Over de geologische en palaeogeografische ontwikkeling
van de Surinaamse kustvlakte door
J.I.
S.
Zonneveld
(Geologische Dienst, Haarlem)
Summary In
fig.
the in
Schols
Niokerie
few
a
coastal
the
and
2
borings
the
in
washed
out
(with
neighbourhood
series
the
of
flat
the
coastal
During
rather
the
of
of
small
colours
several
Paramaribo
sands
seem
to
and
be
can
distinguished
(cf.
and
series
of
part
clays);
detritus
Zanderij
shales),
some
known
only
Nickerie;
kaolinic
an
represent
rivers;
fine
sands
in
after
After
below the
it
the
the
and
fig.
clays)
in
1);
the
this
and
the
from
the in
outcrops
those
nearby the
sediments
hilly country,
“savannah-belt”
is
found
surface
the
at
its
region
sediments
in
the
“older
have
the
character
silted
of
of
of
of
sediments
is
mainly
in
the
“younger
found
1). series
Zanderij
tidal
caused
the
the
the
the
sea-level
surface
not
youngest
fig.
formation
sediments
was
the
in
formation
of
lowering
m
now
comprising
kustvlakte”
shortly
drowned
till
Up and
and
sealevel
partly
were
sediments
1);
(with
series
north.
6—8
the
white
kustvlakte”
(“jonge
important
about
of
deposits;
Demerara
plain”
towards
rise
series
Coropina
plain” (“oude
tidal
of
fig.
in
clays
o.
region)
supplied by in
a.
(with
outcrop
(“savannah-gordel”
coastal
the
series
1953):
in
the
and
four
Surinam
Cohen,
series
Zanderij
(especially
of
area
en
"older
of
region the
coastal series
series
to
down
the
During
plain".
and
deposited
were
been tilted
has
Coropina
intrenchment
valley
Demerara
the
sediments
a
depth
a
following
the
valleys
up.
possible
establish
to
the
geological
exact
age
of
these
series
phenomena.
Fig.
4
shows
the
evolution
palaeogeographical
of
part
a
of
the
coastal
Surinam
area.
Inleiding Gedurende Surinaamse
de
laatste
kustvlakte
tien
is
jaren
aanmerkelük
niettemin
kennis
worden
vastgesteld
Geologisch-Mn'nbouwkundige
Dienst,
het
wetenschappelijke
van
onderzoeken,
kaartering
een
Expeditie
vrn'
wat
palaeogeografische het
tevoren
Het
enige
afstand
gesteenten een
zandige bij het
van
de
en
kleiïge
smaller,
ter
in
eerste
door
dat
het
en
geologie er
het
Centraal de
aangaande gebied
schild
hoofdzaak
afzettingen.
Dit
breedte
van
een
hoogte
van
onderzoekers
de Surinaamse
van
Guyanese
die
Corantijn,
de
aan
zuiden
het
lagengroep,
dit
de
valt
nog werk de
kon
te
van
de
Natuur-
Bureau
geologische
worden
de
van
veel
Luchten
gevormd
de dan
was.
reeds ten
beeld
van
van
Al
Landbouwproefstation,
1948—'49
duideln'ker
ontwikkeling
geval
was
kan
de
toegenomen.
in
van
kust
de
dit
land
noordwaartse richting
bestaat
uit
voor
sedimentaire ca.
Paramaribo
140 is
het
ca.
in 75
in
en
op
onder
onverkitte het
richting
breed
dat
metamorfe
wegduiken
oostelijke km
en
merendeel
voorland heeft
km,
het
bekend
kristallene
bij
westen, wordt Albina
215
slechts
nog Brits
40
km.
Guyana
IJzerman karakter twee
Naar
in
gaf de
van
1931
waarin kleien
en
alluvium",
als
achter
aan
schild.
Zij
door
landen
een
of
een
gordel
'
d
ni.
Atoretsch
deel
tegen
resp.
komen
van
soms
zouden
het
de
af-
zijn daar-
Guyanese
uitgespoelde
oudere
literatuur
geologische
witte,
gordel
een
van
als
de
en
toe
het oudere
en
eerstgenoemde
in
worden
er
afzettingen
grove
kust
gesteenten
beschouwd
de
De
algemene
kwam
en
voorkomen
de
langs
de
het
van
bestaande uit
verweringsproducten
betreffende
in
voort
fluvio-mariene
z.g.
laatstgenoemde
IJzerman
zich
voorkomen,
schelpresten,
met
uitwiggend
volgens
de
onmiddellijk
de
het
beschrijving
gebied
kaolienhoudende kleien.
en
verplaatste
overzicht
men
dit
groot
een
zet
oosten
1). volledige
in
niet
voor
oppervlakte,
moeten
zie
die
kustafzettingen ;
de
riviertjes
Voor
al
zanden
in
liggen
ontstaan
en
zanden,
bevattende
vrij
een
het
en
fig.
onderscheiden,
te
"continentale
zettingen
(zie
sedimenten,
lagengroepen
humus
het westen
Cayenne
en
van
gesteenten. de
buur-
(1950).
