‘OVERGANGSMOMENTEN’ Praktische tips voor ouders met kinderen 0 – 18 jaar •
Overgangsmomenten
•
Rituelen
•
Wat kan en mag mijn kind al?
•
Naar school (of psz/kov)
•
De Cito eindtoets
•
Naar het VO
•
Speciaal onderwijs
•
Het beroepenspel
•
Meerderjarig
Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
1
OVERGANGSMOMENTEN Werkvorm
Overgangsmomenten
Doel
Ouders staan stil bij de overgangsmomenten van hun kind. Hoe kun je je jezelf en je kind hierop voorbereiden? Welke overgangsmomenten zijn er en wat komt daar allemaal bij kijken.
Doelgroep
Ouders met kinderen van 0 tot 18 jaar
Materiaal
Tips voor ouders De vragen (zie bijlage) op een flap geschreven en opgehangen Stiften Iets om de flappen mee op te hangen
Voorbereiding •
Lees de achtergrondinformatie
•
Kopieer de tips voor ouders
Werkwijze • Heet de ouders welkom. • Vertel dat het deze bijeenkomst gaat over overgangsmomenten. Leg uit dat er in het leven van je kind verschillende overgangsmomenten zijn, bijvoorbeeld voor het eerst naar school of naar het voortgezet onderwijs. • Vraag de ouders welke overgangsmomenten ze nog meer kennen. • Schrijf in steekwoorden op de flappen wat ouders benoemen. Laat alle ouders aan het woord komen. • Vat de flappen samen, en vul aan. Gebruik hier de achtergrond informatie voor. • Maak tweetallen en stel de vraag; Op welke manier kunnen ouders hun kind ondersteunen bij overgangsmomenten? Laat de ouders er even met elkaar over praten. • Vraag de ouders om te vertellen wat ze besproken hebben. • Schrijf dit in steekwoorden op de flap. • Vat de flappen samen, en vul aan. Gebruik hier de achtergrond informatie voor. • Vraag de ouders hoe ze elkaar hierbij kunnen ondersteunen. Hoe ondersteunen ze hun kind? Hebben ze nog tips voor elkaar? • Geef iedereen de gelegenheid te reageren. Het is de bedoeling dat de deelnemers duidelijk krijgen waarom het belangrijk is om je kind te ondersteunen bij overgangsmomenten en op welke manier je dat kunt doen. • Deel de tips aan ouders uit en bespreek die. Sluit af en bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en hun inzet.
Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
2
OVERGANGSMOMENTEN Werkvorm
Rituelen
Doel
Deelnemers praten over overgangsmomenten van hun kind. Ze worden zich bewust van het belang hier met hun kind aandacht aan te besteden. En ze kennen de kracht van rituelen.
Doelgroep
Ouders met kinderen van 0 tot 18 jaar
Materiaal
Tips voor ouders 2 flappen, stiften, iets om de flappen mee op te hangen Papier Pennen, potloden en stiften Tijdschriften om in te knippen Lijm en scharen
Voorbereiding • Lees de achtergrond informatie • Kopieer de tips voor ouders Werkwijze • Heet de deelnemers welkom. • Vertel dat het vandaag gaat over overgangsmomenten en hoe je hier thuis aandacht aan kunt besteden. • Leg kort uit wat overgangsmomenten zijn. Gebruik hier de achtergrond informatie bij. • Vraag de ouders op welke manier ze hier thuis aandacht aan besteden. • Schrijf in steekwoorden op de flappen wat ouders benoemen. Laat alle ouders aan het woord komen. • Vat de flappen kort samen, geef aanvullingen en kijk ook naar de overeenkomsten. • Verdeel de ouders in kleinere groepjes van 3 of 4. Deel het materiaal uit: pennen, kleurtjes, papier, scharen, lijm, tijdschriften, etc. • Leg uit wat rituelen zijn. Gebruik hier de achtergrondinformatie bij. Kennen de ouders zelf rituelen? • Vertel de ouders dat ze nu zelf een ritueel gaan verzinnen dat ze thuis met hun kind en het gezin kunnen doen om een overgangsmoment te ‘vieren’. • Als het klaar is of de tijd om is, laat je de ouders aan elkaar ‘presenteren’ welk ritueel ze bedacht hebben. • Vraag of de ouders het ritueel ook echt thuis gaan doen. • Deel de tips aan ouders uit en bespreek die. • Sluit af en bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en hun inzet.
Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
3
OVERGANGSMOMENTEN Werkvorm
Quiz: Wat kan en mag mijn kind al?
Doel
Ouders hebben kennis van de ontwikkeling van hun kind. En zijn zich bewust van wat hun kind op een bepaalde leeftijd al zelfstandig kan en mag.
Doelgroep
Ouders met kinderen van 0 tot 12 jaar
Materiaal
Tips voor ouders De quiz vragen Achtergrond informatie over wat kan en mag mijn kind al, voor de ouders Leeftijd bordjes voor de quiz Eventueel iets om de bordjes mee op te hangen
Voorbereiding • Lees de achtergrond informatie • Kopieer de achtergrond informatie over wat kan en mag mijn kind al • Zet de stoelen in een kring en de tafels aan de kant • Maak 4 leeftijdsbordjes; 2-4 jaar / 4-6 jaar / 7-9 jaar / 10-12 jaar • Leg de leeftijdsbordjes door de ruimte op de grond of hang ze in de ruimte op. Werkwijze • Heet de deelnemers welkom. • Leg uit dat het belangrijk is voor de ontwikkelingen van je kind, dat je kind zelfstandig dingen kan doen. Zo geef je je kind verantwoordelijkheid en kan je kind stap voor stap leren om op eigen benen te staan en zichzelf goed te redden. Vertel er ook bij dat ieder kind anders is en zich in zijn eigen tempo ontwikkelt. • Leg uit dat jullie een actieve Quiz gaan doen. Jij stelt een vraag, de ouders kiezen welke leeftijd het goede antwoord is en lopen naar het betreffende bordje. Het gaat erom op welke leeftijd je kind iets zelfstandig mag en kan gaan doen. Als alle ouders bij hun antwoord staan, vraag je een paar ouders waarom ze daar staan. Vertel vervolgens wat het goede antwoord is. En stel de volgende vraag. De eerste vraag is een oefen vraag om te kijken of iedereen het begrepen heeft. Leg eventueel de regels nog een keer uit. • Het spel stopt wanneer je al de vragen hebt gesteld of als de tijd om is. • Bespreek de Quiz na met de ouders. Hoe ging het, wat viel op, hebben ze iets nieuws geleerd, hebben ze nog vragen? Gebruik er de achtergrondinformatie bij. • Deel de achtergrondinformatie en de tips uit aan de ouders. • Bespreek de tips. • Sluit af en bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en hun inzet. Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
4
Quiz Vragen ‘Wat kan en mag mijn kind al?’ Let op: De antwoorden staan tussen (haakjes). Gebruik de achtergrondinformatie om eventueel meer uitleg te geven. Het gaat erom vanaf wanneer iets ‘begint’.
De vragen: 1. Je kind kan en mag zelfstandig douchen en in bad gaan? (7-9 jaar) 2. Je kind kan de telefoon aannemen en een kort gesprek voeren. (2-4 jaar) 3. Helpen in huis: afstoffen, stofzuigen (7-9 jaar) 4. Zonder continue toezicht buitenspelen (4-6 jaar) 5. Zelf kleding uitzoeken (9-12 jaar) 6. Een kleine boodschap doen (4-6 jaar) 7. Alleen naar de WC gaan (2-4 jaar) 8. Alleen bij een vriendje logeren (4-6 jaar) 9. Eenvoudige gerechten leren bereiden (onder toezicht) (7-9 jaar) 10. Eigen kamer inrichten en schilderen (9-12 jaar)
Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
5
OVERGANGSMOMENTEN Werkvorm
Stellingenspel: Naar school (of de psz/kov/vo)
Doel
Deelnemers praten met elkaar over hoe ze hun kind kunnen voorbereiden op voor het eerst naar de basisschool, het VO of de peuterspeelzaal (psz) of kinderopvang (kov) gaan. Ze zijn zich bewust van wat er allemaal gaat veranderen in het leven van hun kind. Het gaat hier niet over de keuze voor een school of kov/psz, maar over de overgang zelf.
