Definitief ontwerp landenbrochure [Blz. 1 – voorkant omslag]
Europese Structuurfondsen
voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) en overheidsorganen
OPTIMAAL GEBRUIK MAKEN VAN EUROPESE FINANCIERING
[Blz. 2 – links]
Inleiding De Europese Unie beheert grote sommen geld die ten goede moeten komen aan de Europese economie, de overheid en de burgers. In dit document wordt in het kort uitgelegd hoe het midden- en kleinbedrijf, intermediaire en vertegenwoordigende organisaties en lokale en regionale overheidsdiensten in België financiële steun kunnen krijgen voor allerlei projecten en initiatieven op het gebied van handel en toerisme. De diverse relevante programma's zijn beschreven in een reeks afzonderlijk gepubliceerde samenvattingen.
Voor wie is dit bestemd? ·
MKB-bedrijven in de sectoren handel en toerisme in België die hun economische prestaties willen verbeteren en op zoek zijn naar financiële steun om dit te verwezenlijken.
·
Intermediaire organisaties en overheidsinstanties op het gebied van handel en toerisme die willen bijdragen tot de ontwikkeling van deze sectoren en die de ondernemingen die ze vertegenwoordigen op de hoogte willen houden van de mogelijkheden van de Structuurfondsen.
·
Overheidsdiensten en beleidmakers op het gebied van handel en toerisme.
Wat zijn de Structuurfondsen? De Structuurfondsen zijn financiële instrumenten die door de Europese Unie worden gebruikt om de algemene economische situatie in regio's met een ontwikkelingsachterstand of
achtergebleven regio's op haar grondgebied te verbeteren. Zowel overheidsdiensten als particuliere ondernemingen kunnen hiervan profijt trekken. De Structuurfondsen verlenen onder meer financiering voor investeringen op het gebied van infrastructuur, opleiding en de bevordering van ontwikkelingen in het MKB. Tal van projecten komen in aanmerking voor een dergelijke financiering.
Waarom de Structuurfondsen? De Structuurfondsen zijn niet alleen gericht op een verbetering van de dienstverlening, infrastructuur en normen, maar beogen ook andere, algemenere doelstellingen. Ze dragen bijvoorbeeld ook bij tot een verbetering van de arbeidskansen, de algemene levenskwaliteit, de veiligheid van de burgers, de duurzame ontwikkeling van de maatschappij en de commerciële en toeristische heropleving van regio's met een ontwikkelingsachterstand. Ze besteden bijzondere aandacht aan regio's met een hoge werkloosheid waar industriële herstructureringen plaatsvinden, regio's die te lijden hebben onder een sterke emigratie, probleemwijken in steden en grensregio's. Natuurlijk bieden ze ook hulp aan werkloze jongeren en langdurig werklozen, aan slachtoffers van sociale uitsluiting en aan laaggeschoolden. Goede ideeën voor projecten die de economische ontwikkeling van een regio bevorderen en die aansluiten bij de doelstellingen van het programma maken een grote kans te worden gefinancierd.
Denk eraan dat het bij de Structuurfondsen om subsidies gaat, niet om leningen.
Deze subsidies moeten oordeelkundig worden geïnvesteerd en hoeven niet te worden terugbetaald.
[Blz. 3 – rechts] ER IS EUROPESE FINANCIERING BESCHIKBAAR VOOR TAL VAN PROJECTEN, MAAR U MOET WEL EEN AANVRAAG INDIENEN
Wat kunnen de Europese Fondsen doen voor ondernemingen uit de sectoren handel en toerisme? De Europese Structuurfondsprogramma's verlenen steun voor allerlei activiteiten die de prestaties van ondernemingen in de sectoren handel en toerisme helpen verbeteren. Het verbeteren van de kwaliteit van hotels en gastenverblijven, gezamenlijke verkoopbevorderende initiatieven voor lokale producten, gezamenlijke toeristische promotieacties, cursussen om de vaardigheden van het personeel te verbeteren en de
ontwikkeling van nieuwe producten zijn slechts enkele voorbeelden van activiteiten die in aanmerking komen voor steun van de Structuurfondsen.
