0 Oplegger bij notitie Samen werkt beter 2016 Betreft: verwerking opmerkingen van de raad Door de raad zijn de volgende kwesties aangekaart: 1. De door de huisartsen geschetste problematiek t.a.v. spoedzorg: in noot 7 is het e.e.a. nader weergegeven. 2. Analyse / nulmeting bijstandsgerechtigden: Bijlage toegevoegd 3. Plan van aanpak intensivering reïntegratie en maatschappelijke participatie: Plan van Aanpak gaat ter informatie naar de raad van februari. Dan is ook Plan van Aanpak van Projectleider Participatie en Burgerkracht (P&BK) beschikbaar. 4. Experimenten bijstand: Alinea toegevoegd op pagina 6. 5. Opzet participatiegesprekken: Volgt in Plan van Aanpak projectleider P&BK. Daarin zal ook te vinden zijn hoe de afstemming plaatsvindt met de processen ontwikkeling dorpsvisies en herindeling. Zie paragraaf 5. 6. Passend onderwijs en V.O.: Passage op pagina 3 is aangepast. Er zijn inmiddels concrete afspraken met een coördinerend leerplichtambtenaar V.O. en de coördinator Zorg voor Jeugd gemaakt. 7. Zorgen over de balans tussen werkdruk bij De Deel en innovaties ontwikkelen: De opdracht aan de projectleider P&BK impliceert tevens innovatie zorgaanbod. Uit de financiële bijlage blijkt in welke mate de werkdruk voor 2016 is gecompenseerd. Het e.e.a. wordt tegen de zomer van 2016 geëvalueerd en tot die tijd intern regelmatig geagendeerd en gevolgd. 8. Aanpassen privacy-protocol en toetsen advies RIGG: Advies is nog niet binnen. Protocol is als bijlage toegevoegd. Verder hebben op diverse plekken redactionele aanpassingen plaatsgevonden. Naar aanleiding van het commentaar van de cliëntenraad is een passage toegevoegd over de kanskaart (p. 8)
1
SAMEN WERKT BETER 2016 12 januari 2016
1
1. Inleiding Op 29 oktober 2014 stelde uw raad het beleids- en uitvoeringsplan “Samen werkt beter” vast. Met dat plan werd het kader geschetst op basis waarvan in de gemeente Ten Boer voor het bieden van hulp en ondersteuning de eigen kracht van inwoners als uitgangspunt wordt genomen. Met deze notitie bieden wij uw raad een terugblik en een doorkijk naar de verdere implementatie van het beleid. Het uitgangspunt van eigen kracht hanteren we niet alleen bij hulpvragen, maar in brede zin – door het vrijwilligerswerk te stimuleren, mantelzorgers te ondersteunen, door leefbaarheidsprojecten te honoreren enz. Uw raad heeft in september 2015 de keuze gemaakt om met een projectleider participatie en burgerkracht deze benadering te versterken. In de nota Samen werkt Beter staat het als volgt omschreven. De uitgangspunten voor de vernieuwing van het sociaal domein liggen in het verlengde van het beleidsplan Sociaal Domein 2012-2015 en het bestuursakkoord “Oog voor ontwikkeling” van het College. De ambitie uit het bestuursakkoord valt als volgt samen te vatten: Wij willen dat iedereen, ook mensen met een beperking, kan meedoen in de samenleving. Zoveel mogelijk op eigen kracht, zo nodig met ondersteuning van het sociaal netwerk. De gemeente wil garant staan voor mensen die niet in staat zijn om geheel op eigen kracht deel te nemen aan de samenleving, door deze inwoners passende individuele compensatie te bieden. In de omslag, die deze vernieuwing van het sociaal domein vereist, willen we bewerkstelligen dat in onze gemeente: Inwoners meedoen naar vermogen, ongeacht eventuele beperkingen. Talenten worden benut; De zelfredzaamheid en samenredzaamheid toenemen; De zorg normaliseert en ontmedicaliseert; Er minder kinderen zijn met een stempel/indicatie. Meer opvoedkracht bij ouders zelf en beroepsopvoeders (kinderopvang, scholen, sportverenigingen, etc).; Burgers langer zelfstandig kunnen blijven wonen; De kosten voor zorg en ondersteuning binnen het beschikbare budget blijven; De geboden