Onderwijs- en examenregeling
Opleiding eerste verkoper Uitstroom eerste verkoper / crebo 90384 Niveau 3 BBL Cohort 2015 - 2017 Nominale studieduur 2 jaar / 3200 SBU versie 2, juni 2015
1
I1.
Welkom bij het Florijn College
Met deze OnderwijsExamenRegeling(OER) willen wij je wegwijs maken in de opleiding die je gaat volgen. De OER is een belangrijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst die je met het ROC WestBrabant en dus met het Florijn college hebt gesloten. Het is belangrijk deze OER goed te lezen en er regelmatig dingen in op te zoeken, want het is ook een soort naslagwerk dat je ondersteunt tijdens de studie. Als Florijn College hebben wij ons ten doel gesteld studenten op te leiden tot succesvolle wereldburgers. Onze studenten zijn afkomstig uit allerlei culturen. Daar zijn we trots op. Ons onderwijs en onze begeleiding zijn er dan ook op gericht om het beste uit jezelf te halen. Dat kan alleen als we steeds in beweging blijven en bij de tijd. Dat doen we samen: jij als student en al onze medewerkers. Wij nodigen jou dan ook van harte uit hieraan bij te dragen door jouw ambities waar te maken. Ben jij succesvol, dan is het Florijn College dat ook. Wij wensen je een leerzame en fijne tijd toe.
Lisan van Beurden, directeur
2
I2.
Inhoud
Algemene informatie I1. Welkom bij het Florijn College .................................................................................................................................... 2 I2. Inhoud ................................................................................................................................................................................... 3 I3. Belangrijk om te weten .................................................................................................................................................. 5 Informatie over werk en beroep W1. Het beroep (algemeen) .................................................................................................................................................. 7 W2. Het beroep (uitstroomprofielen) ................................................................................................................................. 9 Informatie over het onderwijsprogramma O1. O2. O3. O4. O5. O6.
Opleiding op hoofdlijnen .............................................................................................................................................. 10 Onderdelen van de opleiding ..................................................................................................................................... 12 Maatwerk ........................................................................................................................................................................... 15 Voortgang .......................................................................................................................................................................... 16 Planning van de onderwijstijd.................................................................................................................................... 20 Kerntaken .......................................................................................................................................................................... 23
Informatie over het examenprogramma E1. E2. E3. E4. 3
Verschillende examens ................................................................................................................................................. 33 Examenplan ...................................................................................................................................................................... 36 Inzien examens, herkansing en vrijstelling aanvragen ................................................................................... 44 Klachten, bezwaar en beroep bij examens .......................................................................................................... 45
Informatie over begeleiding B1. B2. B3. B4. B5.
4
Begeleiding bij het leren .............................................................................................................................................. 46 Zorgbegeleiding ............................................................................................................................................................... 48 Leerplicht, kwalificatieplicht en aanwezigheid .................................................................................................... 49 Veiligheid, gedrag en vertrouwenspersoon .......................................................................................................... 50 Inspraak en klachten over het onderwijs en de organisatie ......................................................................... 52
I3.
Belangrijk om te weten
Op de website van het Florijn College staat belangrijke informatie over procedures, afspraken, rechten en plichten, etc. Deze informatie kan je terugvinden op de website onder de tab ‘Studenteninformatie’. (http://www.florijn.nl/studieinformatie/studenteninfo). Opleidingskosten en schoolkosten
Algemene schoolkosten en specifieke opleidingskosten
Afspraken op Florijn College
Algemene informatie over en afspraken op Florijn College (studenteninfogids)
Studentenstatuut
Onderwijs
5
Doorstroomformulier
Onderwijsovereenkomst (OOK)
Praktijkovereenkomst (POK)
Leerplichtwetgeving of Leerplichtinformatie of Leerplicht - Regionaal bureau West-Brabant
Vakantierooster
Verzuim en consequenties daarvan
Studentenbegeleiding
Zorgbegeleiding ‘Als het (even) tegen zit’
Pestprotocol
Flyer voordelen bij bedrijven met Florijnpas - Florijn College MBO
Klachtenregeling (procedure Bezwaar en beroep algemeen)
Examinering
Onderwijs- en Examenreglement (OER)
Algemeen centraal Examenreglement Beroepsonderwijs
Vrijstellingsregeling
Herkansingsregeling
Hulpmiddelen examen
Procedure Bezwaar en beroep Examinering
Inzien en bespreken examen en beoordeling
ARBO en veiligheid
Schoolveiligheidsplan
Calamiteitenflyer ‘Wat te doen bij een calamiteit?’
Studentenraad
Namen en contactgegevens
Verslagen
Klassenvertegenwoordigers
6
Verslagen
Data en locatie overleggen
W1. Het beroep (algemeen)
Werkomgeving De eerste verkoper werkt in de detailhandel in uiteenlopende winkelformules in zowel het midden- en kleinbedrijf als het grootwinkelbedrijf en in zowel de food- als non-food sector. Door de grote diversiteit in branches in de detailhandel is de eerste verkoper breed opgeleid en kan hij1 worden ingezet binnen de verschillende branches, zoals: levensmiddelen, educatie en vrijetijdsartikelen, persoonlijke verzorging, huishoudelijke artikelen en doe-het-zelf. De eerste verkoper voert werkzaamheden uit in de winkel en het magazijn. Beroepshouding De eerste verkoper heeft een professionele en commerciële instelling en is gericht op het verlenen van service en diensten aan de klant. Hij laat een motiverende beroepshouding zien en heeft een voorbeeldfunctie voor anderen. Hij is bedreven in de omgang met klanten: hij kan deze als de beste adviseren over en overtuigen van de aankoop. Hij weet als geen ander hoe hij de klant kan beïnvloeden door presentatie en promotie en dient als expert op het gebied van het assortiment. Hij heeft verder gevoel om medewerkers aan te sturen: hij kan medewerkers inschatten, motiveren en stimuleren. Met zijn houding draagt hij actief mee aan een prettige werksfeer.
1
Omwille van de leesbaarheid is steeds ‘hij’ gebruikt in de tekst. Waar ‘hij’ staat kan uiteraard ook ‘zij’ worden gelezen.
7
Resultaat De eerste verkoper draagt door het uitvoeren van de werkzaamheden binnen de goederen-, klantenen/of geldstroom bij aan de commerciële doelstellingen van de onderneming.
8
W2. Het beroep (uitstroomprofielen)
Het Florijn College biedt uitsluitende de uitstroom eerste verkoper aan.
9
O1. Opleiding op hoofdlijnen
Een studiejaar bestaat uit 4 periodes van 9 of 10 weken. Een lesweek op school bevat ongeveer 25 klokuren aan geroosterde onderwijsactiviteiten. In alle studiejaren bestaat je lesweek uit een aantal vergelijkbare onderdelen. We maken onderscheid tussen:
Kerntaken en daarbij behorende werkprocessen behorende bij het beroep
Burgerschapscompetenties
Nederlands
Rekenvaardigheden
Engels
Na elk periode krijg je twee rapporten: een ontwikkelingsgericht rapport en een diplomeringsrapport. In het diplomeringsrapport vind je de resultaten van de afgelegde examens die meetellen voor het behalen van je diploma. In het ontwikkelingsgericht rapport vind je de resultaten die gaan over de ontwikkeling van je professionele houding die nodig is om je beroep uit te oefenen. Afhankelijk van je voortgang en je resultaten krijg je een studieadvies (SA) over je leertraject. Periode 1 start met een introductieprogramma. Vervolgens werk je 4 dagen per week bij een goedgekeurd bedrijf. Daarnaast volg je 1 dag per week lessen op school.
