Open Monumenten Dag 2014 13 september
Op reis
1
Inleiding en leeswijzer proberen wij een beeld te schetsen van de monumentale aspecten die met reizen in de gemeente Ede te maken hebben.
Dit boekje is geschreven als achtergrond bij de Open Monumen tendag 2014. Dit jaar is het thema ‘Op reis’. De drie oudheidkundige verenigingen van Bennekom, Ede en Lunteren hebben voor deze gelegenheid een aantal zaken georganiseerd in nauwe samenwerking met de Veenendaalse Oldtimer Club.
Routes De gemeente Ede wordt door een aantal historisch zeer belangrijke routes doorkruist. Zo is de Die denweg een trekroute die al in de prehistorie in gebruik was. En de bekendere Hessenwegen liepen ook door de gemeente Ede. Aan de hand van eerder verschenen boeken en publicaties schetsen wij het belang van deze routes voor de ontwikkeling van de gemeente Ede.
Monumenten Als het om monumenten en reizen gaat, zult u snel denken aan oude stations, hotels, wellicht een garagegebouw of een remise. Maar wegen, spoorwegen en vliegvelden kunnen eveneens een monumentale waarde hebben. Net als de voertuigen die hiervoor gebruikt werden. Minstens zo belangrijk is het belang van deze routes en knoopunten geweest voor de ontwikkeling van de verschillende steden en dorpen en de monumentale panden langs deze routes.
Expositie Het Historisch Museum Ede heeft een expositie ingericht over het reizen in vroeger tijden. Deze expositie is tijdens de open monumentendag te zien in het museum aan het museumplein in Ede (gevestigd in het oude stationsgebouw van station Ede Centrum).
Aan de hand van een fietstocht en een optocht van historische auto’s
2
Historische routes in en om de gemeente Ede Diedenweg In 2007 publiceerde Jelle Vervloet een stuk over de Diedenweg in Wageningen en Bennekom. Dit stuk is opgenomen in het boekje ‘Langs Oude en Nieuwe wegen’. Wij citeren een aantal passages:
Eveneens wordt als ‘Diedenweg’ aangemerkt een stuk weg dat zich ter hoogte van kasteel Hoekelum afsplitst van de Edeseweg en vandaar een flink stuk in noordwestelijke richting doorloopt.
Voor de prehistorie en middeleeuwen nemen we aan dat langs de westflank van de stuwwal Wageningen/Lunteren een doorgaande verbinding aanwezig was. Deze doorgaande weg heette de Diedenweg. Deze naam betekent de weg van of voor het volk.
Er is door verschillende personen geprobeerd de weg tussen deze delen te reconstrueren. Vervloet denkt dat de waarheid in het midden ligt en dat de route eruit gezien heeft als een zogenaamde ‘veldweg’, een breed uitwaaierende reeks van naast elkaar gelegen sporenbundels (karrensporen). Sommige wagensporen bleven tegelijkertijd in gebruik en werden vastgelegd, waarna ze na verloop van tijd evolueeren tot wegen in meer moderne zin. Andere sporen raakten in onbruik. Dit verklaart wellicht het grote aantal even wijdig aan elkaarverlopende wegen op de westflank van de stuw wal. Zo beschouwd maakten zij vroeger misschien allemaal deel uit van één Diedenweg. Echter, alleen een paar stukjes hebben die naam kennelijk behouden.
Momenteel is in er in de gemeenten Wageningen en Ede nog een aantal wegen dat officieel als Diedenweg wordt aangemerkt: de ‘Diedenweg’ die van de Holleweg langs de Wageningse Eng in de noordelijke richting doorloopt tot aan de kruising met de Hollandseweg en vandaar als ‘Oude Diedenweg’ doorloopt tot aan de grens met de gemeente Ede, waar de naam opnieuw verandert in ‘Diedenweg’. Dit tracé eindigt bij de Heelsumseweg. Wanneer we de Heelsumseweg oversteken komen we op de Selterskampweg.
3
Hessenwegen In Lunteren ligt de ‘Hessenweg’. Deze weg maakte deel uit van een netwerk van transportwegen tussen de grote handelssteden in noord-Europa. In het boek ‘Op ‘t Veluws Hessenspoor’ wordt hierover veel verteld. Wij citeren een aantal passages.
naar Reemst, Mossel, De Ginkel, De Goudsberg, Meulunteren, Barneveld, Achterveld, Stoutenburg naar Amersfoort. Nadat de Hessen een spoor van vernieling hadden aangericht werd deze route op verzoek van de landeigenaren in 1727 door de Staten van Gelre aangewezen voor het hessenverkeer.
De hessenwegen behoren tot de oudste wegen van Oost-Nederland. Het is niet precies bekend wanneer deze wegen ontstaan zijn. Een aantal wegen dat over De Ginkel loop zou mogelijk uit een periode dateren van 3000 tot 1500 vóór Christus.
Van het oude Hessenspoor, dat dus slingerend over de Ginkelse hei liep, is op kaarten vanaf circa 1900 vrijwel niets meer terug te vinden. Wat dan Hessenweg heet, komt feitelijk meer overeen met een westelijker gelegen doorgaande route voor het overige verkeer. De huidige Hessenweg volgt nog altijd min of meer deze westelijke loop.
Pas in de loop van de 17e en 18e eeuw werd de functie van hessenweg aan meerdere brede karrensporen toegedicht. Van de 19e eeuw tot ver in de 20e eeuw is daardoor het aantal zogenaamde hessenwegen sterk gestegen.
