Rapportage ActiZ Enquête
Over- en onderproductie en vooruitblik 2014
Voor
ActiZ, organisatie van zorgondernemers
Van
ICSB Marketing en Strategie Drs. Yousri Mandour Loes Wevers MSc.
Datum
april 2014
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................... 2 Opbouw rapportage .................................................................................................... 3 Samenvatting .............................................................................................................. 4 1.
Extramurale overproductie en onderproductie 2013 ......................................... 6 1.1
Budget en overproductie 2013 ......................................................................... 6
1.2
Contracteerplafond en cliëntenstop ................................................................. 7
1.3
Onderproductie 2013 ....................................................................................... 7
2.
Intramurale overproductie en onderproductie 2013 .......................................... 8 2.1
Budget en overproductie 2013 ......................................................................... 8
2.2
Contracteerplafond en cliëntenstop ................................................................. 9
2.3 3.
Onderproductie 2013 ....................................................................................... 9 Omgaan met problematiek en verwachte problematiek 2014 .......................... 10
3.1
Contracteerplafond en cliëntenstop ............................................................... 10
3.2
Verwachte ontwikkeling overproductie 2014 .................................................. 11
3.3
Voorkomen van overproductie 2014 .............................................................. 13
Bijlage 1 - Onderzoeksverantwoording ...................................................................... 15 Respons enquête overproductie en onderproductie 2013 ........................................ 15 Kenmerken respondenten ........................................................................................ 15 Concessiehouders ................................................................................................... 16 Cliënten met een ZZP GGZ-indicatie in zorg ............................................................ 17 Bijlage 2 – Vragenlijst ................................................................................................ 18
Pag. 2
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
Opbouw rapportage Dit rapport beschrijft de uitkomsten van de Enquête Overproductie en onderproductie 2013. Waar mogelijk vergelijken we deze resultaten met de enquête Overproductie 2010. Hoofdstuk 1 behandelt de extramurale overproductie en onderproductie 2013, alsmede een eventueel contracteerplafond en cliëntenstop. In hoofdstuk 2 komt dezelfde informatie met betrekking tot intramurale zorg aan de orde. Hoofdstuk 3 bevat informatie over het omgaan met overproductie en de verwachting van de problematiek omtrent overproductie in 2014. In bijlage 1 wordt uitleg gegeven over de onderzoeksverantwoording. In bijlage 2 is de gehanteerde enquête voor zorgaanbieders opgenomen. De resultaten van deze enquête zijn representatief op landelijk niveau, maar bij een uitsplitsing naar concessiehouder of jaaromzet is de respons soms te gering om representatief te zijn. Deze resultaten zijn daarom enkel indicatief en richtinggevend. Afhankelijk van de antwoorden van de respondent krijgt diegene een deel van de vragen wel of juist niet te zien. Het komt daardoor geregeld voor dat het aantal respondenten (N) per vraag afwijkend is. Bij elke tabel staat aangegeven hoeveel respondenten de vraag hebben ingevuld. Alleen de volledig ingevulde vragenlijsten zijn meegenomen in de uitkomsten van dit onderzoek. Bij sommige vragen tellen de antwoorden niet exact op tot 100%, als gevolg van het afronden van percentages.
Pag. 3
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
Samenvatting De enquête Overproductie en onderproductie 2013 is in maart 2014 uitgezet onder de ActiZ-leden. Uiteindelijk hebben 228 respondenten, afkomstig van 225 verschillende organisaties, de enquête volledig ingevuld, waarmee de respons neerkomt op 56% van de ActiZ-leden. 194 respondenten (86%) leveren zowel intramurale als extramurale zorg. 17 respondenten (8%) leveren enkel extramurale zorg, 14 respondenten (6%) leveren enkel intramurale zorg. Uit de enquête blijkt dat de problematiek van overproductie speelt bij 49% van de respondenten ten aanzien van extramurale zorg en bij 58% van de respondenten ten aanzien van intramurale zorg. Beide percentages zijn gestegen ten opzichte van 2010. In totaal hebben in dit onderzoek 140 zorgorganisaties te maken met extramurale en/of intramurale overproductie. Daar waar extramuraal sprake is van overproductie, bedraagt deze gemiddeld bijna € 213.000 in 2013. Intramuraal is dit bedrag licht hoger, namelijk ruim € 221.000. Voor deze organisaties geldt dat de overproductie varieert van gemiddeld 0,87% (intramuraal) tot 1,99% (extramuraal) van de AWBZ-jaaromzet in 2013. De kleinste en de grootste organisaties hebben bovengemiddeld te maken te maken overproductie. In totaal wordt de overproductie van de respondenten geschat op bijna € 22 miljoen extramuraal en op bijna € 27 miljoen intramuraal. Geëxtrapoleerd naar het aantal leden van ActiZ dat extramurale zorg biedt, gaat het om een overproductie van circa € 36 miljoen. Wanneer we de intramurale overproductie extrapoleren naar de leden van ActiZ, gaat dit om een overproductie van circa € 45 miljoen. De totale overproductie in 2013 van alle ActiZ-leden kan worden geraamd op € 81 miljoen, bijna € 32 miljoen hoger dan in 2010 (2010: € 49,1 miljoen). Het aandeel zorgorganisaties dat extramurale zorg aanbiedt en een cliëntenstop heeft ingesteld in 2013 is gestegen tot 8% (2010: 5%). Met betrekking tot intramurale zorg zien we dat 15% van de zorgorganisaties in de loop van 2013 een opnamestop heeft ingesteld (2010: 1%). 27% van de respondenten heeft andere maatregelen dan een cliëntenstop genomen om overproductie te beperken. 35% van de zorgorganisaties die extramurale zorg biedt, had in 2013 te maken met onderproductie. Ook bij intramurale zorg had 35% van de zorgorganisaties te maken met onderproductie. In totaal hadden 100 zorgorganisaties te maken met extramurale en/of intramurale onderproductie.
