Bijlage 3.1 DB 2012-04-23
ORGANISATORISCH KADER ONTWIKKELING, UITVOERING, BORGING ‘TOETSEN & BEOORDELEN’
FACULTEIT EDUCATIE HOGESCHOOL UTRECHT Versie 0.7, 11 april 2012
1.
Aanleiding
Toetsen & beoordelen vormen de basis voor de borging van de kwaliteit van het hoger (beroeps)onderwijs en zijn daarmee een cruciaal onderdeel van het Nederlands accreditatie- en inspectiekader. De implementatie van het hogeschoolbrede project ‘Van Cijfer Tot Diploma’ (VCTD) per september 2011is gericht op borging van de onderwijskwaliteit binnen alle faculteiten en instituten van de Hogeschool Utrecht. Hoewel alle lerarenopleidingen van de Faculteit Educatie gedurende de afgelopen drie jaar zijn geaccrediteerd, is het thema toetsen & beoordelen op facultair- en instituutsniveau momenteel onvoldoende helder belegd, waardoor de Faculteit Educatie – zeker als verzameling van lerarenopleidingen – potentieel kwetsbaar is, mede in aanmerking genomen, dat de accreditatie-eisen die bij het nieuwe beoordelingskader worden gesteld aan de borging van de kwaliteit van toetsing en beoordeling zijn verzwaard. Bovendien beoogt de Faculteit Educatie, samen met haar (onderwijs)partners, voorop te lopen bij innovatieve, onderwijsgerelateerde ontwikkelingen. Rondom het thema toetsen & beoordelen is dit vooralsnog niet het geval.
2.
Doelstellingen
a) Kwaliteit en kwaliteitsborging ten aanzien van toetsen & beoordelen zijn binnen alle opleidingen van de Faculteit Educatie op orde (‘accreditatie- en inspectieproof’), waarbij als kenmerk geldt dat de PDCA-cyclus aantoonbaar volledig wordt doorlopen b) Binnen de Faculteit Educatie is sprake van een werk- en leeromgeving, waarbij toetsen & beoordelen voor docenten, studenten en onderwijsondersteunend personeel met bemoeienis hiermee een doorlopend gespreksthema is. c) De organisatorische inbedding van toetsen & beoordelen binnen de Faculteit Educatie is zodanig, dat deze een doorlopend gesprek tussen alle betrokkenen (docenten, studenten, management, examencommissie, beleidsmedewerkers) over de kwaliteit van toetsen & beoordelen ondersteunt.
3.
Uitgangspunten bij organisatorisch kader toetsen & beoordelen
Aanvullend op de uitgangspunten, zoals benoemd in het ‘Facultair Kader voor toetsing en beoordeling 2010-2012’, 1 gelden bij de uitwerking van het organisatorisch kader voor de Faculteit Educatie tevens de volgende uitgangspunten: A.
B.
1
Inhoudelijke uitgangspunten: 1. “KWALITEIT IS VAN IEDEREEN” ofwel ............ kwaliteit van de toetsen & beoordelen is primair de verantwoordelijkheid van elke afzonderlijke docent / examinator van een opleiding. 2. Basis voor borging van de kwaliteit van toetsen & beoordelen vormt een terugkerend, volledig doorlopen van de PDCA-CYCLUS bij alle onderwijseenheden van alle opleidingen binnen de Faculteit Educatie. 3. Het faculteitsbrede BELEID ten aanzien van toetsen & beoordelen is afgestemd op en in lijn met hogeschoolbrede kaders en landelijk geldende richtlijnen voor de lerarenopleidingen.
Organisatorische uitgangspunten: 4. TAKEN, VERANTWOORDELIJKHEDEN EN BEVOEGDHEDEN ten aanzien van toetsen & beoordelen zijn helder belegd en worden ook in voldoende mate gefaciliteerd. 5. Uitvoering van toetsen & beoordelen is belegd bij het onderwijs (instituten en opleidingen). De LIJN is verantwoordelijk voor kwaliteit en kwaliteitsbewaking ten aanzien van toetsen en beoordelen, de EXAMENCOMMISSIE voor toezicht op kwaliteit en kwaliteitsborging. 6. Bij het beleggen van taken op de terreinen van toetsen & beoordelen wordt een ONDERSCHEID gemaakt tussen UITVOERENDE-, BELEIDS- EN TOEZICHTHOUDENDE TAKEN. 7. Het organisatorisch kader stimuleert en versterkt de onderlinge VERBINDING ten aanzien van toetsen & beoordelen tussen: • opleidingen, instituut en faculteit; • management en examencommissie; • onderwijs en ondersteuning.