De hessenwegen werden bereden met speciale hessenwagens. Dat de hessenwagens en -karren bij zondere wagens waren, was niet alleen te danken aan de speciale vorm van de wagens - ladderwagens waarover een zeil kon worden gespannen en met een open voor- en achterkant - maar lag voornamelijk aan de breedte van het wielspoor. Dat was met 175 cm veel breder dan wagens met het vastgestelde Hollandse spoor uit 1588 van 128 cm.
Binnen het begrip Hessenwegen wordt onderscheid gemaakt tussen de officieel voor hessenwagens aangewezen routes en de openbare wegen die veel, maar niet alleen door hessenverkeer werden gebruikt. De route door de gemeente Ede was de zuidelijke route. Deze liep van Doesburg in de Achterhoek via Dieren, langs Terlet naar Deelen, door het Reemsterveld
De wagens trokken diepe geulen in het landschap. Daarmee ont-
4
stonden de hessenwegen. Als een wagenspoor niet meer berijdbaar was, kozen de vrachtrijders een andere route. Dit was regelmatig tot ongenoegen van boeren en omwonenden, omdat de wagens op deze manier hele gebieden omploegden. Het laadvermogen van een hessenwagen was meer den 3000 kilogram. Het maximale toege stane gewicht van de lading was daarentegen 1100 kilo voor wagens en niet meer dan 750 kilo voor karren met één of twee paarden.
De echte hessenwagen van Henk Vink bij het twintigjarig bestaan van de Jac. Gazenbeek Stichting uit Lunteren
5
Spoorlijnen in de gemeente Ede Rijnspoorweg: Utrecht-Arnhem De Rhijnspoorweg is de eerste spoorlijn die is aangelegd door de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij. De spoorlijn liep van het Amsterdamse Weesperpoortstation via Utrecht naar Arnhem. Het gedeelte tussen Amsterdam en Utrecht is geopend in december 1843. In juli 1844 werd de lijn verlengd tot Driebergen, in maart 1845 tot Veenendaal en in mei 1845 werd de rest van de lijn naar Arnhem in gebruik genomen. (bron: wikipedia; Rhijnspoorweg)
Het station heette aanvankelijk “Station Ede van den Rhijnspoor”. In 1845 stopten er dagelijks vier treinen uit elke richting. Er werden gemiddeld achtentwintig kaartjes per dag verkocht. Na de bouw van het station ontwikkelde de omgeving zich snel. In 1877 werd het eerste station dan ook al vervangen door een nieuw station van het Standaardtype Harmelen. Het (nu nog bestaande) eilandperron werd toen aangelegd. Daarnaast werd het station uitgebreid met een wachtkamer derde klasse, een plaatskaartenbureau, bagageruimte en restauratie. In 1882 werd de tramverbinding naar Wageningen geopend. Op 1 mei 1902 werd een tweede spoorlijn geopend, de lokaalspoorweg naar Nijkerk, die al snel de bijnaam Kippenlijn kreeg. De treinen van en naar Nijkerk stopten aanvankelijk op een apart buurtstation, dat ook gebruikt werd voor de stoptreinen naar Arnhem. Dit buurtstation werd in 1940 gesloten. Vanaf 1937 reden de treinen niet verder dan Barneveld Dorp. In 1944 werd de hele spoorlijn zelfs gesloten, om enkele jaren later, in 1951, weer in gebruik te worden genomen. Nu echter reden de treinen vanaf
In de eerste plannen van de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij zou de spoorlijn niet via Ede, maar via Wageningen worden aangelegd. Dit stuitte echter op militaire bezwaren. Zoals bij de gehele Rhijnspoorweg gebruikelijk was, werd het station op ruime afstand van het dorp gebouwd, in dit geval op circa twee kilometer. Oorspronkelijk zou het aan de noordzijde van het dorp Ede komen, maar de bewoners voelden daar niets voor. De lijn, en dus het station, werd toen verlegd naar het zuiden, op grotere afstand van het dorp.
6
bomen te voorzien: afwisselend beuk, berk en lariks. Maar het wezenlijke van de Stationsweg ligt in de aard van de bebouwing.
Barneveld door naar Amersfoort. (bron: wikipedia; station Ede-Wageningen) Kees van Lohuizen heeft in 2013 een boek gepubliceerd over de Stationsweg in Ede. Hij laat daarin goed zien wat het belang is geweest van de aanleg van het spoor:
In zijn boek ‘De Stationsweg in Ede, de geschiedenis van een laan met allure’ brengt Van Lo huizen de ontwikkeling van de weg door de jaren heen in beeld. Van de meeste toonaangevende panden langs de weg is een be schrijving opgenomen.
In 1845 komt de spoorlijn van Utrecht naar Arnhem gereed en krijgt Ede op twee kilometer afstand van de dorpskern zijn halte aan de weg naar Bennekom. Het belang van deze weg en zijn aanzien wordt onderkend. Men be sluit hem met grind te verharden en aan weerszijden van twee rijen
Voor het thema ‘op reis’ wordt een aantal van deze panden gememoreerd verderop in dit boekje.
