Ouders met een diagnose ASS en de betekenis ervan voor het gezin g Dr. C.C. Kan, psychiater
Zo vader, vader zo zoon
Vaders en zonen
Leo Kanner, 1943; Hans Asperger, 1943
aartikel t e “Autistic ut st c Disturbances stu ba ces of of Affective Contact” (1943) ASS bij Volwassenen
p oe sc t proefschrift “Die Autistischen e ut st sc e Psychopathen im Kindesalter” (1944)
Login
FROM:
A high-density SNP genome-wide linkage scan in a large autism extended pedigree Allen‐Brady, J Miller, N Matsunami, J Stevens, H Block, M Farley, L Krasny, C Pingree, J Lainhart, M Leppert, W M Leppert, W M McMahon and H and H Coon Mol Psychiatry. 2008 Feb 19. [Epub Mol Psychiatry. 2008 Feb 19. [Epub ahead of print] ahead of print] K
Genetics of Autism – Twins Studies 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 MZ pairs
DZ pairs
LeCouteur et al., 1996 ASS bij Volwassenen
Whole genome screen linkage findings for autism spectrum p disorders. The p peak linkage g findings g from 9 independent and 4 follow-up studies
MLS MLS, maximum multipoint lod i lti i t l d score.
Sabine M Klauck. Genetics of autism spectrum disorder. European Journal of Human Genetics (2006) 14, 714–720.
Chromosome 7 and autism
ASS bij Volwassenen
Zorgprogramma Ontwikkelingsstoornissen bij Volwassenen
Afdeling Psychiatrie
• Freek, 8 jaar, is hier bekend met een ASS. Tijd Tijdens de diagnostische fase bleek dat zijn d di ti h f bl k d t ij ouders veel autistische trekken herkennen bij de vader van Freek. In de gezinsbegeleiding g g vindt vader niet goed aansluiting. • Gaarne uw onderzoek naar een eventuele ASS d k l diagnose bij vader.
Consortium A ti AutismeSpectrumStoornissen S t St i voor Volwassenen • CASS18+ CASS18+ zet zich in voor goede diagnostiek en zet zich in voor goede diagnostiek en behandeling van ASS bij volwassenen in Nederland • CASS18+ maakt zich sterk voor acceptatie van ASS in de CASS18+ maakt zich sterk voor acceptatie van ASS in de volwassenenpsychiatrie. • Inmiddels hebben vele professionals die zich in de Inmiddels hebben vele professionals die zich in de dagelijkse praktijk bezig houden met het vaststellen van ASS (psychiaters, GZ‐psychologen) vanuit alle regio’s in het land zich bij het initiatief aangesloten.
Ontwikkeling van CASS18+
12
Consortium A ti AutismeSpectrumStoornissen S t St i voor Volwassenen • M Meer informatie over CASS18+ op website van i f ti CASS18 b it het KAN:
www.kcan.nl
Voorlopige diagnostische richtlijn Psychiatrische •Autoanamnese diagnostiek I •Heteroanamnese •Psychiatrisch onderzoek doorgaan/stoppen
14
Screeningsvragenlijsten: AQ, VISV Bij patient of partner
Voorlopige diagnostische richtlijn Psychiatrische •Autoanamnese diagnostiek I •Heteroanamnese •Psychiatrisch onderzoek
Screeningsvragenlijsten: AQ, VISV Bij patient of partner
doorgaan/stoppen Psychiatrische diagnostiek II Ontwikkelingsanamnese doorgaan/stoppen
15
Semigestructureerde instrumenten: SCQ, Rimland, ATG, SIVASS, ADI-R, DISCO
Voorlopige diagnostische richtlijn Psychiatrische •Autoanamnese diagnostiek I •Heteroanamnese •Psychiatrisch onderzoek
Screeningsvragenlijsten: AQ, VISV Bij patient of partner
doorgaan/stoppen Psychiatrische diagnostiek II Ontwikkelingsanamnese doorgaan/stoppen Psychiatrische •DSM-IV Classificatie diagnostiek III •Beschrijvende diagnose •Comorbiditeit doorgaan/stoppen