In verband met inhoud en looptijd is actualiseren van het huidige Facultair Kader voor toetsing en beoordeling voor 31 december 2012 noodzakelijk. 1
8. Alle MEDEWERKERS van de Faculteit Educatie, betrokken bij toetsen en beoordelen, geven uitvoering aan het vastgestelde beleid ten aanzien van toetsen en beoordelen, zijn voldoende competent om dit te doen, zijn hierop aanspreekbaar en bereid en in staat hierover verantwoording af te leggen.
Nota bene: Toetsorganisatie en toetslogistiek behoren expliciet tot de scope van direct betrokkenen bij de ontwikkeling, uitvoering en borging van toetsen en beoordelen!
4A.
Uitvoerende taken rondom toetsen & beoordelen
De faculteitsdirecteur is op facultair niveau eindverantwoordelijk voor de kwaliteit en kwaliteitsborging van toetsen & beoordelen. De taken en verantwoordelijkheden van de faculteitsdirecteur in dit kader betreffen: a. Op facultair niveau monitoren en bewaken van de kwaliteit van toetsen & beoordelen; b. Beleggen en monitoren van activiteiten om het faculteitsbrede beleid ten aanzien van toetsen & beoordelen actueel en op peil te houden; c. Het benoemen en faciliteren van de leden van de examencommissie.
De instituutsdirecteur is op instituutsniveau eindverantwoordelijke voor de kwaliteit en kwaliteitsbewaking van toetsen & beoordelen. De taken en verantwoordelijkheden van de instituutsdirecteur in dit kader betreffen: a. Op instituutsniveau monitoren en bewaken van de kwaliteit van toetsen & beoordelen; b. Beleggen en monitoren van activiteiten om het instituutsbrede beleid ten aanzien van toetsen & beoordelen actueel en op peil te houden.
Op opleidingsniveau is de opleidingsmanager/teamleider eindverantwoordelijk met betrekking tot de kwaliteit en kwaliteitsbewaking van toetsen & beoordelen. De taken en verantwoordelijkheden van de opleidingsmanager / teamleider in dit kader betreffen: a. Op opleidingsniveau de kwaliteit van toetsen & beoordelen monitoren en bewaken aan de hand van het volledig (laten) doorlopen van de PDCA-cyclus per onderwijseenheid; b. Uitvoering geven op opleidingsniveau aan het vastgestelde faculteits- en instituutsbrede toetsbeleid.
Bij elke opleiding binnen de Faculteit Educatie is / zijn (een) cursuscoördinator(en) verantwoordelijk voor een onderwijseenheid, inclusief de (summatieve) toetsing daarvan. Dit docentduo wordt benoemd in de studiehandleiding, behorende bij de betreffende onderwijseenheid. Deze docenten zijn, hiertoe formeel aangewezen door de examencommissie als examinator, verantwoordelijk voor het ontwikkelen, afnemen, beoordelen, verwerken en evalueren van de toets en daarmee ook voor de kwaliteit en kwaliteitsborging van toetsen & beoordelen binnen de betreffende onderwijseenheid.
Op basis van concrete opdrachten ten aanzien van toetsen & beoordelen, voortkomend uit de resultaten van de nulmetingen (zie bij 5), studentenevaluaties,, onderwijsinnovatie, accreditaties etc., fungeren op projectbasis ontwikkelteams op het niveau van onderwijseenheid /opleiding /cluster / instituut / faculteit.
4B.
Beleidstaken rondom toetsen & beoordelen
Beleidstaken op instituutsniveau ten aanzien van toetsen & beoordelen zijn belegd bij een Instituutsbrede Expertgroep Toetsen & Beoordelen (IETB) 2. Instituutsbrede beleidstaken betreffen in dit geval de nadere uitwerking en/of operationalisering van vastgesteld facultair beleid op het terrein van toetsen en beoordelen. Opdrachtgever:
2
Instituutsdirecteur.