Pag. 4
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
Het zorgkantoor houdt bij de productieafspraak 2014 beperkt rekening met de overproductie 2013. 65% van de organisaties geeft aan dat de productie 2014 gebaseerd is op de herschikking per november 2013. Door de productie 2014 te baseren op de herschikking 2013 starten veel organisaties in 2014 al met een hogere productie dan de voor 2014 gemaakte afspraken. Een ruime meerderheid van de zorgorganisaties (60%) verwacht een toename in overproductie in 2014. 14% verwacht dat dit stabiel blijft, 10% weet dit niet en 16% verwacht een afname. Om overproductie te voorkomen overweegt ruim de helft van de zorgorganisaties (54%) de productieafspraak te verhogen, overweegt 42% de productie te verlagen en wil 22% intramurale productie omzetten in Volledig Pakket Thuis. 43% overweegt andere maatregelen.
Pag. 5
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
1.
Extramurale overproductie en onderproductie 2013
1.1 Budget en overproductie 2013 211 zorgorganisaties die de enquête hebben ingevuld leveren extramurale AWBZ-zorg. De opbrengst van respondenten van de extramurale AWBZ-zorg bedroeg in 2013 gemiddeld € 11,4 miljoen, met een maximum van € 268 miljoen. De totale opbrengst van de extramurale AWBZ-zorg van de respondenten bedroeg € 2.418 miljoen. Van de 211 zorgorganisaties die extramurale zorg leveren, had 49% (103 organisaties) te maken met extramurale overproductie1. In 2010 had nog 37% van de respondenten te maken met extramurale overproductie. We zien dat de kleinste organisaties (jaaromzet tot € 10 miljoen) en de grootste organisaties (meer dan € 100 miljoen jaaromzet) bovengemiddeld aangeven dat zij te maken hebben met overproductie. De gemiddelde overproductie van deze organisaties bedroeg in 2013 bijna € 213.000 (2010: € 255.000). De overproductie in 2013 varieert sterk, van enkele duizenden euro’s tot ruim € 9 miljoen. In totaal gaat het bij de respondenten om bijna € 22 miljoen overproductie (2010: € 19,4 miljoen). Geëxtrapoleerd naar het aantal leden van ActiZ dat extramurale zorg biedt, gaat het om een overproductie van circa € 36 miljoen. De totale extramurale opbrengsten van respondenten bedragen ruim € 2.418 miljoen; de totale overproductie bedraagt bijna € 22 miljoen. Dit betekent dat er, over alle extramurale respondenten, sprake is van een extramurale overproductie van zo’n 0,91% van de omzet. Wanneer we uitgaan van de 103 organisaties die aangeven dat zij te maken hebben met overproductie, blijkt dat de gemiddelde extramurale overproductie bij hen 1,99% van de omzet bedraagt. Budget en overproductie 2013 extramuraal Extramurale opbrengsten respondenten (in miljoenen)
€ 2.418
Percentage respondenten met overproductie
49%
Overproductie respondenten (in miljoenen)
€ 22
Gemiddelde overproductie per zorgorganisatie die hiermee te maken heeft
€ 213.000
Percentage overproductie bij zorgorganisaties dat hiermee te maken heeft
1,99%
Schatting geëxtrapoleerde overproductie extramuraal ActiZ-leden (in miljoenen)
€ 36
Tabel 1.1 – Budget en overproductie 2013 extramuraal
Zorgorganisaties
die
productieafspraken
maken
met
Menzis
en
de
overige
concessiehouders 2 geven bovengemiddeld vaak aan dat zij te maken hebben met extramurale overproductie. Bij VGZ wordt dit het minst aangegeven, gevolgd door CZ. Bij Achmea is dit aandeel gemiddeld.
