CONCEPT Sociaal Jaarverslag 2009 SKB De Veenplas
Opgesteld: februari 2010 Vastgesteld: maart 2010
Inhoudsopgave:
1.
Inleiding
blz. 3
2.
Landelijke tendensen
blz. 3
3.
Opbouw organisatie
blz. 4
4.
Belangrijke ontwikkelingen
blz. 7
5.
Overlegstructuur en medezeggenschap
blz. 8
6.
Leerlingaantallen versus formatie
blz. 10
7.
Personeelsbeleid
blz. 13
8.
Arbo-beleid
blz. 16
9.
Scholing
blz. 17
10.
Communicatie en informatie
blz. 18
11.
Ontwikkelingen in 2010
blz. 18
2
1. Inleiding Voor u ligt het sociaal jaarverslag van SKB De Veenplas. Het bestuur gebruikt de volgende onderdelen: a)
Arbeidsvoorwaarden en personeelsbeleid;
b)
Organisatiestructuur;
c)
Overlegstructuur;
d)
Gezondheid, welzijn en veiligheid;
e)
Werkgelegenheid en arbeidsparticipatie.
Deze onderwerpen komen in de verschillende paragrafen tot hun recht. Het verslag bestrijkt waar nodig het kalenderjaar omdat zo op termijn steeds meer op de begroting en jaarrekening kan worden aangesloten. De cijfermatige weergave is soms per schooljaar weergegeven. De teldatum van 1 oktober en de aanvang van het nieuwe schooljaar per augustus zijn immers de ijkpunten die ook door het ministerie worden gehanteerd. Komende jaren wordt gestreefd naar een opbouw van een volledige reeks van vergelijkbare cijfermatige gegevens voor alle onderwerpen die we aansnijden. Bij een aantal onderwerpen is de reeks al compleet, maar bij sommige onderwerpen nog niet. Voor dat laatste geldt dat vooralsnog conclusies met enige voorzichtigheid moeten worden geformuleerd.
Landelijke tendensen: Het ministerie heeft het beleid dat in 2008 is ingezet dit jaar gecontinueerd. Het komt in het kort neer op:
Het toenemende lerarentekort en de onderwaardering van het vak van leraar zijn belangrijke onderwerpen in het Nederlandse onderwijs. Deze problemen gaan iedereen aan, binnen en buiten de school. Het kabinet investeert daarom fors in het leraarschap. Leraren gaan er aanzienlijk op vooruit in beloning en loopbaanperspectief.
De inzet van de Kwaliteitsagenda ‘Scholen voor Morgen’ is het verbeteren van de taal- en rekenprestaties van alle kinderen in het primair onderwijs. De agenda is in november 2007 tot stand gekomen na gesprekken tussen staatssecretaris Dijksma en leraren, directeuren, besturen, ouders en onderwijsexperts. Alle kinderen hebben er recht op dat ze hun talenten kunnen ontwikkelen en op de basisschool een goede basis leggen voor hun latere leven 3
Leren van elkaar is ook een van de uitgangspunten van 'Scholen voor Morgen': het leren van en met collega-leraren, schoolleiders en experts.
In het verslagjaar hanteren we de geldende CAO zoals deze geldt tot 1 januari 2010.
2. Opbouw organisatie
Overeenkomsten en verschillen SKB De Veenplas is in 1998 ontstaan door de fusie van een aantal katholieke stichtingen in het Groene Hart. Onder de stichting ressorteren momenteel tien basisscholen. Destijds was de voornaamste reden om te fuseren het afdekken van risico’s in financieel en rechtspositioneel opzicht. Langzamerhand kan geconstateerd worden dat de nadruk steeds meer verlegd wordt van een oriëntatie op risico’s naar een oriëntatie op kansen. Daarbij blijft de eigenheid van de scholen een belangrijk goed. De tien scholen onderscheiden zich qua: cultuur, onderwijsvisie, grootte, locatie (gebouw) en omgeving (grootte van het dorp e.d.) van elkaar. Wat de scholen met elkaar delen is het door De Veenplas geïnitieerd gemeenschappelijk beleid op hoofdlijnen. De stichting beschikt over vier meerjaren beleidsplannen, te weten: •
Personeel en organisatie;
•
Financiën, inclusief beheer en onderhoud;
•
Communicatie en Informatie;
•
Onderwijs, Identiteit en Kwaliteit.
Alle gezamenlijke activiteiten zijn terug te leiden naar de gemeenschappelijke visie. Deze visie werd in 2009 herijkt, gewogen aan de huidige situatie en herschreven.