16
Semigestructureerde instrumenten: SCQ, Rimland, ATG, SIVASS, ADI-R, DISCO Hulpmiddelen: 5 domeinen, ABL, DSM-IV checklist
Voorlopige diagnostische richtlijn Psychiatrische •Autoanamnese diagnostiek I •Heteroanamnese •Psychiatrisch onderzoek
Screeningsvragenlijsten: AQ, VISV Bij patient of partner
doorgaan/stoppen Psychiatrische diagnostiek II Ontwikkelingsanamnese doorgaan/stoppen Psychiatrische •DSM-IV Classificatie diagnostiek III •Beschrijvende diagnose •Comorbiditeit doorgaan/stoppen Psychologische Kwalitatieve testen en sociale en analyses diagnostiek 17
Semigestructureerde instrumenten: SCQ, Rimland, ATG, SIVASS, ADI-R, DISCO Hulpmiddelen: 5 domeinen, ABL, DSM-IV checklist (Neuro)psychologisch onderzoek Competentieanalyse onderzoek, VABS, Inventarisatielijst functioneren, huisbezoek
Voorlopige diagnostische richtlijn Psychiatrische •Autoanamnese diagnostiek I •Heteroanamnese •Psychiatrisch onderzoek
Screeningsvragenlijsten: AQ, VISV Bij patient of partner
doorgaan/stoppen Psychiatrische diagnostiek II Ontwikkelingsanamnese doorgaan/stoppen Psychiatrische •DSM-IV Classificatie diagnostiek III •Beschrijvende diagnose •Comorbiditeit doorgaan/stoppen Psychologische Kwalitatieve testen en sociale en analyses diagnostiek 18
Semigestructureerde instrumenten: SCQ, Rimland, ATG, SIVASS, ADI-R, DISCO Hulpmiddelen: 5 domeinen, ABL, DSM-IV checklist (Neuro)psychologisch onderzoek Competentieanalyse onderzoek, VABS, Inventarisatielijst functioneren, huisbezoek
Auto- en heteroanamnese S i l i t Sociale interactie ti • Een Een autismespectrumstoornis wordt vooral autismespectrumstoornis wordt vooral gekenmerkt door tekortkomingen in de sociale interactie. • Het aangaan en onderhouden van sociale contacten kost meer moeite en roept daardoor spanning op. • Het contact is vaak eenzijdig. • Bij veel mensen met ASS bestaat er ook minder behoefte aan sociaal contact Zij hebben minder de behoefte aan sociaal contact. Zij hebben minder de neiging plezier, bezigheden of prestaties met anderen te delen. 19
Contact leggen
20
Auto- en heteroanamnese T l Taal en communicatie i ti • Wat Wat betreft de taal en communicatie zien we bij betreft de taal en communicatie zien we bij mensen met een autismespectrumstoornis vaak een vertraagde taalontwikkeling en beperkingen in de g g p g communicatieve vaardigheden. • Het op een juiste manier overbrengen van een boodschap en het begrijpen van ofwel mondelinge of boodschap en het begrijpen van ofwel mondelinge of schriftelijke taal is moeilijker. • Het taalgebruik is veelal minder communicatief gericht Het taalgebruik is veelal minder communicatief gericht en men heeft vaak de neiging om de taal te letterlijk te nemen. 21
Letterlijk nemen
22
Auto- en heteroanamnese Verbeeldend vermogen/voorstellingsvermogen • Het verbeeldend vermogen/voorstellingsvermogen is bij mensen met een autismespectrumstoornis beperkt. t ti t t i b kt • Hun manier van denken is meestal concreet - zij ij gaan aff op watt zij ij waarnemen, - hebben moeite met het zich dingen voorstellen - en daardoor met ‘doen alsof’. - De D fantasie f t i is i daardoor d d vaak k beperkt. b kt - Dit maakt ook dat het inlevingsvermogen beperkt is.