1
Wel geleverde maar niet bekostigde zorg omdat deze boven het productieplafond uitkomt.
2
Onder de overige concessiehouders scharen we DSW, De Friesland, Eno en Zorg & Zekerheid.
Pag. 6
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
Extramurale overproductie
Achmea
CZ
Menzis
VGZ
Overig
Totaal
Ja
49%
46%
73%
41%
69%
49%
Nee
51%
54%
28%
59%
31%
51%
67
54
40
59
32
212
Totaal
Tabel 1.2 - Is er sprake van extramurale overproductie? (N=212)
1.2 Contracteerplafond en cliëntenstop 16 van de 211 zorgorganisaties die extramurale zorg bieden (8%) hebben vanwege het contracteerplafond in de loop van 2013 een cliëntenstop ingesteld (2010: 5%). Hoe kleiner de zorgorganisatie qua jaaromzet, hoe vaker zij een selectief opnamebeleid hanteerden. Zorgorganisaties die productieafspraken maken met Menzis hebben relatief het vaakst een opnamestop ingesteld (23%, 9), terwijl zorgorganisaties in het werkgebied van VGZ (3%, 2) en CZ (4%, 2) dit het minst vaak deden. 9 (van de 16) organisaties (56%) geven een inschatting van de omvang van de cliëntenstop. Zij schatten in dat deze ongeveer 15 cliënten betreft. 1.3 Onderproductie 2013 Bij extramurale zorg was er bij 35% van de zorgorganisaties (73) sprake van onderproductie 3 . 64% van de respondenten had niet te maken met extramurale onderproductie. De omvang van de jaaromzet van de zorgorganisaties lijkt niet direct van invloed op of zij met extramurale onderproductie geconfronteerd worden. Wel zien we dat hoe kleiner de extramurale jaaromzet van de zorgorganisatie is, hoe groter de extramurale onderproductie in een percentage van de jaaromzet is. Extramurale onderproductie
Achmea
CZ
Menzis
VGZ
Overig
Totaal
Ja
39%
35%
26%
44%
22%
35%
Nee
61%
64%
74%
53%
78%
65%
Niet bekend mee
0%
2%
0%
3%
0%
1%
Totaal
67
55
39
59
32
211
Tabel 1.3 - Is er sprake van extramurale onderproductie in 2013? (N=211)
Zorgorganisaties die productieafspraken met Menzis of de overige concessiehouders hebben, hebben minder vaak dan andere organisaties te maken met extramurale onderproductie. Bij zorgorganisaties met productieafspraken bij VGZ en Achmea is vaker sprake van onderproductie dan gemiddeld.
3
Niet geleverde zorg onder het productieplafond en dus niet bekostigde zorg.
Pag. 7
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
2.
Intramurale overproductie en onderproductie 2013
2.1 Budget en overproductie 2013 208 zorgorganisaties leveren intramurale AWBZ-zorg. De opbrengst van de intramurale AWBZ-zorg 2013 is gemiddeld € 27,3 miljoen per zorgorganisatie. Deze opbrengst varieert sterk, van € 100.000 tot € 175 miljoen. De totale intramurale opbrengst van de respondenten bedraagt ruim € 5.664 miljoen. Een meerderheid van de zorgorganisaties (58%, 121 organisaties) had te maken met intramurale overproductie. In 2010 had 42% van de respondenten te maken met intramurale overproductie. De gemiddelde overproductie van de intramurale AWBZ-zorg 2013 bedraagt in 2013 ruim € 221.000 (2010: € 184.000). Deze overproductie varieert sterk, van een overproductie van enkele duizenden euro’s tot een overproductie van € 2,6 miljoen. In totaal gaat het bij de respondenten om bijna € 27 miljoen overproductie (2010: € 15,1 miljoen). Geëxtrapoleerd naar het aantal leden van ActiZ dat intramurale zorg biedt, gaat het om een overproductie van circa € 45 miljoen. De totale intramurale opbrengsten van respondenten bedragen ruim € 5.664 miljoen; de totale overproductie bedraagt bijna € 27 miljoen. Dit betekent dat er, over alle intramurale respondenten, sprake is van een intramurale overproductie van zo’n 0,47% van de omzet. Wanneer we uitgaan van de 121 organisaties die te maken hebben met intramurale overproductie, blijkt dat de gemiddelde intramurale overproductie bij hen 0,87% van de omzet bedraagt. Budget en overproductie 2013 intramuraal Intramurale opbrengsten respondenten (in miljoenen)
€ 5.664
Percentage respondenten met overproductie
58%
Overproductie respondenten (in miljoenen)
€ 27
Gemiddelde overproductie per zorgorganisatie die hiermee te maken heeft
€ 221.000
Percentage overproductie bij zorgorganisaties dat hiermee te maken heeft
0,87%
Schatting geëxtrapoleerde overproductie intramuraal ActiZ-leden (in miljoenen)
€ 45
Tabel 2.1 – Budget en overproductie 2013 intramuraal
Bij intramurale overproductie zien we, net als bij extramurale overproductie, dat de kleinste organisaties (jaaromzet tot € 10 miljoen) en de grootste organisaties (meer dan € 100 miljoen jaaromzet) bovengemiddeld aangeven dat zij te maken hebben met overproductie. Zorgorganisaties die productieafspraken maken met VGZ, Achmea en Menzis geven bovengemiddeld vaak aan dat zij te maken hebben met intramurale overproductie, terwijl zorgorganisaties dit bij CZ en de overige concessiehouders minder dan gemiddeld aangeven.