“Aan het station Ede van den voormaligen Rhijnspoorweg uitgestapt, nemen wij den straatweg, die ons naar het dorp zal lllvoeren. Juist over de lijn ligt het Hotel van Laar, dat met zijn koele zitjes, gezonde ligging en ruim vergezicht vele gasten trekt. Rechts van den weg verheffen zich reeds de Veluwsche heuvels met hu nu nog stemmig bruin heidekleed. Later zal het zijn overgoten met de lila-tinten der erica’s en veel gasten trekken. Daarachter, op groteren afstand dan gij vermoedt, komen de donkergroene toppen van het uitgestrekte dennenbosch “de Sijsselt” als een massief silhouet even boven den heuvelkam uitkijken, als wilden zij u tot een bezoek aan het halfduister hunner gewelven uitlokken. Wij vervolgen echter onzen weg en zien aan de andere zijde daarvan reeds de eerste zandverstuiving, het Maanderzand” T. Pluim: “Ede”, geciteerd door Kees van Lohuizen p. 18 en p. 177 7
lijn werd geëxploiteerd door de Nederlandsche Centraal-Spoorweg-Maatschappij. De nieuwe spoorlijn kruiste ten noorden van Barneveld de spoorlijn Amsterdam - Zutphen ongelijkvloers. Bij het station Barneveld-Voorthuizen aan de Oosterspoorweg werd daarom de halte Barneveld Kruispunt geopend, waardoor reizigers tussen beide spoorlijnen konden overstappen.
Valleilijn Al lange tijd bestonden er plannen voor de aanleg van een spoorlijn tussen Nijkerk en Ede. De lokale bestuurders, met name in Nij kerk en Ede, zagen echter niets in een spoorlijn. Na twintig jaar gingen de gemeentes overstag. De gemeente Ede zegde geld toe aan de nieuw opgerichte N.V. Spoorwegmaatschappij De Veluwe. Als tegenprestatie stelde de gemeente dat de spoorlijn om het dorp aangelegd diende te worden. Verder eiste de gemeente dat de zondagsrust geëerbiedigd zou worden.
In 1937 werd de verbinding tussen Barneveld en Nijkerk opgeheven. De spoorlijn Barneveld - Ede-Wageningen werd met een nieuwe verbindingsboog aan gesloten op de Oosterspoorweg. Aan deze boog werd de nieuwe halte Barneveld-Voorthuizen
In 1901 werd de spoorlijn aangenomen en op 1 mei 1902 kon de verbinding worden geopend. De
Station Lunteren, ca. 1910, via stationsweb.nl
8
geopend ter vervanging van de halte Barneveld Kruispunt en het station Barneveld-Voorthuizen aan de Oosterspoorweg. De treinen reden in het vervolg tussen Ede en Amersfoort. Op 7 september 1944 werd de spoorlijn als gevolg van materieelgebrek gesloten. Enkele jaren later werd de spoor lijn echter geëlektrificeerd en op 20 mei 1951 opnieuw in gebruik genomen.
Bello De onderstaande tekst is afkomstig van een artikel van Henk Gijsbertsen in het boekje ‘langs oude en nieuwe wegen’. Het was feest in Wageningen, toen op 31 januari 1882 de tram lijn Ede-Wageningen v.v. officieel in gebruik werd genomen. Onder grote belangstelling en met fanfaremuziek werd de tramlijn in dienst gesteld. Van Zijne Majesteit Koning Willen III werd zelfs een gelukstelegram ontvangen. Deze had in 1881 het landgoed gekocht, het huidige Oranje Nassau’s Oord bij Renkum, en ontving hier dikwijls zijn gasten. Deze konden nu met de tram vervoerd worden.
Eind jaren ‘80 stond de Kippenlijn in het Rail 21-plan van de NS. Het was de bedoeling dat het gehele traject dubbelsporig zou worden, zodat twee tot vier keer per uur tussen Amersfoort en Ede-Wageningen gereden kon worden. In Ede-Wageningen zou vervolgens een goede overstapmogelijkheid op de InterRegiotrein richting Arnhem worden gerealiseerd. Maar het plan werd, net als de meeste plannen, nooit uitgevoerd. Het werd geschrapt in het kader van het opdelen van de N.V. Nederlandse Spoorwegen in de periode tussen 1994 en 2000. (bron: wikipedia; spoorlijn Nijkerk - Ede-Wageningen)
De wagens waren erg laag, de banken stonden in de lengte en in het midden van de wagon stond een potkacheltje om de reizigers warm te houden. Er waren vaste halteplaatsen, maar de machinist stopte ook wel op verzoek. Zeker als hij de passagiers goed kende. Een rit van Ede naar Bennekom duurde 12 minuten en van Bennekom naar Wageningen 13 minuten. Wissels lagen bij de theekoepel van Hoekelum, de Van Balverenweg (met een afslag naar de Boerenbond), in de Dorpsstraat van Benekom en nog twee in Wageningen.
De stations Ede-Centrum en Lun teren zijn beiden van het type “SMV-groot”, een gebouwtype dat door de ‘Spoorwegmaatschappij De Veluwe’ werd toegepast (bron: stationsweb.nl).
9
De tram heeft voor het personenvervoer nog tot 1937 gefunctioneerd. Tegen die tijd was de concurrentie door de bussen van busmaatschappijen als Garage Van de Weerd en J. Beekman te groot geworden en werd de spoorlijn alleen nog voor goede renvervoer gebruikt.
Foto: Het stationsgebouw van Lunteren, met daarvoor de AutoUnion 1000S DeLuxe van Evert Jan Brunekreeft.
Dit heeft nog tot 1968 geduurd. Op 28 september van dat jaar reed de tram, met een grafkrans versierd, voor het laatst door het dorp. In het voorjaar van 1970 was al het spoor definitief ver wijderd.
Deze tweetakt aangedreven driecilinder zal tijdens de open monumentendag meerijden met de rondrit van historische voertuigen en op verschillende locaties in Ede, Bennekom, Lunteren en Wekerom te bezichtigen zijn.
Het verdwijnen van deze spoorverbinding voor personenvervoer in 1937 heeft ertoe geleid dat het station in Ede is hernoemd naar ‘Ede-Wageningen’.
