Orthopedie
Hallux valgus en Hallux rigidus
Inleiding Hallux valgus betekent een scheefstand van de grote teen. Hallux rigidus betekent verstijving van het grote teengewricht. Het gewricht van de grote teen is een belangrijk gewricht in de voet, vooral tijdens het lopen. Door dit gewricht kan de voet goed afwikkelen.
1
Normale anatomie voet
Hallux Valgus
Klachten De voornaamste klacht is pijn ter hoogte van de grote teen. Door de scheefstand van de grote teen richting kleine teen gaat het kopje van het eerste middenvoetsbeentje steeds meer uitsteken. De grote teen kan zelfs onder de tweede teen komen te staan. Er ontstaat een knobbel aan de binnenzijde van de voet, ook wel bunion, die kan ontsteken, rood worden en drukpijnlijk zijn. De huid kan rood en gevoelig worden en het dragen van schoenen wordt pijnlijk.
2
Vaak ontstaat moeheid en/of pijn onder de voorvoet. Er kan eeltvorming onder de bal van de voet optreden door een verkeerde belasting van de voet. Standsverandering en overbelasting van de andere tenen kunnen ook voorkomen. Door langdurige irritatie in het grote teengewricht kan dit gewricht verstijven. Dat noemt men een hallux rigidus.
Oorzaak klachten Er zijn verschillende factoren die kunnen leiden tot scheefstand en/of pijn van de grote teen. Langdurige verkeerde belasting van de voorvoet, zoals het dragen van schoenen met hoge hak en (te) smalle voorvoet. Erfelijke aanleg speelt hierbij zeker een rol, zoals het hebben van een brede voorvoet/spreidvoet of platvoet. Slijtage in het gewricht van de grote teen kan leiden tot verstijving en scheefstand. Dit geeft pijn tijdens het lopen en kan ook ’s nachts pijnlijk zijn. Ziekten zoals diabetes mellitus of reumatoïde artritis kunnen het ontstaan van een hallux valgus of hallux rigidus versnellen.
Behandeling klachten De orthopedisch chirurg stelt de diagnose aan de hand van de klachten, het lichamelijk onderzoek en een röntgenfoto. Er zijn verschillende mogelijkheden om de klacht te verminderen. Het opvolgen van een goed schoenadvies. Dat wil zeggen dat u schoenen met een smalle punt en een hoge hak het best kunt vermijden en dat u bij voorkeur schoenen draagt van zacht leder zonder naden aan de kant van de zwelling.
3
U kunt uw schoenen laten oprekken bij de schoenmaker op de plaats van de zwelling en/of beschermende kussentjes gebruiken in de schoen om de pijn te verzachten. Het dragen van steunzolen die de arts voorschrijft om de belasting van de voet te verbeteren. Een operatie.
Operatie Het doel van de operatie is om de pijn veroorzaakt door de scheefstand van de grote teen weg te nemen. Er zijn verschillende operatiemethoden die gebruikt worden, afhankelijk van het probleem dat u hebt. Akin procedure: uit het basiskootje van de grote teen wordt een wigvormig stukje bot verwijderd om zodoende de stand van de grote teen te veranderen. Het ingezaagde botje wordt met een schroefje vastgezet. Het grote teengewricht blijft beweeglijk. Deze operatie vindt altijd plaats in combinatie met een operatie aan het middenvoetsbeentje. Scarf-osteotomie: deze operatie wordt gedaan bij klachten aan de knobbel van de grote teenbasis door de standsafwijking. Het middenvoetsbeentje van de grote teen wordt Z-vormig ingezaagd, verschoven en vastgezet met 2 schroefjes. De knobbel wordt deels verwijderd en de stand verbeterd. Het grote teengewricht blijft beweeglijk. Chevronoperatie: het einde van het eerste middenvoetsbeentje wordt van stand veranderd en vastgezet met twee kleine schroefjes. De knobbel aan de zijkant van de voet wordt weggehaald. De voorvoet is hierna smaller. Het grote teengewricht blijft beweeglijk. MTP-1 artrodese: deze operatie wordt gedaan bij ernstige pijn bij slijtage en scheefstand aan het grote teengewricht. Het basisgewricht van de grote teen wordt vastgezet, meestal met een plaatje en/of schroeven. Dit neemt de pijn weg en verbetert de stand van de grote teen waardoor lopen en af4
zetten van de voet weer krachtiger wordt. Het grote teengewricht is verstijfd. Bij alle grote teenoperaties wordt een kleine wond gemaakt aan de binnenzijde van de voet ter hoogte van de knobbel en richting de enkel, afhankelijk van welke operatie. Het is mogelijk om tijdens dezelfde operatie ook een correctie van één (of meerdere) tenen te laten uitvoeren. U wordt een nacht opgenomen. De operatie vindt plaats door middel van een ruggenprik of onder algehele verdoving. Dit bespreekt u met de anesthesist.
