Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Opleiding Erkend Stijlconsulent
Schooljaar 2006-2007 1
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Voorwoord Na de cursus kleur, waarin we alles geleerd hebben over de juiste kleuren voor de juiste persoon, gaan we ons nu verdiepen in het begrip stijl. Stijl en mode zijn twee zeer verschillende begrippen, ze hebben weinig met elkaar te maken. Mode is een trend, het is dat wat we vandaag op de catwalks en in de winkels zien. Het is een zeer vluchtig begrip, het is tijdsgebonden. Stijl daarentegen is persoonsgebonden. “Stijl hebben” betekent niet dat je de laatste nieuwe mode in je kast hebt hangen,. “Stijl hebben” betekent dat je bewust bent van je lichaamsvorm, van je uitstraling en van je presentatie, en dat je daar ook gelukkig mee bent en je jezelf er naar kleedt. Kleding illustreert en onderstreept je persoonlijkheid, daarom is het belangrijk steeds die kleding te dragen die het meest geschikt voor je is. Elke mens is een individu met zijn eigen figuur, lengte, proporties en uitstraling. Mode is niet gemaakt voor het individu, maar voor de grote massa. Daarom moeten we trachten de mode met een heldere kijk te benaderen. We mogen ons niet zomaar laten misleiden om dát te kopen wat iedereen “hoort” te kopen op dit moment. We moeten uit elke modetrend nét datgene kiezen wat ons op het lijf geschreven is. Dingen die niet bij ons passen moeten we links laten liggen, al is het nog zo “modieus” momenteel. Op die manier bekomen we een garderobe die niet tijdsgebonden is en ons nog jaren zal plezieren. Of je nu dik of dun bent, elke mens heeft van nature een symmetrie. Wanneer dit evenwicht doorbroken wordt, moeten we de verhoudingen terug gaan herstellen door onze kleding aan te passen. Zo zal iemand met te brede schouders deze moeten camoufleren, zelfs al is de persoon in zijn totaliteit graatmager. De bedoeling is om, net zoals we dat met kleur doen, een harmonisch beeld te scheppen. Een goede smaak heeft dus niets te maken met het volgen van de mode, het is een kwestie van de juiste kleur en stijl te gebruiken en alle verschillende elementen van een outfit juist te combineren. Het is onze taak, als (toekomstige) stijlconsulenten, om onze klant de weg te wijzen tussen de vele soorten jassen, rokken, blouses, hemdjes, broeken,.. die er vandaag de dag te koop zijn. Daarom leren we in deze cursus welke snit, stoffen, bedrukkingen, kapsels, schoeisel, brilmonturen en accessoires bij onze lichaamsproporties en persoonlijkheid passen. We leren dat geen twee gezichten gelijk zijn en dat ook geen twee lichamen gelijk zijn. We leren die diversiteit herkennen, toegeven en aanpassen. Zoals we het ook onze klanten zullen moeten leren zien. Ik wens jullie veel succes en plezier met deze cursus.
2
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Inhoud 0. Voorwoord
P2
1. Het gelaat 1.Het ronde gelaat
P4 P7
2.Het rechthoekige of lange gelaat
P9
3.Het vierkante gelaat
P11
4.Het hartvormige of diamantvormige gelaat
P13
5.Het driehoekige gelaat
P15
2. De Bril
P17
3. De verschillende lichaamsproporties en hun correcties
P18
1. Een goede houding maakt een goed figuur.
P18
2. Stereotypen binnen de figuuranalyse
P20
3. Aangepaste figuurcorrecties
P22
4. Proportioneel kleden en silhouetbelijning
P33
5. Lingerie
P39
6. Badmode
P49
7. De persoonlijke stijl
P57
8. Stijlkaarten
P64
3
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
1. Het gelaat Voor vele mensen is het gelaat één van de eerste dingen die opvallen bij een persoon. Een gezicht kan vele vormen kennen en het is belangrijk het kapsel, de sieraden, de bril en de halsuitsnijdingen hieraan aan te passen. Let wel: we bekijken in dit eerste deel enkel en alleen het gelaat. Dit wil zeggen dat, wanneer we het hele lichaam gaan bekijken, we misschien een deel van onze conclusie zullen moeten herzien of licht aanpassen. Een halsuitsnijding bijvoorbeeld staat niet alleen in relatie met het gezicht, maar ook met de schouders, buste, enz.. In dit eerste deel beperken we ons wel tot het gelaat. Voor de vrouw wordt het ovale gelaat als schoonheidsideaal gehanteerd, voor mannen is dat het vierkante gelaat. De mogelijke gezichtsvormen zijn:
Ovaal Iets smaller aan de kaakslijn dan aan de slapen, met een zacht afgeronde haargrens. Deze vorm wordt aanzien als het schoonheidsideaal voor vrouwen. We gaan deze vorm dan ook niet corrigeren.
Rond Een gezicht dat “vol” oogt, met een ronde kin en ronde haargrens. Het breedste punt bevindt zich aan de wangen en oren.
4
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Rechthoekig of lang Lang en meestal vrij slank gezicht. Ongeveer dezelfde breedte op het voorhoofd als net onder de jukbeenderen. Smalle kin of voorhoofd.
Vierkant Een sterke, vierkante kaakslijn en meestal een zelfde vierkante haargrens. Deze vorm wordt aanschouwd als het schoonheidsideaal bij mannen.
Hartvormig Het gezicht is breed aan de slapen en de haargrens en versmalt dan tot een fijne kin. Deze vorm hoeft bij vrouwen niet altijd gecorrigeerd worden. Vaak wordt hij zelfs opzettelijk benadrukt.
5
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Diamantvormig Het breedste aan de jukbeenderen en ongeveer even smal aan het voorhoofd en de kaakslijn. Deze vorm hoeft bij vrouwen niet altijd gecorrigeerd worden. Vaak wordt hij zelfs opzettelijk benadrukt.
Driehoekig Een zeer dominante kaakslijn die smaller wordt naar de wangen en slapen toe. Deze vorm komt vaker bij mannen voor dan bij vrouwen.
Op de volgende pagina’s bespreken we wat gunstig is en wat ongunstig per gelaatsvorm. We beschouwen het hartvormige gelaat en het diamantvormige gelaat op gelijke wijze. Let op: niet elke gelaatsvorm dient gecorrigeerd te worden. Wanneer de gelaatsvorm de persoonlijkheid of de uitstraling in positieve zin beïnvloedt kunnen we deze specifieke contouren zelfs benadrukken.
6
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Het ronde gelaat (vrouw)
Kapsel Een hoge scheidingslijn in zijscheiding met volume bovenop, de haren aan de zijkanten houden we plat. Best een asymmetrisch kapseltje met lokken in het gelaat. Een middenscheiding met een volle pony. Een rond kapseltje, bvb een bob. Veel volume aan de zijkant en plat bovenop. Alles strak naar achter. Bril Een fijn, zes- of achthoekig montuurtje met een gebroken rug en smalle branches. Een zware, ronde bril met een breed montuur en een balkbrug. Sieraden Smalle, hoekige clips, hangers, fijne sjaaltjes die in de lengte hangen (niet rond de hals geknoopt!), lange fijne kettingen. Grote ronde clips, een halsband of een “choker”, dikke ronde kralen, korte halskettingen rond de nek. Halsuitsnijdingen en kragen Een V-hals in de diepte die kort tegen de hals (zijkant!!) sluit. Lange revers, spitse kraagpunten, platte kragen, ritsen of knoopjespaden. Fijne korte rolkragen met een V-uitsnijding over. Een ronde halsuitsnijding. Een opstaand kraagje met een hoge kraagvoet of een kraagje met ronde punten. Een boothals of een zware losse rolkraag.
7
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Het ronde gelaat (man)
Kapsel Een kapsel met een hoge zijscheiding met volume bovenop en het haar aan de zijkanten aansluitend. Een iets langer kapsel waar de zijkanten van het voorhoofd bedekt zijn. Een middenscheiding met een volle pony. Een rond kapseltje, bvb een bob. Veel volume aan de zijkant en plat bovenop. Een kortgeschoren kapsel. Bril Een fijn, zes- of achthoekig montuurtje met een gebroken rug en smalle branches. Een zware, ronde bril met een breed montuur en een balkbrug. Baard Lange smalle bakkebaarden of een hoekig geschoren baard, die iets langer is op de kin (sikje) Een kleine snor en een rond geschoren baard of een ringbaardje. Halsuitsnijdingen en kragen Een V-hals die kort tegen de hals (zijkant!!) sluit. Lange revers, spitse kraagpunten, platte kragen, ritsen, knoopjeskragen of knoopjespaden (bvb polo). Fijne korte rolkragen met een V-uitsnijding over. Een smallere das. Een ronde halsuitsnijding. Een opstaand kraagje met een hoge kraagvoet of een kraagje met ronde punten. Een boothals of een zware losse rolkraag. Een brede kraag met een strikje of een sjaaltje dicht bij de hals. 8
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Het rechthoekige of lange gelaat (vrouw)
Kapsel Een volle brede pony, die doorloopt tot aan het oor. Haren die niet langer komen dan tot aan de mond. Veel volume aan de zijkanten en plat bovenop. Een laagjeskapsel met een lage zijscheiding en een volle carré. Wanneer het kapsel opgestoken wordt mag dit niet in de hoogte maar achter op het hoofd. Het volume aan de zijkanten moet behouden worden. Lang sluik haar met een middenscheiding waarbij het voorhoofd vrij blijft. Alles strak naar achter met volume boven op het hoofd. Bril Een breder montuur met een balkbrug en laag aangezette, zwaardere branches. Een smalle bril met een diep ingesneden brug met hoog aangezette branches. Sieraden Ronde clips of stekers, een korte ketting of halsband. Een korte ketting met dikke parels Lange oorhangers met fijne laaghangende kettingen. Halsuitsnijdingen en kragen Een kleine ronde halsuitsnijding die niet vlak tegen de hals sluit (zijkant!). Een vierkante halsuitsnijding of een boothals. Een iets wijdere rolkraag of een sjaaltje in de kraag. Korte brede revers, een opstaande kraag of een kraag met ronde kraagpunten. Een V-hals zonder veters, een aansluitende rolkraag of een platte kraag met lange spitse kraagpunten. Een smalle collsjaal of een knoopjespad of rits. 9
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Het rechthoekige of lange gelaat (man)
Kapsel Een lage zijscheiding met lokken op het voorhoofd. Plat bovenop en volume aan de zijkanten. Een kapsel dat niet langer komt dan juist over de oren. Een bros of kapsel met vrij voorhoofd. Een middenscheiding met volume bovenop en plat aan de zijkanten. Bril Een ronde of hoekige brede bril met laag aangezette branches en balkbrug. Een smal montuur met hoge brug en hoog aangezette branches. Baard Een brede snor en een brede korte (stoppels) baard. Een smalle snor en sik met lange bakkebaarden. Halsuitsnijdingen en kragen Een ronde, hoog gesloten halsuitsnijding. Een opstaande of openstaande kraag met sjaaltje erin. Een boothals of kraag met ronde punten. Een brede rolkraag of brede das. Revers in de breedte, kragen in de breedte. Een V-hals of platte kraag, lange revers of lange, spitse kraagpunten. Een aansluitende rolkraag of smalle das. Een lang knoopjespad.
