driedeling is als volgt:
Acties
Voorkomen van problemen door voorlichting en advies over opvoeden en opgroeien
Vroegsignaleren van problemen en snel toeleiden naar zorgaanbod
Coördinatie van zorg en veiligheid bij complexe (gezins)situaties
Instrumenten
� � � �
Consultatiebureaus/JGZ Centrum voor Jeugd & Gezin Triple-P-methodiek Project Virtueel Leven
Zorg Advies Teams op scholen, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven � Inzet Leerplicht / Jeugdoffcier van Justitie �
� � � � �
Wijkzorgteams in de wijken Systeem interventies i.p.v. individu Harmonisatie Indicatiestelling Aanpak Multi-Probleem jongeren Inzet ICT-systeem VIS2
OVZ-aanpak 2007 Opvoedingsondersteuning, Vroegsignalering & Zorgcoördinatie
Onderstaand lichten we de drie onderdelen nader toe:
1. Opvoedvoorlichting en -ondersteuning Zowel preventief als curatief, zowel vraag- als aanbod gedreven, gaan we de komende jaren intensief inzetten op het ondersteunen van gezinnen bij het opvoeden van kinderen. De nog te ontwikkelen Centra voor Jeugd & Gezin en het opvoedprogramma Triple-P spelen hierbij een hoofdrol. Ook schenkt Enschede expliciet samen met de scholen aandacht aan de “virtuele wereld” van computer en andere media, die een steeds grotere invloed uitoefenen op de ontwikkeling van jongeren.
2. Vroegsignalering en toeleiding naar hulp door de Zorgadviesteams Op dit moment zijn op alle kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en scholen Zorgadviesteams (ZAT’s) operationeel. In totaal betreft het ruim 120 ZAT’s. JGZ- en SMD- deskundigen werken samen met professionals van de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf of de school om afwijkende signalen
12
van kinderen vanuit de groep, het speelplein of het gezin te vertalen naar concrete adviezen voor ouders en/of een doorverwijzing naar specialistische hulp. Daarnaast hebben ook de Leerplichtambtenaren een belangrijke taak, daar waar sprake is van frequent verzuim.
3. Het verstrekken van hulp, dwang of drang vanuit Wijkzorgteams Onder voorzitterschap van een teamleider van de gemeente Enschede zijn momenteel in acht wijken Wijkzorgteams actief. Binnen deze teams stemmen de hoofdrolspelers, waaronder gemeente, SMD, politie, justitie, welzijn, Bureau Jeugdzorg, corporaties en JGZ de diagnose, indicatiestelling en aanpak van individuen en gezinnen met meervoudige problematiek op elkaar af. Er wordt een hoofduitvoerder benoemd, die verantwoordelijk is voor het afgesproken proces en resultaat. De teamleider ziet toe op de voortgang. De afgelopen 1,5 jaar is vooral capaciteit en geld gestoken in de ontwikkeling van de ZAT’s en de Wijkzorgteams (onderdelen 2 en 3). Ook het ondersteunende informatie systeem VIS2 is in deze periode ontwikkeld. De komende 2 jaar willen we de werking en kwaliteit van ZAT’s, WZT en VIS gaan volgen en waarnodig verbeteren. De grootste beleidsvernieuwing zit aan de “voorkant” van de keten: meer informatie en advies aan jongeren en gezinnen, om problematiek te voorkomen (onderdeel 1). In de volgende hoofdstukken 3 tot en met 5 gaan we de drie basisonderdelen verder uitwerken.
2. De problematiek in de stad en de gekozen aanpak
13
OVZ-aanpak 2007 Opvoedingsondersteuning, Vroegsignalering & Zorgcoördinatie
3. O pvoedvoorlichting en -ondersteuning
Opvoedondersteuning: een uitdagend thema Opvoedondersteuning is een complex onderwerp, dat raakvlakken heeft met veel andere beleidsterreinen. Het belang van een optimale opvoedingssituatie wordt ook steeds meer als maatschappelijk belang onderkend; onderwijsresultaten, volksgezondheid, economische vooruitgang, sociale stijging hebben allemaal direct te maken met opvoeding. De huidige regierol van gemeenten wordt als onvoldoende ervaren in relatie tot het maatschappelijk belang van opvoedingsondersteuning. Gemeenten, ook Enschede, voelen de noodzaak meer sturing te geven aan de uitvoering van opvoedingsondersteuning en willen daarom het bestaande beleid herzien. Hierbij spelen diverse politiek-bestuurlijke vragen, zoals: Wanneer Op
moet de lokale overheid zich met de opvoeding binnen gezinnen gaan bemoeien?
welke wijze wil de gemeente sturen en waar nodig ingrijpen?