Algemene
geologische
ontwikkeling
Inleiding Het IJzerman
is
in
de
herziening
Fig.
laatste
jaren
behoeft.
1.
De
dat
gebleken bestudering
Schetskaartje
van
de
van
de
indeling
in
tweeën
waterpassingsprofielen,
Guyanese
kustvlakte.
van
veld-
216
onderzoek aan
het
namelijk 1.
niet
Zoals
golvende
het
lijnen
tevens
gezien
Fig.
het
1.
Nickerie-serie
de
In
komen
bruin,
kort
achtige sluitend
lykt
er
in die
voor,
(speciaal
lagen.
Hogerop
op,
grys
dat
en
onder
dat
opvatting,
worden,
niveau, door
het
heuvelland
genoemd. (dit
van
door
en
drietal
getekend gegevens
deze
de het
grote
formaties,
kustvlakte.
Demerara-serie.
Zanderij-serie
aan
van
vlakten in
geologische
Surinaamse
de
en
1950,
vormen
een
de
werd
profiel
Verkeer)
de
hoger
begrensd
d'Aitdretsch,
Coropina-serie dat
deze
de
of
deze
pakketten
van
als
nog
een
kleuren
paarsrood, onder in
zwart
Niekerie,
het
profiel
(dit
verschillen
laatste
te
groen
maar
is
de
door
uit
boringen Niekerie
vertonen
violet,
omschreven
volgt
verschillende
olieproefboring
diverse
blauw,
diepte
wit,
de
kustvlakte,
iets
een
zuiden
aangeeft
dwarsprofiel
gedeelten
alsook
grijsblauw,
deze
het
door
Werken
de
kunnen
onderste
kleien
in
dagzoomgebieden
indruk
In
Paramaribo
tot
Bovendien
vierde
serie
Nickerie-serie.
de
is,
2
fig.
Schematisch
de
men
aanwezig
op
de
leidden
liggende
op
„savanne-gordel"
van
Zanderij-serie,
verkrijgt
vlakte,
Openbare
2.
liggend
beschreven
van
de
de
profiel
Departement
resp.
zeeniveau
kustvlakte",
boringen
van
boven
juist
gewoonlijk
luchtfoto's
zuid:
naar
„oude licht
een
van
doch drie elementen onderscheiden moeten
twee,
jonge,
een
en
hand
interpretatie
noord
van
een
'2. 3.
de
en
oppervlak
ook
als
van
organische
verband houden
met
omgeving
een
de
kleien
roest-
vindt
Paramaribo)
men
schalie-
bijna
bestanddelen). stratigrafisch
van
1950)
grysbruin,
Bovendien
onder
kleur
:
(d'Audreitsch,
beige,
e.d.
de
worden
uitHet
onder-
217
scheid.
1953).
daarom de
Waar
lijk.
Mogelijk
serie
ongeveer
zuiden
ligt in
het
situatie
grondgebergte
werden
de
van
2.
Deze
banken.
zand
het
boringen
daar doch
Elders
werd
dit
op
De
verdeling
op
is
echter
dat
dit
op
de
ten
Nickerie-
deel
een
dat
thans
moment
het
van
de
onderniet
nog
komen.
te
sterk
concludeerde,
heuvels
Voor
het
;
het de
Waar
Zanderjj-serie
Op
de
of
ge-
ligniet-
dagzomende
de
vaste
boringen
voor
(„sharp
door
mariene
dit
van
heeft
kreken
dat
—
de
schijnt
aan
z;jn
korrelgrootteDe
1950).
IJzerman
de
van
petrografische
de
en
zanden, zoals
werden
is
niet
heeft dit
afgezet
gevolg-
indertijd
er
achter
in
aaneensluitende
liggende
is
in het
asymmetrisch
humus-
daar
de kust
nog
uitgesloten
de
delen
niet
verder van
zich
zh'n;
even-
lignietbanden
en
(mededeling
geacht
(Schols
naar
het
van
worden
noorden
Zanders-serie. in
een
de
vorming
blh'ken de
te
—
Naar
over
aan
dat
Cohen,
en
tydens
duidelijk
savanne-gebied te
de
trouwens
—
het
pleit vervolgens
van
plaatsgevonden
voor
liggende
m.a.w.
