*~^
Orgaan van de Historische Kring Haaksbergen
Themanummer ter gelegenheid van de Open Monumentendag 2011
•
•••6-535
ffiBOT
2
'JHB-
m bergruimte
Oud öebouw Nieuw gebruik
i% ;
>- m nu iii
«r-»
Voorwoord De Open Monumentendag 2011 heeft als thema 'Oud gebouw, nieuw gebruik'. Het betreft hergebruik van karakteristieke panden en ook van de openbare ruimte. De fietstocht op de monumentendag van dit jaar toont hoe Haaksbergen in de loop der jaren veranderde... in gunstige zin, maar helaas ook in ongunstige zin. In dit themanummer van Aold Hoksebarge worden de objecten beschreven waarlangs de route leidt. Ze vertellen het verhaal van vooruitgang, maar ook het verhaal van verarming. Wij wensen u een mooie route, waarbij u kennis kunt maken met de ups en downs van een dynamisch dorp.* Clemens Wentink, Historische Kring Haaksbergen Jan Put, Monumentenraad Haaksbergen, september 2011 *De fietsroute is o.m. verkrijgbaar bij Theeschenkerij Jordaan en bij de VVV.
Collage van afgebroken bekende panden Fotopagina hiernaast: Links van boven naar beneden: Hotel H.W. Eijsink uit de jaren '70 (nu leegstaand Te Lintelo), oude postkantoor aan de Spoorstraat rond 1920 (thans Piepenbrink/Hibbertsstraat bij reisbureau), Hotel De Klok / weduwe Eijsink uit 1964 (nu Rabobank), de vroegere burgemeesterswoning van jhr. Von Heijden in de jaren '50, die ook nog dienst heeft gedaan als politiebureau en postkantoor (nu appartementen), Patronaatsgebouw aan de Braak uit rond 1950 (nu woningen). Rechts van boven naar beneden staan het hoofdkantoor van Jordaan gefotografeerd in de jaren '60 (nu Assink Lyceum), hotel Centraal in de jaren '70 (nu Hema), weeffabriek Ten Hoopen in de jaren '50 (nu supermarkt Jumbo), verenigingsgebouw St. Joseph aan de Hibbertstraat in de jaren '50 (nu braakliggend v/h De Bron), en manufacturenzaak Hartog-De Jong in 1964 (nu Bakkerij Bart). (Archieffoto's Historische Kring Haaksbergen).
Foto's op de cover: Het gebouw van de Coöperatieve Landbouw Vereniging 'Landbouwersbelang' kan model staan voor het thema van de Open Monumentendag 2011, 'Oud gebouw, nieuw gebruik'. Dit agrarische pand verkeert in verval, maar zal gerenoveerd worden en een nieuwe functie krijgen. Wat het wordt? Daarop wordt nog gestudeerd en over gediscussieerd. Vast staat dat dit zo mooi in de stationsomgeving van de MBS passende historische pand zal worden behouden. (Foto Henk Krooshof).
in 1969. Op de oude fundering van het afgebrande pand bouwde Scholten de boerderij weer op (gereed in 1970). In 1972 werd begonnen met de recreatiehof en camping 't Stien'nboer, waarvoor de Heidemij een beplantings- en inrichtingsplan maakte. In de loop der jaren is 't Stien'nboer uitgegroeid tot een veelzijdig recreatiebedrijf van 10,5 hectare. Onder leiding van dochter Gertrud Morsinkhof, haar man Tonnie en jongste broer Gerben is het een echt familiebedrijf gebleven. De boerderij op 't Stien'nboer dateert uit 1970. (Foto Henk Krooshof).
Theeschenkerij Jordaan. De jongste ontwikkeling bij 't Stien'nboer is de herbouw van het authentieke houten huis dat textielfirma D. Jordaan & Zn in 1922 aan de Fazantstraat 13 had laten bouwen voor een stafmedewerker. De laatste eigenaar wilde het laten slopen en vervangen door een stenen woning. Op initiatief van Clemens Wentink en Fons Roerink van de Historische Kring kon dit voor het textielverleden zo karakteristieke pand worden behouden. In samenwerking met de directie van 't Stien'nboer is het houten huis herbouwd. Langs de Scholtenhagenweg functioneert het nu als Theeschenkerij Jordaan. Op de bovenverdieping is een permanente expositie ingericht over de historie van de textielindustrie in Haaksbergen.
