Opdracht 7 Essay: Het Grote Luisteren Geert Jan Kroon (3426475)
1
LUISTEREN: net zoals het uitvoeren van muziek zijn er talloze manieren om het te doen. E.M. Forster beschreef in Howards End een groep mensen die naar de Vijfde van Beethoven luisteren. Mevrouw Munt tikt haar voet ritmisch mee, Helen ziet helden, scheepswrakken en gobelins, Margaret luistert oppervlakkig en Tibby leest mee in de partituur. Mevrouw Munt en Margaret luisteren zonder de muziek tot zich door te laten dringen, Tibby hoort meer, want – zoals het devies van een gepensioneerd Musicoloog uit Groningen luidt – “Wer liest, hört mehr.” Helens luisteren lijkt een juiste aanpak, maar niets is minder waar. Hier zit het probleem van het hedendaagse luisteren: mensen creëren hun eigen kunstwerk – een fantasie. De muziek wordt op de tweede rang geplaatst en als leidraad voor een persoonlijke film gebruikt. Het zijn niet alleen deze verhalen die het luisteren beïnvloeden, want is het laatste deel van Mahlers Negende symfonie wel zo mooi zonder het besef dat hij de woorden: “Vaarwel wrede wereld”, erbij schreef? Je kunt je bewust van deze context niet meer losmaken van de woorden. Het laatste deel, adagio, krijgt een extra laag sentiment. Verhalen en symbolen kunnen een muzikale ervaring verstoren. We schrijven donderdag 30 september, het is zeven uur en je bevindt je bij de inleiding van een concert van het Noord Nederlands Orkest. Op het programma staat de Tiende symfonie van Sjostakovitsj; jouw min of meer bekend. De medewerker die de inleiding verzorgt, wijst je op het DSCH-motief en legt uit dat het om de vier noten D, Eb, C en B gaat. Ze laat een fragment horen en dat klinkt herkenbaar. De inleiding eindigt en het concert begint. Voor de pauze is alles pais en vree en na de pauze zet je je schrap voor een heftig stuk muziek. Het eerste deel: de muziek komt langzaam op gang en onbekommerd gaat het eerste deel voorbij – het verborgen en omgekeerde DSCH-motief valt je niet eens op. Het tweede deel schiet voorbij. Het derde deel; een canon komt weifelend op gang. De muziek meandert verder. En dan een schok: het thema in de houtblazers. Het klinkt zoveel luider dan je voor mogelijk had gehouden. Alle muziek er omheen verdwijnt in een mist en het hele kaartenhuis van rustig opgebouwde spanning valt in duigen. Had je de inleiding nou maar overgeslagen. Zijn betekenissen en symbolen belangrijker dan de inhoud van de muziek? Je bent geneigd tot het denken van niet, totdat je jezelf erop betrapt dat vier tonen met een verhaal een eiland vormen in de zee van klank en de verwijzing naar de componist wel heel duidelijk naar voren komt. Je kunt je er niet van losmaken.
Opdracht 7 Essay: Het Grote Luisteren Geert Jan Kroon (3426475)
2
Wanneer is deze verhalen- en betekenisdrang begonnen? Alle toonzetters voor Bach lijken vrij van schuld. En ook bij Bach en Händel lijkt alles verhaal- en betekenisvrij – voor de luisteraar althans. Haydns en Mozarts stukken lokten wel een paar bijnamen uit, maar waarschijnlijk buiten hun toedoen. Zou de schuld bij Strauss en Liszt liggen met hun programmatische muziek? Of heeft Beethoven er deel aan door zijn symfonie Eroica te noemen? Wie is er begonnen met het aanwakkeren van de verhalendrang bij het grote publiek? Elke componist zal een bedoeling gehad hebben met zijn muziek, maar titels – zoals La Mer, Eine Alpensinfonie en Pastorale – lijken een eerste aanleiding voor het publiek om ervan uit te gaan dat muziek ergens over kan gaan. Muziek met gezongen of gesproken tekst laten we buiten beschouwing, omdat tekst al buiten de muziek staat. Hoewel de tekst de luisteraar soms ontgaat, want wie verstaat de Poolse teksten van Gorecki? Een Pool. Misschien moeten we het probleem niet bij de componisten zoeken, maar bij onszelf, de luisteraar. In onze postmodernistische tijd spelen verwijzingen en betekenissen een grote rol in het dagelijks leven. Internet is een titanenbron van intertekstualiteit, waar onze geest tegenwoordig mee om weet te gaan. Is het voor ons onmogelijk geworden om dingen te zien zoals ze zijn? Symbolen en betekenissen hebben bezit van ons genomen. Wie kan er nog een jas van