bevonden,
af-
die
gewenst
zou
kris-kras-gelaagdheid
zanden
de
Het
(Zonneveld,
optreden
van
omwerking
—
zand
afzettingsmilieu
intussen
mag
gaan
zij
goed
decimeters,
weerspiegelen
dat deze
genoemde
overgang
denken.
zeer
op
rivier-
heuvelland.
voorkomen
Het
te
(bv.
goed
zeer
echter
enkele
verweringsproduct en
continentaal
reeds
werden
ge-
onderzoeken.
het
van
plaats
(kwarts-)puin.
waargenomen
habitus,
in dat
indruk,
heeft het
van
grind
tot
doen te
de
uit
vlak
dit
nabjj
of
op
niet
vooralsnog
geeft sterk
de
gezien
afmetingen
hand,
valt
afronding
rivierzanden
uitgewassen
voet
kwarts
afgerond
kunnen
is
ontstaan
rust,
(of beide)
Cassipora-savanne
van
verschillende plaatsen
verlopende
humus-
rolsteenvorming)
zou,
achterland
afzettingen
deze
wel
dit
met
die
voor
waarschijnlijkheid
facies.
plaatselijk
kwartsmateriaal
hoekig
(met
ook
waarschijnlijk
meest
(die
verschillende
in
slechts
witte,
grove
en
van
Ook
het savanne-gebied
zouden
mariene
jongere
uit
1953)
nabijheid
brokken
samenstelling
op
Kersen). enige
de
basis
maar
nabije
(plaatselijk)
naderhand
Muller,
afrondingsgraad
dergelijk
IJzerman
van
hoofdzaak
denudatie
representeren de
aan
een
door
onder
bergen
en
puinwaaiers
alsook
hun
ligt daardoor
trekking
in
daar kaolien-lenzen
kwarts.
abrasie
de
Nabij
het
van
lijkt
in
gevonden
mineralogische
samenstelling
west
duide-
Nickerie-
grondgebergte
met
vlak,
een
Zanderij-serie
vlak echter
rolsteen-vorming
de
de
van
aannemen,
conclusies
denudatie zonder
Suhoza),
zijn.
rolstenen
in
hoekige
van
mariene
geen
mariene
alle
het
tezamen
en
op
Er
and
de
de
ontsluitingen
rolstenen
1953)
tot
hoekige
sub-aerische
geronde
P.
kunnen
men
en
vooral
aan
subaerische
kunnen
Kiel
waarop
achter
savanne
J.
van
Cohen,
geheel
1931).
optreden
in
en
vonden,
eens
niet
nog
en
weergegeven.
scheefgesteld
hier
met
bevat,
door
Het
althans
al
zou
is
dagzoomgebied
komt
vlak,
dan wel
maken.
deze
2
definitieve
brokken
talrijke
IJzerman,
Of erosie
grind
het bovenvlak
fig.
vormt.
(Bakker,
Onverwacht)
gravel",
het
zanden
zh'n
Het
gesteenten,
de
in
bestaat
afgeronde
bauxitiseerd
te
(Schols
Paramaribo het bovenvlak
weggeërodeerd
meer
is
ligt
kleuren
opvallende
Nickerie-serie
afdelingen
van
is
de
waarin
lagen, term
Zanderij-serie
matig
(bv.
reëel
werden
tot
om
beide
in
Zanderij-serie
bekend
genoeg
de
van
zoals
vorming
zijde
tussen
verlengde
ihun
na
diepere
met
hoogte
ter
Lelydorp,
van
de
aangeduid
grens
Indien deze
lagen
worden
Voorlopig
optreden
mariene van
geven.
dalen der oost—-
deze asymmetrie
geeft,
tezamen
218
de
met
dat
bljjkens
(en
ook
zijde
reeds
noordwaartse
3.
de
in
deel in
oude
Al
de
plaatsen
noordgrens
beschouwd
van
als
wad-karakter
de
herkenden,
Bakker
225;
p.
sedimenten
Deze
bleek
in
de
-boven-
gebied
een
—
vaak
Bakker
Zij of
Lanjouw, mate
Ook
1949).
aan
die
in
de
dit
die
een
een
de
van
Kiel and
Muller,
de korrelgrootteverdeling
wad-afzettingen
te
&
worden
gebied
geologen
(Bakker,
de
Byk
der
islands"
„barrier
eersten,
Brouwer,
en
van
nabij
vermoedelijk
moeten
1948—'49.
van
bv.
ligging gerichte
west
gewoonlijk
(verg.
Ook
nemen.
dergelijke
oost—
in
zich
geval boven-
geheel
te
waar
een
voor
die
De
is
kon
grootste
elk
(in
men
heeft)
enig
en
het
voor,
vindt
duidelijk
4a).