Vakwerkschuur bij watermolen is nu hotel Over schuren is vaak weinig bekend. Deze bouwwerken waren onderdeel van een boerderijerf en werden pas bijzonder als er een speciale functie aan toe te schrijven viel. Bij de prachtige Oostendorper watermolen staat een vakwerkschuur die gebruikt zal zijn als boerenschuur en voor opslag van graan en meel, misschien ook olie en lijnzaad. De beek die de watermolen voedt, heet Buurserbeek, maar wordt hier ook Schipbeek genoemd. De Schipbeek was een belangrijke verbinding met Deventer. Toen Deventer na de bloeitijd van de Hanze als koopmansstad haar functie wilde behouden, heeft ze veel gedaan om de Schipbeek bevaarbaar te maken en te houden. Dit was niet eenvoudig omdat de Schipbeek/Buurserbeek een regenriviertje was met zeer wisselende waterstanden. Al in de Middeleeuwen was er een schouw op de beek tot Haaksbergen en moesten de sluizen, stuwen, bruggen en dijken worden bijgehouden. Langs de bevaarbare beken in Twente bevonden zich verschillende overslagplaatsen voor goederen. Meestal was dit bij de schippersherbergen, soms
met een haven, en vooral bij de watermolens. Daar kon dan ook een borrel worden gedronken en worden overnacht. Allerlei goederen werden overgeslagen zoals graan, wijn, zout, bouwmaterialen en ook koloniale waren. De schuren waren vaak gebouwd met een 'doorreed', dubbele niendeuren aan beide zijden, zodat de wagens door de schuur gereden konden worden zonder te keren. De scheepvaart op de Schipbeek f$ was wisselend. De waterstand bepaalde niet alleen of er gevaren kon worden, maar ook hoe ver dat stroomopwaarts mogelijk was. Vanaf 1835 kwam men niet veel verder dan de Markvelder molen. Uit het Duitse achterland werd per as hout aangevoerd dat vervolgens in vlotten werd afgevoerd in de beek. Haaksbergen heeft veel houthandel gekend, maar van het zagen van de stammen is weinig bekend. In het begin van de twintigste eeuw is er een houtzagerij in de schuur Zo zag de vakwerkschuur er voor de oorlog uit. (Archief HKH). geweest. Onder de weg door was een ijzeren as gemaakt voor de aandrijving van de zaagmachine. In 2001 is de oude vakwerkschuur verbouwd tot hotel bij restaurant Bi'j de Watermölle.
Nieuwe gebruikers oude schoolgebouwen Scholen voor openbaar onderwijs staan in Haaksbergen al sinds het begin van de vorige eeuw in het centrum van het dorp, op de Honesch en in de Veldmaat. Nadat in 1921 de onderwijswet werd aangenomen waarin het bijzonder en het openbaar onderwijs financieel gelijkgeschakeld werden, kreeg het openbaar onderwijs in het dorp een nieuw schoolgebouw aan de Enschedesestraat. Op die plaats had een fabriekspand van Jordaan gestaan dat in 1898 door brand was verwoest. De school werd gebouwd in 1924 en kostte toen 40.220,61 gulden (ruim 18.000 euro). In de jaren '80 van de vorige eeuw was het gebouw aan renovatie toe en moesten ook de kleuters hier een plaats krijgen. Doordat het aantal leerlingen in het centrum van het dorp in het begin van de 21e eeuw sterk terugliep, werd de school in 2006 gesloten. Er werd gezocht naar een nieuwe invulling van dit markante gebouw met zijn art deco-achtige ingang. Sindsdien maakt 't lemenschoer gebruik van diverse lokalen en zijn er ook verenigingsactiviteiten. In 2010 nam de VVV-Haaksbergen zijn intrek in de vleugel aan de Ruisschenborgh, waar toen een nieuwe ingang is gecreëerd.
Pastorie Hervormde Gemeente: kantoor Domijn Het pand op het adres Markt 12 is sinds 2005 eigendom van woningcorporatie Domijn, die deze voormalige pastorie restaureerde tot kantoorgebouw. De bovenverdieping is verhuurd aan Buurtzorg, de ondergrond is in erfpacht van de Hervormde Gemeente Haaksbergen. Dit gebouw uit 1875 was de pastorie van de Hervormde Gemeente en het woonhuis van de dominees, die hun erediensten hielden in de Hervormde kerk aan de Jhr. Von Heijdenstraat. Beide panden zijn ontworpen door architect Gerrit Doorwaard Niermans. Achter het huidige gebouw stond vroeger de rooms-katholieke pastorie, die tot ca. 1640 werd bewoond door de pastoors. Na de Reformatie werden de protestantse erediensten gehouden in de St. Pancratiuskerk die van de katholieken was geweest. De katholieke pastorie ging toen ook over naar de protestanten. Het verhaal wil dat pastoor Broeckhuysen 's morgens nog de mis opdroeg en dezelfde middag voorging in een protestantse dienst. Rond 1700 werd de pastorie op deze oude locatie nog geheel gerestaureerd, maar op 1 mei 1747 werd een nieuwe pastorie opgeleverd, waarbij gebruik was gemaakt van materialen van de oude pastorie (bouwkosten 1290 gulden). In 1875 werd een nieuwe pastorie gebouwd op de huidige locatie naast de Pancratius (bouwkosten rond 10.000 gulden). Volgens de overlevering was de reden voor de veranderde locatie dat op de oude locatie de geest van Broeckhuysen zou rondwaren. De zoon van Ds. Berghege, Herman, schreef een gedicht van 40 coupletten, genaamd 'Duuvelskolk', dat hieraan is gewijd. Het slot gaat als volgt: En groot was too t'verblieden Van 't dankbaar boerenvolk. Den 'kol' heet sintertieden Nog ait 'den duuvelskolk'.
De voormalige pastorie rond 1940. (Archief HKH).
Met het verkrijgen van de vrijheid van godsdienst in de Franse tijd ging de Pancratiuskerk terug naar de rooms-katholieken. Opmerkelijk was dat de pastorie eigendom bleef van de protestanten, zodat de katholieken weer een eigen pastorie moesten bouwen. Die kwam aan de Markt tegenover de kerk. Het voormalige hervormde pastoriepand is in neo-classistische stijl in baksteen opgetrokken op een rechthoekige plattegrond met aan de achterzijde een koetshuis. Het bestaat uit twee bouwlagen, afgedekt met een pannen schilddak. De voorgevel is symmetrisch gedeeld, waarvan de middelste travee is uitgebouwd en wit gepleisterd, evenals de zijlissen op de hoeken. De gevel is gebouwd op een witgepleisterde plint en wordt aan de bovenzijde beëindigd met een brede kroonlijst. In de gevels zitten zes- en achtruits vensters, waarvan de kozijnen aan de bovenzijde zijn afgerond.