Welke
(wettelijke) kaders zijn hiervoor beschikbaar of moeten ontwikkeld worden?
Enschede heeft de afgelopen jaren op diverse wijzen invulling gegeven aan opvoedondersteuning. Met name door de inzet van Wijkwelzijn (Alifa) en de JGZ (waaronder de Consultatiebureaus) en diverse projecten (b.v. “Jonge Moeders”), methodieken (b.v. Spel aan Huis) en initiatieven. Eind 2006 zijn we daarnaast gestart met het project Kortdurende Pedagogische Gezinshulp (KPG), uitgevoerd door de JGZ, met veel aandacht voor opvoedondersteuning. Zoals gezegd willen we meer gaan doen op het terrein van opvoedondersteuning. Zowel meer sturing als meer kwaliteit en capaciteit en dus ook meer middelen. We gaan ons niet alleen meer richten op de risicogroepen (jonge moeders, MPG-gezinnen e.d.), maar willen toegroeien naar een situatie waarin zoveel mogelijk Enschedese gezinnen actief gebruik maken van algemene of waar nodig specifieke kennis rondom opvoeden. Meer aan de “voorkant” informatie en advies verstrekken dus. Wellicht dat deze bredere voorlichting goed op regionale schaal opgepakt kan worden. De eerste, veelbelovende stappen zijn hiertoe al gezet. Een belangrijke rol bij de opvoedondersteuning in Enschede zien we weggelegd voor de nog te ontwikkelen Centra voor Jeugd en Gezin en de gekozen methodiek van Triple-P. Op beiden gaan we nader in, evenals de opkomst van de virtuele wereld. Parallel aan dit OVZ-document is een separaat document “Opvoeden in Enschede, naar een nieuwe pedagogische infrastructuur” opgesteld. In dit document wordt dit thema uitgebreid uitgewerkt.
Centrum voor Jeugd & Gezin in Enschede Als het aan het huidige kabinet ligt, is er in 2009 in elke grotere gemeente een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Hierbij wordt zowel gesproken over een fysiek punt in de wijk als een nieuwe manier van aansturing en samenwerking. In Enschede vatten we het CJG in eerste instantie op als een organisatiemodel, waarin de afstemming en coördinatie plaatsvindt van het brede terrein van opvoedondersteuning.
OVZ-aanpak 2007 Opvoedingsondersteuning, Vroegsignalering & Zorgcoördinatie
15
De Gemeente Enschede vervult de rol van coördinator van het Centrum voor Jeugd en gezin, in het verlengde van haar regierol op het terrein van Opvoedondersteuning, Zorg en Veiligheid. Uitvoerende instellingen brengen hun activiteiten en expertise in en ontvangen via het Centrum hun opdrachten. Daarmee is het centrum vooral het centrum voor “makelen en schakelen”; het CJG beschikt in de toekomst over een budget om activiteiten in te kopen, passend bij de actuele vraag in de stad. Naast het te ontwikkelen organisatiemodel willen we ook op korte termijn (dus eerder dan 2009) een fysiek CJG openen in de stad. Ervan uitgaande dat voor sommige gezinnen ook de bereikbaarheid (“in de buurt, om de hoek”) een rol zal spelen. We denken daarbij aan de krachtwijk Velve – Lindenhof. Het CJG zorgt voor de afstemming met de lokaal en regionaal werkende instellingen. Daarnaast is het CJG een herkenbaar, laagdrempelig loket waar ouders, kinderen en professionals gemakkelijk en vanzelfsprekend terecht kunnen voor allerlei vragen over opvoeden en opgroeien. Zij moeten ook
16
zoveel als mogelijk direct geholpen worden, zonder verwijzing naar andere instanties. Ouders en jongeren moeten er terecht kunnen voor al hun vragen over opgroeien en opvoeden en daarmee ook zoveel mogelijk direct geholpen worden. Professionals moeten voor vragen, die niet binnen de eigen instelling of collegiale contacten zijn op te lossen, ook bij het centrum terechtkunnen. Het CJG zal ook verantwoordelijk worden voor de introductie en verdere uitrol van Triple-P in Enschede (zie hieronder). Een vierde taak van het CJG is de kwaliteitsbewaking van het aanbod. Inherent hieraan is het monitoren van de vraag en het aanbod en het formuleren van output indicatoren. Op dit moment is nog niet bekend hoe het Rijk zal sturen op de ontwikkeling van CJG door middel van wetgeving en het beschikbaar stellen van middelen. Enschede wil zich daar niet afhankelijk van maken en benoemt reeds nu de eigen ambities en zet een eigen koers uit. Toch hangt veel af van de ontwikkelingen de komende jaren ten aanzien de wet op de Jeugdzorg, de beschikbare middelen voor het Electronisch Kind Dossier (EKD) en JGZ en de beschikbare middelen voor het brede preventieve jeugdbeleid.