Coropina-serie, kleien
roodgevlekte
bevinden
fig.
en
de
dagzoomt
hoogte,
scheidden.
zee
sterke
van
Na
grens
het
naar
de
van
verloop
wadgebied
zuiden
herinneren
der
(Zonne-
De
gebied
die
dit
in
strekking
de
van
de
op
die
gevormd,
hoofdzaak
smalle strook
een
door
heeft
gedeelte
zy
de grens
langs
2).
positie
oost
aan,
de
en
die
duidt
savanne-gordel
de
innam
zee
tn'dens
de
deze
relatieve
een er
einde
een
daling
kwam
de
van
de
aan
zeespiegel
vorming
van
gebied. en
de
helling
zeebodem
Er
van
ruggen.
het
van
blijkbaar de
werden
à
zuidelijk
die
de 8
hadden
oude
kustvlakte
meters
bereikten. de
volgde
de
de kreken
dat
aard,
wadprielen
waddeneilanden
Verder
buiten
droogvallende,
van
in
6
omstreeks
liggende
west
was
wadvlakte
voormalige insnijden.
diepten
—
echter
waardoor
liggende
konden
diep
van
deed
tijd
van
islands"
vrn'
in
en
klein
zeer
oude kustvlakte
gedrongen
droogvallen,
zeespiegeldaling
rivieren,
een
in
namelijk fig.
de
voor
Coropina-serie.
Coropina-serie
„barrier
slechts
(verg.
tussen
horizontale
practiseh
een
abrasie-vlak,
een
huidige
vorming
dalen
is
vlakte;
„savanne-gordel"
verst
zich
1950
waren
en
komen
meters
Expeditie
gevormde
karakter
De
en
betrokken
betrekking
„wadden-eilanden"
oude kustvlakte
sedimentatie
de
de
en
1950).
veld,
het
het
zand
2
fig.
Coesewijne
kustvlakte
open
Natuurwetenschappelijke
de
onder-
de
zandlaagjes
aanwezige
de
enkele
oude
profiel
van
zanden
Deze
2)
soms
by Lelydorp
nabij
voormalige van
gehele
zoals bv.
soms
de
van
wadden-gebied
met
de indruk
Zanderij-serie,
van
serie
en
kleiige,
het profiel
bv.
—
1
fig.
uit
het
1953; Zonneveld,
Hendriks,
het
de
van
deze
van
Coropina-serie
waarop
ruggen
(verg.
door
geconstateerd.
vlakke
1953,
helling
divergeren
ondergaan.
opgebouwd
lagenpakket,
andere
worden
is
in
gedeelte,
in het
aan
vorming
kustvlakte
komen
het
van
het
op
de
heeft
helling
gerichte
noordwaarts
tijdens)
hoofdzaak
zand.
fijn
het
Coropina-serie
In die
noordwaarts
algemene
na
afgelost, althans In
het de
versnijding
ontstonden normale
dendritische
dalstelsels. Naderhand van
tot
was, dat op
kleien van
een
met
enkele Th'dens
voormalige ervoor
de
een
zeespiegelstijging
dalen in de
zeker
niveau
plantenresten, rivieren deze
van
humeuze
ontstonden
(smal)
met
die
opgetreden,
of
er
dele verzwampten. in
moeras-afzettingen
kleien
rukte
waardoor op
abrasievlak
verdronken
ten
veen.
Tn
de
de
de
oorzaak
Zij
werden
vorm
van
mondingsgebieden
baaien.
zeespiegelstijging
deze
zijn
oude kustvlakte
opgevuld
waddeneilanden,
liggend
optreden
moet
werd
dalen
de
zee
plaatselijk
vele punten
gevormd.
(die
niet
in
een
Vooral de
op
tot
erosie-klif op
jonge
grond
tegen met van
kustvlakte
de een
het
voor-
219
komen
zie
—
de
en
4.
de
volgende
kustvlakte
jonge
De
jongste
(d'Audretsch, blauwe
richte
afzettingen, worden
banen
Het
de
zand
het
de
de
die
in
In
de
dit
het
de ritsen
namelijk
banken
Nu
zal
wadvlakte
of
bh'
dat
waarin
tijd
Nu
is
het
maribo niet het
voor
het
dat
de
In
relatieve
Dit
was.
spiegel,
is
het
westen.
tot
de
1
bieden
Blijkens oude alsook
geneigd
hen
ook
het
in de
een
zgn
kaart
het
tot
een
uit
oog
de
op
oude
oudere
l
kustvlakte
zijn
zuide-
meer
hun
terwijl
aanzien
zijn
van
de
met
Mogelijk
de uit
ontstonden
waddengebied. in
het
algemeen daarom
mag
zuiden
in
geen de
uit
Paramaribo
van
dat tijdens
getrokken, de
van
tussen
liggen,
de
ten te
een
zulks
stad
breder,
ook
ten
kustvlakte
vormen,
tegenstelling
ander in
het
wanneer
van
in de
de
met
te
dat
zijn,
van
de ritsen
elkaar
Paramaribo
de
(1953)
aspect
(1953) dat
rekenen.