Pag. 8
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
Intramurale overproductie
Achmea
CZ
Menzis
VGZ
Overig
Totaal
Ja
67%
47%
67%
73%
48%
58%
Nee
33%
53%
33%
27%
52%
42%
60
57
33
52
29
208
Totaal
Tabel 2.2 - Is er sprake van intramurale overproductie? (N=208)
2.2 Contracteerplafond en cliëntenstop Van de 208 zorgorganisaties die intramurale zorg bieden, hebben er 31 (15%) in de loop van 2013 vanwege het contracteerplafond in de loop van 2013 een opnamestop ingesteld voor intramurale zorg (2010: 1%). Zorgorganisaties die productieafspraken maken met Achmea hebben relatief vaker een opnamestop ingesteld dan andere zorgorganisaties (27%, 16). In het werkgebied van CZ werd het minst vaak een opnamestop ingesteld (5%, 3). 72% van de organisaties (23) kan een schatting maken van de omvang van de opnamestop. Gemiddeld hebben zij een opnamestop voor van 15 cliënten ingesteld. 2.3 Onderproductie 2013 Bij intramurale zorg had 35% van de zorgorganisaties (72) te maken met onderproductie, 65% van de respondenten niet. Bij zorgorganisaties met een omzet tussen de € 40 en € 100 miljoen is vaker sprake van intramurale onderproductie. Zorgorganisaties met de kleinste omzet (tot € 10 miljoen) hebben het minst vaak intramurale onderproductie, maar bij deze organisaties bedraagt de onderproductie wel het grootste percentage van de jaaromzet. Zorgorganisaties die productieafspraken maken met Menzis of VGZ geven minder vaak aan dat er sprake is van intramurale onderproductie dan gemiddeld. In het werkgebied van CZ en de overige concessiehouders komt vaker intramurale onderproductie voor dan gemiddeld. Intramurale onderproductie
Achmea
CZ
Menzis
VGZ
Overig
Totaal
Ja
38%
46%
21%
25%
41%
35%
Nee
62%
53%
79%
75%
59%
65%
Niet bekend mee
0%
2%
0%
0%
0%
1%
Totaal
60
57
33
52
29
206
Tabel 2.3 - Is er sprake van intramurale onderproductie in 2013? (N=206)
Pag. 9
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
3.
Omgaan met problematiek en verwachte problematiek 2014
3.1 Contracteerplafond en cliëntenstop 8% (16) van de zorgorganisaties die extramurale zorg bieden, is in 2013 overgegaan tot een cliëntenstop. Van de zorgorganisaties die intramurale zorg bieden is in 2013 15% (31) overgegaan tot een opnamestop. 27% van de respondenten (60) heeft andere maatregelen dan een cliëntenstop genomen om overproductie van intramurale en/of extramurale zorg in de loop van 2013 te beperken. De overige organisaties hebben, naast een cliëntenstop of opnamestop, geen maatregelen genomen om overproductie van intramurale en/of extramurale zorg in de loop van 2013 te beperken.
Wordcloud – Andere maatregelen dan een cliëntenstop om overproductie te beperken De maatregelen die zorgorganisaties nemen zijn divers, een selectie geven we onderstaand weer middels citaten:
“Afname capaciteit.” “Cliënten/productie overhevelen naar andere aanbieder.” “Intramurale plaatsen invullen door VPT.” “Selectief opnemen van cliënten.” “Sluiting woonzorgcentrum en plafond per locatie, waarboven geen klanten kunnen worden opgenomen en deze op de wachtlijst blijven staan, ondanks dat hier wel mogelijkheden voor zijn. Voorbeeld is afstoten aanleunwoningen.” “ZZP 1-3 cliënten niet meer opgenomen op ZZP basis vanaf half 2013. Wel op basis van Scheiden Wonen en Zorg (extramuraal). Dit vooral in het kader van het budget 2014.”