De invoering van Triple-P als leidende, bewezen methodiek voor opvoedondersteuning Triple-P staat voor Positive Parenting Program; een van origine Australisch programma voor opvoedingsondersteuning van ouders met kinderen van 0 tot 16 jaar. Het is een laagdrempelig en integraal programma met als doel de preventie van ernstige emotionele- en gedragsproblemen bij kinderen door het bevorderen van competent ouderschap. Ouders leren gebruik maken van de dagelijkse communicatie in het gezin om hun kinderen adequaat emotioneel te ondersteunen en hun sociale competentie en probleemoplossend vermogen te stimuleren. De positieve krachten in een gezin en de competentie van ouders worden zo versterkt en risicofactoren verminderd. In het Triple-P programma krijgen ouders verschillende strategieën aangereikt voor de dagelijkse praktijk van de opvoeding. Ze leren hoe zij gewenst gedrag bij hun kind kunnen stimuleren, maar ook hoe ongewenst gedrag kan worden gereguleerd. Ouders krijgen informatie over deze
3. Opvoedvoorlichting en -ondersteuning
opvoedingsstrategieën en kunnen zo nodig ook begeleiding krijgen bij de toepassing ervan in hun eigen situatie. Triple P biedt vijf niveaus van ondersteuning, oplopend van weinig tot zeer intensief:
Niveau 1: informatiecampagnes in de media Met mediacampagnes richt Triple P zich op alle ouders die geïnteresseerd zijn in de opvoeding en ontwikkeling van hun kinderen. De boodschap van de informatiecampagnes luidt dat opvoeden een belangrijke taak is en dat het goed is om daarbij gebruik te maken van informatie en steun.
Niveau 2: voorlichtingsgesprekken De voorlichtingsgesprekken zijn bedoeld voor ouders die specifieke vragen hebben over het gedrag en de ontwikkeling van hun kind, bijvoorbeeld problemen met zindelijkheid of naar bed gaan. De ondersteuning bestaat uit een kort persoonlijk of telefonisch advies (een of twee gesprekken van tien minuten), aangevuld met schriftelijke informatie in de vorm van een folder. Ook bestaat er de mogelijkheid van een groepsgericht aanbod in de vorm van lezingen.
Niveau 3: gericht advies bij specifieke zorgen Gerichte adviezen worden gegeven aan ouders die specifieke zorgen hebben over gedrags- en ontwikkelingsproblemen van hun kind, waarbij meer coaching nodig is dan in de voorlichtingsgesprekken. Het aanbod bestaat uit individuele pedagogische advisering en richt zich op problemen als woedeaanvallen van het kind, zeuren, ruzie en vechtpartijen met broers en zussen.
Niveau 4: ondersteuning bij ernstige gedragsproblemen Ondersteuning is er voor ouders van kinderen met ernstige gedragsproblemen, die meer intensieve hulp nodig hebben. De ondersteuning bestaat uit een uitgebreide training voor ouders in opvoedingsvaardigheden. Het gaat om acht tot tien individuele bijeenkomsten van ongeveer anderhalf uur of vier groepsbijeenkomsten van ongeveer twee uur. Ook is een zelfhulpprogramma mogelijk. De ondersteuning richt zich onder andere op meervoudige gedragsproblemen van het kind, zoals agressief gedrag, gedrags- en leerstoornissen.