10
Busvervoer Ook wordt in het artikel uitge breid ingegaan op de busdienst van garage Van de Weerd, die een garagebedrijf had aan de Dorpsstraat in Bennekom. De eerder genoemde Beekman verkocht zijn bedrijf in 1929 aan Van de Weerd (Webo), die uiteindelijk het officiële personenvervoer opgedragen kreeg van het ministerie per 14 maart 1937; de dag na het stoppen van de Bello-tram.
In de gemeente Ede heeft het busvervoer met name in de jaren ‘20 en ‘30 van de vorige eeuw een lokaal karakter. Zoals bijna overal zijn het de regionale garagehou ders die de eerste busdiensten exploiteren tussen de dorpen van de gemeente Ede. In het eerder genoemde artikel van Henk Gijsbertsen wordt verwezen naar de busdiensten van Garage J. Beekman, die in 1927 toestemming krijgt om een bus dienst te onderhouden van Ede over Bennekom, Wageningen, Renkum, Oranje Nassau’s Oord en Nol in ‘t Bosch naar Heelsum en rechtstreeks over Bennekom terug naar Ede.
Op de website van het garage bedrijf Van de Weerd, tegenwoordig gevestigd aan de Kierkamperweg, is dit hoofdstuk uit de bedrijfsgeschiedenis nog terug te vinden.
Op 14 maart 1938, bij het éénjarig bestaan van de busdienst, werd o.a. geschreven: “Wie men ook spreekt, een plaatsgenoot, hetzij een reiziger van buiten en ook zij die zoo gaarne de oude ‘Bello’ hadden gehandhaafd, allen zijn thans vol lof over de ‘Webo’-bussen. Alle bezwaren over het gevaar, zoo als gladheid der wegen, het drukke verkeer op het te berijden traject etc. zijn gelukkig denkbeelden geweest. Snel, op tijd, directe aansluiting, goede verwarming, dat alles was bij ‘Bello’ te zoeken. Moge ook nog eens spoedig de tijd aanbreken, dat de rails van Wageningen - Ede zullen worden verwijderd.” 11
Fietsroute ‘Meester Morren’ - ca. 42 km U kunt op ieder gewenst punt starten. De route komt niet ten zuiden van de spoorlijn Arnhem-Utrecht. De term ‘FKP’ verwijst naar het landelijke Fietsknooppuntensysteem.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Een mogelijk startpunt is het vroegere KMT (Katholieke Militaire Tehuis) in Harskamp (hoek Laarweg-Otterloseweg). In de hoek waar nu het Chinees restaurant is, stond 100 jaar geleden het TOKO. Dit was ook een soort café. Daar tegenover staat Café Burgwal. Van hier gaan we Noordwaarts Harskamp in en zien rechts Café Het Wapen van Harskamp. We gaan verder over de Dorpsstraat en zien rechts De Vergulde Leeuw (1850). De caféhouder had in het begin van de vorige de vroegere eeuw een bus voor vervoer naar de ENKA. We draaien hier weer om en gaan de eerste weg (Edeseweg) rechts in. We gaan met de bocht mee naar rechts en nemen de eerste weg links (Eigen weg 188-206). Links staat een huisje van 1712 ’t Klaverblad (van baron Mackay). We rijden door De Boerderij (van de Kröller-Müllers) onder de Beukenlaan (monument) en komen op de Laarweg. Daar gaan we naar rechts. We steken de Westenengerdijk over en zien links (bij nr. 42) het Laarderbosch (een pension, theehuis uit 1900). We rijden de Laarweg uit en gaan naar links, Edeseweg. U komt hier voorbij het veld “Het Laar” waar op de Open Mo numentendag 2014 van ca. 13 tot 14 uur historische auto’s te bezichtigen zijn. Bij de rotonde ziet U het Witte Paard (1930, vroeger met speeltuin). We gaan via de Edeseweg Wekerom in en zien voorbij de Schoolsteeg een groot wit gebouw (het vroegere Café Oranje, eerder Nieuw Wekerom 1900, Edeseweg 21-2). We gaan rechtsaf de Koperensteeg in en rijden die uit: Kruispunt Hoge en Lage Valkseweg. De pastorie van nu was in 1938 Café Van der Meijden. We rijden linksaf de Hoge Valkseweg op.
12
fietsen door De Valk. We zien links voor de 160 jaar oude 14 We school Het Schuurtje. gaan verder over de Hoge Valkseweg en gaan bij het Kul15 We turhus linksaf de Lage Veldweg op; iets verder nemen we rechtdoor het fietspad langs de Hoge Valksedijk. (richting FKP76).