De visie van De Veenplas::
De Veenplas is een lerende onderwijsorganisatie, die staat voor eigentijds, kwalitatief hoogwaardig onderwijs, met als doel kinderen een stevige basis voor het verdere leven mee te geven vanuit katholieke waarden en normen.
Dit kan uit gedrukt worden in het volgende mission statement:
4
“ECHT LEREN , doe je bij De Veenplas”.
Verduidelijking van de visie: Wat is een lerende organisatie? Dat is een organisatie die in staat is om te leren, maar ook om te “leren leren”. Een organisatie die bekwaam weet te worden, maar die ook bekwaam weet te blijven. Wat zet “leren” in gang? Dat is willen veranderen. De ambitie om te komen van een huidige naar een gewenste situatie. Van wens naar werkelijkheid. Waarom willen we een lerende organisatie zijn? Het bewegen van de huidige naar de gewenste situatie, van wens naar werkelijkheid, geeft energie. Het biedt mogelijkheden tot verbetering, vernieuwing of ontwikkeling. Hoe worden we een lerende organisatie? We gaan de komende jaren verder met het implementeren van het werken met competenties. Een competentie is een combinatie van kennis, persoonlijke eigenschappen, vaardigheden en motivatie, die nodig is om een bepaalde taak uit te voeren. We hebben geleerd te werken met POP’s. Daarin werken we uit waar sterke punten en waar nog zwakke punten liggen en waar nog aan de persoonlijke competenties te werken valt en bij te scholen is.
Wat is eigentijds, hoogwaardig, kwalitatief onderwijs? Voor De Veenplas is dat onderwijs dat aansluit bij de behoefte van elk individu. Wel stelt De Veenplas als doel dat de leerkrachten er naar streven een bijdrage te willen leveren om het kind tot maximale prestaties te brengen. Dat betekent dat we het kind goed moeten volgen en dat leerkrachten moeten aansluiten bij de capaciteiten en ontwikkelvragen van het kind. Daarnaast scheppen leerkrachten ruimte om talenten te ontdekken en willen zij een bijdrage leveren om deze talenten ook tot ontplooiing te brengen. De maatschappij verandert snel en ook de techniek. Leerkrachten zullen de kinderen moeten leren omgaan met deze snelle veranderingen. Keuzes leren maken geldt hier voor bestuur, directies, leerkrachten en kinderen . Ook zal hier afstemming moeten plaatsvinden met ouders . Ons toekomstbeeld is dat van een school waar kinderen zich ontwikkelen in de richting van zelfsturing. Je kunt jezelf alleen maar sturen als je de leersituatie kunt overzien en als je de regels waarbinnen je leeft en werkt hebt verinnerlijkt.
5
Wat zijn katholieke normen en waarden? Een krachtige, vitale schoolgemeenschap is een kwaliteitskenmerk van goed katholiek onderwijs. Zij is gebaseerd op de beleving van gemeenschappelijke waarden. Zij is niet in zichzelf gekeerd. Binnen haar mogelijkheden en bereik werkt zij aan een rechtvaardige samenleving. Onrecht wordt niet opgelost door onthechting, mystieke zelfhulp, maar wordt bestreden in actief handelen. Het cement van de normen en waarden wordt gevormd door het zorgvuldig omgaan met jezelf, met de naaste, de vreemdeling, de omgeving en met de cultuur.
Strategische doelen: Om nu de visie te vertalen hebben we voor de komende jaren een aantal strategische doelen geformuleerd. De strategische doelen hebben een meerjarenperspectief en geven een globale beschrijving van de speerpunten waaraan in de komende jaren wordt gewerkt.
1. De scholen van De Veenplas geven primair onderwijs, dat maatschappelijk bij de tijd is en minimaal voldoet aan de geldende standaarden van de onderwijsinspectie en die vooral een bijdrage leveren aan het ontplooien van talenten. Wat willen we de komende vier jaar bereiken? We willen het taal- en rekenonderwijs op de 10 scholen minimaal op, maar het liefst boven het landelijk gemiddelde brengen. Dat is waar we de komende jaren aan werken, elke school op haar eigen manier. Elke school formuleert hiervoor haar eigen doelstellingen. 2. De stichting en scholen van De Veenplas realiseren een levensechte en mensgerichte leer- en werkomgeving. Er moet ruimte en tijd voor oriëntatie, vakmanschap en persoonlijke ontwikkeling zijn en er moet ruimte en tijd zijn om met en van elkaar te leren. 3. De Stichting De Veenplas onderscheidt zich •
door competentiegericht personeelsbeleid,
•
door zorgvuldig en maatschappelijk verantwoord personeelsbeleid te voeren, rekening houdend met de kaders van de geldende CAO voor het Primair Onderwijs.