Niveau 5: gezinsinterventie bij ernstige gedragsproblemen Gezinsinterventie is gericht op het bieden van hulp bij ernstige gedragsproblemen van het kind en disfunctioneren van het gezin. Het gaat om een intensieve individuele training voor het gezin (ongeveer elf sessies van een uur), gericht op gedragsproblemen van het kind in combinatie met problemen van de ouders, zoals relatieproblemen, stress en depressie. In nauw overleg met de direct betrokken partijen is inmiddels besloten om Triple-P te hanteren als methodiek voor alle betrokken partijen en professionals. In het najaar 2007 wordt gestart met een trainingsprogramma voor professionals. Het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) begeleidt ons bij deze introductie.
OVZ-aanpak 2007 Opvoedingsondersteuning, Vroegsignalering & Zorgcoördinatie
17
Verplicht volgen van opvoedingstraining, als opgelegde maatregel vanuit Justitie Daar waar ouders, bewust of onbewust, niet bijdragen aan een goede opvoeding van hun kinderen en tevens sprake is van de mogelijkheid tot het opleggen van een (straf)maatregel, kan Triple-P worden voorgeschreven. We zoeken dit de komende maanden, in samenwerking met Justitie (die dit idee inbrachten), verder uit.
18
De virtuele wereld en opvoedondersteuning Sinds begin 2006 is binnen Enschede veel aandacht voor de effecten (zowel positief als negatief) van de virtuele wereld op de ontwikkeling van jongeren. Dit n.a.v. een aantal incidenten, waarbij deze virtuele wereld een rol speelde. Internetten (MSN en allerlei doelgroepsites) en het gebruik van mobieltjes (met name SMS) onder veel jongeren leidt tot geheel nieuwe problemen en uitdagingen i.r.t. opvoeding. Samen met de Enschedese scholen en de wetenschapper mevr. Dr. M. Delfos, is Enschede gestart met een onderzoeks- en voorlichtingsproject op dit terrein (“virtueel leven”). Dit loopt tot en met schooljaar 2008/2009.
Wat gaan we de komende 12 maanden doen aan opvoedingsondersteuning? Het
trainen van professionals in de methodiek van Triple-P
Het
uitwerken en doorvoeren van het organisatiemodel voor een Centrum voor Jeugd & Gezin
Het
selecteren van een wijk waar we ook een fysiek loket gaan openen (wellicht Velve-Lindehof)
Het
openen van dit CJG (medio 2008)
Het
introduceren en uitrollen van Triple-P in Enschede (i.s.m. de Regio/Provincie)
Het
onderzoeken of en hoe Triple-P verplichtend kan worden opgelegd (i.s.m. Justitie)
Het
uitvoeren van het Project Virtueel Leven, i.s.m. de scholen.
Wat zijn de concrete effecten van deze acties? Alle
professionals die direct betrokken zijn bij de opvoeding van kinderen, werkzaam bij de JGZ,
SMD en op scholen/peuterspeelzalen en KdV’s, zijn getraind in de Triple-P methodiek. In totaal betreft dit circa 400 personen In
een nader te bepalen wijk is een fysiek CJG geopend, waar ouders laagdrempelig terecht
kunnen voor informatie en advies over opvoeden Leerkrachten
van basis- en voortgezet onderwijs zijn geïnformeerd over de “virtuele supermarkt”
van waaruit ze kennis en advies kunnen halen rondom de virtuele wereld. Deze kennis geven zij door aan hun leerlingen en hun ouders.
3. Opvoedvoorlichting en -ondersteuning
19
OVZ-aanpak 2007 Opvoedingsondersteuning, Vroegsignalering & Zorgcoördinatie
4. V roegsignalering en toeleiding naar hulp door de Zorg-Advies-Teams
Vroegsignalering: van groot belang Het is van groot belang om knelpunten op het gebied van opgroeien en opvoeden vroegtijdig te signaleren, zodat snel actie kan worden ondernomen. Veel ontwikkelproblemen zijn in het beginstadium relatief eenvoudig op te lossen of te beheersen. Het tijdig inschakelen van opvoeddeskundigen of andere specialisten kan veel latere ellende voorkomen. Effectieve toeleiding naar het juiste advies of de juiste zorg vormt dus een belangrijke vervolgstap.
