Opleiding: Bestrijden van incidenten met ondergrondse pijpleidingen
Kapt. Chris Van Weyenberg (bewerking handleiding IBZ)
Opleiding: Bestrijden van incidenten met ondergrondse pijpleidingen Deel 1 : Pijpleidingen algemeen
Introductie Doel van deel 1: - beter inzicht transport van producten via pijpleidingen - beter inzicht na commotie gasramp Gellingen
Transport pijpleidingen: - alternatief voor transport over de weg, het spoor, de waterwegen en de lucht.
Transport via pijpleidingen onderscheid zich: - vervoerkanaal en vervoermiddel = identiek
Verdeling van de kosten: - pijpleidingen → beheerder betaalt de kosten - wegvervoer→ gemeenschap betaalt de kosten
Pijpleidingen versus weg-, spoor-, watervervoer Mobiliteitsproblematiek: - verzadigingspunt wegen komt dichterbij - meer pijpleidingen = minder verkeersdrukte
Milieu: - 20 à 30% minder energie verbruik t.o.v. vrachtwagens voor dezelfde lading→minder CO2 emissies - geen geluidshinder, geen luchtvervuiling, geen ontsiering van het landschap - pijpleidingen ondergronds→gronden blijven hun bestemming behouden
Veiligheid: - 0.41 incidenten per 1000km/jaar (1970-2004)
Pijpleidingen en veiligheid Frequentie per duizend km per jaar
Pijpleidingen en veiligheid Gemiddeld aantal incidenten per miljoen ton
Pijpleidingen versus weg-, spoor-, watervervoer Mobiliteitsproblematiek: Milieu: Veiligheid: Economisch: - verminderen kosten aan wegeninfrastructuur - sociale kost vermindert→minder ongevallen - ruimte blijft beschikbaar - gebruik door verschillende bedrijven - plaatsing→beperkte hinder in beperkte tijd
Pijpleidingen in ons land - ALLE PRODUCTEN: - AARDGAS:
100.993.900,36 ton/jaar 35.352.888 ton/jaar
- DE REST ZIJN ANDERE PRODUCTEN: * ethyleen * propyleen * vloeibaar koolwaterstof * zuurstof * stikstof * zoutzuur * ammoniak * chloor * waterstof
Pijpleidingen in ons land
Pijpleidingen in ons land - De ondernemingen die gebruik maken van pijpleidingen hebben zich verenigd in de „Federatie van Transporteurs d.m.v. Pijpleiding‟, kortweg Fetrapi.
- De VZW Fetrapi werd opgericht in 1993 en vertegenwoordigt 16 bedrijven. - De federatie moedigt het onderzoek naar de veiligheid en de goede werking van de pijpleidingen aan. - Eén van de belangrijke doelstellingen van de sector is het bekomen van een erkenning van pijpleidingen als een volwaardige transportwijze en een opname van het pijpleidingentransport in het mobiliteitsbeleid van de overheid.
Pijpleidingen in ons land
Wetgeving - Wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen: algemene regels - KB van 11 maart 1966 betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen bij de oprichting en exploitatie van installaties van gasvervoer door middel van leidingen: veiligheidsmaatregelen Voetnoten: 1. Wet van 12 april 1965 betreffende het transport van gasachtige producten en andere via pijpleidingen, B.S., van 5 mei 1965. 2. Koninklijk Besluit van 15 juni 1967 waarin sommige bepalingen van de Wet van 12 april 1965 betreffende het transport van gasachtige producten en andere via pijpleidingen worden uitgebreid tot het transport via pijpleidingen van koolwaterstoffen en/of vloeibaar gemaakte koolwaterstoffen, andere dan deze bedoeld in art. 1 a van deze wet, B.S., van 2 juni 1967. 3. Koninklijk Besluit van 15 juni 1967 waarin sommige bepalingen van de Wet van 12 april 1965 betreffende het transport van gasachtige producten en andere via pijpleidingen worden uitgebreid tot het transport via pijpleidingen van pekel, natronloog en afvalvloeistoffen, B.S., van 22 juni 1967. 4. Koninklijk Besluit van 14 maart 1969 waarin sommige bepalingen van de Wet van 12 april 1965 betreffende het transport van gasachtige producten en andere via pijpleidingen worden uitgebreid tot het transport via pijpleidingen van zuurstof in vloeibare toestand, B.S., 14 mei 1969. 5. Koninklijk Besluit van 11 maart 1966 waarin de veiligheidsmaatregelen worden bepaald die moeten genomen worden bij de oprichting en de exploitatie van installaties voor het transport van gas via pijpleidingen, B.S., 16 maart 1966.