Nynke van Genderen: "Het blijft de pastorie". Elke keer wanneer Nynke van Genderen langs het Domijn-kantoor komt, denkt ze: "Het gebouw mag dan niet meer van ons zijn, het blijft toch altijd de pastorie. Er kunnen wel generaties overheen gaan, voordat die gedachte niet meer bij mensen opkomt." Mevrouw Van Genderen (61) is voorzitter van de plaatselijke kerkenraad van de Nederlandse Hervormde Gemeente. In 2003 verloor het markante monument zijn functie als pastorie, waarna ^BBBM Hl het verhuurd werd, totdat Domijn het eind 2005 kocht. "Dominee Jan Kremer was de laatste die er woonde. Het gebouw was te duur geworden in stookkosten en onderhoud; bovendien willen dominees tegenwoordig liever in een eigen huis wonen. Domijn heeft het mooi gerestaureerd."
Boomput gered uit bouwput Op 12 mei 2010 werd tijdens de grondwerkzaamheden voor de bouw van een appartementencomplex in de tuin achter de voormalige hervormde pastorie o.m. een oude houten put opgegraven, gemaakt uit een boom die in 1377 was gekapt. Een dergelijke vondst mocht op deze plek in het oudste deel van het dorp worden verwacht. Het is vreselijk jammer dat vooraf nauwelijks archeologisch onderzoek was gedaan, ondanks aandringen van de Historische Kring. Het was dankzij de activiteiten van enkele leden dat er toch nog iets uit de bouwput kon worden gered: een deel van een middeleeuwse houten waterput. De put is gemaakt van een uitgeholde eikenstam. Die stam was vrij groot voor een put van dit type. Een houtmonster van de put is gedateerd door middel van dendrochronologie, dat wil zeggen door het vergelijken van de jaarringen met hout van bekende ouderdom. Dit is mogelijk omdat de dikte van jaarringen elk jaar varieert door verschillen in temperatuur en regenval. In het monster waren nog 115 jaarringen aanwezig, inclusief de laatste ring. Hierdoor kon worden vastgesteld dat de boom moet zijn gekapt in de zomer van 1377. Boomstamputten komen al voor in de prehistorie, maar worden bij opgravingen
vooral aangetroffen op middeleeuwse vindplaatsen. De stam werd gespleten, uitgehold en weer samengevoegd. De uitgeholde stam werd vervolgens ingegraven tot onder de grondwaterspiegel. Voor de komst van de waterleiding waren waterputten essentieel voor de drinkwatervoorziening, omdat het open water voor consumptie te vuil was door het gebruik hiervan als riool. Het overgebleven deel van de waterput krijgt een plaats in het appartementencomplex dat op de vindplaats is gebouwd. Tijdens de graafwerkzaamheden werden in de noordwesthoek van de bouwput resten gezien van de pastorie zoals die op de kadasterkaart van 1832 staat: sectie l, Het Dorp / blad 2 / perceel 645 (uitgave Historische Kring op CD-ROM).
Winkels in dorpsboerderijen Blankenburg De Blankenburg is de laatste straat in Haaksbergen die nog enigszins de sfeer heeft van het boerendorp dat het ooit was. Dankzij een gemeentelijk voorschrift zijn de puntgevels van de voormalige boerderijtjes in deze straat bewaard gebleven. De herbestemming is niet altijd geslaagd, maar men herkent nog duidelijk de contouren uit het verleden. De boerderijen in het dorp stonden altijd met de achterkant naar de straat. Het gevolg was dan ook dat de mestvaalt aan de straatzijde lag, met alle overlast van dien. Overigens was een grote mestvaalt een teken van welvaart. In het dorp werd dus nog lange tijd op kleine schaal geboerd. Men had een koe voor de melk, een varken voor het vlees; een paar kippen of ganzen vonden hun voedsel op straat en rond het erf. Tot vandaag vindt men elders in het dorp nog opvallend veel kleine boerenhuizen uit deze periode, vaak omgetoverd tot riante woonboerderijen. Dit is een prachtig voorbeeld van efficiënt hergebruik. Wat is mooier dan zo'n karakteristiek pand in de kern van het dorp, waardoor nog iets van het agrarisch verleden wordt bewaard? Het is jammer, dat het huidige welstandsbeleid elementen van karakteristieke bebouwing vogelvrij heeft verklaard, waardoor panden die de monumentenstatus niet hebben bereikt gemakkelijk kunnen worden verminkt of gesloopt.
Deze foto toont de Blankenburg in de jaren Anno 2011 bepalen winkels het aanzicht van de vroegere zeventig. (Archief HKH).
10
boerderijen. (Foto Henk Krooshof).
Thij Willems: "Alles authentiek". "Het was een bouwval toen ik dit in 1977 kocht." Thij Willems (64), pastor van beroep, bewoont op nummer 19 een van de voormalige dorpsboerderijen aan de Blankenburg. "Dit is helemaal ons huis geworden. We hebben het voor het grootste deel laten afbreken en het toen met oude materialen zoveel mogelijk volgens het oorspronkelijke bestek herbouwd. Bij de meeste boerderijen in dit straatje is het authentieke er wat vanaf. Dat is wel jammer, want met kleine veranderingen, zoals het gebruik van oude in plaats van nieuwe kozijnen, zou al veel van de originele aanblik behouden zijn. Desondanks is het straatje, dat vroeger doodlopend was, best nog pittoresk." Boven de niendeur prijkt een gevelsteen: anno 1548-1978, doktershoes. Willems: "De eerste bewoner was een boer, tevens chirurgijn."