Doelgroep
Ouders met kinderen van 0 tot 18 jaar
Materiaal
De stellingen (zie bijlage) op een flap geschreven en opgehangen Tips voor ouders
Voorbereiding • Lees de achtergrond informatie • Kopieer de tips voor ouders • Schrijf de stellingen of een flap en hang ze op in de ruimte Werkwijze • Heet de ouders welkom. • Vertel waarom het belangrijk is om aandacht te besteden aan overgangsmomenten, maak hierbij gebruik van de achtergrondinformatie. • Als ouder wil je natuurlijk dat je kind zonder problemen op school (of psz/kov/VO) kan beginnen. En snel en makkelijk went aan de nieuwe situatie. Door je kind hierbij goed te begeleiden en te ondersteunen, maak je de overgang voor je kind en voor jezelf als ouder makkelijker. • Bespreek samen met de ouders wat er allemaal komt kijken bij de overgang. • Schrijf in steekwoorden op de flappen wat ouders benoemen. Misschien komen er uit dit gesprek stellingen die je kunt gebruiken. Schrijf die ook op de flap. • Vat de flappen samen, en vul aan. Gebruik hier de achtergrond informatie voor. • De stellingen zijn op flappen geschreven en hangen in de ruimte. • Bespreek de stellingen een voor een. Per stelling wordt aan een ouder het woord gegeven. De ouders leggen uit waarom ze het er wel of niet mee eens zijn. Vervolgens mag de groep hierop reageren. Per stelling worden de belangrijkste punten die door de ouders zijn gezegd samengevat. • Nadat alle stellingen zijn besproken, geef je een samenvatting. • Deel de tips voor ouders uit en bespreek die met elkaar. • Sluit af en bedank de ouders voor hun aanwezigheid en inzet.
Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
6
STELLINGEN: Overgangsmomenten Peuterspeelzaal/Kinderopvang − Als mijn kind erg huilt bij het wegbrengen, dan blijf ik bij hem tot hij rustig is. − Het is goed voor een kind om al vroeg met andere kinderen te spelen. − Kleine kinderen horen bij hun moeder. − Als moeder moet je er eerst een paar dagen bij blijven, zodat je kind kan wennen.
Basisschool − Als mijn kind een schooljaar over moet doen dan ligt dat aan de leerkracht. − Als je kind naar groep 3 gaat krijgt hij huiswerk. − Voor de Cito toets kun je slagen of zakken. − De eerste jaren op de basisschool spelen ze vooral. Voortgezet onderwijs (VO) − Als je kind naar het VO gaat hoef je niet meer zo vaak thuis te zijn. − Het plannen van huiswerk heeft mijn kind op de basisschool al geleerd. − Je moet je kind altijd helpen met huiswerk. − Je kind moet minstens 2 uur per dag huiswerk maken. − Als ouder hoef je je niet te bemoeien met het VO.
Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
7
OVERGANGSMOMENTEN Werkvorm
De Cito eindtoets
Doel
Ouders weten op welke manier ze hun kind kunnen begeleiden tijdens de Cito eindtoets.
Doelgroep
Ouders met kinderen in groep 8 van de basisschool
Materiaal
Tips voor ouders De Cito ouderkrant en ouder toets; te downloaden op: http://www.cito.nl/nl/onderwijs/primair%20onderwijs/eindtoets_basisonderwijs/ eindtoets_ouders.aspx Je kunt ook googlen op Cito voor ouders. Achtergrond informatie ‘De Cito eindtoets’
Voorbereiding • Lees de achtergrond informatie • Kopieer de achtergrond informatie voor de ouders • Kopieer de Cito toets voor ouders • Kopieer de ouderkrant eindtoets basisonderwijs voor ouders • Kopieer de tips voor ouders Werkwijze • Heet de deelnemers welkom. • Leg uit dat de periode van de Cito eindtoets een spannende tijd is voor hun kind. Het is belangrijk om thuis op een prettige manier aandacht te besteden aan het verloop van de toets. Om dat goed te kunnen doen, nemen jullie nu stap voor stap door wat er allemaal bij de Citotoets komt kijken. En hoe je kind goed te ondersteunen. • Deel de ouderkrant uit aan de ouders. • Neem de krant stap voor stap door met de ouders. Leg uit hoe de toets in zijn werk gaat en sta uitgebreid stil bij het stukje ‘Hoe bereid ik mijn kind voor op de Citotoets’. • Laat de ouders vragen stellen. Misschien kunnen ze elkaar antwoord geven. Vul zelf de antwoorden aan als dat nodig is. • Maak samen met de ouders een paar voorbeeld opgaven uit de Cito toets voor ouders. Er staan er ook al een paar in de ouderkrant. Het gaat niet om het goede antwoord! Maar om de ouders te laten zien wat hun kind moet doen. • Deel de tips uit aan de ouders en bespreek ze. • Wijs ouders op de site: www.cito.nl, waar ze nog meer informatie kunnen vinden. • Sluit af en bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en hun inzet.
Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
8
OVERGANGSMOMENTEN Werkvorm
Naar het VO
Doel
Ouders ondervinden hoe het is om iets te doen, wanneer je wel of niet gemotiveerd en gesteund wordt. Ze praten met elkaar over hoe ze hun kind kunnen ondersteunen en motiveren. En wat te doen als het moeilijk gaat.
Doelgroep
Ouders met kinderen van 10 tot 13 jaar
Materiaal
Tips voor ouders Papieren kleed (chinees tafellaken) of flappen Stiften Gong of klankschaal
Voorbereiding • Lees de achtergrond informatie • Zet vijf tafels in de ruimte en zet de stoelen daar omheen • Leg op elke tafel een papieren kleed (Chinees tafellaken). Schrijf op elk kleed een van de vragen die hieronder staan. Doe dit met een dikke stift • Leg op elke tafel een aantal dik schrijvende stiften Werkwijze • Heet de deelnemers welkom • Leg uit dat de deelnemers in kleine groepjes met elkaar gaan praten en ‘mindmappen’ over hoe ze hun kind kunnen ondersteunen bij de overgang naar het VO. Er zijn vijf vragen, vijf tafels en vijf rondes. • Nodig de deelnemers uit om plaats te nemen aan de tafels. • Als de deelnemers zitten, lees je de vragen voor zodat iedereen weet welke vragen er zijn. De groepjes beginnen met elkaar te praten en te mindmappen aan de hand van de vraag: 1. Hoe kun je je kind stimuleren en steunen bij het maken van een schoolkeuze of vakkenpakket keuze? 2. Welke tips kun je je kind meegeven om snel op school te wennen? 3. Hoe kun je je kind steunen bij het maken van nieuwe vrienden? 4. Hoe kun je je kind steunen om huiswerk te plannen en te maken? 5.
Wat vind jij belangrijk aan de overgang naar het VO?
• Misschien moet je uitleggen wat mindmappen is.
Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
9
Wat is mindmappen? Het woord mindmappen klinkt misschien vreemd. Het is een manier om aantekeningen te maken of om ergens over na te denken op een creatieve manier. De kinderen gebruiken het op de lagere school. Soms wordt een eenvoudige manier van mindmappen ‘woordspin’ genoemd. Bij mindmappen gaat het om een combinatie van schrijven en tekenen. Eigenlijk maak je al een mindmap als je een beetje zit te dromen en ondertussen van alles opschrijft en tekent. Deze manier sluit goed aan bij onze natuurlijke manier van denken. Het is ook leuker en veel minder vermoeiend, dan op een notitieblok aantekeningen maken.
