FACTSHEET EXTRAMURALISEREN ZZP’S GGZ “Opheffen helft zorgzwaartepakketten GGZ ramp voor patiënten en wijken.” In het Lenteakkoord schrappen de vijf politieke partijen drie van de zes zorgzwaartepakketten (ZZP) voor psychiatrische patiënten en verstandelijk gehandicapten. Dat houdt in dat mensen, die vanwege hun ziekte of handicap niet zelfstandig kunnen wonen, na afloop van een jaar opname naar huis moeten en geen mogelijkheid hebben tot opname in een beschermde woonvorm. Nieuwe cliënten krijgen alleen nog ambulante hulp en moeten zelfstandig gaan wonen zonder 24-uurs toezicht en bescherming. In 2013 gaat het naar verwachting om ongeveer 4800 mensen. GGZ Nederland, de Federatie Opvang en de RIBW Alliantie vinden het onverantwoord om deze maatregel op deze manier in te voeren. Zij willen het 24-uurs toezicht in een beschermde woonvorm handhaven voor mensen met ZZP 3 en jongeren van 18 tot en met 22 jaar. Het schrappen van ZZP 3 voor ggz cliënten vinden de branches niet alleen maatschappelijk, maar ook economisch gezien een hele slechte zaak. Deze maatregel zal leiden tot meerkosten in de curatieve ggz door meer (crisis)opname, meer kosten voor politie vanwege toename van onveiligheid in de wijken en toename van de sociale voorzieningen zoals uitkeringen en huursubsidie door gemeenten. Op het totaal van de AWBZ is de bezuiniging die via deze cliënten gerealiseerd wordt minimaal, de kosten voor de samenleving en het leed van de cliënten zijn echter maximaal. In Nederland zijn op dit moment 23.750 mensen met een zorgzwaartepakket 1, 2 of 3 vanwege een psychische stoornis. Van hen hebben 16.000 een zodanig ernstige psychische stoornis dat zij in een beschermde woonvorm wonen met 24-uurs begeleiding en toezicht (ZZP 3). Het gaat bijvoorbeeld om mensen die een behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis of verslavingskliniek hebben gehad en daarna zijn aangewezen op een beschermde omgeving die hen helpt verder te herstellen. Van het totaal van 23.750 mensen met een ZZP GGZ 1-3 maakt ook een groep jonge mensen deel uit. Het betreft jongeren van 18-22 jaar die in de jeugdzorg of een jeugd-ggz kliniek hebben verbleven en na het bereiken van hun 18e verjaardag niet zelfstandig kunnen wonen. Voor een deel betreft het ook zwerfjongeren met een psychische stoornis en slachtoffers van loverboys. Ernstig probleem voor nieuwe cliënten Voor nieuwe cliënten zal in 2013 niet de mogelijkheid bestaan om in een beschermde woonomgeving te werken aan zelfredzaamheid, weerbaarheid en op termijn begeleid zelfstandig wonen. De drie branches zien het voor deze groep somber in. Deze kwetsbare burgers zullen zich niet staande kunnen houden in de maatschappij en door (her)opnames in de curatieve ggz een leven hebben dat gedomineerd wordt
1
door hun psychische stoornis in plaats van te werken aan herstel en participatie in de maatschappij. Zij zullen bij de gemeente een bijstandsuitkering moeten aanvragen en op de wachtlijst komen voor een woning. In de sociale woningsector zijn woningen voor deze kwetsbare doelgroep immers niet of nauwelijks te krijgen. Jongeren van 18-22 jaar hebben geen recht op een bijstandsuitkering en huursubsidie. Als jongeren niet een familie hebben die hen kan opnemen en begeleiden, zijn zij aangewezen op nacht- en crisisopvang of de straat. Financiële problemen voor gemeenten – veiligheidsproblemen voor wijken Gemeenten zullen voor veel hogere kosten aan uitkeringen komen te staan. Op dit moment ontvangen veel bewoners van een beschermde woonvorm een zakgelduitkering van 300, - euro per maand. Straks