De Instituutsbrede Expertgroep Toetsen & Beoordelen vervult de taken die in het Facultair Kader Toetsen en Beoordelen FE, 2010-2012 zijn belegd bij de ‘Toetscommissie’. Om verwarring te voorkomen, wordt de benaming ‘Toetscommissie’, gelet op de WHW, gereserveerd voor een eventueel door de Examencommissie in te stellen (sub)commissie (zie ook: paragraaf 4C). 2
Samenstelling:
3 – 5 leden, met vertegenwoordigers vanuit clusters van opleidingen (Archimedes) of vanuit secties en/of locaties per instituut (IGT&D, ITT, SvO). De instituutsdirecteur benoemt de leden van de IETB, inclusief de voorzitter, en voert met hem / haar periodiek overleg. Leden van de IETB beschikken over aantoonbare expertise op het terrein van toetsen & beoordelen c.q. zijn bereid en in staat zich deze expertise op korte termijn eigen te maken 3.
Taken en verantwoordelijkheden: a. In opdracht van de instituutsdirecteur binnen de gegeven HU/FE-kaders uitwerken en/of operationaliseren van het beleid ten aanzien van toetsen & beoordelen op instituutsniveau, zowel vanuit onderwijsinhoudelijk als ook vanuit organisatorisch-logistiek perspectief; b. Adviseren op instituutsniveau over het beleid ten aanzien van toetsen & beoordelen, zowel vanuit onderwijsinhoudelijk als ook vanuit organisatorisch-logistiek perspectief; c. In opdracht van de opdrachtgever afstemmen en bewaken van instituutsbrede beleidsuitvoering ten aanzien van toetsen & beoordelen tussen opleidingen / clusters / secties / locaties; d. Oriënteren en afstemmen op relevante externe ontwikkelingen ten aanzien van toetsen & beoordelen (o.a. in relatie tot ministerie OCW, hbo-raad, ADEF); e. Vormgeven van instituutsbrede kennisverwerving en kennisdeling ten aanzien van toetsen & beoordelen; f. Inzichtelijk maken van toetsbeleid en toetspraktijk bij interne en externe audits; g. Verantwoorden van activiteiten en gerealiseerde activiteiten naar opdrachtgever in de vorm van een (beknopt) jaarverslag. Facilitering:
Te regelen op instituutsniveau (zie par. 5).
Opleidingsmanagers / teamleiders worden bij de invulling van hun taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van toetsen & beoordelen ondersteund door de IETB. Om de beleidsmatige verbinding en kennisdeling op het terrein van toetsen & beoordelen tussen de instituten van de Faculteit Educatie te garanderen wordt een Facultaire Expertgroep Toetsen & Beoordelen (FETB) ingesteld. Opdrachtgever:
Samenstelling:
Directielid Faculteit Educatie met portefeuille Onderwijs in zijn/haar hoedanigheid van voorzitter van het facultair Beleidsteam Onderwijs.
Voorzitters van de 4 IETB’s en één beleidsmedewerker onderwijs (secretaris van FETB). De portefeuillehouder Onderwijs overlegt periodiek met de voorzitter van de FETB. Leden van de FETB beschikken over aantoonbare expertise op het terrein van toetsen & beoordelen..
Taken en verantwoordelijkheden: a. In opdracht van de portefeuillehouder Onderwijs opstellen en/of bijstellen van het beleid ten aanzien van toetsen & beoordelen op facultair niveau, zowel vanuit onderwijsinhoudelijk als ook vanuit organisatorisch-logistiek perspectief; b. Adviseren op facultair niveau over het beleid ten aanzien van toetsen & beoordelen, zowel vanuit onderwijsinhoudelijk als ook vanuit organisatorisch-logistiek perspectief. Dit met specifieke aandacht voor deskundigheidsbevordering van docenten; c. Onder verantwoordelijkheid van de portefeuillehouder Onderwijs afstemmen en bewaken van beleidsuitvoering ten aanzien van toetsen & beoordelen binnen de Faculteit Educatie (o.a. tussen instituten, met Beleidsteam Onderwijs, Examencommissie FE, Kenniscentrum FE,) en binnen de HU (Beleidsraad Onderwijs, O&O); d. Oriënteren en afstemmen op relevante externe ontwikkelingen ten aanzien van toetsen & beoordelen (o.a. in relatie tot ministerie OCW, hbo-raad, ADEF); 3
Vanuit het oogpunt van doorgaande professionalisering wordt voorgesteld de zittingstermijn van leden van de FETB te reguleren (optie: per 2 jaar de helft van de leden vervangen). Eenzelfde opmerking geldt met betrekking tot de zittingstermijn voor alle overige expertgroepen toetsen & beoordelen binnen de Faculteit Educatie
3
e. f. Facilitering:
Vormgeven van faculteitsbrede kennisdeling ten aanzien van toetsen & beoordelen. Verantwoorden van activiteiten en gerealiseerde activiteiten naar opdrachtgever in de vorm van een (beknopt) jaarverslag. Te regelen op faculteitsniveau (zie par. 5).