Pag. 10
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
3.2 Verwachte ontwikkeling overproductie 2014 Aan respondenten is gevraagd hoe de problematiek van overproductie zich in 2014 zal ontwikkelen. Uit de respons blijkt dat het zorgkantoor bij de productieafspraak 2014 beperkt rekening houdt met overproductie 2013. 103 organisaties (65%) geven aan dat de productie 2014 gebaseerd is op de herschikking per november 2013; dus niet op de overproductie zoals die bestond op 31 december 2013. 3% van de organisaties (5) geeft aan dat het volume in 2014 verhoogd is om geheel tegemoet te komen aan de overproductie in 2013, bij 6% van de organisaties (10) is dit verhoogd om hier in grote mate aan tegemoet te komen en 7% (11) geeft aan dat dit verhoogd is om in beperkte mate tegemoet te komen aan de overproductie in 2013. Zorgorganisaties die ‘anders’ aangeven, geven diverse antwoorden. Enkele zorgorganisaties merken op dat het volume nog op het maximum of op de herschikking uit 2012 is gebaseerd. Enkele citaten geven we onderstaand weer: “De productie 2014 is gebaseerd op de herschikking per november 2012.” “In de herschikking is grotendeels rekening gehouden met de overproductie over het eerste halfjaar 2013. Deze omzet is doorgezet in de productieafspraak 2014. Met overproductie ontstaan na de herschikking is geen rekening gehouden.” “Naast de herschikking per november 2013 is voor één van onze verpleeghuizen ook de ZZP-mix (van lichte naar zware zorg) aangepast met financiële consequentie naar heel 2014 toe.” Zorgorganisaties die productieafspraken maken met Achmea (79%), Menzis (76%) en CZ (68%) geven bovengemiddeld vaak aan dat de productie 2014 is gebaseerd op de herschikking per november 2013. Bij VGZ is dit aandeel het laagst (49%). Bij productieafspraak 2014 rekening gehouden met overproductie 2013 Ja, het volume is in 2014 verhoogd om geheel tegemoet te komen aan de overproductie in 2013 Ja, het volume is in 2014 verhoogd om in grote mate tegemoet te komen aan de overproductie in 2013 Ja, het volume is in 2014 verhoogd om in beperkte mate tegemoet te komen aan de overproductie in 2013 Nee, de productie 2014 is gebaseerd op de herschikking per november 2013 Anders Totaal
Aantal
Percentage 5
3%
10
6%
11
7%
103
65%
30
19%
160
100%
Tabel 3.1 – Is er bij het maken van de productieafspraak 2014 rekening gehouden met de overproductie in 2013? (N=160)
Bovenstaande leidt tot de conclusie dat veel zorgorganisaties 2014 zijn gestart met een hogere productie dan waarvoor het zorgkantoor een productieafspraak heeft gemaakt.
Pag. 11
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013 Een meerderheid van de zorgorganisaties (135, 60%) verwacht dat de overproductie in 2014 toeneemt. 14% verwacht dat de overproductie stabiel blijft, 10% weet dit niet. 16% van de zorgorganisaties (36) verwacht dat de overproductie in 2014 afneemt. Ontwikkeling van de overproductie in 2014
Aantal
Percentage
Neemt toe
135
60%
Blijft gelijk
31
14%
Neemt af
36
16%
Weet niet
23
10%
225
100%
Totaal
Tabel 3.2 – Hoe verwacht u dat de problematiek van overproductie zich in 2014 zal ontwikkelen? (N=225)
Zorgorganisaties die een toename van de overproductie voorzien, geven hiervoor diverse redenen, zoals te zien is in de wordcloud.
Wordcloud – Toename in overproductie Onderstaand staat een selectie van citaten, waarin zorgorganisaties opmerken dat een toename van overproductie komt door:
“Afname ZZP 1-3 per januari er volledig uit is gehaald, terwijl dit geleidelijk gaat. Verzwaring van ZZP’s of omzetting van zonder naar met behandeling is niet ingekocht.” “Afspraak uitname lage ZZP’s hoger dan daadwerkelijke uitstroom.” “Aanvullende afspraken die nodig zijn om de bewegingen te kunnen maken richting het langer thuiswonen, niet gehonoreerd worden.” “Budgetdruk toeneemt in relatie tot stijgende zorgvraag.” “De ZZP-mix wordt zwaarder, maar er komt geen budget bij.” “Productieafspraak ontoereikend is.”
Pag. 12
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
“Moment van herschikking te vroeg in het jaar is vastgesteld, klikmoment augustus, daarna geen mogelijkheid om verdere afspraken te maken, productie van december loopt door.” “Zorgzwaarte verder zal stijgen ten opzichte van de contracteerruimte en omdat de realisatie van kortingen als gevolg van extramuralisatie van lage ZZP’s pas later in het jaar 2014 gerealiseerd zal worden.”