23
Inlevingsvermogen
Dr.C.C. Kan, psychiater
PE Bijeenkomst 4: Verbeeldingsvermogen
24
Auto- en heteroanamnese Stereotype patronen in gedrag, St t t i d b l belangstelling en t lli motoriek • Bij een autismespectrumstoornis zien we vaak stereotype patronen in gedrag belangstelling en stereotype patronen in gedrag, belangstelling en motoriek. Routines of rituelen komen veelvuldig voor. voor. • Mensen met ASS kunnen in de war raken als ze deze niet kunnen uitvoeren. • Onverwachte gebeurtenissen of veranderingen in p g p p bestaande situaties kunnen spanning oproepen. 25
Routines & Rituelen
26
Auto- en heteroanamnese Zintuiglijke prikkelverwerking Zintuiglijke prikkelverwerking
• Ook op het gebied van de zintuiglijke prikkelverwerking hebben mensen met een autismespectrumstoornis hebben mensen met een autismespectrumstoornis problemen. • Er is vaak sprake van een te grote of juist te geringe gevoeligheid voor bepaalde prikkels gevoeligheid voor bepaalde prikkels. - Dat kan op allerlei zintuiglijke gebieden het geval zijn: visueel , auditief, reuk, smaak en tast.
• Het Het selecteren van prikkels verloopt afwijkend en de selecteren van prikkels verloopt afwijkend en de integratie van die prikkels is beperkt. • Daardoor is het moeilijk aan waarnemingen snel betekenis te verlenen Dit verloopt vaak vertraagd betekenis te verlenen. Dit verloopt vaak vertraagd, waardoor begripsproblemen en communicatieproblemen kunnen ontstaan. 27
Overprikkeling…
Dr.C.C. Kan, psychiater
PE Bijeenkomst 2: contacten
28
Voorlopige diagnostische richtlijn Psychiatrische •Autoanamnese diagnostiek I •Heteroanamnese •Psychiatrisch onderzoek
Screeningsvragenlijsten: AQ, VISV Bij patient of partner
doorgaan/stoppen Psychiatrische diagnostiek II Ontwikkelingsanamnese doorgaan/stoppen Psychiatrische •DSM-IV Classificatie diagnostiek III •Beschrijvende diagnose •Comorbiditeit doorgaan/stoppen Psychologische Kwalitatieve testen en sociale en analyses diagnostiek 29
Semigestructureerde instrumenten: SCQ, Rimland, ATG, SIVASS, ADI-R, DISCO Hulpmiddelen: 5 domeinen, ABL, DSM-IV checklist (Neuro)psychologisch onderzoek Competentieanalyse onderzoek, VABS, Inventarisatielijst functioneren, huisbezoek
Ontwikkelingsanamnese (ATG) zo mogelijk met de ouders • • • • • • • •
Cognitief Zintuiglijk g j Motorisch S i l Sociaal‐emotioneel ti l Spraak‐taal‐communicatie Spel‐vrije tijd‐hobby’s Ritueel gedrag weerstand tegen veranderingen Ritueel gedrag, weerstand tegen veranderingen probleemgedrag 30
Voorlopige diagnostische richtlijn Psychiatrische •Autoanamnese diagnostiek I •Heteroanamnese •Psychiatrisch onderzoek
Screeningsvragenlijsten: AQ, VISV Bij patient of partner
doorgaan/stoppen Psychiatrische diagnostiek II Ontwikkelingsanamnese doorgaan/stoppen Psychiatrische •DSM-IV Classificatie diagnostiek III •Beschrijvende diagnose •Comorbiditeit doorgaan/stoppen Psychologische Kwalitatieve testen en sociale en analyses diagnostiek 31
Semigestructureerde instrumenten: SCQ, Rimland, ATG, SIVASS, ADI-R, DISCO Hulpmiddelen: 5 domeinen, ABL, DSM-IV checklist (Neuro)psychologisch onderzoek Competentieanalyse onderzoek, VABS, Inventarisatielijst functioneren, huisbezoek
ASS subtypes HFA SA PDDNOS minimum aantal criteria DSM IV TR: 6
3
2
minimale verdeling over domeinen: I: Afwijkende sociale interactie
2
2
1
II Af II: Afwijkende ijk d ((non)verbale ) b l communicatie i ti
1
-
1 of
III: Stereotype gedragingen en interesses
32
1
1
1