ondersteuning vraaggericht is, effectief en ontkokerd. In onze veranderstrategie laten we ons samen met onze partners leiden door de volgende principes van omgaan met burgers die ondersteuning vragen: integraal (één gezin, één regisseur, één plan) en lokaal (zoveel mogelijk in eigen omgeving) Het voorkomen van problemen en vroegtijdig onderkennen van signalen Eigen kracht van burgers: wat kan men zelf, wat kan men samen met de eigen omgeving Het bieden van ondersteuning vanuit de specifieke individuele situatie van de cliënt en waar nodig een vangnet voor mensen. We houden het eenvoudig (minder coördinatie en doorverwijzingen, ruimte voor professionals)
Met de decentralisaties per 2015 zijn bovendien gemeenten zelf verantwoordelijk geworden voor de budgetten en inkoop en hebben een centrale regierol gekregen in het
2
reguleren van de samenwerking tussen hulpverleners: integraal, zoveel mogelijk aan de voorkant, preventief. Daarbij hebben we iedereen (inwoners, maatschappelijk middenveld, partners) hard nodig om er samen een succes van te maken. Gelet op de ontwikkelingen in 2015 is het niet nodig opnieuw een beleidskader vast te stellen. Dit jaar stond vooral in het teken van de transitie en het borgen van de continuïteit. De inkoopstrategie voor jeugd en wmo/awbz is gericht op de jaren 2016 en 2017. Die strategie moet onder meer leiden tot meer regelmogelijkheden voor de dienstverlening op lokaal niveau. Daarnaast heeft uw raad in beginsel richting gegeven aan het herindelingsproces, waarmee een aanmerkelijke kans bestaat dat een nieuw beleidskader voor 2018 en volgende jaren in goed overleg met de fusiegemeente tot stand zal moeten komen. Uiteraard komt ons college bij uw raad terug als er aanpassingen nodig zijn in het door u vastgestelde beleid, zoals b.v. de ouderbijdrage in de jeugdhulpverlening 1.
2. Terugblik 2015 In onze voortgangsbrieven over de vernieuwing van het sociaal domein van 25 februari en 15 september hebben wij u uitgebreid geïnformeerd over de ontwikkelingen. Dit jaar werd in hoofdzaak bepaald door de volgende thema’s. Transitiedruk. Als gevolg van de decentralisatiewetgeving, inclusief de wijzigingen in de Participatiewet, hebben we te maken met gewijzigde regelgeving en een toename van het aantal klanten. Dat stelt extra eisen aan de deskundigheid binnen De Deel en heeft de hoeveelheid werk ook doen toenemen. Daarnaast moesten diverse besluiten worden genomen, zoals de aanstelling van een Wmo-toezichthouder calamiteiten en geweld, regels m.b.t. tegemoetkomingsregelingen (HHT 2, CER 3) enzovoorts. U hebt daarvan in de voortgangsbrieven kennis kunnen nemen. Een belangrijke wijziging was de regelgeving rond de huishoudelijke hulp, die door de tijdige en persoonlijke benadering door De Deel zonder bewaarschriften kon worden gerealiseerd. Regionale samenwerking. De 23 Groninger gemeenten werken samen in de RIGG 4, die op het terrein van de Jeugdwet de inkoop (ZIN), monitoring en advies als hoofdtaken heeft. Diverse adviezen zijn uitgebracht en hebben ook tot besluitvorming geleid. Te denken valt aan het dyslexieconvenant, een analyse van de knelpunten in de organisatie van de toegang jeugd in de sociale teams, of bijvoorbeeld de zorgroutes die van toepassing zijn in het kader van het passend onderwijs. Belangrijk is verder dat de (onduidelijkheid in de) ontwikkeling van de budgetten tot de gezamenlijke besluitvorming heeft geleid dat de gemeentelijke budgetten voor PGB worden aangepast en uitwisselbaar worden met het ZIN-budget. De gemeente Groningen voert ten behoeve van de 23 gemeenten het beleid uit ten aanzien van maatschappelijke opvang en beschermd wonen. Over het meerjarenplan beschermd wonen heeft uw raad separaat een brief ontvangen.
