Katwijk Kroniek Orgaan van de Stichting Oud-leerlingen Katwijk. Postbus 12, 3720 AA Bilthoven, www.mutua-fides.com nr. 68
najaar 2012
In memoriam Harry Schelbergen s.j. Met bijdragen van: Paul Begheyn s.j., Gregory Brenninkmeijer s.j., Mattijn Buwalda, Rob Dashorst, Tirso Francès, Theo Heere, Marijke Wijgerinck, Peter Koper s.j. en Steve van der Ven.
ww
2
ww
2
Inhoudsopgave Katwijk Kroniek 68 najaar 2012
Inhoudsopgave Katwijk Kroniek 68 najaar 2012
Woord van de voorzitter De ziekenzalving van Harry Schelbergen Een rots om op te vertrouwen Een geboren vader Harry Schelbergen, een man met gevoel Meer dan een gewone oom Mijn vriend Harry Schelbergen s.j. Met Harry kamperen in Frankrijk Kapitein Harry Brief aan Harry Harry, een herinnering... Hoe warm het was en hoe ver Reünie van ‘Het Gezelschap der Tachtigers’ Sint Willibrord jubileert Ridder Armand bouwt kasteel Reünie jaargang 1976 – ’82 Heerenavond 2013 in ‘De Garage’, Utrecht Nieuw op www.mutua-fides.com In dankbare herinnering aan Willem Gockel Lezersreactie
4 6 7 10 13 16 19 21 24 28 32 34 36 42 43 44 46 47 48 50
Personalia Colofon
51 51
5
28
43
4 6 7 10 13 16 19 21 24 28 32 34 36 42 43 44 46 47 48 50 51 51
8
24
48
4
5
Voorwoord door Rob Dashorst, voorzitter Stichting Oud-leerlingen Katwijk
Dit jaar is ons een persoon ontvallen die onze stichting Oud-leerlingen een zeer warm hart toedroeg. Pater Harry Schelbergen overleed op 19 augustus 2012 in de middag. De Stichting Oudleerlingen Katwijk heeft u middels e-mailberichten op de hoogte gehouden van zijn ziekbed en u geïnformeerd over de ziekenzalving die op 25 juli plaatsvond. De wake op donderdag 23 augustus werd door zo’n 120 personen bezocht en de kerkdienst op 24 augustus in de Petrus Canisiuskerk in Nijmegen door zo’n kleine driehonderd mensen. Allemaal kwamen zij Harry Schelbergen de laatste eer bewijzen. Namens u allen heeft de Stichting Oud-leerlingen Katwijk een rouwannonce in de kranten geplaatst, en tijdens de uitvaart zijn persoon geëerd. U begrijpt dat wij in deze Katwijk Kroniek extra aandacht aan Pater Harry Schelbergen geven middels bijdragen van oud-leerlingen en familie die dicht bij hem stonden. Mattijn Buwalda diepte markante foto’s op van Harry voor een speciale versie van zijn serie ‘De Breul revisited’. Op de Mutua-Fides-site vindt u naast een update van nieuwe foto’s een fotoreportage van de uitvaart, gemaakt door Simon Le Fèvre, en een videoreportage gemaakt door Louis Ploegmakers. Wat leest u verder in deze uitgave? Een rectificatie voor de oud-leerlingen van 1943-1945 (Kasteel Neubourg – reünie in Roermond op 21 september 2011).
Een verontschuldiging is hier op zijn plaats omdat wij verzuimd hebben het verslag van de reünie bij de portretfoto’s in de kroniek van juni j.l te plaatsen. U treft het geheel alsnog aan in deze kroniek. De Katwijk Golfreünie is gehouden op 17 augustus in St. Michielsgestel, op Golfclub De Dommel, waar de winnaar – dit jaar Frank Rademaker – traditiegetrouw een verslag over schreef. Het was een mooie warme middag daar in het Brabantse! Joan Hegener staat stil bij de naamgever van ons internaat, St. Willibrord, naar aanleiding van een 25-tal evenementen dat ter ere van de heilige wordt gehouden in Waalre. Nieuws is ook dat onze oud-voorzitter Armand Martens op 29 augustus werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij heeft deze onderscheiding gekregen voor verdiensten waar Steve van der Ven u meer over vertelt. Dan is er nieuws over de Heerenavond, welke ditmaal gepland is in maart 2013. Rob Heijmerink schrijft hierover. Kortom, de moeite waard om er even voor te zitten. Namens het bestuur van de Stichting Oud-leerlingen Katwijk en de redactie van de Katwijk Kroniek wens ik u een veilige overwintering, prettige feestdagen en een voorspoedig Nieuwjaar.
6
De ziekenzalving Kop van Harry Schelbergen
‘Een rots om op te vertrouwen’ door Rob Dashorst
Aan het overlijden van pater Harry Schelbergen ging een traditionele ziekenzalving vooraf, waarbij pater Peter Koper s.j. de mis opdroeg. Rob Dashorst doet verslag.
Velen waren die avond aanwezig en voor iedereen had Harry even tijd. Het ging hem niet makkelijk af, want hij had veel pijn. Hij zag er heel broos uit, maar onderging alles met een wonderbaarlijke rust en acceptatie. Toch had Harry het gehele proces zelf nog geregisseerd. Met hulp van Willem Jan Beerkens heeft hij nog in maart een boekje samengesteld met als titel Vrede. Het boekje geeft zijn levensloop weer vanuit het perspectief van een gelovig man.
Harry genoot zichtbaar van de mis. Het leek alsof hij op een andere frequentie de mis meemaakte dan de rest van de aanwezigen Pater Peter Koper droeg de mis voor. Hij vertelde dat zalving een bevestiging van innerlijke vrede is. Dat vredige zag je bij Harry. Terwijl Peter Koper verder ging met de mis, keek ik naar Harry, die vlakbij zat. In al die jaren dat ik hem kende heb ik hem nog nooit zo rustig en gelukkig gezien. Harry genoot zichtbaar van het geheel. Het leek alsof hij op een andere frequentie de mis meemaakte dan de rest van de aanwezigen. En toen
Peter Koper naar hem toekwam om hem daadwerkelijk te zalven, leek het alsof Harry een ander mens werd. Zo intens vredig onderging hij de zalving, met zichtbare ontroering. Het was prachtig om dit mee te mogen maken. Na de mis was er gelegenheid om een kopje koffie te drinken in de refter. Ik keek van nabij hoe Harry moeiteloos omging met de drukte om hem heen. Een man die geen pijn leek te hebben, broos, maar ook een man met energie. Kortom een man die geloofde, een optimist in hart en ziel en dat bleef hij. Zijn bidprentje vermeldt: Zijn wij alleen stof dat na de dood uiteen valt? Is dat het? Ik geloof, maar hopen? Tot ziens in de hemel? Dat er wel iets is? Ik vind dat te weinig.
7
door Peter Koper s.j.
Pater Peter Koper deed de ziekenzalving van Harry Schelbergen SJ, en sprak daarbij deze woorden.
Laten we midden in de lezing van Jesaja gaan staan. Dan horen we dat wij altijd, in welke levensfase we ons ook mogen bevinden, in Gods handen zijn. Wat in de tijd van Jesaja gold, geldt voor iedere tijd na Jesaja wanneer onze situatie gelijkenis vertoont met die van Jesaja. De heer blijft ons vrijkopen uit iedere vorm van slavernij. Een mens mag aan van alles verslingerd of gehecht zijn. Maar als je van die verslaving af wilt, ermee wilt breken, kent de Heer de uitweg als we op hem ons vertrouwen stellen. We zijn verliefd op leven, we geven het niet graag af, we hebben moeite om het los te laten. Dat kost strijd; we verzetten ons ertegen, we weten wat we hebben en zijn bang of nieuwsgierig naar wat ons na dit leven te wachten staat. Dat is een reis, een bewustwording die om veel tijd, stilte en meditatie vraagt. We zijn bang in een kuil te vallen of in een ravijn om te komen. Maar geen kuil of ravijn is te diep of de Heer weet de weg eruit. Water stijgt tot onze lippen en we vrezen dat het verder zal stijgen. Maar geen water is te hoog of te koud. Onze Heer kan erop lopen en steekt zijn hand uit
om ons te redden. Hij is sterker dan water stromen kan. Geen vuur is te heet of te nabij: hij weet ons met zijn vleugels te beschermen. Eén vuur is er dat niemand verteert, dat is het vuur voor zijn huis. Dat vuur reinigt van ongerechtigheden en zuivert ons hart. Mensen kiezen ervoor of doen of ze daar nooit van gehoord hebben, misschien wel omdat ze bang zijn zelf iets te kort te komen. Met dat vuur in vlam gezet, weet je dat waar je ook bent en wat je ook doet: de Heer zal mij redden waar ik ook ga. Harry, als ik zó het boek over je leven lees waaraan je in dit huis ontelbare uren hebt gewerkt, was je niet bang voor kuilen en ravijnen, voor hoog water en onuitblusbaar vuur. Voor anderen was je een rots om op te vertrouwen, een haven waar mensen een veilig heenkomen vonden, een raadsman voor wie zicht op eigen leven kwijt waren. Wees niet bang, want ik zal je vrijkopen, zegt de Heer bij monde van Jesaja. Zijn woorden klinken door tot op dit uur. Ze zijn tot jou en allen hier aanwezig gericht. Jij weet dat je dagen onder ons beperkt zijn. Aan ons is de opdracht te doen wat jij ons hebt voorgedaan.
8
9
Alle foto’s van de uitvaart van Harry Schelbergen s.j. zijn gemaakt door Simon Le Fèvre.
10
11
Een geboren vader Overweging bij de uitvaart van Harry Schelbergen SJ door Gregory Brenninkmeijer SJ
In de parochiekerk van St. Petrus Canisius in Nijmegen sprak pater Gregory Brenninkmeijer als voorganger bij de uitvaartmis van Harry Schelbergen s.j. op 24 augustus van dit jaar de volgende ‘overweging’ uit.
Harry Schelbergen was al geruime tijd met zijn overlijden bezig. Al ver voordat hij zijn boek begonnen was te schrijven. Eigenlijk al vanaf ‘dat wat er met mij gebeurd is’, zoals hij zijn herseninfarct noemde, omdat dat woord voor hem te ingewikkeld geworden was. Die herseninfarct, die op 21 oktober 1995 een abrupt einde maakte aan zijn uiterst werkzame leven, werd plotseling de opening naar een tijd van verstilling, die nog 17 jaar heeft mogen duren.
Hemelse Vader op hem had gelegd. Dat verhaal ontroerde hem diep. Harry was een geboren vader. Zelf had hij van het vaderschap afgezien zonder te weten dat hij geroepen was vader te worden voor velen.