Waar signalen oppakken? Er zijn diverse plekken waar problemen in de ontwikkeling van jongeren en/of hun gezinssituatie naar voren kunnen komen. Alle jongeren komen tot en met het 4e levensjaar frequent bij de consultatiebureaus (CB’s). Veel jongeren in de leeftijd van 0 tot 4 jaar resp. 2 tot 4 jaar zitten op een kinderdagverblijf (KdV) of peuterspeelzaal (PsZ). Tot slot zitten alle jongeren van 5 tot 17 jaar op een basis of VO-school. Vanuit de school wordt de cognitieve, maar ook indirect de sociale ontwikkeling van de jongere goed gevolgd. Ook bestaat vaak een beeld van de gezinssituatie, waarbinnen de jongere opgroeit. Natuurlijk zijn er ook diverse andere plekken voor vroegsignalering zoals wijkwelzijn, sport, politie, etcetera. Van belang is dat deze professionals weten wat ze met het signaal moeten doen, waar ze het kunnen melden. In Enschede willen we de vroegsignalering en toeleiding in eerste instantie toespitsen op deze vier mogelijke vindplaatsen: het CB, het KdV, de PsZ en de school (PO en VO). Voor de KdV’s, de PsZ-en en de scholen heeft Enschede, naast of in plaats van al bestaande structuren, de Zorg-Advies-Teams (ZAT’s) geïntroduceerd. Als leidsters of leerkrachten afwijkingen denken te constateren in de ontwikkeling van een jongere dan kunnen zij dit melden bij het Zorg-Advies-Team. JGZ en SMD deskundigen werken binnen het ZAT samen met professionals van de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf of de school om afwijkende signalen vanuit de groep, het speelplein of het gezin te vertalen naar concrete adviezen voor ouders en/of een doorverwijzing naar specialistische hulp. Kenmerkend voor een ZAT is de integrale samenwerking en de afstemming van acties en interventies volgens het zo-zo-zo-zo principe: zo vroeg mogelijk, zo licht mogelijk, zo dichtbij mogelijk, zo snel mogelijk. In een aantal gevallen is sprake van een multi-probleem-situatie: de problemen van het kind op school maken onderdeel uit of zijn het gevolg van problemen op meerdere gebieden in het gezin. Het is dan van belang dat alle betrokkenen bij zo’n situatie elkaar voldoende informeren en dat de hulp die wordt verleend goed op elkaar is afgestemd. Dat gebeurt vervolgens in het Wijkzorgteam (zie hierna). De maatschappelijk werkers uit de ZAT’s nemen ook deel aan de Wijkzorgteams en vormen daarmee de verbindende schakel.
OVZ-aanpak 2007 Opvoedingsondersteuning, Vroegsignalering & Zorgcoördinatie
21
De structuur van de ZAT’s op basisscholen wordt gecompleteerd door het bovenschoolse, stedelijke netwerkteam. Wanneer de problemen van een kind zodanig zijn, dat die door de participanten aan het ZAT niet tot een oplossing kunnen worden gebracht en er dus zwaardere vormen van hulp (jeugdzorg en/of verwijzing naar een vorm van speciaal onderwijs) nodig lijken, kan de school het kind aanmelden bij dit netwerkteam. Hierin zijn, naast de JGZ en het maatschappelijk werk, ook het speciaal onderwijs en het Bureau Jeugdzorg vertegenwoordigd. Hiermee wordt gerealiseerd dat eventuele verwijzing gericht kan gebeuren en goed kan worden voorbereid, zodat er zo min mogelijk tijd verloren hoeft te gaan aan oriëntatie, intake en nader onderzoek.