4. De Veenplas wil een krachtig imago opbouwen in haar omgeving op basis van kwaliteit en identiteit.
6
Organisatieopbouw In juni 2009 heeft het bestuur wederom met positief advies van de GMR het functieboek geaccordeerd. Het functieboek bestaat uit het totaal van functies die de stichting kent en de bijbehorende omschrijvingen conform fuwasys. In figuur 1 wordt de formatieve opbouw van het personeelsbestand naar functie weergegeven.
Uitgaande van de huidige situatie kennen de scholen naast het lesgevend personeel, leerkrachten die specifieke taken toegedeeld hebben gekregen, zoals de interne begeleiders en de ICT-ers. Daarnaast zijn er sinds enige jaren administratieve krachten en conciërges/schoonmakers in dienst. Sinds 2003 kent De Veenplas bovendien de functies leerkrachtondersteuner en onderwijsassistent. In 2009 is er ook een functieprofiel voor de conciërge/schoonmaker goedgekeurd door de GMR en het bestuur. In 2009 heeft de werkgroep personeel een eerste aanzet gegeven om beleid te ontwikkelen voor de functiemix. Deze zal verder in 2010 gestalte moeten krijgen. Figuur 1: Opbouw formatief personeelsbestand naar functie weergegeven
Totaal Wtf per functie
Aantallen per functie 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
in personen (2008) in personen (2009
50
Ad m
in wtf (2007) in wtf (2008) in wtf (2009
on m ch o S
Sc ho
on m
ak er C on in cië is tra rg tie e v O e nd kr er ac Le w ht ij s er as kr ac si s ht te on nt de rs te un er Le er A kr dj ac un ht ct di re ct eu r Di r ec di rs te ur ec re Fi ta na re nc ss ia e lC A lg on em tro ee lle n r D ire ct eu r To ta al
0
In wtf (2006)
ak er C on in ci is tra ër ge tie ve O nd kr er ac Le w ht ijs er as kr ac sis ht te on nt de rs te un er Le er A kr dj ac un ht ct di re ct eu r Di r ec di rs te ur ec re Fi ta na re nc ss ia e lC A lg on em tr o ee ll e n r D i re ct eu r To ta al
in personen (2007)
100
dm
In personen (2006)
150
A
aantallen
200
aantallen
250
functies
functies
In bovenstaande figuren is onderscheid gemaakt tussen de formatie uitgedrukt in personen en de formatie uitgedrukt in tijd (wtf). De figuren laten zien dat de stichting door de terugloop in het aantal kinderen minder fte nodig heeft. De terugloop is vooral op het niveau van onderwijsassistent en leerkrachten niveau te vinden. Door natuurlijk verloop en door het gebruik maken van de vervangerspool hebben we geen personeel in de RRDF hoeven plaatsen. Mogelijk dat dit in 2010 wel zal moeten in verband met de bezuinigingen door het stijgen van de loonkosten.
7
Fulltime versus deeltijd:
Verdeling aantal personen en WTf naar categorieën 90 80 70 aantal personen
aantal
60 50
bezetting (wtf)
40 30 20 10 0 >=0,2
0,4
0,6
0,8
>=1.0
WTF categorieën
In vergelijk met 2008 zien we een lichte toename (16 personen) van het aantal fulltimers. Wel moet hier een kanttekening worden geplaatst.Een aantal fulltimers wordt wel als 1.0 gerekend, maar door het gebruik van bapo zijn deze personeelsleden parttime aanwezig. Toch blijft parttime werken veruit heel populair in het onderwijs.
De Veenplas kent op centraal niveau een stichtingsbureau. Dit bureau bestaat uit de algemeen directeur (wtf 1.0), een financial controller (wtf. 0,7908 ), een directie secretaresse (wtf 0,4612) en een administratief medewerkster (wtf 0,5) . De algemeen directeur is integraal verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de gehele stichting en legt hiervoor verantwoording af aan het stichtingsbestuur. In 2009 zijn er geen personele wijzigingen geweest op het stichtingsbureau.
8
Bestuur Het stichtingsbestuur bestaat uit zeven personen afkomstig uit verschillende beroepsdisciplines (onderwijs, zorg en bedrijfsleven). In het kalenderjaar heeft een aantal wisselingen plaatsgevonden. De heer N. Jansen en Mevr. M Molenaar hebben afscheid genomen van het bestuur. Daarnaast zijn de heer G. Burgmeijer, de heer S Galjaard en mevouw H. v/d Weijden toegetreden tot het bestuur. Het Algemeen Bestuur bestaat uit nu uit de volgende personen: De heer H.S.J. Mank (Hans), voorzitter De heer M. Mollema (Martin), secretaris De heer J. Remmerswaal (Joan), penningmeester De heer P. v.d. Geest (Peter), portefeuillehouder algemene zaken De heer G. Burgmeijer (Gerhard), portefeuillehouder algemene zaken Mevrouw H. v.d. Weijden (Hendrika), portefeuillehouder algemene zaken De heer S. Galjaard (Sander), portefeuillehouder algemene zaken.