Wetgeving Federale wetgeving: het aspect „erfdienstbaarheid„
Federale wetgeving: informatieplicht en verbodsbepalingen: - KB van 28 maart 1974 - KB van 21 september 1988 - KB van 24 januari 1991
Federale wetgeving: vergunnings - en toelatingsplicht Seveso-II richtlijn
Wetgeving Gewestelijke regelgeving: - Waals Gewest:
Artikel 287 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest: De ordonnantie van 5 maart 1998 betreffende de coördinatie en de organisatie van de werken op de openbare weg in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Vlaams Gewest: Het Besluit van de Vlaamse Regering van 4 november 1997 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvraag om een bouwvergunning bevat een aantal bepalingen die de aanvrager verplichten de bestaande leidingen in te tekenen op zijn bouwaanvraag.
Opleiding: Bestrijden van incidenten met ondergrondse pijpleidingen Deel 2 : Incidenten met pijpleidingen
Incidenten met pijpleidingen
Incidenten met pijpleidingen Statistische informatie oorzaken incidenten: Oorzaak van het ongeval Mechanische breuk door constructie- of materiaalfouten Bedrijfsfouten (te hoge druk of slecht functioneren apparatuur) lnwendige of uitwendige corrosie (veroudering netwerk) Natuurlijke oorzaken Activiteiten door derden (graafwerken, bouwwerken..) Overige
% ongevallen 28%
4%
16%
2% 41%
9%
Incidenten met pijpleidingen Soorten lekkages:
- Guillotinebreuk - Gat met verschillende diameters - Andere parameters:
. de aard van de gevaarlijke stof . de hoeveelheid stof die per tijdseenheid vrijkomt . de omgeving van de leiding . de soort van leiding . de druk . de temperatuur
Incidenten met pijpleidingen Mogelijke effecten van lekkages bij pijpleidingen:
- Soorten uitstroming:
- vloeistof in de leiding blijft vloeistof buiten de leiding (vb. ruwe olie)
- vloeistof in de leiding wordt gedeeltelijk gas buiten de leiding (vb.ethyleen)
- gas in de leiding blijft gas buiten de leiding (vb. aardgas)
Incidenten met pijpleidingen Mogelijke effecten van lekkages bij pijpleidingen: Categorie
Scenario
Brandbaar gas onder druk
uitstroming zonder ontsteking
- gehinderde communicatie -gehoorbeschadiging -longbeschadiging -(mogelijk drukeffecten)
uitstroming met directe ontsteking: fakkelbrand met vuurbal
-brandwonden -secundaire branden
uitstroming met vertraagde ontsteking: gaswolk, gasbrand en fakkelbrand
-brandwonden -secundaire branden -longbeschadiging -(mogelijk drukeffecten)
uitstroming zonder ontsteking
-bevriezing -(mogelijk drukeffecten)
uitstroming met directe ontsteking: fakkelbrand met vuurbal
-brandwonden -secundaire branden
uitstroming met vertraagde ontsteking: plasbrand, gaswolk, gaswolkontbranding
-brandwonden -secundaire branden -longbeschadiging - (mogelijke drukaffecten)
Brandbaar tot vloeistof verdicht gas
Effecten/Schadebeeld
Categorie
Scenario
Effecten/Schadebeeld
Brandbare vloeistof
plasvorming
-verzakking grond -verontreiniging van bodem en oppervlaktewater
damp/gaswolk ontbra nd ing, gevolgd door plasbrand
-brandwonden -secundaire branden -longbeschadiging -mogelijk drukbelastinq
lnert gas
vorming inerte gaswolk
-verstikking -verminderde zuurstofopname -stoppen van verbrandingsmotoren mogelijk
Toxisch gas
vorming toxische gaswolk
-vergiftiging -bijtend
Toxische vloeistof
uitstroming met verdamping
-vergiftiging -bijtend -milieuverontreiniging
Zuurstof
vorming gaswolk
-stimulans spontane ontbranding
Incidenten met pijpleidingen Het voorkomen van pijpleidingincidenten: - Preventie door de overheid:
* wetgevende initiatieven * de communicatie en richtlijnen naar de hulpdiensten
- Wetgevende initiatieven:
* zie hoofdstuk ”wetgeving”
- lnformatíe naar de hulpdiensten toe: •de hulpdiensten moeten zowel de locatie als de inhoud van de pijpleidingen in hun beschermd grondgebied kennen •procedures dienen opgesteld te worden op multidisciplinair niveau •oefeningen dienen gehouden op multidisciplinair niveau •de brandweer is op de hoogte van de aanpak van incidenten met de stoffen die door de pijpleidingen lopen •de brandweer moet beschikken over algemene actiekaarten en over specifieke actiekaarten voor iedere stof
Incidenten met pijpleidingen Preventie door de leidingbeheerders: Wettelijke voorschriften
Controles door FIuxys uitgevoerd
Minimum om de twee maanden controle van de voorbehouden zone
Patrouille per voertuig controleert om de twee weken de voorbehouden zone
Jaarlijkse controle op aanwezigheid van aardgas
Patrouille te voet controleert jaarlijks
Voor de hoofdassen: controle per helikopter om de twee maanden + controle ter plaatse van de belangrijkste punten om de twee maanden
FIuxys controleerde altijd al om de twee weken met helikopter.
