Op zoek naar werk Werkboek
Werkboek Op zoek naar Werk
Pagina:
Inleiding Hoofdstuk
Hoofdstuk
4
1.
Academici en Arbeidsmarkt
5
1.1 1.2 1.3 1.4
Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt Starters op de arbeidsmarkt Werk zoeken is een proces Loopbaanvaardigheden
5 5 6 6
2.
Stappenplan Op zoek naar Werk
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.1.7 2.1.8
Stap 1: Persoonlijk Profiel Eigenschappen Capaciteiten Interesses Waarden Wensen en bereidheden Samenvatting Persoonlijk Profiel Nog enkele persoonlijke vragen Ideale baan
7 7 10 14 15 17 19 20 20
2.2 2.2.1
Stap 2: Werkveldenonderzoek (Branche-analyse) Werkvelden
21 24
2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5
Stap 3: Werkplek-/baanoriëntatie Werkplekvoorkeuren Baanvoorkeuren Organisatiecultuur Samenvatting Werkplek-/baanoriëntatie Vacatures verzamelen
27 27 28 33 35
2.4 2.4.1 2.4.2
Stap 4: Arbeidsmarktverkenning Advertentieselectie en advertentie-analyse Netwerken
38 38 41
2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.5.4 2.5.5
Stap 5: Plan van aanpak Actieplan Kiezen De zes fasen van Taborsky Valkuilen in het keuzeproces T-model
49 49 50 50 51 52
2.6 2.6.1 2.6.2 2.6.3 2.6.4 2.6.5 2.6.6
Stap 6: Werk zoeken, vinden en veroveren Curriculum vitae Gericht solliciteren op een personeelsadvertentie Open sollicitaties Andere mogelijkheden voor werkverwerving Het sollicitatiegesprek De sollicitatieprocedure
55 55 62 67 69 70 75
2
7
36
Hoofdstuk
2.6.7 2.6.8 2.6.9
Psychologische tests en Assessment Center Het arbeidsvoorwaardengesprek en de arbeidsovereenkomst Solliciteren en gezondheid
3.
Ondersteuning bij werkzoeken/intermediairs
3.1. 3.1.1. 3.1.2. 3.1.3. 3.1.4. 3.1.5.
Intermediairs Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) Uitzendbureaus Bureaus voor werving en selectie Executive Search bureaus of headhunters Internet
83 83 83 83 84 84
3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5
Informatie Studenteninformatiecentrum BUL Studiekeuze & Loopbaan Service PITSSTOP - Plexus Informatie Trefpunt voor Studenten Leidse arbeidsmarktorganisaties Loopbaancentrum Letteren
86 86 86 88 89 89
Literatuur / Bronnen
76 78 81
83
90
Dit werkboek is samengesteld door de studiekeuze-/loopbaanadviseurs van BUL Studiekeuze & Loopbaan Service. BUL is onderdeel van de afdeling Studie- en studentenondersteuning van het Expertisecentrum voor Internationalisering, Communicatie en Studenten (ICS).
3
Inleiding Als je dit werkboek leest heb je ongeveer twintig jaar in het onderwijssysteem doorgebracht. Vanaf de kleuterschool, de lagere school, het VWO tot het afstuderen. Je hebt je kennis eigen gemaakt, vaardigheden geleerd, je hebt je waarden en normen verder ontwikkeld en je hebt gebruik gemaakt van allerlei faciliteiten. Het vertrek uit dit systeem naar de arbeidsmarkt vormt een van de grootste veranderingen in je leven. Denk maar eens aan je manier van tijdsbesteding, geld, verantwoordelijkheden, huisvesting etc. Wanneer je aan afstuderenden in jouw situatie de vraag stelt: “Wat kost je moeite om achter je te laten als je terugdenkt aan je studententijd”, dan hoor je vaak de volgende antwoorden: - de vrijheid om zelf je tijd in te delen; - de mogelijkheden waar je tijdens je studie uit kon kiezen; - de mogelijkheid om op allerlei terreinen je nieuwsgierigheid te bevredigen; - de informele omgang met medestudenten; - de mogelijkheid om overal je mening over te ventileren of - de vele mogelijkheden voor sociale contacten met gelijkgestemden. "Wat krijg je of wens je hiervoor in de plaats?" Antwoorden op deze vraag liggen in de orde van: - verantwoordelijkheid krijgen; - jezelf nuttig maken in de maatschappij; - regelmaat of structuur in het leven; - uiteenlopende mensen ontmoeten; - financiële vrijheid om geld te besteden, na al die 'arme jaren'; - eindelijk de geleerde kennis en vaardigheden zelf kunnen toepassen of - zelfstandigheid. Het is zinvol om deze vragen ook eens voor jezelf te beantwoorden. Het helpt je bij het verwoorden van je loopbaanwensen. De overstap naar de arbeidsmarkt betekent een grote verandering in je leven. Veranderingen brengen altijd emoties met zich mee. Hierbij is onzekerheid een veel voorkomend gevoel. Dit kan zich uiten in gedachten of uitspraken zoals: “Eigenlijk stelt het niks voor wat ik geleerd heb”, “ had ik maar een andere opleiding gevolgd”, “ ik kan mezelf niet aanprijzen”. Je bent niet de enige die deze onzekerheid ervaart. Velen voor, met en na jou voelen dezelfde onzekerheid als zij zichzelf op de arbeidsmarkt gaan zetten. Om een beetje beslagen ten ijs de arbeidsmarkt te kunnen betreden, is het belangrijk dat je voor jezelf goed op een rijtje zet wat je wilt, wat je kunt en wat de mogelijkheden voor jou op de arbeidsmarkt zijn. Dit proces van loopbaanoriëntatie is noodzakelijk wil je een bij jou passende werkplek vinden. In dit werkboek 'Op zoek naar werk' staan we stil bij je positie als afgestudeerde, de arbeidsmarkt, het proces en de verschillende manieren van werkzoeken, het ontwikkelen van loopbaanvaardigheden met een stappenplan als handreiking en het formuleren en uitvoeren van actieplannen. Het werkboek is bedoeld om je ideeën te geven over hoe je traject naar passend werk eruit kan zien.
4
1.
Academici en de arbeidsmarkt
1.1
Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt De arbeidsmarkt is een complexe wereld waarin andere waarden, normen en eisen gelden dan aan de universiteit. Verandering is het sleutelbegrip in de moderne samenleving. Technologische ontwikkelingen, internationalisering en globalisering, toenemende concurrentie en veranderende wensen van consumenten noodzaken organisaties en hun werknemers om zelf mee te veranderen. Onderhevig aan ontwikkelingen en voortdurend aan het veranderen, is er eigenlijk geen sprake van één arbeidsmarkt. Organisatiestructuren variëren van hiërarchisch en directief tot platte organisaties met autonome werkeenheden, waarbij samenwerken belangrijk is en de manager een begeleidende rol krijgt. Nieuwe functies, organisaties en opleidingen ontstaan als reactie op veranderende behoeften van de samenleving. Met name in de zakelijke dienstverlening, waar veel hoger opgeleiden werken, kunnen functies van aard veranderen als de markt dat vraagt. Als werknemer moet je in je werk dezelfde flexibiliteit aan de dag leggen. Daar komt bij dat persoonlijke kwaliteiten en vaardigheden van de individuele werknemer steeds bepalender zijn voor het carrièreverloop. Je leven lang werken bij één organisatie past niet meer in deze tijd. Verwacht wordt dat werknemers zich continu verder ontwikkelen door scholing en door het opdoen van gevarieerde praktijkervaring.