In die periode heeft Harry met verschillende evangelieverhalen geleefd. Het verhaal van de verloren zoon met name, was er een van. Daarin zag hij de Vader-rol verbeeld, die hij in uiteenlopende intensiteit heeft mogen vervullen voor menige jongen op Katwijk De Breul en daarbuiten. Dat verhaal dreef hem naar Sint Petersburg om de verbeelding van Rembrandt in de Hermitage in zich op te zuigen. Dat verhaal bracht hem ook steeds terug bij zijn eigen vader, wiens liefdevolle hand hij zijn leven lang op zijn schouder voelde rusten. Dat verhaal verwees ook naar de hand die de
Een hele tijd ook was het Sint Jan die hem boeide. Het beeld van de wijnstok en de ranken maakte hem al mediterend duidelijk hoezeer hij verbonden was met Jezus van Nazareth. In diens liefde leefde hij. Diens liefde bezielde hem én inspireerde hem om ze door te geven. Verbonden als de rank met de wijnstok, voelde hij zich geestelijk gevoed door Jezus. Hij had hem geroepen naar de jezuïetenorde. Zijn nabijheid proefde hij dagelijks in de Eucharistie. Het was Jezus die hij herkende in de inspiratie van zijn medebroeders, van Ignatius, Petrus Canisius, Pedro Arrupe en die
Zelf had hij van het vaderschap afgezien zonder te weten dat hij geroepen was vader te worden voor velen
V.l.n.r.: pater Norbert Halsema (overste van de Amsterdamse jezuïeten), pater Paul Begheyn en pater Gregory Brenninkmeijer.
vele anderen. Door hen wist hij zich altijd met stevige banden gebonden aan de Socïeteit van Jezus. Maar telkens weer was daar ook het verhaal van de Emmaüsgangers. Het verhaal waarin hij Jezus herkende als degene die in de duistere ogenblikken van zijn leven levend bleef en perspectief bood. De ogenblikken die een mislukking leken en in Harry meer pijn en verslagenheid bewerkten dan hij naar buiten ooit zou laten blijken.
De situatie van de kerk, waarvan hij in zijn leven de hele gang heeft meegemaakt van ‘het Rijke Roomse Leven’ tot ‘van mij hoeft het allemaal niet meer’, dat ging hem niet in de koude kleren zitten. Op en top kerkman die hij was, zette hij zijn talenten en creatieve ideeën in voor de priesteropleiding van het Rotterdamse bisdom, voor de Nederlandse Katholieke Ouderraad, de Nederlandse Katholieke Schoolraad, het Open Jaar samen met de Vlamingen, en nog veel meer gremia en initiatieven. Het uittreden van jonge medebroeders Steeds op zoek naar nieuwe wegen, waarop hij en wij allen zo gehoopt hadden. steeds weer hopend het tij te kunnen Veelal was hij hun geestelijk leidsman doen keren, wegen van hoop en toegeweest. Hen niet hebben kunnen vastkomst te openen. En dan toch moeten houden, deed pijn. zien hoe de kerk de aansluiting bij de Het internaat, waaraan hij zijn beste mensen van onze tijd niet weet te vinden, jaren gegeven had, zien veranderen, dat heeft Harry veel dieper geraakt dan gecompliceerder worden, onhandelbaar- hij zichzelf toestond te geloven. Want laten der. Ondanks de investering van heel zijn we eerlijk zijn, telkens weer hadden we creativiteit en pedagogisch talent en zo gehoopt. ondanks de inzet van vele fantastische medewerkers en medewerksters, toch En telkens weer, als hij of wij tilden moeten zien dat het niet langer gaat, met aan de tijden en somberheid op ons gesluiting als onontkoombaar gevolg, dat zicht stond te lezen, kwam Jezus en liep hakte er in, want we hadden zo gehoopt. met ons mee. Zelfs toen de herseninfarct >>
12 alle licht uit leek te doen, en toen Harry alles uit handen moest geven, kwam Jezus naar hem toe in de gestalte van zoveel lieve mensen die hem droegen en steunden. Vrienden en vriendinnen, oud-leerlingen en zijn familie, Paul en Rita, Leo en Riba, Anneke, Marijke, Mechteld en René en alle kinderen uit de volgende generaties. Wat heeft hij van hun vriendschap en genegenheid genoten. Jezus had plotseling zoveel helpende handen, medische handen, vriendenhanden, medebroederlijke handen. Er ging voor Harry een nieuwe wereld open. Hij voelde zich bemind en in zijn machteloosheid steeds beter in staat dat toe te laten. Hij vond hulp bij het leren spreken, hulp bij het schrijven van het boek en hulp bij de verwerking van zijn post. Hulp bij het organiseren van feesten, wat hij zo geweldig graag deed. Hulp bij zijn lichamelijk welzijn en bij de verpleging. Hulp bij het reizen, dat hem altijd lokte, en hulp bij zijn contacten en het tot bloei brengen van de hem zo dierbare Stichting Oudleerlingen Katwijk. Als je er op terugkijkt, lijkt het wel alsof Jezus in deze laatste donkere periode volop voor licht zorgde in de liefde van mensen om Harry heen. Wie overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten, had de apostel Paulus al gezegd. Harry mocht in deze laatste zeventien jaren, in ongezochte omstandigheden, de vruchten plukken, onverwacht en onbedacht, van de noeste arbeid uit de arbeidzame periode. Ook voor die werkzame periode mediteerde Harry graag over het verhaal van de Emmaüsgangers. Toen had Jezus zich maar al te graag van hem bediend
om met zijn mensen op te trekken in hun zorgen en vragen. Want dat was Harry ten voeten uit. Een man, die een tijdlang met je optrok. Met al die jongens op de school en het internaat. Met de jongens en meisjes van de Paastochten. Met ouders, die elke zaterdag van het jaar zijn agenda vulden en hun zorgen met hem deelden. Hij liep mee op met heel wat medebroeders als overste, vriend of geestelijk leidsman. Medewerkers en medewerksters vonden hem dichtbij en trouw als de nood aan de man of de vrouw kwam. En Harry opende de Schriften, niet schoolmeesterlijk, maar praktisch en ter zake, invoelend, niet oordelend maar richtingwijzend. Dat deed hij zonder mensen aan zich te binden, dienend, niet eisend, gevend en maar zelden vragend. Wel altijd graag mee-etend als de gelegenheid zich voordeed, maar ook weer verdwijnend, een goede nasmaak nalatend.
Want dat was Harry ten voeten uit. Een man, die een tijdlang met je optrok Harry is vredig en dankbaar en onder Gods zegen gestorven. Hij keek de laatste tijd terug op zijn leven, waarin hij vastberaden en soms hinderlijk alle touwtjes in handen hield. Een voor een heeft hij die uit handen gegeven en neergelegd in de handen van de levende God. Nu moeten wij hem uit handen geven. Moge dezelfde dankbaarheid en vrede die hij uitstraalde, bij dit afscheid ook uw harten vervullen, Amen. <<
Harry Schelbergen, een man met gevoel
13
door Rob Dashorst
Rob Dashorst, voorzitter van de Stichting Oud-leerlingen Katwijk, sprak bij de uitvaart van Harry Schelbergen onderstaande herdenkingsrede uit.
Een verbindende schakel tussen vele generaties Katwijkers en Breulianen. Dit is in het kort Pater Harry Schelbergen. De eerste keer dat ik kennismaakte met de directeur van Katwijk de Breul was met de begroeting: ‘Dag Pater Schelbergen’. Ik keek toen in de ogen van een man die rust uitstraalde. Geen streng uitziende man, zoals ik eerder meemaakte (als intern, red.) op het Canisius College hier in Nijmegen, maar een vriendelijke man in een effen grijs kostuum, met een klein kruisje op zijn revers, die mij op mijn gemak wist te stellen zonder nog iets gezegd te hebben. Als internaatskind weet u als geen ander hoe het voelt om ‘op kostschool te zitten’, zoals het internaat in de volksmond omschreven werd. Zo goed als het kon, namen de paters de rol van ouders en opvoeders over. Zoals het verzorgen van onderwijs, waar zij overigens heel goed in waren, en hoe je een kind voorbereidt op de toekomst. Welke bagage geef je hem mee, en hoe leer je
hem omgaan met zaken die later van belang kunnen zijn? Mijns inziens hebben de paters goed werk geleverd. Het bewijs zit hier vandaag. Naast het onderwijs deden de paters veel om het leven op het internaat zoveel mogelijk te veraangenamen met sport, spel, toneel en ontspanning. Maar het was niet thuis.
Opeens was hij er, en toonde belangstelling Zo gebeurde het dat ik op een dag over het terrein liep. Ik had twijfels over alles en iedereen. Kortom, wat een jongetje van dertien kan ervaren als het alleen zijn. Het was een dag zoals vele van ons ongetwijfeld wel eens hebben meegemaakt op het internaat. Pater Schelbergen voelde dit blijkbaar feilloos aan. Opeens was hij er, en toonde belangstelling. Geen wijze woorden of goedbedoelde advies, maar gewoon interesse, in jou als persoon. Hij stelde voor om ergens wat te gaan drinken. Het werd een café in Huis ter Heide, waar nu McDonalds staat. >>
14 En daar vertelde ik hem over alles en nog wat, en toen ik zover was, wat mij toen dwarszat. En het voelde goed aan. Vandaag de dag zou je de eigenschappen die hij toen al in de zestiger jaren had, kunnen beschrijven als die van een People Manager. De bijhorende moderne termen zouden dan zijn: ‘goed kunnen motiveren’, ‘aandacht voor de mens staat centraal’ en ‘empatisch vermogen’. Mooie omschrijvingen, maar toen was voor ons pater Schelbergen gewoon: Pater Schelbergen.
Wanneer je met oud-leerlingen spreekt over Harry, komen regelmatig superlatieven naar voren
15 De aandacht en interesse die hij had voor letterlijk alles wat er om hem heen gebeurde, maakte hem wat hij was: bijzonder. Toen het internaat werd opgeheven, was hij zeer begaan met het lot van iedereen die aan het internaat verbonden was, van leerlingen tot personeelsleden. Er moest toen veel geregeld worden en aan van alles gedacht worden. Toch wist Harry tijd vrij te maken voor hen die door de sluiting wellicht met maatschappelijke of financiële problemen geconfronteerd zouden kunnen worden. Hij verloor de mens in dit alles niet uit het oog.
Wanneer je met oud-leerlingen spreekt over Harry komen regelmatig Zo’n dertien jaar geleden ging op superlatieven naar voren om hem te een middag bij ons thuis de telefoon. beschrijven. En dat, terwijl Harry daar Een kalme stem aan de andere kant zei: helemaal niets van wilde weten. ‘Dat is ‘Dag Rob, met Harry Schelbergen. Ik zou nergens voor nodig’, was een van zijn je graag willen spreken’. Dit was het gevleugelde opmerkingen wanneer begin van een lange en plezierige iemand hem bedankte voor zijn hulp. samenwerking, samen met andere De levens van vele oud-leerlingen zijn oud-leerlingen bij de Stichting Oudnauw verbonden geweest met Harry. leerlingen Katwijk. Een stichting die Zo heeft Harry niet alleen talrijke oudhem zeer dierbaar was. Ik ging stug leerlingen getrouwd en hun kinderen door hem met Pater Schelbergen aan te gedoopt, maar heeft hij vooral als spreken tot hij na zo’n drie maanden mij raadsman klaargestaan voor hen die het even terzijde nam en zei: ‘Ik zou het even moeilijk hadden, getuige enkele prettig vinden wanneer je Harry zegt, uitspraken van oud-leerlingen, zoals de anderen’. Het was even wennen en ik citeer: voor mij, want tja, een pater bij zijn voornaam aanspreken, dat is niet niks. ‘Ik denk sinds mijn schooltijd met Dat was vroeger absoluut ondenkbaar. veel dankbaarheid en genegenheid Maar zoals met alle dingen wat Harry terug aan u en uw bijdrage aan mijn deed of regelde, het ging vanzelf. weg naar de volwassenheid.’ En meer en meer realiseerde je je dat dit een bijzondere man was.
Onze voorzitter tijdens zijn herdenkingsrede.