16 Bij de Vijfsprong (FKP76) ziet U de Celtic Fields. De Vijfsprong-
17
weg en de Hoge Valksedijk waren vroeger Hessenwegen. De Hessen waren handelaars, voerlui, uit het graafschap Hessen in Zuid-Duitsland. Deze Hessen gingen over de oude zandwegen al vanaf de 15e eeuw. We fietsen verder over de Hoge Valksedijk, steken de Immenweg (FKP80) over en komen zo bij de Wekeromseweg. [mogelijkheid voor afkorten route, zie A t/m G op pag. 15]
Daar gaan we rechtsaf naar de Driesprong (een plekje voor reiz18 igers, de kinderen konden daar vroeger in de speeltuin). Dit hotel
19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
was in 1900 al een plekje van verpozen. Nu heet het “Amadeus”. [mog. tot verlengen route, zie a t/m s, p. 15] We steken de Apeldoornseweg over en gaan over de Hessenweg verder (langs FKP62 en FKP64). We komen langs het Belgisch vluchtoord (van 1915-1917). Hier vlakbij (de eerste weg links, Groot Ginkelse weg) is een Natuurcentrum waar een maquette van dit “dorp” is te zien. We gaan verder naar het Hotel Café Zuid Ginkel (1930), nu heet het Juffrouw Tok. Daarna verder richting Arnhem. We komen (bij FKP70) voorbij het Planken Wambuis (in 1782 al een herberg). We steken de weg over en gaan de Planken Wambuisweg op (richting FKP63). Deze weg is ook al zeer oud (een Hessenweg). Zo komen we in Mossel. Daar is ook een theehuis, herberg. We gaan door de bossen naar Otterlo (richting FKP84). We rijden eerst over de Mosselseweg en na ca. 1 km rechtsaf het Mosselsepad bijna uit. We gaan (200 m voor FKP84) scherp rechtsaf Heideweg in en rijden die uit. Linksaf Arnhemseweg. Rechtsaf Vijverlaan. Rechts zien we De Zanding (in 1932 begonnen 200 werkelozen te graven en is 1936 geopend). We kunnen daar langs fietsen, Vijverlaan later rechtsaf Brandsingel, richting FKP86. We gaan het eind daarvan naar links: Heiderand.
13
1
2
3
6
4
5
FIETSTOCHT LANGS MONUMENTALE PUNTEN die met “OP REIS” hebben te maken, ter gelegenheid van OPEN MONUMENTEN DAG 2014, zaterdag 13 september
14
9
8
7
Versie 7 Kaartbasis IMG_3934-kleiner
1Δ
Samengesteld: Th.B. mei 2014
hoofdroute, nummers 1 t/m 35 uitbreiding richting Ede, letters a t/m s, ‘lusje naar Lunteren’, letters a) t/m t), of afkorting met letters A t/m F plaatsen waar fietsroute samenvalt met route historische auto’s; tijden zie pagina19 ………..
Fietsknooppuntenkaart omgeving Ede met fietsroute Meester Morren
Deel van ANWB fietskaart 8 ed. 2013
15
1e weg rechtsaf: Weversteeg. We komen bij De Wever 29 Daarna (ook een hotel). Nu heet het Carnegie. weg Weversteeg uitfietsen en rechtsaf richting De Hoge 30 Deze Veluwe. Links is de Houtkamp (vakantieoord, herberg). keren weer om en fietsen door de Dorpsstraat Otterlo in, weer 31 We langs FKP86, richting FKP84. We komen langs twee zeer oude
32 33 34 35 A B C D E F
a b
hotels uit 1900. De eerste rechts heette vroeger eerst Transvaal, later Jagersrust. Nu heet het Kruller. Hier was de bushalte Arnhem-Apeldoorn. Aan het eind van de Dorpsstraat staat links DE WALDHOORN (café en pension) vroeger ook met een speeltuin. Daarna gaan we naar rechts, Harskamperweg richting Harskamp. We steken bij de rotonde over. Rechts komen we langs Café Boschzicht uit 1930. Iets verder zien we rechts Pension “De Hoef”. We gaan verder en wanneer we in Harskamp komen, zien we links het oude KMT, Otterloseweg 2 en we kunnen zo nodig de route bij punt 1 vervolgen.
Een kortere route: We steken bij (punt 17) de Immenweg niet over, maar gaan linksaf de Immenweg op; steken de Edeseweg over en vervolgen de Immenweg, die later Immenkampweg heet. Deze uitrijden (FKP81). Linksaf naar de oversteekplaats voor fietsers. Daar rechtsaf de Apeldoornseweg oversteken en de Roekelse Bosweg in. Rechtsaf het landgoed Roekel in, Koeweg oversteken en de Roekelse Bosweg uitrijden. Linksaf: Mosselsepad en daarna weer R.A. de Heideweg in. vervolgen daarna bij punt 26. Deze korte route is 27 km. Uitbreiding route richting Ede: U kunt ook vanaf De Driesprong, hotel Amadeus (bij punt 18) rechtdoor gaan, over de oude weg (nu parallelweg), het tunneltje door en De Bospoort in. U komt bij het oude café De Bospoort en gaat daar rechtsaf: Amsterdamseweg. U ziet rechts het oude snoepwinkeltje van L.H. van de Bospoort, links de oude Gereformeerde Kerk van 1903 en over het spoor links het oude restaurant uit 1842 “Buitenzorg” (FKP61).