1.2
Starters op de arbeidsmarkt Veel werkgevers, met name de grote organisaties, zoeken werknemers die breed inzetbaar zijn. In het algemeen hecht de werkgever groot belang aan communicatieve en sociale vaardigheden, resultaatgerichtheid, persoonlijke uitstraling, zelfstandigheid en het passen in de bedrijfscultuur. Er is sprake van een ‘opwaardering’ van functies. Eisen die vroeger alleen aan managers gesteld werden, zoals zelfstandigheid, innovatief vermogen en flexibiliteit, worden nu aan elke werknemer gesteld. Daarnaast zal men je enthousiasme en motivatie voor de specifieke organisatie of functie toetsen. Vakkennis speelt wel een rol, maar minstens zo belangrijk is de persoonlijkheid van de werknemer. De academische titel wordt gezien als een startkwalificatie op de arbeidsmarkt, één die aantoont dat je als afgestudeerde geleerd hebt te leren en denken op academisch niveau. Als starter op de arbeidsmarkt kun je dikwijls het gevoel hebben dat je weinig relevante werkervaring hebt. Dit gevoel kan veroorzaakt worden door het idee dat je veel ervaring moet hebben op het niveau van de functie. Het hebben van ervaring op een ander niveau (bijvoorbeeld door bijbaantjes of bestuursfuncties) is echter vaak al voldoende relevante ervaring: je hebt het gedaan, je weet wat het is, en je kunt je ervaring nu verder gaan uitbouwen. Voor werkgevers kan het eventuele gebrek aan werkervaring ook gecompenseerd worden door je persoonlijkheid en motivatie. De frisse kijk van starters en het optimale aanpassingsvermogen aan de bedrijfscultuur maken starters aantrekkelijk in de ogen van werkgevers.
5
1.3
Werkzoeken is een proces Als werkzoekende is het belangrijk actief de kansen op te sporen die er voor jou liggen. De voortdurende ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de daaraan verbonden eisen van werkgevers, maken het noodzakelijk dat je jezelf, als sollicitant, moet beschouwen als iemand die op een specifiek gebied binnen de arbeidsmarkt het beste tot zijn recht komt. Daartoe moet je een vertaalslag kunnen maken van wat je in je studie, werkervaring, nevenactiviteiten en hobby’s geleerd hebt, naar de toepassing op de arbeidsmarkt. Hoe de arbeidsmarkt er ook uit ziet, gunstig of ongunstig, een ruim of juist een krap vacature-aanbod, het blijft belangrijk je goed te oriënteren. Als de banen voor het oprapen liggen, moet je oppassen dat je niet te snel kiest. De aanbiedingen kunnen verleidelijk zijn, maar past de desbetreffende functie wel bij jou? Als de arbeidsmarkt niet veel banen biedt, dan is het zaak dat je goed weet wat je in huis hebt, zodat je je op maat kunt presenteren. Wat heb jij te bieden? En waar liggen voor jou de mogelijkheden? Werkgevers zijn steeds weer op zoek naar een unieke samenstelling van kennis en kunde die zij graag in een sollicitant verenigd zien. Zij laten zich daarbij leiden door hun eigen behoeften. De consequentie voor jou als werkzoekende is dan ook dat een oriëntatie op die behoeften steeds opnieuw nodig is. Het heeft niet veel zin te solliciteren op alles wat maar in de kranten verschijnt in de hoop dat dit snel werk oplevert. Het gericht solliciteren op specifieke organisaties en functies levert vaak betere resultaten op. Werkgevers willen liever sollicitanten die blijk geven van een gemotiveerde keuze voor de betreffende functie en organisatie. Bij een sollicitatie zul je ernaar moeten streven duidelijk in beeld te brengen wat jij juist aan die specifieke werkgever te bieden hebt. Dit doe je onder andere door het helder krijgen van je verworven (en in de toekomst nog te verwerven) loopbaanvaardigheden.
1.4
Loopbaanvaardigheden Om zelf je loopbaan vorm te kunnen geven, zul je je bewust moeten worden van je loopbaanvaardigheden of loopbaancompetenties. Met loopbaanvaardigheid wordt bedoeld: een bekwaamheid of een vaardigheid die je in staat stelt greep te hebben op je eigen loopbaan, om loopbaanplannen te maken en deze uit te voeren. Deze plannen horen uit te gaan van een goed inzicht in je eigen motivatie, interesses en capaciteiten. Het is belangrijk dat je bewust leert je eigen loopbaan vorm te geven en te sturen. Het ontwikkelen van loopbaanvaardigheden is een proces dat gedurende je hele onderwijs- en arbeidsloopbaan speelt. In deze fase van je studieloopbaan zul je waarschijnlijk al verschillende loopbaanvaardigheden ontwikkeld hebben, maar het kan ook best zijn dat je daar nog het een en ander aan moet doen. Door middel van extracurriculaire activiteiten, zoals bestuurlijke ervaring, bijbaantjes of een buitenlandverblijf, kun je diverse vaardigheden opdoen, die kunnen bijdragen aan het vormgeven van je loopbaan. Onder loopbaanvaardigheden worden ondermeer verstaan het zicht krijgen op je eigen normen, waarden, interesses en persoonlijke capaciteiten (zelfanalyse), evenals het onderzoeken van ideeën en mogelijkheden, het maken van keuzes en het ondernemen van actie. Om zicht te krijgen op en het verder ontwikkelen van je loopbaanvaardigheden wordt in dit werkboek hiertoe een stappenplan Op zoek naar Werk als handreiking geboden. Dit stappenplan biedt je de mogelijkheid om je loopbaanplannen systematisch aan te pakken.
2.
Stappenplan ‘Op zoek naar werk’ 6
Om bij jou passend werk te vinden, is het belangrijk om goed na te denken over welk soort werk iets voor jou zou zijn. Het stappenplan ”Op zoek naar werk” helpt je om hier achter te komen. Dit stappenplan bestaat uit vijf stappen. Bij elke stap moeten verschillende opdrachten uitgevoerd worden. Als je deze stappen hebt doorlopen ben je vrijwel zeker veel te weten gekomen over jezelf en over de mogelijkheden voor jou. De vijf stappen zien er als volgt uit: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
2.1
Persoonlijk profiel (Wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik?) Werkveldenonderzoek (In welke branche wil ik werken?) Werkplek-/baanoriëntatie (Welk werk wil ik doen?) Arbeidsmarktverkenning (Hoe verken ik de arbeidsmarkt?) Plan van aanpak (Wat kan ik doen om het goed aan te pakken?) Werk zoeken, vinden en veroveren (Hoe kom ik op de juiste plek?)
Stap 1: Persoonlijk Profiel De eerste stap is het vormen van een totaalbeeld van jezelf. Dit doe je door het opbouwen van een persoonlijk profiel, een 'zelfportret’. Door inzicht te krijgen in hoe je zelf in elkaar zit, b.v. bepalen wat je sterke eigenschappen zijn, waar je goed in bent, wat je leuk vindt om te doen, wat je belangrijk vindt in het leven en in je toekomstige werk, kun je beter een juiste keuze maken voor een passende baan. Dit persoonlijk profiel bevat de volgende punten: a. Eigenschappen b. Capaciteiten/vaardigheden c. Interesses d. Waarden e. Wensen en bereidheden f. Ideale baan
2.1.1
Eigenschappen Geef in onderstaande oefening aan welke eigenschappen op jou van toepassing zijn. Let op: vul het in zoals je werkelijk bent, en niet zoals je zou willen zijn of zoals je zou willen dat anderen je zien. Soms is er een verschil tussen hoe jij jezelf ziet en hoe anderen jou zien. Praat er dus ook eens met anderen over. Dit kun je ook doen door anderen die jou goed kennen deze lijst over jou in te laten vullen (maak van te voren kopieën). Bespreek de verschillende lijsten met elkaar en let daarbij vooral op de verschillen. Vraag de ander om voorbeelden over jou te bedenken waarop hij deze score gebaseerd heeft.
7
Zet een kruisje op de plek die aangeeft in hoeverre een eigenschap op jou van toepassing is.
Eigenschap
--
-
± + ++
Eigenschap
Aardig
Praktisch
Attent
Realistisch
Behulpzaam
Waardig
Betrokken
Welsprekend
Bezorgd
Zelfbewust
Goedgehumeurd
Actief
Hoffelijk
Dynamisch
Mensgericht
Energiek
Persoonlijk
Enthousiast
Sociaal
Inspirerend
Vriendelijk
Ambitieus
Zorgzaam
Krachtig
Bedachtzaam
Strijdlustig
Beschouwend
Veeleisend
Objectief
Extravert
Overwogen
Geïnformeerd
Ruimdenkend
Nieuwsgierig
Charismatisch
Openhartig
Communicatief
Overtuigend
Extravert
Individualistisch
Gul
Onafhankelijk
8
--
-
±
+ ++
Eigenschap
--
-
± + ++
Eigenschap
Humoristisch
Ondernemend
Sympathiek
Zelfstandig
Vriendelijk
Aandachtig
Democratisch
Alert
Eerlijk
Analytisch
Geduldig
Logisch
Oprecht
Oplettend
Toegevend
Initiatiefrijk
Tolerant
Sensitief
Beschaafd
Scherpzinnig
Evenwichtig
Filosofisch
Gebalanceerd
Helder
Gedistingeerd
Intellectueel
Kalm
Slim
Consequent
Vindingrijk
Methodisch
Bescheiden
Nauwgezet
Diplomatiek
Ordelijk
Discreet
Systematisch
Respectvol
Constructief
Tactvol
Daadkrachtig
Optimistisch
Doelgericht
Positief
Durvend
Visie hebbend
9
--
-
±
+ ++
Eigenschap
2.1.2
--
-
± + ++
Eigenschap
Moedig
Vooruitdenken
Artistiek
Betrokken
Creatief
Betrouwbaar
Fantasierijk
Coöperatief
Flexibel
Loyaal
Intuïtief
…..