Om de synergie tussen FETB en facultaire examencommissie te borgen vindt een periodiek overleg plaats tussen de beide voorzitters. Met het oog op samenstelling van het opleidingsportfolio en omvang van de student- en medewerkerpopulatie worden specifiek voor Instituut Archimedes, in aanvulling op de Instituutsbrede Expertgroep Toetsen & Beoordelen, ook Cluster Expertgroepen Toetsen & Beoordelen (CETB) ingesteld (clusters ‘Exact’, ‘Talen’ en ‘Welzijn. Zorg en Maatschappij’). Opdrachtgever:
Portefeuillehouder toetsen & beoordelen van het betreffende cluster (teamleider met instituutsbrede portefeuilletaak)
Samenstelling:
1 afgevaardigde per opleiding met specifieke expertise ten aanzien van toetsen & beoordelen.
Taken en verantwoordelijkheden: a. Ondersteunen bij de beleidsuitvoering ten aanzien van toetsen & beoordelen op opleidingsniveau, zowel vanuit onderwijsinhoudelijk als ook vanuit organisatorischlogistiek perspectief; b. Adviseren over beleid ten aanzien van toetsen & beoordelen op opleidings- en clusterniveau, zowel vanuit onderwijsinhoudelijk als ook vanuit organisatorisch-logistiek perspectief; c. Uitwerking geven aan beleidsontwikkelopdrachten, geformuleerd door de opdrachtgever; d. Afstemmen en bewaken van de beleidsuitvoering ten aanzien van toetsen & beoordelen tussen opleidingen binnen het cluster; e. Vormgeven van clusterbrede kennisverwerving en kennisdeling ten aanzien van toetsen & beoordelen; f. Verantwoorden van activiteiten en gerealiseerde activiteiten naar opdrachtgever in de vorm van een (beknopt) jaarverslag.
Facilitering:
Te regelen op instituutsniveau (zie par. 5).
Binnen Instituut Archimedes is sinds september 2010 ook een Academieteam Toetsen & Beoordelen ingesteld. Dit Academieteam, waar docenten in het kader van deskundigheidsbevordering op basis van professionele affiniteit deel van uitmaken, heeft een inhoudelijk vrije rol, die zich het best als ‘denktank’ laat omschrijven.
4C.
Toezichthoudende taken rondom kwaliteit toetsen & beoordelen
Verantwoordelijke:
Examencommissie
Taken en verantwoordelijkheden: (bron: Eindproduct B3 Van Cijfer Tot Diploma: Format Toezichthoudende rol examencommissies)
“De examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad. Het betreft hier dus een kwaliteitsborgende functie. Specifiek voor het thema toetsen & beoordelen kent de examencommissie de volgende taken en verantwoordelijkheden:
4
1. 2.
Het borgen van de inhoud, het niveau, de validiteit en betrouwbaarheid van toetsen; Het in voorkomende gevallen onderzoeken en evalueren van de wijze van toetsing op onderscheiden kwaliteitscriteria; Het onderzoeken en evalueren van de resultaten van toetsing; Het in voorkomende gevallen controleren van de beoordeling door individuele examinatoren; Het geven van richtlijnen en aanwijzingen aan examinatoren omtrent de wijze van toetsing en beoordeling; Het verlenen dan wel ontnemen van een mandaat aan examinatoren (aanwijzen examinatoren); Het opleggen van sancties of het nemen van maatregelen in geval van oneigenlijke verwerving van studiepunten of oneigenlijke onthouding van studiepunten”.
3. 4. 5.
6. 7.
Nadere invulling van de toezichthoudende rol van de examencommissie op de kwaliteit van toetsen en beoordelen is beschreven in Eindproduct B3 Van Cijfer Tot Diploma: ‘Format Toezichthoudende rol Examencommissies’.