Nabehandeling Uw orthopedisch chirurg stelt u op de hoogte van uw nabehandeling. U wordt nabehandeld met een gipsschoen of met een verbandschoen. Als u met een verbandschoen wordt nabehandeld, heeft u op de polikliniek, voorafgaand aan de operatie een verbandschoen voorgeschreven gekregen van uw arts. Deze neemt u mee als u wordt opgenomen. Nabehandeling in een gipsschoen: Na de operatie is uw voet ingepakt in een gipsschoen. De eerste twee weken na de operatie mag u hierop niet belasten. Het is daarom belangrijk krukken mee te nemen naar het ziekenhuis. Deze heeft u nodig om te lopen zonder op het geopereerde been te steunen. Na twee weken komt u op wondcontrole op de polikliniek. Het gips wordt eraf gehaald en de wond geïnspecteerd. Hierna gaat u de komende maand de voet geleidelijk opbouwend belasten in een Hannover verbandschoen. Dit is een schoen die u “dwingt” om de voet eerst op de hak te zetten en vervolgens plat weg te zetten. Dus het afwikkelen van de voet is niet mogelijk. Door de vorm van deze schoen krijgt uw voorvoet rust om te herstellen. 6 Weken na de operatie wordt er een foto gemaakt van uw voet. Als er voldoende opbouw van het bot is bereikt, mag u zonder de verbandschoen gaan lopen. Het is belangrijk dat u 5
stevige schoenen draagt en lopen op hakken de eerste tijd vermijdt. Nabehandeling in een verbandschoen: Na de operatie is uw voet verbonden met een drukverband. U draagt de verbandschoen, waarmee u de dag na de operatie mag gaan lopen met behulp van krukken.
Algemeen Het is belangrijk krukken mee te nemen naar het ziekenhuis. U komt 2 weken en 6 weken na de operatie op controle in de verbandkamer. Na 6 weken wordt er een controlefoto gemaakt om te beoordelen of het bot is vastgegroeid. Als er voldoende opbouw van het bot is bereikt, mag u zonder verbandschoen lopen. Het is belangrijk dat u stevige schoenen draagt en lopen op hakken de eerste tijd vermijdt. Als het gips of het verband van de voet af is en de wond droog is, mag de wond kortdurend nat worden met schoon stromend water (douche of kraan). Gebruik nog geen zeep want de huid is nog kwetsbaar.
Complicaties Bij iedere ingreep bestaat de kans op complicaties. Het is van belang dat u hiervan op de hoogte bent. Algemene complicaties: Nabloeding. Wondinfectie. Zenuwbeschadiging. Omdat er een snee in de huid wordt gemaakt, kan een huidzenuw beschadigd raken. Dit geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid rondom de wond. Meestal verdwijnen deze klachten in de loop van de tijd vanzelf. Soms zijn ze echter blijvend. 6
Specifieke complicaties: Een stijver gewricht. Onvoldoende of overmatige correctie van het gewricht. Langdurige zwelling van de voorvoet.
Algemene praktische adviezen Gebruik de pijnstillers die u bij ontslag meekrijgt. Deze werken pijnstillend en ontstekingsremmend. Na de operatie kan de voet zwelling vertonen. Het is daarom belangrijk de voet de eerste periode regelmatig omhoog te leggen.’s Nachts kan dit door een kussen onder het voeteneind van het matras te doen. Zwelling die optreedt na activiteit is vaak een teken dat u teveel heeft gedaan of de voet te lang naar beneden heeft gehouden. De zwelling van de voet kan lang, 3 tot 6 maanden, aanhouden. Als u zes weken na de operatie zonder gips of verbandschoen gaat lopen, is het belangrijk om stevige schoenen te dragen. Schoenen met een goed voetbed en een stevige zool. Het duurt enkele maanden voordat u gewend bent aan de “nieuwe voet”. Oude schoenen hebben nog de “oude” vorm van de voet. De balans van de voet kan veranderd zijn waardoor de schoenen niet meer prettig lopen. Dit geldt ook voor inlegzooltjes. 3 Maanden na de operatie komt u nog éénmaal op controle om de ingreep met uw specialist na te bespreken. Dan wordt er ook gekeken of u (andere) inlegzooltjes moet krijgen. Het moment waarop u uw werk kunt hervatten is afhankelijk van het soort werk dat u doet. Bij zittend werk kunt u meestal na twee tot vier weken het werk hervatten. Bij zwaarder werk, waarbij u veel moet lopen, is het verstandig twee tot drie maanden aan te houden. Ook het hervatten van sport is afhankelijk van het soort sport die u beoefent. Bespreek dit eventueel tijdens uw polikliniekbezoek.
7
Wanneer moet u de arts waarschuwen? In onderstaande gevallen moet u de arts waarschuwen: Als u koorts krijgt en de hele voet veel meer pijn gaat doen en dik wordt. Als u de voet goed kon belasten en ineens niet meer op de voet kan staan. Als er een wondlekkage optreedt.
Belt u tijdens kantooruren naar de polikliniek orthopedie: 0164- 278877 Belt u ’s avonds en in het weekend naar de afdeling orthopedie: 0164- 278570.
april 2012
8