de
deze
bodem
ritsbundels bundels
Bjïoüwee's
fig.
ver-
gerechtvaardigd
bewegingen
van
Para-
van
van
in
geringer de het
tendentie bezaten dan verder
Brouwer.
te
van
alleen
hoogteligging (verg.
kustvlakte
zeker
zuiden
als Brouwer
gevolgtrekking
bewegingen
het
ten
hoogteligging
gebied
niet
stijgende
rekent
5)
lijkt
gebied
construeren
schijnt
minder
vooral)
grond hun
de
jonge
1952),
worden
het te
Maar wel
sterker
(fig. Op
vond,
profiel
veel
en
(misschien:
oosten
met
om
een
van
deel
als
Bovendien
.
de
van
Misschien
conclusie
het schijnt
karakter
onderscheid
een
er
zeespiegel
oudere
naar
dan
de
algemeen
gebied
het
1954).
Moengotapoe-gebied
van
schijnen,
de
branding
Natuurweten-
worden.
oude kustvlakte.
plaats
verklaarbaar
kustvlakte.
nog
met
is
rand
zijn
optrad.
(Geyskes,
blijven.
zeespiegelbeweging
alleen
maar
die in
zijn,
verband
voor
vergelijkbaar
de
de
hetzelfde
het
de
van
ontstonden.
Paramaribo
van
door
liggen
noorden
het
van
het
deed.
Moengotapoe-tracé
schillen.
die
ritsen
genoeg
ge-
afkomstig
(Zonneveld,
hebben
te
vorming
Zij
de
aan
waterpassingsmateriaal
volledig
gebied
in
daling
denken,
lagen,
jongere
ook
ten
is.
uit
of
zeespiegeldaling
de
de
sediment
sedimenten
doen
de
van
(relatieve)
in
dat
niveau
dan
die
gehandhaafd
de
wadsedimenten
afzetting
geen
in
of
grijze
west
—
oplopende
gevormd
kust
daarentegen
zijn
ruggen
NO
het
zeespiegeldaling
grillig
het
relatieve
een
de
strandwal-type
of
eilanden
uit
oost
opzichte
ten
verplaatst
kustvlakte
lager
ritsen,
daarentegen
ontstaan
omstandigheid,
De
van
in
het zand,
van
uit
jonge
gedurende
relatieve
vaag
de
Brouwer
Paramaribo
bestaande
Lelydorp-zand als
dat
„normale"
begrenzing
genoemde
vooral
die
ligging
werd onderzocht,
de
een
op
de
westen
langs
nog
er
een
korrelgrootteverdeling
de
oude
„Demerara-serie"
bestaan
zanden,
Moengotapoe,
van
van
zoals
nemen.
het
door het
1948—'49
thans
van
te
ritsen
gelegen
naar
indruk
gebied
van
werd
ritsen
gebied
waar
zuidelijke
aan
de
hiervoor
term
Zij
samenstelling
Het
geeft,
de
na
de
1953).
gezien
moet,
kust
ritsen
jongere
constateerde, althans
zij
luchtfoto's
ritsen.
ritsen
van
en
onder
schelphoudende
noorden
alle
situatie
Deze
de
Expeditie
strandwallen,
lijk
de
op
onderscheiden.
tydens
Cohen,
en
mineralogische
ten
1953)
gevormd
niet
zg.
rivieren.
gebied
(Brouwer,
bl\jken
de
langs
schappelijke
of
deze
van
en
locale
In
al
en
liggen,
(NO-passaat)
de
konden
—)
worden
samengevat
Schols
1950;
kleien,
riviermonden
uit
elkaar
Demerara-serie
zeespiegelstijging
of
paragraaf
van
op
7)
16, de
ben
17
zee-
spel naar
en
18
luchtfoto ik
echter
220
zichzelf
Op
zou
niet
bewegingen
in
Moengotapoe-ljjn bekken
Guyanese
doen
De
vorming
door
de
de
aard
dichter
Men
dus
mag
Moengotapoe-gebied
(Zonkeveu), buiten
zeebodem
is
de
van
de
h\)
in
De
gebied.
rand
verwachten
zich
tectonische
dit
van
dat
sterker
het
van
eventuele zullen
mate
zand
kust
vindt
vlak
de
van
de
op
bestaat
en
afgeloten.
afbraak,
zeebodem
de
Langs heden
nog
de
(vooral
sedimentatie
uitsluitend
practisch
riviermonden
Het
ontwikkeling
overzicht
bekende)
waaruit
dit
geibed zover
is
het
ten
uit
Marowijne
kust
dage
ten
Deze
plaats.