Om de twee maanden controle van de apparatuur voor kathodische bescherming
FIuxys controleert 1 keer per maand
Jaarlijkse controle van het potentiaalverschil tussen leiding en ondergrond
Jaarlijkse controle
De hoofdleidingen worden door FIuxys dagelijks gecontroleerd vanuit de lucht
Incidenten met pijpleidingen Preventie door de aannemers:
KLIM:
Het KLIM is een website die fungeert als centraal meldpunt voor iedereen die werken wil uitvoeren in de nabijheid van hoogspanningsverbindingen en van installaties voor vervoer per pijpleiding van gasachtige producten.
KLIP:
Het AGIV (Agentschap voor Geografische informatie Vlaanderen) ontwikkelde het KLIP (Kabels en Leidingen lnformatie Portaal), dat als Vlaams initiatief aansluit bij het federaal initiatief KLIM.
Opleiding: Bestrijden van incidenten met ondergrondse pijpleidingen Deel 3 : Algemene Actiekaart
Probleemstelling
Een incident bij een pijpleiding! …. Verdere gegevens onbekend! Wat doe je, … en wat niet?
Algemene acties bruikbaar voor alle pijpleidingen!
Zone-indeling in het KB Noodplan:
KB van 16 februari 2006 1. De rode zone: deze wordt begrensd door de uitsluitingsperimeter en is uitsluitend toegankelijk voor de interveniërende hulpdiensten, deskundigen en technici, mits akkoord van de directeur CP-Ops, overeenkomstig de door hem gegeven richtlijnen; 2. De oranje zone: wordt begrensd door de isolatieperimeter waarbinnen de logistieke steun van de hulpdiensten wordt georganiseerd en is toegankelijk voor mensen die binnen die zone werken of wonen, mits akkoord van de directeur CP-Ops en naleving van de door hem gegeven richtlijnen; 3. De gele zone: wordt begrensd door de ontradingsperimeter. In deze zone wordt de toegang ontraden aan personen die er niet wonen of werken en waar de nodige maatregelen genomen worden voor een vlotte toegang van de hulpdiensten en het vlot verloop van de hulpoperaties.
Zone-indeling in de aktiekaart:
1. ZONE 1: de verboden zone wordt omschreven als de zone met een hoge kans op letaliteit, die enkel in zeer uitzonderlijke omstandigheden na gepaste risicoafweging en met de vereiste beschermende kledij mag betreden worden. 2. ZONE 2: zone die alleen mag betreden worden door de brandweer in de vereiste beschermende kledij en met inachtneming van de eigen veiligheid (= Rode zone KB - uitsluitingperimeter). 3. ZONE 3: de isolatiezone: enkel de interveniërende hulpdiensten mogen van buitenaf naar binnengaan. Wie zich binnen deze zone in een schuilplaats bevindt, mag er blijven. Personen die uit binnengelegen zones geëvacueerd werden moeten minstens tot buiten deze zone 3 gebracht worden (= Oranje zone KB - isolatieperimeter)
Zone-indeling vergelijking KB en actiekaart:
Algemene actiekaart Principe van 6 basisregels:
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Identificatie en alarmering Bepalen effectafstanden Brandweeroptreden Afkondiging fase van noodplan Beheersmaatregelen Activeren meetplan
Algemene actiekaart
1 Identificatie en alarmering
Wie meld het incident: Oproep via leidingbeheerder : direct nodige informatie Alarmering door derde: ?????????????
1 Identificatie en alarmering
Alarmering door derde: Hoe herkennen en wat te vragen? • Zijn er slachtoffers op de plek van het incident? • Omschrijf zo precies mogelijk de locatie (straat, kruispunt, huisnr...?)