Structuurfondssteun voor handel en toerisme in België Op onderstaande kaarten is aangegeven welke regio's van België in aanmerking komen voor steun in het kader van de Doelstellingen 1 en 2 van de Structuurfondsen. Typerend voor Interreg III A is dat het actief is in grensregio's. Urban II-steun is beschikbaar voor bepaalde wijken van Brussel, Antwerpen en Sambreville. Op steun in het kader van Doelstelling 3, Leader+ en Equal kan in het hele land een beroep worden gedaan. [in de marge of in tekstkader] Zeven EU-instrumenten voor regionale ontwikkeling:
· ·
Doelstelling 1-programma's voor projecten in de minst ontwikkelde regio's, Doelstelling 2-programma's voor projecten in regio's met industriële moeilijkheden en probleemgebieden in steden en op het platteland,
· · · · ·
Doelstelling 3-programma's voor werkgelegenheidsprojecten, Interreg III voor grensoverschrijdende, transnationale en interregionale projecten, Urban II voor innovatieve projecten voor stadsontwikkeling, Equal voor innovatieve arbeidsmarktprojecten, Leader+ voor innovatieve projecten voor plattelandsontwikkeling.
De zeven programmasamenvattingen in deze reeks bevatten meer gedetailleerde informatie over de programma's en de manier waarop ze steun verlenen aan ondernemingen in de sectoren handel en toerisme en aan overheidsinstellingen. [in de marge of in tekstkader] De vier Structuurfondsen:
·
EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling), voor investeringen in infrastructuur en in het MKB,
· ·
ESF (Europees Sociaal Fonds), voor opleiding van de beroepsbevolking, EOGFL (Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw), voor de bevordering van de landbouw en de plattelandsontwikkeling,
·
FIOV (Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij), voor de ontwikkeling en de heropleving van regio's die afhankelijk zijn van de visserij.
[Blz. 4 – links]
Financiering voor de handel Financiering voor ondernemingen Projecten in de handelssector die arbeidsplaatsen scheppen, het sociale weefsel versterken en de bebouwde omgeving verbeteren, komen in aanmerking voor financiering. Als uw
handelsonderneming aan een of meer van deze voorwaarden voldoet, kan zij een beroep doen op steun. Voorbeelden van gefinancierde projecten in heel Europa: Herinrichting en renovatie van winkels Wanneer winkels er aantrekkelijker uitzien en efficiënter zijn ingericht, stijgen de klanttevredenheid en de omzet en wordt er meer winst geboekt. Steun voor technologische innovaties in kleine winkels Door de technologie van de detailhandel op te waarderen, kan deze zijn dienstverlening en rentabiliteit verbeteren.
Steun voor het oprichten van winkelverenigingen Door hun krachten te verenigen kunnen detailhandelaars efficiënter aankopen, netwerken vormen en taken verdelen. Hulp bij de organisatie van commerciële evenementen Succesvol verkopen is tegenwoordig een complexe en moeilijke opdracht. De deelnemers kunnen hun profiel verbeteren en nieuwe klanten aantrekken door beurzen en tentoonstellingen te organiseren. Gezamenlijke marketing van ambachtsproducten Door hun producten samen op de markt te brengen, kunnen ambachtslieden hun kosten verlagen en hun verkoop verbeteren.
Financiering voor overheidsorganen De Structuurfondsen verlenen niet alleen rechtstreekse steun aan handelsondernemingen, maar financieren ook projecten die indirect ten goede komen aan de handel. Dergelijke
projecten worden vaak beheerd door (semi-) overheidsorganen zoals gemeenten, provincies, vertegenwoordigende organisaties of kamers van koophandel. Opwaardering van openbare ruimten Door openbare ruimten als parken, achterbuurten en industrieterreinen te verfraaien, stijgt de trots van de lokale bewoners, nemen vandalisme en criminaliteit af en wordt de buurt aantrekkelijker voor ondernemingen. Bevordering van de veiligheid
Door de verlichting te verbeteren, camera's te installeren en de bewoners voor te lichten, kan het wonen en werken in een buurt veiliger worden. Opleiding in elektronische handel Er moet opleiding in nieuwe technologieën worden gegeven. De Structuurfondsen helpen bij het zoeken naar manieren waarop elektronische handel de bedrijfsontwikkeling kan verbeteren.