R.k. Pastorie wacht op nieuwe bestemming Na de reformatie hebben de katholieken in Haaksbergen tot 1810 niet over de eigen St. Pancratiuskerk kunnen beschikken. In de Franse tijd is de kerk teruggegeven aan de parochie en de toren overgedragen aan de gemeente Haaksbergen. De oude pastorie aan de zuidzijde van de kerk bleef echter eigendom van de Hervormde Gemeente. Door de groei van de bevolking en de toegenomen welvaart is in 1887 het kerkgebouw vergroot en toen is ook besloten tot het bouwen van een nieuwe
De katholieke pastorie aan de Markt, gefotografeerd rond 1990. (Archief HKH).
11
Panoramafoto van 't lemenschoer tot voormalig bankgebouw. (Bewerking: Henk Krooshof).
rooms-katholieke pastorie tegenover de kerk. Dit gebouw aan de Markt is een ontwerp van architect G. te Riele uit Deventer. Het is gebouwd in twee bouwlagen en voorzien van een leien dak. De voortuin is omgeven door een smeedijzeren hekwerk. In de vorige eeuw heeft een aantal verbouwingen plaatsgevonden. Aan de zuidkant is tegen het hoofdgebouw een catechisatielokaal gebouwd, waarin het locatiesteunpunt van het parochieel secretariaat is gevestigd. In de jaren '80 is het pand aan de achterzijde uitgebreid met zaaltjes. Het pand is nog in eigendom van de parochie en thans gedeeltelijk verhuurd. Het monumentale gebouw is opgenomen in de plannen voor herstructurering van het centrum, waardoor het op termijn een andere bestemming kan krijgen.
Dorpsgezicht van 't lemenschoer tot Bank Jordaan Toen de eerste fabriek van Jordaan aan de Buurserbeek in onbruik was geraakt, werd op een strategische plek in het centrum van het dorp aan de weg naar Enschede de nieuwe fabriek gebouwd. Na de brand in 1898 werd op deze plek de dorpschool gebouwd. Een karakteristiek gebouw waarin tot 2009 vele Haaksbergse kinderen onderwijs genoten. Het gebouw verkeert na een grondige renovatie in een prima conditie en is zeer geschikt voor hergebruik. De VVV is met haar prachtige kantoor de eerste die er haar intrek heeft genomen. Toch is de naam Jordaan op deze plek nooit helemaal verdwenen. De in statige stijl gebouwde Bank Jordaan uit 1890 is aan de rechterzijde van de school nog steeds een dominant pand. Helaas is de huidige leegstand funest voor de staat waarin het
12
verkeert. Het wachten is op initiatieven om dit beeldbepalende pand een zinvolle herbestemming te geven. Links van de voormalige school is in de jaren vijftig een huishoudschool van de ABTB gebouwd in een degelijke architectuur, die het enigszins op een kerkelijk gebouw doet lijken. Na de fusiegolf in het voortgezet onderwijs in de jaren '90 werd het gebouw afgestoten en moest een nieuwe bestemming worden gezocht. Die nieuwe functie was snel gevonden: Haaksbergen had behoefte aan een sociaal-cultureel centrum. Zo ontstond 't lemenschoer, een centrum dat zijn naam eer aan doet, het is een trefpunt voor velerlei activiteiten. Heel recent kreeg dit gebied opnieuw een facelift door de bouw van het Theater De Kappen, ontworpen door Duyker Architectenburo, in een stijl die goed combineert met de bestaande bebouwing en door haar uitstraling het straatbeeld domineert. Stijlvolle herbestemming in het centrum bepaalt voor een belangrijk deel de sfeer van het dorp. Onnodige sloop of stijlloze herbestemming veroorzaken onherstelbare schade. • Zie ook de tekst bij 'Nieuwe gebruikers oude schoolgebouwen' op pagina 5.
Het gevaar van de zwarte gaten Doordat de maatschappij in een snel tempo verandert, worden ook steeds meer gebouwen overbodig. Zodra panden hun functie verliezen, nemen verpaupering en sloop toe. Zo was het 30 jaar geleden nog ondenkbaar, dat de prachtige r.k. pastorie aan de Markt ooit leeg zou komen te staan. De tijd van 'het rijke Roomse leven' ligt nog fris in ons geheugen. Haaksbergen kende vele pastoors die als ware heersers hun parochie bestuurden en een grote invloed hadden op het maatschap-
13
pelijk leven, zoals Wiegink en Wienholts. De huidige pastorie toont nog iets van hun aanzien en rol in Haaksbergen. Toch zal voor dit prachtige pand spoedig een passende functie gezocht moeten worden, voordat het verval toeslaat. Gelukkig zorgt de monumentenstatus dat sloop onmogelijk is. De meeste leegstand in Haaksbergen bestaat uit panden die geen beschermde status hebben, dus 'vogelvrij' zijn. Toch zijn het vaak karakteristieke objecten die de sfeer en identiteit van het dorp bepalen. Ze zullen gemist worden als ze er niet meer staan. Een paar voorbeelden: 0 De voormalige Raiffeisenbank aan de Enschedesestraat. 0 Bank Jordaan aan de Blankenburgerstraat. Tegelijk neemt door schaalvergroting en de economische crisis ook de leegstand toe in winkels en bedrijven. Het is van grote urgentie dat de locale overheid een inventarisatie maakt van de leegstand, zodat er met prioriteit een beleid kan worden ontwikkeld om deze panden weer in gebruik te krijgen. Leidraad moet hierbij zijn: niet te snel voor nieuwbouw kiezen als herbestemming mogelijk is, want sloop is onherroepelijk en nooit te herstellen. Een centrum of een gebied kan een nieuw leven krijgen door bestaande gebouwen en oppervlakten een nieuwe bestemming te geven. Talloze voorbeelden laten zien hoe dit kan, zoals in onze omgeving: 0 Het indrukwekkende Storkcomplex in Hengelo, werd een groot onderwijscomplex (ROCTwente). ° Textielfabriek J. J. Rozendaal in Enschede stond aan de basis van streekhistorisch museum TwentseWelle. ° De bekende emaille braadpan en badkuip verdwenen, maar het vervallen DRUcomplex in Ulft werd het kloppend hart van de Achterhoek door cultuur en innovatieve woningbouw.