10
Een schematische weergave van het studietraject vind je terug in de volgende tabel. Studiejaar 1
Intro
P1
P2
P3
P4
P5
P6
P7
P8
School1
School1
School1
School1
School1
School1
School1
School1
Werk4
Werk4
Werk4
Werk4
Werk4
Werk4
Werk4
Werk4
SA1
11
Studiejaar 2
SA2
SA3
O2. Onderdelen van de opleiding
Je opleiding bestaat uit een aantal vaste onderdelen. Informatie over de inhoud en leerdoelen krijg je van je docent. Documenten waarin de leerdoelen beschreven zijn, vind je op www.kwalificatiesmbo.nl. a. Beroep In je opleiding leer je aantal belangrijke beroepstaken te beheersen. Dit noemen we kerntaken. Iedere kerntaak bestaat uit een aantal werkprocessen (zie hoofdstuk O6). De kerntaken en werkprocessen komen tijdens je opleiding aan bod in verschillende vakken. Je leert vakkennis en vaardigheden toe te passen in beroepssituaties. Er zijn kerntaken voor het gemeenschappelijk deel en kerntaken voor het uitstroomprofiel. Er worden verschillende werkvormen gebruikt: o.a. instructie, verwerkingsopdrachten, projectopdrachten, examenopdrachten en praktijkopdrachten in je stage. De leerdoelen zijn beschreven in het kwalificatiedossier ‘Eerste verkoper’. Meer informatie over de inhoud van de kerntaken vind je in deel C van het kwalificatiedossier. b. Nederlands Taaltraining op de vaardigheden lezen, luisteren, spreken, gesprekken voeren, schrijven, taalverzorging en begrippen. Er worden verschillende werkvormen gebruikt: o.a. digitale oefeningen, leren uit boeken, instructies van de docent, rollenspel, luisteroefeningen. De leerdoelen zijn beschreven in het ‘Referentiekader Taal en Rekenen’.
12
c. Engels Taaltraining op de vaardigheden lezen, luisteren, spreken, gesprekken voeren en schrijven. Er worden verschillende werkvormen gebruikt: o.a. digitale oefeningen, leren uit boeken, instructies van de docent, rollenspel, luisteroefeningen. De leerdoelen zijn beschreven in het ‘Europees ReferentieKader’. d. Rekenen In de trainingen rekenvaardigheid wordt aandacht besteed aan 4 domeinen: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, verbanden. Middels digitale oefeningen, opdrachten en instructie werk je toe naar het Cito-examen. De leerdoelen zijn beschreven in het ‘Referentiekader Taal en Rekenen’. e. Loopbaan & Burgerschap Het onderdeel Loopbaan & Burgerschap is gericht op je persoonlijke ontwikkeling. Bij loopbaan staat het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs centraal. Daarbij krijg je inzicht in je eigen kwaliteiten, je mogelijkheden en de waarden en motieven die voor jou belangrijk zijn. Bij burgerschap krijg je inzicht in 4 dimensies: politiek juridische, economische en sociaalmaatschappelijke dimensie en vitaal burgerschap. Middels discussie, onderzoek, opdrachten en presentaties werk je aan je persoonlijke ontwikkeling. De leerdoelen zijn beschreven in het document ‘Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap (vanaf 2012)’ f. BPV (stage) Als BBL-er combineer je werken met studeren. Tijdens je werk leer je met name in praktijksituaties. Met andere woorden: hier vindt de Beroeps Praktijk Vorming plaats.
13
De BPV-begeleider komt enkele malen bij je bedrijf op bezoek voor voortgangsgesprekken en begeleiding. Binnen het bedrijf is er altijd een medewerker (praktijkopleider) die je dagelijks begeleidt in het bedrijf. Samen met het bedrijf en de school onderteken je een praktijkovereenkomst (POK) waarin afspraken staan over wat er van jou verwacht wordt en wat jij van het bedrijf mag verwachten. g. Keuzevakken Niet van toepassing. h. Begeleiding De wijze waarop je wordt begeleid is beschreven in het hoofdstuk ‘B1. Begeleiding bij het leren’.
14
O3. Maatwerk
Aansluiting op je vooropleiding De opleiding eerste verkoper Detailhandel sluit goed aan op VMBO-kader, met name als je economie in je vakkenpakket hebt. Aansluiting op vervolgonderwijs en arbeidsmarkt Met deze opleiding kun je doorstromen naar de niveau 4 opleiding Filiaalmanager, maar ook leidinggevende functies binnen de detailhandel gaan vervullen. Remediëren, verrijken, verdiepen Daar waar je meer of ander oefenmateriaal nodig hebt, kan de docent je dat aanreiken. Er is veel mogelijk, maar je moet dan wel zelf actie ondernemen. Je maakt daarover op jouw initiatief afspraken met je docent en studieloopbaanbegeleider.
15
O4. Voortgang
Ontwikkelingsgericht beoordelen en feedback In het ontwikkelingsgerichte gedeelte word je tijdens de studieonderdelen (bv. projecten, opdrachten) regelmatig beoordeeld. Welke resultaten heb je bereikt en hoe succesvol is je manier van werken? Deze beoordelingen zijn bedoeld om je ontwikkeling te ‘meten’ en om te kijken waar het beter kan. Bij ieder studieonderdeel word je vooraf verteld wat er van je wordt verwacht. Je bent op de hoogte van alles wat je moet doen (bewijslast) en aan welke eisen deze bewijslast moet voldoen. Wanneer je werk is beoordeeld, krijg je feedback op je prestatie: wat is er goed en wat kan beter. Je probeert daarna zelf vast te stellen wat je al goed kan, op welke punten je nog kunt verbeteren en hoe je dat gaat doen. Je tussentijdse resultaten worden bijgehouden op diplomeringsrapport en het voortgangsrapport. Iedere periode worden je voortgang en je resultaten besproken met je studieloopbaanbegeleider. I
Het diplomeringsrapport. Hierop staan de resultaten die behaald hebt voor de volgende examens: 1. Kerntaken en werkprocessen; 2. Taalvaardigheden voor Nederlands; 3. Taalvaardigheden voor Engels; 4. De burgerschapscompetenties; 5. Rekenvaardigheid.