Lonsdale aan zonder een neonazi te zijn? Witte veters betekent racisme, rode agressie en roze zijn voor mietjes. De oorbel links betekent homo, en rechts gabber – of is het alweer wat anders? Disco is gay, Graveyard terror is oké en klassiek is ‘o nee’. Verwijzing gaat boven inhoud. Niets bestaat meer op zichzelf, zelfs de eenvoud van toiletpapier is niet meer, zelfs dat moet iets betekenen en ergens voor staan. Muziek is hier een slachtoffer van. Met als kwalijkste variant de tiener die gespeend van elk luistervermogen met zijn auditieve bling bling door de straten slentert. Waar ooit mensen samen kwamen en muziek als gemeenschapsplaats hadden, wordt het nu gebruikt om de directe omgeving lastig te vallen met een subcultuur. Zonder dat ze zelf de moeite nemen er naar te luisteren. Muzikaal misbruik, oor ontering, maar gelukkig blijft de gecomponeerde muziek buiten schot. Het wachten is op de dag dat de elite met Stockhausen en Andriessen de straten onveilig gaat maken. In de genderstudies – een wetenschappelijk kind van onze tijd – wordt gezocht naar onder andere de positie van de vrouw in de muziek. Zoals musicoloog Joke Dame zegt gaat het om het doel van degene die de uitspraak doet. Dus de musicoloog die latente homoseksuele neigingen in de muziek van Händel wil ontwaren, moet bij zichzelf te rade gaan waarom hij
Opdracht 7 Essay: Het Grote Luisteren Geert Jan Kroon (3426475)
3
dit doet. Wie heeft de latente neiging Händel of de musicoloog? Ook in de wetenschap worden de grenzen van het betekenis geven opgezocht. Waarom hebben wij deze zaken buiten de muziek nodig bij het luisteren? Zijn verhalen, plots en context nodig om een stuk te begrijpen? Is de muziek op zichzelf niet genoeg? Je kunt je lastig voorstellen dat mensen die van een Mozart symfonie een verhaal maken, bij de herhaling van de expositie het verhaal gewoon even opnieuw laten beginnen. Dat moeten we in een film proberen, een herhaling van het eerste bedrijf, de expositie. De muziek van Mozart is niet geschreven als programmamuziek en kan daarom herhaald worden. Waarom dan een verhaal verzinnen bij deze absolute muziek? Al deze vormen van muziek beluisteren worden ook wel Muziek Met Meer1 genoemd. Muziek die niet op zichzelf staand kan functioneren. Daar tegenover staat Muziek Zonder Meer, maar hier kleeft een nadeel aan. Muziek wordt niet zonder betekenis geschreven, want het kan wel met een plot geschreven zijn of een uitdrukking van ideeën zijn. Wat niet kan, is dat wij, de luisteraars, dat zonder meer begrijpen. Biografische en historische factoren spelen ook een rol bij de receptie van muziek. De fout is dat we denken te weten wat een componist uit wilde drukken. Dat betekent niet dat er geen betekenis in de muziek zit. Er is altijd Muziek Met Meer. Wat je als luisteraar moet doen is proberen alle biografische, historische en andere nonsens los te laten bij het luisteren. Een paar voorbeelden van andere kunstvormen. Als je naar het melkmeisje kijkt kun je dat bekijken zonder daarbij de biografie van Johannes Vermeer te kennen of er op toe te passen. Dat betekent niet dat je alleen een vrouw ziet die melk inschenkt, er is meer, er gaat een bepaalde emotie van uit en het roept iets in je op. Bij het lezen van Umberto Eco’s De naam van de roos voeren de verwijzingen niet de boventoon voor het ervaren van het boek. Dat William van Baskerville impliciet verwijst naar het karakter van Arthur Conan Doyle en William van Ockham, en de blinde Monnik Jorge van Burgos verwijst naar Jorge Luis Borges is voer voor de semiologen, maar niet in elke lezer/luisteraar schuilt een semioloog. Er blijft een leuk detectiveverhaaltje over, maar wel een met de geur van de Middeleeuwen. De hoofdstukken geven de zweem van een gedisciplineerd kloosterleven en tussen elke zin sijpelt de scholastische denkwijze. Natuurlijk gaat het Eco om de verwijzingen naar andere teksten, maar zo zal de componist ook verwijzen naar zaken die voor ons verborgen blijven.
1
Muziek Met Meer als de tegenhanger van Muziek Zonder Meer, zoals muziekcriticus Elmer Schönberger in zijn Huizingalezing de term Music Alone van muziekfilosoof Peter Kivy vertaalde.