Detaillistisch
…..
Economisch
…..
Perfectionistisch
…..
--
-
±
+
++
Capaciteiten Om erachter te komen op welke terreinen jouw specifieke capaciteiten liggen, is het van belang allereerst kritisch bij jezelf stil te staan en daarna ook eens de mening te vragen van een partner/ vriend(in) of collega. Ook hierbij kun je natuurlijk kopieën van de lijst door anderen over jou laten invullen en dit vervolgens vergelijken met wat jij over jezelf had ingevuld. Loop allereerst alle capaciteiten langs en zet een kruisje op de plek in welke mate je denkt ergens goed in te zijn. Omcirkel daarna de bekwaamheden waarin je op de een of andere manier ervaring hebt opgedaan.
Capaciteiten
prima
Technisch inzicht Ruimtelijk inzicht Bedrijfseconomisch inzicht Analytisch inzicht Projecten, beleid uitvoeren
10
goed
matig
slecht
Capaciteiten
prima
Beleid ontwikkelen Iets kunnen samenvatten Iets kunnen verklaren Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid Vaardigheid met computer Spreken in het openbaar Besluitvaardigheid Stressbestendigheid Loyaliteit Accuratesse Doorzettingsvermogen Zelfstandigheid Concentratievermogen Improvisatietalent Hulpvaardigheid Overredingskracht Incasseringsvermogen Zelfbeheersing Openheid Betrouwbaarheid Creativiteit in denken
11
goed
matig
slecht
Capaciteiten
prima
Artistieke vaardigheden Geheugencapaciteit Anticipatievermogen Kennis en gebruik van vreemde talen Sociale vaardigheden Representativiteit Nauwgezetheid Teamwork, stimulerend vermogen Reageren op lastige situaties Slecht nieuws overbrengen Inzicht in doen en laten van anderen Interesse in doen en laten van anderen Contactuele eigenschappen Open staan voor adviezen Verantwoordelijkheidsgevoel Leidinggevende kwaliteiten Bestuurlijke kwaliteiten Verzorgende / verplegende kwaliteiten Verkopen, vertegenwoordigen Commercieel inzicht Werktempo Organiseren, plannen, projectmatig werken Administreren, financiën beheren
12
goed
matig
slecht
Capaciteiten
prima
Informatie verzamelen en verwerken Adviseren Bemiddelen Coördineren Conflicten oplossen Resultaatgericht Onderzoeken Onderhandelen Inleven in anderen Incasseringsvermogen Luisteren Initiatieven nemen Delegeren Oog voor detail Instrueren Doelgerichtheid Gezondheid:
Algehele conditie Fysieke conditie Psychische conditie “Goed geheugen” “Dynamische uitstraling”
13
goed
matig
slecht
2.1.3
Interesses Interesse is een belangrijke motiverende en richtinggevende factor. Als je ergens in geïnteresseerd bent, gaat het veel gemakkelijker dan wanneer je er eigenlijk niets in ziet. Maar interesses kunnen ook veranderen. In de jaren die je aan de universiteit doorbrengt ontdek je veel nieuwe dingen. In deze opdracht ga je voor jezelf op een rijtje zetten hoe de stand van zaken op dit moment is. Onder aan deze pagina vind je drie kolommen. • • •
Schrijf in de eerste kolom de dingen die je naast je studie doet of gedaan hebt; denk hierbij aan hobby’s, sport, baantjes, verenigingen, etc. Geef in de tweede kolom per activiteit aan wat je daarin aantrekt en ook wat de negatieve kanten zijn. Noteer in de derde kolom (in steekwoorden) welke vaardigheden je van deze activiteiten hebt geleerd (denk aan zaken als organiseren, samenwerken, goed luisteren, creativiteit…) Bijv. een hobby als bergsport kan iets zeggen over jouw doorzettings- en improvisatievermogen en teamgeest. Tijdens een bijbaantje op donderdagavond in een warenhuis leer je omgaan met mensen, hoe een organisatie in elkaar zit, je doet werkervaring op en als het vaak druk is zegt het iets over jouw stressbestendigheid.
Voor alle duidelijkheid: het gaat hier niet zozeer om je studie, maar om interesses buiten je studie.
Activiteiten
Leuk / niet leuk?
14
Leerervaringen
Kies uit deze opdracht de drie leukste onderdelen die je hebt opgeschreven. Motiveer je keuzes. Leukste onderdelen: 1……………………………………….., want…………………………………….. 2……………………………………….., want…………………………………….. 3……………………………………….., want……………………………………..
2.1.4
Waarden Een andere belangrijke motiverende factor wordt bepaald door de waarden die je nastreeft. Wat is kort gezegd voor jou de “zin van het leven”. Het gaat hier niet om diepzinnige filosofische discussies, maar om een simpele benadering van wat voor jou zinvol is. Voor veel mensen is werk bijvoorbeeld enorm belangrijk. Als je werkt, bén je iemand. Je studie bereidt je daarop voor. Daarom is het nuttig om te denken over wat voor jou “zinvol bezig zijn” betekent, welke waarden voor jou belangrijk zijn. Geef in de bijgevoegde lijst per waarde aan (kruisjes zetten) wat je belangrijk vindt en wat je niet belangrijk vindt. Noteer vervolgens in de rij “de 5 belangrijkste” welke 5 van deze waarden voor jou het belangrijkst zijn (hier kruis je er dus maar 5 aan).
De 5 belangrijkste
Persoonlijke waarden
Belangrijk
Verworvenheden (prestaties, het gevoel iets tot stand te hebben gebracht, vakmanschap) Vooruitgang (promotie) Avontuur (nieuwe en uitdagende ervaringen) Genegenheid (liefde en warmte) Wedijver (willen winnen, risico’s nemen) Creativiteit (fantasievol en vernieuwend zijn) Coöperatie (goed met anderen samenwerken, teamwork) Economische zekerheid Beroemd willen worden (bekend willen zijn) Gezins-, familiegeluk
15
Niet Belangrijk
De 5 belangrijkste
Persoonlijke waarden
Belangrijk
Vrijheid (onafhankelijkheid, autonomie) Vriendschap (goede relaties met anderen) Gezondheid Hulpvaardigheid (anderen helpen) Innerlijke harmonie (innerlijke rust) Integriteit (eerlijkheid, oprechtheid, staan voor ideeën) Betrokkenheid (met anderen meedoen, erbij horen) Loyaliteit (plichtsbesef, respect, gehoorzaamheid) Orde (kalmte, stabiliteit, aangepastheid) Persoonlijke ontwikkeling (gebruik van potenties) Plezier (gemakkelijke levenshouding) Macht (beheersing, autoriteit en invloed over/op anderen) Erkenning (respect van anderen, status) Geloof (sterke religieuze ideeën, betrokkenheid bij God) Verantwoordelijkheid (aanspreekbaar voor resultaten) Zelfrespect (trots, gevoel voor persoonlijke identiteit) Weelde (geld verdienen, rijk worden) Wijsheid (het leven begrijpen, kennis vergaren) Zelf te benoemen waarde ………………..
16
Niet belangrijk
2.1.5
Wensen en bereidheden Welke wensen heb je ten aanzien van werk om het voor jou interessant te maken en te houden en welke zeker niet? En waar ben je toe bereid? Het is belangrijk om inzicht te krijgen in jouw wensen en bereidheden. Wat je wilt hoeft immers niet altijd alleen te maken te hebben met je eigen idealen, behoeften en toekomstdromen, maar tevens met de bereidheid aan die van anderen tegemoet te komen. De lijst op de volgende bladzijde is te gebruiken om een overzicht te maken van je wensen/voorkeuren en bereidheden. Geef bij deze lijst achter de diverse mogelijkheden aan of je iets persé wilt, bij voorkeur wel, liever niet (maar desnoods wel) of absoluut niet.