Een vignet Ruud is een jongeman van 23 jaar. Hij houdt relaties met anderen op een afstand. Hij uit geen emoties in het bijzijn van anderen. Emotioneel komt hij meestal afstandelijk, gereserveerd en vlak en vlak over, af over af en toe zelfs en toe zelfs inadequaat. Hij inadequaat Hij heeft geen behoefte of of plezier aan hechte relaties of sexuele ervaringen, en is bijna altijd alleen bezig. Op zijn werk vermijdt hij contact met zijn collega’s. Samenwerken lukt alleen als zij zich aan zijn j manier van werken onderwerpen. Hij p j heeft eigenlijk g j ggeen vrienden buiten zijn j familie. In situaties met andere mensen kan hij erg angstig worden. Ook lijken er wat eigenaardigheden te zijn in zijn denken en gedrag. Zijn gedachten en taalgebruik zijn soms merkwaardig, wijdlopig, met een overmaat aan details en stereotiep. Soms heeft hij bizarre fantasieen of preoccupaties. Zijn uiterlijk en gedrag komen soms wat vreemd over. Vaak is hijj star en koppig. pp g Hijj is gepreoccupeerd g p p met details, , regels, lijsten, ordening en star inzake morele en ethische zaken. Allerlei waardeloze voorwerpen kan hij niet weggooien
33
Een vignet Ruud R d is een i j jongeman van 23 jaar. Hij 23 j Hij houdt h dt relaties l ti met anderen t d op een afstand. Hij f t d Hij uit geen emoties in het bijzijn van anderen. Emotioneel komt hij meestal afstandelijk, gereserveerd en vlak over, af en toe zelfs inadequaat. Hij heeft geen behoefte of plezier aan hechte relaties of sexuele of sexuele ervaringen, en is bijna ervaringen en is bijna altijd alleen bezig. bezig Op zijn Op zijn werk vermijdt hij contact met zijn collega’s. Samenwerken lukt alleen als zij zich aan zijn manier van werken onderwerpen. Hij heeft eigenlijk geen vrienden buiten zijn familie. In situaties met andere mensen kan hijj erg angstig g g g worden. Ook lijken er wat eigenaardigheden te zijn in zijn denken en gedrag. Zijn gedachten en taalgebruik zijn soms merkwaardig, wijdlopig, met een overmaat aan details en p stereotiep. Soms heeft hij bizarre fantasieen of preoccupaties. Zijn uiterlijk en gedrag komen soms wat vreemd over. Vaak is hij star en koppig. Hij is gepreoccupeerd met details, regels lijsten , ordening regels, lijsten ordening en star inzake en star inzake morele en ethische en ethische zaken. Allerlei zaken Allerlei waardeloze voorwerpen kan hij niet weggooien
5 criteria van de schizoide persoonlijkheidsstoornis 34
Een vignet Ruud is een is een jongeman van 23 jaar. Hij van 23 jaar Hij houdt relaties met anderen met anderen op een op een afstand. Hij afstand Hij uit geen emoties in het bijzijn van anderen. Emotioneel komt hij meestal afstandelijk, gereserveerd en vlak over, af en toe zelfs inadequaat. Hij heeft geen behoefte of plezier aan hechte relaties of sexuele ervaringen, en is bijna g , j altijd j alleen bezig. Op zijn g p j werk vermijdt hij contact met zijn collega’s. Samenwerken lukt alleen als zij zich aan zijn manier van werken onderwerpen. Hij heeft eigenlijk geen vrienden buiten zijn familie. In situaties met andere mensen kan hij erg angstig worden. Ook lijken er wat eigenaardigheden te zijn in zijn denken en gedrag. Zijn gedachten en taalgebruik zijn soms merkwaardig, wijdlopig, met een overmaat aan details en stereotiep. Soms heeft hij bizarre fantasieen of preoccupaties. Zijn uiterlijk en gedrag komen soms wat vreemd over. Vaak is hij star en koppig. Hij is gepreoccupeerd met details, regels, j , ordeningg en star inzake morele en ethische zaken. Allerlei waardeloze lijsten voorwerpen kan hij niet weggooien.