De concrete mogelijkheden om financiële steun te krijgen voor de ontwikkeling van de handel in België verschillen van programma tot programma en van regio tot regio. Voor meer bijzonderheden kunt u contact opnemen met uw brancheorganisatie of programmabeheerder. Zie de achterkant van deze brochure voor meer informatie over de personen met wie u contact kunt opnemen.
[Blz. 5 – rechts]
Voorbeeld: NOA poetst het blazoen van Noordoost-Antwerpen op - kansen voor etnische ondernemers NOA verrichtte pionierswerk in Vlaanderen: het heeft in Noordoost-Antwerpen het eerste bedrijvencentrum opgericht om startende ondernemingen bij te staan tijdens hun eerste, kwetsbare jaren, met name ondernemingen die door niet-Belgen zijn opgericht. Met het NOA-project "etnisch ondernemen" werd dit initiatief voortgezet. Dit project had onder meer ten doel niet-Belgen aan te moedigen bedrijfsopleidingen en socialeontwikkelingsprogramma's te volgen die ontworpen zijn om de rentabiliteit en doeltreffendheid van hun bedrijven te versterken. De desbetreffende wijk, die te lijden had onder economische problemen en materiële achteruitgang, is opgewaardeerd door de aanleg van een nieuwe winkelstraat, die onder de verantwoordelijkheid van een beheerder staat. Winkeletalages en leegstaande huizen zijn gerenoveerd om nieuwe bewoners aan te trekken. Het stedelijk slachthuis werd tot een culinair centrum omgevormd. Voorbeelden van andere initiatieven zijn het centrum voor jonge stilisten en ontwerpers "De Winkelhaak", het callcenter "Antwerpen Telecenter", de oprichting van een wijkkrant (De Wijkgazet), een multicultureel centrum (Permeke), een sociaal restaurant "De Zeven Schaken" en het vrachtwagencentrum "De Winkelwagen".
Voorbeeld: het ziekenhuis Notre-Dame à la Rose Het ziekenhuis Notre-Dame à la Rose (1242) is een van de belangrijkste cultuurhistorische sites van Wallonië. Na meer dan zeven eeuwen dienst te hebben gedaan als ziekenhuis, werd het in 1980 omgevormd tot een belangrijke archeologische en culturele site met een rijke verzameling medische en kunstvoorwerpen. De renovatie van de site, met het oog op de versterking van de toeristische en culturele waarde ervan, vormt een belangrijk onderdeel van de regionale ontwikkelingstrategie. Het project heeft ten doel het culturele erfgoed te integreren in de toeristische doelstellingen. Het gerenoveerde ziekenhuis zal bezoekers trekken en een extra impuls geven aan tal van culturele evenementen; in de 19de eeuwse delen van het ziekenhuis worden een theater, café en restaurant ondergebracht; een ander gedeelte van het gebouw wordt omgevormd tot een conferentiecentrum, dat zich vooral op de medische sector is gericht. Naar verwachting zal het gerenoveerde ziekenhuis, na de aanloopperiode, 10 directe arbeidsplaatsen scheppen en het toerisme en de handel in de streek een nieuwe impuls geven. De belangrijkste partners in dit project zijn de gemeente Lessines, de intercommunale voor economische en regionale ontwikkeling IDETA, het Waalse Gewest (afdelingen voor toerisme en erfgoed) en de Franse Gemeenschap. Dit alles werd ondersteund door een multidisciplinair team van architecten en ingenieursbureaus. De totale kosten bedragen 11 miljoen euro, waarvan 5 miljoen door de Structuurfondsen wordt gefinancierd.