Wensen/bereidheden
persé
bij voorkeur
Een tijdelijke baan Een vaste baan Freelance werkzaamheden Vaste werktijden Variabele werktijden Onregelmatige werktijden In de non-profit sector In een commercieel bedrijf Leidinggeven Routinematige werkzaamheden Lichamelijk werk Werken met gereedschap / machines Werken met mensen: jongeren Werken met mensen: ouderen Werken met mensen: zieken / gehandicapten
17
wellicht
liever niet
nee
Wensen/bereidheden
persé
bij voorkeur
Financieel-administratief werk Administratief werk Werken met woorden Werken met informatie Werken met planten en / of dieren Eenvoudig werk Afwisselend werk Uitdagend werk Creatief uiting geven aan ideeën / gevoelens Wetenschappelijk werk Zelfstandig werk Werken in teamverband Scholings- en ontwikkelingskansen Hoge(re) salariëring Werken in een bepaalde regio Representativiteit Werken op een vaste plek Werken op verschillende plaatsen Maatschappelijk gewaardeerd werk Werken onder tijdsdruk Eigen werktempo kunnen bepalen
18
wellicht
liever niet
nee
2.1.6
Samenvatting Persoonlijk Profiel De voorgaande oefeningen hebben je inzicht gegeven in je sterke en zwakke kanten. Om deze fase af te sluiten maak je in deze oefening met behulp van de vorige oefeningen een persoonlijk profiel. Zet op grond van de resultaten uit de voorgaande oefeningen een zo objectief mogelijk beeld van jezelf neer. Door de verschillende aspecten bij elkaar te zetten kom je tot een totaaloverzicht. Deze informatie over jezelf is essentieel om je verder op weg te helpen in het zoekproces.
Mijn vijf belangrijkste eigenschappen zijn: (zie oefening 2.1.1: eigenschappen (wie ben je?)): 1. 2. 3. 4. 5.
………………………………………………………… ………………………………………………………… ………………………………………………………… ………………………………………………………… …………………………………………………………
Mijn vijf capaciteiten die het hoogst scoren, zijn: (zie oefening 2.1.2: capaciteiten (wat kan je?)): 1. 2. 3. 4. 5.
………………………………………………………… ………………………………………………………… ………………………………………………………… ………………………………………………………… …………………………………………………………
De drie activiteiten die ik het leukst vind zijn: (zie oefening 2.1.3. interesses (wat vind je leuk?)): 1. …………………………………………………………. Leerervaringen: ……………..………………………… 2. …………………………………………………………. Leerervaringen: ……………….………………………. 3. …………………………………………………………. Leerervaringen: ……………….………………………. En dit zijn de vijf persoonlijke waarden die voor mij het belangrijkst zijn: (zie oefening 2.1.4: persoonlijke waarden (wat vind je belangrijk?)): 1. 2. 3. 4. 5.
………………………………………………………… ………………………………………………………… ………………………………………………………… ………………………………………………………… …………………………………………………………
19
Wat werk betreft, zijn onderstaande vijf wensen en bereidheden voor mij het belangrijkst (zie oefening 2.1.5: wensen en bereidheden (wat wil je?)): 1. 2. 3. 4. 5.
………………………………………………………… ………………………………………………………… ………………………………………………………… ………………………………………………………… …………………………………………………………
Dit alles kan je helpen richting te geven aan je loopbaan! 2.1.7
Nog enkele persoonlijke vragen Denk eens goed na over de volgende vragen en schrijf je antwoorden op. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
2.1.8
Hoe breng je je tijd het liefst door? Waar word je enthousiast van / krijg je energie van? Wie zijn jouw voorbeelden en waarom? Wat wil je zeker nog eens meemaken? Waar wil je echt goed in worden? Wat zou je doen als je 10 miljoen euro won? Waar wil je ooit trots op terugkijken?
Ideale baan Als alle mogelijkheden voor je open lagen en er geen enkele belemmering zou zijn, wat zou je dan willen doen in de toekomst, welke taken en bezigheden, waar zou je werken, hoe zou het georganiseerd zijn, met wie zou je samenwerken, hoeveel zou je werken etc. Kortom: hoe ziet jouw ideale baan eruit? Wat zou je over tien jaar bereikt willen hebben? Hoe ziet je leven er dan uit? Waar woon je? Hoe? Met wie? Laat je fantasie de vrije loop, je mag al je wensen en verlangens erin verwerken, ervan uitgaand dat alles je gaat lukken! Probeer even los te laten wat logisch of haalbaar lijkt maar fantaseer over wat je het allerliefst zou willen alsof het binnen handbereik ligt. Wanneer je moeite hebt met het fantaseren kun je de aspecten uit oefening 2.1.5 er bijvoorbeeld bij betrekken. Beschrijving ideale functie:
Geef een naam aan deze ideale functie:
20
2.2
Stap 2: Werkvelden-onderzoek (Branche-analyse) Om te kunnen bepalen welk werk je graag zou willen doen, is het handig om eerst vast te stellen in welke “branche” je dat zou willen doen. Zeker als je nog geen idee hebt wat je wilt gaan doen, dan kun je het best “breed” beginnen en zo toewerken naar een specifieke bij jou passende functie. Heb je al een idee in welke branche, op welk terrein, je werkzaam zou willen zijn? O ja, namelijk ………………………………………………………………….. O enigszins, namelijk ………………………………………………………….. O nee, nog geen idee Het onderstaande Werkveldenschema maakt het mogelijk om op een overzichtelijke manier naar de wereld van arbeid, beroep en opleiding te kijken. Er zijn veertien arbeidsgebieden gecombineerd met negen werksoorten en zo ontstaan er in het schema 126 werkvelden. Werkvelden zijn universeel, evenals arbeidsgebieden en werksoorten. Concrete beroepen en functies veranderen voortdurend van naam en inhoud, maar de werkvelden veranderen niet. Alle beroepen, functies en opleidingen kunnen in de werksoorten en arbeidsgebieden worden ondergebracht. Daarmee wordt o.a. duidelijk dat je ongeveer hetzelfde soort werk kunt doen in verschillende arbeidsgebieden. Hieronder worden de verschillende werksoorten en arbeidsgebieden beschreven. Werksoorten: 1. Onderzoek, ontwikkeling, ontwerpen, adviseren Onderzoek verrichten, nieuwe producten en diensten bedenken en ontwikkelen, adviseren over allerlei onderwerpen. Voorbeelden van beroepen/functies waarin deze werksoort wordt uitgevoerd: diëtist, researchmedewerker, productontwikkelaar, bouwkundig tekenaar, laborant, industrieel ontwerper. 2. Productie Productie van goederen en diensten en/of directe betrokkenheid daarbij (het eigenlijke uitvoerend werk). Voorbeelden: centrale-verwarmingsmonteur, drukker, metselaar, ziekenverzorgende, chirurg. 3. Controle en bewaking De kwaliteit van de productie bewaken, en/of controleren of het werk volgens de voorschriften wordt uitgevoerd. Voorbeelden: autokeurmeester, belastingsinspecteur, keurmeester van waren, kwaliteitscontroleur, schoolinspecteur. 4. Logistiek en planning Ervoor zorgen dat grondstoffen, benodigde materialen en eindproducten op tijd op de juiste plek aanwezig zijn. Voorbeelden: magazijnmedewerker, logistiek manager, vorkheftruckchauffeur, routeplanner.
21
5. Inkoop, Verkoop, PR, Marketing, Reclame
Inkoop van grondstoffen, materialen enz., verkoop van producten, het onderhouden van contacten met de buitenwereld. Voorbeelden: persvoorlichter, medewerker klantenservice, inkoper, makelaar, bedrijfsvoorlichter. 6. Personeel en Organisatie Ervoor zorgen dat er personeel is dat het werk in een bedrijf of instelling kan uitvoeren, opleiden van personeel in het eigen bedrijf, werkzaamheden op het gebied van organisatie en communicatie binnen de eigen organisatie enz. Voorbeelden: personeelsfunctionaris, redacteur personeelsblad, bedrijfsopleider, medewerker arbeidsvoorwaarden, bedrijfsmaatschappelijk werker. 7. Administratie en Financiën De gegevens registreren en verwerken die nodig zijn om een organisatie goed te laten functioneren.