6 criteria van de schizotypische persoonlijkheidsstoornis 35
Een vignet Ruud is een is een jongeman van 23 jaar. Hij van 23 jaar Hij houdt relaties met anderen met anderen op een op een afstand. Hij afstand Hij uit geen emoties in het bijzijn van anderen. Emotioneel komt hij meestal afstandelijk, gereserveerd en vlak over, af en toe zelfs inadequaat. Hij heeft geen behoefte of plezier aan hechte relaties of sexuele ervaringen, en is bijna p g , j altijd j alleen bezig. Op zijn g p j werk vermijdt hij contact met zijn collega’s. Samenwerken lukt alleen als zij zich aan zijn manier van werken onderwerpen. Hij heeft eigenlijk geen vrienden buiten zijn familie. In situaties met andere mensen kan hij erg angstig worden. Ook lijken er wat eigenaardigheden te zijn in zijn denken en gedrag. Zijn gedachten en taalgebruik zijn soms merkwaardig, wijdlopig, met een overmaat aan details en stereotiep. Soms heeft hij bizarre fantasieen of preoccupaties. Zijn uiterlijk en gedrag komen soms wat vreemd over. Vaak is hij star en koppig. Hij is gepreoccupeerd met details, regels, lijsten , ordening en star inzake morele en ethische zaken. Allerlei waardeloze voorwerpen kan k hij niet i t weggooien. i
5 criteria van de obsessieve‐compulsieve persoonlijkheidsstoornis 36
ASS + comorbiditeit syymptoom mernstt
100 80 HFA Asperger PDDNOS
60 40 20 0 0
5
10 leeftijd
37
15
20
Voorlopige diagnostische richtlijn Psychiatrische •Autoanamnese diagnostiek I •Heteroanamnese •Psychiatrisch onderzoek
Screeningsvragenlijsten: AQ, VISV Bij patient of partner
doorgaan/stoppen Psychiatrische diagnostiek II Ontwikkelingsanamnese doorgaan/stoppen Psychiatrische •DSM-IV Classificatie diagnostiek III •Beschrijvende diagnose •Comorbiditeit doorgaan/stoppen Psychologische Kwalitatieve testen en sociale en analyses diagnostiek 38
Semigestructureerde instrumenten: SCQ, Rimland, ATG, SIVASS, ADI-R, DISCO Hulpmiddelen: 5 domeinen, ABL, DSM-IV checklist (Neuro)psychologisch onderzoek Competentieanalyse onderzoek, VABS, Inventarisatielijst functioneren, huisbezoek
Neuropsychologisch onderzoek
Lees de Ogen Test (LdO)-revised gênant ê
fantaserend
verward
in paniek p
Competentie-analyse i l Vaardigheden
VaardigheidsVaardigheids tekorten
Beschermende factoren
Stresserende factoren
41
Behandeling 9Psychoeducatiemodule (met “PE PE partner partner”))
Psychoeducatiemodule met “partner” •Autisme geeft systeemproblemen; ook bij de partner is er behoefte aan kennis en inzicht •Partner helpt p bijj het vertalen van de theoretische thema’s naar de eigen voorbeeldsituaties •Partner Partner helpt bij het generaliseren / toepassen van verkregen kennis in de eigen soortgelijke leefsituaties
Thema’s van de 13 psychoeducatiebijeenkomsten Bijeenkomst
Thema
1
Eerste kennismaking met elkaar en de belangrijkste theorieën over ASS
2
g met andere mensen. Contact aangaan g en onderhouden Omgaan
3
Verwerken van informatie door waarnemen en denken
4
De rol van verbeeldingsvermogen bij het begrijpen van de buitenwereld
5
Flexibiliteit in het denken en handelen
6
Boodschappen uitwisselen met andere mensen (communicatie)
7
ASS en zelfstandigheid (huishouding, (huishouding administratie)
8
ASS en activiteiten (werk, hobby’s)
9
ASS en sociale contacten
10
ASS en (zelf)hulpverlening
11
Hoe leg ik autisme uit aan andere mensen?