10
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Het vierkante gelaat (vrouw)
Kapsel Een speels kapsel met ronde vormen en een hoge zijscheiding. Een pagekop of laagjeskapsel met veel losse lokken. Volume bovenop en plat aan de zijkanten of hoger opgestoken met speelse lokken in het gelaat. Een kapsel met een zachte vorm om het harde van het gelaat te breken. Een carré met volle pony. Een streng afgelijnd kapsel of alles strak naar achter. Bril Een rond of ovaal speels montuur met fijn gebogen branches en gebroken brug. Een strak en hoekig montuur met balkbrug. Sieraden Ronde of ovale oorringen die kort bij het oor zitten. Speelse juwelen met gebogen vormen zoals parels. Een halsband of “choker” kort bij de nek, hoekige oorringen en kettingen. Halsuitsnijdingen en kragen Ronde kragen of V-hals en uitsnijdingen in de diepte. Zachte rolkragen die ook iets wijder mogen zijn. Collsjaal of hoefijzerhals. Zachte stoffen, vormen ruches en drapages. Brede korte kragen of een officierskraagje. Een boothals of een vierkante halsuitsnijding. Een aansluitende rolkraag.
11
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Het vierkante gelaat (man) Let op: dit is eigenlijk het ideale gelaat voor een man!
Kapsel Een speels laagjeskapsel met losse lokken. Een afgelijnd kapsel met rechtlijnige snit of een bros. Bril Een ovaal, rond of druppelvormig montuur met gebroken brug. Een vierkant montuur met balkbrug. Baard Een ringbaard met fijne, schuine bakkebaarden. Een hoekig geschoren baard met kort rechtlijnig snorretje. Halsuitsnijdingen en kragen Een ronde halsuitsnijding of V-hals, een polomodel of een shirt met knoopjeskraag. Een aanpassende rolkraag of officierskraagje. Een vierkante halsuitsnijding of platte brede kraag.
12
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Het hartvormig of diamantvormig gelaat (vrouw) Opgelet: deze vorm wordt vaak behouden bij vrouwen en zelfs benadrukt!
Kapsel Een smalle pony of pagekopje. Lengte minimum tot aan de kin met de nekharen naar buiten kerend. Volume onderaan, platter op de schedel met haarlokken op het voorhoofd aan de zijkanten. Een hoge zijscheiding en kapsel aansluitend aan de oren. Lang, sluik haar met een lage zijscheiding en een vrij voorhoofd. Heel kort kapsel met volume bovenop. Alles strak naar achter. Bril Een rond montuur of een pilotenmontuur met gebroken brug en laag aangezette, zware branches. De versiering op het montuur moet onderaan zitten. Dit type is heel goed met een grote bril. Een vlinderbril of bril met breed montuur en balkbrug. Sieraden Grote oorhangers en kortere, zwaardere of meerdere kettingen. Lange smalle oorhangers. Een fijn sjaaltje in de lengte of een fijne lage ketting. Halsuitsnijdingen en kragen Een boothals, bredere ronde of vierkante hals. Bredere uitsnijdingen en iets wijdere rolkragen. Ronde kraagpunten, revers in de breedte. Niet vlak naast de hals sluiten. V-hals zonder revers, aansluitende rolkraag of kragen met spitse punten.
13
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Het hartvormig of diamantvormig gelaat (man)
Kapsel Een hoge zijscheiding met weinig volume bovenaan. Het kapsel mag behoorlijk lang zijn en iets voller en langer zijn is de hals. Plukken op het voorhoofd en de zijkanten zeker bedekt. Een vrij voorhoofd met volume aan de zijkanten van het hoofd en een lage zijscheiding. Alles met gel strak naar achter. Bril Een rond montuur of een pilotenmontuur met gebroken brug en laag aangezette, zware branches. Een breed montuur met balkbrug. Baard Een brede korte baard met een brede korte snor. Een smalle snor met bakkebaarden en een spitse sik. Halsuitsnijdingen en kragen Ronde kraagpunten en ronde bredere halsuitsnijdingen. Een boothals of een wijdere rolkraag. Polo met het bovenste knoopje open en daaronder een T-shirt in dezelfde kleur. Een zijden sjaaltje of een normale das met enkele knoop. Een V-hals of een buttondown kraag. Een aansluitende rolkraag of een kraag met lange, spitse punten. Een smalle das of een fijn strikje.
14
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Het driehoekig gelaat (vrouw)
Kapsel Een opgeknipt kapsel met volume bovenaan en een lage zijscheiding. Golvend haar tot op de kin of net in de hals of een carré in het gelaat. Losse lokken op de wangen. Een sluik kapsel met middenscheiding of hoge zijscheiding en volume enkel onderaan. Een heel kort kapsel met smalle pony. Alles strak naar achter gebonden. Bril Een bril die in de breedte gaat met balkbrug en hoge, breder aangezette branches. Een ovaal montuur of vlinderbril. Een bril met fantasie bovenaan op de hoeken of een bril die enkel een montuur heeft bovenaan. Een klein montuur met laag aangezette branches en diepe gebroken brug. Een leesbrilmodel of pilotenmontuur. Een versiering of verzwaring onderaan de bril. Sieraden Kleine clipsen of oorstekers en lange fijne halskettingen. Grote oorbellen en een halsband, choker of korte zware kettingen. Halsuitsnijdingen en kragen Een V-hals of collsjaal. Een diepere uitsnijding of sjaaltje in de lengte. Een lange revers die kort naast de hals loopt. Een aansluitende rolkraag of boothals. Een korte revers of een in de breedte. Een vierkante uitsnijding of een kraag met korte, brede punten.
15
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Het driehoekig gelaat (man)
Kapsel Een golvend kapsel met lage zijscheiding en volume aan de zijkant. Een kapsel met lokken met een behoorlijke lengte. Een bros of kapsel zonder enig volume. Een hoge scheiding of middenscheiding. Bril Een bril die in de breedte gaat (ovaal bvb.) met balkbrug en hoge, breder aangezette branches. Een bril met fantasie bovenaan op de hoeken of een bril die enkel een montuur heeft bovenaan. Een klein montuur met laag aangezette branches en diepe gebroken brug. Een leesbrilmodel of pilotenmontuur. Een versiering of verzwaring onderaan de bril. Baard Een fijne snor en sikje, schuine fijne bakkebaarden. Een volle snor en baard. Halsuitsnijdingen en kragen Een Polo met een padje of ritsje vooraan. Een V-hals met revers in de lengte die kort sluit naast de hals. Een “buttondown” kraag. Een brede kraag met ronde kraagpunten. Een boothals of korte revers. Een vierkante halsuitsnijding.
16
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
2.De Bril Er zijn enkele algemene zaken die geweten moeten zijn omtrent het dragen van een bril. Deze staan los van de gelaatsvorm en moeten op eenieder toegepast worden. Zo moeten de ogen steeds in het midden van het brilglas staan. Wanneer er onder en boven de ogen niet dezelfde hoeveelheid glas zichtbaar is, is de bril niet goed. Wanneer de ogen te ver in het bovenste gedeelte van de bril staan worden de wallen of kringen onder de ogen benadrukt. Wanneer de ogen in het onderste gedeelte staan zitten de wenkbrauwen mee onder de bril wat er voor zorgt dat men een belangrijk deel van de gelaatsuitdrukking verliest. De branches van een bril moeten steeds loodrecht naar achter staan. Wanneer je iemand met een bril zeer recht aankijkt en je ziet langs beide kanten van de brilglazen de branches wijst dit op een te kleine bril. Een bril mag niet té dicht bij het gelaat zitten. Wanneer de wimpers en wenkbrauwen de bril raken kan zweet het montuur aantasten. De onderste brilrand mag niet op de huid “rusten”. Hierdoor krijg je rimpels en verstopte poriën. Het montuur moet even breed zijn als het gelaat, eventueel met een verlenging langs de zijkanten. Een korte neus vraagt een hoge brug om te verlengen, een lange neus heeft dan weer een lage brug nodig om optisch te verkorten. Wanneer er een breuk of knobbel in de neus is moet de brug hierop rusten of, wanneer dit onaangenaam is, er zo dicht mogelijk bij aansluiten. Een bril moet vanzelfsprekend recht op het gelaat staan. Zoals we bij de gelaatsvormen gezien hebben nemen we een montuur dat contrasteert met het gelaat, niet een dat er bij aansluit. M.a.w. bij een rond gelaat nemen we geen ronde bril, dit versterkt het ronde karakter van het gezicht te veel. Daarom breken we met een rechthoekig montuur. Wanneer iemand maar beschikt over één bril, kiest men voor een bril die harmonisch samengaat met het gelaat. Wanneer er meerdere monturen aangekocht kunnen worden, kan er afgewisseld worden. Op deze manier kan men de bril bijvoorbeeld bij bepaalde kledij of juwelen laten passen. Het montuur van een bril mag nooit de jukbeenderen kruisen. Deze moet dezelfde zijwaartse lijn volgen zodat de jukbeenderen worden benadrukt.