Hoe de Markt steeds veranderde De Haaksbergse Markt is nog steeds het middelpunt van het dorp. Alle straten en stegen gaan richting de St. Pancratiuskerk. Nadat de ruimte rond de kerk eeuwenlang voor een deel gebruikt werd als kerkhof, ontstond er geleidelijk een schaduwrijk plein dat als ontmoetingsplaats diende voor de burgers. Vanaf 1880 werd het plein omringd door statige panden van de textielfabrikanten en door dorpscafés. Op gezette tijden werd er handel gedreven, zoals oude foto's van de biggenmarkt aantonen. Ook tegenwoordig tijdens de wekelijkse warenmarkt stromen de klanten uit de hele omgeving toe. Na de Tweede Wereldoorlog werd de Markt steeds meer een verkeersplein. Al het verkeer kwam door het dorp en de bus stopte nog voor Hotel Centraal. Het centrumplan dat in de jaren '80 is uitgevoerd, zorgde weer voor rust op het plein. Het verkeer werd omgeleid en de Markt werd voor het grootste deel autovrij. Er kwam zelfs weer een pomp en met het beeld van 'de Hoksebargse daansers' zorgde dit voor sfeer. Vanaf het groeiend aantal terrassen was er uitzicht op de Pancratius in het lindengroen. Anno 2010 is het uiterlijk opnieuw veranderd. Het natuurlijk reliëf, waaraan nog te zien
14
Een beeld van de Markt door de jaren heen. (Archief HKH en Henk Krooshof).
was dat de Pancratius op een zandrug is gebouwd, is verdwenen. Het plein is vlak geworden en karakteristieke elementen en groen zijn verwijderd. Haaksbergen ging mee in de heersende trend voor kale pleinen, waarin de prioriteit naast de wekelijkse warenmarkt ligt bij grote evenementen, zoals de Mei-markt, Doe-dagen, Engelse mijlenloop, avondvierdaagse, Kennedymars, gelegenheidsmarkten en kermissen.
15
Hotel De Moriaan herbergt winkels en bewoners Heb je het in het Haaksbergen van de vorige eeuwen over hotel of café, dan gaat het haast altijd ook over de familie Eijsink. Afkomstig uit Wennewick, net over de Duitse grens, vestigde Gerrit Eijsink zich in 1731 als kleermaker aan de Spoorstraat. Twee van de negen kinderen kwamen in de horeca terecht. Zoon Gerhardus (17671833) rolde in het vak via zijn broer Jan (1734-1796) die iets verderop in de Weg naar Goor (nu Spoorstraat) hotel De Klok exploiteerde, later bekend als café 'De
Hotel De Moriaan met links het koetshuis. Foto van rond 1900. (Archief HKH).
De aanblik van voorheen De Moriaan wordt bepaald door winkels. (Foto Henk Krooshof).
16
weduwe Eijsink'. Hij kocht in 1808 het pand op de hoek van de Spoorstraat en de Blankenburgerstraat, dat hij opknapte en inrichtte als logement. In 1816 opende hij dit hotel, eerst onder de naam Keizerskroon, later De Moriaan. In de jaren daarna is het pand uitgebreid en is ook een koetshuis aangebouwd (waar nu De Zuivelhoeve is gevestigd) om de paarden en rijtuigen van de gasten te stallen. Het hotel heeft tot na de Eerste Wereldoorlog dienst gedaan, vooral voor zakelijke gasten van de textielfabrikanten. In 1917 werd het opgesplitst en in delen verkocht. Beneden kwamen winkelunits, de bovenverdieping werd verbouwd tot appartementen. Van het oorspronkelijke hotelgebouw zijn nog maar weinig ornamenten overgebleven. De winkelunits vormen geen eenheid en het interieur van het gebouw is een ratjetoe geworden, waardoor de hotelindeling verloren is gegaan.