1. Schrijf het kernwoord, zin of vraag waar je over na wilt denken, of waar je aantekeningen over wilt maken, in het midden van een groot vel papier. In deze werkvorm staat de vraag in het midden op het tafelkleed geschreven. 2. Voor elk woord, beeld of elke (korte) zin dat daar mee te maken heeft, trek je een lijn vanaf je kernwoord richting de buitenrand van het papier. Net boven die lijn zet je het woord of de zin, wat ‘linkt’ aan je kernwoord. 3. Als je een woord of beeld bedenkt, wat aan het einde van de andere woorden linkt, trek je vanaf dat woord weer een nieuwe lijn en schrijf je het nieuwste woord net boven die lijn. Dit klinkt een stuk ingewikkelder dan dat het is. Hier vind je een heel stel voorbeelden van mindmaps, als je het ziet is het meteen een stuk duidelijker: http://images.google.com/images?q=mindmap
• Na ongeveer 10 minuten laat je een signaal horen (de bel of de klankschaal). De groepjes staan op en gaan naar de volgende tafel. Daar bekijken ze de mindmap van het eerste groepje en ze gaan door op die mindmap. Ze schrijven of tekenen verder. • Als er vijf rondes geweest zijn presenteert elke tafel de vraag en de mindmap van die tafel. Je kunt de mindmappen ophangen. • Sluit af door samen te vatten. En vul aan waar nodig, gebruik hiervoor de achtergrond informatie. • Deel de tips voor ouders uit en bespreek die. • Sluit af en bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en hun inzet.
Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
10
OVERGANGSMOMENTEN Werkvorm
Speciaal onderwijs
Doel
Deelnemers praten over het speciaal onderwijs. Ze krijgen een beeld van hoe het speciaal onderwijs in elkaar zit en wanneer je kind daar naartoe moet. Welke taken de school heeft en welke taken ouders hebben in dit proces. En hoe ze hun kind thuis kunnen ondersteunen.
Doelgroep
Ouders met kinderen van 0 tot 18 jaar
Materiaal
Tips voor ouders Flappen, stiften, iets om de flappen mee op te hangen
Voorbereiding • Lees de achtergrond informatie • Kopieer de tips voor ouders Werkwijze • Heet de deelnemers welkom • Vertel dat het vandaag gaat over het speciaal onderwijs. • Stel de ouders de volgende vragen: Wanneer moet je kind naar speciaal onderwijs? Wat weten de ouders over speciaal onderwijs? Welke verantwoordelijkheden heeft de school en welke verantwoordelijkheden hebben ouders. Hoe kun je je kind ondersteunen bij de overgang naar het speciaal onderwijs? • Schrijf in steekwoorden op de flappen wat ouders benoemen. Laat alle ouders aan het woord komen. • Wanneer er discussie onder ouders ontstaat, let er dan op dat ouders samen onderzoeken hoe het nu eigenlijk zit. • Vat de flappen samen en vul aan. Gebruik hiervoor de achtergrondinformatie. • Als er genoeg tijd is, kun je nog iets vertellen over de verschillende clusters in speciaal onderwijs. • Geef iedereen de gelegenheid om vragen te stellen. En benadruk hoe belangrijk het is om je kind te ondersteunen. • Deel de tips aan ouders uit en bespreek die. Sluit af en bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en hun inzet.
Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
11
OVERGANGSMOMENTEN Werkvorm
Beroepenspel
Doel
Ouders staan stil bij de loopbaan oriëntatie van hun kind. Hoe ze hun kind kunnen ondersteunen bij het maken van een beroepskeuze. Ouders worden zich ervan bewust dat het praten met hun kind over talenten, interesses en beroepen al van jongs af aan nodig is.
Doelgroep
Ouders met kinderen van 0 tot 18 jaar
Materiaal
Tips voor ouders Top 10 beroepen lijst De beroepen lijst Flappen en iets om ze mee op te hangen Stiften Iets om mee te ‘meppen’
Voorbereiding • Lees de achtergrondinformatie. • Kies welk spel of spellen je wilt gaan doen • Kopieer de tips voor ouders • Hang de flappen op • Leg alles klaar Werkwijze • Heet de ouders welkom. • Vertel dat het deze bijeenkomst gaat over loopbaanoriëntatie. En leg uit wat dat betekent. Vertel de ouders waarom het belangrijk is hun kind te steunen en te stimuleren bij het nadenken over wat hij later wil worden. Dit is nodig om later de goede school en de juiste vakken te kunnen kiezen. Gebruik er de achtergrondinformatie bij. • Vraag de ouders wat ze al doen om hun kind hierbij te ondersteunen • Schrijf de steekwoorden op een flap. • Vertel de ouders dat jullie nu een spel gaan doen om beroepen te leren kennen.