17
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
3. De verschillende lichaamsproporties en hun correcties 1. Een goede houding maakt een goed figuur. Alvorens een figuur te corrigeren met kledij, is het belangrijk de houding van de persoon eens te bekijken. Veel mensen lopen, staan en zitten op een verkeerde manier. Een foute lichaamshouding kan bijdragen tot een “fout” figuur. Zo zal iemand die de neiging heeft met een holle rug te lopen een veel dikkere buik tonen dan hij of zij werkelijk heeft. Maar ook je gezondheid kan erg lijden onder een foute houding, denk maar aan rug- en knieklachten. We gaan even kort bekijken wat een slechte houding is en hoe we die gaan corrigeren tot een goede houding.
De slechte houding. Veelvoorkomende fouten zijn: •
Lopen als een gorilla. Met naar voren gebogen afhangende schouders, het hoofd wat naar voren en beneden gebogen.
•
Met je hele gewicht op één been staan. Het andere been staat losjes naar voren. Mensen staan vaak zo wanneer ze met elkaar praten. In deze houding staat je ruggengraat niet recht en is de belasting van je rug niet in evenwicht, wat tot rugklachten kan leiden.
•
Onderuit gezakt zitten. In plaats van op je billen zit je half op je onderrug. Dit is zeer slecht voor buik- en rugspieren.
•
Met een holle rug staan. De buik naar voren, de poep naar achteren. Het is vanzelfsprekend dat deze houding een zeer onflatteus figuur geeft.
•
Met opgetrokken schouders lopen.
De goede houding Een goede houding heb je als je staat alsof je met een touwtje, dat op de kruin van je hoofd bevestigd is, naar boven getrokken wordt. Je kan dit nabootsen door op die plaats op je hoofd aan een plukje haar te trekken. Je zal voelen dat je je kin wat optilt, je kaaklijn horizontaal loopt en je recht naar voren kijkt. Je hals zal recht zijn aan de voorkant, zonder dat er spanning ontstaat achter in je nek. Je schouders hangen ontspannen naar beneden. Je borstbeen komt naar voor. Je rug is recht maar niet overstrekt. Je bekken staat ontspannen recht onder je lichaam en ook je knieën zijn ontspannen. Je gewicht leunt nu wat meer tegen je voorvoet.
18
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
•
Je schouders op de juiste plaats. Trek de schouders eerst zo hoog mogelijk op. Duw dan de schouders vanuit deze hoge stand zo ver mogelijk naar achteren. Laat nu de schouders zakken. Je zal zien dat nu je schouders ontspannen naar achteren en recht staan.
•
Soepel en rechtop lopen. Wanneer je eens goed rondkijkt wanneer je op straat loopt zal je verbaasd zijn over de hoeveelheid mensen die niet mooi loopt. Als er iemand wel mooi loopt zal het je direct opvallen. Veel mensen lopen met hun voeten naar buiten gezet, met gebogen hoofd of ze tillen hun voeten niet op maar sloffen.
•
Een goede zithouding. *Rechte rug. *Voeten plat op de vloer. *Benen in een hoek van 90 graden.
•
Een goede stahouding. *Voeten naast elkaar, ongeveer één voetbreedte ertussen, de meeste druk moet op de voorvoet zitten en niet op de hiel. *Knieën ontspannen, net niet gestrekt. *Gewicht op beide benen. *Bekken ontspannen, recht onder je lichaam. Niet met je buik naar voren of met je billen naar achteren. *Rug recht en borst vooruit. *Schouders ontspannen omlaag en naar achteren. *Hoofd rechtop en kaaklijn horizontaal.
19
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
2. Stereotypen binnen de figuuranalyse 1.De lange figuur. In de regel kunnen we zeggen dat hoe langer een persoon of lichaamsdeel is, hoe meer we het mogen onderbreken. Met een lange figuur bedoelen we een té lange figuur. Een vrouw van 1m75 of een man van 1m85 zal daar in de meeste gevallen niet toe behoren. Algemeen ongunstig Uniekleurig Strepen in de lengte Lange smalle snit Algemeen gunstig Grote dessins Riemen Verschillende stoffen en kledingmaterialen Dubbele rij knopen Opgestikte zakken Grote sieraden Grote kragen of revers Laagjesmode
2.De korte of gedrongen figuur. In de regel kunnen we stellen dat hoe korter of gedrongen de persoon of het lichaamsdeel is, hoe minder we het mogen onderbreken. Algemeen ongunstig Veel onderbrekingen Dikke of zware stoffen Heel lange haren Te veel verschillende stoffen of materialen Algemeen gunstig Ton sur ton Uniekleurige kledij De broek, kousen en schoenen in één kleur Dunnere stoffen Weinig sieraden Smalle kledij Hogere schoenen Geen manchetten of mouwomslagen
20
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
3.De volslanke figuur In de regel: hoe volslanker de persoon of het lichaamsdeel, hoe vloeiender het silhouet moet zijn. Algemeen ongunstig Lange losse haren Grote of zware dessins en applicaties Minirok Plooitjesrok Brede rok Heel veel kleurtjes bij elkaar Zware stoffen Elastische stoffen Glanzende stoffen Huidaanpassende kledij Te grote of te kleine juwelen en accessoires Algemeen gunstig Korte haren Weinig en kleine sieraden Vloeiende stoffen Ton sur ton of alles in één kleur Fijne stoffen Mantelkleed Fijne dessins of geen dessin Het meest gunstige accentueren Rechte rok en rechte broek Verticale stiksels en onderverdelingen 4. De te magere of te dunne figuur In de regel stellen we; hoe dunner de persoon of het lichaamsdeel, hoe rianter het silhouet moet zijn. We moeten wel opletten dat het niet te zwaar wordt. Algemeen ongunstig Geen dessins Sobere kledij Huidaanpassende kledij Heel ruimzittende kledij Alles in één kleur Algemeen gunstig Een mix van verschillende stoffen Dikke stoffen Laagjesmode Dessins Onderbroken volume en onderbrekingen (knopen, zakken, naden,..) 21
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
3. Aangepaste figuurcorrecties We bespreken per lichaamsdeel wat de mogelijkheden zijn en welke kledij hierbij gunstig en ongunstig werkt.
De hals Lange hals *Gunstig
Korte en zware of dikke kettingen. Kraag op halve hoogte (“turtleneck”), dikke, wijde rolkraag. Boothals. Brede halsuitsnijding. Schoudervullingen in de hoogte. Nekharen tot in de hals. Opstaande kraag. Hoge sluiting bij vesten. V hals met daaronder een coltrui. V hals met daaronder een blouse met opstaande kraag. Lange oorbellen die tot in de helft van de hals hangen. Sjaal in de hals. Brede revers die onderbroken is. Ronde kraagpunten.
*Ongunstig
V hals, zonder revers waar niets onder gedragen wordt. Spitse en lange kraagpunten. Lange kettingen. Smalle aanpassende rolkraag. Platte kraag. Kapsel tot op de schouders of langer.
Korte hals *Gunstig
V hals. Lange revers. Geen revers. Fijne, lange kettingen. Spitse kraagpunten. Kleine oorbellen die niet te lang hangen. Kort kapsel. Een kraag die aan de zijkanten aansluit aan de hals. Diepe halsuitsnijding. Smalle das. Platte kraag. Fijne rolkraag die aanpast.
*Ongunstig
Opstaande kraag. Zware rolkraag. 22
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Sjaal in de hals. Schoudervullingen. Korte halskettingen. Halsband. Dikke hals *Gunstig
Smalle halsuitsnijding. Diepe halsuitsnijding. Een das met niet te zware knoop. Middelgrote kragen. Polo. Fijne lange juwelen. V uitsnijding. Decolleté. Lossere halve rolkraag.
*Ongunstig
Heel dikke of erg dunne dassen. Zware schoudervullingen. Aansluitende rolkragen. Hooggesloten revers. Klein kraagje. Opstaande kraag. Kleine korte revers. Kleine ronde halsuitsnijding. Halsband. Zware, korte ketting. Halflang haar dat naar buiten of binnen gekruld is.
Dunne hals *Gunstig
Hoog gesloten uitsnijding. Brede ronde halsuitsnijding. Losse rolkraag. Dikke rolkraag. Ronde kraagpunten. Brede dassen. Revers in de breedte. Sjaal in de kraag. Kraag open. Brede juwelen rond de hals.
*Ongunstig
V- hals. Laaghangende juwelen. Geen revers. Aansluitende rolkraag. Smalle das. Lange spitse kraagpunten.
23
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
De schouders Smalle of afhangende schouders *Gunstig
Spaghettibandjes. Fijne kragen. Blote schouders. Fijne haltersluiting. Schoudervullingen in de breedte. Lage mouwinzet. Mouwinzet op de schouders. Kapmouwtje. Schouderstuk vooraan of achteraan. Aansluitende rolkraag. Gecentreerde kledij. Uitsnijding kort bij de hals. Dubbele rij knopen; bovenste knopen verder uiteen dan onderste. Ondiepe en wijde halslijn.