Alleen
klei. de
en
de
en
werd
facies
in
Corantijn)
Moengo
van
geschiedenis
geboden, der
der
ligging
de
uit
ligging
westen
palaeogeografische
en
hierboven
betreffende de
opgeboudw
deze
gebied
geologische
zoals
grote lijnen
voor
het
van
de
over
Surinaamse voorland,
lijnen,
niet
nog door
gevonden.
De
(thans
is
afgewisseld
1954). de
uiterst
nabijheid
Demerara-serie
locaal
sedimentatie,
Ook
het
het
in
tectonische bouw
aanmerkelijk
Paramaribo.
in
van
de
is
de
met
gelden.
gaat
de
dan
tendenties
stijgende
zijn
immers
ligt
verschil
dergelijk
een
strijd
van
slechts
omvat
de
verschillende formaties kust-
achtereenvolgende
beschikbare
kon
gegevens
worden
afgeleid. Het in
is
echter
detail te gaan
nader
uiteen
niet
De
die
lijk
steeds
datering
keuriger
de
van
Doch
aldus
in
het
bleek
daarbn'
verschillende
voor
onderzochte elementen kan
de
elkaar
termen als
met
rivierlopen dat
ook,
de
immers
worden
kunnen
gecorreleerd
e.
d.,
nauw-
„vermoedeheeft
gevolg
tot
worden
moeten
opge-
worden.
niet
vooralsnog
hetgeen
locaal
voorlopig
verder
kusten
en
ontwikkelings-
konden
„vroeg-Coropina-tüd",
Demerara-tn'd"
daardoor
detail-ontwikkelingen
met
kustvlakte
jonge
van
gebieden
de
dan
de
voor
de ligging
alle onderdelen
halverwege
ongeveer
speciaal
in
vinden
plaats
gebleken
veranderingen
rafelen.
te
geschiedenissen, steld,
mogeln'k en
dat
gezien
en
afgebeeld. Als voor
voorbeeld
verschillende werd
worden, westen
hier
Deze serie
melijk het
kon
de
der ritsen
verloop
worden
bepaald, kon
gebieden
bepaalde wordt
is
rivieren
van
dit
zich
proeve
indruk
een
Er
kaartjes
in
niet
werkelijkheid
sedert
een van
die
het
op
thans
kunnen
getekend
gebied
in de
van
ten
de iets
de
is
jonge
dan
anders
toont
en
het
dat
gedragen
dat
in
en
deze
van
mede
in
niet
een
hebben
de
na-
nauwkeurig
kustvlakte
rekening
luchtfoto
van
weergave,
de foto's
detailontwikkeling
aangenomen
einde
Uit
in de oude kustvlakte
uiteraard
meer
worden
het
palaeogeografische luchtfoto's.
dalsystemen
moet
hetgeen
Niettemin kan
gebied
van
riviergeulen
van
heeft
betrekking
bestudering
verkregen.
interpretatie
voorgesteld.
evolutie
oude
serie
deze
een
(verdronken)
waardoor
worden
dat
gehouden
controleerde
en
die
zoals
kaartjes,
kustvlakte
4).
en
door
der
ligging
Surinaamse
gekozen,
3
tevens
opgesteld
palaeogeografische de
van
serie
(fig.
vormt
worden
reeks
een
een
Moengo
van
die kon
van
gedeelten
worden
veld
dan
hier
hoofdlijnen als
„Coropina-tijd"
ge-
mogelijk
de
volgt
geweest:
Tegen gebied,
het
waar
wadvlakte
uit,
einde thans
van
de
Moengo
waaruit in
de
Coropina-tijd ligt.
Voor
omgeving
lag
deze
van
de kust
Moengo
kust
ten
strekte
mogelijk
zuiden zich
van
een
enkele
het
brede
eilanden
221
gebauxitiseerd
van
het
noorden
of
Zanders-sediment
begrensd
werd
door
oudere
een
reeks
van
de
gesteenten zand
uit
van
die
en
oprezen
in
wadden-
bestaande
eilanden. I>e liet
van
het
naar
de
ligging
rivierwater
3.