• In de bijlage staan de spellen. Spel 1: Top 10 noemen in twee minuten. Spel 2: Wie kan de meeste beroepen noemen? Spel 3: Beroepen meppen. • Het spel stopt als het tijd is of jullie er wel klaar mee zijn. • Deel de tips voor ouders uit en bespreek die. • Sluit en af en bedank de ouders voor hun aanwezigheid en inzet.
Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
12
Beroepen Spellen Spel 1: Wie kan de meeste beroepen uit de top 10 van Nederland noemen binnen drie minuten? Verdeel de ouders in twee groepen. Laat de groepen met elkaar bedenken hoeveel beroepen uit de beroepen top 10 ze kunnen noemen binnen 3 minuten. De groep die het meeste denkt te weten mag beginnen. De spelleider kan op de lijst hieronder zien of ze de goede antwoorden geven. Zet er een kruisje bij als ze het genoemd hebben. Zijn na 3 minuten nog niet alle beroepen geraden, laat dan de andere groep verder raden.
De top tien meest voorkomende beroepen in Nederland: 1. Winkelbediende 280.000 2. Docent basisonderwijs 168.000 (onder wie 132.000 vrouwen) 3. Glazenwasser/interieurverzorger/keukenknecht 136.000 4. Vrachtwagenchauffeur 124.000 5. Lader/losser/verhuizer 121.000 6. Systeem-analist of systeemontwerper 105.000 7. Crècheleidster/verzorgende in instelling 94.000 8. Ziekenverzorgende 90.000 9. Detailhandelaar 86.000 10. Boekhouder 84.000 Spel 2. Beroepen spel Verdeel de groep in twee groepen. Wie weet de meeste beroepen. De groep die denkt er de meeste te weten mag beginnen. Ze hebben drie minuten om er zoveel mogelijk te noemen. Schrijf de antwoorden op een flap. Is het de groep gelukt om binnen de tijd het aantal beroepen te noemen dat ze gezegd hadden krijgen ze 5 punten. Lukt het niet dan gaan de punten naar de andere groep. Herhaal dit spel nog een keer, maar dan mogen ze de beroepen die al genoemd zijn niet meer gebruiken. Een andere variant is om ze beroepen te laten noemen in een bepaalde sector. Bijvoorbeeld: techniek of beroepen op school of beroepen binnen de zorg. Na spel 3 vind je een beroepen lijst om je te helpen.
Spel 3: Beroepen meppen Doel van het spel: Probeer op tijd een beroep te roepen voordat je gemept wordt.
Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
13
Aantal spelers: minimaal 4, hoe meer hoe leuker. Uitleg: Zodra je genoeg spelers hebt die het spel willen spelen kies je iemand die de mepper wordt. . Iedereen kiest een beroep uit, zoals Kapper, Leraar, Burgemeester, Minister, Apothekersassistente of Kok. Dan probeer je te onthouden wie welk beroep heeft, in het begin kan je het ook met namen doen van de spelers. Iemand begint en roept bijvoorbeeld: Kok! De mepper rent naar de kok en probeert deze met bijvoorbeeld een theedoek te meppen. De Kok moet proberen voor dat de mepper bij hem is een ander beroep te roepen, dan moet de Mepper daarheen. Als de Kok dat niet snel genoeg doet, wordt hij gemept en wordt hij de Mepper. De ex-Mepper kan om het moeilijker te maken, dan het beroep Kok overnemen, maar in het begin heeft hij gewoon een eigen beroep.
Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
14
Beroepenlijst • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Accountant Advocaat Ambulancemedewerker Archiefmedewerker Architect Asbestverwijderaar Automonteur Banketbakker Bankmedewerker Bedrijfsdirecteur Bedrijfsleider Belastinginspecteur Beleidsadviseur Betonstaalverwerker Beveiligingsmedewerker Bloemist Boer Bouwkundig Ingenieur Bouwvakker Brandweerman Caissière Chef Werkplaats Chirurg Civiel Ingenieur Dakdekker Databaseontwerper Diëtist Dierenverzorger (Geen Boerenbedrijf) Directeur Basisschool Directiesecretaresse Docent Doktersassistent Elektrisch Ingenieur Elektromonteur Of Installateur
Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Etalagedecorateur Filiaalmanager Financieel Medewerker Garderobemedewerker Hoofdverpleegkundige Hoogleraar Hotelmanager Hovenier Hr-Manager Huisarts Huisschilder Inspecteur Kwaliteitswaarborging Inspecteur Van Politie Installateur Installatiemonteur Koudetechniek Installatieonderhoudsmonteur It-Applicatieprogrammeur It-Systeembeheerder Journalist Juridische Secretaresse Kapper Keukenhulp Kinderverzorger Klimatoloog Laboratoriummedewerker Landbouwkundig Adviseur Lasser Leidinggevende Logistiek Manager Logopedist Loodgieter Lopende-Bandmedewerker Maatschappelijk Werker Machinaal Houtbewerker Machine Operator Draaibank Machine Operator Vleesverwerking
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Makelaar In Onroerend Goed Manager In De Gezondheidszorg Marketingmanager Matroos Medewerker Hypotheken Medewerker Ongediertebestrijding Medewerker Personeelszaken Medewerker Peuterspeelzaal Medewerker Salarisadministratie Medewerker Thuiszorg Meewerkend Voorman Metaalvormer Of Afsteller Metselaar (Bouw) Mondhygiënist Muziekinstrumentenmaker Naaister Ober Onderofficier Strijdkrachten Operator Opticien Orthopedisch Schoenmaker Paardrij-Instructeur Pijpfitter Plaatmetaalbewerker Politieagent Portier, Conciërge Portret-, Trouw- Of Andere Evenementenfotograaf Postsorteerder Of Postdistributeur Procesoperator Psycholoog Radiodiagnostisch Laborant Receptionist Rechter Rector Vo Reisbureaumedewerker 15
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Restaurant kok Scheepsmonteur Schoenmaker, Leerreparateur Schoonheidsspecialiste Schoonmaker Secretaresse (Algemeen) Servicetechnicus Koudetechniek Slager Soldaat Stewardess Straatmaker Studieadviseur Tandtechnicus Taxichauffeur Tegelzetter, Tegellegger Timmerman Transportmedewerker Veearts Verkoopmedewerker Verloskundige Verpleeghulp Vertegenwoordiger Verzorgende Gehandicaptenzorg Verzorgende ouderenzorg Visboer Visser Vliegtuigmonteur Of -Onderhoudstechnicus Voedingsmiddelentechnoloog Voorman Of Voorvrouw Schoonmaak Vrachtwagenchauffeur Websiteontwerper Werktuigbouwkundige Wetenschappelijk Onderzoeker Winkelhulp Woningstylist/Interieuradviseur Ziekenhuisverpleegkundige
Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
•
Zweminstructeur
16
OVERGANGSMOMENTEN Werkvorm
Meerderjarig
Doel
Deelnemers praten met elkaar over wat er allemaal verandert als je kind meerderjarig wordt. Ze zijn zich ervan bewust wat er allemaal bij komt kijken.
Doelgroep
Ouders met kinderen van 17 jaar
Materiaal
Tips voor ouders Papier Pennen
Voorbereiding • Lees de achtergrond informatie • Kopieer de tips voor ouders • Leg op elke tafel papier en pennen klaar Werkwijze • Heet de deelnemers welkom • Vertel dat er veel verandert wanneer je kind 18 jaar wordt. • Stel de ouders de volgende vraag: Wat verandert er allemaal wanneer je kind 18 jaar wordt. • Schrijf in steekwoorden op de flappen wat ouders benoemen. Laat alle ouders aan het woord komen. • Wanneer er discussie onder ouders ontstaat, let er dan op dat ouders samen onderzoeken hoe het nu eigenlijk zit. • Vat de flappen samen en vul aan. Gebruik hier de achtergrondinformatie bij. • Geef iedereen de gelegenheid om vragen te stellen. En benadruk hoe belangrijk het is om op tijd te beginnen om alles samen met je kind te regelen. • Deel de tips aan ouders uit en bespreek die. • Sluit af en bedank de deelnemers voor hun aanwezigheid en hun inzet.
Werkvormen
Onderwijs ondersteunend gedrag
17