*Ongunstig
Schoudervullingen in de hoogte. Raglanmouw. Boothals. Grote kragen Grote, brede, losse trui of vest. Nauwe en diep uitgesneden halslijn.
Brede of vierkante schouders *Gunstig
Smalle, diep uitgesneden halslijn. Grote kraag. Mouwinzet op schouders of hogere mouwinzet. Bredere schouderbandjes. Bredere kragen. Brede haltersluiting. Wijdere rolkraag. Uitsnijding verder van de hals weg.
*Ongunstig
Kapmouwtje. Smalle kraag. Brede ondiepe halslijn. Smalle aansluitende rolkraag. Uitsnijding vlak tegen de hals.
24
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
De armen Lange armen *Gunstig
¾ mouwen. Bredere mouwen. Halve mouw tot helft bovenarm. Kimonomouw. Vleermuismouw. Opgerolde mouw. Laag ingezette mouw. Brede manchet. Anderskleurige manchet. Veel knoopjes. Brede armband(en) die iets hoger zitten. Grote horloge die hoger zit. Kleuronderbreking. Motieven op mouw. Meerdere mouwen van verschillende lengtes over elkaar gedragen. Horizontale kleurvakken of strepen op de mouw.
*Ongunstig
Hoge schoudervulling. Raglanmouw. Lange smalle mouw. Heel korte mouw. Kapmouw. Armband of horloge op pols gedragen. Streepmotief in de lengte op mouw.
Korte armen *Gunstig
Smalle mouw. Mouwinzet op de schouder. Raglanmouw. Kapmouw. Geen manchet. Zeer smalle manchet in dezelfde kleur. Klein uurwerk of fijne armband op de pols gedragen. Mouw van volledige lengte. Halve mouw tot elleboog. Smal klein motiefje op mouw. Lengtemotief op mouw.
Ongunstig
Halve mouw tot helft bovenarm. ¾ mouw. Brede mouw. Opgerolde mouw. 25
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Vleermuismouw. Kimonomouw. Grote manchet. Veel knoopjes. Mouw laag ingezet. Dikke armen *Gunstig
Vloeiende stof. Licht aansluitende mouw (“volgend”). Kleine manchet. Geen manchet. Uniekleurig. Lengtemotief. Volledige lengte. Inzet van de mouw op schouder. Lagere inzet van de mouw. Korte mouw tot aan elleboogplooi. Schoudervullingen in de breedte. Halftransparante mouw i.p.v. geen mouw. Bredere schouderband bij topjes.
*Ongunstig
Poefmouw. Spannend kort mouwtje. Kapmouwtje. Spannende mouw. Geen mouw. Fantasie op bovenarm. Brede mouw. Lage schouderinzet. Halter. Spaghettibandjes. Grote manchetten. Mouwen met grote prints. Dikke ribbel in de stof.
Dunne armen *Gunstig
Lage mouwinzet. Mouwinzet op schouder. Fantasie op de mouwen zoals zakjes of klepjes. ¾ mouw. Korte mouw tot helft bovenarm. Verschillende lengten van mouwen over elkaar. Veelkleurige mouw. grote manchet. Rechte mouw. Structuur in de stof (bloemen, nopjes,..).
26
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
*Ongunstig
Raglanmouw. Mouwloos. Armaanpassende mouw. Effen stoffen. Lengte strepen. Zeer brede mouw. Te lange mouw zonder manchet.
De buste Zware buste *Gunstig
Licht gecentreerde kledij. Schoudervullingen, doorstikte schouders. Doorvallende stoffen van fijne kwaliteit. V hals. Diepe ronde hals. Rechte lange mouwen. Bustezakjes in dezelfde kleur zonder klepjes. Geen bustezakjes. Uniekleurig. Kleine motieven. Grote revers. Anderskleurige revers. Vest of gilet die de buste kruist. Openhangende gilet. Lage knoopsluiting. Heupbroek. Heuprok. Fijne halsketting op het borstbeen. Fijne sjaal, iets lagen geknoopt. Niet opvallende knoopjes. Enkele rij knopen. Jasjes en blouses op heuplengte. Mouwinzet op de schouder.
*Ongunstig
Spannende kledij. Borstzakjes met klep. Zware borstzakjes. Horizontale strepen of motieven. Hoog gesloten kledij. Grote, brede tailleriem. Lage inzet van de mouw. Brede mouw. Zware stoffen. Trui met dikke kabel. Grote opdruk of opvallend motief ter hoogte van de borsten. 27
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Kleine revers. Coltrui. Kleding die te ruim zit. Kledij met een verhoogde taille. Heel korte truitjes. Opvallende knopen. Dubbele rij knopen. Kleine buste *Gunstig
Structuur in de stof. Kleurrijke stof. Knoopsluiting vooraan. Middelmatige revers. Blouse of pull in de broek of rok. Opvallende knopen. Opvallende ceintuur. Fantasie op de borstzakjes. Aansluitende pull met rolkraag waar iets over gedragen wordt. Korte vest tot in de taille, gecentreerd. Halsuitsnijding iets wijder. Opvallende juwelen hoog gedragen. Aandacht op schouders. Aandacht op taille. Drapage over de borst.
*Ongunstig
Uniekleurig. Zeer wijde kledij. Structuurloos. Één effen aansluitend vlak. Verlaagde taille. Hoge aansluitende trui. Kraagloos. Opstaande kraag. Te lange bovenkledij over de onderkledij gedragen.
De romp Lange romp (dus korte benen) *Gunstig
Bovenkleding die bloest. Bovenkledij met zakken. Brede riem die hoog gedragen wordt. Kragen. Bedrukkingen en prints. Korte bredere trui. 28
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Grote accessoires. Hoge taillerok. Hoge taillebroek. Jasje tot in de taille. Dubbele rij knopen. Brede onderbroken revers. Schouderstuk vooraan of op rug. V hals of decolleté. Horizontale onderbrekingen. *Ongunstig
Smalle dassen. Verlaagde taille. Lange vest of trui. Heupbroek. Heuprok. Laaghangende riemen.
Korte romp (dus lange benen) *Gunstig
Smalle mouwen. Eén rij knopen. Bovenkledij op heuplengte. Licht getailleerde bovenkledij. Geen riem. (Of riem in dezelfde kleur als blouse of een riem op de heupen.) Kleine kraag. Opstaande kraag. Lage heupbroek of -rok. Smalle lange revers. Smalle sjaalkraag. Uniekleurig. Ton sur ton. Lengtestrepen, op stiksels. Prinsessennaden. Schoudervullingen in de hoogte. Lange, smalle mouwen. Overgooier. Kleedjes. Kleedje met een lage taille. Smalle coltrui. Hoge sluiting vesten.
*Ongunstig
¾ mouwen. Hoge taillebroek of -rok. Wijde mouwen. Grote kragen. Grote dessins of horizontale dessins. Brede riem. 29
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Korte vest. Veel en lange kettingen. Brede bovenkledij.
De buik en het zitvlak Dikke buik, dik zitvlak (breed) *Gunstig
Aangesneden rok. Kleedje, recht model, drapage vooraan. Rok of blouse lager op de heupen gedragen. Blouse tot helft zitvlak. Doorvallende stoffen. Blouse met punten vooraan, split achteraan. Gilets of vestjes die blijven openhangen, liefst met afgeronde hoeken vooraan. Geen trui met boord onderaan, wel recht met split. Rok en kousen in dezelfde kleur. Tuniek, licht gecentreerd met rechte rok of broek (alleen voor grote personen). Prinsessenlijn. Licht gecentreerde vest tot juist over helft zitvlak met split achteraan en ronde punten vooraan. Lengtestiksels in rok, in drie panden met slipjes achter en voor. Rechte jeansbroek met verticale niet schuin opgestikte zakken, rits en stiksels in zelfde kleur. Rok met overslag en drapage. Rechte, licht gerende rok. Roklengte tot net boven knie of langer. Bij broek de rits vooraan. Rechte broek met ingestreken of ingestikte plooi vooraan.
*Ongunstig
Losse, dikke oversized kledij. Spannende broek . Spannende rok. Hoge taille. Aparte tailleband op rok of broek. Zakken of rits op zijnaad. Opvallende anderskleurige zakken of stiksels. Skibroek zonder onderbreking. Korte strakke blouse of pull. Broek of rok met rekker in de taille. Brede of zware riem in de lenden. Heel kort rokje. Lange rok in rekbare stof (tenzij er iets lang wordt over 30
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
gedragen). Breedte onderbrekingen.
De benen Té lange benen OPGELET! Lange benen zijn heel mooi voor een vrouw, deze moeten zelden gecorrigeerd worden.
*Gunstig
¾ broek. Brede broek. Rechte rok. Brede rok. Rok met klokmodel. Heuprok. Heupbroek. Tuniek. Kleding in laagjes. Nylons of leggings met tekeningen of print. Veel kleurverschil in kledij. Broekomslag. Knopen onderaan op broek. Shorts tot lengte ½ dijen. Rok tot lengte ½ onderbenen. Kniehoge laarzen met onderbrekingen. Halve laarzen. Bottines. Lage hakken.
*Ongunstig
Extra hoge hakken. Legging. Mini rok. Hotpants. Heel korte jas in combinatie met lange aanpassende rok of broek.