Wij, die Harry hebben mogen meemaken, weten dat zijn invloed onuitwisbaar is ‘Ik wil U laten weten dat ik aan u de beste herinneringen heb. U, een aardige man in mijn toen zeer ongelukkig leventje. Niet allen hadden altijd dat geduld, dat vriendelijk woord, de glimlach.’ ‘Ik wens u veel sterkte toe, in het besef dat u een waardevol leven gehad heeft en dat u bij velen, onder andere bij mij, een belangrijke invloed bent geweest in een roerige tijd van onze ontwikkeling.’ Uit deze citaten blijkt dat Harry meer dan alleen een opvoeder was. Zijn memoires, die hij met hulp van velen vorig jaar tot een mooi resultaat heeft kunnen volbrengen, bieden een
kijkje in de ziel van een man die zeer begaan was. De mens stond voor hem centraal. Harry koos bewust dit levenspad, wetende dat hij altijd voor iedereen klaar zou moeten staan. Enerzijds vonden wij het normaal dat Harry er altijd was, anderzijds vonden wij het toch bijzonder. Je had geen idee dat hij soms hemel en aarde moest bewegen om jou terzijde te kunnen staan, maar Harry was er gewoon. Ook in de laatste weken van zijn leven bleef Harry bescheiden over zijn rol in onze samenleving. Toen ik met hem sprak over zijn toewijding, geduld en oog voor detail, tuitte hij zijn lippen fijntjes en zei zachtjes: ‘Dat valt allemaal wel mee’. Maar wij, die Harry hebben mogen meemaken op het internaat en in de jaren daarna, weten dat zijn invloed onuitwisbaar is. Harry is er niet meer. Maar hij laat ons zijn waardevolle gedachtegoed na. Laten wij een inspiratie zijn voor anderen door geduld te hebben, betrokken te zijn met de maatschappij en liefde te geven aan de medemens. Geef dit door aan de komende generaties. Alleen dan eren wij het leven van Harry Schelbergen. En dan zal hij, zoals gebruikelijk, ergens daarboven het laatste woord weer hebben en reageren met zijn fameuze zinnetje: ‘Dat is nergens voor nodig.’ De RKK melde het overlijden van Harry als: ‘Een invloedrijke spirituaal is overleden.’ Ik zou zeggen: ‘Een invloedrijke gevoelsman is overleden. Harry, een man met gevoel. Harry, een gevoelige man.’ <<
16
17
Meer dan een gewone oom door Marijke Wijgerinck
Tijdens de uitvaart van pater Schelbergen sprak zijn nicht, beeldend kunstenaar Marijke Wijgerinck, deze woorden.
Graag wil ik u namens de familie iets over Harry Schelbergen vertellen, onze oom en oudoom. Hij werd geboren in Nijmegen in het liefdevolle gezin van onze grootouders, als jongste van vier kinderen: twee meisjes en twee jongens. Als kind al was hij heel actief als welp, misdienaar en koorlid en tijdens zijn middelbare schooltijd op het Canisius College in de Maria Congregatie, later als verkennerleider. Altijd in de weer, altijd mensen om zich heen verzamelend met zijn natuurlijke charme. In de familie circuleert nog een Monopolyspel waarop hij in de laatste oorlogsperiode een Engelse vertaling schreef voor de militairen die hij leerde kennen, omdat hij zich aangemeld had als tolk. Jezuïeten leiden hun leerlingen uitstekend op! Na de oorlog besloot hij zich, met alle twijfel van dien, aan te melden als novice bij de orde der Jezuïeten. Onze eerste eigen herinneringen dateren echter van later tijd, toen hij – als net in Maastricht gewijd priester – in Nijmegen zijn eerste Mis deed. Het was 1957, wij waren bruidje. (Hijzelf vond de processie verlegenmakend, wij voelden ons heel speciaal!) Daarna begon zijn priesterleven dat in het teken stond van onderwijs, opvoeding en begeleiding van velen.
Toen hij – in de Abdij van Maria Laach, waar hij de hele familie had uitgenodigd om zijn vijfentwintigjarig priesterjubileum te vieren – voorging in de viering in de crypte zei hij over zijn vroegste jaren: ‘Met degenen met wie je kind bent geweest en veel herinneringen deelt, binnen die kring is ook de gedachte gegroeid en het besluit gevallen om deze weg te gaan. Ogenschijnlijk was ik met niets vertrokken, maar later heb ik gemerkt dat ik een andere bagage had meegekregen: de mogelijkheid om onopvallend de warmte van je hart aan anderen te geven. Wat veiligheid, beschutting, troost, vreugde. Dat is een mogelijkheid die je van thuis hebt gekregen van je ouders en je opvoeding. Dat is meer dan een handkoffertje: een hart door ouders en anderen liefdevol gevormd.’ Zó gaf hij zijn roeping vorm, op verschillende plaatsen en in verschillende functies.
Altijd in de weer, altijd mensen om zich heen verzamelend met zijn natuurlijke charme Zó stond hij ook dicht bij ons in de gezellige contacten op verjaardagen of soms tussendoor. Maar daarnaast vooral ook in de contacten bij de mijlpalen in
Het lievelingsschilderij van Harry, Het broze riet van ons verlangen. Het draagt de hoge koepel van de nacht van Marijke Wijgerinck.
ons leven: bij rouw-, trouw-, doop- en communiefeesten, bij huisinwijdingen en zo meer. Hij was er wanneer we veel vreugde kenden en wanneer we veel verdriet hadden. Juist op die momenten was hij meer dan een gewone oom. Die oom was hij ook voor de nieuwe generaties die opgroeiden: hij bezocht hen op hun studentenkamers, informeerde met oprechte belangstelling naar hun studiekeuzes en vroeg hen uit over hun dromen, verwachtingen, intenties, liet hen in hun waarde.
Ik citeer uit een brief die ons nichtje Denise schreef vanuit Nieuw-Zeeland waar zij onlangs naar toe is gegaan om daar haar weg te vervolgen: ‘Ik denk dat dit ook is zoals ik u zal blijven herinneren. De gezelligheid, het samen zijn, even tijd voor een ander nemen, ook al zijn we allemaal zo druk met ons eigen leven. Blij zijn met de kleine dingen, interesse tonen in andere mensen. Die brede glimlach op uw gezicht, de drie dikke kussen die ik kreeg als we elkaar weer zagen. En elke keer hield u dan mijn hoofd in uw handen, ook al was ik al dertig.’ >>
18 Persoonlijk voeg ik daaraan mijn herinneringen aan de Paastochten met hem toe en de momenten waarop hij ideeën zoals voor het ‘Open jaar’ met mij deelde, maar ook naar levensvragen luisterde. Hij nam je serieus.
‘En elke keer hield u dan mijn hoofd in uw handen, ook al was ik al dertig’ Zestien jaar geleden kreeg hij een ernstig herseninfarct, waarbij hij vooral geraakt werd in een van zijn gaven: de gave van het woord. Hij heeft hard gewerkt om de afasie de baas te worden. Hij heeft daarbij van velen veel steun en hulp in allerlei vorm gekregen. Hij maakte hen tot zijn vrienden. En vrienden begrijpen elkaar met een half woord, en zelfs zonder woorden. Ik noem hier Marieke de Jong, Elaine van Driel, Kees en Rudy Tuithof en Evert de Jong als grote steun in Austerlitz om zijn juist begonnen werk daar toch voort te kunnen zetten, maar sluit hier vele anderen van harte bij in. Ik denk dat het boek dat hij met bijzondere hulp van Jeanette van Osselen, Evert de Jong, Tom van den Beld, Piet Verwijmeren en Paul Begheyn op uitnodiging van Jan Roes schreef, de cirkel rondmaakte van het gesprek met zijn vader op de rand van het slagveld in Groesbeek tot en met zijn ontroering bij het zien van het schilderij ‘De verloren zoon’ van Rembrandt in Sint Petersburg. Ertussenin (beschrijft hij, red.) vele inspirerende ontmoetingen en blijvende diepe vriendschappen die
gevormd werden in de verschillende fasen van zijn leven. Het vormde de opmaat voor de laatste periode van zijn leven. Een periode waarin anderen op hun beurt hun hand op hem legden. Wij weten dat wij hem delen met zeer velen. Hij heeft ons allemaal een beetje tot zíjn familie gemaakt; zo voelt het nu en zo voelde het ook tijdens de bijzondere momenten die hij in zijn leven meemaakte en waarbij wij aanwezig mochten zijn. De laatste jaren woonde hij in De Bilt: in hart en nieren jezuïet, ondervond hij bij de Fraters van Utrecht en al hun verzorgenden hartelijke gastvrijheid, vriendschap en liefdevolle zorg. Wij hebben dat ook zelf mogen ervaren. Zij stonden hem bij, dag en nacht, niet in de laatste plaats Emily als dierbare naaste. De jezuïeten en de vrienden stonden om hem heen en ook als familie deden wij dat. Zo werden deze laatste paar maanden zwaar, maar kostbaar.
Hij heeft ons allemaal een beetje tot zíjn familie gemaakt Vorige week was ik in Gent om daar een concert van Leonard Cohen bij te wonen. Een van de zinnen die hij zong raakte me juist nu zeer: ‘There is a crack, a crack in everything. That’s how the light gets in’. Wij verliezen een oom die ons leerde aandachtig te leven, die de kunst verstond naast je te staan, van wie we hielden en die ons daarin blijvend samenbindt. Wij zijn vóór alles dankbaar voor zijn leven. <<
Kop vriend Harry Schelbergen s.j. Mijn
19
door Voor doorAchternaam Theo Heere
Theo Heere (1954 – 1961) ontmoette Harry Schelbergen toen die in 1959 op Katwijk de Breul kwam als godsdienstleraar. Hun contact groeide uit tot een warme, door al die jaren heen goed onderhouden vriendschap, die hij op zijn manier herdenkt.
Wanneer ik aan Harry denk, gaan mijn gedachten terug naar: – zijn komst op de Breul als godsdienstleraar. Voor het eerst in de geschiedenis van het vak maakte hij van Godsdienst een leervak, waarvoor we echt moesten werken. Zijn samenvatting van het theologicum en filosoficum uit zijn noviciaatsperiode bleek alras veel te moeilijk voor ons middelbare scholieren;
vanuit de SOK organiseerden voor oud-leerlingen, die zijn landelijk pastoraat vormden; – de gesprekken die we hadden over de druk die het leiden van het internaat dag en nacht op hem legde. Over zijn wens om buiten de gewone werktijd los te kunnen komen van die verantwoordelijkheid en de daaruit voortvloeiende stichting van de veilige thuishaven Godsheide aan de J. van Oldenbarneveldtlaan 5 te Woerden, op vijf minuten lopen van ons huis;
– de Paastochten die hij organiseerde, waarin wij kennis maakten met mensen in een diasporagebied die, net zoals wijzelf, werden geïnspireerd door de vieringen – de heerlijke, veelvuldige contacten van de liturgieën van de Goede Week; met hem en zijn huisgenoten in Woerden. Jonge mannen die zich in die kleine – de gesprekken die we met hem hebben besloten gemeenschap konden concenmogen voeren ter voorbereiding op ons treren op hun uiteindelijke bestemming eigen huwelijk en later op de doop van en en passant ons gezin verblijdden met onze drie kinderen; hun gezellige bezoekjes, én om eens te komen eten én om bijvoorbeeld als – de eervolle vraag van Harry of ik lid zwarte Piet te fungeren; wilde worden van het bestuur van de stichting Oud-leerlingen Katwijk (SOK), – de reis van ons gezin naar Rome, waarin ik Robert van der Lande waarbij Harry onze gast en gids was; en George Hermans leerde kennen; de H. Mis die hij voor ons opdroeg in de diepte en de absolute stilte van de – de vele gespreksgroepen, MF-kringen catacomben van Precilla; ons bezoek en andere bijeenkomsten, die we samen aan het graf van Sint Petrus in de >>
20 scaves, de necropolis onder de fundamenten van de St. Pieter; zijn vergissing te denken dat hij in korte broek die basiliek in zou mogen, quod non! en de heerlijke omzwervingen door de eeuwige stad;
zijn vergissing te denken dat hij in korte broek die basiliek in zou mogen, quod non!
