Opleidingsplan leergang Docent

Opleidingsplan leergang Docent 3 maart 2010

Brandweeracademie Postbus 7010 6801 HA Arnhem T 026 355 24 10 F 026 351 50 51 [email protected]

Opleidingsplan leergang Docent

Voorwoord Voor u ligt het opleidingsplan voor de leergang Docent. Dit opleidingsplan sluit aan bij het nieuwe Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel en het bijbehorende landelijk functiehuis brandweer. Het opleidingsplan is afgeleid van het functie- en competentieprofiel Docent, het kwalificatieprofiel Docent en de proeve van bekwaamheid Docent. Aan de totstandkoming van dit opleidingsplan is bijgedragen door: Joop Huizing, hoofd bestrijden & beheersen, regio Gooi en Vechtstreek Ron Poot, hoofd opleiding/oefening en logistiek, regio Twente Schelte Egbers, adviseur externe veiligheid en risicobeheersing, regio Kennemerland Wijnand Vos, clustercoördinator opleidingen, regio Zaanstreek Waterland Bert Mein, directeur Brandweeropleidingen Noord BV (BON) Ton Boeijen, coördinator sociaal communicatieve & didactische opleidingen, Koninklijke Militaire School Luchtmacht Anne-Marie de Graaf, beleidsmedewerker, Nbbe Esther Smeitz, beleidsmedewerker, Nbbe Jaap Molenaar, vakgroepdecaan incidentmanagement, NIFV Marianne Heijndijk, coördinator onderwijsproducten, NIFV Janneke Titzing, onderwijskundig redacteur, NIFV

Toelichting op deze gewijzigde versie: Dit document is in 2007 met bovengenoemde ontwikkelgroep ontwikkeld en in deelprojectgroep 3 vastgesteld op 12 november 2007. Naar aanleiding van de besluitvorming omtrent naamgeving van de functie Docent en Instructeur heeft het NIFV op verzoek van het project Implementatie het opleidingsplan op dit punt aangepast. Arnhem, 3 maart 2010 Marieke Geelen, onderwijskundige, NIFV Marianne Heijndijk, hoofd onderwijskundigen, NIFV

BRANDWEERACADEMIE


Inhoud

Voorwoord Inleiding 1. Uitgangspunten 1.1 Verkenning van de functie 1.2 Eisen aan het onderwijs 1.3 Eisen aan de leeromgeving 1.4 Werkend leren in de leergang Docent 1.5 Studiebelasting 1.6 Instroomeisen Basisontwerp leergang Docent Toelichting op het basisontwerp 2.2 Vakinhoudelijke kennis

BRANDWEERACADEMIE

2 4 5 5 6 8 8 9 10 11 11 15


Inleiding In dit werkdocument leggen we de resultaten vast van de ontwerpbijeenkomsten voor de leergang Docent. Het opleidingsplan wordt aangeboden aan deelprojectgroep 3 (Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel, Kwaliteitsinstrumenten). Dit document is bestemd voor alle personen die betrokken zijn bij (de verdere inrichting en organisatie van) de leergang Docent: ontwikkelgroep, onderwijskundige(n), ontwikkelaars, etc. Dit document vormt voor hen de leidraad bij het nader uitwerken van de leergang.

BRANDWEERACADEMIE

4


1.