Korte benen *Gunstig
Broek op volledige lengte. Smalle broek, zowel aan het bovenbeen als op de heupen, iets breder onderaan. Minirok. Rok op knielengte. Korte vest. Schoenen, kousen en broek of rok in zelfde kleur. 31
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Hoge taillerok of -broek. Bovenkledij in de broek of rok. Kort kleedje. Kleedje van volledige lengte. Tailleriem in kleur van rok of broek. Rechte rok. Smalle rok. Strijkplooi vooraan (en eventueel achteraan) in broek. Gedecolleteerde schoenen met iets hogere hak. Kniehoge laarzen zonder onderbreking. *Ongunstig
Kuitbroek. Broek met omslag. Heupbroek. Brede broek of rok. ¾ rok. Broek met wijde pijpen. Kniebroek. Losse broek. Veelkleurige broek, rok, kousen, schoenen,.. Hooggesloten schoenen. Lange vest. Zware stoffen.
De voeten Grote voeten *Gunstig
Lagere hak. Licht uitgesneden schoenhals. Gespen. Veters. Tweekleurige schoen. Breder model. Stiksels in de breedte. Vierkante tip. Donkere tip.
*Ongunstig
Spitse schoen. Heel hoge hak. Smalle uitsnijdingen. Doorlopende zool. Lengte stiksels. Sobere, éénkleurige schoenen.
32
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
4. Proportioneel kleden en silhouetbelijning Proportioneel kleden Deze combinatie verdeelt het lichaam in twee. Bij kleinere personen moeten beide stuks in dezelfde kleur zijn. Deze combinatie is niet goed bij een te lang onderlichaam. Deze combinatie is nooit goed bij een grote buste. Dit is de beste combinatie voor kleine mensen.
Langere jassen maken het bovenlichaam langer. Uitstekend voor de middelgrote tot grote vrouw. Uitstekend voor hen met bredere heupen en dijen.
33
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Dit is een ideaal en vlot ensemble voor kleine tot middelgrote vrouwen. Dit is de tweede beste optie voor kleine mensen.
Korte jasjes met lange broeken geven de illusie van lange benen. Prima voor zowel kleine als middelgrote vrouwen. Slanke billen en dijen zijn hier noodzakelijk
Langere jasjes met lange rokken zijn enkel geschikt voor wie langer is dan 1m70 en voor mensen met lange benen. Kleine vrouwen kunnen dit enkel wanneer het geheel getailleerd is en uit dezelfde kleur en kwaliteit bestaat.
34
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Prima voor vrouwen met een vol figuur.
35
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Silhouetbelijning De vorm van het silhouet lijkt op een hoofdletter. H lijn Een rechte belijning met een licht accent op de taille.
X lijn Accent op slanke taille met bvb een riem.
36
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
A lijn Smal van boven,loopt geleidelijk aan wijder uit naar beneden.
Y lijn Accent op de schouders. Deze zijn optisch verbreed door schoudervullingen of kragen. Ter hoogte van de taille wordt het silhouet smaller en vanaf daar valt de kleding recht.
37
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
O lijn Een ronde, bolle belijning die de armen, hals en heupen insnoert.
V lijn Een silhouet met brede schouderlijn dat smal toeloopt naar onderen. Er zit geen accent op de taille.
38
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
5. Lingerie Veel vrouwen onderschatten het belang van mooie, goedpassende lingerie. Integendeel tot wat velen denken, kan je lingerie wel degelijk onder de kledij zien zitten. De bovenkledij zal beter uitkomen als de onderkledij juist gekozen is. Goede lingerie heeft een ondersteunende en corrigerende functie. Wanneer je mooie lingerie draagt die goed zit, zal je je een stuk prettiger voelen, en dat straal je uit. Er bestaat lingerie in vele soorten, materialen, maten en kleuren. Een outfit aantrekken begint altijd bij de lingerie. Daarom is het zeer belangrijk deze grondig te bespreken. De BH Integendeel tot wat vele vrouwen denken kan een BH-maat nogal wat veranderen in een leven. De maat verandert onder invloed van leeftijd, zwangerschap, aankomen en afvallen, hormonen,.. Het is aldus belangrijk regelmatig je maat op te nemen. De maat nemen. De maat van je BH wordt steeds aangeduid met een getal en een letter. Bvb 75B. De cijfers geven de omtrek van je bovenlichaam aan. De letter geeft de cupmaat aan. De maat van je BH meet je steeds op een ontbloot bovenlichaam, niet over je BH of T-shirt dus. Neem een lintmeter en hou deze direct onder je buste. Meet op die manier je borstkas op. Dit getal noemen we de onderborstwijdte. Dit getal geeft de omtrek aan. Leg vervolgens de lintmeter op het volste deel van je borsten, ter hoogte van de tepels, dit is de borstwijdte. De borstwijdte min de onderborstwijdte geeft de cupmaat aan. Omtrek (of onderborstwijdte)
Cupmaat (of BW min OBW)
63-67 cm 68-72 cm 73-77 cm 78-82 cm 83-87 cm 88-92 cm 93-97 cm 98-102 cm
10 tot 12 cm 12 tot 14 cm 14 tot 16 cm 16 tot 18 cm 18 tot 20 cm 20 tot 22 cm 22 tot 24 cm 24 tot 26 cm
65 70 75 80 85 90 95 100
AA A B C D DD of E F G
39
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Bij een beugel-BH is de breedte van de beugel aangepast aan de onderborstwijdte. Een beugel van een 80B is dus breder dan een beugel van een 75B. De inhoud van de cup is ook afhankelijk van de onderborstwijdte; een 85C BH heeft een even grote cup als een 80D. Dus als de cup van een 80D BH goed zit, maar de band is te strak, dan probeer je een 85C. De band van een BH moet aangesloten zitten als je hem op het laatste haakje hebt dichtgedaan. De band rekt namelijk nog wat uit na een paar keer wassen en op die manier kan je hem nog wat strakker aandoen. Een ander model BH vraagt soms een andere maat. Van een BH met een halve cup heb je vaak een net iets grotere maat nodig dan van een BH met een hele cup. En per merk kan het ook nog eens verschillen. Het beste is om je gewoon te laten adviseren in een gespecialiseerde lingeriezaak. Na een borstverkleining of -vergroting zal de gewone manier van meten niet meer werken. Bijvoorbeeld na een borstvergroting zullen je borsten iets ronder zijn dan voordien en zal je waarschijnlijk een iets grotere maat moeten nemen dan wat je uitkwam bij de meting.
40
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Een BH passen Buig voorover en leg je borsten in de cups. Duw je borsten vanaf de zijkant naar het midden van de cup en maak de BH aan de achterkant vast. Verstel de bandjes zo dat je borsten in het midden liggen en de lijn natuurlijk oogt. Wanneer moet je de BH zeker terughangen in de rekken? *Wanneer je borsten aan de zijkant lijken uit te puilen. In dit geval moet je een grotere cup- of BH-maat nemen. *Wanneer de cups kreuken of plooien vertonen. Probeer een ander model of een kleinere cupmaat. Probeer eens een halve cup i.p.v. een hele, vaak past deze beter en oogt hij natuurlijker. *Je borsten puilen uit de bovenkant van de BH. De cupmaat is te klein. Jammer genoeg zie je dit vaak bij vrouwen, hierdoor lijkt het dat ze 4 borsten hebben i.p.v. 2. *De BH trekt achteraan omhoog. Waarschijnlijk is de maat te groot. De BH moet over het midden van de rug lopen en daar blijven zitten. Probeer een kleinere maat. *De cup sluit bovenaan niet mooi aan of de beugel ligt niet tegen de ribbenkast. *Je borsten worden bij elkaar geduwd tot een worst. Draag geen sportbeha maar een beugelbeha onder je kleding. Hierin komen je borsten beter tot hun recht. *Wanneer je een T-shirt past over de BH tekent deze laatste helemaal af onder de T-shirt. De band is te strak dus neem een BH met een grotere omtrek. Ook al ben je graatmager, een insnoerende beha-band zal je dik laten lijken. *De borsten lijken veel te laag op het bovenlichaam te staan. De BH is niet stevig genoeg (meer). Verder moet je er goed opletten dat de BH uit een stevig elastisch materiaal vervaardigd is, dat hij verstelbare bandjes heeft en dat er op de rugsluiting verschillende standen staan. Bij een zware buste is het belangrijk dat de BH een stevig middenstuk, een breed rugstuk, zwaardere schouderbandjes en volledige cups heeft en dat hij uit een degelijk materiaal gemaakt is.
41
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Soorten Beha’s Gladde naadloze BH of T-shirt BH zonder details. Met of zonder beugels naargelang de cupmaat. Deze beha is ideaal om onder aanpassende of doorschijnende kledij te dragen. Het komt heel ongracieus over wanneer je door een dun shirtje de volledige kanttekening van een bh kan zien. Balconet Deze beha is niet zichtbaar onder bovenkleding met een lage neklijn. De cups hebben meer een halve cirkelvormige vorm, met de rechte lijn langs boven. De bevestiging van de schouderbandjes wordt meer naar de buitenkant geschoven Halterbeha Deze Bh sluit achter in de nek en is ideaal om onder een haltertop of –jurk te dragen. Tegenwoordig hebben veel Bh’s bandjes die je gemakkelijk kan ombouwen tot halterbandjes. Beugelbeha Een beugel geeft extra ondersteuning en zorgt er voor dat de borsten op de juiste hoogte staan. Een beugel is onmisbaar voor een zwaardere borst. Push up De Bh-cups zijn in twee delen en het onderste deel is opgevuld. Dit kan met verschillende materialen zoals synthetisch materiaal, gel of water. Op deze manier worden de borsten omhoog geduwd en verkrijgt men een mooi decolleté voor diep uitgesneden tops en jurken. Wonderbra Hier is naast het onderste deel van de cup ook de zijkant opgevuld. Hierdoor worden de borsten niet alleen omhoog geduwd maar ook naar elkaar toe. Dit zorgt voor een nog duizelingwekkender decolleté. Vaak heeft deze BH een touwtje in het midden tussen de cups waarmee je de borsten nog steviger kan bij elkaar trekken. Minimizer Dit is een BH voor een grote buste. De cups zijn door verschillende naden ingedeeld waardoor de borstomvang ogenschijnlijk vermindert.