Voorbeelden: boekhouder, administrateur, ponstypist, archiefmedewerker, EDPauditor. 8. Leiding en beleid Leidinggeven bij de uitvoering van het eigenlijke werk of bij het besturen van een organisatie als geheel. Voorbeelden: afdelingschef, kapitein, financieel directeur, officemanager, lid van de raad van bestuur. 9. Zelfstandig Ondernemerschap Combinatie van alle werksoorten die hiervoor zijn genoemd. Voorbeelden: boer, zelfstandig banketbakker, bloemist/winkelier, zelfstandig gevestigd tandarts. Arbeidsgebieden: Primaire levensbehoeften a. Voeding en genotmiddelen Werk in de landbouw, veeteelt, voedselindustrie, voedselbereiding, genotmiddelenindustrie (frisdranken, koffie, tabak) enz. Voorbeelden van beroepen in dit arbeidsgebied: landbouwconsulent, boer, kaasmaker, kok, slijter, diëtist. b. Gebouwen en inrichting ervan Bouw en onderhoud van huizen, fabrieken, kantoren en andere gebouwen, woninginrichting, meubelindustrie enz. Voorbeelden: architect, betonconstructeur, timmerman, behanger, stukadoor, airconditioningsmonteur. c. Kleding, schoeisel en accessoires Werk in de kledingindustrie (van confectie tot haute couture) en schoenenindustrie, vervaardiging van sieraden, sjaals ceintuurs, tassen enzovoort. Voorbeelden: mode-ontwerper, bontwerker, schoenmaker, juwelier. d. Gezondheid en Zorg, verzorging Werk in ziekenhuizen, de geneesmiddelenindustrie, bejaardenzorg, RIAG’s, schoonheidssalons enz.
Voorbeelden: bejaardenverzorgende, psychiater, kraamhulp, apotheker, hulpverlener, pedicure, visagist, kapper.
22
Middelen e. Milieu, planten en dieren Onderhoud en bescherming van het milieu, het kweken en verzorgen van tuin- en kamerplanten, de handel in huisdieren, verzorging van huisdieren enz. Voorbeelden: milieudeskundige, dierenarts, bloembollenkweker, groenvoorzieningsontwerper, hovenier, boswachter. f. Energie en Grondstoffen De winning, productie en verwerking van grondstoffen en/of energie. Voorbeelden: grondstoffentechnoloog, driller olie- en gaswinning, operator raffinage, gasopnemer, offshoretechnicus. g. Gebruiksvoorwerpen & werktuigen Productie en onderhoud van gebruiksvoorwerpen, gereedschappen, machines en apparaten voor thuis en op het werk. Voorbeelden: klokkenmaker, glasblazer, instrumentmaker, gereedschapssmid, kantoormachinemonteur, werktuigbouwkundige. h. Vervoer en Transport Vervoer van mensen en goederen, en werkzaamheden die dit vervoer mogelijk maken: wegenbouw, auto-industrie, scheepvaart, openbaar vervoer enz. Voorbeelden: weg- en waterbouwkundige, automonteur, scheepsbouwer, bootsman, piloot, wegenwacht, buschauffeur. Randvoorwaarden i. Informatie en Communicatie Werk in het bibliotheekwezen, vertaalwerk, het opzetten van databanken, openbare voorlichting geven, werkzaamheden bij radio en televisie, werkzaamheden bij posterijen, in de telecommunicatie, meet- en regeltechniek, de grafische sector enz. Voorbeelden: computerprogrammeur, bibliotheekassistent, documentalist, bureauredacteur, nieuwslezer, tv-reparateur, drukker, uitgever, postbode. j. Opvoeding en Onderwijs Werk bij crèches, scholen, universiteiten of schooladviesdiensten, in het schriftelijk en/of cursorisch onderwijs, in het jongerenwerk, bij opvoedkundige bureaus enz. Voorbeelden: docent, onderwijzer, jongerenwerker, peuterleidster, decaan. k. Recht, Politiek en Veiligheid Werk op het gebied van openbaar beleid en bestuur, bij land-, lucht- en zeemacht, justitie, brandweer, verzekeringswezen, de belastingen enz. Voorbeelden: griffier, stuurman, beveiligingsmedewerker, beleidsmedewerker, belastingconsulent, gemeentesecretaris. l. Kunst, cultuur en wetenschap Het maken en beheren van kunst (beeldende kunst, literatuur, muziek, dans), wetenschappelijk onderzoek opzetten en uitvoeren, organisatie van culturele evenementen enz. Voorbeelden: conservator, beeldend kunstenaar, galeriehouder, wetenschappelijk medewerker, regie-assistent. m. Arbeid en Economie Werk bij Arbeidsvoorziening en bij uitzendbureaus, in het bankwezen, de aandelenhandel enz. Voorbeelden: beleggingsadviseur, arbeidsconsulent, bedrijfsadministratief medewerker, financieel manager, effectenmakelaar.
23
n. Toerisme, sport en spel Allerlei werkzaamheden die erop gericht zijn andere mensen de gelegenheid te bieden om zich te ontspannen, stress van zich af te schudden en de ‘dagelijkse sleur’ te doorbreken. Voorbeelden: trainer-coach, (top)sporter, reisleider, circusartiest, recreatiebegeleider, croupier, manegehouder, touroperator.
2.2.1
Werkvelden Kruis in het schema op de volgende pagina aan welke werkvelden je aanspreken. Bekijk de hierboven beschreven werksoorten en arbeidsgebieden goed voordat je het schema invult.
24
Werkveldenschema
Werksoorten
Arbeidsgebieden
Onderzoek
Directe
Controle
Logistiek
Inkoop,
Personeel
Administr.
Leiding
Zelfstandig
Ontwikkel.
bijdrage
Bewaking
Planning
Verkoop, pr
Organisatie
Financiën
Beleid
ondernemen
Adviseren
Productie
Marketing
Voeding en Genotmiddelen
Gebouwen en Inrichting
Kleding Schoeisel Accessoires Gezondheid Zorg Verzorging Milieu Planten Dieren Energie en Grondstoffen
Gebruiksvoorwerpen Werktuigen Vervoer en Transport
Informatie en Communicatie
Opvoeding en Onderwijs
Recht Politiek Veiligheid Kunst Cultuur Wetenschap Arbeid en Economie
Toerisme Sport Spel
25
Noem drie werkvelden die je voorkeur hebben: 1. 2 3.
………………………………………………………………………………. .………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………….
Probeer zoveel mogelijk informatie te verzamelen over de werkvelden van jouw voorkeur. …………………………………………………………………………………..
Tip! * *
*
Je kunt hiervoor de informatie/documentatie in PITSstop raadplegen. (zie voor meer informatie over PITSstop in paragraaf 3.2.3). In het computerprogramma Traject dat in PITSstop draait, kun je dit werkveldenschema ook vinden. Per werkveld kun je allerlei informatie opvragen. (zie voor meer informatie over Traject in paragraaf 3.2.3). Kijk ook eens in kranten en/of vraag aan mensen om je heen of zij je meer kunnen vertellen over jouw favoriete werkvelden.
Stap 2 is nu afgerond. Waarschijnlijk heb je nu een redelijk idee in welke branche je zou willen werken. In de volgende fase is het de bedoeling om een concreter beeld van je werkplek en je werk te krijgen.
26
2.3
Stap 3: Werkplek-/baanoriëntatie Na het bepalen van de werkvelden waarin je zou willen werken, is het in stap 3 de bedoeling om een beeld te krijgen van hoe jij je jouw werkplek, je werkomgeving voorstelt. In welke omgeving wil je werken, wat wil je het liefst doen als je werkt, naar welke organisatiecultuur gaat je voorkeur uit, wat vind je het belangrijkst? Heb je al enig idee wat voor soort functie je zou willen vervullen, hoe je werkplek er uit moet zien? O ja, namelijk ……………………………………………………………….…. O enigszins, namelijk…………………………………………………………… O nee, geen idee
2.3.1
Werkplekvoorkeuren De fysieke omgeving waarin je werkt, kan op allerlei manieren beïnvloeden hoe jij je voelt. Vul in de onderstaande lijst jouw voorkeuren in voor een werkplek. De lijst bevat niet alle mogelijke plaatsen waar je zou kunnen werken, maar kan je wel aan het denken zetten over de eisen waaraan je werkplek moet voldoen. Vul eventueel andere plaatsen of kenmerken toe. Ik zou over het algemeen het liefst op de volgende werkplek werken: (Kruis de plekken aan die op jou van toepassing zijn) O binnen
O in een theater
O buiten
O in een afgesloten omgeving waar ik me op
O elke dag op dezelfde plek
mijn werk kan concentreren.