16
c d e f g h i j k l m n o p q r s
Linksaf de Telefoonweg in, bij de rotonde rechtdoor, het Kuiperplein voorbij en; linksaf het spoor over en gelijk weer naar rechts: Museumplein. In het oude stationsgebouw, nu Historisch Museum Ede is een tentoonstelling over “reizen”. Daarna gaat U de weg naast het spoor en neemt de eerste weg links: Nieuwe Stationsstraat. Deze uitrijden en rechtsaf. U ziet het Hotel Dixie’s (vroeger Hotel Gea). Daar neemt U de Stationsweg. Op een gegeven moment ziet U links de Kazernelaan. Deze gaat U in, steekt de Klinkenbergerweg over, rechtdoor rich ting Veluwse Heidebrouwerij (nabij FKP66). U komt langs de P.L. Bergansius Kazerne. Aan het einde van die weg is het Militair Historisch Informatiepunt Ede en de Veluwse Heidebrouwerij. Bij het verlaten van dit punt (de kazerne) gaat U linksaf naar de uitgang van de kazerne, daarna rechtsaf en blijft langs de kazernes rijden over de Nieuwe Kazernelaan (kazernes aan uw rechterzijde). Zo komt U bij het pannenkoekenhuis De Langenberg en de grote Canadese tank. Dus bij de rotonde. Daar gaat U rechtsaf richting Arnhem. Bij de Schaapskooi kunt U oversteken naar Juffrouw Tok (Hotel de Zuid Ginkel). Daar naar links. Weldra is rechts de Groot Ginkelseweg. U kunt die in naar het Natuurcentrum met de maquette van het Belgisch Vluchtoord. Dan weer terug naar het fietspad waar U net vanaf kwam en dan rechtsaf richting Ede. Neem het eerste fietspad rechtsaf De Hessenweg en U ziet links de gedenkstenen van dit “Belgische dorp”. U rijdt verder en komt weer bij De Driesprong. Dit rondje is ongeveer 17 km. U kunt vanaf De Schaapskooi ook rechtsaf gaan richting Arnhem, naar de Planken Wambuis, zoals beschreven is (vanaf punt 22) in de grote route. Ook kunt U vanaf Mossel weer naar de Planken Wambuisweg gaan en dan rechtsaf. Bij de Koeweg gekomen kunt U kiezen naar links naar Ede, naar rechts richting Otterlo of recht
17
door de Planken Wambuisweg uitrijden. U komt dan bij de Apeldoornseweg. Rechtdoor rijden naar uw eigen keuze naar Wekerom, linksaf naar Ede, rechtsaf naar Otterlo, Harskamp of Wekerom. De route is samengesteld door Meester Morren uit Wekerom en uitgewerkt door Theo Boessenkool, 2014
Rondrit historische auto’s Het thema ‘op reis’ kan niet zon der het element van echte be weging. Het reizen wordt in Ede tijdens de Open Monumentendag niet alleen in de vorm van een fietstocht (zie voorgaande pagina’s) ingevuld, maar ook met historische auto’s. Een aantal particuliere bezitters van histo rische auto’s en de Veenendaalse Oldtimer Club zullen een rondrit
door de gemeente maken en locaties in Ede, Wekerom, Lunteren en Bennekom aandoen. De rondrit heeft een aantal pau zes, waar de voertuigen in volle glorie kunnen worden bekeken. ENKA terrein Ede De start van de rondrit is het ENKA-terrein. Naar verwachting
ENKA was de grootste vervoerder van personen met een eigen personeelsbusdienst
18
zullen de auto’s tussen 9:30 en 10:15 hier te zien zijn, voordat zij naar Bennekom rijden.
(rijksmonument). Bij restaurant ‘t Witte Paard worden de auto’s weer opgesteld om te bezichtigen. Naar verwachting is dit tussen 13:45 en 14:30.
In een hal van de ENKA zal een projectie worden gegeven van enkele filmpjes over het vervoer in vroeger tijden.
Mauritskazerne Ede Het einde van de rondrit is op de het voormalige kazernecomplex Maurits. De voertuigen worden daar opgesteld voor het gebouw van de ‘Van Essenkazerne’, op de Kazernelaan van ca. 15:15-16:15 uur.
Brinkerweg Bennekom De rondrit komt langs de Halderbrinkweg, waar twee gemeente lijke monumenten staan; het boerderijcomplex Soetendael (nr. 25) en een boerderijtje uit 1907 (nr. 29) (bron: www.ede.nl, mo numentenregister). De auto’s zijn in deze omgeving te bewonderen tussen 10:45 en 11:45.
Naast de historische voertuigen is er ook een colonneopstelling te zien van legervoertuigen uit de periode ‘koude oorlog’. Dit laatste wordt verzorgd vanuit het militair historisch informatiepunt dat op het kazerneterrein is gevestigd. Het Platform Militaire Historie Ede heeft meerdere informatieve activiteiten op het terrein ingericht die een goed beeld geven van de manier waarop troepen en materieel werden verplaatst.
Roskammersteeg Lunteren Aan de Roskammersteeg staat het gemeentelijk monument ‘het wevershuisje’ (nr. 22). De auto’s zijn op de Roskammersteeg te zien tussen ca. 12:15 en 13:00. Het Laar Wekerom Bij bedrijventerrein Het Laar in Wekerom. Hier zijn resten gevonden van een laat-middeleeuwse versterkte woning
Het kantinegebouw van de ENKA
19
1
3
route 2
Roskammersteeg - Lunteren
route 3
2
6 route 4
5
Bedr. terr. Het Laar - Wekerom
4
Route historische auto’s in gemeente Ede op Open Monumenten Dag Ede - Bennekom - Lunteren - Wekerom - Ede, op zaterdag 13 september 2014
20
9
8
route 1
Start ENKA - Ede
Finish Prins Mauritskazerne - Ede
Brinkerweg / Soetendaal- Bennekom
7
Werkgroep Monumenten Vereniging Oud Ede Theo Boessenkool, juni 2014
EDE - BENNEKOM - LUNTEREN - WEKEROM - EDE OPEN MONUMENTEN DAG 13 SEPTEMBER 2014
Routes 1 t/m 4 en opstelplaatsen in Ede, Bennekom, Lunteren en Wekerom. Eindpunt in Ede op terrein Mauritskazerne. RONDRIT HISTORISCHE AUTO’s Voor routes met straatnamen zie de volgende pagina’s Voor ontmoetingspunten 1Δ t/m 9Δ en tijdstippen zie pagina 19 ……
Deel van stadsplattegrond CITO-plan - 6e editie
21
Enkele auto’s uitgelicht beperkte handelingen hoefde te verrichten.
T-Ford De Ford model T kan met recht het symbool van de moderne tijd genoemd worden. Henry Ford had de ambitie om een voertuig te bouwen dat voor (bijna) iedere arbeider of boer te koop was. Om dit voor elkaar te krijgen, heeft Ford als één van de eerste industriëlen het idee van lopendebandwerk geïntroduceerd.