42
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Hemdje met ingebouwde BH Vaak met een beugel of een stuk elastiek onder de borsten. Belangrijk is dat het hemdje verstelbare bandjes heeft. Ideaal om onzichtbaar onder zijden en ragdunne T-shirts te dragen, het zorgt voor een gladde lijn onder dunne tricot stoffen. Sportbeha Deze beha is meestal gemaakt van stevige elastische stoffen. Sportbeha's hebben meestal geen baleinen of beugels, vaak bevatten de cups meer stof dan een ander model in dezelfde maat. Een goede sportbeha is vooral heel belangrijk voor vrouwen met een zwaardere buste. De BH houdt de borsten op hun plaats, en drukt ze tegen het lichaam. De sportbeha heeft geen irriterende naden. De schouderbandjes en band onder de bh zijn extra breed om een maximaal aan steun te bieden. Een sportbeha is vaak zonder sluiting of met een voorsluiting. Sporttop Dit is een strak aansluitend elastisch hemdje dat niet langer komt dan net onder de buste. Hieronder wordt geen BH meer gedragen.
43
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Basismodellen Driehoek Bh zonder tussenstuk die weinig steun biedt. Ideaal als eerste beha voor jonge meisjes.
Brassière Deze Bh heeft eerder de neiging de boezem te verstoppen dan te ondersteunen door zijn uitsnijdingen, bandvorm en scheiding zonder vorm.
Klassiek soepel Bh met prinsessennaden en -uitsnijding. Volgt de welving van de borst mooi. Deze Bh biedt een middelmatige steun aan kleine en middelgrote borsten.
Soepel met pandje Onder de cups bevindt zich een pandje dat de taak van een beugel vervangt. Het model is meer uitgesneden.
Halve cups Laat kleine en middelgrote borsten goed tot hun recht komen. De cups komen aan de bovenkant net over het midden van de borsten waardoor deze opgeprangd worden.
44
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Korf met pandje Zoals de halve cups maar met meer steun door het onderpandje.
Gestructureerd Deze beha omvat de borsten als geen ander. Zeer comfortabel.
Soepel gewelfd De cups zijn uit drie delen vervaardigd wat voor een betere steun in de diepte zorgt. Er zit geen beugel in de beha, de bovenrand van de beha omsluit de borst voldoende.
Korf met 3/4e beugel Bh met korfstructuur en lagere cups. Deze beha laat het bovenste deel van de boezem vrij en biedt een goede steun.
3-delig gewelfd Beha met hoge cups die uit drie delen bestaan. De beha omsluit de borsten volledig en geeft veel steun aan een grote boezem.
45
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Delen van een BH
1. Bijstelhaakje. Een goede BH kan niet zonder bijstelhaakje. 2. Bovencup. Dit deel omhult het bovenste deel van de borst zodat de borst niet uit de BH kan “springen”. Dit deel is niet aanwezig bij een BH met halve cups of een strapless BH. 3. Tussenstuk. Dit stuk houdt elke borst op haar plaats. Dit is meestal alleen bij beha’s met beugel. 4. Schouderbandje. Hoe zwaarder de borst,hoe breder het bandje behoort te zijn. 5. Sluiting. Hoe zwaarder de borst, des te meer rijen haakjes vereist zijn. Rugstuk. Hoe zwaarder de borst, hoe breder het rugstuk moet zijn. 6. Baleinen. Deze zorgen ervoor dat de stof niet plooit in de zijstukken en dat de stof stevig tegen het lichaam blijft. Bij een zwaardere borst zijn deze baleinen zeer belangrijk. 7. Elastische rand. Vervangt de beugel bij beha’s zonder verstevigende onderdelen. 8. Ondercup. Hoe groter het aantal onderdelen, hoe groter het draagcomfort in de diepte. Dit omdat de borst dan beter ingekapseld zit. 9. Beugel. Een soepel metaal in plastic omhulsel die de borst stevig ondersteunt.
46
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
De Slip Ook voor de slip is het belangrijk de juiste pasvorm te vinden. De slip moet glad op je lichaam aansluiten en mag geen randjes of bobbels vertonen op de overgang van billen, buik en benen. Er is niets zo onflatteus als een te strakke slip die aftekent onder een lange broek. Soorten Slips String De string wordt al jaren gepromoot om slipproblemen op te lossen. In een string heb je geen last van randjes onder je kleding, hij tekent niet af. Hij bestaat slechts uit een voorpand en een smal strookje (soms zelfs maar een lintje) tussen de billen als achterpand. Een string is niet ideaal onder elke soort kledij. Denk maar aan een rok uit jersey of een zeer licht materiaal dat tegen je billen gaat plakken. Een string daaronder zorgt ervoor dat alles nog harder afgetekend wordt en dat de rok tegen je billen gaat plakken, of erger nog, tussen je billen kruipt. Een ander veelvoorkomend probleem met strings is dat ze vaak boven de rand van je (heup)broek uitkomen. Ik denk niet dat het nodig is dat ik zeg dat dit weinig stijlvol is. Tanga Een tanga lijkt op een string maar heeft smalle zijkantjes (enkel bandjes of lintjes) Tai of Rio De zijkanten van deze slip zijn hoog uitgesneden en enkele centimeters breed. Heupslip Deze slip komt tot op de heup, heeft iets bredere zijkanten en een ronde hoge beenuitsnijding. Tailleslip Deze slip gaat tot in de taille en heeft een rechte of ronde beenuitsnijding Boxershort Een slip met strakke pijpjes. Vlinderslip Een, los wijdvallend broekje. Steunslip Tailleslip waarvan de buikzone verstevigd is. Bottom up Een steunslip met 2 verstevigde zones onder de billen. 47
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Andere lingerie De body Een elastisch pakje dat strak om het lichaam zit. In het kruisje zit een “haak en oog”-sluiting, een velcroband of drukknoopjes. Kan in cup variëren van redelijk licht tot voorgevormde cups en verstevigd voorpand. Deze lingerie corrigeert het figuur. Hemdjes Met mouwen of zonder mouwen. Kan heel sober of net elegant zijn, met kant en glanzende delen. Onderjurk Deze moet beschermen tegen doorschijnende bovenkledij. Opgelet voor statische materialen, hierdoor gaat de onderjurk tegen panty of kledij plakken. Ondergoed voor mannen Hemdjes met korte mouwen en tanktops. Slips Tanga Mini slip De zijkanten zijn enkele centimeters breed en er zijn achterpanden die de billen bedekken. Midi slip Slip met hogere zijkanten. Tailleslip Slip tot in de taille. Boxershort Onderbroek met pijpjes, bestaat zowel in strakke als wijde varianten.
48
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
6. Badmode Voor de pasvorm van zwemkledij geldt hetzelfde als voor de pasvorm van lingerie; hoe minder je aanhebt, hoe beter het moet zitten. Als je geen geweldig figuur hebt kan je het altijd nog simuleren met een mooie pareo die je op een mooie manier rond je lichaam knoopt. Zie “hoe een pareo te knopen”. Bij badkledij is een eerste belangrijke vereiste dat de stof van degelijke kwaliteit is en dat ze goed vervaardigd is. Daarom is badkledij meestal duur. De kleur en de stof moeten lang mooi blijven en dat is niet altijd het geval doordat badkledij aan extreme zon en water blootgesteld wordt. De stof moet aan volgende eisen voldoen: *Ze moet goed tegen chloor, zout, water, zweet en zonlicht bestand zijn. *De stof mag niet te veel vocht opnemen. Anders wordt de kledij te zwaar bij het zwemmen en droogt ze niet snel genoeg achteraf. *De stof mag niet doorschijnen wanneer ze nat wordt. *De stof moet even elastisch zijn in natte als in droge toestand. *De pasvorm moet goed zijn en ook in natte toestand goed blijven. *De badkledij moet sterke naden hebben. Badkledij moet vervaardigd zijn uit: *Synthetische materialen met een goede elasticiteit. *Polyamide of polyester in combinatie met elastomeer. Jammer genoeg wordt soms katoen met elastomeer gebruikt, wat zeer langzaam droogt.
49
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Badkledij voor vrouwen Het badpak Badpakken verschillen vooral in:*halsbelijning *schouderbandjes *rugpandhoogte *vorm van de beenopening *kleuren *stiksels Voor wie is wat geschikt? *Horizontale belijningen of kleuren. Voor vrouwen met een lang en smal bovenlichaam. *Verticale belijningen of kleuren. Om het bovenlichaam te verlengen. Wanneer de belijning in V-vorm is, wordt het silhouet nog slanker. Wanneer er met kleurvlakken gewerkt wordt, moeten de donkere kleuren langs de buitenkant zitten en de lichte of felle kleuren langs de binnenkant. Andersom legt te veel nadruk op de heupen. *Pijpjes Enkel voor vrouwen met lange en slanke benen. *Hoog uitgesneden beenopening Enkel voor vrouwen met slanke, mooi gevormde dijen en stevige billen. *Laag uitgesneden beenopening die het zitvlak ook volledig ondersteund Voor zwaardere,minder mooi gevormde benen en niet zo stevig zitvlak. *Felgekleurde cups Optische vergroting voor kleine buste. *Cup in twee verdeeld door siernaden of kleuren Optische verkleining voor zware buste. *Donkergekleurde cups Optische verkleining voor zware buste.