Uitgangspunten

1.1

Verkenning van de functie

De functie Docent maakt, in het landelijk functiehuis brandweer, deel uit van de cluster opleiden en oefenen (samen met de specialist opleiden & oefenen, medewerker opleiden & oefenen, de oefencoördinator en de instructeur). De docent rapporteert aan de specialist opleiden en oefenen of hoofd opleidingen. Zelf kan hij1 instructeurs voor zijn lessen inschakelen in een ondersteunende rol. Daarnaast werkt de docent samen met leerwerkplekbegeleiders. De docent houdt zich bezig met het opleiden en bijscholen van functionarissen tot en met het functieniveau MBO. Hij is een uitvoerend didactisch specialist. Hij is actief op het vlak van het aanbrengen, onderhouden en doorontwikkelen van vakbekwaamheid bij cursisten, in lijn met de leven-lang-leren-cyclus en het opleidingsbeleid in het korps of de regio waarbinnen hij opereert. Hij zorgt ervoor dat zijn eigen vakbekwaamheid op niveau is, zowel vakinhoudelijk als didactisch. Hij beschikt over de vakinhoudelijke verdiepende kennis die hem in staat stelt om boven de stof te staan. Dit is een essentieel onderdeel van het kunnen overdragen van de vereiste kennis en vaardigheden. Kwalificatieprofiel Binnen het kwalificatieprofiel zijn er voor de docent vier kerntaken gedefinieerd. Deze kerntaken gelden voor iedere docent: Kerntaak 1: Didactisch handelen verzorgen van onderwijs door het toepassen van onderwijskundige concepten en didactische model(len) afstemmen van werkvormen op het naar in werksituaties vereiste gedrag zorg dragen voor integratie van theorie en praktijk didactische en vakinhoudelijke kennis op peil houden door bijscholing en intervisie reflecteren op eigen functioneren zorg dragen voor fysiek veilige leeromgeving Kerntaak 2: Coachen en begeleiden van cursisten in hun leerproces cursisten begeleiden in hun leerproces communiceren met individuele cursisten zorgen voor een goed leer- en leefklimaat reflecteren op eigen functioneren Kerntaak 3: Begeleiden van toetsmomenten uitvoeren van formatieve toetsmomenten cursisten voorbereiden op summatieve (her)toetsen Kerntaak 4: Functioneren binnen het opleidingsinstituut samenwerken met andere didactisch betrokkenen (collega-docenten, leerwerkplekbegeleiders, instructeurs, gastdocenten) zorgen voor afstemming met organisatorisch betrokkenen (hoofd opleidingen, specialist/medewerker opleiden & oefenen, oefencoördinator, oefenleider, trajectbegeleider) terugkoppelen van ervaringen naar beleidsverantwoordelijken optreden als teamleider van een groep instructeurs

1

Overal waar in dit document de docent of een andere functionaris met 'hij' wordt aangeduid, kan ook 'zij' worden gelezen. BRANDWEERACADEMIE

5


In het kwalificatieprofiel zijn deze kerntaken verder uitgewerkt in werkzaamheden, beoordelingscriteria en keuzes en dilemma’s. 1.2

Eisen aan het onderwijs

De docent wordt, conform het Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel, functiegericht opgeleid. Functiegericht opleiden stelt de volgende eisen aan het onderwijs: opleiden tot beginnend beroepsbeoefenaar beroepspraktijkvorming integratie kennis, inzicht, vaardigheden, persoonseigenschappen, houding situationeel en activerend onderwijs. Deze opzet wordt toegepast bij de ontwikkeling van alle leergangen. Opleiden tot beginnend beroepsbeoefenaar Na het met succes afronden van de leergang Docent beheerst de onderwijsdeelnemer de kerntaken (zoals beschreven in het kwalificatieprofiel) op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. De leergang moet de onderwijsdeelnemer in staat stellen om alle kerntaken uit het kwalificatieprofiel in voldoende mate onder de knie te krijgen. De proeve van bekwaamheid toetst of de onderwijsdeelnemer het vereiste niveau per kerntaak beheerst. Beroepspraktijkvorming Beroepspraktijkvorming veronderstelt een stevige integratie tussen theorie en praktijk. Daarom wordt uitgegaan van duaal onderwijs. Duaal leren houdt in dat de onderwijsdeelnemer afwisselend leert in de beroepspraktijk (werkend leren) en binnen een onderwijsinstituut. De deelnemer heeft een aanstelling bij een werkgever; bij de brandweer is dat meestal de gemeente/het brandweerkorps. Bij duaal leren doorlopen de deelnemers hun leerproces: door werkend te leren bij een brandweeropleidingsinstituut, waarbij gebruikgemaakt wordt van leeropdrachten door te leren bij de onderwijsaanbieder, waarbij gebruikgemaakt wordt van gevarieerde onderwijsmiddelen en werkvormen. De regio is verantwoordelijk voor het werkend leren. De onderwijsaanbieder voor het verzorgen, ondersteunen en evalueren ervan. De trajectbegeleider (regio) en de leerwerkplekbegeleider(s) zijn verantwoordelijk voor respectievelijk de begeleiding en het inrichten van een werkplek. Integratie kennis, inzicht, vaardigheden, persoonseigenschappen, houding De functiegerichte brandweeropleidingen worden op een competentiegerichte wijze ingevuld. Een competentie is het vermogen van een persoon om set van kennis, vaardigheden en houdingen in te zetten om concrete beroepsactiviteiten uit te voeren en daarbij om te gaan met problemen, dilemma's en tegenstrijdigheden die zich in de arbeidsactiviteiten voordoen. Eenvoudig gezegd: om een klus te klaren moeten de benodigde kennis, inzicht, vaardigheden en persoonseigenschappen tegelijkertijd aanwezig zijn en vloeiend op elkaar aansluiten. Daarom worden deze aspecten tijdens de leergang zo veel mogelijk per kerntaak als een geïntegreerd geheel in de leeractiviteiten verwerkt. Volgens het functie- en competentieprofiel Docent moet de docent beschikken over de volgende competenties2: - analyseren - innoveren/creativiteit 2