12
Samen met mijn familie/vrienden stilstaan bij ASS
13
Evaluatiebijeenkomst.
Structuur van de bijeenkomsten 2 t/m 11 Onderdeel 1
Korte terugblik op de vorige bijeenkomst
2
Presentatie door psychiater of psycholoog over het ASS thema
3
Opdracht maken met je PE-partner
4
G Groepsgesprek: k aangevuld ld door d zijn PE-partner vertelt l ieder d om de d beurt b over zijn antwoord op de opdracht. Na ieder verhaal mag iedereen erop reageren
5
Pauze
6
Voortzetting groepsgesprek
7
Gelegenheid voor het stellen van vragen of het (af)maken van notities
8
Af l i i Afsluiting
Functies van Hagar en Eppie
PE Bijeenkomst 2: contacten leggen en onderhouden Dr.C.C. Kan, psychiater
46
O d ht 3 Opdracht Geef met hulp van je PE-partner een j voorbeeld van een situatie waarin je: • te letterlijk nam wat je partner tegen je zei • hem/haar daardoor verkeerd begreep • of je aandacht zich te sterk concentreerde op bepaalde details waardoor je voor je partner onbereikbaar werd 47 Dr.C.C. Kan, psychiater
Voorbeeldsituatie nader evalueren • Is de voorbeeldsituatie een probleemsituatie? • Is de manier van omgaan met de voorbeeldsituatie een: b ld i i – vaardigheid – Hulpmiddel – of truc of truc
Gewenste effecten van de ASS psychoeducatiemodule
•
Kennisoverdracht
•
Bewustwording g
•
Meer inzicht
•
Vergroten van acceptatie, bij jezelf en bij belangrijke anderen.
•
Verbetering zelfbeeld
•
Verbetering van samenwerkingsrelatie met PE-partner
•
Toepassen van nieuwe kennis in je eigen leefsituatie samen met je PE-partner
m.b.t. ASS kenmerken en consequenties q
Voor een volwassene met een autismespectrumstoornis (ASS) is het stellen van deze diagnose niet voldoende om te beseffen wat dit werkelijk betekent voor zijn leven. Deze psycho-educatiemodule geeft vorm aan een cognitief en emotioneel leerproces gericht op de vragen: “Wat houdt het in om een ASS te hebben?” en: “Wat zijn de consequenties ervan op de manier van deelnemen aan het maatschappelijke leven?”
PSYCHO-EDUCATIEMODULE AUTISMESPECTRUMSTOORNISSEN BIJ NORMAAL BEGAAFDE VOLWASSENEN
Doordat de volwassene met ASS de psycho-educatiemodule samen met een psycho-educatiepartner doorloopt worden zij het doorgaans relationeel meer met elkaar eens. C.C. Kan
WERKBOEK
Dr. C.C. Kan
Behandeling 9Psychoeducatiemodule (met “partner”) partner )
9ToM -Module 9ToM*-Module *Theory-of-Mind
ToM: “Theory of Mind” (Mentaliseren) Het vermogen om: •afstand te nemen van wat je zelf waarneemt / denkt / voelt •je te verplaatsen in wat een andere persoon zou kunnen denken / voelen / waarnemen •je eigen denkendenken voelenvoelen waarnemen niet tot richtlijn of maatstaf te maken •Ideeën (theorieën) te kunnen vormen over het denken van anderen •te kunnen voorspellen hoe de ander zal reageren of zich zal gedragen Dus: Een belangrijke factor in de onderlinge communicatie tussen mensen
Socioschema (Martine Delfos) Het socioschema is het geheel van onbewuste b en bewuste b kennis k die d wij van onszelf hebben en van onze relatie tot onze omgeving: het is ons zelfbesef en het besef hoe wij in de wereld staan met anderen
Ontwikkeling van ToM (Steerneman) of Mind manifesteert zich het manifesteert zich het • Perceptie en imitatie (ca. 2 jr); Perceptie en imitatie (ca 2 jr); • Theory of Mind eerst in joint attention en • Emotieherkenning (ca. 2 jr); protodeclaratief aanwijzen. Door
• Doen Alsof (ca. 2 jaar);
•
• Onderkennen van verschil tussen mentale en fysische • wereld (ca 3 jaar); wereld (ca. 3 jaar); • First order belief (ca. 4 jr); • False order belief (ca. 4 jr); • • Second order belief (ca. 6 jaar); • Begrip van (complexe) humor g p ( p ) • (ca. 8 jaar)
j aanwijzen aandacht van anderen ergens op richten). Het 2e stadium is fantasiespel(tussen 18 en 24 maanden ). Hierin wordt verwerkt het begrijpen van de eigen kt h t b ij d i wens of de wens van de ander Het 3e stadium 3 betreft het ontwikkelen van het vermogen om ontwikkelen van het vermogen om een false belief te begrijpen. Dit komt tot stand in de leeftijd tussen 3‐4 jaar. Het 4e stadium betreft het Het 4e stadium betreft het ontwikkelen van het begrip dat andere mensen bepaalde “mental states” kunnen hebben. Het 5e stadium betreft het begrijpen van de zgn faux pas (leeftijd 9‐11).