– de vele keren dat hij bij ons kwam logeren, met alle gezelligheid van dien – lekker eten, tochtjes naar de boulevard van Emmerich, et cetera – waarbij we praatten over het verleden, maar ook over de toekomst van de Kerk, met al haar problemen die ons als betrokken mensen bezighielden, van ontkerkelijking tot misbruik; – onze laatste bezoeken aan hem in het Fraterhuis St. Jozef in De Bilt, waar hij steeds brozer van gezondheid werd, maar de geestelijke vitaliteit tot vrijwel het laatste moment van zijn leven behield;
– zijn zorgen over de mogelijkheden om de kwaliteit van opvoeding op het internaat te blijven handhaven nu het aantal beschikbare mede-jezuïeten als opvoeders steeds kleiner werd en steeds meer leken – het laatste bezoek aan hem, kort hun plaats moesten komen innemen; voor zijn overlijden. Hij kon zich niet meer uiten, maar ten afscheid kreeg – de viering van het 150-jarig jubileum, ik een ferme hand en het slotwoord voorbereid door de enthousiaste jubi‘negenenvijftig’. Ik begreep meteen wat leumcommissie, met als hoogtepunten hij daarmee wilde zeggen: sinds ’59 de komst van de generaal-overste pater kennen we elkaar. Ik ben blij hem toen Arrupe, de feestelijke eucharistieviering nog te mogen bedanken voor zoveel en de academische zitting waarin Harry jaren intense vriendschap; zijn magistrale feestrede Om aandachtig te leven hield; – een persoonlijkheid die uiterst aandachtig leefde, die zijn hart had – onze gesprekken over de onvermijdeverpand aan de jezuïtische opdracht lijke sluiting van het internaat dat hem ‘om jonge mensen op te voeden, om zo na aan het hart ging, niet vanwege te preken en om mensen in nood bij het instituut, maar vanwege het welzijn te staan’ en dat alles dan ook uitvoerde van de jonge mensen die hij niet in de met een sterke wil en een hoge zelfsteek wilde laten; discipline. Kortom een man, die zijn eigen boodschap, vervat in de rede – zijn feestelijke jubileum dat we vierden Om aandachtig te leven, zelf consciënin Slot Zeist, zijn tachtigste verjaardag tieus in de praktijk heeft gebracht. << die we gezamenlijk met goede vrienden vierden met een feestelijke lunch in de grote zaal van de Breul en zijn gouden priesterjubileum in Austerlitz;
Met Harry kamperen in Frankrijk
21
door Paul Begheyn s.j.
Pater Paul Begheyn s.j. was intern op De Breul van 1957 tot 1963. Eind jaren zestig kwam hij als groepsleider en pastor terug op het internaat. Bij de uitvaart van Harry Schelbergen herdacht hij zijn mentor met deze herinnering.
Pater Schelbergen – die we toen nog geen Harry noemden – nodigde in de zomer van 1963 enkele WPW-tjes (patersjargon voor jongens met priesterroeping) uit om met hem mee te gaan kamperen in Frankrijk. Ik was een van hen.
Behalve de tenten waarin wij sliepen ging er ook een kapeltent mee, een simpele vierkante constructie waartussen doek gespannen werd. In die tent kwam een altaar te staan, dat gemaakt was door timmerman Rien Vogels.
Elke dag trok de pater het meegebrachte kazuifel aan en wij fungeerden in het weiland als misdienaar
Harry Schelbergen, Anno Lampe en Paul Begheyn (met rug naar de camera) in Vagney.
Onder de hoeken van een houten blad konden vier buizen als tafelpoten gemonteerd worden. In het tafelblad zelf was ruimte uitgespaard voor een altaarsteen, destijds een onmisbaar element voor een geldige mis. Elke dag trok de pater het meegebrachte kazuifel aan en wij fungeerden, in het weiland waar wij onze tenten hadden opgeslagen, met zijn drieën als misdienaars tijdens een liturgie, die toen nog geheel in het Latijn werd gevierd. Wij beschouwden dat als een vanzelfsprekend, maar ook wel bijzonder onderdeel van de dag. Voor de rest zwommen en kookten we, bezochten een stadje met een romaanse kerk, of lazen lui een boek (van Heinrich >>
22
23
Harry Schelbergen, Paul Staal en Didier Girardot in Nances.
Harry Schelbergen in de kapeltent in een weiland in Nances.
Böll bijvoorbeeld). We praatten en lachten veel, met een glaasje lokale wijn in de hand. Over priester worden werd eigenlijk nauwelijks gepraat. Dat onderwerp kwam te dichtbij en riep toch wel enige gêne op.
De plaatselijke directeur was begripvol en attent en vroeg ons om alert te blijven. Enkele dagen later liet hij weten dat kilometers verderop een lichaam was aangespoeld. We wachtten in het bureau van het Rode Kruis op nadere berichten. Men liet ons het horloge zien, dat aangetroffen was bij het lichaam. ‘Het is duidelijk Nederlands’, zei ik, om de spanning te verlichten. Harry heeft vervolgens het lichaam geïdentificeerd als dat van Guus.
We praatten en lachten veel, met een glaasje lokale wijn in de hand. Over priester worden werd eigenlijk nauwelijks gepraat Op een dag werd onze idyllische rust verstoord door een verontrustend bericht dat zelfs de lokale pers haalde, zo merkten we bij de plaatselijke bakker. Ten gevolge van hevige regenval was een zijrivier van de Saône in onvoorstelbaar snelle tijd uit zijn oevers getreden.
Daarbij was een groot deel van een camping in de buurt van Lyon weggeslagen. Aanvankelijk namen wij dit nieuws voor kennisgeving aan, totdat met steeds grotere zekerheid kwam vast te staan dat in dit natuurgeweld een externe leerling van de Breul was verongelukt: Guus Nyst uit Zeist. Hij was met tent en al meegesleurd in de snelstromende rivier en aanvankelijk spoorloos verdwenen. Met zijn familie was hij op terugweg naar Nederland vanuit Spanje. Harry nam contact op met de familie Nyst, die inmiddels naar Zeist was teruggekeerd, en beloofde ter plaatse te doen wat hij kon. Vanaf dat moment hing er een floers van nervositeit en bezorgdheid om ons kampeergezelschap. We wisten niet goed wat we moesten doen, en meldden ons bij het Rode Kruis in Macon.
In een emotioneel bedrukte stemming verlieten we Macon. Het vakantiegevoel was geheel verdwenen. Harry telefoneerde naar Zeist en liet weten dat het lichaam van Guus gevonden was. Hij vierde de eucharistie in de tuin van het huis waar de familie Nyst had gelogeerd. Mijn geheugen laat me in de steek wat betreft
het einde van onze vakantie. Maar als ik terugdenk aan die dagen, zie ik hoe Harry kordaat initiatieven nam en pastoraal present was, zonder die internen van de Breul, met wie hij op vakantie was gegaan, aan hun lot over te laten.
Als ik terugdenk aan die dagen, zie ik hoe Harry kordaat initiatieven nam Hij beschouwde ons als volwassenen die de werkelijkheid van het leven (en de dood) onder ogen moesten zien. Zijn leven lang heeft Harry Schelbergen die realistische houding als priester volgehouden. Dat heeft mij tot op de dag van vandaag geïnspireerd en daar ben ik hem erkentelijk voor. <<
24
25
Kapitein Harry tekst en foto’s Mattijn Buwalda
Op Katwijk de Breul ontpopte Mattijn Buwalda (1976-’82) zich tot een actief fotograaf. Daaraan danken we een aantal bijzonder mooie foto’s van een jonge Harry Schelbergen. Desgevraagd schreef Mattijn een toelichting bij deze visuele ode.
V.l.n.r.: Harry Schelbergen, Robert Nefkens en Sjoerd Wildervank tijdens de BBQ na afloop van de zeildag in het laatste jaar van het internaat.
Foto uit 1982 tijdens het afscheidsdiner voor alle leerlingen en medewerkers.
Harry Schelbergen met bril op de stafboot. Een van de laatste gezamenlijke activiteiten van het internaat was een zeildag op de Loosdrechtse plassen. Jongens van alle groepen zaten door elkaar in diverse boten.
Harry Schelbergen... hij was er altijd voor ons, maar vaak zien, deed je hem niet. Hij zal wel vaak vergaderd hebben of met ouders hebben gesproken. Misschien speelde ook mee dat hij niet in het Patershuis woonde, maar in een klein huisje aan het Louise de Colignyplein in Zeist. Toch kende hij elke leerling. Dat bleek al tijdens het toelatingsgesprek, wanneer je als zenuwachtige, enigszins tegenstribbelende zesdeklasser (van de lagere school) met je ouder(s) op zijn kamer in het Koetshuis werd ontvangen. Veel kan ik me er niet van herinneren, maar wel dat hij me vriendelijk glimlachend aankeek en vroeg of ik niet eens wilde
rondkijken in de units. Later at hij wel eens mee, of zat hij plotseling in de recreatieruimte een praatje te maken met deze of gene. Later kreeg ik iets meer contact met hem. Hij vertelde me dat hij aanvankelijk ook arts wilde worden, maar dat de roeping toch voor ging. Ook vertelde hij me dat hij zich, net na de bevrijding, als achttienjarige vrijwillig had aangemeld bij het Canadese leger om als tolk te fungeren. Het eindexamen gymnasium stond in die tijd blijkbaar nog garant voor kennis van het Engels, Duits en Frans op hoog niveau. Hij tolkte tussen de Canadese soldaten en de Duitse krijgsgevangenen en was vrijwilliger in een veldhospitaal. <<
26
27
Harry naast een spandoek met daarop ‘Het Ventiel’.
Het Ventiel was een leerlingenblad voor en door internen. Het verscheen gedurende de twee laatste jaren van het bestaan van het internaat en werd begeleid door Guus Vonk. Guus Vonk was een (eeuwige) student Nederlands die bijles gaf en vele creatieve acties initieerde zoals toneel, Het Ventiel, een fotografiecursus en vakantiereizen voor internen. Van Guus leerde ik fotograferen en werken in de donkere kamer. Voor het eerste nummer van Het Ventiel maakte ik de foto voor de cover.
Harry Schelbergen gefotografeerd tijdens zijn toespraak in 1981 bij de feestelijke ingebruikname van de nieuwe redactieruimte van het blad Het Ventiel (op zijn pet staat ‘directeur’).
28
29
Brief aan Harry door Tirso Francés
Tirso Francés, die van 1979 – 1981 op de Breul zat en de laatste jaren van het internaat meemaakte, had een bijzondere band met Harry. In de kwetsbare fase van Tirso’s tienerjaren toonde Harry zich behalve een adequate opvoeder ook een echte vriend. Deze vriendschap zou een leven lang duren, zo blijkt uit de brief die Tirso op Harry’s wake voorlas.