De hiërarchieke opbouw van de totale organisatie is onderstaand weergegeven.
Figuur 2: Organogram SKB De Veenplas Bestuur
Algemeen Directeur Veenplasbureau
GMR
Tien schooldirecteuren
Tien MR-en Tien scholen
9
3. Belangrijke ontwikkelingen In 2009 heeft het bestuur met zijn scholen sterk ingezet om het taalonderwijs te verbeteren. We participeren sinds 2008 in de taalpilot voor de komende drie jaar. Het initiatief van het rijk om de basisvaardigheden centraal te stellen, vond bij de scholen van De Veenplas met problemen op het gebied van woordenschat, taal- en leesvaardigheid een gewillig oor.
Meer concreet zijn in het verslagjaar ten aanzien van het personeelsbeleid de volgende initiatieven ontplooid: •
De Veenplasstudiedag stond in het teken van ONT- MOETEN. Diverse personeelsleden hielden een workshop voor de overige personeelsleden. De evaluatie liet zien dat deze dag erg geslaagd was;
•
Het functiebouwwerk is wederom vastgesteld;
•
Er is een begin gemaakt met het herschrijven van het IPB in samenwerking met de werkgroep personeel en de GMR;
•
In april hebben we met het MT en de interne begeleider;/taalcoördinatoren een aftrap dag voor de taalpiot gehad in Noordwijk;
•
Dezelfde groep heeft in september een studieochtend gehad over VVE;
•
De leerkrachten van groep 1/2 hebben onder leiding van het APS een viertal specifieke studiedagen gehad over VVE, met name over taal;
•
De leerkrachten van de groepen 3 en 4 hebben een netwerkbijeenkomst in Bodegraven gehad over aanvankelijk lezen;
•
Alle taalcoördinatoren hebben een drietal bijeenkomsten gehad o.l.v. het APS om zich te scholen in het begeleiden van hun verandertraject op school (taalplan);
•
Het bestuur heeft zich in 2009 voorbereid op de komende wet “good governance”. Dit heeft geleid tot het accepteren van de code goed bestuur;
•
2009 heeft ook in het teken gestaan van het ontwikkelen van een nieuwe begrotingsystematiek. Nu we drie jaar hadden gewerkt met lump sum bleek dat wij steeds werden geconfronteerd met overschrijdingen. Dit heeft helaas moeten leiden tot een stevige bezuiniging;
•
Concreet is ook overlegd met de GMR over de begroting, de formatieplannen, de jaarrekening, het meerjaren integraal personeelsbeleid, de oudertevredenheidspeiling, de 10
vervangerspool, de interne mobiliteit, de beoordelingen directies, een afwijkende sollicitatieprocedure, aanpassingen in het functiebouwwerk en nog veel meer. Ik verwijs u ook naar het jaarverslag van de GMR op onze site.
4. Overlegstructuur en medezeggenschap Overleg op school Op schoolniveau is er naast het MR-overleg verder nog sprake van: •
Managementteamoverleg (bij een aantal scholen);
•
Teamvergaderingen (soms thematisch) en/of locatieoverleg;
•
Bouwvergaderingen en overleg tussen bouwcoördinatoren;
•
Werkoverleg tussen duo’s en overleg in projectgroepjes.
De Veenplas heeft de volgende beleidsvoorbereidende -en/of richtinggevende overlegvormen : •
Overleg van Intern Begeleiders;
•
Een overleg van ICT-ers en de VIC-ers;
•
Vier werkgroepen (Personeel, Onderwijs en kwaliteit, Informatie en communicatie en Peuterspeelzalen) waarin (adjunct) directeuren en de algemeen directeur voorbereidend en evaluerend werk verrichten ten behoeve van de gehele stichting. Deze werkgroepen komen vijf keer per jaar bijeen;
•
Bilateraal werkoverleg tussen de afzonderlijke directeuren en de algemeen directeur.