St. Antonius Gasthuis: van ziekenhuis tot appartementen In 1832 werd het huis 'de Dom' in de Von Heijdenstraat, nu Wereldwinkel, ingericht tot hospitaal. Voor een echt ziekenhuis moest Haaksbergen wachten tot het begin van de vorige eeuw. In 1908 vulde de toen 84-jarige mejuffrouw J.W.C. Wiedenbroek haar testament aan met een legaat van ƒ 20.000 ten gunste van de St. Pancratiuskerk. Met dit geld werd een belangrijke financiële basis gelegd voor de oprichting van een klein ziekenhuis, het St. Antonius Gasthuis. Overeenkomstig de wens van de erflaters van mej. Wiedenbroek werd in 1913 in opdracht van het kerkbestuur aan De Braak een 'gesticht' gebouwd, dat aanvankelijk mogelijk bedoeld was als tehuis voor ouderen. Het ontwerp was van de bekende architect W. te Riele Gzn. uit Deventer. Door de geërfde Russische en Oostenrijkse effecten te verkopen kreeg men de beschikking over contanten. Die verkoop gebeurde nog juist op tijd, want toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, werden deze papieren volkomen
St. Antonius gasthuis. Wiedenbroek
Het St. Antonius Gasthuis in de jaren dertig. (Archief HKH).
17
waardeloos. De totale bouwkosten bedroegen ƒ 47.440. Op 11 november 1913 kon het gebouw in gebruik worden genomen. In de jaren daarna volgden diverse uitbreidingen en een gedeelte van de bijgebouwen werd voor WO II nog verbouwd tot tehuis voor bejaarde mannen. Voor verpleging van de zieken en bejaarden werden zusters aangetrokken van de congregatie van St. Joseph te Amersfoort. Eind 1929 werden zij vervangen door zusters Fanciscanessen van het Nicolaas-gesticht in Noord-Deurningen bij Denekamp. De medische specialisatie ontwikkelde zich en de medische apparatuur werd steeds duurder. De algemene trend was dan ook een concentratie in grote stads- en streekziekenhuizen. In deze lijn werd door minister Suurhof van Volksgezondheid medio 1956 ongunstig beschikt over het verzoek van B & W tot stichting van een 60-beddenziekenhuis in Haaksbergen. Wel werd besloten om een semipermanente voorziening in te richten voor een polikliniek en fysiotherapie. Deze polikliniek werd op 5 juli 1958 geopend. Op 4 september 1963 viel het besluit om het bestaande ziekenhuis te veranderen in een verpleeghuis. Wel bleven in nauwe samenwerking met ziekenhuis Stadsmaten uit Enschede de specialistenspreekuren gehandhaafd. Toen eind 1980 het nieuwe verpleeghuis Het Wiedenbroek gereed kwam, werd het St. Antonius aangekocht door wooncorporatie Lucht en Licht en verbouwd tot appartementencomplex Passinckhave. Door dit hergebruik kon een karakteristiek gebouw bewaard blijven. Patronaatsgebouw. Het voormalige patronaatsgebouw aan De Braak uit 1927 was één van de fraaiste panden van Haaksbergen. Het ontwerp was van de Haaksbergse architect A.J. Schilderman. Het pand stond schuin tegenover Passinckhave op de hoek van De Braak en de Kloksteeg. Aan De Braak lag het patronaatsgedeelte, aan de Kloksteeg kwam in 1930 de bewaarschool met één lokaal voor kleuteronderwijs en naailes voor meisjes. In 1933 volgde een uitbreiding met twee lokalen en een conciërgewoning. Na de oorlog werd in de school onder-
Zuster Ansuïna: "Best gezellig". Het St. Antonius bood onderdak aan een twintigtal Franciscanessenzusters. Zij werkten in de zorg en in het onderwijs. Een van hen was de nu 85-jarige zuster Ansuïna. "Ik had er een eigen slaapkamer en beneden hadden we een eetkamer. Toen het in 1964 verpleeghuis werd, als voorloper van Het Wiedenbroek, kwam er een uitbouw. Ik was leidster van de huishoudelijke dienst. Toen ik er kwam liepen de zusters met kappen, dat werden sluiers. Ik bewaar gezellige herinneringen. Tv was er niet, we vermaakten ons 's avonds met lezen, handwerken en spelletjes. Rond kwart voor tien gingen we naar bed, 's morgens was er om 7 uur alle dagen een mis in de kapel. In 1972 verhuisden we naar andere adressen, ik kwam met vijf zusters in de Lansinkstraat."
18
wezen in landbouw om het agrarische vak te verbeteren. Ook de repetities van het jongens- en mannenkoor van de Pancratiuskerk o.l.v. Dinant Dijkhuis werden er gehouden. Vooral na de jaren zeventig had het de functie van sociaal jeugdcentrum en in de avonduren werden er cursussen gegeven voor allerlei beroepsgroepen.
Van treinstation naar Museum Buurt Spoorweg Het stationsgebouw van de GOLS (Gelders- Overijsselse Lokaalspoorweg Maatschappij) uit 1884 heeft een spectaculaire herbestemming gekregen; nog nooit vervoerde het treintje zoveel personen. Vanaf 1967 kreeg het in onbruik geraakte baanvak Haaksbergen-Boekelo een toeristische invulling, waardoor meer dan 60.000 personen jaarlijks naar Haaksbergen komen om te genieten van een authentiek stukje spoorweggeschiedenis. Het stationsgebouw en het emplacement zullen in de komende jaren deze functie steeds verder versterken, waarbij de nadruk ligt op een herstel van de historische entourage van het gebouw en haar omgeving. De gedemonteerde ijzeren loopbrug, die afkomstig is uit Geldermalsen, wordt bij dit Sta- De nieuwe loopbrug over het spoor deed eerder dienst in tion gerestaureerd, een giganti- Geldermalsen. (Foto MBS).