O in het buitenland
O in een hotel of conferentieoord
O in een winkel
O in een rustige, teruggetrokken
O in een handelsonderneming
omgeving
O in Nederland
O op een filmset
O in een fabriek
O op een boerderij
O in een keuken of restaurant O in een klaslokaal
O op een klein kantoor O op een groot kantoor
O in een laboratorium
O op een schip
O in een drukke omgeving waar altijd
O telkens ergens anders
wat gebeurt
O thuis
O in een buitenwijk
O bij mensen thuis
O in de stad
O op de universiteit
O in de bouw
O in een door jou uitgezocht pand
O in een landelijke omgeving O in een huiselijke omgeving
O steeds onderweg zijn O …………………………………
O in een openbare gelegenheid
O …………………………………
O in een ziekenhuis
O …………………………………
Kijk nog eens naar de lijst en kies de vijf voorkeuren voor een werkplek waar je het prettigst zou kunnen werken. Schrijf ze hieronder op. 1. 2. 3. 4. 5.
…………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… 27
2.3.2
Baanvoorkeuren Je (toekomstige) baan is meer dan de plek waar je dat doet. Je baan is wat je doet. Het is daarom ook belangrijk om je af te vragen wat je daadwerkelijk leuk zou vinden om te doen. Probeer, voordat je gaat solliciteren, in detail er achter te komen wat het werk inhoudt, wat je eigenlijk gaat doen.
a.
De activiteiten in de lijst hieronder geven je inzicht in wat je wel of niet ligt. Er zijn nog meer taken denkbaar die je leuk kunt vinden en die je gerust kan toevoegen als ze er nog niet bij staan. In mijn werk zou ik graag het volgende doen: (Kruis aan wat op jou van toepassing is) O aan de telefoon zitten O achter de toonbank staan O acteerlessen geven O acteren O als jockey op renpaarden racen O als loodgieter werken O als gastheer of gastvrouw optreden O anderen overtuigen O anderen trainen O apparatuur voor telecommunicatie installeren O aquarellen maken O attractie opzoeken en huren O auto’s wassen O auto’s repareren O auto’s verkopen O autoracen O beeldhouwen O belasting innen O belastingen afhandelen O bergbeklimmen O boeken vormgeven O brieven, memo’s en rapporten uittypen O brieven schrijven O chirurgie O computers programmeren O computers installeren O computersoftware schrijven O computertalen ontwerpen O conflicten tussen mensen oplossen O cursusboeken schrijven O dansen O de knoop doorhakken in lastige kwesties O diepzeeduiken O dieren africhten O diergeneeskunde O dingen repareren O dure artikelen verkopen
O advertenties ontwerpen O als arts werken O als psychotherapeut werken O als vertegenwoordiger werken O een auto besturen O een trein besturen O een taxi besturen O een vrachtwagen besturen O een drukkerij leiden O een centrale verwerkingseenheid van een computersysteem bedienen O een terrein of gebouw bewaken O een vliegtuig besturen O een geloofsgemeente toespreken O een vreemde taal spreken O elektrische bedrading aanleggen O elektronische apparatuur installeren O evenementen organiseren O experimentele fysica beoefenen O films regisseren O films produceren O financiën bijhouden O financiën beheren O foto’s maken O foto’s ontwikkelen en afdrukken O gebouwen ontwerpen O gebouwencomplexen ontwerpen O gedetailleerde instructies opvolgen O geld inzamelen O gereedschappen uitvinden O geschiedenis studeren O golfen O grafisch ontwerpen O groepen leiden O grote evenementen plannen O handelen in onroerend goed O handige apparaatjes uitvinden O handleidingen schrijven
28
O een bus besturen O huis aan huis verkoop O huishoudelijke apparatuur installeren O huizen schilderen O iets met jongeren doen O iets met baby’s doen O in de detailhandel werken O in kunst handelen O in de huishouding werken O in een vreemde taal schrijven O in onroerend goed handelen O inboedels verhuizen O informatie ordenen O interieurs ontwerpen O investeringen doen O keramiek maken O kinderboeken schrijven O koken O korte verhalen schrijven O kunstobjecten maken O laboratoriumproeven doen O lange afstanden lopen O leidinggeven O leidinggeven aan fabrieksarbeiders O leidinggeven aan anderen O lesgeven in gevechtssporten O lesgeven aan jongeren O lesgeven aan de universiteit O lesgeven aan bejaarden O liedjes schrijven O literatuuronderzoek doen O machines uitvinden O manuscripten lezen voor een uitgever O manuscripten uittypen O manuscripten redigeren O personeelsplanningsprogramma’s opzetten O persoonlijke adviezen geven O plannen voor landschapsarchitectuur O poëzie schrijven O politicologie studeren O portretten schilderen O PR-materiaal schrijven O precisiewerk met mijn handen doen O preken O preken schrijven O productiemachines bedienen O projecten plannen O psychologische adviezen geven O radio-astronomie beoefenen O rechten studeren O reclameteksten schrijven
O herkenningsmelodieën schrijven O houtbewerkingsmachines bedienen O marketingteksten schrijven O materialen en voorraden aanschaffen O me bezig houden met theoretische natuurkunde O memo’s schrijven O mensen kalmeren O mensen in dienst nemen O mensen in beweging krijgen O mensen ontslaan O mensen beschermen O met een telescoop omgaan O metaal bewerken O metselen O meubels maken O meubels ontwerpen O microscopische organismen bestuderen O misdaden onderzoeken O misdadigers oppakken O modellen bouwen O muren schilderen O muziek componeren O muziek maken O naaiwerk doen O naar olie boren O natuurkunde studeren O nieuwe manieren bedenken om iets te doen O nieuwe mensen ontmoeten O nieuwe vaardigheden aanleren O non-fictieboeken schrijven O onderzoek doen O onderzoeken opzetten O organisatieproblemen oplossen O paardrijden O pastoraal werk doen O teams coachen O teams samenstellen O technisch ontwerpen O tegelzetten O tekenprogramma’s voor de computer schrijven O telefonische verkoop O tennissen O theaterproducties maken O theatervoorstellingen regisseren O timmeren O toespraken schrijven O toespraken houden O trainingsprogramma’s schrijven O tuinen ontwerpen
29
O romans schrijven O samenvattingen uittypen O samenvattingen schrijven O schilderijen maken O scripts schrijven O slachtofferhulp O sporters trainen O sportlessen geven O stand-up comedie O standpunten verdedigen O stillevens schilderen O systemen ontwerpen O ……………………….. O ……………………….. O ……………………….
O vergaderingen bijwonen O verpakkingen ontwerpen O vertalen O voor paarden zorgen O wapens uitvinden O wapens ontwerpen O wiskunde O workshops geven O zingen O zoologisch onderzoek doen O zware bouwmachines bedienen O zware machines installeren O ……………………………. O …………………………… O ……………………………
Kijk nog eens naar de lijst die je zojuist hebt doorgenomen en kies daaruit acht activiteiten die je in je werk de meeste bevrediging zouden geven. Schrijf ze hieronder op. 1. …………………………………….. 2. …………………………………….. 3. …………………………………….. 4. …………………………………….. 5. …………………………………….. 6. …………………………………….. 7. …………………………………….. 8. ……………………………………..
b.
Geef voor onderstaande werksituaties aan hoe leuk je het zou vinden om hierin te werken. Zet kruisjes op de plaatsen die op jou van toepassing zijn. Hoe prettig/leuk zou je het vinden om te werken in situaties waarin je …….. 1. ……. met andere mensen werkt in de vorm van bijvoorbeeld: Heel leuk
Leuk
Adviseren Doceren Superviseren Verzorgen Interviewen Positieve kansen bieden Communiceren Werken met deskundigen
………….. ………….
30
Neutraal
Liever niet
Absoluut niet
2……... je eigen gang kunt/moet gaan in termen van: Heel leuk
Leuk
Neutraal
Liever niet
Absoluut niet
Leuk
Neutraal
Liever niet
Absoluut niet
Neutraal
Liever niet
Absoluut niet
Jezelf controleren Autonoom denken Zelfstandig plannen Je eigen zaken beheren Je eigen opdrachten binnenhalen Je een project van het begin tot het eind afhandelt Dat je aan niemand verantwoording hoeft af te leggen
………….. …………..