• Staat er een luchtbaken of is er een paalnummer te zien? • Beschrijf nabijgelegen gebouwen. Zijn er zichtbare specifieke gevaren? • Hoe ziet het landschap eruit? Heuvelachtig of vlak? • Beschrijf zo goed mogelijk wat je ziet: plas, wolk, gas-, vloeistofuitstroom, geluid, brand...? • Zijn er werkzaamheden aan de gang? Is er zichtbare beschadiging aan een leiding? • …
1 Identificatie en alarmering
Alarmering door derde: Actie van brandweer naar leidingbeheerders toe product is gekend waarschuw de betreffende leidingbeheerder en nadien de anderen product is niet gekend of onzeker waarschuw alle leidingbeheerders
Algemene actiekaart 1 Identificatie en alarmering
Wees voorbereid! • Maak een duidelijk overzicht van de specifieke leidingen en de getransporteerde stoffen op het grondgebied • Aard van het gevaar van het gas of de vloeistof aangeven. • Per product het noodnummer van de leidingbeheerder toegevoegd
Algemene actiekaart 1 Identificatie en alarmering
Alarmering door de leidingbeheerder leidingbeheerder als eerste op de hoogte door * de druk in de leiding neemt af * een „derde‟ heeft de leidingbeheerder gewaarschuwd we beschikken dan, over gegevens zoals – UN-nummers, – druk, – diameter, – Traject …… via de leidingbeheerder
Algemene actiekaart 1 Identificatie en alarmering
Bijkomende vragen • Is er een vertegenwoordiger van de exploitant ter plaatse of op komst? • Wanneer komt hij ter plaatse en waar wordt afgesproken? • Zijn er suggesties voor het nemen van directe maatregelen?
2 Bepalen van de effectafstanden 1. Het product is gekend: GEBRUIK DE SPECIFIEKE ACTIEKAART
2. Het product is niet gekend of er is geen specifieke actiekaart BOVENWINDS BENADEREN TOT: - 500m bij mogelijk explosiegevaar - 100m bij onoverzichtelijke situatie of als het windstil is - 50m altijd minimaal !!!!
3. Brandweeroptreden
Het optreden van de brandweer beperkt zich tot het veilig stellen van de omgeving. Het onder controle brengen van de situatie kan enkel gebeuren door de leidingbeheerder.
lek beheersen leidingbeheerder ontsnapt product te beheersen brandweer
Algemene actiekaart 3. Brandweeroptreden
Vuistregels bij de interventie: • Blijf op een veilige afstand... • Organiseer de metingen. • Gebruik enkel noodzakelijke en gepaste elektrische apparatuur en laat de rest in het brandweervoertuig. • Gebruik gehoorbescherming. • Zet een gebied af voor de veiligheid in functie van het risico. • Verwijder alle mensen (ook hulpverleners) uit de onmiddellijke omgeving van het lek. • Houd iedereen zonder persoonlijke beschermingsmiddelen (ook hulpverleners) op een voldoende ruime afstand.
Draag gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen en blijf bovenwinds!
Algemene actiekaart 3. Brandweeroptreden
Algemene actiekaart 4. Afkondiging NIP
Laat de gemeentelijke fase van het noodplan afkondigen…
Algemene actiekaart 4. Afkondiging NIP De ‘disciplines’ en hun ‘hoofdtaken’
Discipline 1: Brandweer -redden -effectbestrijding -waarnemen en meten -desgevallend ontsmetten van mensen en dieren -leiding van de CP-Ops
Discipline 2: Medische hulpverleners -medische verzorging slachtoffers -verlenen van psychosociale ondersteuning -medisch adviseren m.b.t. gevolgen van de stof na overleg met de AGS -deelnemen aan overleg in de CP-Ops -opvang van door de brandweer aangebrachte slachtoffers
Algemene actiekaart 4. Afkondiging NIP De ‘disciplines’ en hun ‘hoofdtaken’ Discipline 3: Politie -ontruimen en evacueren op advies van de brandweer -afzetten bedreigd gebied -waarschuwen van de bevolking -omleiden verkeer en handhaven van de orde -identificeren van slachtoffers -begeleiden van hulpverleners en specialisten -eventueel strafrechtelijk onderzoek starten -deelnemen aan het overleg in de commandopost
Discipline 4: Logistiek -alle denkbare ondersteunende logistieke taken
Discipline 5: Informatie -coördineren van de voorlichting naar pers en bevolking toe
Algemene actiekaart 5. Beheersmaatregelen - Zowel brandweer als leidingbeheerder hebben hun specifieke -
opdrachten. Hoofdtaak brandweer is ontsnapt product beheersen en maatregelen naar omgeving nemen. Elkaar kennen en op hoogte zijn van elkaars kunnen
Na stabilisering van de situatie zullen de opruimwerkzaamheden weer de verantwoordelijkheid van de leidingbeheerder zijn.