1
Overigens heeft de staatsecretaris voorgesteld de ouderbijdrage met ingang van 1 januari 2016 af te schaffen en de gemeenten daarvoor te compenseren. 2 De tijdelijke regeling Huishoudelijke Hulp Toeslag 3 Compensatie Eigen Risico 4 Regionale Inkooporganisatie Groninger Gemeenten
3
Tot slot is van belang dat de inkoop Wmo (nieuwe taken) 2016-2017, die ook voor Ten Boer wordt gedaan door de gemeente Groningen, meer mogelijkheden bevat om te kiezen en ook kansen biedt voor nieuwe (kleinschalige) aanbieders de komende jaren. Dat geeft dus ruimte voor innovatie. Met betrekking tot de organisatie MEE (cliëntondersteuning) zijn regionale afspraken gemaakt voor inpassing van medewerkers in de sociale teams en inkrimping van de regionale organisatie zonder frictiekosten. Budgetontwikkeling en klantgegevens. Zoals uit de voortgangsbrief van september al bleek, is het niet eenvoudig om volledig zicht te krijgen op de klantgegevens jeugd (ZIN) en PGB (Jeugd en WMO). Hoewel inmiddels duidelijk is om welke PGB klanten het gaat, is er nog onduidelijkheid over de daadwerkelijke besteding van de beschikkingen. En daarmee over de uitputting van de PGB budgetten. De RIGG verwacht (t.a.v. de jeugd) in de loop van 2016 volledige gegevens te kunnen leveren. Het e.e.a. heeft tot nu toe niet geleid tot problematische situaties. Voor de begroting 2016 is echter wel rekening gehouden worden met een risicopost. Participatiewet. Uw raad heeft na vaststelling van de kadernota “Invoering van de participatiewet in de gemeente Ten Boer” diverse verordeningen vastgesteld. Ook ten aanzien van de wettelijk verlangde tegenprestatie zijn beleidsuitgangspunten geformuleerd. Uw raad heeft op 28 oktober kennis genomen van de nieuwe spelregels voor de vangnetuitkering BUIG 5 en de verwachting uitgesproken dat een impuls zal worden gegeven aan de inspanningen op het gebied van re-integratie en maatschappelijke participatie. De Deel beschikt inmiddels over een gedetailleerde analyse van het gegroeide klantenbestand. Hoe wij daarmee aan de slag gaan, wordt verderop nader uitgewerkt. Lokale samenwerking en overleg. Het overleg met partijen binnen het sociaal domein op bestuurlijk niveau krijgt vorm in het OOGO 6 met het onderwijs enerzijds en de huisartsen 7 anderzijds. Deze overleggen bieden de mogelijkheid om de randvoorwaarden voor de samenwerking tussen De Deel en de betrokken partijen te verbeteren. Op het niveau van de uitvoerende professionals zijn concrete samenwerkingsafspraken gemaakt over verwijzingen en terugkoppelingen en zorgroutes in het passend onderwijs. We intensiveren de contacten met leerplicht en de zorgcoördinator jeugd voor kinderen in het VO. Daarnaast willen we doorgaan met de netwerkconferenties zoals op 1 september jl., waarin een breed gezelschap van organisaties aanschuift, dat zich in Ten Boer bezighoudt met zorg en ondersteuning van onze inwoners. Deze netwerkconferenties zijn bedoeld om aan de hand van thema’s de voortgang in de vernieuwing van het sociaal domein te evalueren en ideeën op te doen voor het beleid. In 2016 willen we 3 netwerkconferenties organiseren. 5
Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten Op Overeenstemming Gericht Overleg 7 In de overleggen met de huisartsen is gebleken dat zij zich zorgen maken over de situatie van ouderen waarvoor onvoldoende reden is hen op te nemen in een verpleeghuis, maar wel gedurende enige tijd 24-uurs zorg nodig hebben, die niet huis kan worden gegeven. Het gaat tot nu toe om incidentele gevallen, er is nog geen structureel beeld ontstaan. Er zijn in het kader van spoedzorg, indien er een (ernstig risico op) medische indicatie bestaat, mogelijkheden binnen de zorgverzekering. Spoedzorg kan ook op grond van de Wmo als maatwerkvoorziening worden verstrekt. 6