16
II Het voortgangsrapport. Hierop staat informatie over de manier waarop je met je studie bezig bent: 1. Je studiehouding; 2. Behaalde basistoetsen in het basistraject. Studieadvies Op basis van je resultaten en voortgang krijg je een studieadvies. Er zijn bij het studie advies drie mogelijke uitkomsten: Jammer, maar deze opleiding past niet bij jou. We gaan je in de resterende periode helpen bij het vinden van een andere opleiding en daar waar mogelijk ondersteunen bij je overstap. We denken dat je het diploma kan behalen maar... Afhankelijk van je achterstanden wordt er een afspraak gemaakt. Deze afspraak wordt vastgelegd in een studiecontract. Misschien kan je pas op een later moment op stage en ga je studie achterstand oplopen. Je ontwikkeling verloopt volgens verwachting of zelfs daarboven. Je kan zonder studievertraging beginnen aan je stage. Voor het eerste studieadvies (in periode 2) wordt er gekeken of: •
de opleiding/het beroep bij je past;
•
je voldoende aan je opleiding werkt en gemotiveerd bent;
•
je studieresultaten aan de verwachtingen voldoen.
17
Bij het tweede studieadvies (in periode 4) wordt aan de hand van je resultaten een advies gegeven voor het vervolgtraject: voortzetten leertraject Eerste verkoper niveau 3 of overstappen naar het leertraject voor Filiaalmanager. Bij het derde studieadvies in periode 6 wordt er definitief een keuze gemaakt voor uitstromen met Eerste verkoper of doorstromen naar de opleiding Filiaalmanager. Dit is afhankelijk van je resultaten en eventuele achterstanden. Eisen aan studievoortgang Norm Studieadvies 1
Op basis van jouw en onze ervaringen. Studiehouding minimaal 6 Vakdeskundigheid minimaal 6 Aantal benodigde herkansingen op het summatieve rapport + de basistoetsen maximaal 4
Studieadvies 2
Hierbij gelden de volgende afspraken: Niet gemaakte praktijkexamens worden ook als herkansingen geteld. Het cijfer voor vakdeskundigheid is het gemiddelde van de cijfers vakdeskundigheid van alle vakken die in deze periode gegeven zijn.
18
Studiehouding minimaal 6 Vakdeskundigheid minimaal 6 Aantal benodigde herkansingen op het summatieve rapport + de Studieadvies 3
basistoetsen maximaal 4 Hierbij gelden de volgende afspraken: Niet gemaakte praktijkexamens worden ook als herkansingen geteld. Het cijfer voor vakdeskundigheid is het gemiddelde van de cijfers vakdeskundigheid van alle vakken die in deze periode gegeven zijn.
19
O5. Planning van de onderwijstijd
Planning onderwijstijd (in klokuren per week) In onderstaande tabel is het aantal klokuren per week van alle studieonderdelen weergegeven. Schooljaar 1
P1
P2
P3
P4
Beroep
3,5
3,5
3,5
3,5
1
1
1
1
1,5
1,5
1,5
1,5
Rekenen
1
1
1
1
Loopbaan & Burgerschap
1
1
1
1
>= 20
>= 20
>= 20
>= 20
Begeleiding*
-
-
-
-
Totaal
8
8
8
8
Nederlands Engels
BPV
* Begeleidingsgesprekken vinden tijdens de lessen plaats.
20
Schooljaar 2
P5
P6
P7
P8
Beroep
3,5
3,5
3,5
3,5
1
1
1
1
1,5
1,5
1,5
1,5
Rekenen
1
1
1
1
Loopbaan & Burgerschap
-
-
-
-
>= 20
>= 20
>= 20
>= 20
Begeleiding*
-
-
-
-
Totaal
8
8
8
8
Nederlands Engels
BPV
In deze tabellen zijn uren voor introductie, toetsing en andere activiteiten niet opgenomen.
21
Eisen aan het studietraject en studiebelasting De school heeft de wettelijke plicht om je voldoende aantal uren te begeleiden in je studieproces. Deze begeleiding mag je van ons verwachten. Vanaf 18 jaar hangt je recht op studiefinanciering hiervan af. In onderstaande tabel zie je het aantal begeleide onderwijsuren (BOU) en stage-uren (BPV) per studiejaar. Eis BOU
Planning
Eis BPV
Planning
Eis totaal
Planning
Studiejaar 1
200
275
610
800
850
1075
Studiejaar 2
200
275
610
800
850
1075
22
O6. Kerntaken
De volgende kerntaken horen bij je opleiding. Kerntaak 4 en 6 uit het kwalificatiedossier zijn niet van toepassing op de opleiding eerste verkoper. K1: Verzorgt de ontvangst en verwerking van goederen De eerste verkoper brengt in kaart welke voorbereidingen getroffen moeten worden voor de ontvangst. Hij gaat na welke goederen binnenkomen en geretourneerd moeten worden. De eerste verkoper gaat na welke collega's ingezet kunnen worden, delegeert taken en geeft hen instructies. Hij informeert de collega's over de werkzaamheden, de prioriteiten en de mogelijke bijzonderheden. Daarnaast maakt hij retouren verzendklaar en vult de bijbehorende formulieren in. Hij controleert de geleidedocumenten en de geleverde goederen op kwaliteit en kwantiteit in bijzijn van de leverancier cq. vervoerder of hij laat ze controleren. Hij meldt afwijkingen aan de levering aan de leverancier, noteert deze en geeft de retouren mee aan de vervoerder. In voorkomende situaties begeleidt hij collega's door hen (extra) uitleg en instructies te geven en werkzaamheden voor te doen. Hij geeft feedback over de uitgevoerde werkzaamheden.
23
De eerste verkoper bereidt de goederenopslag voor door zelf of dat een collega de interne transportmiddelen verzamelt en ruimte maakt voor de opslag van goederen in de opslagruimte. Hij informeert de collega's over de prioriteiten en begeleidt hen waar nodig. De eerste verkoper geeft instructies over de werkwijze en controleert de uitvoering hierop. Hij pakt samen of alleen de goederen om, controleert deze op kwaliteit en slaat de goederen op de daarvoor bestemde plaats op. Bij geconstateerde afwijkingen in de levering neemt hij contact op met de leverancier of meldt dit aan zijn leidinggevende. De eerste verkoper bouwt de artikelpresentaties volgens het presentatieplan. Op de tijdelijke artikelpresentaties combineert hij op basis van de artikelinformatie de juiste artikelen en de daarbij benodigde decoratiematerialen. Hij transporteert de artikelen naar de winkel, beprijst indien nodig de artikelen, plaatst prijs- en tekstkaarten, monteert artikelen, sluit deze aan en/of zet deze in elkaar en brengt beveiliging aan. Daarnaast houdt hij permanente artikelpresentaties op orde. Hij controleert de verkoopvoorraad op kwaliteit en kwantiteit. Bij afwijkingen neemt hij maatregelen om de situatie te verbeteren. Hij begeleidt collega's bij het opbouwen en het verzorgen van de artikelpresentaties door onder andere hen werkzaamheden voor te doen en uitleg te geven. De eerste verkoper delegeert deze taken en controleert de werkuitvoering. De eerste verkoper bewaakt de voorraad door deze regelmatig te controleren. Hij registreert de voorraad in de verkoopruimte of laat dit doen. Hierbij let hij op afwijkingen door breuk, beschadiging of andere vormen van derving. Hij bewaakt het voorraadniveau en corrigeert dit wanneer het nodig is. Hij plaatst bestellingen en/of formuleert voorstellen om de voorraad op het vereiste niveau te brengen.