Algemene actiekaart 6. Het meetplan activeren
Organiseer concentratiemetingen in: * de interventiezone zelf * de omgeving
Opleiding: Bestrijden van incidenten met ondergrondse pijpleidingen
Deel 4 : Aardgasleidingen in België
Definitie en samenstelling:
Aardgas is een natuurlijk product waarvan de samenstelling en de eigenschappen verschillen naargelang de vindplaats.
- Laagcalorisch:
Nederland
- Hoogcalorisch:
Noorwegen, Algerije
Definitie en samenstelling:
Belangrijkste elementen Methaan Ethaan
CH4 C 2H 6
C 3H 8 Propaan C4H10 Butaan N2 Stikstof Koolstofdioxide CO2
LaagHoogcalorisch calorisch aardgas aardgas Noors Algerijns 83,4 % 88,1 % 89,0 % 3,7 % 5,3 % 8,3 %
0,7 % 0,3 % 10,5 % 1,2 %
1,2 % 0,4 % 3,2 % 1,5 %
1,3 % 0,5 % 0,9 % -
Eigenschappen: - Aardgas is lichter dan lucht - Aardgas is niet giftig - Aardgas is nagenoeg reukloos - Aardgas is brandbaar
Eigenschappen Aardgas Eigenschappen: Kookpunt
-161 °C
Kritische temperatuur
- 82 °C
Kritische druk
46 bar
Relatieve dichtheid
0.55
Ontstekingstemperatuur
482 - 537 - 645 °C
Oplosbaarheid in water
0.01 g/100ml
Explosiegrenzen
ongeveer 3 - 5– 15 -16 %
Minimum ontstekingsenergie
0.28 mJ
gasvormig in de leiding - gasvormig bij ontsnappen uit de leiding
Afkoeling bij ontspanning: ong. 1°C per 2 bar
Risico’s verbonden aan aardgas:
-Brandwonden: ontbranding
vlamcontact en warmtestraling
-Vergiftiging: onvolledige verbranding
CO vorming
-Explosiegevaar: bij verbranding (LEL /HEL) in (deels)gesloten ruimten explosie drukstijging in vrije atmosfeer overdruk
-Verstikking: verdringing van O2 door aardgas - Verwondingen: uitstromend gas
afh. van druk en grootte van het lek
Structuur van het transport: HD 84 bar
Compressiestation
Grootverbruik
Ontvangstation
14,7bar
Drukbeperker Grootverbruik
Grootverbruik
Distributiecabine
MD
Het traject van aardgas: Vervoer van aardgas: - vanaf grensstations door ondergrondse leidingen via compressiestations grote industriële afnemers ontvangststations van distributeurs
Distributie van aardgas: - van ontvangststations naar eindafnemers (groot en klein verbruik)
druk < 14,7 bar
Opslag van aardgas: - Loenhout (ondergronds) - Zeebrugge (zeeterminal in bovengrondse tanks)
Drukverlaging: - drukreduceerinstallatie in ontvangststations ≤ 5bar - distributiecabines ≤ 1bar (particuliere woningen) - in gasteller ≤ 100mbar
Eigenschappen Aardgas Odorisatie van aardgas:
Toevoeging van mercaptanen in ontvangststations: Tetrahydrothiofeen - snelle waarneming van aardgas ongewilde ontsnappingen - niet in transport:odorisatie probleem voor sommige grootverbruikers - gasontsnapping in hoge drukleidingen is waarneembaar: afkoeling lawaai zichtbare wolkvorming
Risico‟s verbonden aan aardgas Verschillen vervoer/distributie :
Risico‟s verbonden aan aardgas Indeling drukklassen aardgas:
Risico‟s verbonden aan aardgas Regelgeving en betrokken partijen: Vóór 10 augustus 2000: - Distrigas vervoert en levert aan intercommunales - Intercommunales distribueren naar verbruikers
Na 10 augustus 2000: liberalisering van markt - eindafnemer vrije keuze leverancier - beheer van netten en handel in aardgas ≠ onderneming - netbeheerders toegang bieden aan leveringsvergunninghouders
Betrokkenen in België: - eindafnemers:huishoudelijk, KMO en industrie, elektriciteitscentrales - distributie: IGAO, IVEC, IVEKA, IVERLEK, WVEM - vervoersnetgebruikers: Distrigas, Gaz de France, Wingas, …. - vervoersnetbeheerders: Fluxys - Synergrid:federatie distributiebeheerders, transmissienetbeheerders en vervoeronderneming
Opleiding: Bestrijden van incidenten met ondergrondse pijpleidingen
Deel 5 : Specifieke actiekaart aardgas
Doel
Eenvormige procedure bij een lek/breuk in een aardgaspijpleiding Komt weinig voor geen ervaring Goede procedure!