Bij de rondrit zijn twee T-Fords aanwezig. Interessant om te weten is dat in Ede (hoek Grotestraat/Torenstraat) lange tijd een autofabriek heeft gestaan, althans een carrosseriebouwer. De Edesche Carros seriefabriek gebr. Van Eerten heeft tot ca. 1960 auto’s, vrachtwagens en tractoren omgebouwd tot bussen en speciale voertuigen. De eerste door hen aangepaste auto was een T-Ford uit 1926.
Waar medewerkers eerst een auto van begin tot eind bouwden, werd het werk voor de T-Ford in kleine stappen opgedeeld, waardoor een arbeider slechts een aantal
De T-Ford touring uit 1913 van Maarten Dirksen, die deelneemt aan de historische rondrit.
22
Chevrolet Eagle Hoewel Ford het meest wordt genoemd als succesvol automerk van vóór de Tweede Wereldoorlog, was Chevrolet het grootste automerk in de jaren ‘30. Door de introductie van bovenliggende nokkenassen, een bredere wielbasis en soepeler versnellingsbakken verkocht Chevrolet in 1933 44% meer auto’s dan Ford.
MG C Type De MG C Type is in 1931 en 1932 door MG gebouwd. Het was een raceauto, gebaseerd op het M-type (midget). Zoals de meeste auto’s uit die tijd had de C Type achterwielaandrijving vanaf een viercilinder 750 cc motor. De auto heeft de uitstraling van een echte ouderwetse racer. Geen deuren, geen dak en een puntig toelopende, aerodynamische achterkant. Van dit type zijn er uiteindelijk 44 gemaakt.
De Eagle is in meerdere uitvoeringen gemaakt, van een tweezitter cabriolet tot en met een volledige sedan met vaste kofferbak. In totaal zijn er bijna 450.000 van verkocht.
(mgownersclub.co.uk)
In Lunteren worden tijdens de Open Monumentendag rondritten gemaakt met een klassieke Glaslandauer.
23
Militaire Historie en reizen door het Platform Militaire Historie Ede De rondrit van historische auto’s eindigt bij het Militair Historisch Informatie Punt op de voormalige Prins Mauritskazerne vlakbij de Heidebrouwerij, maar vanaf 10.00 uur is al veel meer te beleven op het voormalige kazerneterrein.
werd geen vakantiereisje! Een week na de Open Monumentendag is het namelijk 70 jaar geleden dat Operatie Market Garden plaatsvond, waarbij op de Ginkelse Heide binnen 15 minuten bijna 1900 parachutisten landden. Daarvoor is bijna 24 uren zwaar gevochten tussen voornamelijk het 7e bataljon The King’s Own Scottish Borderers en de Duitse troepen uit Ede. Met historische foto’s en voorwerpen wordt stilgestaan bij deze bijzondere gebeurtenis op Edes grondgebied.
Colonne In samenwerking met de groep Dienstplicht Koude Oorlog zal aandacht geschonken worden aan colonnerijden. Voor het historisch informatiepunt wordt een rustpunt ingericht van een militaire colonne uit de jaren zeventig. Zo’n colonne moet voldoen aan bepaalde uiterlijke kenmerken zoals de blauwe kappen en een colonnenummer. Aan het eind van de colonne rijdt altijd een veegploeg, die kapotte voertuigen herstelt of bergt.
Deportatie Verder wordt aandacht besteed aan het boek ‘ik houd niet van reizen in oorlogstijd’ van Werner Löwenhardt, een Jood die in werkproject Kamp ’t Schut in Ede was geplaatst. Van daaruit vonden deportaties plaats via Westerbork naar Auschwitz en Sobibor. Dankzij zijn tekentalent overleefde Werner de holocaust. Zijn historische tekeningen geven een uniek beeld van een verzwegen geschiedenis en zullen op Open Monumentendag tentoongesteld worden, omdat reizen niet altijd leuk is…
Expositie luchtlandingen Binnen houdt het Platform Militaire Historie Ede een expositie over de luchtlandingen op de Ginkelse heide in 1944. Britse militairen werden in Nederland ingezet om ons te bevrijden van de Duitsers. Ze stapten in vliegtuigen om later met gliders of parachutes hier te landen. Dit
24
Luchtvaart in Ede Jos van Raan beschrijft in het boekje ‘Langs oude en nieuwe wegen’ de korte en roerige geschiedenis van de luchtvaart in Ede. Want Ede heeft in de jaren ‘10 een vliegveld binnen haar grenzen gehad en sinds 1914 ligt een deel van de start- en lan dingsbanen van vliegbasis Deelen voor een groot deel op Edese grond.
derlander in Nederland!) werd uitgevoerd door Jan Hilgers op 29 juli 1910. Hij heeft de vliegkunst geleerd van Louis Blériot, de man die als eerste het Kanaal over vloog en een beroemd ontwerper en bouwer van vliegtuigen was. Al na enkele jaren bleek dat de vliegsport in Ede weinig ople verde en leidde het vliegveld en de vliegschool een kwakkelend bestaan.
Vliegen boven Ede In de eerste jaren van de 20e eeuw begon de luchtvaart als een gevaarlijke hobby voor waaghalzen en avontuurzoekers. Rond 1910 begon ook in Nederland het avontuur. Daarbij was het in die tijd vooral de bedoeling om met demonstratievluchten geld te verdienen.
Op de Zonneoordlaan staat sinds 1960 een gedenkteken dat herinnert aan de eerste motorvlucht van een Nederlander boven Ne derland.