ToM Training g •De training stoelt op cognitieve bewustmaking en activeren van de mentale processen die passen bij de opeenvolgende ontwikkelingsstadia t ikk li t di van de d Theory Th off Mind. Mi d •Richt zich op het bewustworden van onszelf op de twee verschillende niveaus: lichamelijk en psychisch (denken(denken voelen- beleven) •Deze bewustwording verloopt van eenvoudig naar complex
ToM Training g •Training van de Theory of Mind is geen training sociale vaardigheid •Het gaat om training op meta-niveau met behulp van cognitieve iti bewustwording b t di •Bevorderen van de mentale reflectie op het zelf en de ander •naar overeenkomst en onderscheid •aandacht voor de ongeschreven regels die in het sociale gehanteerd worden contact g
Rol van de partners in de ToM Training g •Samen terugblikken op 2 weken behandeling (4 d d l ) dagdelen) •Wat waren de opvallendste leerervaringen? Ook herkenbaar voor partner? g •Wat is daarvan thuis doorgekomen? •Wat kan er nog meer mee naar huis genomen worden?
Communicatie is een complex proces
59
Communicatie is een complex proces
60
Communicatie is een complex proces
61
Communicatie is een complex proces
62
Communicatie is een complex proces
63
Communicatie is een complex proces
64
Gezin met ASS
Gezin met ASS
Gezin met ASS
Gezin met ASS
Gezin met ASS
Gezin met ASS
Gezin met ASS
Gezin met ASS
Gezin met ASS
Psychiatrische Gezinsbehandeling bij Autisme (PGA) • • • •
•
poliklinische behandelmodule, bedoeld voor gezinnen met 1 of meer po sc e be a de odu e, bedoe d oo ge e e o ee gezinsleden met een ASS. gedragsproblemen die de draagkracht van het gezin overstijgen of dreigen te overstijgen. overstijgen De ouders zijn in het opvoeden van hun kind in de thuissituatie vastgelopen; ze hebben daarbij ondersteuning nodig. Er wordt competentiegericht gewerkt. Bij de ouders: vergroten van inzicht in de problematiek van hun kind en uitbreiden van pedagogische vaardigheden Samen met de PGA er uitbreiden van pedagogische vaardigheden. Samen met de PGA‐er (gezinsbehandelaar) worden oplossingen gezocht voor problemen die zich in het gezin voordoen. Bij het kind/ de jongere met autisme: Zo mogelijk worden ook een aantal vaardigheden vergroot. De PGA‐er De PGA er richt zich in de thuissituatie op het hele gezin en beoogt alle richt zich in de thuissituatie op het hele gezin en beoogt alle gezinsleden bij het proces te betrekken.