<***• .i >
" «O
'f
Een sfeerrijke foto van het MBS-station. (Foto Henk Krooshof). 19
sche klus. Dit stukje spoorweggeschiedenis valt nu al te bewonderen en ook kan een indruk worden verkregen van de face-lift van het stationsgebouw. Het restaurant krijgt een volkomen nieuwe opzet in de voormalige goederenloods. De stationshal en de wachtkamer met potkachel worden in oude stijl hersteld. Zo ontwikkelt de MBS zich tot een technische en toeristische attractie van grote regionale betekenis. Daarbij wordt een breed publiek bereikt dat al lang niet meer bestaat uit louter spoorwegfanaten. Dankzij 'stamppotritten' en 'Ie train culinaire' zijn ook bedrijfsen familie-uitjes populair. Ook voor kinderen wordt veel georganiseerd, zoals het sprookjesachtig project 'de Thomas-trein' voor kleuters van 2 tot 8 jaar.
CLV-gebouw gered van ondergang C.L.V. stond voor Coöperatieve Landbouw Vereniging 'Landbouwersbelang'. Ooit stond dit gebouw te midden van bouwwerken in een levendig industriegebied. De boerenkarren reden af en aan langs de laadkaden om de per trein aangevoerde meststoffen en meelproducten naar de boerenerven in het buitengebied te vervoeren. Het gebouw met haar moderne silo was de trots van agrarisch Haaksbergen. Voorzitter Ebs van Heek schreef ter gelegenheid van de opening een gedicht dat boven in de toren hing:
Aan het interieur van het CLV-gebouw is goed te zien hoe verwaarloosd dit pand is. (Foto Henk Krooshof).
\ \
20
In 1965 is 't wonder verricht en deez kolos hier opgericht met veel techniek en arbeidsvreugd vakmanschap, overleg en deugd. Een voorraadschuur in dit moderne pand is 'n werktuig voor Haaksbergs boerenstand. Wij werken voor ons gezin en natie in het verband van Coöperatie. Nu dan, de toekomst tegemoet voor hem, die zijn werk wel en geerne doet. Moog d'arbeid en het zaad in 't land veel zegen krijgen uit Gods hand. Het CLV-gebouw staat er al jaren bij als een bouwval. Onder de nieuwe eigenaar Domijn zal om te beginnen de buitenkant worden opgeknapt, zodat dit unieke pand eindelijk een tweede jeugd kan krijgen. De centrale ligging maakt het geschikt voor vele maatschappelijke en culturele bestemmingen. Door de samenwerking van gemeente, provincie en woningcorporatie Domijn is hergebruik sinds kort gegarandeerd. Het woord is thans aan burgers, ondernemers en lokale overheid om tot een geschikte invulling te komen van dit laatste symbool van agrarisch Haaksbergen. Hiervoor is een burgerplatform ingesteld.
Diepvrieshuisje St. Isidorushoeve gesloten In de jaren vijftig van de vorige eeuw was het zelf verbouwen van groente en fruit en de slacht op de boerderij een normaal gebeuren en hierdoor rees ook de vraag hoe men groente, fruit en het vlees het beste kon bewaren. Het invriezen was een nieuwe manier van conserveren. Vanaf de jaren vijftig werden hiervoor de zogenaamde diepvrieskluizen populair, want de aanschaf van een eigen vrieskist was in die tijd nog erg duur. Medio 1959 telde Nederland al 380 diepvrieshuizen, waarvan er 265 werden geëxploiteerd op coöperatieve basis en 115 door particulieren. Overijssel telde er ongeveer dertig, waarvan er een stond in St. Isidorushoeve aan de Binnenveldweg. Op 17 april 1959 werd de Coöperatieve Vereniging tot Exploitatie van Diepvrieskluizen U.A. in Sint Isidorushoeve opge-
Een onopvallend huisje aan de Binnenveldweg. (Foto Henk Krooshof).
21
richt. Het eerste bestuur bestond uit de voorzitter H.J.S. Wienk, secretaris G.A.M. Blanken en de leden H. Asbreuk, J.W. ten Vregelaar en J.H. Hilderink. Het werd een typisch jaren-vijftig gebouwtje waarin een koel-vriescarrousel werd geplaatst. De carrousel bevatte 128 laden met een inhoud van circa 110 liter. De leden hadden allemaal een eigen sleutel waarmee zij op gezette tijden bij de door hen gehuurde lade(n) konden komen. In de beginjaren had de coöperatie circa 80 leden en stonden zelfs mensen op de wachtlijst om een lade te kunnen huren. Begin dit jaar was het aantal leden gedaald tot 63 en waren er 104 van de 128 laden verhuurd. Verdere terugloop was te verwachten en aangezien er fors in de koel-vries- en elektrische apparatuur geïnvesteerd moest worden, zag het bestuur geen andere mogelijkheid dan om de leden voor te stellen om de exploitatie te beëindigen. Daar is in een ledenvergadering op 1 mei 2011 door de meerderheid mee ingestemd en zo heeft dit karakteristieke gebouwtje zijn functie verloren. Bestuur en leden beraden zich op de toekomstige bestemming.
Frans Ros: "Geen nostalgie". Secretaris van de Coöperatieve Vereniging is Frans Ros, tevens overbuurman. Dat het diepvrieshuisje buiten gebruik is geraakt, doet hem weinig. "Ik ben niet zo nostalgisch, het gebouwtje is niet oud genoeg en je kunt ook niet zeggen dat het een monumentaal uiterlijk heeft, zoals bijvoorbeeld een kerk. Je sluit er wel een tijdperk mee af, maar de installaties zijn op en bij een dalend ledental is er geen toekomst meer. Karakteristiek is het huisje natuurlijk wel; het mag van mij best blijven staan, maar dan moet het verbouwd worden. Het zou wat kunnen zijn voor een kapper, schoonheidsspecialiste, pedicure of manicure. Als diepvrieshuisje is het echt voorbij."