De stichting kent op schoolniveau de Medezeggenschapsraad waarin zowel ouders als personeelsleden zitting hebben. Op centraal niveau kent de stichting een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. In deze raad zitten twee vertegenwoordigers namens de tien afzonderlijke MR-en, per MR één vertegenwoordiger namens de oudergeleding en één namens de personeelsgeleding. Namens de werkgever wordt het overleg met de MR gevoerd door de afzonderlijke directeuren. Het overleg met de GMR wordt gevoerd door de algemeen directeur. In het kalenderjaar hebben vijf vergaderingen plaatsgevonden. Een veelvoud van onderwerpen zijn besproken, resulterend in positieve instemming c.q. positief advies. Voor een overzicht van de onderwerpen wordt verwezen naar het jaarverslag van de GMR. Daarnaast participeerde de GMR in de werkgroep die zich bezig heeft gehouden met het ontwikkelen van het IPB. 11
In 2009 is er ook een ontmoetingsavond geweest om de communicatie tussen ouderraden, ouderverenigingen en de MR te bevorderen. In september hebben de gezamenlijke MR-er een startavond gehad om zich verder te scholen en om zaken uit te wisselen. Beide avonden zijn geëvalueerd en werden als zeer nuttig ervaren.
Managementteam en bestuur Voordat een beleidsvoorstel formeel aan de GMR wordt aangeboden, is het onderwerp in het Managementteam besproken. Aan dit MT-overleg nemen alle directeuren deel. Nadat een onderwerp door zowel het MT als de GMR is goedgekeurd, wordt het – daar waar het beleid op hoofdlijnen betreft - aan het bestuur ter goedkeuring aangeboden.
5. Leerlingenaantallen versus formatie
Leerlingenaantallen Het zal voor iedereen die betrokken is bij het primair onderwijs duidelijk zijn, dat de leerlingenaantallen van groot belang zijn voor het instandhouden van de afzonderlijke schoolorganisaties. Elk jaar vindt op 1 oktober de leerlingentelling plaats. Op basis van deze leerlingentelling wordt het budget van het daaropvolgende jaar door de overheid vastgesteld. In figuur 3 staan de leerlingenaantallen voor het lopende jaar en de vijf daaraan voorafgaande jaren weergegeven.
Figuur 3: Ontwikkeling leerlingenaantallen per school
aantal leerlingen
Leerlingaantallen 500 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0
Kleine Wereld Antonius Nicolaas Joh. de Doper Aeresteijn Kinderarcke Rietkraag Ter Does 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Vosseschans Tweeklank
jaren
12
Geconstateerd kan worden dat er bij: •
De Rietkraag, Ter Does en De Tweeklank in 2009 een groei te zien is;
•
De Johannes de Doper in 2009 stabiel gebleven is;
•
de overige scholen een lichte daling te zien is in 2009.
Als Veenplas kunnen we zeggen dat we gestabiliseerd zijn (-2). Toch blijft het leerlingen aantal ons in de komende jaren zorgen baren. We zijn dan ook blij dat een aantal directies gezamenlijk een leergemeenschap zijn begonnen met als thema “profilering”.
In de verschillende dorpskernen zijn de nodige bouwactiviteiten gepland voor de lange en de middellange termijn. We hopen dat mede als gevolg van deze nieuwe woningbouw het totaal aantal leerlingen van De Veenplas op termijn zal stabiliseren. In 2009 is de beheersstichting Buytewech opgericht, waar in opdracht van het bestuur de heer Kees Vonk in participeert. De gemeenteraad van Rijnwoude heeft in 2009 haar goedkeuring verleend voor de nieuwbouw van De Tweeklank op de door ons zo begeerde huidige locatie. In 2009 is ook gestart met de bouw van de nieuwe Antoniusschool, die 6 april 2010 officieel in gebruik wordt genomen.
Overleg met partners De krimp of groei van een school wordt sterk bepaald door de demografische ontwikkelingen in het dorp (geboortecijfers), de plannen rond nieuwbouw (vestigingsmogelijkheid voor starters) en het feit of er sprake is van meer aanbieders van basisonderwijs. De komende jaren krijgen De Veenplasscholen in Nieuwkoop te maken met de structuurvisie ”Nieuwkoop in 2040”. Naar verwachting gaat deze structuurvisie ook nog demografische ontwikkelingen met zich mee brengen. Behalve dat de genoemde scholen in de regio en schoolbesturen min of meer een concurrerende positie innemen ten opzichte van onze scholen, zijn het ook belangrijke sparringpartners. Voornamelijk in het overleg naar de gemeenten toe is vooroverleg met de andere twee stichtingen, te weten De Woudse Venen en Sopora, zeer vruchtbaar gebleken. Concreet overleg heeft plaatsgevonden ten aanzien van de realisering van een brede school in de kernen Aardam en Hazerswoude Rijndijk. Ook ten aanzien van het vrijvallen van de Rijkssubsidie betreffende de onderwijsbegeleiding en de gevolgen hiervan op gemeentelijk niveau is gezamenlijk opgetrokken. 13
De harmonisatie onderwijsbeleid wordt nu besproken met de politiek van de nieuwe gemeente Kaag en Braassem.