Opdracht 7 Essay: Het Grote Luisteren Geert Jan Kroon (3426475)
4
Als we deze voorbeelden op de muziek toepassen is het is de niet de muziek die zonder meer moet zijn, maar het luisteren, zoals het kijken en lezen dat zonder meer is. We moeten Luisteren Zonder Meer, want alleen door het luisteren helemaal vrij te houden van invloeden van buitenaf kunnen we muziek op een juiste manier tot ons nemen. Wordt muziek dan gereduceerd tot geluid en krijgen Cage en de zijnen dan gelijk? Nee, muziek is meer dan alleen geluid, maar wat er dan ‘meer’ is, is een discussie voor filosofen. We doen toch een poging. Emoties liggen voor de hand als de meerwaarde van muziek, maar emotie is een beladen woord. Het slaat meteen over naar sentimenteel. Het gaat om gevoelens zoals: trots, droefheid, opgewektheid, smart en nostalgie. Is hier een woord voor? Deze gevoelens maken structureel onderdeel van de muziek uit2. Hoe geven we invulling aan Luisteren Zonder Meer? Volgens Kivy speelt muziek een spel met onze verwachtingen en volgens filosoof Jerrold Levinson moeten we vluchtig luisteren. De eerste aanpak berust op het herkennen van thema’s en kennis van muziektheorie, maar het nadeel is dat muziek tot een soort spelletje wordt gereduceerd. En vluchtig luisteren, het woord vluchtig geeft wel aan wat het probleem daarmee is. Nee, het beste is nog als muziekcriticus luisteren en proberen het stuk onder woorden te brengen. Dat klinkt tegenstrijdig – geen verhalen verzinnen! Hij of zij zoekt bewoordingen die op dezelfde manier uitdrukking geven aan een gevoel als muziek. Deze bewoordingen volgen geen verhaallijn, in tegenstelling tot het luisteren van Helen – Gobelins die door Beethoven worden verslagen, het idee alleen al. Wat betekent dit voor het luisteren? De Tweede symfonie van Mahler heeft veel te leiden onder verhalen. Het eerste deel behelst vragen als: “Waarom heb je geleefd? Waarom heb je geleden? Is het niet allemaal één verschrikkelijke grap?” In het derde preekt Antonius van Padua tegen de vissen. En de symfonie eindigt met een overwinning op de dood. De door Mahler gestelde vragen halen de meeste luisteraars niet uit de muziek, maar eenmaal bekend geven ze het eerste deel een valse lading. Een zekere twijfel en onzekerheid zijn wel waar te nemen in het deel en dat zijn de gevoelens die er toe doen. In Don Juan zal Richard Strauss de legende van Don Juan als uitgangspunt gebruikt hebben, maar dit haal je er al luisteraar niet meteen uit. De titel laat je de muziek op een bepaalde manier interpreteren. Moeten we zo een stuk uitleggen met het verhaal als uitgangspunt? Het
2
Een notie die we onder meer kennen van Peter Kivy uit zijn Introduction to a Philosophy of Music.
Opdracht 7 Essay: Het Grote Luisteren Geert Jan Kroon (3426475)
5
is niet noodzakelijk. We horen het brutale en trotse karakter van de muziek in contrast met de weelderige liefde. Luisteren Zonder Meer lijkt mogelijk, maar is het wel voor de muziekliefhebber weggelegd, of is het alleen haalbaar voor de zogenaamde Highbrow? Highbrow is een sociologische term die gelijk staat aan intellectueel en/of de elite. Hoewel een groot deel van de elite bepaald niet intellectueel is, maar macht is kennis en dat betekent dat elite gelijk staat aan intellectueel. Luisteren vraagt misschien enige opvoeding en een bepaalde culturele houding die bij de Lowbrow – het muzikale gepeupel – ontbreekt. De gecomponeerde muziek is voor hen wellicht beter te verteren met een leuk verhaal erbij of in een bepaald verband. Scholing leidt naar een grote rugzak met biografisch en historische feiten, maar ook een beter begrip voor een formalistische houding. Een houding vrij van de context en alleen op het kunstwerk gericht. Luisteren moet bestaan in al haar zonderlinge zaligheid los van de woelige wereld. Vrij van biografie, historie, narratie en intentie. Muziek kan hier niet los van zijn, want zij wordt in die wereld gecreëerd, maar laten we het luisteren hiervan proberen los te maken. De grootste groep luisteraars bevindt zich in het donker en een enkeling in het licht van muzikaal begrip – waar zelfs hedendaagse muziek op bijval kan rekenen. De meeste muziekliefhebbers bevinden zich desondanks nog in het toonrijke tweedonker tussen volledig begrip en niet luisteren.