Zorgorganisaties die een gelijkblijvende overproductie verwachten, lichten dit in citaten toe waarom zei dit verwachten:
“De productie is al jaren stabiel i.v.m. 100% bezetting.” “Extramuralisering verder gaat.” “Productie en afspraak zijn stabiel.” “Zolang wij niet mogelijk groeien en cliënten en verwijzers wel tevreden over ons zijn er een automatische toestroom van cliënten is.”
De zorgorganisaties die een afname van de overproductie voorzien, verwachten dit omdat:
“Er heel scherp is ingekocht en zwaar is geanticipeerd op een daling van de instroom.” “Er minder en lichtere indicaties worden afgegeven.” “Lagere indicaties die worden afgegeven en de verplichting van het zorgkantoor om maximaal 65% van de indicatie uit te nutten.” “Versnelde extramuralisering wordt doorgevoerd.” “We leegstand verwachten.” “Strakker sturen.”
3.3 Voorkomen van overproductie 2014 Aan respondenten is gevraagd welke maatregelen zij nemen om overproductie in 2014 te voorkomen. Dit betrof een meerkeuzevraag, waardoor de percentages niet optellen tot 100%. Om overproductie in 2014 te voorkomen, overwegen zorgorganisaties vooral om de productieafspraak te verhogen (54%, 120). 42% (95) overweegt de productie te verlagen en 22% (50) overweegt intramurale productie om te zetten in Volledig Pakket Thuis (VPT). Hoe groter de jaaromzet van de zorgorganisatie, hoe vaker zij overwegen de productie te verlagen. 43% (96) overweegt (ook) andere oplossingen, zoals extramuraliseren van intramurale plaatsen, een beperking van het aantal uren per cliënt, PGB financiering, scheiden wonen en zorg en het laten ontstaan van wachtlijsten. De onderstaande selectie van citaten geeft dit weer: “Beperking uren per cliënt.” “Extramuraal binnen bandbreedte minder uren leveren, zodat meer cliënten zorg kunnen ontvangen.” “Extramuraliseren van intramurale plaatsen.” “Meer risico van overproductie nemen.” “Mogelijk afbouw capaciteit en deze middelen gebruiken om de overproductie in thuiszorg te compenseren.”
Pag. 13
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
“Onderzoeken de mogelijkheid om cliënten op te nemen o.b.v. Scheiden Wonen en Zorg in plaats van eventuele lagere ZZP’s waar ze recht op hebben en daarmee AWBZ-productie remmen.” “Scheiden wonen en zorg. Dus verhuren.” “PGB financiering.” “Wachtlijst laten ontstaan (terwijl er ruimte is voor opname).” “Wachtlijsten creëren voor de intramurale zorg, omdat het financieel echt niet meer haalbaar is om ongefinancierde zorg te blijven leveren. Extramuraal opnemen is geen optie aangezien we daar ook aan onze max zitten.”
Wordcloud - Andere manieren om overproductie te voorkomen Zorgorganisaties die productieafspraken maken met CZ en de overige concessiehouders overwegen bovengemiddeld vaak de productieafspraak te verhogen om overproductie te voorkomen. Respondenten die afspraken maken met Menzis, VGZ en Achmea overwegen bovengemiddeld
vaak
de
productie
te
verlagen.
Van
de
zorgorganisaties
die
productieafspraken maken met Achmea, overweegt 43% (29) het omzetten van intramurale productie in VPT. Dit aandeel is aanmerkelijk hoger dan bij de andere concessiehouders, waar dit aandeel varieert van 11 tot 17%. Oplossing om overproductie te voorkomen Verhogen productieafspraak
Aantal
Percentage 120
54%
Verlagen productie
95
42%
Omzetten intramurale productie in VPT
50
22%
Anders
96
43%
Tabel 3.3 – Welke oplossing overweegt u om overproductie in 2014 te voorkomen? (N=225)
Pag. 14
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
Bijlage 1 - Onderzoeksverantwoording Respons enquête overproductie en onderproductie 2013 In de periode van 6 tot en met 26 maart 2014 was de enquête Overproductie en onderproductie 2013 online bereikbaar. 400 zorgorganisaties zijn uitgenodigd tot het invullen van de enquête, waarvan 228 zorgorganisaties de enquête volledig hebben ingevuld. Dit komt neer op een respons van 57%. 3 zorgorganisaties hebben meermaals deelgenomen aan de enquête, deze resultaten zijn ontdubbeld, waardoor de respons neerkomt op 225 organisaties (56%). In tabel 0.1 vindt u een overzicht van de respons. Aantal benaderde respondenten en respons Aantal benaderde zorgorganisaties
400
Respons (totaal)
228
Respons (ontdubbeld)
225
Responspercentage (ontdubbeld)
56%
Tabel 0.1 – Respons op onderzoek naar overproductie en onderproductie
Kenmerken respondenten De meeste deelnemende zorgorganisaties hebben een totale (AWBZ) jaaromzet van de gehele organisatie tussen de € 10 en € 40 miljoen. 27% heeft een omzet die kleiner is dan € 10 miljoen, 24% heeft een omzet tussen de € 40 en de € 100 miljoen. Een overzicht hiervan is te vinden in de tabel (respons ongewogen). Jaaromzet
Aantal
Percentage
Minder dan € 10 miljoen
61
27%
Tussen € 10 en € 40 miljoen
79
35%
Tussen € 40 en € 100 miljoen
55
24%
Meer dan € 100 miljoen
30
13%
225
100%
Totaal Tabel 0.2 – Jaaromzet zorgorganisaties
Ten opzichte van het ledenbestand van ActiZ zijn de respondenten met een organisatieomzet kleiner dan € 10 miljoen ondervertegenwoordigd in de enquête. Dit is zichtbaar wanneer we de kolom ‘respons’ (de daadwerkelijke respons) en de verwachte respons berekend op basis van de omvang van de organisaties in het ledenbestand van ActiZ vergelijken. Om een representatief beeld te geven van de respons, wordt in deze rapportage een weging toegepast bij analyse van de respons.