De functie Docent maakt deel uit van de beheersmatige kolom in het functiehuis. De kerncompetenties die voor de repressieve functies gelden, zijn derhalve niet van toepassing. BRANDWEERACADEMIE

6


-

oordelen resultaatgericht flexibel taakgericht leiderschap inleven mondeling communiceren leren en reflecteren.

De competenties uit het functie- en competentieprofiel Docent zijn in het kwalificatieprofiel Docent functiespecifiek uitgewerkt in beoordelingscriteria en keuzes & dilemma's. Deze lopen als een rode draad door de leergang heen, zowel in de opleiding als de examinering en hiermee is in dit opleidingsplan rekening gehouden. Het reflecteren op de eigen competentieontwikkeling heeft een prominente plaats in de leergang Docent. De onderwijsdeelnemer gaat hier op de leerwerkplek actief mee aan de slag door middel van reflectieopdrachten die hem worden aangereikt. Hij krijgt feedback op zijn gedrag van de leerwerkplekbegeleider. Daarnaast zal hij tijdens praktijkoefeningen in het klassikale onderwijs feedback krijgen van zijn docent en andere onderwijsdeelnemers. Deze opzet zorgt ervoor dat onderwijsdeelnemers zicht krijgen op hun competentieontwikkeling gedurende de opleiding. Zo kunnen zij gericht en gestructureerd werken aan competenties die verbetering behoeven. Situationeel en activerend onderwijs Omdat de relatie met de beroepscontext bij functiegericht opleiden essentieel is, lopen concrete arbeidssituaties als een rode draad door de leergang heen. Dit geldt uiteraard voor het leren op de werkplek, maar ook voor het overige onderwijs. Met behulp van onder andere simulaties en casuïstiek worden typerende arbeidssituaties centraal gesteld. Daarnaast wordt de onderwijsdeelnemer uitgedaagd om de gesimuleerde of geschetste arbeidssituatie tot een goed einde te brengen. Het onderwijs is dus situationeel en activerend: het prikkelt de onderwijsdeelnemer om zich een goed beeld van arbeidssituaties te vormen en zelf het initiatief te nemen om deze situaties te leren beheersen. Didactiek en vakinhoud De leergang Docent richt zich sec op didactiek, coachen en begeleiden, toetsen en functioneren in het opleidingsinstituut (de vier kerntaken uit het kwalificatieprofiel). In het kader van de vakinhoudelijke ontwikkeling volgt de docent zo nodig cursussen, gerelateerd aan (een) specifieke leergang(en). Deze cursus(sen) spitsen zich vooral toe op verdiepende kennis en achtergronden. Met behulp van EVC-trajecten kunnen eerder verworven competenties worden verzilverd, zodat aan elke onderwijsdeelnemer een maatwerktraject geboden kan worden. Een docent die de leergang heeft gevolgd en gaat lesgeven, beschikt over de benodigde didactische bagage om de vakinhoud van één of meer leergangen op verantwoorde wijze over te brengen. Daarnaast kan hij teruggrijpen op verdiepende vakinhoudelijke kennis, praktijkervaring en achtergronden die relevant zijn voor de leergang(en) waarin hij lesgeeft. Hij beschikt over relevante en actuele ervaring in het brandweerwerkveld, wederom gerelateerd aan de leergang(en) waarin hij lesgeeft.