3. ……….met projecten bezig bent die: Heel leuk Afwisselend zijn Ruimte laten om nieuwe ideeën naar voren te brengen Complexe uitdagingen in zich hebben Je tevoren zicht geven op de uitkomst Je duidelijk resultaat geven of het al dan niet werkt ……………. …………….
4. ……… veel ‘formele’ taken moet verrichten: Heel leuk
Leuk
Officiële presentaties Het voeren van speeches Contact met belangrijke mensen onderhouden Persberichten schrijven ……………….. ………………..
31
5. ………… een baan hebt die in een groeifase is, d.w.z.: Heel leuk
Leuk
Neutraal
Liever niet
Absoluut niet
Geen routinewerk Gevoel voor urgentie Gevoel van trots Gevoel dat je nodig bent Een baan die kansen in zich heeft Waar creativiteit nodig is Waar flexibiliteit nodig is Waar visie nodig is Waar onduidelijkheid is Waar onzekerheid is ……………… ………………
6. ……….. als de ‘deskundige’ wordt gezien, bijvoorbeeld als: Heel leuk
Leuk
Neutraal
Liever niet
Absoluut niet
Leuk
Neutraal
Liever niet
Absoluut niet
De mentor De baas De adviseur De vertrouwenspersoon Degene die het weet De probleemoplosser …………….. …………….
7. ………… ondergeschikten hebt die: Heel leuk Druk op je proberen uit te oefenen Conflicten zoeken Kritiek op je hebben Niet goed kunnen samenwerken Nieuw zijn en veel moeten leren Goed zelfstandig kunnen werken Goed als team functioneren ………………. ……………….
32
8.……..bazen hebt die: Heel leuk
Leuk
Neutraal
Liever niet
Absoluut niet
Vertrouwen in je hebben Duidelijke instructies geven Met wie je op hetzelfde niveau kan praten Naar je luisteren Je je gang laten gaan Je inbreng appreciëren Je respecteren Je het gevoel geven dat je erbij hoort Je iets leren Je laten participeren Je vertellen hoe je je werk moet doen Onduidelijk zijn Veel vergaderingen houden Veel feedback geven ………………… …………………
Noem hieronder acht situaties waarin je ‘heel graag’ zou willen werken; 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
2.3.3
…………………………………………. …………………………………………. …………………………………………. …………………………………………. …………………………………………. …………………………………………. …………………………………………. ………………………………………….
Organisatiecultuur Om je prettig in je werkomgeving te voelen is het ook belangrijk om te weten of de cultuur van een organisatie waar je wilt gaan werken wel bij je past. Onder cultuur verstaan we de opvattingen, gewoontes, vaardigheden, kunstuitingen, gebruiken etc. van een bepaalde groep mensen gedurende een bepaalde periode. Een organisatie bestaat uit een groep mensen met een eigen cultuur. Die cultuur kan veranderen als b.v. de leiding vervangen wordt. Vul onderstaande lijst in om er achter te komen welke organisatiecultuur het beste bij je past.
33
Ik zou het liefste werken in een organisatiecultuur die gekenmerkt wordt door de volgende omschrijving: O aards O absoluut onafhankelijk O actief op het gebied van ouderen O actief op het gebied van milieu O actief op het gebied van racisme O actief op het gebied van allochtonen O actief op het gebied van gehandicapten O actief op het gebied van gelijke rechten O actief op het gebied van dieren O actief op het gebied van euthanasie O actief op het gebied van kinderen O actief op het gebied van vrouwen O alternatief circuit O anoniem O artistiek O ascetisch O bezadigd O boekenmilieu O buitenlands O concurrerend O dynamisch O een goede zaak toegedaan O familiebedrijf O flexibel O gehard O gemeentelijk O gericht op uitblinken O gericht op geld verdienen O gericht op zelfbehoud O gevoel voor humor O goed georganiseerd O grote onderneming O hard en gewiekst O hogere overheid O informeel O snelgroeiend O stiekem O toegeeflijk O veeleisend O voortdurend veranderend O vredig O vreedzaam O vriendelijk
O intellectueel O inventief O invloedrijk O klein en vriendelijk O kleine onderneming O kleine, intieme groep O krachtig O krijgszuchtig O lagere overheid O leerzaam O leuk O literair O lokaal O lokale overheid O middelgrote onderneming O milieubewust O muzikaal O nationaal O nationale overheid O nieuw en taboedoorbrekend O non-profit O nonchalant O onderzoekend O open voor publiek O openbaar bezit O opportunistisch O ouderwets en traditioneel O particulier bezit O paternalistisch O provinciale overheid O rauw O regionaal O samenwerking O serieus O snel O star O wereldwijd O wetenschappelijk O wild O zeer stabiel O …………………………. O …………………………. O ………………………….
Kijk nog eens naar de lijst en kies de vijf cultuurkenmerken die het meest zouden bijdragen aan bevrediging in je werk, die voor jou het belangrijkst zijn. 34
Schrijf ze hieronder op. 1. 2. 3. 4. 5.
2.3.4
……………………………………….. ……………………………………….. ……………………………………….. ……………………………………….. ………………………………………..
Samenvatting Werkplek-/baanoriëntatie Schrijf hieronder nogmaals de door jou geselecteerde aspecten op die betrekking hebben op je voorkeur voor de werkplek, de baan en de organisatiecultuur. Zo heb je de informatie op een rijtje.
Werkplekvoorkeuren (zie 2.3.1): 1. 2. 3. 4. 5.
………………………………….. ………………………………….. ………………………………….. ………………………………….. …………………………………..
Baanvoorkeuren (zie 2.3.2): a.
Voorkeuren in werk:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
…………………………………. …………………………………. …………………………………. …………………………………. …………………………………. …………………………………. …………………………………. ………………………………….
b.
Prettige situaties:
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
…………………………………. …………………………………. …………………………………. …………………………………. …………………………………. …………………………………. …………………………………. ………………………………….
35
Organisatiecultuur (zie 2.3.3): 1. 2. 3. 4. 5.
2.3.5
…………………………………. …………………………………. …………………………………. …………………………………. ………………………………….
Vacatures verzamelen Het verzamelen van vacatures is om verschillende redenen heel nuttig. Je kunt hierdoor bijvoorbeeld een beter zicht krijgen in je interesses. Welk soort functies spreken je aan, liggen die allemaal op hetzelfde terrein of zijn ze heel divers, kun je in je verzameling duidelijk een lijn vinden, pik je functies eruit waar je nog nooit over nagedacht had? etc. Je kunt meer zicht krijgen op bedrijven en organisaties en op je mogelijkheden en wensen. Je verzamelt bijvoorbeeld alvast informatie over bedrijven waar je misschien in een later stadium voor een netwerkgesprek terecht zou willen. (Zie voor informatie over netwerken paragraaf 2.4.2.) Je zou in eerste instantie misschien denken dat je pas in de laatste fase van het werkzoekproces vacatures zou moeten verzamelen, om hier direct op te kunnen solliciteren. Maar het is uitermate zinvol om al in een eerder stadium een vacatureverzameling aan te leggen. Oefening: Leg een vacatureverzameling aan: lees gedurende een aantal weken zo veel mogelijk kranten (vooral de zaterdagedities van de landelijke dagbladen) en (vak)tijdschriften, of kijk op internet, en kopieer, print of knip alle personeelsadvertenties die je aanspreken uit. Laat je hierbij niet afschrikken door opleidings- en/of ervaringseisen waar je (nog) niet aan voldoet! Het gaat vooral om (aspecten van) beroepen/functies die je leuk vindt en die je (op termijn) misschien zou kunnen en willen uitoefenen). Zoek vervolgens de rode draad in de door jou geselecteerde vacatures. Welke functies, aspecten of instanties komen steeds terug?
Tip! * *
Je kunt ook vacaturekranten/overzichten raadplegen. Deze liggen o.a. ter inzage in PITSstop (zie paragraaf 3.2.3). Je kunt ze ook kopen bij de boekhandel. Internet is tegenwoordig dé plek waar je vacature-overzichten en informatie over beroepen en functies vindt: zie voor handige links paragraaf 3.1.5.
36
Noteer hier je bevindingen n.a.v. je vacatureverzameling.