[Blz. 6 – links]
Financiering voor de toeristische sector Financiering voor ondernemingen Toerisme is tegenwoordig in veel streken een belangrijke bron van inkomsten. Het is een drijvende kracht achter regionale ontwikkeling en naar verwachting zal het de komende jaren actief bijdragen tot diversificatie van de economische structuur en werkgelegenheid scheppen in heel Europa. Veel toeristische ondernemingen zijn echter klein en beschikken niet over de nodige financiële armslag. Verbetering van de kwaliteit, toename van het aantal kamers en ontwikkeling en diversificatie van producten zijn voorbeelden van activiteiten die in deze sector in aanmerking komen voor financiering. Verbetering van de kwaliteit van accommodatie
De renovatie van hotelkamers, rioleringen en parkeerterreinen leidt tot gelukkiger klanten, betere milieuzorg en een beter ondernemingsklimaat. Investeringen in attracties Nieuwe of gerenoveerde attracties doen het aantal toeristen en de populariteit van de locatie stijgen. Meer toeristen betekent een hogere omzet en betere zakencijfers. Marketingopleiding voor ondernemers in de toeristische sector
Marketingvaardigheden zijn tegenwoordig van essentieel belang in handel en toerisme. Dankzij opleidingsinitiatieven neemt de doeltreffendheid van ondernemers in de toeristische sector toe. Steun voor marketing Steun voor marketing van toeristische producten en bestemmingen, met name in samenwerking met andere betrokkenen, draagt bij tot een dynamischer imago en betere prestaties.
Financiering voor overheidsorganen De Structuurfondsen verlenen niet alleen rechtstreekse steun aan toeristische ondernemingen, maar financieren ook projecten die indirect ten goede komen aan deze ondernemingen. De begunstigden zijn vaak (semi-) overheidsorganen zoals steden, provincies, vertegenwoordigende organisaties of toeristische diensten. Het doel van de investeringen is regio's aantrekkelijker te maken voor toeristen. Investeringen in toeristische infrastructuur De opwaardering van natuurpaden, fietspaden, toeristische routes en bewegwijzering kan een regio veel aantrekkelijker maken voor toeristen. Investeringen in cultureel erfgoed Als musea, bezoekerscentra en het culturele erfgoed in het algemeen worden opgeknapt, valt er meer te bekijken voor de toeristen en zijn ze sneller bereid ervoor te betalen. Netwerkvorming en samenwerking Diversificatie en ontwikkeling van toeristische producten vergen vaak een goede samenwerking tussen ondernemingen, toeristische diensten en lokale overheden. De
Structuurfondsprogramma's verlenen steun aan initiatieven die samenwerking tussen bedrijven en publiek-private partnerschappen aanmoedigen teneinde de integratie van de verschillende delen van toeristische sector te bevorderen. De concrete mogelijkheden om financiële steun te krijgen voor de ontwikkeling van de toeristische sector in België verschillen van programma tot programma en van regio tot regio. Voor meer bijzonderheden kunt u contact openmen met uw brancheorganisatie of programmabeheerder. Zie de achterkant van deze brochure voor meer informatie over de personen met wie u contact kunt opnemen.
[Blz. 7 – rechts]
Voorbeeld: toeristische netwerken Dit project heeft ten doel het concurrentievermogen van de toeristische regio Kempen te behouden en te versterken, en met name dat van de MKB-bedrijven uit de toeristische sector. De bedrijven hebben behoefte aan meer professionalisme, steun, goede vertegenwoordiging, samenwerking met andere lokale actoren om kansen te grijpen en problemen het hoofd te bieden, gerichte producten en doeltreffende marketing, publiekprivate samenwerking en financiering. De hoofdpartner in dit project, de toeristische dienst van de provincie Antwerpen, werkt samen met de gemeenten, de lokale toeristische diensten, kleine en grote ondernemingen die actief zijn op toeristisch gebied en met enkele non-profitinstellingen. Ze zijn allemaal vertegenwoordigd in de toeristische dienst van de provincie Antwerpen of worden door deze dienst samengebracht in samenwerkingsverbanden. Concrete activiteiten hebben onder meer betrekking op een verbeterde dienstverlening en steun aan de sector, betere netwerkvorming en coördinatie van activiteiten, gerichte productontwikkeling en regionale promotie. Verwacht wordt dat de regio hierdoor toeristisch aantrekkelijker zal worden, de werkgelegenheid zal stijgen en het professionalisme van de ondernemers en de investeringsmogelijkheden zullen toenemen. Het project heeft reeds bewezen resultaten op te leveren. De gekozen benadering heeft veel positieve nevenresultaten tot gevolg gehad.