Formatieontwikkeling Afhankelijk van de groei of de krimp van de school wordt jaarlijks het meerjarenformatieplan bijgesteld. Vervolgens wordt in het vroege voorjaar bekeken of er sprake is van een krimpende dan wel groeiende formatie voor het volgende schooljaar. Bij een krimpende formatie wordt alles in het werk gezet om betreffende medewerkers voor de stichting te behouden. Bij de personele invulling van een groeiende formatie, wordt als eerste gekeken naar de verplichtingen die de stichting heeft opgebouwd. Hierbij kan gedacht worden aan vaste medewerkers die een verhoging van hun werktijdsfactor willen en aan tijdelijke medewerkers waar de stichting eigen wachtgeldverplichtingen heeft opgebouwd.
Voor het schooljaar 2009/2010 hebben we niemand in de RDDF-formatie hoeven plaatsen. Natuurlijk verloop en stabiliteit hebben er voor gezorgd dat we aan al onze formatieve verplichtingen konden voldoen. Ook de groei in het gebruik van BAPO is het afgelopen jaar gestegen van 56% naar 73 % van de BAPO mogelijkheden. Samen met ander natuurlijk verloop heeft de stichting geen wachtgeldverplichtingen gekregen. In 2009 heeft het bestuur de vervangerspool gecontinueerd in samenwerking met het vervangingsfonds.
Mobiliteit: Bij mobiliteit buiten De Veenplas is het goed om te weten welke oorzaken er zijn om daar eventueel op de anticiperen. Drie leerkrachten (1,32 % van het totale personeelsbestand van 225 personen)hebben De Veenplas verlaten (oorzaak:verhuizing, uitdaging in het SO en uitdaging buiten het onderwijs). Vier leerkrachten zijn nieuw in de organisatie gekomen. Vijf leerkrachten zijn vrijwillig/verplicht van school gewisseld en 1 leerkracht werd gedetacheerd buiten De Veenplas. Hierin zijn niet de leerkrachten meegenomen, die wel op hun eigen school bleven werken, maar ook in de vervangerspool kwamen door afvloeiing. 14
Weer Samen Naar School (WSNS) Uitgangspunt blijft dat het goed is dat de kinderen de school in de buurt kunnen bezoeken mits het onderwijs voldoende is afgestemd op de leerlingen. Verschillende scholen hebben in 2009 daar hun acties op gericht. De Vosseschans werkt mee aan een pilot rondom de pluszorgklas. Diverse scholen hebben meegedaan of doen mee aan het project “afstemming”. Daarnaast heeft het samenwerkingsverband wederom gelden vanuit OCW ontvangen om het veld initiatief handen en voeten te geven. Door deze geldelijke bijdragen kon ook in 2009 de tien thema’s uit het veld initiatief verder worden uitgewerkt. Thema’s: 1. Uitwerking zorgplicht 2. Bestuurlijke aansturing 3. Kwaliteit van voorzieningen 4. Versterken van de basiszorg 5. Overgangsmomenten doorlopende zorglijn 6. Onderwijszorgarrangementen 7. Aanmeldloket 8. Tussen wal en schip 9. Verzuimproblematiek 10. Betrokkenheid van ouders
Daarnaast participeren we als Veenplas mee in het door het SWV aangevraagde subsidie “excellentie”. De Vosseschans, Aeresteijn en De Antonius participeren actief en de overige scholen volgen dit traject.
6. Personeelsbeleid In de voorgaande paragrafen is al aangegeven hoe het personeelsbestand is opgebouwd naar functies, de mate van parttime en fulltime functies, en hoe afgelopen jaar is omgegaan met de verplichte en vrijwillige mobiliteit. In deze paragraaf wordt ingegaan op de opbouw van het personeel naar geslacht en leeftijd en andere personeelsbeleidszaken.
15
Man en vrouw De personeelsopbouw van De Veenplas is niet erg anders dan de opbouw van de teams bij andere basisscholen in Nederland. In het algemeen kan gesteld worden dat bij het lesgevende personeel de meerderheid vrouwelijk is. In De Veenplas is de verdeling 25 mannen en 190 vrouwen, in procenten is dat 16% mannen (was in 2008 13%) en 84% vrouwen (was in 2008 87% ). De groei is marginaal en wordt naar alle waarschijnlijk veroorzaakt door het verminderen van het personeel. Landelijk is de verhouding 18% mannen en 82 % vrouwen.