Fig.
wordt
die
de
op
Na
de
(dat
(fig.
deze
in
werd
zette
in
In
4a
fig.
wadvlakte
Als
is
juist
geweest, de
droogviel,
de
een
rivieren
h\i
gevolg
van
de
ligging
van
de wadvlakte
vanuit
met
een
het
de
en
droog land"
„oude
streeplijn
mondden
en
streeplijnen
en
de
Vanuit het
estuarium
moment,
van
van
dat
Voor
de
oosten
de
de
door
van
de
en
stippe-
de
tussen
voor-
stippeling aangegeven)
vervolgens van
De
Courmotibo
riviernamen
en
de
had
opgetreden moet
de verder
zeebodem
drong
dalen binnen
niet
meer
waardoor
de
(fig.
zee
4b),
liggende
stroomopwaarts
ingenomen,
de
aard
gevormd.
zeespiegelstijging
gevormde
toen
dien
van
wadden liggende dalen
bereikte echter
men
de kust dat
en
wordt
zie
zyn
het niveau,
de
plateaux
verdronken.
werd langs
4b
zal
diepe
juist
zeespiegel
Marown'ne),
fig.
buiten
optredende de
Coropina-t;jd niet
die
zeespiegeldaling
vr\j
estuaria ontstonden
de
gedurende
De
althans
gedeelten
waterscheidingen
(afkomstig
1
land"
weergegeven,
deel
hebben
daldelen „verzwampten".
de
met
die
in,
zieh
globaal
zeer
„nieuwe
drooggevallen.
ook
dat
benedenstroomse
dat
in
weerspiegeld
verlengden
(eveneens
situatie
een
was
waardoor baaien
en
echter
Mogelijk
uit.
zee
zijn
dit
waardoor
geulen,
bekend.
afgebeelde gebied.
zeespiegeldaling
onderaan
over
malige „wadden-eilanden"
een
4
fig.
de
en
niet
zijn
rivieren.
rivieren
figuur rechts
aangeduid)
in
hoogte
afgebeelde
De
4a).
het
van
zekere
op
Coropina-tn'd
deed vallen
ling
tot
figuren
wadgeulen
stroomde,
zee
Indexkaartje
ligging
volgende
patroon open
de
o.a.
door
Rieanau
voorgesteld,
fig.
3.
de
langs
tot was
zand
branding
de
oostelijke
afzetting de
aangevoerd
oever
kwam
2
zandafzetting
.
van
het
Op
het
langs
de
222
4.
Fig.
a
b
c
d
Palaeogeografisclie ontwikkeling
mondings-oever vormde
tijdelijk
klei-oever
In
de
in
fig.
nu
afgebeelde
4c
het
ihet
westen
het
van
ging
oosten een
deze
groei
door
de
„Proto-Perica",
en
de
motibo
Commewijne werd
aangroeide. tot
de
naby
Nioe
naar
blykt
Het
de
daar van
westelijke
Ook
deze
Kreek, het baai
Surinaamse
het
water te
juist
estuarium
gehele
dat
zand,
moest
van
de
langs
daardoor verder
ontmoette
ge-
het
de
de
kust naar
zandwal,
die
de voortdurende zand-aanvoer
begrenzing de
de
Op
kustvlakte.
op.
door
water
ook
Tengevolge
Boeroe
uitmonden.
gedwongen
Maar
de
klei-sedimentatie.
afgedamd
zyn
van
ritsvorming
situatie
aangevoerd.
zoeken.
uitweg uit
oosten
werd
te
gedeelte
een
een
nieuwe
een
Boven-Courmotibo-Ricanau
vanuit
door
afgelost
trad
van
van
Patamacca, van
de
stromen.
de
de
baai,
Rieanau De
waarin
Boven-Cottica
baai
en
de
Cour-
verzwampte
223
f
e
h
g 4
Fig.
(vervolg).
Palaeogeografische ontwikkeling Surinaamse
vervolgens de
enige
Courmotibo, blijkbaar te
breken Er
van
de
die
kans
de
een
de
de
(of
door
rechtstreeks
steeds
meer
zich
een
in
zee
ritsen
voortdurend
vond
uitgestrekt
doorgang
tijdelijke
c.s.,
Brouwkr
Ricanau
een
gedeelte
de
van
moerasgebied 4d).
De
verwijderd
lag,
zag
naar
ook het
verzwakt)
monden
te
gevormd,
maar
(1953)
afslag
uit
niet
ten
opnieuw
de
weg
(fig.
alleen
westen
noorden,
genoemde
naar
(fig.
zandbarrière overliet
genoemde
Commewflne
door
De
gevormde
van
zwak
de
van
(fig. 4f).
pas
meer
intussen
van
stroomden door
verst
verplaatste
invloed
zeespiegel
het
op
werden
kust
die
min of
en
monding
De onder
de rivieren
en
doorgang,
van
kustvlakte.
lichte naar
punt
door
4e). oosten
ten
ervan.
mogelijk daling
mede
van
de
de Courmotibo
224
en
daarmee
kortere
een
waterden voortaan af (nu als Periea Kreek) deel
een
evenals de
moedelijk De
manier
huidige
zijn
het in
De
trok
uit
moment in
het
Het
rivieren
haar
het
rekening
die
stromen,
ook
westen
door
water
afgebeelde
fase
Patamaeea,
een
rivier het
werd,
en
grote
zwamp.