50
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
*Voorgevormde cups Maakt elk soort buste mooier. *Gevoerd badpak Voor vrouwen die iets meer steun nodig hebben en “bandjes” willen wegstoppen. Geeft een meer gestroomlijnd figuur. *Stevige schouderband Voor de vrouw met brede schouders of zware buste. *Meerdere schouderbandjes Voor de vrouw met brede schouders of zware buste. *Fijne schouderbandjes Voor de vrouw met smalle schouders en kleinere buste. *Sluiting achter in de nek Voor de vrouw met smalle schouders en kleinere buste. *Badpak met balconet Voor de vrouw met een kleine buste. *Badpak met knoopjespad of rits Voor vrouwen met een zwaardere buste.
51
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
De bikini Bikini’s verschillen vooral in:
*slipgrootte *cupvorm *schouderbandjes
Een strapless bikini of “bandeau” is een bikini zonder schouderbandjes. Een monokini is een bikini zonder beha, alleen een slip dus. Om je lichaam mooi tot zijn recht te laten komen in een bikini moet je een nog strak en slank lichaam hebben. Voor wie is wat geschikt? *Hoge short slip Voor vrouwen die groot zijn, een lang bovenlichaam hebben. Er moet steeds voldoende plaats tussen top en broek zijn, ook bij het zitten, dus opletten wanneer het bovenstuk een verlengstuk heeft! *Bandeau of strapless Dit soort bikini is niet geschikt om te zwemmen of in zee te gaan, het dient enkel om te zonnebaden. Wanneer er geen bandjes aan bevestigd worden zal het de buste naar beneden duwen wanneer men rechtstaat. *Bikini bestaande uit donkere slip en felgekleurd bovenstuk Voor vrouwen met zware heupen en kleine buste. * Bikini bestaande uit felgekleurde slip en donker bovenstuk Voor vrouwen met smalle heupen en zware buste.
52
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Badkledij voor mannen De zwembroek (passend) *Hoge beenuitsnijding Voor mannen met een atletisch gevormd lichaam *Rechte beenuitsnijding Voor stevig gevormde mannen
De zwemshort (passend) *Met strakke pijpen, de surfshort Voor jeugdige mannen met een stevig lichaam. *Met losse korte pijpen en binnenbroekje Voor de meeste mannen zeer geschikt, ook voor de iets molligere of oudere man.
De bermuda met binnenbroekje Deze broek heeft pijpen tot op de knie. Deze broek is best geschikt voor de jeugdige man met lange benen.
53
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Hoe een pareo te knopen?
Vouw de pareo in de helft met de rafelrand naar beneden. Neem punt G en punt K vast en knoop net boven de borst. Je kan de knoop ook naar de zijkant of de rug verschuiven.
Neem punt A en B en vouw dit rond de buste. Maak geen knoop. Vouw punt A rond het lichaam tot het terug bij punt B komt. Maak een knoop met punt A en B.
54
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Neem punt A en B en wikkel deze rond de buste. Knoop A en B in het midden. Neem de overschot van de stof en knoop A en B achter de nek.
Neem A en C en knoop. Trek de knoop over het hoofd en laat deze in je nek. Neem G en K en trek deze tot in de taille en knoop ze op de rug. Voor een gesloten rug; maak een knoop met punt B en D.
Knoop punt A en C boven de borst. Verschuif de knoop tot op de rug. Neem de stof en trek deze tussen de benen door naar achter. Neem B en D en knoop ze rond de taille. Duw overtollig stof naar binnen zodat het model gepast lijkt.
55
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
Neem A en B en wikkel ze rond de taille. Maak geen knoop. Vouw punt A rond het lichaam tot het terug bij punt B komt. Maak een knoop met punt A en B.
Wikkel punt A en B rond de taille. Knoop A en B boven de navel.
Knoop A en C. Trek de knoop over het hoofd achter de nek. Neem G en K en trek ze naar de taille. Vouw over tot de gewenste lengte. Knoop G en K in de rug.
56
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
7. De persoonlijke stijl •
Het klassieke type
De klassieke types zijn koningen en koninginnen, de typen die beter geen spijkerbroek of legging dragen. Ze beschikken over een tijdloze elegantie. Hun aandacht gaat naar de kwaliteit, niet naar de kwantiteit. Ze hechten meer belang aan stijl dan aan mode. Het klassieke type is niet moeilijk te kleden, maar wanneer dit fout gebeurt ziet dit type er vreselijk rommelig uit. Een klassiek type kleedt zich best in passende kledij. Zowel krappe kledij als oversized kledij zijn uit den boze voor dit type. De pasvorm is voor geen enkel ander type zo belangrijk als voor dit type. Jasjes moeten een goede snit hebben en mogen niet los vallen. Korte mouwen van blouses moeten echt kort zijn (boven het midden van de bovenarm) en niet te wijd. Mouwen moeten goed ingezet zijn, op de schouder, niet halverwege de arm. De halslijn moet duidelijk belijnd zijn, een vierkante halslijn is vaak heel goed voor dit type. Evenwichtige proporties zijn zeer belangrijk. Dit type is zeer mooi in samenhorende sets. Het klassieke type ziet er zelfs zonder sieraden niet saai uit. Strakke, eenvoudige, moderne sieraden staan het best. Het klassieke type kiest voor een kwaliteitshorloge en parels. Het klassieke type draagt zijn kledij in een kleurenharmonie die nooit geforceerd is. Gematigde en neutrale tinten, gecombineerd met pasteltinten staan erg mooi. Ton sur ton en de marine look (blauw en wit) zijn uitstekend voor dit type. Dessins moeten steeds sober zijn . Er mag niet te veel structuur in zitten. Middelgrote en kleine prints, smalle strepen en kleinere ruiten. Kledingstoffen die goed staan bij het klassieke type zijn kwaliteitstoffen. Voorbeelden hiervan zijn katoen, jersey, viscose, wol en zijde, fijn gebreide stoffen, gabardine, crêpe, flanel, cashmere,.. Krinkelkatoen en linnen zien er vaak te kreukelig uit om bij een klassiek type te passen. Het klassieke type vraagt een perfecte haarsnit met een gladde afwerking die goed verzorgd wordt. Het kapsel moet tevens vrouwelijk zijn.
57
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
•
Het natuurlijke type
Het natuurlijke type heeft meestal iets jeugdigs over zich. Als het natuurlijke type er goed wil uit zien draagt ze soepele kleding. Het natuurlijke type kent een nonchalante stijl. Bij een natuurlijk type mag de kledij wat losser vallen dan bij het klassieke type, zelfs oversized kledij kan. Gedrapeerde kledij geeft het natuurlijke type een elegante vrouwelijke stijl, waar dit type zo van houdt. Te strakke kleding maakt onvrouwelijk, losvallend staat prachtig. Te stugge kledij maakt dat het type er stug uitziet. Rokken moeten voornamelijk zwierig zijn. Een strakke rok kan eventueel,maar dan gecombineerd met een wijde blouse. Kleding moet in het algemeen niet te strak zijn. Verschillende lagen, aangepast aan het weer, en kledij die bestand is tegen de natuurelementen zijn belangrijk vermits het natuurlijke type meestal een buitenmens is. Ruches, volants, vetersluitingen, leren bandjes, koordjes, wijduitlopende mouwen, lagen en losse lijnen. Het natuurlijke type ziet er blijvend jong uit met eigentijdse accessoires. Natuurlijke accessoires van hout, leer of been zijn heel mooi voor dit type. De accessoires mogen rijkelijk aanwezig zijn, zolang ze maar hun “landelijk” karakter behouden. Met de hand gemaakte lederen tassen en lederen gevlochten ceinturen, ruwe stenen kralen, bronzen oorhangers,etnische sieraden, antieke dasspelden.. De kleuren voor een natuurlijk type zijn ook “natuurlijk”; een aards pallet. Dessins met etnische figuren en schotse ruiten kunnen heel mooi zijn. De kledingstoffen voor een natuurlijk type zijn linnen, wol, daim, katoen, ruwe zijde, fluweel, en leer, op een natuurlijke manier verwerkt (niet te stoer dus). Grof geweven stoffen, losse breisels en tweed zijn ook zeer passend. Glimmende stoffen maken het type al snel ordinair, te stugge stoffen zijn ook niet mooi. Wanneer een natuurlijk type zich kleedt als een klassiek type ziet ze er saai en tuttig uit. In sportieve kledij lijkt ze mannelijk en in romantische kledij ziet ze er “verkleed” uit. Het kapsel mag kort en sportief zijn maar ook lang en losjes opgestoken.
58
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
•
Het romantische type
De kleding voor het romantische type heeft zachte lijnen, maar anders dan bij het natuurlijke typ, moet de pasvorm wel precies goed zijn. Dus een klassieke pasvorm, met ronde lijnen en meer accessoires en details. Het romantische type maakt overal een verleidelijke combinatie van. Het houdt van zachtgolvende lijnen die de vrouwelijkheid benadrukken. In tegenstelling tot het sportieve en klassieke type, kan de kleding van het romantische type veel details hebben, zoals knoopjes en sierrandjes. Detaillering maakt dit type mooi en vrouwelijk. Het romantische type is bijvoorbeeld het enige type dat aangerimpelde mouwen kan dragen. Typisch romantisch zijn bvb een tulprok en het hartvormige decolleté. Een broek met rechte pijpen is saai voor dit type, beter zijn smal toelopende pijpen of een bootcut. Ook coupenaden tellen als detaillering in een ontwerp. De pasvorm moet de vrouwelijkheid van dit type benadrukken. Glooiende rokken, losse broeken, zacht golvende jurken, ruches, strikken,.. als het maar zacht en vrouwelijk is. Het romantische type moet proberen de klassieke stijl te mijden. Ook bij de accessoires moet er veel aandacht voor details zijn. Fijne teer bewerkte accessoires en antieke juwelen ingelegd met steentjes. Ook fijn handwerk zoals haak- en breiwerk, patchwork, kruisjessteek,.. Retro accessoires en stola’s en hoedjes staan heel mooi bij dit type. Kleuren mogen niet te sterk contrasteren bij dit type. Dégradé tinten en “ton sur ton” zijn ideaal. Het romantische type kan best voor gedempte tinten kiezen. Dessins met bloemen, fruit en golvende bewegingen zijn het mooiste voor het romantische type. Voor het romantische type zijn volgende kledingstoffen zeer geschikt; fluweel, kant, zijde, jersey, chiffon, angora, bont. Stoffen moeten zacht, vloeiend en luxueus overkomen. Een strak kapsel of te kort haar zijn niet goed voor het romantische type. Beter zijn; krullen, golvend haar,volume, laagjes, losjes opgestoken kapsels,..