BRANDWEERACADEMIE

7


Samenwerking met hogeschool Voor het verzorgen van de leergang Docent, wordt samenwerking met een gespecialiseerde aanbieder voorzien, bijvoorbeeld een hogeschool met een educatieve faculteit. Samenwerking met een hogeschool biedt mogelijkheden voor civiele certificeerbaarheid van het diploma Docent. Dit ondersteunt mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling en het volgen van didactische vervolgopleidingen in het reguliere onderwijs. 1.3

Eisen aan de leeromgeving

De leeromgeving van een leergang is het geheel aan plaatsen waar wordt geleerd, inclusief de onderwijsmiddelen die op die plaatsen worden gebruikt. Gedacht kan worden aan de klas (klassikaal onderwijs), thuis (zelfstudie), de digitale snelweg (elearning), de werkplek (werkplekleren) en virtual reality (simulatie). In de leergang Docent wordt de leeromgeving voornamelijk gevormd door werkplekleren, aangevuld door klassikaal onderwijs en zelfstudie. De docent die les geeft aan de leergang Docent dient minimaal over een tweedegraads lesbevoegdheid te beschikken. De docent heeft regelmatig overleg met de leerwerkplekbegeleider(s) om het werkend leren en het overige onderwijs op elkaar af te stemmen. De docent kan in een leergang verschillende rollen vervullen: hij brengt de (theoretische) vakinhoud bij de onderwijsdeelnemer tot ontwikkeling (docentrol) hij ondersteunt het leerproces van de deelnemer door het uitleggen, voordoen en trainen van vaardigheden (trainerrol) Hij geeft hiervoor gerichte informatie en stelt directe stuurvragen. hij coacht de onderwijsdeelnemer bij het leerproces (coachrol) Hij helpt de onderwijsdeelnemer het leerproces op gang te brengen, aan te sturen en in goede banen te leiden. Hij schept voorzieningen en randvoorwaarden voor leren en zorgt voor feedback. hij beoordeelt de leerresultaten diagnostisch, tijdens het leerproces van de onderwijsdeelnemer (assessorrol).

1.4

Werkend leren in de leergang Docent

Het werkend leren vormt een belangrijk onderdeel van de leergang Docent. Voor de leergang Docent moet daarom naar een geschikte leerwerkplek worden gezocht. Een leerwerkplek kan gedefinieerd worden als de omgeving waarbinnen de leeropdracht naar behoren kan worden uitgevoerd, begeleid en beoordeeld. Het wat van de leeropdracht bepaalt waar deze het beste kan worden uitgevoerd en wie de begeleiding ter hand neemt. Leerwerkplekbegeleider De leerwerkplekbegeleider begeleidt deelnemers bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van leeropdrachten die (deels) op de werkplek worden uitgevoerd. Denk aan bijvoorbeeld het observeren van lessen en het voeren van coachgesprekken. De leerwerkplekbegeleider is inhoudelijk deskundig, kent de functie Docent goed en weet welke lastige situaties zich kunnen voordoen. Verder beschikt de leerwerkplekbegeleider over voldoende coachingsvaardigheden. Het gaat om een rol binnen een reguliere functie in een brandweerkorps.

BRANDWEERACADEMIE

8


Kijk voor het profiel waar een leerwerkplekbegeleider aan moet voldoen op www.bkbp.nl. Trajectbegeleider De trajectbegeleider bepaalt in overleg met de werkgevers in de regio de uiteindelijke leerwerkplek(ken). Uitgangspunt dient daarbij wel te zijn dat de onderwijsdeelnemer in staat wordt gesteld om alle leeropdrachten naar behoren te kunnen uitvoeren. De trajectbegeleider is verantwoordelijk voor het monitoren van de kwaliteit van de leerwerkplek. Kijk voor het profiel van de trajectbegeleider op www.bkbp.nl. Aandeel en ritmiek werkend leren in de leergang In de leergang Docent wordt de volgende indeling aangehouden: 1/3 van de onderwijstijd: Klassikaal onderwijs/examentraining 1/3 van de onderwijstijd: Werkplekleren 3 1/3 van de onderwijstijd: Zelfstudie 1.5