Management Er was sprake van een landelijke bezettingspercentage in 2009 van bijna 36% vrouwelijke directeuren en een percentage van 25% vrouwelijke adjunct directeuren. Bij de Veenplas is de verhouding nu bij de directeuren 50% man en 50% vrouw. Dit is boven het landelijk gemiddelde. De verhouding bij de adjuncten is 50% man en 50% vrouw. Dat is dus ook boven het landelijk gemiddelde.
Figuur 4: Man/vrouw-verhouding per school weergegeven in persoonsaantallen
40 35 30 25 20 15 10 5 0
man (2006 man (2007) man (2008) man (2009) an k se s ch Ve an en s pl as bu re au
ee kl
Vo s
Tw
D
oe s
g Te r
ie tk aa
R
la as
St .N
ico
el d
e
W er e
ei n
Ki
nd e
ra rc k Kl
er
s e
Do p
to ni u An
h. D Jo
es te ijn
vrouw (2006) Ae r
aantal
man/vrouw verhouding per school 2006-2009
vrouw (2007) vrouw (2008) vrouw (2009)
scholen
16
Leeftijd Figuur 5: Aantal personen naar leeftijd, in het verslagjaar 2009
Personeel verdeeld over leeftijdsklassen, in aantallen en percentage van het totaal aantal medewerkers en het aantal WTF 40 35
aantallen en %
30 25
aantal
20
WTF aantallen in %van totaal
15 10 5 0 tot 24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-65
leeftijdsklasse
De Veenplas slogan is: Ervaring in combinatie met jong talent . Daar waar we dit jaar al tegen aangelopen zijnin het kader van de overschrijding van de begroting is in deze grafiek duidelijk zichtbaar: 48 % van ons personeel is ouder dan 50 jaar. Personeelsleden vanaf 52 jaar kunnen gebruik maken van de regeling bapo. Daar de vergoeding voor de bapo slechts 2 % van onze inkomsten (ongeveer € 150.000,-) en de uitgaven zo rond de €250.000 bedragen zal erin 2010 en structurele oplossing worden bedacht voor dit financieel probleem.
Onderdeel van het personeelsbeleid is het beloningsbeleid. In het kalenderjaar heeft dit beleid geresulteerd in •
11 gratificatietoewijzingen (ten behoeve van een individueel personeelslid) en 2 gratificatietoewijzingen ten behoeve van een groepje medewerkers;
•
5 verzoeken om een bijdrage ten behoeve van een teamactiviteit;
•
251 kerstpakketten
17
7. Arbo-beleid Arbo-beleid heeft te maken met de algemene veiligheid en het welbevinden in onze scholen. Indicatief voor de kwaliteit zijn de gegevens rond ongevallen, ziekteverzuim en de resultaten van de RIE (Risico Inventarisatie en Evaluatie) ook wel ASV’s genoemd (algemene schoolverkenning). Over het algemeen kan gesteld worden dat de situatie binnen de Veenplas redelijk tot goed is te noemen vergeleken met de andere werkgevers in het basisonderwijs. Mochten er zaken spelen rondom welbevinden en veiligheid dan heeft De Veenplas via de GG & GD een onafhankelijke vertrouwenspersoon aangesteld en zijn we aangesloten bij de landelijke klachtenregeling van de bond KBO.
Verzuimcijfers op bestuursniveau:
2006 – 2007
vz%
6,08%
zmf
0,81
2007 – 2008
vz%
4,96%
zmf
0,35
2008 – 2009
vz%
5,57%
zmf
1,05
(vz% = verzuimpercentage. Landelijk gemiddelde rond 6% - 6,5%) (ZMF = ziekmeldingsfrequentie. Landelijk gemiddelde rond 1,1)
Hiermee voldoen we aan de indicatoren zoals deze gesteld zijn in het IPB
Net als in 2006/07 en in 2007/2008 heeft de stichting ook in 2008/2009 geen restitutie van het vervangingsfonds ontvangen, maar ook geen boete hoeven betalen. Dat betekent dat de stichting wederom binnen de marge van het vervangingsfonds (6% % ziekteverzuim) is gebleven.
18
8. Scholing Ook in 2009 hebben diverse personeelsleden gebruik gemaakt van de POPgelden. In maart 2010 zal er een totale evaluatie komen m.b.t. het competentietraject. Van de totale budgetten is tot op heden 41% gebruikt. Naast het Veenplasbreed ingezette competentietraject, stelt elke school jaarlijks een scholingsplan op dat wordt voorgelegd aan de MR. Ook organiseert elke school een aantal studiedagen per jaar.