24
De eerste verkoper verzorgt de winkel en/of opslagruimte door opruim- of schoonmaakwerkzaamheden in de opslagruimte, verkoopruimte en/of –omgeving te signaleren en ervoor te zorgen dat deze werkzaamheden uitgevoerd worden. Hij instrueert hiervoor medewerkers en begeleidt en/of stuurt hen bij tijdens de werkzaamheden. Daarnaast maakt hij, eventueel met medewerkers, voor openingstijd de verkoopruimte gereed om klanten te ontvangen. Toelichting: De eerste verkoper geeft leiding tijdens de werkprocessen omtrent goederenontvangst en – verwerking: bij elk werkproces delegeert hij taken, stuurt hij deze aan en controleert hij de medewerkers. Waar de eerste verkoper samenwerkt met collega-verkopers, begeleidt hij hen bij enkele werkzaamheden. Dit kan het helpen of ondersteunen bij voorkomende werkzaamheden zijn of bij bijvoorbeeld het opbouwen van presentatie het overbrengen van expertise zijn. De eerste verkoper zorgt dat hij voor alle werkzaamheden continu op de hoogte is van ontwikkelingen in de organisatie, die andere prioriteiten of aanpassing van de werkzaamheden kunnen betekenen. Tijdens het verzorgen en beheren van ontvangst en verwerking van goederen is de eerste verkoper alert op het voorkomen van mogelijke derving en hanteert daarvoor de juiste werkwijze. Bij constatering van derving neemt hij maatregelen die binnen zijn verantwoordelijkheid liggen.
25
Het resultaat van de werkzaamheden is een efficiënte ontvangst en opslag van goederen zijn en een verzorgde verkoopruimte die aan de eisen van de organisatie en de wensen van de klant voldoet. De eerste verkoper heeft de taak om de werkzaamheden zo snel en goed mogelijk uit te voeren. Bij het ontvangen en opslaan van goederen moet hij oog houden voor de veiligheid van hemzelf en anderen. Bij het presenteren van de artikelen moet hij er hierbij op letten de klant niet uit het oog te verliezen en zich klantvriendelijk op te stellen. Daarnaast weegt de eerste verkoper continu af welke werkzaamheden prioriteit hebben. Hij moet daarbij inschatten welke werkzaamheden voorrang hebben en welke uitgesteld kunnen worden. Hij moet wel zorgen dat alle werkzaamheden uitgevoerd worden. K2: Verkoopt, adviseert en verleent service De eerste verkoper ontvangt klanten in de winkel, begroet hen en observeert hen. Hij maakt op basis van de observatie een inschatting van het type klant. Gedurende de tijd dat de klant in de winkel aanwezig is, stelt hij of een collega zich zichtbaar op naar de klant en houdt hij de klant in de gaten om te bepalen of de klant hulp nodig heeft, geen criminele activiteiten ontplooit en/of hij een verkoopgesprek kan aanvangen met de klant (inspringmoment bepalen). Wanneer de klant de winkel verlaat, neemt hij afscheid van de klant. Hij begeleidt de collega's door hen te adviseren over de manier waarop zij het beste de klanten kunnen ontvangen en benaderen.
26
De eerste verkoper beantwoordt vragen van klanten over artikelen en geeft hen desgevraagd toelichting over de toepassing, eigenschappen en verwerking van het artikel. Wanneer de klant zijn zoekvraag niet helder heeft, stelt de verkoper vragen om de klant te helpen bij het formuleren van zijn zoekvraag. Wanneer de zoekvraag helder is, wijst hij de klant op de mogelijkheden van het assortiment. Hij verwijst de klant door naar een collega, wanneer hij de vragen van de klant niet toereikend kan beantwoorden. Hij informeert de klant over service, ruil-, retour- en garantiebepalingen en de leverings- en betalingsvoorwaarden conform de koopovereenkomst. Wanneer de mogelijkheid er is, past hij bijverkoop toe. De eerste verkoper inventariseert door het stellen van vragen in het verkoop- of adviesgesprek de specifieke wensen en de koop- of informatiebehoefte van de klant. Hij onderzoekt ook of de klant gevoelig is voor prijs, merk, etc . Ook onderzoekt hij door het stellen van gerichte vragen voor welke doeleinden het artikel gebruikt moet worden . Hij verbindt aan de koop- of informatiebehoefte de mogelijkheden die het assortiment biedt, maakt een voorstel dat aansluit bij de wensen/behoeften van de klant of wijst de klant op alternatieven buiten het assortiment. Hij adviseert de klant op basis van parate en diepgaande product- en assortimentskennis over de toepassing, eigenschappen en verwerking van diverse artikelen. Wanneer relevant geeft hij uitleg over de totstandkoming van/gebruikte materialen in het artikel om de klant beter te kunnen informeren en het (prijs)verschil tussen artikelen te verduidelijken. Hij helpt de klant een keuze te maken uit het assortiment door alternatieven af te wegen voor de klant, in te spelen op koop- en weerstandsignalen van de klant en de klant te motiveren om tot koop over te gaan. Naast het adviseren van de klant, geeft hij ook aan collega's uitleg over het assortiment en verkooptechnieken. Hij begeleidt hen tijdens gesprekken met de klant door feedback te geven op hun handelingen.
27
De eerste verkoper voert branchespecifieke (technische) handelingen uit om een artikel (op maat) te kunnen verkopen. Wanneer nodig verricht hij metingen op het artikel of bij de klant, gebruikt hij branchespecifieke hulpmiddelen om het artikel te bewerken, te snijden, etc. en/of voegt hij verschillende artikelen/producten bij elkaar. Wanneer gespecialiseerde kennis nodig is, geeft de eerste verkoper deze informatie aan collega's en helpt hen bij het op maken van het artikel. Hij geeft hen tips om het branchespecifieke maatwerk uit te voeren. De eerste verkoper plaatst een bestelling voor de klant, wanneer het gevraagde artikel niet voorradig is. Hij hanteert hiervoor de bestelprocedures. Hij administreert de benodigde gegevens en geeft bij de klant aan wanneer het artikel bezorgd of opgehaald kan worden. De eerste verkoper neemt klachten aan van klanten, onderzoekt deze en beoordeelt of deze gegrond zijn. Hij handelt klachten zelf af, vraagt ondersteuning van zijn leidinggevende of draagt de klacht over. In ieder geval administreert hij de klacht en de wijze van klachtenafhandeling. Toelichting: De eerste verkoper geeft leiding bij enkele werkprocessen omtrent de verkoop: hij delegeert taken, stuurt aan en controleert de uitvoering daarvan door medewerkers. De eerste verkoper, die werkt met collega's, heeft geen hiërarchische rol: hij begeleidt collega's bij een groot aantal taken rondom verkoop vanuit zijn expertise. Het verkoop- en adviesgesprek is door de context in de verschillende kwalificaties verschillend. De handelingen in het verkoop- en adviesgesprek zijn voor alle branches nagenoeg gelijk, maar het verloop en de gevraagde houding van de eerste verkoper verschilt per branche. Het succes van de verkoop hangt af waarop de eerste verkoper zijn gedrag, advies en handelen kan laten aansluiten op het niveau van de klant.