Studiebelasting

De studiebelasting van een leergang behelst de uren die een onderwijsdeelnemer gemiddeld besteedt aan het (klassikaal) leren op de locatie van de onderwijsaanbieder (contacturen), de benodigde zelfstudie (bestuderen en verwerken van theorie) en het werkend leren. Vanzelfsprekend zijn vooral de uren die worden besteed aan zelfstudie en werkend leren afhankelijk van de studievaardigheden van de onderwijsdeelnemer en de regionale faciliteiten en mogelijkheden voor het werkend leren. Vaststelling studiebelasting Voorzien wordt een studiebelasting van 320 uur exclusief de toetsbelasting. Zie voor de uitwerking deel 2 van dit document. De studiebelasting is een adviserende indicatiestelling. De studiebelasting van de nieuwe leergang Docent is met 320 uur dus hoger dan de studiebelasting van de module Instructeur (120 uur, 12 studiepunten4) uit de huidige modulaire brandweeropleidingsstructuur. Dit verschil hangt samen met: de invoering van functie- en competentiegericht opleiden in het brandweeronderwijs; deze onderwijsvernieuwing brengt naast de kerntaak didactisch handelen (kerntaak 1) drie extra kerntaken voor de docent met zich mee: het coachen en begeleiden van cursisten in hun leerproces (kerntaak 2), het begeleiden van toetsmomenten (kerntaak 3) en het functioneren in het opleidingsinstituut (kerntaak 4). Bij laatstgenoemde kerntaak concentreert de vernieuwing zich op het samenwerken met leerwerkplekbegeleiders en instructeurs. de beoogde kwaliteitsverbetering van het brandweeronderwijs, deze kwaliteitsverbetering vraagt om een hoger niveau en beter ontwikkelde vaardigheden van de docent. De studiebelasting van de leergang Docent is gebaseerd op alle leeractiviteiten die de ontwikkelgroep per kerntaak nodig vond, om deze kerntaak als beginnend beroepsbeoefenaar in voldoende mate te beheersen. De studiebelasting is dan de som van de tijdsduur van alle leeractiviteiten. De tijdsduur per leeractiviteit is gebaseerd op een schatting. De ervaring op basis waarvan de schatting plaatsvindt (empirische insteek), is via de ontwikkelgroep ingebracht door onderwijskundigen, docenten en andere vertegenwoordigers van de opleidingsinstituten. 3 4

De voorbereiding en verslaglegging van werkplekopdrachten valt onder de component 'werkplekleren'. Bron: Examenreglement Instructeur, 1 studiepunt voor 10 contact- of zelfstudieuren.

BRANDWEERACADEMIE

9


1.6

Instroomeisen

Deelnemers aan de leergang moeten, zoals vastgesteld in het kwalificatieprofiel, voldoen aan de instroomeis van minimaal MBO 4- werk en denkniveau. Tevens kunnen leergangspecifieke eisen van toepassing zijn.

BRANDWEERACADEMIE

10


Basisontwerp leergang Docent Toelichting op het basisontwerp De leergang Docent richt zich, voortvloeiend uit de kerntaken, op didactiek, coachen, beoordelen en functioneren binnen het opleidingsinstituut. Het onderwijs van de leergang is over blokken verdeeld, conform de indeling hieronder. Deze blokken dienen om een ordening aan te brengen en op die manier de opbouw van het programma visueel inzichtelijk te maken. De indeling van het onderwijs en het afnemen van de proeve van bekwaamheid worden zo veel mogelijk op elkaar afgestemd. Onderdeel van kerntaak 1 didactisch handelen is het op peil brengen en houden van (brandweer)vakinhoudelijke kennis. In paragraaf 2.2 wordt toegelicht hoe hiermee in de leergang wordt omgegaan. Blok 1 Kerntaak

Klassikaal (3 uur = 1 dagdeel) Werkplek

Zelfstudie

1. Didactisch handelen

Leren: Leertheorieën Leerproces Leerstijlen Leren leren

Leeropdrachten: Observatie theorieles Onderdeel theorieles verzorgen

Leren: Leertheorieën Leerproces Leerstijlen Leren leren

Didactische vaardigheden: Beginsituatie Lesmethodiek Leerdoelen Lesontwerp Lesvoorbereiding Lesgeven aan groepen