Voordat ik met mijn gezin op vakantie ging naar mijn vader in Spanje, met wie het ook erg slecht gaat, was ik bij Harry. Hij was erg ziek, broos en kwetsbaar. Het werd me duidelijk dat de kans groot was, dat hij na mijn terugkeer niet meer in leven zou zijn. Harry had daar op indrukwekkende wijze vrede mee en had inmiddels om de zalving voor de zieken gevraagd. Gezien de toestand van mijn vader, realiseerde ik me dat ik daar niet bij zou kunnen zijn, wat mij erg aangreep. Ik besloot om voor hem een speciaal boekje te maken, met foto’s van Harry met ons gezin gedurende de afgelopen tien jaar en met daarin ook een brief, die uiting moest geven aan alles wat hij voor mij betekend had. Op 18 juli ben ik hem dat gaan brengen en hij was er enorm door verrast. Op heel fijne wijze namen we afscheid, met de gedachte dat we elkaar vermoedelijk niet meer zouden zien. Donderdag 16 augustus kwam ik terug in Nederland en de dag daarna was ik bij Harry. Het was overduidelijk dat zijn einde naderde, hij kwam nauwelijks nog
uit zijn woorden. Toch noemde hij mijn naam diverse malen, had mijn boekje in zijn hand en liet duidelijk merken dat dit veel voor hem betekende. Toen ik bij het afscheid nogmaals benadrukte hoeveel ik en mijn gezin van hem hielden, verscheen er in al zijn kortademigheid een grote gulle glimlach op zijn gezicht en gaven we elkaar eigenlijk voor het eerst een echte dikke zoen. Die zondag, de 19de augustus, overleed mijn vriend en mentor Harry Schelbergen. Hoewel mijn brief aan Harry sterk persoonlijk gericht is, wil ik de oudleerlingen hiervan toch deelgenoot maken. Hiermee wordt duidelijk wat een bijzonder mens pater Schelbergen was en hoe intens onze band was. ‘Lieve Harry, toen wij elkaar leerden kennen, was ik elf jaar oud. Het was 1978. Het klikte direct. Maar dat leek me normaal, want je was gewoon een ontzettend aardige en sympathieke internaatsdirecteur en ik was vanwege de complexe situatie rondom mijn moeder vanaf het begin een jongen die bijzondere aandacht kreeg. Het internaat zat natuurlijk vol met
V.l.n.r.: Katia, Isa-Lisa, Harry, Luca en Tirso in Harry’s huis in Austerlitz.
jongens die jouw bijzondere aandacht kregen, maar dat mijn moeder daarvan voor mij nog iets meer wist te verzekeren, verbaasde mij niet. Daar was ik langzaam maar zeker aan gewend geraakt. Want met al haar tekortkomingen was ze ook een erg lieve, bijzondere en intelligente vrouw. En als journaliste, dichter en schrijfster met een stevig drankprobleem en een fascinatie voor kerk en mystiek, wist ze menig priester te boeien, zo ook jou. Dat mijn vader ook nog eens een Spaanse ex-priester was, voordat hij met mijn moeder trouwde, maakte het verhaal voor jou helemaal interessant. De zorg en aandacht die ik van je kreeg, waren heel belangrijk voor me. Je hield me in de gaten en je was er gewoon als het nodig was. Toen het bericht kwam dat de Breul zou sluiten en mijn situatie daardoor
extra gecompliceerd werd, ging je nog een stap verder en wat voor een! Je nam de verantwoording voor mij op je en zorgde samen met Gregory Brenninkmeijer dat ik goed terechtkwam op een internaat in Engeland. Zo bleef ik nog vier jaar onder jouw bescherming en werd je de architect van de best haalbare oplossing én opleiding die ik gezien de situatie met mijn moeder kon krijgen. En niet alleen dat: als tijdens de vakanties de situatie thuis geen normaal verblijf toeliet, haalde je me op en nam je me letterlijk onder je hoede, bij jou thuis of in een van de patershuizen waar je destijds woonde. Daarvoor moest je soms mijn moeder trotseren en dat was vaak bepaald niet makkelijk. Er waren nog weleens andere, meestal oudere jongens, die ook door jou werden opgevangen, maar uiteindelijk was ik de laatste jongen over wie je je hebt ontfermd. >>
30 Je hebt me aan de kunstacademie zien afstuderen, was trots toen ik je de eerste publicaties van Dietwee liet zien (Dietwee is Tirso’s ontwerp- en Harry, later heb ik me pas gerealiseerd communicatiebureau, red.), en nog hoe bijzonder het was, wat je voor me meer toen wij daar prijzen mee begongedaan hebt. Vooral ook omdat jij de nen te winnen! Je hebt mijn vriendin kunst verstond, mij het gevoel te geven, goed leren kennen, kwam vaak eten dat het allemaal heel gewoon was. in onze flat en je was er voor mij toen Van mijn dertiende tot mijn achttiende: mijn moeder overleed. Je steunde me vijf cruciale jaren in mijn leven heb ook toen destijds mijn relatie stukliep, jij er voor gezorgd dat ik een goede al vond je het oprecht jammer dat Femke opleiding kreeg en ving je me op als uit mijn leven verdween. Toen een jaar het nodig was. Altijd was het vanzelflater echter Katia verscheen ontving je sprekend en altijd voelde ik me op mijn haar met open armen, en voelde je gemak. Je nam me mee uit eten, leerde goed aan dat zij de ware voor mij was! me autorijden op een verlaten weggetje, Ondanks je zware herseninfarct heb en had gesprekken met me over de je godzijdank onze beide dochters als maatschappij, de school in Engeland pasgeboren baby in je armen gehad en mijn vrienden, maar ook over mijn en ze zien opgroeien tot best al grote moeder, mijn vader en de rest van mijn meiden. Je hebt mijn studio zich tot familie. Je was oprecht in me geïnteres- een toonaangevende onderneming met seerd en het was altijd heerlijk om bij dertig medewerkers zien ontwikkelen. je te zijn. Waar mijn vader in die jaren En we zijn elkaar blijven opzoeken. tekortschoot, vulde jij die taak schijnJe kwam graag eten en dat waren baar moeiteloos en zonder ego in. altijd fijne avonden. Niet zo vaak als ik eigenlijk wilde, want ik werd een erg druk baasje met dat best wel grote Je werd een soort tweede bedrijf, mijn gezin en ook nog aardig vader, een favoriete oom en wat vrienden. Soms voelde ik me daar een echte vriend wel schuldig over. Gelukkig hebben mijn vrouw en dochters jou goed leren kenToen mijn vader weer een prominennen en houden ze van je en dat is tere rol kreeg in mijn leven, deed je waar het echt om gaat! als vanzelfsprekend een stapje terug, maar stimuleerde wel ons contact. Toen je me vroeg of ik de Katwijk Je werd een soort tweede vader, een Kroniek onder mijn hoede wilde nemen, favoriete oom en een echte vriend. was ik blij dat ik iets terug kon doen. Je was naast mijn vader en mijn opa Aanvankelijk deed ik dat alleen om jou de belangrijkste man in mijn leven een plezier te doen. Ik kende de andere en bent dat ook gebleven. redactie- en bestuursleden niet, want die waren allemaal ouder. Het bleek
31
Ik heb het gevoel dat ik ook het meest intensief begeleid ben, in ieder geval gedurende de jaren tachtig!
V.l.n.r.: Isa-Lisa, Luca en Harry.
leuk om oud-leerlingen te leren kennen, die niet zoals ik slechts twee jaar op de Breul hadden gezeten, maar hun hele middelbare school. Daardoor kreeg ik een nog beter beeld van wat die school, waar ik zo veel aan te danken heb, nou eigenlijk inhield en wat voor rol jij daar voor die mannen in hebt gehad. Mijn relatie met de Breul, en daardoor ook met jou, is er nog intenser door geworden. De waarden van het internaat en van Mutua Fides hebben er in deze 21ste eeuw een herwaardering door gekregen. Wat me ook duidelijk is geworden, is het feit dat al die bestuursleden hun bijdrage leveren mede uit grote waardering voor jou. Dat is het mooie van de Stichting Oud-leerlingen Katwijk: We delen niet alleen een verleden met een bijzonder internaat, maar daarbinnen ook nog een bijzondere relatie met Harry. Vele oud-leerlingen
heb je ook nog eens getrouwd en van een behoorlijk aantal ook hun kinderen gedoopt! Als zoon van die Spaanse ex-priester is mijn relatie tot de kerk dankzij jou toch echt positief. Ik was met plezier misdienaar en koorknaap in Engeland. Mijn vertrouwen in de mensheid en in de kerk dank ik voor een groot deel aan jou en mede dankzij jou heb ik een bewustzijn ontwikkeld waardoor ik me in mijn bedrijf zo veel mogelijk inzet voor de samenleving en het milieu. Alles wat ik ben geworden, ben ik mede en vooral dankzij jou geworden. Onze band is enorm. Ik weet dat je weet dat ik dat zo voel, maar ik wil het graag een keer echt gezegd hebben: Harry, ik ben je diep dankbaar en hou van je met heel mijn hart.’ <<
32
33
Harry, een herinnering… door Steve van der Ven
Nog zie ik me bij Harry op de kamer zitten, in het Patershuis op de eerste etage. ‘In de Utrechtse Rode Brug-buurt kunnen ze in het gemeenschapshuis wat hulp gebruiken voor het jeugdwerk. Wat sporten, wat vrije expressie, leuk bezig zijn met jongeren van een jaar of twaalf. Is dat iets voor jou om dat één keer per week te doen?’ Ik zat in de vijfde klas van het gymnasium en was aangenaam verrast door zijn vraag. Maar niet voor lang. Een week later ging ik samen met klasgenoot Marc van Abbe naar het buurthuis Rode Brug, in wat we nu een achterstandswijk zouden noemen. Het zou het begin zou zijn van een fascinerend jaar jongerenwerk, hoewel ik zelf misschien ook nog wel tot die categorie behoorde. Denkend aan Harry’s autobiografie, U legt uw hand op mij, realiseer ik me dat dat de eerste keer was dat ik zelf een helpende hand kon bieden, met dank aan de man die mij het vertrouwen gaf dat ik er iets zinvols van zou maken. Verrassende vergezichten Zorgvuldigheid, begrip en compassie, dat was wat Harry uitstraalde. Als je met hem sprak, was de kamer gevuld met zijn aandacht. In de vele gesprekken die ik als intern met hem voerde, creëerde hij een ambiance waarin ruimte was voor kwetsbaarheid, waar perspectief werd geboden en verrassende vergezichten werden gepresenteerd.
Bij ons eerste echte contact was ik een jaar of zestien; nu ben ik zesenzestig. Toen stond ik aan het begin van onze gemeenschappelijke circle of life en had ik in mijn stoutste dromen niet kunnen bedenken dat ik als gepensioneerd journalist voor mijn kinderen het boek Geloven in geluk zou schrijven. Ik droeg het mede aan Harry op, met de toevoeging: ‘Voor Harry Schelbergen s.j., die mij de kwetsbare mens deed ontdekken’. Kwetsbaar was Harry zelf ook in de ontroerende passage in zijn eigen boek, als zijn vader in 1944 tijdens een emotioneel zwaar moment zijn arm om de schouder van zijn 18-jarige zoon legt. Twee jaar geleden interviewde ik hem voor de Katwijk Kroniek. Ondanks zijn fysieke beperkingen was hij hard aan het werk met het schrijven van zijn levensverhaal. Bijna zeven kwartier spraken we over zijn leven. Dat was eigenlijk te lang, realiseerde ik me later. Harry was bekaf en verontschuldigde zich bijna dat hij even een half uurtje ging rusten. Ik pakte hem bij de arm en bracht hem naar de slaapkamer, waar hij op bed ging liggen. Voorzichtig trok ik een sprei over hem heen. Daarna gaf ik hem spontaan, zoals ik dat vaak bij mijn kinderen doe, drie kruisjes op het voorhoofd en wenste hem welterusten. Terugrijdend naar Amsterdam was ik dankbaar hoe mooi onze circles of life in elkaar waren gevloeid…
34
Hoe warm het was en hoe ver Verslag van de twintigste Katwijk Golfreünie door Frans Rademaker, foto’s: Armand Martens en Rob Dashorst
Golfclub De Dommel in het Noord-Brabantse Sint-Michielsgestel was op 17 augustus van dit jaar het gladgemaaide podium van alweer de twintigste aflevering van de grote Katwijk Golfreünie. Winnaar Frans Rademaker (1954-1961, handicap 30) doet verslag.