Huidige situatie van de ZAT’s
22
De zorgadviesteams zijn nu op alle scholen, peuterzalen en kinderopvanglocaties operationeel. In totaal zijn dit zo’n 120 ZAT’s, die gemiddeld 1 maal per kwartaal bij elkaar komen. De
ervaringen gedurende het eerste schooljaar 2006/2007 zijn positief. Met name de aanwezigheid
en consultatiemogelijkheid van de externe participanten maken het mogelijk problemen bij kinderen al in een vroeg stadium te signaleren, te bespreken en aan te pakken. Met andere woorden: zo-zo-zo-zo is beter mogelijk geworden. De invoering en werking van de ZAT’s wordt nauwlettend gevolg door een regiegroep, bestaande uit managers van de betrokken organisaties. De invoering van de WZT’s en de implementatie van VIS2 als signalerings- en informatieuitwisselingsysteem biedt mogelijkheden aan de zorgstructuur in het onderwijs om zowel efficiënter als effectiever te functioneren. Hiertoe zullen meerdere functionarissen binnen het onderwijs moeten worden geautoriseerd voor VIS2 (zie volgend hoofdstuk). VIS2 zal dan kunnen worden ingezet als informatie-instrument voorafgaand aan de vergaderingen. Verdere verbetering kan gerealiseerd worden door een beschrijving van de werkprocessen van de verschillende onderdelen van de zorgstructuur 12+ zoals dat ook voor de ZAT’s 12- en de WZT’s is gebeurd. Helderheid over de soort en zwaarte van de problematiek die in de verschillende overlegvormen wordt besproken is essentieel. Verder zijn afspraken nodig om ook in de zorgteams en de onderwijsvangnetten te gaan werken met resultaatgerichte aanpak met daaronder één integraal handelingsplan voor de zorgleerling.
Frequent verzuim: inzet Leerplichtambtenaar en Jeugdofficier van Justitie Een van de mogelijke signalen van problemen met een jongere en/of een gezin vormt het frequent verzuimen van school. Daar waar de school dit niet meer zelfstandig kan bestrijden, komt de leerplichtambtenaar in beeld. Mocht ook deze inzet niet baten dan kunnen we in Twente, dus ook in Enschede, terugvallen op een effectieve samenwerking met Justitie. De Jeugdofficier is actief betrokken bij de handhaving van de leerplichtwet. Dit gekoppeld aan de veelvuldige zittingen van de “Spijbelrechter” leidt er toe dat jongeren in een vroegtijdig stadium gecorrigeerd worden in hun gedrag.
4. Vroegsignalering en toeleiding naar hulp door de Zorg-Advies-Teams
Wat gaan we de komende 12 maanden doen met vroegsignalering en de ZAT’s? Bepalen
of de afstemming met en aansluiting op het lokale/regionale zorg en onderwijsnetwerk
vanuit het CB optimaal is CB-verpleegkundigen
trainen in de Triple-P methodiek
Het
evalueren van de eerste resultaten van de ZAT’s (12-): wat levert het op?
Het
trainen van de ZAT-leden in de Triple-P methodiek
VIS2
binnen de ZAT’s doorvoeren als volgsysteem
Verder
ontwikkelen van de ZAT’s binnen het VO, waaronder het beschrijven van de werkprocessen.
Wat zijn de concrete effecten van deze acties? Sluitende De
signaleringsketen, die snel kan doorverwijzen
vraag naar (lichte) hulp kan in eerste instantie stijgen: druk op SMD/Jarabee e.d.
23
OVZ-aanpak 2007 Opvoedingsondersteuning, Vroegsignalering & Zorgcoördinatie
24 5. Het verstrekken van hulp, dwang of drang vanuit Wijkzorgteams
Wijkzorgteams Daar waar burgers niet meer via de reguliere advies- en zorglijnen geholpen kunnen worden en er sprake is van meervoudige problematiek, veelal in combinatie met overlast, komen zij onder de hoede van het Wijkzorgteam (WZT). Toeleiding vindt plaats vanuit de hiervoor besproken ZAT’s, maar ook door een van de deelnemende partijen, zoals gemeente, SMD, Politie, Justitie, Welzijn, Bureau Jeugdzorg, Corporaties en de JGZ. Onder voorzitterschap van een teamleider van de gemeente Enschede zijn momenteel in acht wijken Wijkzorgteams actief. Binnen deze teams stemmen de hoofdrolspelers (o.a.) de diagnose, de indicatiestelling en aanpak van individuen en gezinnen met meervoudige problematiek op elkaar af. De teamleiders WZT zijn verantwoordelijk voor het ‘informatieverkeer’ en het op- en afschalen van de problematiek, ondersteund door het klantvolgsysteem Vis2. Op deze manier ontstaat een gesloten keten en zou iedere situatie van meervoudige problematiek in beeld moeten zijn en voorzien van een plan van aanpak. Deze werkwijze levert veel beleidsinformatie op over knelpunten in de keten, resultaten, werkprocessen van organisaties, trends in problemen enz. Informatie die nu vaak zeer versnipperd of zelfs afwezig is.