(Boven-) Cottica
ver-
en
de
doorgang raakte
afvoerden,
,waar
als
zo-
bv.
noorden de
van
werd
westen
IJzerman,
door
een
naar
deel
van
de
het
vond
er
deze
tijdens
tengevolge
van
bevond
zieh
gebied
(fig.
4g).
benedenstroomse
deel
1931),
nieuwe
het
en
die
verlegd
afgebeelde
het
van
van
terug
Cottica,
westen
afwatering
stromende
van
de
zeker
op
van
(de
rivier
baai
voormalige
(fig. 4h).
vormden
daardoor
verder
het
naar
het
naar
mond
kustverplaatsing
kust
werd
ver
zuiden
een
nam
de
en
wijkende
de
als
van
de
van
het
naar
De
noordwesten ten
afgewaterd
spoedig
Cottica-water
vrij
(verg.
oosten
uiterste
aanwas
waarts
afwateringsgeulen
hun
plaats.
voortdurend
werd
die
Perica),
De
de
betekenis
stroomstelsel
uitweg
een
vervolgens
moerasgebied
Cottica
met
vond
strandwal-vorming
aanslibbing
voor
het
4d
fig.
ging
sindsdien
verzorgt
en
naar
Patamaeea
Kreek"
onbruik.
kustverplaatsing
de
de
van
de in
door
zijn
de
en
vormen.
merendeel der
kust
nieuwe
een
Boeroe
„Proto-Perica
stromen
sinds
brak
verloor
loop
verkreeg
weg.
het grote,
van
Nioe De
richting
Boven-Cottiea
vroegere
Commewijne
eertijds
tegengestelde
Periea Kreek
deze
Op
De
zjjn
van
in
de
Ook
zee.
deze kortere
ontwatering
zwamp.
gedeelte
danig
de
van
gevormde
naar
weg
langs
westelijk
steeds
het
(buiten
nieuwe
meer
door
genoodzaakt
door.
intussen
gingen
zich
het
moeras
afgebeelde
Langs
de noord-
strandwallen. de
naar
gebied)
Het
Perica
te
maakte
contact
Commewijne.
Literatuur
n
F.
'Audretsch, Meded. J.
Bakker,
P.,
ditie
in
J.
van
Gevskes,
D.
zone
H.
en
Zonneveld,
Ned.
of
1952.
van
Nederl. 1953.
J.,
Geol.
Gen.,
Bauxite
of
66,
and
15,
Mijnbouw,
en
features
depositional
Natuurwetenschappelijke Expe-
de
Aardr.
the
538.
p.
sedimentation
phases
215.
p.
East-Surinam
coastal
plain.
226.
p.
the
H.
A.
Kon.
the
and
Journ.
origin
Ned.
geology
Soil-
1953.
J.,
Netherl.
structure
Tijdschr. of
H.
Surinam.
Surinam.
On
Outline
Cohen, A.,
I.
J.
J.
I.
Aardr.
8.,
p.
Aardr.
and
of
of
and
land
agrie. the
Gen.,
Vol.
sandy ridge« 69,
of
petrology
classification
Science,
p.
in
1, the
in
the 278.
p.
coastal
225.
Surinam
(Dutch
Guiana).
1954.
Gen., 71,
ontwikkeling
Jaarverslag.
18.
naar
Geol.
Waarnemingen p.
van
de
geologische
kaart
van
Suriname.
142.
Opmerkingen
1960.
sedimenten.
S.,
De
1953.
Mijnbouw., 15,
Surinaamse
Zonneveld,
15,
Indrukken Kon.
Utrecht.
en
Geol.
of
Heni>riks,
Surinam.
R.,
Thesis,
&
1949.
Müller,
Rhythmic
plain
C,
of
IJzerman,
Scthols,
der
coastal
&
part
1953.
J.,
Suriname.
in
waterboringen
over
gegevens
5.
Dienst,
Tijdschr.
H.
Kiel,
Mijnbouw,
en
J.
old
Lanjotjw,
northern
A.,
Geol.
Verzamelde
Mijnbouwk.
Suriname.
P.,
the
Brouwer,
Evk,
en
naar
J.
Bakker,
1950.
C,
Geol.
aanleiding
Mijnbouwk.
langs
de
kust
van
Dienst
van
analyses
van
Suriname
Suriname.
1950,
Tijdsch.
enkele p.
63.
Kon.