Je wordt opgeroepen ! Breuk van een HD aardgasleiding? Waar is de BW veilig ?
Waar is de bevolking veilig? Evacueren ? Schuilen? Blussen ? Andere gevaren ?
Je moet snel antwoorden vinden! Breuk van een HD aardgasleiding? Effectafstanden brand, ontploffing, giftigheid, … en dit voor BW en bevolking!
Acties! Wie verwittigen ! Risico‟s ! Ligging!
Actiekaart Aardgas!
Uniformiteit van alle actiekaarten
Parameters voor aardgas
Doel
Een relatieve vergelijking van de effectafstanden mogelijk maken tussen verschillende producten Uniforme actiekaarten
Parameters voor aardgas Temperatuur: product in leiding: 7 - 10°C RV: relatieve vochtigheid: 60 - 70% Uitstroming: steeds in open lucht, uit een krater Weertype: er wordt rekening gehouden met weertype D, neutrale atmosfeer zonder wind→ruimste effectafstanden Ruwheid omgeving: 0.10 m – 0.30 m = landelijk gebied belang verspreiding van het gas en opmenging in verticale richting
Parameters Ruwheid pijpleiding: standaardwaarde voor staal. Elementen zoals bochten, … niet in rekening gebracht. Lengte leiding en plaats lek: Langste leidingsecties zonder in acht name van het sluiten van afsluiters. 30 km Uitstroomdebiet: Het uitstroomdebiet verandert snel in de tijd! Neem de uitstroomdebieten na 30 s en na 300 s na het optreden van het lek. Geen relevante invloeden te verwachten van het dichtsturen van de afsluiters. Effectenduur: Effecten berekend rekening houdend met max. blootstelling van 15min.
Parameters Brandscenario Ontsteking: De ontsteking wordt onmiddellijk verondersteld, zodat een jetfire (fakkelbrand) ontstaat. Gaswolk Ontsteking op een uitgesteld tijdstip zodanig dat dit aanleiding geeft tot de grootste effectafstanden voor overdruk. Vroeger of later tijdstip : kleinere effectafstand Fakkelbrand: Voor een fakkelbrand wordt uitgegaan van een verticale uitstroming uit een krater (ondergrondse leidingen)
Parameters
Grootte opening: een Guillotine breuk of
een 10% diameter opening
Informatie Risico’s: - hitte - verstikking - bevriezing
- lawaai - scherfwerking - drukeffecten
Product aardgas: -
gasvormig in en uit de leiding UN Nr. 1971 Cas Nr. 74-82-8 Gevi 23 Explosiegrenzen 5-15% Explosiemeter: min. IIC T1 Min. ontstekingsenergie: 0,28mJ Effect bij explosie: jetfire Afkoeling bij ontsnapping: 1°C per 2bar Ophoping in lagere delen: zeer uitzonderlijk Waarneming: kleine lek=kleurloos grote lek=witte wolk - Waarneming: geurloos (bij grote hoeveelheden onzuiverheden ruikbaar)
Informatie Product aardgas: - diameters: mogelijke diameters van de leidingen - afsluitposten: overzicht van de afstanden tussen de afsluiters en de afsluittijden - traject: beschrijving van het leidingtraject binnen het beschermd gebied - bedrijven: lijst van de aangesloten bedrijven
* Ondergronds: waarschuwingslint
Product aardgas: * Bovengronds: - leiding gemarkeerd door oranje merkpalen - op iedere merkpaal telefoon Fluxis: 0800-90102 - luchtbakens met uniek nummer=exacte positie
Opbouw van de actiekaart Kaart opbouw→volgens mogelijke effecten bij lek Doel van de kaart→snel veiligheidsafstanden bepalen Effectafstanden: Stralingseffecten bij brand Wolkvorming van het gas Drukeffecten Geluidsoverlast ZONES IN METER
-
DIAMETERS IN MILLIMETER
AFSTANDEN TE METEN VANAF LEK OF BREUK
Wat je ziet – klein lek: bruine of verdorde vegetatie rond een pijpleiding een wolk of mist rond de pijpleiding opstijgend vuil bellen uit een gracht, meer of een rivier vlammen ijsvorming rond de pijpleiding dode insecten Wat je ziet – groot lek: witte opstijgende wolk
Foto’s genomen van op ong. 9 km met ong. 1 min
interval 9:01 AM 9:00 AM
Foto genomen op
ongeveer 15 km van Ghislenghien
mogelijk incident met gas