Veiligheid en justitie In sommige situaties komt de zorg niet verder met de aanpak en kan het toepassen van dwang en drang uitkomst bieden. Justitie gaat het casusoverleg in de stadsdelen Oost en West opschalen naar stedelijk niveau (Stedelijk Strafketen Overleg). Om de koppeling tussen zorg- en justitiële ketens optimaal te garanderen, sluiten de teamleiders WZT aan bij het Stedelijk Strafketen Overleg. Vanuit de WZTeams kan hier casuïstiek worden ingebracht en kunnen afspraken met de verschillende justitiepartners worden gemaakt over een combinatie van hulp en dienstverlening en dwang en drang trajecten
Interventieteam Als na toepassing van ‘reguliere dwang en drang’ een casus nog niet is opgelost of onder controle is, dan kan afhankelijk van de urgentie het Interventieteam (stedelijke taak) in stelling worden gebracht. Het interventieteam heeft als doel het op zeer korte termijn in actie komen als een situatie helemaal vast zit en/of de veiligheid in het geding is. Niet ingrijpen kan grote gevolgen hebben. Bevoegde mensen moeten doorbraken forceren. Het is als het ware een crisisteam voor dringende gevallen. Bij de inzet en werkwijze van dit team kunnen de beschikbare kennis, structuur, processen en faciliteiten van de crisisbeheersing, voorheen rampenbestrijdingsorganisatie worden benut.
OVZ-aanpak 2007 Opvoedingsondersteuning, Vroegsignalering & Zorgcoördinatie
25
Op basis van het stedelijk convenant wordt aan het Interventieteam deelgenomen door eindverantwoordelijken van instellingen. Het Interventieteam staat onder leiding van de adjunct directeur DMO. Als in een bepaalde situatie de openbare orde en veiligheid in het geding is dan neemt de burgemeester de leiding van het interventieteam op zich.
Doorontwikkeling Wijkzorgteams: harmonisatie van de indicatiestelling De huidige wijze van indicatiestelling, door verschillende instanties, op verschillende plekken en momenten, levert diverse knelpunten op. Zowel vanuit cliënt perspectief als vanuit effectiviteitsen efficiency oogpunt.
26
Ondanks het feit dat dit probleem al vanuit meerdere invalshoeken gesignaleerd is en ook diverse verbetervoorstellen ontwikkeld zijn, is de situatie grotendeels onveranderd. De gemeente Enschede wil deze harmonisatie versneld gaan doorvoeren, aangezien de WZT-aanpak de handvaten biedt om dit op praktische wijze in de dagelijkse praktijk te brengen. Diverse wetten en budgetten kunnen we dan combineren om tot snellere en betere resultaten te komen. Voorbeelden hiervan: WMO, WWB, gemeentelijke budgetten voor maatschappelijk werk (o.a. MPG), provinciale middelen (o.a. het JeugdZorg budget). Begin oktober is aan een extern bureau de opdracht verstrekt om de harmonisatie van indicatiestellingen i.r.t. de WZT-aanpak uit te werken. In de loop van 2008 willen we dit werkendewijs, in nauwe samenwerking met de betrokken andere overheden/verzekeraars. implementeren.
De Wijkzorgteams en Multi-Probleem Jongeren: een nieuwe aanpak gaat van start De begeleiding en hulpverlening voor jongeren met meervoudige problematiek is door de veelheid aan betrokken instellingen, regelgeving en financieringsstromen lastig. Op dit punt is coördinatie van zorg nodig. Het is ook nodig om de belemmeringen in beeld te brengen die in de praktijk van de hulpverlening aan deze doelgroep spelen. Daarom is de pilot ‘Anpakk’n’ gestart. In deze pilot participeren de Netwerkstad-gemeenten en de Provincie Overijssel. Binnen deze pilot wordt de hulpverlening aan en begeleiding van jongeren met meervoudige problematiek integraal opgepakt. Vanaf najaar 2007 gaat Enschede de methodiek ‘Anpakk’n’ verder ontwikkelen vanuit het WZT. Momenteel worden voor de implementatie nadere afspraken gemaakt over probleemhouderschap en werkprocessen. De pilot wordt begeleid door een stuurgroep, waarin op bestuurlijk niveau de Netwerkstadgemeenten, de Provincie, het Zorgkantoor en het ministerie van VWS vertegenwoordigd zijn.