Daar waren geschikte vlakke terreinen voor nodig. En daarmee komen we in de buurt van Ede. Op de Doesburgerheide, tussen Ede en Lunteren, werd met veel moeite de grond verworven om een vliegveld aan te leggen. In 1910 is toen begonnen met het egaliseren van het terrein
Jan Hilgers monument in de vorm van een vliegtuigvleugel
De eerste vlucht (van een Ne
25
Tentoonstelling De kunst van het reizen In Historisch Museum Ede is van 28 juni t/m 26 oktober 2014 de tentoonstelling ‘De kunst van het reizen’ te zien. In deze tentoonstelling worden tal van voorwerpen getoond die in verleden en heden zijn bedacht om het reizen aangenaam te maken.
In de tentoonstelling is bijzondere aandacht voor reisnecessaires. Voor de hogere klasse was het vrij gewoon om deze vorm van reisbenodigdheden speciaal te laten maken door vermaarde kabinetmakers, goud- en zilversmeden, kristal- en porseleinfabrikanten. Zo maakten zij veel koffers, kisten en foedralen voor toiletbenodigdheden, eetgerei, flacons, kandelaars, naai gerei of schrijfwaren. In de expositie zijn voorbeelden te zien van ingenieus samengestelde 19de-eeuwse reisnecessaires van de befaamde Franse producenten Biennais en Maire; een picknickkoffer van Louis Vuitton uit 1906 en ingenieus samen gestelde reisnecessaire van een officier van Napoleon uit 1809. Het Huis van Oranje is vertegenwoordigd middels een schrijfkist van koningin Wilhelmina en een apothekerskist van Prins Frederik (broer van Willem II, zie foto © Paleis Het Loo).
Reizen is van alle tijden. Vroeger werden nieuwe werelden ontdekt per zeilschip, later werden reizen gemaakt per koets, trein of oceaanstomer. Met de verande ring van vervoermiddelen veranderden ook de reisbenodigdheden. Aanvankelijk werd veel in kisten vervoerd en later in koffers. Tegenwoordig pakt men een rugtas met mobiel en laptop en reist per vliegtuig vlot naar een exotisch paradijs. Uiteraard is in de loop der eeuwen veel veran derd in wat men wel meenam en wat niet. Naast het reizen in z’n algemeenheid gaat de aandacht in deze tentoonstelling vooral uit naar de finesses van het reizen met betrekking tot reisbenodigdheden en attributen.
26
In de stoomtijd werd het reizen met stoomtrein en stoomboot populair. Daarmee veranderden ook de reisbenodigdheden. Voor luxueuze bootreizen werden speciale hutkoffers ontwikkeld voor de uitgebreide garderobe van de welgestelde klasse. De zogeheten kastkoffers vormden hierbij een bijzonder fenomeen. Een koffer die rechtop stond en naar links en rechts open kon en meteen als kast kon dienen. In de tentoonstelling is een rijk ge voerde kastkoffer te zien met aan de ene kant laden voor schoenen en ondergoed en aan de andere kant kledinghaken voor jurken en andere hangkleding.
de Compostela en dan vanuit het oogpunt; wat neem ik NIET mee. Bij de tentoonstelling is een speciale audiotour verkrijgbaar die op een sfeervolle manier meer informatie geeft over de topstukken uit de tentoonstelling, gecombineerd met citaten en muziek. Naast voorwerpen uit de eigen collectie van Historisch Museum Ede zijn de voorwerpen in bruikleen uit o.a. particulier bezit, het Nationaal Museum Paleis Het Loo in Apeldoorn, het Tassenmuseum Hendrikje in Amsterdam, het Museum Korps Rijdende Artillerie in ‘t Harde en het Belasting & Douanemuseum in Rotterdam.
Naast reisbenodigdheden als koffers en kisten zijn er natuur lijk ook allerlei andere attributen bedacht die werden gebruikt door de mensen die veel onderweg waren, zoals militairen, dokto ren, belastingsinspecteurs, bedevaartgangers en smokkelaars. In de tentoonstelling vinden we daarvan het een en ander terug. Een officierskantine, een houten kist met vakken waarin borden, metalen dozen en keukengereedschap kunnen worden opgeborgen, een dokterstas, en kleding en voorwerpen waarin waar gesmokkeld werd getuigen daarvan. Ook bijzonder is het verslag van een pelgrimage naar Santiago
Het Historisch Museum Ede is te bereiken via telefoonnummer 0318-619554 of e-mail:
[email protected]. Informatie kan worden gevonden op de website: www.historischmuseumede. nl. De openingstijden van het museum zijn dinsdag tot en met zaterdag van 13.30 tot 17.00 uur en zondag van 13.30 tot 16.00 uur. Op maandag is het museum de hele dag gesloten.
27
Dienstplichtigen te voet vanaf het station, ca. 1910
De teksten in deze publicatie zijn ontleend aan: Langs oude en nieuwe wegen, de ontwikkeling van verkeer en vervoer op de westelijke Veluwerand, 2007, historische verenigingen Oud-Bennekom, Oud-Ede, Oud-Lunteren en het Gemeentearchief Ede Op ‘t Veluws Hessenspoor, transportaderen uit het verleden, 2012, Jac. Gazenbeek Stichting en Gemeentearchief Ede De Stationsweg in Ede, de geschiedenis van een laan met allure, Kees van Lohuizen, Vereniging Oud Ede, 2013 Historisch Museum Ede: persbericht tentoonstelling De kunst van het reizen, 2014 Wikipedia Diverse teksten van de Veenendaalse Oldtimer Vereniging Samenstelling: Marco van Burgsteden en Theo Boessenkool, vereniging Oud Ede
28