Op de uitnodiging stond als suggestie, zen wedstrijdcommissie deelde mij in te spelen met ‘aardige heren van gelijke met Gijs de Poorter en Julien Dony, leeftijd’. En zo geschiedde. De onvolpre- twee rotten in het golfwezen. Daar stond je dan op de eerste tee: direct de bal tegen de boom links, vervolgens met kunst en vliegwerk naar de green. Met Hcp 30 toch nog een punt.
V.l.n.r.: Roy Laauw, Hans Wortelboer, Hans Ubachs en de winnaar Frans Rademaker.
Na gedane arbeid is het goed toeven onder het genot van een hapje en een drankje.
35 Zo sprokkelde ik in anderhalve ronde de punten bij elkaar met geluk, geen wijsheid (die had Gijs), geen excellente techniek (die had Julien), maar met behulp van terugbouncende bomen en heuvels, toch teruggevonden ballen, gelukkige putts, chips die nog goed terecht kwamen enz. enz.. Dus ‘eindelijk mazzel’. Zo ziet U: zonder geluk vaart niemand wel. Laat staan dat je 39 stablefordpunten bijeen schraapt. Uitstekend verzorgd De borrel en het diner naast verlorengewaande, volle neef Pim en natuurlijk naast Gijs, waren een genoegen. De gehele dag was overigens uitstekend verzorgd, waarvoor dank aan de
Gijs sprak mij bemoedigend toe en coachte mij vervolgens naar de tweede afslag. We lagen gedrieën op ruime afstand samen op de fairway, er was progressie: twee punten. Door de fraaie omstandigheden kwamen vele onderwerpen voorbij in het gesprek gedurende de wandeling. Zelfs werd de bal in toenemende mate op adequate wijze geraakt. De ambities en het niet willen onderdoen voor elkaar kwamen naar boven. Het werd iets stiller in de flight, de concentratie sloeg toe. Zo werd het toch een wedstrijd. Mazzel In algemene zin werd er lovend gesproken over de tees, de greens en de bosranden van De Dommel. Anekdotes over de club van Julien werden soto voce naar voren gebracht, maar de flight ging voor.
Alle deelnemers aan deze gedenkwaardige dag.
golfclub en vanzelfsprekend aan de wedstrijdcommissie. Volgend jaar voor eenieder nieuwe kansen. Ik zal 2012 verdedigen; ik hoop samen met Julien en Gijs, die zeer inspirerend het golfspel speelden, wederom een mooie dag te beleven. Julien heeft al eens gewonnen, nu is Gijs aan de beurt! Voor eenieder die deze impressie leest in de Katwijk kroniek: laat u niet weerhouden om mee te spelen in 2013. Er wachten u een mooie baan, een prima bar, goed bier, uitstekende wijn – en aardige heren van gelijke leeftijd. Meedoen blijft nog immer gezelliger dan winnen!
36
37
Reünie van ‘Het Gezelschap der Tachtigers’ Oud-Neubourgianen weer bijeen door Ernst van den Biggelaar en Joan Hegener
Abusievelijk is in de vorige Katwijk Kroniek alleen een groepsfoto met bijschriften geplaatst van de laatste reünie van de ‘Tachtigers’ in Gulpen. Het bijbehorende relaas van oud-leerlingen Ernst van den Biggelaar en Joan Hegener is helaas aan de aandacht van de redactie ontsnapt. Bij deze een rectificatie in de vorm van het volledige verslag en nogmaals de foto’s met bijschrift. En excuses van de redactie.
Op 21 september 2011 verzamelen zich 23 oud-leerlingen van Huize Katwijk die gedurende de oorlogsjaren 1943-1945 en het eerste jaar na de oorlog het grafelijk Kasteel Neubourg aan de Gulp te Gulpen in Zuid-Limburg bewoonden. Het is een gedenkwaardig moment: immers, 180 jaar geleden werd Huize Katwijk gesticht! De omstandigheden in de barre oorlogsjaren (die deze reünisten hebben doorstaan, red.) waren allesbehalve gemakkelijk, maar juist deze situatie deed de saamhorigheid en vriendschap hecht groeien.
Het tafelgebed, dat allen diep beroerde, werd uitgesproken door de vierennegentigjarige pater Paul Smits van Waesberghe s.j.
moeten voordat het te laat is, en wederzijdse ervaringen uitwisselen. Nagenoeg dezelfde groep kwam al eerder bijeen in Gulpen, in 2003, en bezocht toen de Kasteeltuin en de Brouwerij van Gulpener en genoot ook toen van het weerzien. Waren er in dat jaar nog veertig vrienden aanwezig, vorig jaar moesten wij helaas vaststellen dat er van die groep zeker elf zijn overleden. En van de groep die in de oorlog op Neuborg zat, zijn dat er maar liefst 21. In een moment van stilte hebben wij hen herdacht. Het was Rob Dashorst, voorzitter van de Stichting Oud-leerlingen Katwijk, die ons een groet overbracht van de jongere generaties en die ook de Mutua-Fidesvlag kwam hijsen. Met verve werd vervolgens het Mutua-Fideslied gezongen!
Gulpener De samenkomst was gesitueerd rond De reünie vindt plaats in het Kasteeltje een voortreffelijke lunch. De hele dag Hattem bij Roermond. Met de badges van vond ons lijfbier met de naam Chateau Nico ten Horn is herkenning weer snel Neubourg, aangeboden door de Gulpener een feit. Men wil elkaar weer eens ontBrouwerij, in zeer fraaie glazen gretig
Het hijsen van de Mutua Fides-vlag.
aftrek, maar ook menig mooi glas wijn van het huis... Het tafelgebed, dat allen diep beroerde, werd uitgesproken door de vierennegentigjarige oud-leerling van Katwijk en oud-surveillant in Gulpen, pater Paul Smits van Waesberghe s.j. Hierna sprak de aanstichter van het gebeuren, Joan Hegener, een welkomstwoord en vervolgens leidde medeorganisator Ernst van den Biggelaar een drietal sprekers in die ons tijdens de lunch vergastten op korte inleidingen: mr. Jan Daniels, oud-burgemeester en als gast aanwezig, sprak over zijn stad Roermond; drs. Lou Horbach, ook als gast, oud-lid van de Eerste Kamer voor het CDA, gaf zijn visie op de confessionele partijen in de huidige tijd; en dr. Haye van der Meer s.j., oud-leerling op ons
eigen Kasteel Neubourg, gaf een boeiend betoog over de ontwikkeling van de Oecumene. Richard Burghardt Veel bijval kreeg een speciale brief, aan ons gericht door onze tijdgenoot uit die jaren, Richard Burghardt uit Toronto, die in gedachten bij ons zei te zijn. En wij bij hem! Rond de klok van vijf hebben we afscheid van elkaar genomen, elkaar belovend het niet de allerlaatste keer te laten zijn. Voorzichtig werd reeds het jaar 2015 genoemd... Terwille van de historie vermelden we hierbij de namen van de aanwezigen en van hen, die zich helaas moesten afmelden. De groepsfoto is het bewijs! >>
38
26 24
25
17
18 13
22
23
21 16
19 14
15
2
8
12
9 11
7
10
6 3 5
20
2
1 2
4 3
Presentielijst ‘Reünie Roermond’ Aanwezig: Ben van Acker, Ernst van den Biggelaar, Paul van den Biggelaar, Hein de Bruijn, Paul Cornelissen, Joop van der Does de Willebois, Hendrik Heere, Joan Hegener, Philip Holt, Nico ten Horn, Willem Huysmans, Dolf Kusters, Haye van de Meer s.j., Joop van Mierlo, Francis Mildner, Cees Prinzen, Sweder Regout, Paul Smits van Waesberghe s.j., Yvo Specken, Hans Ubachs, Frans van der Ven, Pim Weber en Hans Wortelboer. Wegens verhindering of ziekte lieten ons weten helaas niet te kunnen komen: Paul Bauduin, Hans van Basten Batenburg, Jan van Dijck, Karel Goossens, Leo Michels,
3
Hein de Bruijn † Directeur N.V. Staalwerken de Maas Maastricht Laatste functie: hoofd Juridische Zaken Macintosh Confectiebedrijven. Is overleden kort na deze reünie op 29 december 2011 te Smeermaas. Zie aardig artikel in Elsevier van 12 januari 2012.
4 4
Mr. J. Daniels (gast) Oud-burgemeester van Roermond.
6
Haye van der Meer s.j. Rector Groot Seminarie Rolduc. Officiaal (President) van de Kerkelijke Rechtbank Bisdom Roermond.
6
Ernst van den Biggelaar Voorzitter van het Katholiek Sociaal Centrum Amsterdam; Voorzitter VNO-NCWWestenPresident International UNIAPAC.
Loud Mommersteeg, Hans Lips, Louis Regout, Wiet Regout, Erik Wreesmann en Anthony Brenninkmeijer. Hein de Bruijn en Theo Houwen (extern) zijn helaas overleden. Mogen zij rusten in vrede. Gasten Onderstaande twee gasten van de ‘Reünie Roermond’ staan wél op de groepsfoto maar niet bij de portretfoto’s. << 1
Rob Dashorst Gast in zijn functie van voorzitter Stichting Oud-leerlingen Katwijk (SOK).
5
Drs. L. Horbach (gast) Oud-werkgevers-secretaris en lid Eerste Kamer voor het CDA.
7
9
8
7
Paul Smits van Waesberghe s.j. Deed in 1928 toelatingsexamen op het oude Katwijk aan den Rijn en verbleef ook in het oude Katwijk in Den Haag. Was surveillant aan de Raamweg en in Noordwijkerhout (samen met Leo Smit s.j.), nadien in Gulpen surveillant van de Boshut. Werkzaam aan het St. Stanislascollege in Delft. Retraitepater in o.m. Loyola Vught, Helvoirt, Tilburg, Breda en elders.
8
Ben van Acker Flavist in hart en nieren. Anesthesioloog in het Ziekenhuis te Heerlen.
9
10
Joan Hegener Mariaconcreganist, koorzanger en misdienaar. IJveraar voor Pater Bijloos in Indonesië met ‘Maria ‘s Biddend leger’. Flavist. Directeur Koninklijke Bandfabrieken B.V. te Geldrop en President van Europese brancheorganisatie Association Européenne Rubans, Tresses,Tissus Elastiques.
10 Pim Weeber ‘Boutje’ van Pater Schmedding, werkzaam voor Bols, Bensdorp en Van Nelle. Laatste functie: Directie Fennema in Deventer.
40
41
11
12
11 Francis Mildner Censor van Rubra en Praeses van de Boshut; secretaris van de Phoenix. Laatste functie: Commercieel Directeur van Smeets Offset en Drukkerijgroep VNU. 12 Hans Ubachs Tevreden Limburger op Neubourg; sinds jaren medeorganisator van de jaarlijkse Katwijk Golfwedstrijd (ook wel Katwijk Golfreünie, red.). Laatste functie: gynaecoloog te Heerlen.