28
De eerste verkoper zorgt dat hij voor alle werkzaamheden continu op de hoogte is van ontwikkelingen op de markt en in de organisatie, nieuwe artikelen en promotionele acties. Tijdens het gehele werkproces is de eerste verkoper alert op het voorkomen van mogelijke derving en hanteert daarvoor de juiste werkwijze. Bij constatering van derving neemt hij maatregelen die binnen zijn verantwoordelijkheid liggen. K3: Handelt kassatransacties af en/of leidt deze De eerste verkoper zorgt dat het afrekensysteem gebruiksklaar is door het systeem op te starten, de geldlade te installeren en hulpmiddelen bij het afrekenpunt klaar te leggen. Hij controleert of de veiligheidsmaatregelen optimaal werken. Wanneer de klant tot aankoop overgaat, verwijst de eerste verkoper de klant naar het afrekenpunt. Hij geeft de klant aan hoe de afhandeling van de verkooptransactie verder verloopt door de klant te informeren over betaalwijze, spaarsystemen, garantie- en ruilvoorwaarden en de wijze van aflevering. In dit contactmoment met de klant gaat hij door het stellen van vragen, observeren, etc. de tevredenheid van de klant na en op welke wijze de tevredenheid vergroot kan worden. De eerste verkoper handelt de verkooptransactie af door vast te stellen hoeveel de klant moet betalen. Daarbij hanteert hij het systeem om de betaling van de klant te verwerken. Hij gaat tijdens de afhandeling van de verkooptransactie na of de juiste prijzen worden gehanteerd. Bij afwijkingen of verdachte situaties onderneemt hij passende actie. Desgewenst zorgt hij voor het in- of verpakken van de aankoop en neemt daarna afscheid van de klant. In voorkomende gevallen delegeert de eerste verkoper deze taken. Hij instrueert medewerkers, controleert of zij zich aan de taken, werkprocedures en instructies houden en stuurt zo nodig bij. Bij afwijkingen of veranderingen corrigeert hij medewerkers of geeft hen nieuwe instructies.
29
De eerste verkoper sluit het afrekensysteem af en transporteert de geldlade naar de daarvoor bestemde plaats. De gebruikte middelen en de werkplek ruimt hij op. Hij verzorgt de geldadministratie en maakt financiële overzichten van de verkooptransacties. Toelichting: De eerste verkoper geeft leiding bij het uitvoeren van de kassa-afhandelingen. Hij delegeert taken, stuurt deze aan en controleert de medewerkers. De eerste verkoper zorgt dat hij voor alle werkzaamheden continu op de hoogte is van ontwikkelingen van promotionele acties, die met name aanpassing van de prijs betekenen. Tijdens de afhandeling van de verkoop is de eerste verkoper alert op het voorkomen van mogelijke derving en hanteert daarvoor de juiste werkwijze. Bij constatering van derving neemt hij maatregelen die binnen zijn verantwoordelijkheid liggen. Hij handelt de verkoop volgens de regels en procedures af. Hij komt hierbij de afspraken met de klant na, waardoor de klant tevreden is over de wijze van afhandeling. K5: Optimaliseert verkoop en assortiment De eerste verkoper analyseert klachten, klantbehoeften, klantevaluaties en marktontwikkelingen en vormt zich een beeld van de gewenste assortimentssamenstelling en de opbouw daarbinnen. In de analyse neemt hij ook zaken als voorraadbeheer, omzetsnelheid en bruto-rendement mee. Ter verbetering van de serviceverlening en omzet doet hij verbetervoorstellen voor assortimentsaanpassing.
30
De eerste verkoper doet voorstellen voor de verzorging van de presentaties, de verkoopruimte en omgeving aan zijn leidinggevende. Hij past binnen de kaders het presentatieplan aan op de eigen situatie, doelgroep en ontwikkelingen en bespreekt dit met zijn leidinggevende. De eerste verkoper doet voorstellen voor personeelsinzet aan de leidinggevende. Ook signaleert hij personeelsbehoefte. Hij geeft informatie over de capaciteiten van medewerkers, doet voorstellen voor ontwikkeling van medewerkers en signaleert knelpunten bij de inzet van medewerkers. De eerste verkoper maakt binnen de mogelijkheden van de verkoopformule gebruik van registratiesystemen en analyseert de verkoopcijfers. Hij verklaart het verschil tussen de werkelijke cijfers en de prognoses. Hij analyseert de oorzaak van de afwijking en doet verbetervoorstellen voor het verbeteren van de verkoopcijfers. De eerste verkoper bereidt het werkoverleg voor door de agendapunten door te nemen en na te gaan bij welk agendapunt hij inbreng kan en moet hebben. Tijdens het werkoverleg verwerkt hij informatie over nieuwe artikelen, acties, werkinstructies, procedures en ontwikkelingen in de organisatie, vraagt om verduidelijking en/of licht hij zaken toe. Hij brengt knelpunten, opvallende gebeurtenissen, vragen en klachten van klanten in om te bespreken geeft hierbij tevens aan hoe naar zijn mening deze zaken het best aangepakt kunnen worden. Hij verbindt de uitkomsten van het overleg aan zijn eigen werkuitvoering en brengt hier desgewenst in een volgend overleg verslag van uit. Toelichting: Voor het kunnen meedenken met de organisatie is het belangrijk dat de eerste verkoper continu op de hoogte is van ontwikkelingen op de markt (trends, concurrentie, nieuwe artikelen/aanpassing assortiment, etc.) en in de organisatie.
31
Het resultaat van de werkzaamheden moeten op de klant en organisatie afgestemde voorraad, assortiment en serviceverlening. Met oog op de verkoop, presentatie en het assortiment is het belangrijk om de klant in ogenschouw te nemen, maar moet de eerste verkoper ook aandacht besteden aan de positie van de organisatie en of keuzes niet ten nadele zijn van de organisatie.
32
E1. Verschillende examens
Een examen is een eindtoets die meetelt voor diplomering. In het examenplan staan alle examens die meetellen voor je diploma. Bij het Florijn College gebruiken we verschillende examenvormen. Hieronder vind je een korte toelichting bij iedere examenvorm. Praktijkexamen of Proeve van bekwaamheid (PE) Een proeve van bekwaamheid is een praktijkexamen waarin je laat zien dat je een kerntaak beheerst. Het examen vindt plaats in je stagebedrijf of in een simulatie op school. Je wordt beoordeeld op wat je laat zien en de producten die je hebt gemaakt. Theorie-examen (TE) Het theorie-examen is een examen om je vakkennis te beoordelen. Het gaat om kennis die belangrijk is voor de uitoefening van het beroep en die je nodig hebt om je proeve goed te kunnen afsluiten. Centrale examens Nederlands en Rekenen (COE) Voor de onderdelen Nederlands Lezen en Luisteren is er een verplichte centraal examen van het CITO. De examens worden digitaal afgenomen in een aantal computerlokalen van het Florijn College. De examens bestaan uit teksten en filmpjes met multiple choice vragen. Voor rekenen bestaat het centrale examen uit de onderdelen Getallen, Verhoudingen, Verbanden en Meten en Meetkunde.