wordt dat een alleenstaanden uitkering van 900 euro per maand. Ook hebben gemeenten, samen met zorginstellingen en woningcorporaties, veel nieuwe beschermde woonvormen voor psychiatrische patiënten en verslaafden in wijken gevestigd. Daarbij is met de wijkbewoners afgesproken dat 24-uurs toezicht en aanwezigheid van personeel is gegarandeerd om de veiligheid van alle betrokkenen te garanderen. Door deze maatregel kunnen gemeenten en zorginstellingen hun belofte aan wijkbewoners niet nakomen. Gemeenten krijgen ook te maken met een veel groter beroep op de sociale huisvesting indien jaarlijks duizenden mensen extra een beroep doen op zelfstandige huisvesting. Ook het beroep op huurtoeslag zal toenemen. Kosten zorgverzekeraars worden hoger Cliënten die zelfstandig moeten wonen zullen sneller en vaker psychiatrisch decompenseren, waardoor een toename aan (crisis)opnames en gedwongen opnames in de psychiatrische ziekenhuizen zich zal voordoen. Daardoor nemen de kosten in de Zorgverzekeringswet toe. Ook zullen onwenselijke langdurende opnamen in de ggz klinieken ontstaan omdat er geen passende vervolgzorg beschikbaar is in een beschermde woonvorm. In plaats van herstel en doorstroom naar begeleid wonen, zoals nu na een aantal jaren beschermd wonen het geval is, zal de stoornis steeds meer op de voorgrond komen en leiden tot draaideur opnamen en daarmee tot toenemende kosten. Extramuralisering ZZP’s 1 en 2 wel mogelijk voor cliënten van 23jr en ouder De branches ondersteunen de maatregel voor cliënten met een ZZP 1 en 2, die ouder zijn dan 23 jaar. Het extramuraliseren van deze cliënten is al staand beleid in de ggz en de maatschappelijke opvang. GGZ ZZP’s anders dan ouderenzorg en gehandicaptenzorg Cliënten in de ggz hebben vaak te maken met een onvoorspelbare en fluctuerende zorgvraag. Dit maakt dat ZZP 3 cliënten in de ggz zelf vaak onvoldoende in staat zijn zelf hulp op te roepen, vandaar ook dat 24-uurs zorg (met dag en nacht medewerker aanwezig) in een beschermende woonomgeving nodig is. Zij hebben ook vaak minder een sociaal steunsysteem, zoals familie, waar ze op terug kunnen vallen. Met de afkondiging van deze maatregel gaat de politiek er gemakshalve van uit dat de ZZP’s in verschillende sectoren vergelijkbaar zijn. Dit is echter niet het geval. De differentiatie in aantal pakketten is de ggz minder dan in de ouderenzorg en de verstandelijk gehandicapten sector. In de ggz zijn er zes pakketten in de reeks, in de ouderenzorg zijn er tien. ZZP 3 is dus niet in elke sector hetzelfde pakket qua zorgzwaarte.
2
Cijfers: Het totaal aantal mensen met een ZZP GGZ 1, 2 en 3 bedraagt volgens het Centrum Indicatiestelling Zorg 23.750. Ruim 7.000 mensen van de 23.750 wonen in beschermde woonvormen van de Regionale Instellingen voor Beschermend Wonen (RIBW). Ruim 4.000 van het totaal verblijven in beschermde woonvormen van de maatschappelijke opvang (MO). De overige cliënten wonen in geïntegreerde instellingen voor GGZ behandeling en langdurige zorg, bij particuliere zorgaanbieders, of staan op een wachtlijst. De verblijfsduur van bewoners in een RIBW of MO woonvorm is gemiddeld 3.7 jaar. Jongeren verblijven ruim 1 tot 2 jaar in een beschermde woonvorm alvorens door te stromen naar Begeleid Zelfstandig Wonen. Per jaar stromen naar schatting 4.800 nieuwe cliënten met een ZZP 1, 2 of 3 in, ruim 3.300 van hen heeft ZZP 3. Dit is de groep die naar verwachting getroffen wordt door de maatregel. In de bijlage hieronder staat een beschrijving van de cliënten met een ZZP GGZ 3 met een aantal voorbeelden van mensen die he betreft.