5. Het verstrekken van hulp, dwang of drang vanuit Wijkzorgteams
VIS2 als ondersteunend ICT-systeem: verdere uitrol onder de betrokken professionals Enschede heeft samen met Hengelo een eigen ICT-systeem, ook wel verwijsindex genoemd, ontwikkeld dat sinds eind 2006 operationeel is. Geautoriseerde gebruikers van dit systeem, VIS2 genaamd, kunnen cliënten aanmelden en achterhalen of iemand al bekend is bij andere organisaties zoals zorg of politie. Het WZT gebruikt VIS2 als registratiesysteem van gemaakte proces- en resultaatafspraken. Op deze wijze kan de voortgang van zorg, dwangacties e.d. nauwlettend gevolgd worden. VIS2, dat inmiddels landelijke bekendheid geniet, wordt de komende maanden verder uitgerold over alle verbonden professionals.
Wat gaan we de komende 12 maanden doen met de zorgcoördinatie? Opstarten Verdere
WZTeams in Zuid (Wesselerbrink)
uitwerking samenhang en samenwerking Justitie-keten
Evaluatie
werkwijze en resultaten WZT-aanpak
Onderzoeken Invoeren Starten Verdere
mogelijkheden voor harmonisatie van indicatiestellingen
geharmoniseerde indicatiestelling
met Anpakk’n methodiek voor multi-probleemjongeren vanuit de WZTeams uitontwikkeling en uitrol van VIS2.
Wat zijn de concrete effecten van deze acties? Stedelijke
dekking van de WZT-aanpak
Verhoging
effectiviteit en verlaging wachttijd/doorlooptijd van de inzet
Multi-Probleem
jongeren worden resultaatgericht geholpen volgens het motto: 1 jongere, 1 dossier,
1 aanpak VIS2
wordt door alle direct betrokkenen gevuld en gebruikt en vormt de ruggegraat van een
gerichte aanpak van Multi-probleemjongeren en MPG-gezinnen.
OVZ-aanpak 2007 Opvoedingsondersteuning, Vroegsignalering & Zorgcoördinatie
27
6. Planning 2007 - 2009
Onderwerp
2007-III 2007-IV 2008-I
2008-II 2008-III 2008-IV 2009-I
2009-II
Trainen professionals in Triple-P Uitwerken Centrum voor Jeugd & Gezin Selecteren wijk voor fysiek loket Centrum J&G Openen Centrum J&G Introduceren en uitrollen Triple-P
29
in Enschede Onderzoeken Triple-P i.r.t. Justitie Uitvoering Project Virtueel Leven Afstemming/ aansluiting zorg/ onderwijsnetwerk/CB CB-verpleegkundigen trainen in Triple-P Evalueren eerste resultaten van de ZAT’s (12-) Trainen van de ZAT-leden in de Triple-P methodiek VIS2 binnen de ZAT’s doorvoeren als volgsysteem Verder ontwikkelen ZAT’s binnen het VO Opstarten WZTeams in Zuid Uitwerking samenhang en samenwerking Justitieketen
OVZ-aanpak 2007 Opvoedingsondersteuning, Vroegsignalering & Zorgcoördinatie
Onderwerp
2007-III 2007-IV 2008-I
2008-II
2008-III 2008-IV 2009-I
Evaluatie werkwijze en resultaten WZT-aanpak Onderzoek harmonisatie van indicatiestellingen Invoeren geharmoniseerde indicatiestelling Start met Anpakk’n vanuit
30
de WZTeams Verdere uitontwikkeling en uitrol van VIS2 In deze tabel wordt weergegeven in welke periode welke acties plaatsvinden.
6. Planning 2007 - 2009
2009-II