33
Instellingsexamens Nederlands (IE-S en IE-M) Het Florijn College heeft eigen examens voor de vier onderdelen Schrijven, Taalverzorging en begrippenlijst, Spreken en Gesprekken Voeren. Deze examens zijn schriftelijk (open en gesloten vragen, opdrachten en multiple choice) en mondeling (bijvoorbeeld een klantgesprek of presentatie). Examens Moderne vreemde talen (MVT-S en MVT-M) Voor Engels zijn de examens gericht op de vaardigheden Luisteren, Lezen, Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren. De examenvormen zijn vergelijkbaar met die van Nederlands. Examens Loopbaan en Burgerschap (BuCo) Bij je studieloopbaangesprekken wordt aandacht besteed aan het onderdeel Loopbaan. Er is geen apart examen voor dit onderdeel. Bijzonder voor het onderdeel Burgerschap is dat de examens je ontwikkeling meten. Je toont met werkstukken, opdrachten en presentaties aan dat je je verdiept hebt in een onderwerp en wat je hebt geleerd. Het gaat hierbij om kennis, inzicht en bewustzijn, en ook hoe je je gedraagt en functioneert. De vier onderdelen voor burgerschap zijn: de politiek-juridische dimensie, de economische dimensie, de sociaal-maatschappelijke dimensie en de dimensie vitaal burgerschap. Een overzicht van al deze examens, tref je verderop aan in het Examenplan.
34
Hulpmiddelen bij examens Afhankelijk van de examenvorm mag je gebruik maken van hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een rekenmachine. Op het voorblad van ieder examen worden toegestane hulpmiddelen vermeld. Belangrijkste hulpmiddelen zijn de rekenmachine (R), het woordenboek (W), de hoofdtelefoon (H) en hulpmiddelen bij praktijkexamens (P). Meer informatie over hulpmiddelen vind je terug op de website in de bijlage ‘Hulpmiddelen bij examens’. Voor studenten met een beperking kunnen speciale hulpmiddelen worden toegestaan. Ook is er toetstijdverlenging mogelijk. Je vraagt dit aan bij de zorgcoördinator. De examencommissie beslist welke hulpmiddelen zijn toegestaan. Het kan bijvoorbeeld gaan om een daisyspeler of computer. Je krijgt hiervoor een speciaal pasje dat je tijdens het examen moet tonen aan de surveillant.
35
E2. Examenplan
Examenplan cohort 2015 Naam opleiding
Niveau
Leerweg
Cohort
Crebo
Startdatum
Studiejaar diplomering
Kwalificatiedossier
Kwalificatieeisen L&B
Vaststellingsdatum examenplan
Eerste verkoper
3
☒ BOL ☐ BBL
2015
90384
1/8/2015
2016-2017
Verkoopspecialist 2015
Brondocument 2012
1/6/2015
Resultaat
4
1dg
2
x
x
1
0-dec
FREVPEGOE-L
PE
Verzorgt de ontvangst en verwerking van goederen-leidinggevend deel
1.1, 1.2, 1.3, 1.6
8
1dg
2
x
x
1
0-dec
BPV
School
Beoordelaar beroepspraktijk
1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.6
Plaats afname
Verzorgt de ontvangst en verwerking van goederen-verzorgend deel
Titel examen
Duur examen
PE
Vorm
Periode afname
FREVPEGOE-V
Examencode
Kerntaken/ werkprocessen
Weging examens
Beoordelaar school
Aantal gelegenheden
Beroepsgerichte examens
Kerntaken en werkprocessen Kerntaak 1 Verzorgt de ontvangst en verwerking van goederen
36
FREVTBLGOE
TE
Verzorgt de ontvangst en verwerking van goederen
1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.6
2
50
3
x
x
1
1-dec
Slaag-/zakregeling: Praktijkexamens en het theorie-examen moeten minimaal met een voldoende zijn afgesloten (>=5,5). Het kerntaakcijfer wordt berekend door { (eindcijfer praktijkexamen + eindcijfer theorie-examen) / 2 } en afgerond op 0 decimalen.
Resultaat
4
1dg
2
x
x
1
0-dec
FREVPEVER-L
PE
Verkoopt, adviseert en verleent service -leidinggevend deel
2.1, 2.2, 2.5, 2.8
8
1dg
2
x
x
1
0-dec
FREVTBLVER
TE
Verkoopt, adviseert en verleent service
2.1, 2.2, 2.8
4
50
3
x
x
1
1-dec
FREVTBLBRA
TE
Branche
2.5
5
30
3
x
x
1
1-dec
BPV
School
Beoordelaar beroepspraktijk
2.1, 2.2, 2.5, 2.7, 2.8
Plaats afname
Verkoopt, adviseert en verleent service -verzorgend deel
Titel examen
Duur examen
PE
Vorm
Periode afname
FREVPEVER-V
Examencode
Kerntaken/ werkprocessen
Weging examens
Beoordelaar school
Aantal gelegenheden
Beroepsgerichte examens
Kerntaken en werkprocessen Kerntaak 2 Verkoopt, adviseert en verleent service
Slaag-/zakregeling: theorie-examens dienen met minimaal een 4,0 zijn afgesloten. Het gemiddelde van de theorie-examens moet voldoende zijn (eindcijfer >= 5,50). De praktijkexamens moeten minimaal met een voldoende zijn afgesloten (>=5,5). Het kerntaakcijfer wordt berekend door { (eindcijfer praktijkexamen + eindcijfer theorie-examen) / 2 } en afgerond op 0 decimalen.
37
Weging examens
Resultaat
Beoordelaar school
1dg
2
x
x
1
0-dec
3.3
8
1dg
2
x
x
1
0-dec
BPV
School
Beoordelaar beroepspraktijk
4
Plaats afname
3.1, 3.2, 3.3, 3.4
Duur examen
Titel examen
Periode afname
Vorm
Kerntaken/ werkprocessen
Examencode
Aantal gelegenheden
Beroepsgerichte examens
Kerntaken en werkprocessen Kerntaak 3 Handelt kassatransacties af en/of leidt deze FREVPEVET-V
PE
FREVPEVET-L
PE
Handelt kassatransacties af en/of leidt deze - verzorgend deel Handelt kassatransacties af en/of leidt deze - leidinggevend deel
Slaag-/zakregeling: Praktijkexamens moeten minimaal met een voldoende zijn afgesloten (>=5,5). De kerntaak is behaald als het eindcijfer praktijkexamen voldoende is (cijfer groter of gelijk aan 5,5) en wordt afgerond op 0 decimalen.
38
Weging examens
Resultaat
School
Beoordelaar school
BPV
Beoordelaar beroepspraktijk
Plaats afname
Aantal gelegenheden
Titel examen
Duur examen
Vorm
Periode afname
Examencode
Kerntaken/ werkprocessen
Beroepsgerichte examens
1
0-dec
1
1-dec
Kerntaken en werkprocessen Kerntaak 5 Optimaliseert verkoop en assortiment FREVPEVEA-V
PE
Optimaliseert verkoop en assortiment
5.2, 5.3, 5.5
8
1dg
2
FREVTBLVEA
TE
Optimaliseert verkoop en assortiment
5.2, 5.4
6
100
3
x
x x
x
Slaag-/zakregeling: Praktijkexamens en het theorie-examen moeten minimaal met een voldoende zijn afgesloten (>=5,5). Het kerntaakcijfer wordt berekend door { (eindcijfer praktijkexamen + eindcijfer theorie-examen) / 2 } en afgerond op 0 decimalen.