Psychiatrische Gezinsbehandeling bij Autisme (PGA) • • • • • •
Doelen: Gezinssituatie verbeteren Gedragsproblemen verminderen Emotionele problemen verminderen Draagkracht gezin vergroten Opname voorkomen / wachttijd / wachttijd overbruggen
Psychiatrische Gezinsbehandeling bij Autisme (PGA) Intake‐fase: • screening van de aanmelding van de verwijzer • intakegesprek plaats met de GZ‐psycholoog/psychiater, de PGA‐er en de verwijzer, ouders en eventueel het kind/ de jongere • gezinsgesprek met het gehele gezin om verwachtingen en doelen te inventariseren j p • Bij een positieve indicatie voor PGA worden de doelen vastgelegd in een zorgplan
Psychiatrische Gezinsbehandeling bij Autisme (PGA) Informatie/observatiefase Informatie/observatiefase: • In de eerste 6/ 8 weken, bekijkt de PGA‐er wat al goed loopt en waaraan gewerkt moet worden. • Er worden concretere doelen geïnventariseerd. Daarnaast vullen ouders en kinderen ieder vragenlijsten in die gaan over de problemen die zij ervaren en over hun sterke en zwakke kanten om de problemen te kunnen oplossen. • De PGA‐er komt één keer per week gemiddeld twee uur thuis. Dat kan zo nodig in het begin intensiever zijn en g g j later weer wat minder.
Psychiatrische Gezinsbehandeling bij Autisme (PGA) Behandelfase: • advies/ evaluatiegesprek van de poli‐psychiater/ GZ‐ psycholoog h l en de PGA‐er d PGA met de ouders en verwijzer td d ij om het PGA‐traject tot dan toe te evalueren en afspraken voor het vervolgtraject te maken. Tijdens dit f k h t l t j tt k Tijd dit adviesgesprek worden ook de uitkomsten van de inge lde ragenlijsten besproken ingevulde vragenlijsten besproken. • Dit alles resulteert in een werkplan voor het gezin. Aan de hand van de doelen worden de werkpunten opgesteld, waar stap voor stap aan gewerkt gaat worden.
Psychiatrische Gezinsbehandeling bij Autisme (PGA) Behandelfase: • De PGA‐er begeleidt het totale proces; door over onderwerpen te praten, door het gezin opdrachten te d t t d h t i d ht t geven en samen met de ouders en het kind/ de jongere t te oefenen en oplossingen te zoeken voor f l i t k moeilijkheden. • Na ongeveer drie maanden houdt de PGA‐er met het gezin een tussenevaluatie. Op grond van deze bespreking worden de werkplannen bijgesteld.
Psychiatrische Gezinsbehandeling bij Autisme (PGA) stabilisatiefase :: stabilisatiefase • Daarop volgende 3maanden, waarin getracht wordt de veranderingen vast te houden. Aan het einde van deze d i tt h d A h t i d d fase is er opnieuw een evaluatiebespreking. • Bekeken wordt in hoeverre het gezin in staat is om zelfstandig de veranderde opvoedingsvaardigheden vast te houden, of de behandeling voldoende efficiënt en doelmatig is en welke andere hulp eventueel nodig is, en de eventuele rol van de verwijzer hierin kan spelen • De totale behandeling duurt ± 9 maanden • De PGA‐er sluit af met een eindevaluatie + eindverslag.
Psychiatrische Gezinsbehandeling bij Autisme (PGA) Follow‐up fase: p • Na 3 maanden: telefonische follow‐up • Na 6 maanden: follow‐up in de vorm van een Na 6 maanden: follow up in de vorm van een huisbezoek. • Het doel hiervan is om te bezien of de ingezette H t d l hi i t b i fd i tt veranderingen ook stand hebben kunnen houden en om zo nodig nog een aantal adviezen te geven c.q. di t l d i t interventies te plegen.
Artikel over PGA: Aerts e.a., WTA, april 2008 • Regelmatig ook ASS bij 1 van de ouders • Pilot‐onderzoek: – In totaal 12 gezinnen g – 5 gezinnen: vader met ASS – 1 gezin: moeder met ASS 1 gezin: moeder met ASS
Zorgprogramma Ontwikkelingsstoornissen bij Volwassenen (ASS + ADHD)
Afdeling f ng Psychiatrie y
+