Daar waar voordelen liggen in het organiseren van centrale cursussen, worden deze opgepakt. Afgelopen kalenderjaar zijn georganiseerd: •
vijf herhalingscursussen BHV (104 deelnemers);
•
één beginnerscursus BHV (10 deelnemers)
•
één cursus “Omgaan met lastige situaties-oudercommunicatie” (8 deelnemers);
•
één dagdelen ten behoeve van het netwerk contactpersonen in het kader van de Klachtenregeling van De Veenplas;
•
tijdens de managementtweedaagse in zowel het voorjaar als het najaar is aandacht besteed aan de taalpilot, het ICT beleid t.b.v het beleidsplan voor De Veenplas, de professionele leergemeenschap en de begroting 2010 scholen, het bestuur en het bestuursbureau. Daarnaast hebben we ook aandacht besteed aan de arbeidsmarkontwikkelingen die mogelijk op ons af gaan komen en hoe we daar op moeten anticiperen;
•
Door onze eigen VIC-ers zijn bijeenkomsten georganiseerd m.b.t. Smartboard en DotComschool.
9. Communicatie en Informatie Ten aanzien van concrete communicatie-uitingen hebben in het verslagjaar de volgende activiteiten plaatsgevonden: •
de Veenpraat is twee keer uitgekomen en heeft een inhoudelijke slag gemaakt. Daarnaast is er besloten na een enquête onder het personeel om de Veenpraat te verspreiden volgens de moderne manier van email en internet;
•
We hebben 2009 gebruikt om een nieuwe website te ontwikkelen, welke in begin 2010 de lucht in zal gaan;
•
tien scholen houden regelmatig hun website bij;
•
alle scholen geven jaarlijks een schoolgids goedgekeurd door de inspectie uit die onder de ouders wordt verspreid; 19
•
alle scholen geven regelmatig mededelingen mee aan de leerlingen ten behoeve van de ouders. Sommige scholen beschikken daarnaast nog over een schoolkrant. De tendens hierbij is dat scholen steeds meer digitale nieuwsbrieven en mededelingen versturen;
•
Alle scholen werken nu een jaar met het leerlingenadministratie-programma DOTCOMSCHOOL. Op dit moment zijn alle scholen overdragen via PGNPO naar Bron. Hierdoor wordt de bekostiging in 2010 via het IBG geregeld
Pabo’s en ROC In 2008 zijn we begonnen met het fenomeen opleidingsbestuur. Dit houdt in dat de scholen minimaal 50% van hun groepen inzetten voor stage. Concreet betekent dit 50 studenten. In 2009 hebben wij 76 pabo stagiaires ontvangen Van de opleiding SPW 3-4 of ID-college hebben in 2009 45 studenten stage gelopen op één van de Veenplasscholen. 11. Ontwikkelingen naar 2010 In het afgelopen jaar zijn een aantal ontwikkelingen uitgezet die in 2010 een vervolg moeten krijgen.: •
In 2009 hebben we onze begrotingssystematiek gewijzigd, waardoor we beter inzicht hebben gekregen in de problematieken m.b.t. loonkosten en bapo;
•
In 2009 hebben we fors moeten bezuinigen, waardoor de overige personeelskosten onder druk zijn komen te staan;
•
Met het AVS model hebben we richting formatie en taakbeleid een stap gezet in eenheid van het berekenen van werkuren en deeltijdfactoren;
•
In 2009 hebben we het vernieuwde IPB verfijnd met kwaliteitsindicatoren waardoor we beter de check kunnen doen;.
•
Vanaf 1 januari 2010 is de wet op goed bestuur van kracht geworden welke in 2010 verder door het bestuur van De Veenplas moet worden uitgewerkt. Mogelijk dat dit consequenties voor de directiestatuten heeft, welke met ingang van 1-1-2010 slechts met een jaar verlengd zijn;
•
De visie van De Veenplas is vastgesteld, maar het MT heeft aangegeven dat deze visie verder moet worden uitgewerkt. Het gaat hier om verhelderingen richting onderwijsorganisatie, school en gedrag van de directeur. In april 2010 op de tweedaagse zal dit zijn beslag moeten krijgen.
20
Afkortingen. IPB
integraal personeelsbeleid
SKB
stichting katholiek bestuur
ICT
informatie en communicatie technologie
GMR
gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
FPU
flexibel pensioen en uitreden
WTF
werktijdfactor
MR
medezeggenschapsraad
KPC
katholiek pedagogisch centrum
BAPO
bevordering arbeidsparticipatie ouderen
PCL
permanente commissie leerlingenzorg
IB
intern begeleider
CFI
centraal financieel instituut
VVF
vervangingsfonds.
PABO
pedagogische academie basisonderwijs
ROC
regionaal opleidingscentrum
SWV
samenwerkingsverband
WSNS
weer samen naar school
21