4
3. De Deel Organisatie en rol. De Deel groeit meer en meer in de rol van centrale regisseur als het om de ondersteuning van onze inwoners gaat. Uiteraard verlenen zij zelf ook basale, lichte ondersteuning. De regierol bestond al, en vraagt nu des te meer aandacht vanwege de stroom aan nieuwe klanten. In het kader van de herbeoordelingen over de volle breedte komen ook steeds meer klanten daadwerkelijk in beeld. Dit vraagt veel van de medewerkers van de Deel, in relatie tot de ontwikkeling van kennis maar ook in relatie tot werkdruk. Dit laatste speelt ook een belemmerende rol wanneer het gaat om innovatie. Daarvoor is ruimte nodig. Daarom hebben we besloten ook voor 2016 incidenteel capaciteit toe te voegen op de basisbezetting.8 De Deel kent drie vormen van afstemming op casusniveau en regie-overleg: a. Het basisteam, dat bestaat uit de dorpscoaches en een (adviserend) jeugdspecialist(wekelijks) b. Het brede basisteam, waarbij het basisteam is aangevuld met gespecialiseerd maatschappelijk werk, jeugdverpleegkundige en jeugdarts (tweewekelijks) c. Het sociaal team, dat maandelijks bij elkaar komt. Dit overleg is breed samengesteld. Hierin nemen naast het brede basisteam politie, jongerenwerk, de projectleider participatie en burgerkracht, evenals meerdere sociaal verpleegkundigen deel. Het sociaal team richt zich op preventie en signalering in brede zin. De Deel is verantwoordelijk voor de regie op klantvragen. Basale ondersteuning en begeleiding wordt gegeven door De Deel als algemene voorziening. Partijen waarmee wordt samengewerkt, zoals huisartsen en scholen, weten in toenemende mate de weg naar De Deel te vinden voor afstemming en een integrale aanpak. Indien een klant dat wenst, wordt een onafhankelijke cliëntondersteuner ingeschakeld. De Deel zorgt naast de behandeling van klantvragen ook voor de uitvoering van het mantelzorgbeleid en de organisatie van het project “Voor elkaar, met elkaar”, waarin oudere inwoners worden bezocht door getrainde vrijwilligers en een gesprek voeren over behoeften en mogelijkheden in hun situatie in brede zin. Hoe staat het met de leefbaarheid, wat hebben ze nodig en wat kunnen zij ook zelf betekenen voor anderen? Visie en breedte taakstelling. Vanaf de start heeft De Deel een brede taakstelling meegekregen, waarin naast de behandeling van cliëntvragen een rol in de versterking van de leefbaarheid en het vrijwilligerswerk in brede zin werd beschreven. Die brede taakstelling staat onder druk vanwege de transitie. Dit was mede redengevend voor de aanstelling van de projectleider participatie en burgerkracht. De visie op de brede taakstelling wordt niet losgelaten. Wel is het noodzakelijk om halverwege 2016 opnieuw te beoordelen in hoeverre de omvang van de cliëntvragen ook betekenis heeft voor de visie. Gelet op de richting die de raad heeft gegeven aan de herindeling zal aansluiting moeten worden gezocht bij de sociale teams in de gemeente Groningen, die daar WIJ-teams worden genoemd. Het is dus van belang dat een adequate beschrijving kan worden gegeven van de eigenheid die in het gebied van 8
Het gaat vooralsnog op 0,9 fte voor 2016 naast de toegevoegde capaciteit vanuit voormalig bureau Jeugdzorg. Daarnaast – zie verderop – is incidenteel 0,4 fte toegevoegd i.v.m. met de extra inspanningen re-integratie. U ziet het een en ander terug in het bijgevoegde financieel overzicht.