Pag. 15
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
Jaaromzet
Verwachte respons
Respons
Weging
Minder dan € 10 miljoen
61
89
1,46
Tussen € 10 en € 40 miljoen
79
64
0,81
Tussen € 40 en € 100 miljoen
55
47
0,85
Meer dan € 100 miljoen
30
25
0,83
Tabel 0.3 – Wegingsfactor ten behoeve van de representativiteit
Een ruime meerderheid van de zorgorganisaties (86%) levert zowel intramurale als extramurale zorg. 6% levert enkel intramurale zorg, 8% van de zorgorganisaties levert alleen extramurale zorg. Intra- en/of extramurale zorg
Aantal
Percentage
Intramurale zorg
14
6%
Extramurale zorg
17
8%
Intra- en extramurale zorg
194
86%
Totaal
225
100%
Tabel 0.4 – Intramurale en/of extramurale zorg
Concessiehouders Aan respondenten productieafspraken productieafspraken die aangeeft dat CZ
is gevraagd welke concessiehouder(s) betrokken zijn bij hun over 2013 (meerkeuze). 30% van de zorgorganisaties maakt met Achmea over 2013, gevolgd door 28% van de zorgorganisaties hierbij betrokken is en 26% maakt afspraken met VGZ.
Concessiehouders
Aantal
Percentage
Achmea
68
30%
CZ
63
28%
Menzis
41
18%
VGZ
59
26%
Overige concessiehouders
DSW
6
3%
De Friesland
8
4%
Eno
8
3%
Zorg & Zekerheid
18
8%
Tabel 0.5 – Concessiehouder(s) betrokken bij de productieafspraken over 2013
Pag. 16
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
Cliënten met een ZZP GGZ-indicatie in zorg Een deel van de zorgorganisaties die aan deze enquête deelnam, heeft cliënten met een ZZP GGZ-indicatie in zorg. 34% van de zorgorganisaties (70) heeft cliënten met een ZZP GGZ-C indicatie in zorg. Het gaat hierbij gemiddeld om ruim 12 cliënten. Totaal zijn bij de respondenten 860 cliënten met een ZZP-GGZ-C indicatie in zorg. Geëxtrapoleerd naar de ActiZ-leden zou dit betekenen dat er zo’n 1.536 cliënten met een ZZP-GGZ-C indicatie in zorg zijn. 7 organisaties (4%) hebben cliënten met een ZZP GGZ-B indicatie in zorg. Dit betreft gemiddeld ruim 10 cliënten. Totaal zijn bij de respondenten 78 cliënten met een GGZ-B indicatie in zorg. Geëxtrapoleerd naar de ActiZ-leden, zou dit betekenen dat er naar schatting 139 cliënten met een GGZ-B indicatie in zorg zijn. De overige 131 zorgorganisaties leveren geen zorg aan cliënten met een ZZP GGZindicatie. Hoe groter de jaaromzet van de zorgorganisatie, hoe vaker zij aangeven dat zij cliënten met een ZZP GGZ-indicatie in de zorg hebben.
Pag. 17
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
Bijlage 2 – Vragenlijst Onderstaand is de vragenlijst behorende bij de enquête Overproductie (niet bekostigde zorg) en onderproductie 2013 opgenomen. Deze vragenlijst was online benaderbaar voor respondenten. Afhankelijk van hun gegeven antwoorden, krijgen zij al dan niet alle vragen te zien.