59
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
•
Het sportieve type
De sportieve vrouw is het enige type dat ook buiten het sportveld sportschoenen kan dragen, zonder er rommelig uit te zien. Ook het sportieve type kent een nonchalante stijl. De sportieve vrouw ziet er uitstekend uit in een slank gesneden lange bek en trui. Blouses in overhemdstijl zijn prima, ruches, rimpeltjes en kantjes vallen helemaal uit de toon bij haar, daarmee zal ze er tuttig uitzien. Alles met sierstiksels en ritsen is sportief, evenals de meeste biezen. Polo- en rugbyshirts staan erg goed. De snit van de kleding moet recht zijn, geen rond gesneden rokjes of aangerimpelde mouwen. Mooi zijn broeken met opgestikte zakken en broeken of rokken met doorgestikte naden. Accessoires mogen niet te fel aanwezig zijn. Niet te veel sieraden, die maken dit type zeer rommelig, het frisse beeld verdwijnt. Kleuren zijn, net als bij het natuurlijke type, aardtinten en natuurlijke kleuren. Dessins mogen niet te opvallend zijn, dit type ziet er beter uit zonder al te veel dessins. Kledingstoffen mogen bij dit type wat stugger zijn dan bij het natuurlijke type; tweed, denim, dikker ribfluweel, leer en katoen. Ook het kapsel mag niet te romantisch zijn. Een kort strak kopje, een paardenstaart, een makkelijk en sportief kapseltje dat goed zit zonder al te veel werk.
60
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
•
Het dramatische type
Het dramatische type kent een uitdagende en geraffineerde stijl. Dit type maakt indruk door zijn houding. Het is een type met veel zelfvertrouwen en persoonlijkheid. Wanneer een ander type dan het dramatische zich in dramatische kledij kleedt komt dit type frank, arrogant en zelfs goedkoop of sletterig over. Het dramatische type maakt zich vreemde of asymmetrische verhoudingen eigen. De dramatische vrouw zal nooit voorspelbaar gekleed zijn. Dit type koopt nooit een volledige set of look. Zij gaat voor aparte stukken die ze zal combineren zoals geen ander het durft. Ze kleedt zich in opvallende kledingstukken en zal nooit in de grijze massa verdwijnen. Accessoires moeten een moderne stijl kennen. Dit type neemt best één opvallend stuk als middelpunt zoals een grote broche, opvallende oorbellen of een exclusieve ceintuur. De accessoires mogen best extravagant zijn. Kleuren zijn fel en primair bij dit type. De outfit kent liefst veel kleurcontrast. Gedempte kleuren, aardetinten en pastelkleurtjes zijn absoluut niet goed voor dit type. Dessins mogen echt in het oog springen; popart en geometrische figuren, kleurvlakken, extravagante prints,.. Kledingstoffen zoals satijn, crêpe en brokaat zijn heel geschikt voor het dramatische type. Glanzende stoffen en lakleer zijn een must voor deze vrouw. Het kapsel mag kort en glad zijn of zeer asymmetrisch. Dit type mag de haren niet te gewoontjes dragen maar steekt ze beter extravagant op.
61
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
•
Het extravagante creatieve type
Het extravagante type is een individualist die geen confectie-uiterlijk wil. Het type is creatief en origineel. Vaak is dit type een jonge student in een kunstrichting. Dit is het meest creatieve type van onder types. Dit type wil origineel uit de hoek komen en is nooit bang om te experimenteren. Je vindt deze types terug in tweedehands-winkels op zoek naar een nieuw kunstzinnig kledingstuk. Het extravagante type draagt graag laagjesmode en combineert zaken die niemand anders durft combineren. Je zal dit type zelden tweemaal in dezelfde outfit zien vermits ze deze steeds aan hun stemming aanpassen, die vanwege het artistieke temperament nogal sterk schommelt en dus steeds anders is. Accessoires zijn in overvloed aanwezig en zijn meestal dingen die niemand anders draagt. Alles mag zolang het maar niet klassiek of kleurloos is. Qua kleur is niets voorspelbaar. Deze types kunnen een de ene dag een uitspatting van fluokleuren zijn en de andere dag volledig in zwart lopen. Kleuren moeten botsen, shockeren of harmoniëren zoals niemand anders het zou durven. Voor de dessins komt letterlijk alles in aanmerking, vaak komen ze zeer druk over. Het gaat dit type niet om het dessin zelf maar om de onwaarschijnlijke combinaties van de verschillende dessins onderling. Ook voor de kledingstoffen gaan deze types tot het uiterste. Stoffen kunnen gaan van glanzend lycra tot weelderig fluweel, soms zeer goedkoop gecombineerd met duurder ogende stoffen. Allerlei verschillende vezels worden ongekend gecombineerd. Bij het Kapsel is alles toegelaten. Vaak kleurt of knipt dit type de haren zelf. De kleur wordt vaak veranderd en het kapsel is steeds gedurfd.
62
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
•
Het jet-set type, het selfmade type
De selfmade man of vrouw is carrièrebewust, zelfzeker en altijd elegant. Het jet-set type kent een tijdloze en chique stijl. Dit type beschikt over een vrij bescheiden garderobe waar ze toch eindeloze mogelijkheden mee hebben. Dit type is voor elke gelegenheid steeds weer uitstekend gekleed. De draagstijl moet elegant zijn, ontspannen, zacht en vloeiend. De kledij mag nooit te streng ogen of te nauwsluitend zijn. Bij de accessoires zijn gadgets uitermate belangrijk. Technologische snufjes zoals dure GSM’s, moderne laptops, Palmtops,..zijn alom vertegenwoordigd. Dit type heeft vaak een aktetas in zacht leder bij zich. Het type heeft aangepaste handschoenen en hoofddeksels. Daarbij draagt het jet-set type een bijhorende handtas, en tevens de geldbeugel en portefeuille zijn bijpassend. Ook een gesofistikeerde zonnebril hoort bij de outfit. Alles is eenvoudig in belijning en komt vooral professioneel over. Voor al deze accessoires komen enkel de topmerken in aanmerking. Juwelen zijn modern, klassiek en duurzaam maar zullen nooit de kledij overheersen. Kleuren mogen nooit te licht zijn maar elegant en gedekt. Eén neutrale tint en uniekleuren zijn het mooist. Dessins zijn zo goed als niet aanwezig in de kledij van het jet-set type. Eventueel een krijtstreepje. Kledingstoffen moeten van de betere kwaliteit zijn; wol, crêpe, jersey, gebreide stoffen, zijde, linnen, coolwool,.. Lieer geen glanzende materialen. Het kapsel van het jet-set type moet verzorgd en gesofistikeerd zijn. Het mag kort of lang zijn.
63
Instituut voor bedrijfskunde en opleiding VZW Opleidingen schoonheidsverzorging © 2006 Tel.: 03/237/71/15 www.kleurenstijl.be
8.Stijlkaarten Net als bij de kleurpaspoorten zit er veel verschil in formaat, inhoud, uitvoering en gebruiksaanwijzing bij stijlkaarten. Er zijn standaard stijlkaarten op de markt waar je per type op kan aankruisen wat wel en niet geschikt is voor de klant. Zo kan je bijvoorbeeld bij de “volslanke figuur” aankruisen dat de klant een korte zware hals, zware heupen, een zware buste,.. heeft. Of dat slechts een rechte broek geschikt is voor de klant. Vermits er veel meer modellen dan een rechte broek op de kaart aangeduid staan en het niet fijn is om al je minpunten opgesomd te zien staan, kan dit zeer frustrerend werken voor de klant. Daarom is het beter om voor elke klant een persoonlijke stijlkaart te maken, uitgeschreven, getekend, een combinatie van beiden,.. zoals je het zelf verkiest. Op die manier krijgt de klant enkel te zien of te lezen wat goed is voor zijn of haar figuur. Dit heeft een positieve werking op de ingesteldheid van de klant en is gewoon ook veel overzichtelijker. Tijdens de stijlconsultatie kan de stillist dan alles voor zichzelf noteren en het daarna omzetten in een mooi overzichtelijk paspoort dat niet te confronterend is. In dit paspoort wordt dan rekening gehouden met de stijl, leeftijd en leefwereld van de klant. Alle aanbevelingen worden per type (bvb. Rok) gesorteerd. Enkel dat advies dat op de klant toepasbaar is wordt genoteerd op de kaart. De overige info over lichaamsproporties moet achterwege blijven en enkel in de persoonlijke notities van de stillist terug te vinden zijn. Het formaat van het paspoort kan er best één zijn dat in de handtas past en zeer bruikbaar is. De vormgeving sluit aan bij de creativiteit van de stillist en is meestal ook haar visitekaartje. Belangrijk is om de eigen notities goed bij te houden in een fichebak. Het kan altijd zijn dat de klant later terugbelt met een bijkomende vraag en hij of zij verwacht dat je nog goed weet wie hij of zij is.
64