5
de gemeente Ten Boer moet blijven op het terrein van sociale interventies en contact met cliënten. Onderzocht wordt of het mogelijk is om de medewerkers in de tussentijd technisch onder te brengen bij de DVO met de gemeente Groningen. Privacy. De Deel werkt op basis van een privacyprotocol, dat bij deze notitie is gevoegd. Het protocol is aangepast naar aanleiding van de inbreng in de netwerkconferentie. De RIGG heeft het initiatief genomen over het onderwerp privacy een advies uit te brengen. We zullen beoordelen in hoeverre ons dit noodzaakt het protocol aan te passen.
4. Participatie en transformatie a. Participatie Projectleider participatie en burgerkracht. Uw raad heeft in september in het kader van de middelen voorliggend veld besloten ons college de ruimte te geven voor het aanstellen van een projectleider participatie en burgerkracht, die zich zal richten op de versterking van de sociale infrastructuur. Het e.e.a. moet leiden tot een grotere inzet van vrijwilligers en een betere verbinding tussen organisaties, verenigingen en ondernemers, zodat er een forse impuls wordt gegeven aan de burgerkracht in Ten Boer. Over het plan van aanpak dat de projectleider binnenkort zal voorleggen, zullen wij uw raad informeren. Reïntegratie en maatschappelijke participatie. Het aantal bijstandsgerechtigden is het afgelopen jaar aanzienlijk gestegen. De uitstroom is lager dan de instroom. (zie ook de bijlage). De economische situatie heeft hier mee te maken. In ons collegeprogramma hebben wij aangegeven dat we ons ervoor inzetten dat zoveel mogelijk mensen een betaalde baan hebben en dat mensen met een uitkering actief zijn. Uit onderzoek blijkt dat persoonlijke aandacht van re-integratie- en participatiecoaches daarin het meest effectief lijkt te zijn. We hebben op basis van een screening een goed beeld van de individuele situatie van onze klanten, daartoe is geen nader onderzoek nodig. De projectleider Participatie en Burgerkracht, die zich richt op de versterking van de sociale infrastructuur, zal een rol spelen in de verbinding tussen mogelijkheden voor bijstandsgerechtigden en de activering die door De Deel wordt uitgevoerd. Tot slot is van belang dat in het kader van de spelregels van de vangnetregeling (BUIG) is afgesproken extra inspanningen te plegen. Daarom hebben wij besloten de capaciteit van De Deel specifiek gericht op reïntegratie en maatschappelijke participatie incidenteel te vergroten. In februari 2016 wordt op basis van een activeringsplan uitvoering gegeven aan deze extra inspanning, die vooral zal bestaan uit een frequenter contact met de klanten op basis van de beschikbare extra capaciteit. Contact dat is gericht op het stimuleren, mensen kansen en een perspectief te bieden. Daarbij verdienen zij die al geruime tijd als vrijwilliger met een uitkering werkzaam zijn, ook meer waardering en aandacht. Daarnaast, mede uit een oogpunt van voorkoming van isolement, gaan we goepsbijeenkomsten organiseren voor groepen bijstandsgerechtigden, zoals bijvoorbeeld alleenstaande ouders, jongeren, nieuwkomers of mensen die ook
6
parttime inkomsten hebben. Juist om problemen en ervaringen met elkaar te delen en gemeenschappelijke belemmeringen in beeld te krijgen. Experimenten bijstand Vanuit uw raad is verzocht om aan te sluiten bij het initiatief van de gemeente Groningen en enkele andere gemeenten om onder toepassing van art. 83 van de Participatiewet te experimenteren met minder bureaucratische en effectievere vormen van bijstandsverlening. Daarbij moet het klanten eenvoudiger worden gemaakt om bijvoorbeeld als zelfstandige een onderneming te beginnen of onder bepaalde omstandigheden bijverdiensten mogelijk te maken. Wij staan positief tegenover dit initiatief en onderzoeken of het mogelijk is om als gemeente Ten Boer hierbij aan te sluiten.