39
Vorm
Vaardigheid
Niveau examen
Periode afname
Duur examen
Aantal beoordelaars
Aantal gelegenheden
Weging examens
Resultaat
Beroepsgerichte eisen talen
FENLEB1d
MVT-S
Beroepsgericht Engels lezen
B1
6
50
1
3
1
1-dec
FENLUB1d
MVT-S
Beroepsgericht Engels luisteren
B1
5
50
1
3
1
1-dec
FENSPA2d
MVT-M
Beroepsgericht Engels spreken
A2
4
15
2
3
1
1-dec
FENGEB1d
MVT-M
Beroepsgericht Engels gesprekken voeren
B1
6
25
2
3
1
1-dec
Examencode
Engels
Beroepsgericht Engels A2 6 50 1 3 1 1-dec schrijven Slaag-/zakregeling: voor beroepsgericht Engels wordt het cijfer van de examens gemiddeld tot één heel eindcijfer. Dit eindcijfer moet tenminste een 6 zijn. De afzonderlijke examencijfers mogen niet lager dan 4,0 zijn. FENSCA2d
MVT-S
40
Vorm
Vaardigheid
Niveau examen
Periode afname
Duur examen
Aantal beoordelaars
Aantal gelegenheden
Weging examens
Resultaat
Generieke examens
FNELL2FCOE
COE
Lezen en luisteren
2F
5
90
-
3
1
1-dec
FNESP2Fd
IE-M
Spreken
2F
4
15
2
3
1
1-dec
FNEGE2Fd
IE-M
Gesprekken voeren
2F
4
30
2
3
1
1-dec
FNESC2Fd
IE-S
Schrijven
2F
6
50
1
3
1
1-dec
FNEBE2Fd
IE-S
Taalverzorging/begrippenlijst
2F
3
50
1
3
1
1-dec
Examencode
Nederlands
Slaag-/zakregeling: van de eindcijfers voor Nederlands en rekenen mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het andere eindcijfer moet ten minste een 6 zijn. Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= één cijfer met één decimaal) en het gemiddelde cijfer van de instellingsexamens (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands.
41
Resultaat
Rekenen
Weging examens
COE
Aantal gelegenheden
FRE2FCOE
Aantal beoordelaars
Vaardigheid
Duur examen
Vorm
Periode afname
Examencode
Niveau examen
Rekenen
2F
5
90
-
3
1
0-dec
Slaag-/zakregeling: van de eindcijfers voor Nederlands en rekenen mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het andere eindcijfer moet ten minste een 6 zijn. LET OP: bij het schrijven van deze OER is nog niet precies bekend hoe de slaag/zak-regeling er definitief uit zal zien. Indien de regeling anders wordt dan hierboven, dan zal de examencommissie je hierover informeren.
42
Loopbaan en Burgerschap Examencode
Onderwerp Capaciteitenreflectie Motievenreflectie Werkexploratie Loopbaansturing Netwerken Burgerschap Politiek juridische dimensie Burgerschap Economische dimensie Burgerschap Sociaal maatschappelijke dimensie Burgerschap Dimensie Vitaal burgerschap dimensie
Loopbaan
FBUCOD1-1
FBUCOD2-1 FBUCOD3-1
FBUCOD4-1
Naam kwalificerende opdracht
Periode
Weging
Resultaat
lob
8
1
Voldaan–Niet voldaan
pvb
1
1
Voldaan–Niet voldaan
pvb
2
1
Voldaan–Niet voldaan
pvb
3
1
Voldaan–Niet voldaan
pvb
4
1
Voldaan–Niet voldaan
Slaag-/zakregeling: voor iedere afzonderlijke dimensie is aan de inspanningsverplichting voldaan.
43
E3. Inzien examens, herkansing en vrijstelling aanvragen
Inzien examens Je hebt het recht op inzage van je examenwerk. Ook kan je een toelichting vragen op de beoordeling. In de bijlage ‘Inzien en bespreken examen en beoordeling’ op de website van het Florijn College lees je
binnen welke termijn je inzage kan aanvragen;
hoe je inzage kan aanvragen bij het examenbureau.
Herkansingen Je hebt recht op minimaal 1 herkansing van ieder examen. Waar mogelijk kan je 2 keer herkansen. Het aantal gelegenheden is aangegeven in het examenplan. In de ‘Herkansingsregeling’ op de website van het Florijn College lees je
wanneer je in aanmerking komt voor een herkansing;
hoe je een herkansing kan aanvragen bij het examenbureau.
Vrijstellingen Het kan zijn dat je in een voorgaande opleiding resultaten hebt behaald die je recht geven op een vrijstelling. De examencommissie kan je vrijstelling verlenen. In de ‘Vrijstellingsregeling’ op de website van het Florijn College lees je
44
wanneer je mogelijk in aanmerking komt voor een vrijstelling;
hoe je een vrijstelling kan aanvragen bij de examencommissie.
E4. Klachten, bezwaar en beroep bij examens
Klacht over examinering Wanneer je een klacht hebt over een examen of de manier waarop het examen is afgenomen, kan je een brief schrijven aan de examencommissie. De examencommissie zal je klacht onderzoeken. Mogelijk word je uitgenodigd om je klacht toe te lichten. De examencommissie beslist of en wat er moet gebeuren. Je wordt via je e-mailadres van school over de beslissing geïnformeerd. Procedure voor bezwaar en beroep Het kan voorkomen dat je het niet eens bent met de uitslag van een examen of de manier waarop je bent beoordeeld. In dat geval dien je binnen 14 dagen na de bekendmaking van de einduitslag schriftelijk te melden bij de examencommissie (via STIP). Dit geldt alleen voor de examens, dus niet voor andere vormen van beoordeling tijdens het studietraject. Voor die gevallen ga je met je bezwaren naar je afdelingsmanager. In de ‘Procedure bezwaar en beroep’ op de website van het Florijn College lees je
45
Hoe je bezwaar aan kan tekenen bij de examencommissie;
Hoe je in beroep kan gaan bij de Commissie van Beroep van ROC West-Brabant.
B1. Begeleiding bij het leren
Studieloopbaanbegeleiding Iedere student heeft een studieloopbaanbegeleider (SLB) die je helpt tijdens je opleiding. Regelmatig ga je met je klas, in een groepje of individueel in gesprek. De studieloopbaanbegeleider ondersteunt je bij het verwezenlijken van je doelen. De begeleiding is gericht op de korte termijn (studiesucces) en de lange termijn (loopbaansucces). Je krijgt inzicht in je persoonlijkheid (wie ben ik), in je drijfveren (wat vind ik belangrijk, wat wil ik) en je capaciteiten (wat kan ik al en wat nog niet). Doel van de begeleiding is dat je:
46
inzicht hebt in je eigen vermogens;
keuzes kan maken en achter deze keuzes staat;
leert doelgericht te werken aan je toekomst;
zelfstandig bent;
je verantwoordelijk voelt en proactief bent;
zelfvertrouwen hebt;
je een belangrijk onderdeel voelt van onze veelkleurige samenleving;
je het maximale uit je (school)carrière haalt;
je goed voorbereid bent op toekomstig werk of vervolgopleiding;
je regisseur bent van je eigen leven.