3
BIJLAGE Beschrijving cliënten met een ZZP 3 Cliënten met ZZP 3 hebben een indicatie voor zorg en begeleiding in een intramurale setting. Zij hebben vanwege hun wisselende psychiatrische problematiek een veilige, weinig eisende en prikkelarme verblijfsomgeving nodig die bescherming, stabiliteit en structuur biedt. Met intensieve begeleiding die 24 x 7 uur beschikbaar is kunnen zij werken aan hun herstel: het realiseren van wensen en doelen, het aangaan van sociale contacten en het vullen van de dag zodat de dag de dag blijft en de nacht de nacht. Veel cliënten komen in een beschermde woonvoorziening (BW) vanuit een psychiatrische behandelkliniek. Tijdens hun verblijf in de BW, dat gemiddeld 3.7 jaar duurt, herstellen ze en ontwikkelen ze zich vaak zodanig dat uitstroom naar een ambulante begeleiding mogelijk is. Dat werkt alleen wanneer de ambulante begeleiding continuïteit kan waarborgen en kan op- en afschalen al naar gelang de ernst van de psychiatrische aandoening. Niet iedereen komt zo ver, een deel van de cliënten blijft de beschermde woonomgeving nodig hebben om hun evenwicht te bewaren. Voorbeelden van cliënten met ZZP3 in de dagelijkse praktijk Een 23 jarige man, geboren in Afghanistan die op zijn 10e jaar in Nederland is aangekomen. Enig kind, was bezig met een opleiding aan de Hogeschool maar deze werd afgebroken. Gezin van herkomst is bekend met geweld en drankmisbruik van vader, gevolgd door een echtscheiding van de ouders. In 2005 verdwijnt zijn moeder plotseling. Belangrijkste problematiek: stemmingswisselingen, inslaapstoornis, veelvuldig piekeren, verminderde eetlust, passiviteit en drugsgebruik (cannabis). Daarnaast vertoonde cliënt agressief gedrag, vooral richting politie, wat leidde tot een rechtszaak. Cliënt maakt een geagiteerde indruk, is emotioneel labiel, heeft moeite om gedachten te ordenen en is niet in staat zonder hulp van derden noodzakelijke stappen te zetten (financiën en opleiding). Klachten passen bij een depressieve stemmingsstoornis en bij een impulsregulatie-stoornis NAO. Verder is er sprake van middelengebruik als zelfmedicatie. Belangrijkste stressoren: onduidelijkheid over het verdwijnen van zijn moeder, vertrek van zijn vader met als gevolg gemis van een ouderlijk systeem, financiële problemen (schulden). Cliënt is regelmatig (klinisch en ambulant) onder behandeling bij de GGZ en de verslavingszorg. Plaatsing in Begeleid Zelfstandig Wonen mislukte, Beschermd Wonen slaat goed aan o.a. door de continue aanwezigheid/beschikbaarheid van de begeleiding en de dagelijkse vaste structuur. Hij woont in een woonvorm voor jongeren met gelijkgestemden.