De examencommissie kan – naar eigen inzicht - de toezichthoudende taak op toetskwaliteit onder haar toezicht laten uitvoeren door een Toetscommissie. Deze toetscommissie werkt in opdracht van de examencommissie. Verhouding management – examencommissie De faculteitsdirecteur benoemt de leden van de examencommissie en voert periodiek overleg met de voorzitter van de examencommissie. Conform de wet op het hoger onderwijs (WHW) kent de examencommissie een eigenstandige bevoegdheid, onafhankelijk van het management (teamleider, clustermanager, instituutsdirecteur, faculteitsdirecteur, CvB). Tegelijkertijd is een goede samenwerking tussen management en examencommissie doorslaggevend bij het borgen van de kwaliteit van het onderwijs en daarmee het borgen van de kwaliteit van toetsen en beoordelen. Immers, zowel management als ook examencommissie staan uiteindelijk voor hetzelfde: realisatie en borging van kwalitatief goed onderwijs! De ideale samenwerking tussen management en examencommissie kenmerkt zich door synergie, gebaseerd op een wederzijds scherp bewustzijn van en respect voor elkaars rol, inclusief de daarbij behorende taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Essentieel voor deze synergie is dat: -
de examencommissie, met kennis van en begrip voor het algemeen beleid en de belangen van de onderwijsorganisatie, enerzijds de ruimte neemt om zich op te stellen als kritisch toezichthouder met betrekking tot het thema onderwijskwaliteit (inclusief kwaliteit van toetsen en beoordelen) en anderzijds zich opstelt als kritisch adviseur naar het management; het management het functioneren van de examencommissie mogelijk maakt en versterkt door: o actief te sturen op handhaving van de onderwijs- en examenregeling (OER); o de examencommissie adequaat te faciliteren; o de examencommissie in haar toezichthoudende rol te respecteren; o signalen en adviezen van de examencommissie serieus te nemen en – na kritische weging – te vertalen in verbeteractiviteiten; o zich op te stellen als eigenaar van deze verbeteractiviteiten; bereid te zijn verantwoording naar de examencommissie af te leggen over de aard en voortgang van het ingezette verbeterbeleid en daaruit voortvloeiende verbeteractiviteiten.
5.
Implementatie organisatorisch kader
Met betrekking tot de implementatie van het voorliggend organisatorisch kader gelden 4 belangrijke perspectieven: 1. Snelle, adequate bemensing en facilitering van de benoemde expertgroepen; 2. Gerichte sturing vanuit de lijn; 3. Een richtinggevende startopdracht voor de expertgroepen; 4. Planning van een tussentijdse evaluatie. 5
Ad 1). Implementatie van het organisatorisch kader vergt indicatief de volgende investeringen; A. Ten laste van de facultaire begroting: Facilitering van de Facultaire Expertgroep Toetsen & Beoordelen (4 * 0.1 fte) 0.4 fte Facilitering van de Facultaire Examencommissie vastgesteld xx fte Formatie Stafbureau inbegrepen 0.1 fte Scholingskosten nader in te vullen
B. Ten laste van de instituutsbegrotingen: Facilitering van de Instituutsbrede Expertgroep Toetsen & Beoordelen Facilitering van de Cluster Expertgroepen Toetsen & Beoordelen IA Scholingskosten
(3-5 * 0.1 fte) 0.3-0.5 fte (14* 0.1 fte) 1.4 fte nader in te vullen
Voorgesteld wordt bemensing en facilitering van de expertgroepen per 1 mei 2012 gerealiseerd te hebben.
Ad 2). Gerichte lijnsturing ten aanzien van de implementatie van het organisatorisch kader rondom toetsen & beoordelen behelst, in ieder geval, 2 aspecten: a. Sturing op opleidingsniveau op het aantoonbaar en herhaald volledig doorlopen van de PDCA – cyclus; b. Adequaat opdrachtgeverschap voor de benoemde expertgroepen.