Wat je ruikt: niets of een specifieke geur Wat je hoort: een sissend tot rommelend geluid
Hoogte max. 450m Hoogte gem. 250m
Directe maatregelen 1. Alarmeer volgens procedure 2. Schaal op bij twijfel over de in te zetten middelen 3. Verwittig:
-
Fluxys: 0800-90102 HC 100 en AGS 100/112 Politie: 101 de rechtstreeks aangesloten bedrijven
4. Geef de juiste locatie door en informatie (merkpaal, adres, … ) 5. Grote lek→afkondigen NIP 6. Pas procedures toe→ongevallen gevaarlijke stoffen
Zones
Zones ZONE 1: de verboden zone wordt omschreven als de zone met een hoge kans op letaliteit, die enkel in zeer uitzonderlijke omstandigheden na gepaste risicoafweging en met de vereiste beschermende kledij mag betreden worden. ZONE 2: zone die alleen mag betreden worden door de brandweer in de vereiste beschermende kledij en met inachtneming van de eigen veiligheid (= Rode zone KB). ZONE 3: de isolatiezone: enkel de interveniërende hulpdiensten mogen van buitenaf naar binnengaan. Wie binnen deze zone is mag er blijven. Personen die uit binnengelegen zones geëvacueerd werden moeten minstens tot buiten deze zone gebracht worden (= Oranje zone KB)
Interpretatie van de zones
A) zone 1 Doel: Bepaling verboden zone! Brand: 10 kW/m² na 300 s HBD : (House Burning Distance), (komt overeen de integratie over totaaltijd van de straling die een beschermende structuur in brand kan steken.) (warmtestralingintensiteit vanaf 15 à 20 kW/m²)
Geen brand: 10 kW/m² na 30 s
Interpretatie van de zones B) zone 2
Doel : Bescherming brandweer! Brand: 3 kW/m² na 300 s Geen brand: 3 kW/m² na 30 s
C) zone 3 Doel : bescherming bevolking 1 – 1.5 – 2.5 kW/m²
Effectafstanden - Straling
Effectafstanden - Straling
Acties - algemeen
Acties Acties
Blijf bovenwinds Voer explosiegevaar- en zuurstofmetingen uit met adembeschermingen volledige interventiekledij, en activeer indien mogelijk het meetplan. Specifieke acties voor aardgas Ontstekingsbronnen indien mogelijk verwijderen Laat bij aankomst alle elektrische apparatuur achter in de auto. In geval het gas brandt: niet blussen. Nevenbranden buiten de zone 1 (met inachtneming van eigen veiligheid) blussen. Bescherming bieden aan aangestraalde structuren met nevelstralen.
Acties - ontsteking
Acties - ontsteking Ontsteking van het gas (fakkelbrand)! Ga nooit in Zone 1! Ga, indien strikt noodzakelijk, enkel in de zone 2 met interventiekledij, adembescherming en hittewerende kledij voor specifieke actie zoals - reddingen met inachtneming van eigen veiligheid en met minimale personeelssterkte! - acties teneinde het ontsnapt product te beheersen (o.a. hulp bij dichtdraaien afsluiter–brandweer doet dit nooit zelf!) Uitgestelde evacuatie = personen die zich binnen zone 2 bevinden en beschermd zijn door een gebouw worden binnen gehouden (De evacuatie wordt uitgesteld totdat de stralingsintensiteit beduidend gedaald is!)
Acties – Nog geen ontsteking
Acties – Nog geen ontsteking Nog geen ontsteking van het gas ! Ga nooit in zone 1 tenzij met interventiekledij, adembescherming en eventueel hittewerende kledij om - preventieve evacuaties en - acties teneinde het ontsnapt product te beheersen (o.a. hulp bij dichtdraaien afsluiter–brandweer doet dit nooit zelf!) Preventieve evacuaties = evacuatie van alle personen binnen de HBD en van de niet door gebouwen en structuren beschermde personen in zone 2, met inachtneming van eigen veiligheid en met minimale personeelssterkte. Uitgestelde evacuatie = personen die zich binnen zone 2, maar buiten de HBD, bevinden en beschermd zijn door een gebouw worden binnen gehouden (De evacuatie wordt uitgesteld totdat de stralingsintensiteit beduidend gedaald is!)