Leren en reflecteren Reflectie op competentieontwikkeling

Didactische vaardigheden: Beginsituatie Lesmethodiek Leerdoelen Lesontwerp Lesvoorbereiding Lesgeven aan groepen

2. Coachen en begeleiden

18 uur Communicatie Communicatieproces Communicatiestoornissen Verbaal en non-verbaal

16 uur

20 uur Communicatie Communicatieproces Communicatiestoornissen Verbaal en non-verbaal

9 uur 3. Begeleiden van toetsmomenten 4. Functioneren binnen het opleidingsinstituut

Totaal aantal uren

BRANDWEERACADEMIE

12 uur

-

-

-

-

-

-

27 uur

16 uur

32 uur

11


Blok 2 Kerntaak


Zelfstudie


Didactische modellen: Functiegericht Competentiegericht Individueel leren Projectgestuurd Probleemgestuurd Case-gebaseerd

Didactische modellen: Functiegericht Competentiegericht Individueel leren Projectgestuurd Probleemgestuurd Case-gebaseerd

2. Coachen en begeleiden

Leeropdrachten: Onderdeel theorieles verzorgen Lesevaluatie Leren en reflecteren Reflectie op competentieontwikkeling

Didactische vaardigheden: Werkvormen Leermiddelen Lesevaluatie 21 uur Communicatie Leeropdrachten: Gespreksvaardigheden Lesobservatie Omgaan met weerstanden Gespreksobservatie Motivatie Groepen: Groepsdynamica Groepsvormen Leiderschapsstijlen Waarnemen en observeren

3. Begeleiden van toetsmomenten 4. Functioneren binnen het opleidingsinstituut


Individueel: Persoonlijkheidstypen Waarnemen en observeren 18 uur -

-

-

-

Totaal aantal uren

Didactische vaardigheden: Werkvormen Leermiddelen Lesevaluatie 8 uur 20 uur Communicatie Gespreksvaardigheden Omgaan met weerstanden Motivatie

39 uur

Groepen: Groepsdynamica Groepsvormen Leiderschapsstijlen Waarnemen en observeren

Individueel: Persoonlijkheidstypen Waarnemen en observeren 4 uur 15 uur -

12 uur

35 uur

Blok 3 Dit blok vertegenwoordigt de leergangspecifieke cursussen. Studiebelasting en invulling afhankelijk van welke leergang het betreft. Kerntaak

Klassikaal


Leergangspecifiek Verdiepende leergangspecifieke kennis Brandweerspecifieke werkvormen en hulpmiddelen Veiligheidsmanagement

BRANDWEERACADEMIE

Werkplek

Zelfstudie -

Leergangspecifiek Verdiepende leergangspecifieke kennis Brandweerspecifieke werkvormen en hulpmiddelen Veiligheidsmanagement

12


Blok 4 Kerntaak



Functiehuis Brandweer Leven lang leren Blended learning Elektronische leeromgevingen

Zelfstudie

Leeropdrachten5: Theorieles verzorgen (leergangspecifiek, blok 3) Praktijkles verzorgen, (leergangspecifiek, blok 3)

Functiehuis Brandweer Leven lang leren Blended learning


3 uur 2. Coachen en begeleiden

Individueel coachen Groepscoachen

16 uur Leeropdrachten: Coachinggesprek

4 uur Individueel coachen Groepscoachen

Leren en reflecteren Reflectie op competentieontwikkeling 3. Begeleiden van toetsmomenten

12 uur Toetsen: Examentraining Formatieve en summatieve toetsing Praktijktoetsen / proeve van bekwaamheid Beoordelen: Competentiegericht Reflectieopdrachten Werkplekopdrachten Portfolio Groepswerk

4 uur 8 uur Leeropdrachten: Toetsen: Examentraining verzorgen Formatieve en summatieve Formatieve toets uitvoeren toetsing Praktijktoetsen / proeve Leren en reflecteren van bekwaamheid Reflectie op competentieontwikkeling Beoordelen: Competentiegericht Reflectieopdrachten Werkplekopdrachten Portfolio Groepswerk

9 uur 4. Functioneren binnen het opleidingsinstituut Totaal aantal uren

-

12 uur

12 uur

-

24

-

32

24

5

Bij deze leeropdrachten horen reflectieopdrachten die deel uitmaken van het portfoliodeel van de proeve van bekwaamheid. BRANDWEERACADEMIE