Een 42 jarige man met de diagnose schizofrenie, van het paranoïde type. Vanaf 1997 zijn er symptomen Dit uit zich in het dagelijks horen van dubbelzinnigheden (stemmen). Hij heeft daardoor last van spanningen en angst. De cliënt is de jongste van zeven kinderen. Hij komt uit een religieus, betrokken gezin. Hij is afgestudeerd aan de TU. In 1998 is hij voor het eerst gedwongen opgenomen vanwege een paranoïde psychose. Hierna volgt een lange geschiedenis met opnames in de behandelpsychiatrie waaronder een opname van 1999 tot 2009. Reden hiervoor was een zeer moeizame behandeling door een agressieve, dreigende houding en
4
zelfverwaarlozing. Er is sprake van impulsieve woede waardoor hij veel gesepareerd is geweest. Hij betrok zijn familie in complotgedachten en weigerde medicatie. Hij woont sinds 2010 in een beschermde woonvorm. Deze biedt hem een veilige, weinig eisende en prikkelarme omgeving die stabiliteit, bescherming en structuur geeft. Er wordt intensieve begeleiding geboden waardoor hij zo optimaal mogelijk kan functioneren. (in een woonwijk, buiten de muren van een APZ). Hij is inmiddels goed ingesteld op medicatie. Een medewerker herinnert hem hier dagelijks aan. Hij heeft door de hoeveelheid medicatie die hij gebruikt forse opstartproblemen in de ochtend. Hierin heeft hij begeleiding nodig (wekken, activeren om uit bed te komen, stimulans tot zelfzorg etc.). Hij ervaart de bijwerkingen van de medicatie als zeer hinderlijk, echter afbouw is niet mogelijk gezien zijn schizofrenie. Het dagelijks horen van stemmen blijft aanwezig. Dhr. kan hier over het algemeen weerstand tegen bieden. Echter bij spanning lukt hem dit niet meer. Hij verliest dan de controle over zijn emoties, dit uit zich in schreeuwen, agressie naar materiaal en zijn omgeving. Dhr. komt dan zeer bedreigend over op medecliënten en begeleiding. Hij heeft dan continue aanwezigheid van begeleiding nodig.
Jongen R. , 20jr verblijvend in beschermde woonvorm voor zwerfjongeren R komt uit een gezin met ouders die beiden verslaafd zijn aan harddrugs. R heeft nog twee jongere broers en een jongere zus. Hij heeft een OTS sinds zijn geboorte en is direct uit huis geplaatst. Daarna heeft hij in een scala van tehuizen, opvangvoorzieningen en pleeggezinnen gezeten (ongeveer 15 plaatsingen). Maximale duur van plaatsing ongeveer 9 maanden. In latere fasen van zijn leven is geprobeerd of hij thuis kon wonen. Thuisplaatsingen liepen spaak vanwege lichamelijke en emotionele verwaarlozing en ouders zijn op verschillende data voor alle kinderen achtereenvolgens ontzet uit het ouderlijk gezag. R is ook ambulant behandeld. Plaatsingen duurden dikwijls niet lang, er waren altijd redenen waarom hij weer weg moest (omstandigheden maar ook zijn eigen gedrag). Het vermoeden bestaat dat hij seksueel misbruikt is. Na aflopen OTS vanwege bereiken 18-jarige leeftijd is jeugdzorg gestopt. Na mislukte opname in een begeleid wonen voorziening is hij in het Wegloophuis psychiatrie terechtgekomen. Moeder van R is in november 2005 overleden aan een hartinfarct. R had een betrekkelijk goede band met haar. Toen zij overleed verbleef hij in het Wegloophuis in Utrecht. Met zijn vader wil R geen contact meer. R is boos op hem omdat hij nooit echte interesse heeft getoond in R en zijn broers en zus. R is incontinent voor ontlasting. Dit geeft in de sociale omgang met anderen mensen problemen. Hij is wel behandeld maar zonder blijvend effect. R geeft zelf aan dat hij zijn dag- en nacht ritme wil normaliseren. R heeft veel moeite met zijn persoonlijke hygiëne. Er wordt erop toegezien dat hij zich dagelijks doucht, zijn tanden poetst en schone kleren aan trekt. Zijn garderobe zal daartoe moeten worden uitgebreid. R heeft diverse psychiatrische onderzoeken ondergaan, ook op last van de Kinderrechter. R is aangewezen op een beschermde woonvorm om verdere verwaarlozing te voorkomen en te leren zichzelf te verzorgen.