b. Transformatie: Op dit moment vragen de decentralisaties vooral aandacht in het kader van de transitie: nieuwe zorgroutes, regelgeving, administratieve vraagstukken, onduidelijkheden over grenzen tussen zorgverzekering en gemeentelijke middelen enzovoorts. Het hart van de verandering de komende jaren is echter de transformatie naar een manier van werken die ondersteuning van inwoners die dat nodig hebben, meer “naar de voorkant weet te brengen”. Een werkwijze waarbij de klant in beginsel de eigen regie voert over de noodzaak en inrichting van de ondersteuning. De klant aan zet. De kanteling. Aan die kanteling wordt op verschillende niveaus gewerkt. Zo heeft de RIGG met de zorgaanbieders afspraken gemaakt die gericht zijn op een efficiëntere en meer op de voorkant gerichte werkwijze. Voorbeelden daarvan zijn het dyslexieconvenant en een meer uniforme werkwijze rond de veiligheid van jeugd op basis van de methode Signs of Safety, waarin ook de medewerkers van De Deel zijn getraind. Ook de inkoop 2016-2017 door de RIGG vraagt van zorgleveranciers om op gemeentelijk niveau tot lokale arrangementen te komen9. De inkoopstrategie bij de Wmo biedt meer mogelijkheden om op lokaal niveau nieuwe en kleinschaliger vormen van ondersteuning te ontwikkelen. Ook nieuwe zorgaanbieders immers kunnen, indien zij aan de kwaliteitseisen voldoen, worden ingeschakeld. Dit maakt lokale zorginitiatieven mogelijk, b.v. in de vorm van een Right to Challenge. Op het niveau van de samenleving zelf ligt uiteraard de grote uitdaging. Gelukkig nemen mensen zelf het initiatief en worden de mogelijkheden om dat te faciliteren of te financieren ook groter, met name als gevolg van de gewijzigde inkoopstrategie bij de Wmo. Op meerdere plaatsen in het land zie je de oprichting van zorg- of dorpscoöperaties die voor de eigen gemeenschap klussendiensten, vormen van basale zorgondersteuning e.d. opzetten. Maar ook zijn er voorbeelden van samenwerking tussen (kleinschalige) zorgaanbieders, die gezamenlijk zorgen 9
Op 29 december 2015 werden de inkoopresultaten bekend gemaakt. De inkoop-producten en de toegekende budgetten aan de zorgleveranciers bevatten een variabel deel, waarin de zorgaanbieders met de basisteams lokaal georiënteerde afspraken over kunnen maken. Het e.e.a. moet nog nader worden bestudeerd en in praktijk uitgeprobeerd.
7
voor ondersteuning van een groep klanten die normaal gesproken individuele maatwerkvoorzieningen zouden krijgen (Proeftuin Hoogkerk). Initiatieven als in Hoogkerk kunnen leiden tot substitutie van maatwerkvoorzieningen door algemene voorzieningen. We willen in de gemeente Ten Boer dergelijke initiatieven ook stimuleren en ondersteunen, of het nu gaat om burgerzorg, Right to Challenge voorstellen of samenwerking tussen en met zorgaanbieders. Sommige van de gegeven voorbeelden zullen lastig te realiseren zijn (b.v. samenwerking zorgaanbieders, gelet op het beperkte aantal gevestigd in Ten Boer); we zoeken daarom ook verbindingen buiten de gemeentegrenzen. Ten dele (bij substitutie) kan dat gefinancierd worden uit zorgmiddelen van de Wmo, ten dele willen we daartoe een stimuleringsbudget inzetten. In het financieel overzicht vindt u de omvang van het budget. Ook in de sfeer van preventie en algemene voorzieningen kunnen we meer doen. In Haren draait het project “Druk en Dwars” waarin samen met de Hanzehogeschool begeleiding wordt geboden aan ouders en leerkrachten om kinderen met een milde vorm van ADHD beter te begeleiden in de eigen omgeving van school en huis en daarmee te voorkomen dat verwijzing naar de jeugd-ggz nodig is (anders gezegd: het tegengaan van individuele “stempels” en ontmedicalisering – het gaat namelijk ook om de context waarin de betrokken jongere verkeert). De vraag naar opvoedingsondersteuningstrajecten, die preventief kunnen werken ten aanzien van verwijzingen naar zwaardere zorg, neemt toe en zullen we actief stimuleren.