30 30
50
60
100
90
100
Andere effecten - Geluid
Een sterk geluid vergezelde het gaslek in de hoge druk pijpleiding!
f
Zone 3
in mm
90 dbA
100
75
600
150
200
75
700
150
300
75
800
250
400
150
900
250
500
150
1000
250
1200
250
Pijpleiding diameter in mm
Het geluid overtrof de pijngrens!
Zone 3 90 dbA
Andere effecten
Andere effecten
- Bij gasontsnapping: De ontstekingsgrens ligt ruim binnen de gevarengrenzen bij brand. - Drukeffecten:
Liggen binnen de gevarengrenzen bij brand.
Meten is weten
Organizeer “asap” metingen
In veilige condities!
Het is beter om niets te meten dan niet te meten!
Druk
f in mm
Zone 1
Zone 2
Zone 3
Straal in m 1 bar overdruk
Straal in m 0.1 bar overdruk
Straal in m 0.02 bar overdruk
Opening
Guillotine
10%
Guillotine
10%
Guillotine
10%
breuk
diameter
breuk
diameter
breuk
diameter
100
2
3
20
200
2
10
100
300
2
10
100
400
2
10
100
500
4
20
185
600
4
700
4
800
4
20
185
900
4
20
185
1000
4
20
185
1200
5
22
210
Niet relevant
20
20
Niet relevant
185
185
Niet relevant
Druk
Druk in bar
Schade Mens
0.01 0.02
Materieel Incidentele ruitbreuk
Tijdelijke gehoorschade
0.03
Ruitbreuk (kans op dodelijke scherfwerking)
0.05 - 0.1
Vernieling daken en puien
0.1 - 0.2
Omvallen
0.2 0.3
Vernieling bakstenen muren Atmosferische opslagtanks beschadigd
Scheuren trommelvlies
Apparatuur beschadigd
0.4
Vernieling betonmuur (20 cm)
0.5
Omvallen volle ketelwagon
1.0
Longschade
2.0
Dood
Verwittiging
Verwittiging Verwittig Alarmeer de ploegen en de officieren volgens de lokale procedure. Schaal op bij twijfel inzake in te zetten middelen
Fluxys 0800 90102 HC 100 en AGS 100 / 112 Politie 101 Geef de juiste locatie door: Merkpaal, adres .... Groot lek aan hoge/middendrukleiding : Kondig het Nood- en InterventiePlan af (gemeentelijke niveau)!
Procedure ongevallen gevaarlijke stoffen toepassen! Verwittig buurbedrijven of rechtstreeks aangesloten bedrijven.
Stofinformatie
Stofinformatie Informatie Gas Mogelijke Risico’s Hitte Drukeffecten: Enkel significant in besloten ruimten of op korte afstanden Scherfwerking Lawaai Verstikking Bevriezing Product : Aardgas gasvormig in de leiding - gasvormig bij ontsnappen uit de leiding UN nr. 1971 Casnr. 74-82-8 Gevi 23 explosiegrenzen 5-15 vol%- explosiemeter type IIC T1 - minimum ontstekingsenergie 0.28 mJ zal fakkelbrand geven. geelrood gekleurde vlam met roetvorming afkoeling bij ontspanning: ong. 1°C per 2 bar drukdaling - ophopen in lagere delen uitzonderlijk mogelijk bij nevelig, koud en rustig weer. Waarnemingen kleurloos bij klein lek - witte opstijgende wolk bij groot lek geurloos - bij midden- en hoge druk zijn geen geurstoffen toegevoegd onzuiverheden kunnen geroken worden bij hoge concentraties
Korpsspecifieke info
Korpsspecifieke info In te vullen door het korps (voorbeeld Geel) Druk:
66 bar
Diameter:
150 mm Westelijke deel naast E313 tot aan aftakking Ineos 300 mm Oostelijke deel naast E313 vanaf aftakking Ineos 300 mm nabij Bosheide
Afsluitpost:
variabele afstanden, sluit op 60 s, afstandsbediend te sluiten
Aangesloten bedrijven: TFC, Janssen Pharmaceutica en Alcatel op het westelijke deel - 150 mm Exxon en Ineos op het oostelijke deel - 300 mm
Luchtbaken en merkpaal:
Traject en cartografie: Noordelijk van de E 313 Deze leiding loopt op vele plaatsen langs de andere kant van de straat (kant Geel) ten opzichte van de andere leidingen naast de E313! Als ze langs dezelfde kant loopt ligt ze kortst bij de weg! 100 m ten noorden van noordelijkste deel van Bosheide
Andere informatie : Geen
Andere informatie
Afsluitposten: Afstanden tussen afsluiters max 30 km Sluittijd 60 s, 120 s, 240 s … Automatisch Afstandsbediend Manueel