Ad 3). Formulering van een richtinggevende startopdracht voor de expertgroepen: Uit de rondgang bij instituten ter voorbereiding op het opstellen van het organisatorisch kader blijkt dat het urgentiebesef ten aanzien van toetsen & beoordelen aanwezig is, maar dat een gedetailleerd zicht op de status quo omtrent toetsen & beoordelen op opleidingsniveau in uiteenlopende mate aanwezig is. Om tot gerichte beleidsontwikkeling te kunnen komen is het noodzakelijk een goed, gedetailleerd zicht te hebben op de stand van zaken omtrent toetsen & beoordelen per opleiding, (indien van toepassing) cluster, instituut en faculteit. Daarom wordt voorgesteld bij elke opleiding binnen de Faculteit Educatie voor de zomer 2012 een nulmeting ten aanzien van toetsen & beoordelen te laten plaats vinden. De resultaten van deze nulmetingen vormen vervolgens de input voor de beleidsagenda 2012-2013 met betrekking tot toetsen & beoordelen op het niveau van opleidingen, (indien van toepassing) clusters, instituten en faculteit.
OPDRACHTFORMULERING: periode mei - juli 2012: 1. Maak, in afstemming met de examencommissie, voor 15 mei 2012 met behulp van het facultaire toetskader een simpel format / formuleer criteria voor het uitvoeren van (een) beperkte, interne nulmeting(en) op opleidingsniveau, gericht op toetsen & beoordelen. Bij de nulmeting gelden de volgende aandachtspunten: de kwaliteit van toetsen binnen propedeuse en hoofdfase; de kwaliteit van het toetsprogramma, met specifieke focus op de kwaliteit van het afstudeerprogramma; de kwaliteit van het kwaliteitszorgsysteem ten aanzien van toetsen & beoordelen; de kwaliteit van de inrichting van examens en tentamens conform OER artikel 31. aard en omvang met betrekking tot de aanwezige personele expertise ten aanzien van toetsen & beoordelen; een indicatie met betrekking tot de gemiddelde reële tijdsbesteding per medewerker ten aanzien van toetsen & beoordelen; een indicatie met betrekking tot de aanwezige expertise en instrumenten ten aanzien van leerwegonafhankelijk toetsen als toekomstige alternatieve toetsvorm BELEGD BIJ: FETB 2.
Voer in de vorm van een peer review / intercollegiale consultatie voor de zomervakantie een NULMETING uit bij elke opleiding binnen de Faculteit Educatie, gericht op toetsen & beoordelen en op basis van de criteria, zoals geformuleerd door de FETB. Elke nulmeting bestaat uit bestudering van relevante documenten en gesprekken met teamleider, docenten én studenten BELEGD BIJ: IETB (IGT&D, ITT, SvO) / CETB (Archimedes)
6
3. 4. -
Elke nulmeting leidt voor 01 juli 2012 tot (max.) 2 A4 met (onderbouwde) bevindingen, conclusies en aanbevelingen per opleiding ten behoeve van team, teamleider, instituutsdirectie en examencommissie. BELEGD BIJ: IETB (IGT&D, ITT, SvO) / CETB (Archimedes)
Formuleer uiterlijk 15 juli 2012 voor de opdrachtgever op basis van de resultaten van de uitgevoerde nulmeting(en) een beleidsagenda op opleidings-, (indien van toepassing) cluster-, instituuts- en faculteitsniveau ten aanzien van toetsen & beoordelen voor het collegejaar 2012-2013. De beleidagenda wordt ter vaststelling aan de opdrachtgever voorgelegd. BELEGD BIJ: - IETB / BETB met betrekking tot opleidings-, cluster- en instituutsniveau; - FETB met betrekking tot faculteitsniveau.
Ad 4). Plan met alle betrokkenen een tussentijdse evaluatie met betrekking tot de invoering van het voorliggend organisatorisch kader.
6.
TOT SLOT
Hoewel deze notitie een organisatorisch kader beschrijft, is helder dat de kwaliteit van toetsen & beoordelen uiteindelijk wordt bepaald door de aanwezige competenties van docenten op dit terrein. Het directieraad van de Faculteit Educatie wordt daarom uitgenodigd om op korte termijn in dit kader een helder, richtinggevend beleid te formuleren en (laten) implementeren. Mogelijke invalshoeken daartoe zijn het behalen van een certificeringtraject voor alle docenten / examinatoren van de Faculteit Educatie ten aanzien van toetsen & beoordelen (zie: www.nve.nl) en het opnemen van het thema toetsen & beoordelen als vast onderdeel van de RGW – cyclus.
7