5
Jongen M van 29 jaar oud. Heeft al diverse omzwervingen gemaakt in zijn jonge leven, stabiliteit heeft hij niet echt gehad. Op zijn 17e levensjaar moest Michael het huis uit van zijn moeder, omdat zij de situatie niet meer aankon. M heeft de diagnose schizo affectieve stoornis. Tevens heeft hij flinke verslavingsproblematiek en heeft hij een verstandelijke beperking (TIQ 55). Dit zorgt ervoor dat hij niet in staat is om zelfstandig te wonen. Er zal bij M altijd controle moeten zijn op inname van zijn medicatie. Hij is hier zelf niet trouw mee. Als M zijn medicatie niet neemt loopt hij kans om weer een psychose te krijgen. M heeft alleen korte termijn inzicht. Mede door zijn verstandelijke beperking en verslaving werkt dit in de hand dat M niet met geld kan omgaan. Hij heeft grote schulden en blijft schulden maken. M heeft geen inzicht op de langere termijn. Sowieso niet in zijn geldproblemen, maar ook zijn verslaving blijft zeer op de voorgrond staan. M is erg beïnvloedbaar en komt daardoor dikwijls in de problemen. M wordt vaak bedreigd, ‘leent’ geld van mensen, maar betaalt dit niet terug. Hij leent zijn pinpas uit en krijgt deze niet terug met alle gevolgen van dien. M heeft moeite met het uiten van zijn emoties. Hij kropt dingen op en vindt onder andere een uitlaadklep door te blowen en drugs te gebruiken. Het is belangrijk voor M dat hij gesprekken met begeleiding heeft over zijn leven en gedrag en erg belangrijk in deze is te blijven trachten reguleren van drugsinname. Tevens blijft begeleiding belangrijk voor hem ter voorkoming van fysieke agressie. M is een jongen met een tripple diagnose. Het zal voor hem niet mogelijk zijn om zelfstandig te wonen. Er zal altijd begeleiding nodig zijn, temeer omdat hij een TIQ heeft van 55 m.a.w. hij functioneert op veel levensgebieden op een laag niveau en zal hier altijd hulp (is ook veel herhaling, want bij mensen met een TIQ van 55 beklijven veel zaken niet) bij nodig hebben. Cliënte is een vrouw van 30 jaar, ze woont sinds begin 2011 in een BW. Daarvoor heeft ze in verschillende opvangcentra gewoond en is ze verschillende keren in een (forensische) psychiatrische kliniek opgenomen. Bij cliënte is er sprake van een uitgestelde psychotische stoornis en een persoonlijkheidsstoornis. Haar psychische gesteldheid gaat achteruit wanneer er sprake is van meer druk en stress. Ze is moeilijk te begeleiden of te bereiken aangezien ze door haar persoonlijkheidsstoornis erg koppig en star is en op druk kan reageren met achterdocht en agressie. Mevrouw werkt niet, doet verschillende thuisstudies en dit vind ze voldoende, ze is niet te motiveren tot een dagbesteding. Mevrouw heeft veel schulden bij verschillende instanties. Ze heeft geen inzicht in haar financiën en ook weinig tot geen zelfinzicht. Mevrouw ziet niet in dat ze schulden moet afbetalen en het niet verstandig is om geld op te maken terwijl ze het niet heeft. Kortom, beschermd wonen is van belang om mevrouw niet in verdere problemen te laten komen. Als ze zelfstandig zou wonen, zullen haar problemen toenemen zoals: initiatief nemen en motivatie, keuzes maken, situaties overzien, begrijpen en begrepen worden. Achterdocht zal leiden tot een verstoord denkpatroon. Ook is er een grote kans dat er problemen ontstaan in het omgaan en inzien van haar psychische beperkingen. omgaan met gevoelens en emoties, eigen gedrag beheersen (agressie komt tot uiting). Door haar problemen niet te bespreken en op te lossen neemt de stress toe en wordt communiceren met haar moeilijk.
6
omgaan met afspraken, administratie en geldbeheer, daginvulling en uitvoeren van taken. Door haar gebrek aan initiatief, verstoorde besluitvorming en verstoorde zelfwaardering zal ze vereenzamen. Vinden van een evenwicht tussen rust en activiteit lukt haar niet. Mede hierdoor zal ze weerstand ontwikkelen tegen de behandeling en bemoeizorg.
7