Je studieloopbaanbegeleider helpt je bij het behalen van deze doelen. De taken van de studieloopbaanbegeleider zijn:
Oplossingsgericht begeleiden;
Ontwikkelen van studievaardigheden;
Volgen van je aanwezigheid, prestaties en gedrag;
Begeleiden bij problemen en waar nodig doorverwijzen naar zorgbegeleiding;
Loopbaanbegeleiding, helpen bij keuzes maken voor (vervolg)opleiding of werk;
Uitstroombegeleiding en nazorg.
In je begeleidingsdossier worden afspraken vastgelegd en wordt je studievoortgang, begeleiding en aanwezigheid bijgehouden. Als er zaken zijn die het studeren moeilijk maken (bv. een beperking of privéproblemen), dan kan je studieloopbaanbegeleider je doorverwijzen naar het zorgteam.
47
B2. Zorgbegeleiding
Begeleiding door de Trajectbegeleider zorg Er zijn verschillende problemen die een negatieve invloed kunnen hebben op je studieresultaten. Het gaat dan om bijvoorbeeld dyslexie, dyscalculie, motivatieproblemen en sociaal-emotionele problemen. Als je bijvoorbeeld gepest wordt of er gebeuren dingen in je privéleven die je heel erg raken. Alles wat je het leren erg moeilijk maakt kun je bespreken met de Trajectbegeleider Zorg van je opleiding. De trajectbegeleider zorg beoordeelt of je hulpvraag door het team kan worden begeleid of dat er meer hulp nodig is. Samen met de zorgcoördinator van het Florijn College wordt dan naar een goede oplossing gezocht. Begeleiding door het zorgteam De zorgcoördinator van het Florijn College vormt samen met de trajectbegeleiders zorg het intern zorgteam. Voor problematiek die door het Zorgteam niet (of niet voldoende) kunnen worden opgevangen, kan via de zorgcoördinator een doorverwijzing plaatsvinden naar de Schoolmaatschappelijk werker, het Service Centrum Studie & Beroep of externe zorgbegeleiding. Meer informatie over zorgbegeleiding vind je op de website in brochure ‘Als het even tegen zit’. Indien je een gerichte ondersteuningsvraag hebt, dan worden voordat je aan je opleiding begint afspraken gemaakt met de zorgcoördinator.
48
B3. Leerplicht, kwalificatieplicht en aanwezigheid
Leerplicht en kwalificatieplicht Leerplicht geldt tot het einde van het schooljaar waarin je 16 jaar bent geworden. Na het laatste schooljaar van de leerplicht begint de kwalificatieplicht voor kinderen die nog geen startkwalificatie hebben gehaald. Een startkwalificatie is een havo-, vwo- of mbo-diploma (niet niveau 1). Met de kwalificatieplicht wordt de leerplicht verlengd tot de dag dat de je een startkwalificatie heeft gehaald, of tot de dag dat de je 18 jaar wordt. Meer informatie vind je op onze website in de bijlage ‘Leerplichtinformatie’. Aanwezigheid Je aanwezigheid wordt met behulp van je schoolpas geregistreerd in ‘Pars’. Je krijgt bij aanvang van je studie uitleg over het systeem en over de eisen die er aan je aanwezigheid worden gesteld. De studieloopbaanbegeleider let op je aanwezigheid. Indien je vaak te laat bent of ongeoorloofd afwezig bent, moet de school hiervan verplicht melding maken bij de kwalificatieplichtambtenaar en bij DUO. De werkwijze en eisen die er aan aanwezigheid worden gesteld, kun je terugvinden op de website in de bijlage ‘Verzuim en consequenties daarvan’.
49
B4. Veiligheid, gedrag en vertrouwenspersoon
Veiligheid en gedrag In de economische beroepen is het werken over de grenzen en met verschillende culturen een gegeven. We zien de veelkleurigheid en diversiteit van de wereld om ons heen dan ook als een kans. In de missie van het Florijn College staat: ‘Studenten opleiden tot succesvolle wereldburgers die een tastbare bijdrage leveren aan handel en zakelijke dienstverlening’. Dat betekent in de praktijk dat we elkaar serieus nemen en met respect behandelen. Onderlinge bedreigingen en pesten worden niet getolereerd. We bestrijden discriminatie op basis van verschillende culturele/etnische herkomst of seksuele geaardheid. Regels over leef- en werkomgeving en onderwijs vind je op de website in het ‘Deelnemersstatuut’ en in de ‘Schoolregels’. Veiligheid en calamiteiten We hebben allemaal een actieve rol in de veiligheid in en buiten het schoolgebouw. In de introductieweek krijg je instructies over wat je moet doen bij calamiteiten. Met de studieloopbaanbegeleider loop je naar de verzamelplaats waar iedereen naar toe moet bij een ontruiming. Tijdens je studie doe je ook mee aan een ontruimingsoefening. De instructie voor ontruimingen ‘Calamiteitenflyer locatie W33’ kan je vinden op de website.
50
Vertrouwenspersoon Je kunt altijd hulp krijgen van de vertrouwenspersoon als je te maken hebt gekregen met ongewenste intimiteit (bijvoorbeeld een vernederende grap of ongewenst lichamelijk contact) of andere zaken die je erg raken. De vertrouwenspersonen, mevrouw Liesbeth Joris en de heer Bart Edwards van Muijen, hebben een zwijgplicht. Ze zijn op school te bereiken onder nummer (076) 530 88 00.
51
B5. Inspraak en klachten over het onderwijs en de organisatie
Inspraak Op verschillende manieren word je betrokken bij de verbetering van ons onderwijs. Jaarlijks vinden er enquêtes en onderzoeken plaats. Om het jaar is er een grote enquête (JOB-enquête) die door alle studenten van het Florijn College wordt ingevuld. Daarnaast worden er panelgesprekken met studenten georganiseerd over bepaalde thema’s. In de studentenraad spreken studenten met de directie over belangrijke ontwikkelingen. Al deze informatie wordt gebruikt om het onderwijs en onze organisatie te verbeteren. Meer informatie vind je op onze website in de bijlage ‘Studentenraad’. Klachten Op een school met ongeveer 1700 studenten gaat ook wel eens wat fout. Dat vinden we natuurlijk heel vervelend, maar we weten ook dat het niet uit te sluiten valt. We proberen problemen uiteraard goed oplossen. We kijken wat we kunnen doen om fouten in de toekomst te voorkomen. Heb je een serieuze klacht die te maken heeft met het onderwijs of de organisatie van het Florijn College, dan kun je dat in eerste instantie melden bij je studieloopbaanbegeleider. Die kan reageren op je klacht en helpen het probleem op te lossen. Kom je er op die manier niet uit, dan kun je gebruikmaken van de klachtenprocedure. De ‘Klachtenprocedure’ vind je terug op de website. Klachten over examinering dien je in bij de examencommissie (zie E4).
52