15
16
15 Sweder Regout Hockeyer en cricketer op Leeuwenhorst en Neubourg; Laatste functie: agent papierindustrie in Zweden en Frankrijk. Broer van Wiet die moest afzeggen. 16 Cees (Pini) Prinzen Fameus catcher van de Phoenix; wanhoop van de surveillanten; Ubi bene, ubi patria Espagna! Laatste functie: bibliothecaris Bibliotheek der Augustijnen in Eindhoven.
13
14
19
20
13 Wim Huysmans Promotie Scheikunde in Leiden, docent in Wassenaar. Werkzaam in Oxford en Arnhem bij AKU/Akzo (Nobel) bij Research & Development.
19 Paul Cornelissen Oudste van drie broers op Katwijk. Laatste functie: klinisch chemicus Catharina Ziekenhuis te Eindhoven.
14 Hans Wortelboer Toegewijd lid van Caerulea (zoekt nog steeds het model van kruiser 7 Provinciën met vitrine); medeorganisator jaarlijkse Katwijk Golf. Laatste functie: Directeur Scheepswerf De Hoop in Lobith.
20 Paul van den Biggelaar Directeur Uitgeversmaatschappij Diligentia te Amsterdam; Directeur St. Radboudstichting te ‘s-Hertogenbosch.
17
18
17 Dolf Kusters Hobospeler in het Katwijk orkest (de ‘Soepmars’!) Laatste functie: Hoofd Inkoop en Informatica Staatsbedrijf PTT den Haag. 18 Hendrik Heere Befaamd door lied ‘onze kleine puistenbaas’ als beheerder van de cricketspullen van de Phoenix (Nederlands oudste Cricketclub ooit); het hok werd ‘de puist’ genoemd; bestuur Ziekenhuizen en Hoogheemraadschap. Laatste functie: directeur van suikerfabrieken.
23
22
21 Joop van der Does de Willebois Censor van Rubra en Prefect van de MariaConcregatie. Voorzitter bestuur Vrienden van de Achelse Kluis. Lid Raad van Bestuur N.V. AMEF te Utrecht.
24
23 Nico ten Horn Een van de drie gebroeders (ook Ben en Carel waren bekend als ‘paard’). Groot ornitholoog… goed thuis in de tuinen van het Berchmanianum. Laatste functie: evenals zijn vader: tandarts in Nijmegen. 24 Frans van der Ven Niet alleen in Flava ‘Prikkie’ genoemd; Adj. Dir. Centraal Bureau voor het Katholiek Onderwijs; algemeen directeur Raptim Intercontinental en Secretaris van de Raad van State.
21
22 Philip Holt Gewijd tot Benedictijn, nadien pastor in Apeldoorn; laatste functie: pastor in Velp tot 2008.
25 25 Ivo Specken Caeruliaan; plastisch chirurg in Engeland en laatstelijk te Tilburg. 26 Joop van Mierlo Laatste functie: advocaat-generaal bij het Gerechtshof te ’s Hertogenbosch.
26
42
Sint Willibrord jubileert
Ridder Armand bouwt kasteel door Steve van der Ven
door Joan Hegener
De heilige Willibrord landde in 690 op het strand van Katwijk om de Friezen te kerstenen. Vele eeuwen later werd hij schutspatroon van Katwijk. Dit jaar viert Waalre dat hij daar in het jaar 712 een kerk inwijdde. Oud-leerling Joan Hegener (1944-1950) vertelt.
Het St. Willibrordus College te Katwijk aan den Rijn, dat was de oorspronkelijke naam van ons internaat. Weinigen van ons zullen weten dat Willibrord is geboren omstreeks 658 in Northumbrië, Noord-Engeland, en dat hij waarschijnlijk in het jaar 690 aan wal ging op het vasteland. Dat moet nabij het plaatsje Katwijk zijn geweest. Hij zocht de bescherming van Pepijn van Herstal (de Frankische heerser over dat deel van de latere Nederlanden, red.). Als rondtrekkende monnik heeft Willibrord hier het geloof verbreid. Hij bezocht ook meerdere malen Rome, waar de Paus hem wijdde tot ‘Aartsbisschop der Friezen’. Willibrord stichtte kerken en kloosters, onder meer in Susteren en Echternach, als steunpunten voor zijn missie en hij ontving grondbezit met daarop wonende boeren. Dit geschiedde eveneens in de jaren 703-704 in Waalre (bij Eindhoven). Waarschijnlijk in het jaar 712 wijdde hij een kerkje in Waalre dat nog steeds naar hem is vernoemd. Zijn bezittingen aldaar droeg hij over aan zijn abdij te Echternach, die tot haar opheffing in 1797 in Waalre landerijen en hoeven bezat en belastingen en cijnzen inde.
Wat je zoal niet kan overkomen wanneer je Ridder wordt, in de Orde van Oranje-Nassau wel te verstaan… Armand Martens, onze vorige SOKvoorzitter die van 2001-2011 de Katwijkse reünistenbelangen te vuur en te zwaard verdedigde, kan erover meepraten. Op 29 augustus van dit jaar nam Armand afscheid als lid van de Raad van Toezicht van de Stichting Robuust en als voorzitter van de Stichting Rose Phoenix in Kasteel Maurick in Vught. Onverwachts kwam burgemeester Pommer van Armands woonplaats Sint-Michielsgestel naar voren. Eerst somde hij een hele lijst met verdienstelijkheden van Armand in de zorgsector op, daarna speldde hij hem de Ridderversierselen op.
Op 7 november 739 overleed Willibrord in de abdij van Echternach. Het jaar 2012 is voor de gemeente Waalre, waarvan oud-Katwijker Mr. Henri de Wijkerslooth de Weerdesteijn de burgemeester is, aanleiding geweest om met een vijfentwintigtal evenementen ‘onze’ Willibrord te eren en te gedenken. www.willibrorduswaalre.nl
43
Dat eerbetoon is meer dan terecht. Want Armand, die zijn carrière als huisarts begon, heeft in de loop der jaren de nodige wapenfeiten in zijn schild mogen graveren. Zo was hij onder meer van ‘88 tot ‘96 directeur van de Landelijke Vereniging van Sociaal Geneeskundigen en tot ‘91 secretaris voor Huisartsengeneeskunde en Verpleeghuis-geneeskunde. Ook was hij van 2002 tot 2010 lid van de Raad van Toezicht van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. En dat zijn slechts een paar vermeldingen uit een leven van Dienstbaarheid in de Zorg, beide met hoofdletters!
Armand: ‘Niet alleen de Koninklijke onderscheiding was een complete verrassing, ook de reacties uit allerlei kringen waren dat, evenals de attenties en cadeaus. Mijn kleinzoon Tibor verraste mij met een bouwpakket van een kasteel, want een ridder woont immers in een kasteel. Dus bouwen we nu een kasteel. Ook kreeg ik van iemand een kratje bier cadeau. Dat had eigenlijk Ridderpils moeten zijn, maar dat merk bestaat niet meer. In plaats daarvan werd het een kratje Koningbier…’ Armand, voor alle duidelijkheid: jij bent een koning!
Armand Martens met zijn versierselen.
44
Reünie jaargang 1976 – ’82 De laatsten der Breulianen tekst en foto: Robbert van Brenkelen
Op 9 juni van dit jaar kwamen oud-leerlingen bij elkaar uit een bijzondere groep: de laatste van ons internaat. Het begin van een traditie?
We ontmoetten elkaar op 9 juni van dit jaar om vijf uur ’s middags, bij Pieter Cox thuis in Almere Overgooi. Daar stond een ferme barbecue klaar en een saladebar die wellicht eerder als koud buffet aangeduid zou moeten worden. Er was sprake van gematigde overvloed. Wij genoten van spijs en drank. Die avond zou ook de eerste interland van het EK door Nederland gespeeld worden, tegen de Denen. Het veel te magere
resultaat van die pot voetbal ging aan de meesten van ons geheel of toch grotendeels voorbij. Op de foto’s een wild-oranje uitgedoste Philippe van der Ven; hij is de enige geweest die de televisie helemaal geen blik waardig gunde. Niemand verliet het pand na die wedstrijd met hangende schouders, niemand verdronk zijn voetbalchauvinistische verdriet in Pieters bier, die wedstrijd was behang. Dat moge nu, met kennis over toen wel
45 logisch lijken; op 9 juni was Nederland in meerderheid van mening dat ‘we’ die cup wel even zouden… Ach, u weet het zelf nog wel, genoeg daarover! Direct weer thuis Bijzonder voor mij was het om mee te maken hoe wij ons over het algemeen direct weer thuis voelden bij elkaar, alsof die dertig jaar die waren voorbijgegaan dertig maanden waren, of zelfs maar dertig dagen. Hoewel, vorig jaar was er al een reünie geweest, maar die had ik zelf onverwachts gemist, dus voor mij was het een weerzien na drie decennia, waar sommigen zich vorig jaar na al die tijd weer eens de hand drukten. Bijzonder ook was om te zien, hoe weinig mensen eigenlijk veranderen en hoe je ze direct herkent na al die tijd.
Voor ons allemaal was het een prettige bijeenkomst die op ontspannen wijze plaatsvond. Overal praatte iedereen iedereen bij. Er werd veel gelachen en genoten. Rond 9 uur vertrokken de meesten langzaamaan. Zo ook ondergetekende. Maar later vernam ik, dat enkelen – de nachtbrakers – zich in de pret wentelden tot in de kleine uurtjes. Wij zullen zien of het ervan komen zal, dat wij, de laatsten der Breulianen, ons vanaf nu jaarlijks verpozen gaan. Er is nog niets vastgelegd voor 2013. Maar gezien de ‘plezanterieën’ die de foto’s etaleren, kan het eigenlijk niet uitblijven dat wij, die onder goedkeurend leidersoog op jezuïetengrond reeds nu en dan het glas hieven, (elke vrijdag en zaterdag?) zo’n kans aan onze neuzen voorbij laten gaan. We hebben het van geen vreemden!
Feitelijk zijn alleen Carla, Remko en Remke fotogeniek. Poels heeft ‘n oogje op Remke...
46
De komende Heerenavond (2013) in ‘De Garage’, Utrecht door Rob Heijmerink Na ruim tien jaar de Heerenavond gehouden te hebben in het hart van Utrecht hebben we besloten om een nieuwe locatie te zoeken, eentje met veel meer ambiance en waar de gezelligheid en het samenkomen veel centraler zullen staan.
47 De locatie is exclusief gereserveerd voor de Heerenavond, dus u komt alleen maar bekenden tegen! Wij hebben een kokkin geregeld die persoonlijk voor ons een maaltijd zal bereiden, er mag gerookt, gezongen en gedronken worden en er wordt live piano gespeeld op de aanwezige concertvleugel. De kosten zijn € 50 per persoon, inclusief wijn, bier en koffie.
Wij hebben een nieuwe plek gevonden die zowel jong als oud zeker zal aanspreken. Wij noemen hem ‘de Garage’, want het is een tot een eetgelegenheid omgebouwde garage uit de vijftiger jaren. Aan de muur hangt gereedschap, de smeerput is omgebouwd tot keuken en er hangen olievaten aan de muur, dus je zit in een echte garage. De ruimte is eigenlijk de ultieme jongensdroom: sleutelen, eten en drinken ineen.
Gewoon een heerlijke plek waar tussen de 25 en 60 man kunnen eten. Ook is er voor gekozen om de Heerenavond te verplaatsen naar het begin van het jaar, om de drukke maanden rond Sinterklaas en kerstmis te ontlasten. Wij stellen voor om donderdag 7 maart 2013 aan te houden. De locatie is Stadhouderslaan 58a, 3583 JK Utrecht, vlakbij het Wilhelminapark. Aanvang is zoals gebruikelijk vanaf zes uur ’s avonds (18.00 uur).