Voorbeeld: Walloniës trage wegen - een netwerk van wandel-, skate- en fietspaden Paden vertellen vaak verhalen over de dorpen of plaatsen die ze verbinden of waar ze doorheen lopen. De paden van het RAVel-netwerk (Réseau Autonome de Voies Lentes) vormen hierop geen uitzondering. Liefhebbers van natuur en lokale geschiedenis kunnen nu gebruik maken van deze minder bekende paden die langs mooie waterwegen, oude spoorlijnen en industrieel erfgoed leiden. De bezoekers ontdekken delen van Wallonië die tot dusver weinig publieke belangstellen genoten. Alle vormen van niet-gemotoriseerd vervoer zijn toegestaan op de paden van dit nieuwe netwerk, dat honderden kilometers lang is. Grote wegen en gebieden met veel verkeer worden natuurlijk gemeden. Begin 2001 waren zes hoofdroutes voltooid en werden andere bestudeerd. Tot de attracties langs de verschillende paden behoren onder meer kanaalsluizen, scheepsliften, abdijen, parken en bossen. Op de lijst van attracties staan zelfs industriële sites, waarvan sommige getuigen van een ver verleden en andere nog steeds op volle kracht werken. De initiatiefnemers van dit project hebben ook een internationale OESO-prijs gewonnen omdat ze milieuvriendelijk vervoer aanmoedigen. Dit project omvat veel meer dan alleer maar intelligent toerisme: het is een krachtdadig initiatief om het gebruik van niet-gemotoriseerd vervoer te stimuleren en aldus bij te dragen tot de algemene mobiliteit met een veilig en gezond karakter. Totale kostprijs: 5,3 miljoen euro. EU-bijdrage: 2,6 miljoen euro.
[Blz. 8 – achterkant omslag]
Hoe kunt u een beroep doen op de Structuurfondsen?
Het verkrijgen van steun uit de Structuurfondsen vereist zorgvuldigheid en tijd. IN DE EERSTE PLAATS moeten MKB-bedrijven of intermediaire organisaties nagaan hoe zij door beter te functioneren tegemoet kunnen komen aan de EU-doelstellingen, zoals meer werkgelegenheid, betere infrastructuur, meer bezoekers of hogere omzet. DE VOLGENDE STAP is contact op te nemen met de regionale (Vlaamse, Waalse of Brusselse) vertegenwoordiger en zijn programmasecretariaat. In Vlaanderen wordt u doorverwezen naar de provinciale overheid die het programma beheert. Ook de Euro Info Centres kunnen relevante informatie verstrekken (zie: http://europe.eu.int/comm/enterprise/networks/eic/eic_belgium.html). Zij zullen hun best doen om u uit te leggen welk soort projecten in aanmerking komen en hoe u het best een aanvraag kunt indienen en zij zullen u wegwijs maken in de subsidieregelingen van de Structuurfondsen. Hoewel geen moeite gespaard werd om de procedures te vereenvoudigen en de administratieve rompslomp te beperken, vereist een aanvraag zorgvuldigheid en tijd, zowel van de programmabeheerder als van de aanvrager. De programmabeheerders zijn toegewijde en goed opgeleide personen die zeer
goed op de hoogte zijn van de theoretische en praktische kanten van de Europese ontwikkelingssteun. Zij zullen zeker hun best voor u doen.
Als u toegang heeft tot internet, kunt u de contactgegevens van de programmabeheerders in uw land raadplegen op de inforegiosite van het DG Regionaal beleid van de Europese Commissie: http://europa.eu.int/comm/regional_policy/manage/authority/authority_en.cfm