c. Procesvoorstel Ons college wil het e.e.a. in samenhang tot stand brengen. Dat zal betekenen dat de projectleider participatie en burgerkracht een belangrijke rol zal moeten vervullen in de te ontwikkelen activiteiten. Daarbij spelen o.a. de volgende vragen. Speelt de projectleider een grote rol in alleen de context van Ten Boer, of worden ook over de gemeentegrenzen heen activiteiten voor het stimuleren van projecten ontplooid? Welke projecten in de gemeente Groningen of andere buurgemeenten lenen zich ervoor om uit te breiden naar Ten Boer? Het is vooralsnog niet de bedoeling met het stimuleringsbudget een subsidiebudget te creëren, waaruit aanvragen kunnen worden gedaan. Ook hier gaat het om maatwerk en zijn er allerlei vormen denkbaar. Het moet gaan om initiatieven die bijdragen aan de kanteling of bijdragen aan substitutie. Een stimuleringsbudget is bedoeld om te faciliteren, initiatieven te helpen met een start. Indien een initiatief leidt tot substitutie betekent dat dat een deel van het zorgbudget kan worden aangewend. Uw raad zal in februari 2016 nader worden geïnformeerd over het vervolg.
5. Communicatie en participatie Met deze notitie geeft ons college richting aan de verdere implementatie van de nota “Samen werkt beter” die uw raad in het najaar van 2014 heeft vastgesteld.
8
We willen daarover het gesprek aangaan met de inwoners van onze gemeente op verschillende manieren. We willen ook hun ervaringen weten. We denken daarbij aan dorpsgesprekken, straatgesprekken, bijeenkomsten waarin aan meerdere tafels het gesprek kan worden gevoerd. Ook hier gaat het om wat onze inwoners zelf vinden en moet het gaan om interactiviteit. We zoeken naar vernieuwende vormen. Ook voor dit proces is afstemming nodig met het Plan van aanpak van de projectleider P&B en de gesprekken die gevoerd zullen worden in het kader van de leefbaarheids- en dorpsvisies en de herindeling. In deze notitie zijn de opvattingen van de wmo-raad en cliëntenraad verwerkt. De cliëntenraad heeft ook verzocht om invoering van de zogenaamde kanskaart, die uitkeringsgerechtigden actief wijst op de mogelijkheid om van bepaalde regelingen gebruik te maken. We staan hier positief tegenover en zullen dat mogelijk maken in Ten Boer.
6. Monitoring Monitoring moet er toe leiden dat we meer grip krijgen op de vraag of we de maatschappelijke doelen van het beleid halen. Uiteraard verantwoordt ons college zich voor uw raad door middel van voortgangsbrieven. Daarnaast wordt in aansluiting bij de gemeente Groningen op een tweetal terreinen onderzocht hoe de monitoring meer systematisch kan worden vorm gegeven. In de eerste plaats door middel van de MKBA (maatschappelijke kosten baten analyse). Doel hiervan is om meer inzicht te krijgen in de kosten en baten van de integrale aanpak. Voor de resultaten op klant niveau wordt onder meer gebruik gemaakt van de informatie die voortvloeit uit het systematische gebruik van de zelfredzaamheidsmatrix. Geaggregeerde informatie hierover biedt immers inzicht in de mate waarin de zelfredzaamheid toe- of afneemt. Ten tweede door de Gemeentelijke monitor sociaal domein. Deze monitor is samen met gemeenten ontwikkeld en biedt integraal inzicht in de effecten van het beleid in het sociaal domein, afgezet tegen prestaties van andere gemeenten.
7. Bijlagen a. Financieel overzicht. b. Privacyprotocol c. 3e kwartaalrappportage wmo en jeugd. d. Klantgegevens WWB en nulmeting activeringsplan reintegratie en maatschappelijke participatie