Bereikbaarheid: met de auto is ‘de Garage’ goed bereikbaar, het is vlakbij de Berenkuil (rondweg Utrecht) en er is gelegenheid om de auto te parkeren in de omgeving (tot 21.00 uur tegen betaling). Vanaf het station moet men de bus nemen, lijn 4, die pal voor de deur stopt bij ‘De Garage’, bushalte Dillenburgstraat. De reistijd vanaf het station is ongeveer 15 minuten.
Wij zeggen dat ‘De Garage’ een plek is: • voor menselijk onderhoud • om banden nog eens aan te halen • om de kelen te smeren • voor periodiek onderhoud • om onze accu’s weer eens opladen Dit alles in de hoogste versnelling op een vette locatie! Aanmelden mag al vanaf nu: Rob Heijmerink,
[email protected] of voor mensen zonder mail: 06 53266024. Op de website zal vanaf 1 januari 2013 ook de mogelijkheid bestaan om je aan te melden. Mis deze unieke gelegenheid niet om een Heerenavond gesmeerd te laten verlopen! donderdag 7 maart 2013 Stadhouderslaan 58a, Utrecht Aanvang 18.00 uur
Nieuw op www.mutua-fides.com Robbert van Brenkelen heeft ons foto’s gestuurd van de reünie die op zaterdag 9 juni 2012 werd gehouden van ‘de groep die het licht uitdeed’, de lichting ’76-’82. Er zijn foto’s geplaatst van de uitvaart van Harry Schelbergen. Binnenkort kunt u ook een korte filmimpressie bekijken op uw website. U kunt de foto’s terugvinden onder ‘Diversen op jaartal’, ‘uitvaart Harry Schelbergen’. Het interieur van ‘De Garage’.
De Katwijk Golfdag, gehouden in St. Michielgestel, werd uitgebreid gefotografeerd. Kortom, reden genoeg om weer eens een bezoek te brengen aan uw website. En voordat ik het vergeet: uw archief of archief materiaal is nog steeds altijd welkom. Rob Dashorst
48
49
In dankbare herinnering aan
Willem Gockel (1945 – 2012) door Tom Specken
Op 21 mei van dit jaar overleed op 67-jarige leeftijd Willem Gockel, die op de Breul en ook in de decennia daarna lid was van de legendarische ‘Club van 4’.
Behalve Willem behoren daartoe schrijver dezes, Eugène Quadekker en Paul Naus. Aanvankelijk bestond dit illustere gezelschap uit twee personen. Want Willem en ondergetekende kenden elkaar al van het jongensinternaat St. Joseph bij de fraters aan de Kroostweg in Zeist. In 1957 deden Willem en ik samen toelatingsexamen op de Breul, slaagden daarvoor en betraden de school van onze grote broers. Ik herinner mij nog goed hoe ik opkeek tegen de jongens van de Boshut in hun jasje, dasje. Die waren zo oud en belangrijk, dat zij dichter bij je ouders leken te staan dan bij jou. Smits van Oyen was pater directeur, Ter Steege Prefect Studiorum en De Pens was pater Hermans. Willem ging naar de factie Rubra en ik naar Flava. Dat was door het lot van de censoren bepaald en dus hockeyden en streden wij vaker tegen elkaar, dan met elkaar. ‘s Ochtends, drie minuten na de bel, stonden we in sportkleding op het plein voor het hoofdgebouw voor de ochtendexercitie. Vervolgens twee maal per week naar de mis, terwijl op zondag Ter Steege op hartstochtelijke wijze de hoogmis opdroeg, met zang en
dans van de schola cantorum onder leiding van Stef van der Grinten. De eerste klassen gingen voorspoedig, al werden ze met enige moeite doorlopen. Pater Vis constateerde eens na een voldoende voor een vrije vertaling Latijn, dat Willem een goed ‘boerenverstand’ had, waaraan hij door ons natuurlijk nog jaren herinnerd werd. Velen van ons hadden een bijnaam. Zo was Willem Publius Naso en hield ik aan een geslaagde Flava-Bonte Avond de naam Mien over van een rol in een toneelstuk, geschreven door surveillant Frits van der Ven. Eugène Quadekker, die later op de Breul kwam, werd eerst Q en al snel Koe genoemd. Op het cricketveld kon hij vanuit deep fine leg de bal zo snoeihard ingooien, dat hij niet alleen een gevaar was voor de tegenstander, maar ook voor onze eigen wicketkeeper Hans Westrik, die als bijnaam Weitelaar had. Het cricketen was een belangrijke reden van onze vriendschap. Zeker na de onvergetelijke crickettour in de zomervakantie door Engeland langs verschillende kostscholen, waaronder het vermaarde Downside College in Stratton-on-the-Fosse bij Bath.
De Club van 4, v.l.n.r.: Willem Gockel, Paul Naus, Tom Specken en Eugène Quadekker.
Wij sliepen met het hele team bij de ouders van Gregory Brenninkmeijer in Kingston upon Thames. Die logeerpartij op zich, was al een bijzondere belevenis. Vandaaruit toerden wij door Engeland onder begeleiding van pater Wüst en Gregory. Helaas verloren wij meestal op het cricketveld, ondanks een miraculeuze vang in een slow motion-beweging van Kees Kentgens, bijgenaamd Chessa. Spontaan bekende Chessa vervolgens deze catch niet goed te hebben beseft. Het moment was er niet minder om. Ook Willem stond als leg break bowler zijn mannetje en zijn luide lach vulde na de wedstrijden vaak menige ontvangstruimte. Na zijn eindexamen ging Willem direct in opleiding bij C&A en was hij als jongste bediende gesitueerd
bij C&A Leiden. Eugène en ik begonnen aan het onbezonnen studentenleven in Utrecht en moesten ons met ons jaar invechten in de sociëteit Minerva in Leiden. Die avond misten wij de laatste bus naar Utrecht en bleven tot volgende morgen op de kroeg. Daar bedachten wij het snode plan om onze vriend Willem te ‘verrassen’ met een bezoekje op de zaak. In het C&A-filiaal aangekomen, besloten wij hem maar meteen te ontvoeren en mee te nemen naar Minerva, waar Olaf Penn, die daar kroegcommissaris was, prompt een fles champagne opentrok. Het werd een gezellige ochtend, die wij altijd zullen blijven koesteren. Ik denk wel dat Willem, eenmaal terug op de zaak, wat had uit te leggen met een pak, dat onweerlegbaar de geur van alcohol verspreidde… >>
50 In onze studententijd en ook daarna bleven wij nog jaren bij Phoenix cricketen en kwamen we van heinde en verre om samen te spelen. Roy Lauw uit Maastricht, Paul uit Venlo, Hans Westrik, Freddy Koster, de familie Van der Lee, et cetera. Onze vriendinnen scoorden tijdens de wedstrijd of verzorgden de picknick, wat resulteerde in meerdere huwelijken.
te zeilen en later om te golven en om toerbeurt bij een van ons thuis te eten. Willem was altijd luid aanwezig met zijn aanstekelijke lach. Hij was altijd opgewekt en vrolijk, ondanks zijn lange en slopende ziekte. Vooral dankzij zijn lieve Francis wist hij zijn leven toch nog kleur te geven, zag hij zijn kinderen trouwen en werd hij verblijd met negen kleinkinderen.
Willem, Eugène, Paul en ik kwamen meer dan veertig jaar jaarlijks bij elkaar. Eerst om met de gezinnetjes
Willem, zo lang jij in onze gedachten blijft, zal onze Club van 4 blijven stralen! <<
Lezersreactie
door Pieter Rookmaaker
door Armand Blondeel
Mede dankzij de website hebben we veel oud-leerlingen ‘teruggevonden’. Blijf de website dus bezoeken en vul vooral uw naam- en adresgegevens in, in de database oud-leerlingen!! Overleden W. Baarens St. Ouzen sus Gartempe (Fr) 58/60 P.N.M. Koolen Breda 63/66 J.J.C.M.J. Muenninghoff Amsterdam 39/46 R.R.B.C. Pinckers Eijsden 48/56 H. Schelbergen s.j. De Bilt 58/82
In het vorige nummer van de Katwijk Kroniek publiceerde de redactie een fragment uit het Rapport van de Commissie Deetman. Daarin werd melding gemaakt van seksueel misbruik dat zich op Katwijk de Breul zouden hebben voorgedaan in 1956. Pieter Rookmaaker (1952-1956) reageert. Beste vrienden van de redactie van de Katwijk Kroniek, naar aanleiding van het recente nummer van de KK (zomer 2012) even hierbij mijn commentaar. Ik ben van de lichting 1952 tot 1958 en heb dus zes jaar op de Breul gezeten; met name in de laatste paar jaren met veel plezier. Behoorde tot de factie Viridis en heb nooit iets gemerkt van welke vorm van
misbruik, handtastelijkheid, of andere narigheid bij wie van de paters, leraren of medeleerlingen dan ook. De aangehaalde passage uit het rapport Deetman komt voor mij min of meer als een donderslag uit heldere hemel. De logica gebiedt te veronderstellen dat – als misbruik kennelijk wijd en zijd verspreid was bij internaten en kostscholen – de Breul daar vermoedelijk geen uitzondering in zou zijn. Zelf heb ik daar echter nooit iets van gemerkt. Misschien was ik in die tijd té naïef; misschien zelfs nu nog? Met vriendelijke groet en dank voor alle moeite om de Katwijk Kroniek te maken tot wat zij momenteel is.
51
Personalia
Verhuisd A. van Bellen Oegstgeest 78/81 Th.J.A.W.M. Dreesmann Den Haag 60/67
Adres Onbekend
E. Elias Amstelveen 80/81 H.M. Schaapveld Den Haag 68/70 V.G.J. Stumpel Workum 62/69
Teruggevonden J. de Graauw Nyons (Fr) 75/79 B. Korthals Den Haag 64/65 A.J. Verheugt Amsterdam 67/70 J. Verheijen Tilburg 48/50 L. Weeber Delft 69/70
Colofon Redactie: Eugen van de Pas en Fabian Takx Tekst: Paul Begheyn, Ernst van den Biggelaar, Robbert van Brenkelen, Gregory Brenninkmeijer, Mattijn Buwalda, Rob Dashorst, Theo Heere, Rob Heijmerink, Tirso Francés, Joan Hegener, Tom Specken, Steve van der Ven en Marijke Wijgerinck Fotografie: Mattijn Buwalda, Rob Dashorst Simon LeFévre e.v.a. Vormgeving: (Dietwee) Tirso Francés, Wieteke de Lange, David Boon Druk: Drukkerij Kerckebosch, Zeist Kopij naar:
[email protected]
A.H. de Bruijn Maastricht 43/46 L.Th.J.M. Geertman Poppel (B) 66/69 F. de Gou Parijs (Fr) 64/65 F.A.M. ten Herkel Den Haag 56/61 O. Koebrugge Nijmegen 79/81 P.J.J.M. Kunz Amsterdam 53/58
Stichting Oud-leerlingen Katwijk Voorzitter: Rob Dashorst Secretaris: Louis Ploegmakers Penningmeester: Gérard Melkert. Bestuursleden: Rob Heijmerink, Eugen van de Pas, Armand Blondeel De SOK is bereikbaar via e-mail:
[email protected] Postadres: Postbus 12, 3720 AA Bilthoven Website: www.mutua-fides.com Bank: ING 660857, BIC INGBNL2A, IBAN NL66INGB0000660857