13


Blok 5 Kerntaak


Zelfstudie


Vakinhoudelijke ontwikkeling Onderzoek Brandweerinformatiebronnen Intervisie

Vakinhoudelijke ontwikkeling Onderzoek Brandweerinformatiebronnen

Leeropdrachten: Lessen ontwerpen, voorbereiden en verzorgen (gebruik verschillende werkvormen) Researchopdracht (vakinhoud) Intervisie Leren en reflecteren Competentieontwikkeling

6 uur 2. Coachen en begeleiden

-

16 uur Leeropdrachten: Coachinggesprekken

8 uur -

Leren en reflecteren Reflectie op competentieontwikkeling 3. Begeleiden van toetsmomenten

Resultaten Registratie / cursistenvolgsystemen Analyse toetsresultaten Communicatie Feedback geven Slecht nieuwsgesprekken Adviseren

9 uur 4. Functioneren binnen het opleidingsinstituut

-

8 uur Leeropdrachten: Analyse toetsresultaten terugkoppelen naar kandidaat (advies) Gesprek ter voorbereiding op summatieve toets Leren en reflecteren Reflectie op competentieontwikkeling

Resultaten Registratie / cursistenvolgsystemen Analyse toetsresultaten Communicatie Feedback geven Slecht nieuwsgesprekken Adviseren

8 uur Leeropdrachten: Verdiepen in beleid, interne organisatie Gesprekken met leerwerkplekbegeleider, hoofd opleidingen, oefencoördinator. Bijwonen vergaderingen

4 uur -

Leren en reflecteren Reflectie op competentieontwikkeling 20 uur Totaal aantal uren

BRANDWEERACADEMIE

15 uur

52 uur

12 uur

14


Studiebelastinguren per werkvorm: Werkvorm

Uren blok 1

Uren blok 2

Uren blok 3

Uren blok 4

Uren blok 5

Leren op het 27 opleidingsinstituut Werkplek16 leren Zelfstudie 32

39

variabel

24

15

105

12

-

32

52

112

35

variabel

24

12

103

Totaal 75

86

variabel

80

79

320 Exclusief toetsbelasting

Totaal

Studiebelastinguren per kerntaak: Kerntaak 1 2 3 4

2.2

Uren blok 1

Uren blok 2

Uren blok 3

Uren blok 4

Uren blok 5

54 21 -

49 37 -

variabel -

23 24 33 -

30 8 21 20

156 90 54 20

Totaal 75

86

variabel

80

79

320 Exclusief toetsbelasting

Totaal

Vakinhoudelijke kennis

In het kwalificatieprofiel Docent is het volgende opgenomen: “De docent zorgt ervoor dat zijn eigen vakbekwaamheid op niveau is, zowel vakinhoudelijk als didactisch. Hij beschikt over de vakinhoudelijke verdiepende kennis die hem in staat stelt boven de stof te staan.” Per leergang is vastgesteld over welke vakinhoudelijke kennis een docent voor desbetreffende leergang dient te beschikken. De leergang Docent richt zich sec op de didactiek. In het kader van de vakinhoudelijke ontwikkeling volgt de docent desgewenst de vakinhoudelijke cursus(sen) gerelateerd aan de leergang(en) waarin hij les wil geven (beschrijving Blok 3). In deze cursussen staat de vakinhoud van de betreffende leergang centraal en wordt verdiepende kennis en achtergronden aangeboden. Deze cursussen zijn ook toegankelijk voor de groep bestaande docenten/instructeurs in het kader van bijscholing. Mocht de vakinhoudelijke leergangspecifieke kennis van een onderwijsdeelnemer zich reeds op het juiste niveau bevinden, zal dit uit een EVC-traject blijken. Voor het bijhouden en ontwikkelen van vakinhoudelijke kennis (onderdeel Blok 5) zal hiernaast een digitale mediatheek worden samengesteld waarin verwijzingen naar relevante websites en publicaties worden opgenomen. Hier zullen tevens websites en publicaties die over didactiek gaan in worden opgenomen.

BRANDWEERACADEMIE

15

Opleidingsplan leergang Docent

Recommend Documents