Zorgboerderij op Erve Meijerinkbroek Een interessant voorbeeld van hergebruik is Erve Meijerinkbroek van de familie Asbreuk aan de Benteloseweg 23 in St. Isidorushoeve. De familie Asbreuk kwam in november 1888 op dit erf, toen Bertus Asbreuk trouwde met de weduwe van Jan Bekkedam. Het Meijerinkbroek wordt thans bewoond door Joseph Asbreuk en zijn vrouw Sjanne. Zij hebben de oude boerderij veranderd in een zorgboerderij voor jongvolwassenen met een verstandelijke handicap. Spoedig zal de gevel weer de uitstraling van vroeger hebben en zullen er weer koeien in de stal staan, die door de nieuwe bewoners worden verzorgd. Door de mooie ligging van het erf en de vele activiteiten voor bezoekers, is het een locatie geworden waar vijftien jongeren zich op een zinvolle wijze kunnen ontwikkelen. Vader Bernard van de familie Asbreuk was niet alleen bekend als gedreven landbouwer, maar ook als vaardig amateurhistoricus. Ondanks het vele werk op de boerderij vond hij tijd voor zijn speur- en schrijfwerk. De trots van de familie is het door
22
Bernard geschreven 'Het dikke boek', waarin op 500 handgeschreven pagina's 1000 jaar familie- en streekgeschiedenis is vastgelegd. Het boek is ooit ingebonden in het klooster Sion in Diepenheim en wordt in een kluis bewaard. Asbreuk publiceerde ook gewone boeken, zoals in twee delen 'Een boer, zijn familie en zijn land', en schreef als bestuurslid van de Historische Kring Haaksbergen talloze artikelen over de lokale geschiedenis. Hij overleed in 2006. In het hart van de in Saksische stijl nieuw gebouwde boerderij bevindt zich een historische schouw van Bentheimer zandsteen, waarop het familiewapen en de familiejaartallen zijn vermeld. Het geslacht Asbreuk stamt uit 1381 en heette toen To den Asbroke.
Het erf van Erve Meijerinkbroek. (Foto Henk Krooshof).
23
Thema's Open Monumentendagen > 1997 Religieus erfgoed: De onderhoudsgroep van de Bonifatiuskerk > 1998 Restauratietechnieken: De Blanckenborgh BV > 1999 Monumentaal groen: Landgoed de Jordaanshoeve > 2000 Water: Vereniging Hoksebargse Möll'n > 2001 Wonen: Firma R. Klaver > 2002 Handel en vervoer: Museum Buurt Spoorweg > 2003 Agrarisch erfgoed: Landgoed Het Lankheet > 2004 Verdediging en grenzen: Vereniging Natuurmonumenten > 2005 Religieus erfgoed: Ned. Hervormde Kerk Haaksbergen/Buurse > 2006 Feest: Stichting Groot Scholtenhagen > 2007 Jonge bouwkunst > 2008 Sporen uit het verleden > 2009 Op de kaart gezet > 2010 De smaak van de 19e eeuw: Theeschenkerij Jordaan en het textielverleden Enkele uitgaven nog verkrijgbaar bij het Historisch Centrum.
Colofon Uitgave: Historische Kring Haaksbergen. Samenstelling: Werkgroep Monumenten en Archeologie, met medewerking van de gemeentelijke Monumentenraad. Redactionele bijdragen: Norbert Eeltink, Peter Eijkholt, Jan Goorhuis, Ken Klein Hesselink, Henk Lammers, Frans de Lugt, Gertrud Morsinkhof, Kees Muller, Wim Oltwater, Jan Put, Nico Spit en Clemens Wentink. Coördinatie: Jan Goorhuis en Clemens Wentink. Tekstbewerking: Frans de Lugt. Eindredactie: Bram van Leeuwen. Fotografie: Henk Krooshof en archief Historische Kring Haaksbergen. Druk: Hassink Drukkers, Haaksbergen. Dank. De Open Monumentendag 2011 is mede mogelijk gemaakt door ondersteuning van de Gemeente Haaksbergen. Lezing. Op 27 oktober wordt over het thema van de Open Monumentendag een lezing gehouden in zaal De Oude Molen Aanvang 20.00 uur. Programma: HeemschutDVD over'Veranderend Nederland' 1945-2011 en een presentatie over'Veranderend Haaksbergen'. Na de pauze: 'Herbestemmingprojecten in Haaksbergen'.
24
Foto's op de achtercover: Verscheidene boerderijen hebben de tand des tijds overleefd, zijn gerenoveerd en kregen veelal een nieuwe functie. Linksboven staat een woonboerderij aan de Eibergsestraat, daarnaast kantoor makelaar Burbach aan de Bevertstraat en rechtsboven een boerderij op de hoek van de Geukerdijk en de Veldmaterstraat. In het midden de woonboerderij hoek Peddemors-Nachtegaalstraat, daaronder een gedeeltelijk nieuw opgebouwde woonboerderij aan de Buurserstraat bij het Wilhelminaviaduct en daarnaast een woonboerderij aan de Klaashuisstraat. (Foto's Henk Krooshof).
isflg1 «i*-.