Enquête Overproductie (niet bekostigde zorg) en onderproductie 2013 0) Algemene gegevens 0.1 Welke concessiehouder(s) is (of zijn) betrokken bij uw productieafspraken over 2013? O Achmea
O DSW
O CZ
O De Friesland
O Menzis
O Eno
O VGZ
O Zorg & Zekerheid
0.2 Waarop hebben de productieafspraken 2013 betrekking? O Intra- en extramurale zorg O Extramurale zorg O Intramurale zorg 0.3 AWBZ jaaromzet 2013: O < € 10 miljoen O tussen € 10 miljoen en € 40 miljoen O tussen € 40 miljoen en € 100 miljoen O > € 100 miljoen 1) Omvang van de overproductie 1.1
Opbrengst extramurale AWBZ-zorg 2013:
€ ___________
O De organisatie levert geen extramurale zorg 1.2
Is er sprake van extramurale overproductie in 2013: O Ja, te weten € ________________ O Nee O Niet bekend mee O Nvt4
1.3
Opbrengst intramurale AWBZ-zorg 2013:
€ ___________
O De organisatie levert geen intramurale zorg 4
Nvt = omdat de zorgaanbieder intramurale dan wel extramurale zorg niet levert
Pag. 18
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
1.4
Is er sprake van intramurale overproductie in 2013 O Ja, te weten € _______________ O Nee O Niet bekend mee O Nvt *
1.5
Hebt u gebruik kunnen maken van de mogelijkheid om binnen een stichting overproductie bij het ene zorgkantoor te compenseren met onderproductie bij een andere zorgkantoor? O Nvt, omdat we met 1 zorgkantoor productieafspraken maken O Ja, voor een bedrag van € __________ Het zorgkantoor onderproductie behoort tot concessiehouder: ___________ Het zorgkantoor overproductie behoort tot concessiehouder:
___________
O Nee, (een van) de zorgkantoren gaf daar geen toestemming voor O Nee, deze mogelijkheid was mij niet bekend O Nee, er was geen sprake van overproductie O Anders, namelijk __________
2) Selectief opnamebeleid 2.1
Hebt u vanwege het contracteerplafond in de loop van 2013 een cliëntenstop ingesteld voor: Extramurale zorg: ja, naar schatting voor ____ cliënten / nee / nvt * Intramurale zorg: ja, naar schattig voor ____ cliënten / nee / nvt *
2.2
Hebt u andere maatregelen dan een cliëntenstop genomen om overproductie in de loop van 2013 te beperken? O Ja, namelijk, ___________________ O Nee
3) Omvang van onderproductie 3.1
Is er in 2013 sprake van onderproductie? Extramurale zorg: ja, ____ procent van de AWBZ-jaaromzet / nee / nvt * Intramurale zorg: ja, ____ procent van de AWBZ-jaaromzet / nee / nvt *
Pag. 19
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013 4) Verwachting problematiek overproductie 2014 4.1
Is er bij het maken van de productieafspraak 2014 rekening gehouden met de overproductie in 2013? O Ja, het volume is in 2014 verhoogd om geheel tegemoet te komen aan de overproductie in 2013 O Ja, het volume is in 2014 verhoogd om in grote mate tegemoet te komen aan de overproductie in 2013 O Ja, het volume is in 2014 verhoogd om in beperkte mate tegemoet te komen aan de overproductie in 2013 O Nee, de productie 2014 is gebaseerd op de herschikking per november 2013 O Anders, namelijk _______________ O Er was geen sprake van overproductie
4.2
Hoe verwacht u dat de problematiek van overproductie zich in 2014 zal ontwikkelen? O Neemt toe, omdat _______________________ O Blijft gelijk, omdat _______________________ O Neemt af, omdat _______________________ O Weet niet
4.3
Welke oplossing overweegt u om overproductie in 2014 te voorkomen? (meerdere antwoorden mogelijk) O Verhogen productieafspraak O Verlagen productie O Omzetten intramurale productie in VPT O Anders, namelijk ______________
Tot slot nog een vraag van een geheel andere orde 5) Hebt u cliënten met een ZZP GGZ-indicatie in intramurale zorg? O Ja, namelijk ____ ZZP GGZ-B cliënten O Ja, namelijk ____ ZZP GGZ-C cliënten O Nee O Nvt, we leveren geen intramurale zorg
Pag. 20
Rapportage Enquête Overproductie en onderproductie 2013
6)
Eventuele opmerkingen en aanvullingen over de enquête
___________________________ ___________________________
(niet verplicht om in te vullen) Naam persoon waarbij eventueel navraag mogelijk is: _______________________ Telefoon:
_______________________
E-mail:
_______________________
Hartelijk dank voor het invullen van de enquête!
Pag. 21