Je hebt nu stap 3 afgerond. Waarschijnlijk heb je nu een concreter beeld van je voorkeur voor de werkplek, de werkomgeving en het soort werk wat je zou willen doen verkregen. In de volgende fase ga je gerichter de arbeidsmarkt verkennen.
37
2.4
Stap 4. Arbeidsmarktverkenning Twee belangrijke onderdelen in het verkennen van de arbeidsmarkt zijn het selecteren en analyseren van personeelsadvertenties en netwerkcontacten. Wat staat er nu precies in zo’n personeelsadvertentie? Wordt er ook bedoeld wat er staat of moet je tussen de regels door lezen (en hoe doe je dat?), wanneer moet je wel en wanneer moet je niet reageren en hoeveel kans maak je eigenlijk als je reageert? En wat is netwerken en hoe zet je een eigen netwerk op?
2.4.1
Advertentieselectie en advertentie-analyse De selectie van advertenties vloeit voort uit het beeld dat je hebt van jezelf. Bepaalde advertenties komen wel of niet in aanmerking op basis van je eigen wensen en mogelijkheden. Een realistische inschatting van de eigen mogelijkheden is hierbij belangrijk. Uit advertenties of uit zelf ingewonnen informatie kun je één of meer functiebeelden verkrijgen, die je naast je zelfbeeld kunt leggen. Passen beide beelden naadloos op elkaar, dan weet je waar je op af moet, of wat voor werk je zou willen creëren. Maar ook wanneer de combinatie niet ideaal is, valt het wellicht te proberen. Zolang het verschil maar niet te groot is – en dat zul je zelf moeten bepalen. Misschien kun je bepaald werk in de richting sturen die je het beste ligt. Ook als er voor een functie iets gevraagd wordt dat je niet te bieden hebt naast allerlei andere dingen die wel mooi kloppen, is er nog geen reden tot paniek. Ook dan is er namelijk best kans dat je het in dat werk goed zou doen. Tenslotte is een schaap-met-vijf-poten een zeldzaam verschijnsel, dus waarom zou een uitstekend exemplaar met de normale vier poten niet kunnen voldoen. Er zijn van die functies waarvoor men scholing en/of ervaring op heel uiteenlopende gebieden zou willen, maar wie zegt dat er ook maar één kandidaat zal zijn die dat allemaal combineert? Werkgevers moeten soms kiezen: bijvoorbeeld óf iemand nemen die inhoudelijk wetenschappelijk heel goed is maar weinig beleidservaring heeft, óf een bekwaam bestuurder die een minder toepasselijke studierichting heeft gevolgd. Advertentie selectie Er zijn verschillende bronnen waar je personeelsadvertenties kunt vinden: Dagbladen Regionale bladen zijn vaak een goede bron van informatie. Het betreft hier banen in de regio waarvoor je niet hoeft te verhuizen. Landelijke dagbladen hebben (vooral op zaterdag) veel personeelsadvertenties. De Telegraaf is de grootste en bevat veel commerciële vacatures. De Volkskrant bevat veel vacatures op het gebied van de gezondheidszorg, welzijnswerk en onderwijs. Het NRC Handelsblad publiceert veelal vacatures op hogere en topfuncties. Algemene tijdschriften Een algemeen tijdschrift is bijvoorbeeld de Intermediair. Dit tijdschrift publiceert vacatures op hbo en academisch niveau. Verder bestaat er ook Intermediair Starters, dat gericht is op net afgestudeerden, die nog geen jarenlange werkervaring hebben. Een ander algemeen tijdschrift is bijvoorbeeld Elseviers Weekblad met veel vacatures voor hoger technisch opgeleiden.
38
Vaktijdschriften Iedere branche heeft zijn specifieke vaktijdschriften. Als je weet in welke branche je wilt gaan werken kun je in het “Handboek van de Nederlandse Pers en Publiciteit” een overzicht vinden van alle titels en uitgevers van alle Nederlandse bladen. De vakbladen zijn per sector gerangschikt. Dit handboek vind je in iedere grotere openbare bibliotheek en in de Studie-infotheek (zie 3.2.5). Internet Ook op internet wordt een enorm overzicht aan vacatures geboden. Zie voor interessante sites paragraaf 3.1.5. Bij de keuze van een advertentie kunnen de hieronder genoemde factoren een rol spelen: - Welk werk wil je graag doen? - Waarvoor heb je (na je afstuderen) de formele bevoegdheid/diploma’s? Lees de hele advertentie. Soms beschik je wel over de gevraagde vaardigheden en capaciteiten zonder dat je in de gevraagde studierichting bent afgestudeerd. - Om wat voor functie gaat het? Wat voor iemand zoekt de werkgever? Probeer een beeld te vormen op grond van de informatie in de advertentie (omschrijving van de instelling, van de functie, eisen aan de sollicitant) en op grond van andere ervaringen met dit werk (stage, contacten, enz.). Kies uit je verzameling advertenties/vacatures uit oefening 2.3.5 een advertentie die je heel erg aanspreekt. Nadat je een advertentie geselecteerd hebt begint de advertentie-analyse. Advertentie- / vacature-analyse Wat vrijwel altijd in een advertentie staat: Naam en aard van de arbeidsorganisatie Vestigingsplaats van het bedrijf Functie en werkzaamheden Bijzondere arbeidsvoorwaarden of –omstandigheden Of een psychologische test onderdeel uitmaakt van de sollicitatieprocedure Datum waarop de brief in het bezit van het bedrijf moet zijn Bij onderzoek: of het een promotieplaats betreft. Checklist advertentie-analyse Lees de advertentie zorgvuldig door en doe het volgende:: 1. 2. 3. 4.
Schets de organisatie, het bedrijf en de afdeling Schets de functie Schets de eisen en wensen van de organisatie Probeer te achterhalen wat voor ‘soort persoon’ de organisatie zoekt.
ad.1. Organisatie, bedrijf, afdeling doelstelling producten en diensten plaatselijk, regionaal, nationaal, internationaal omvang van de organisatie plaats en functie van de afdeling
39
ad.2. Functie werkzaamheden formele functie-eisen verantwoordelijkheden individueel of in teamverband standplaats (vast of reizend) eventuele mogelijkheden voor de toekomst ad.3. Eisen en wensen van de organisatie opleidingsniveau ervaring leeftijd capaciteiten/ persoonlijke eigenschappen Aanvullende informatie: bijzondere arbeidsvoorwaarden of –omstandigheden als een psychologisch onderzoek deel uitmaakt van de sollicitatieprocedure, dan moet dat in de advertentie staan de datum waarop de brief in bezit van de organisatie moet zijn. Wanneer je bij een aantal van deze punten geen antwoord kunt geven, kun je contact opnemen met de organisatie en je vragen stellen en/of een informatiebrochure of jaarverslag aanvragen. Advertentie- / vacature-analyse Wat staat er vermeld over het bedrijf? ………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………….. Wat staat er over de functie? ………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………..
Wat bevalt mij aan de vacature? ………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………..
Welke eisen worden er gesteld? ………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………..
40
Aan welke eisen voldoe ik wel? ………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………….. Aan welke eisen voldoe ik niet? ………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………….. Hoe kan ik zorgen voor compensatie? ………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………..
2.4.2
Netwerken Wat is netwerken? Hoewel de term relatief nieuw is, is het fenomeen niet iets nieuws. In feite is het zelfs iets dat iedereen dagelijks doet: mensen tegenkomen, ermee praten, iets afspreken. Iedereen ‘haalt iets bij een ander’ al was het alleen maar gezelligheid. Pas wanneer het met voorbedachte rade wordt gedaan, oftewel ingezet wordt als strategisch instrument, dan heet het ineens netwerken. Het tegenkomen van mensen gaat nu volgens plan, je wilt de juiste mensen tegenkomen. Een definitie van netwerken zou dus kunnen zijn: het doelgericht leggen en onderhouden van contacten met mensen of groepen mensen die van belang (kunnen) zijn voor het bereiken van eigen doelen. Doel hierbij is dan meestal het verwerven van een (andere) baan. Waarom zou je netwerken willen inzetten als instrument om een baan te verwerven? Van alle vacatures komt maar 20 % in de krant. Onder andere omdat het plaatsen van een advertentie erg prijzig is, en omdat op iedere advertentie die toch verschijnt gemiddeld 500 reacties komen, en dat betekent veel werk voor een werkgever. En veel concurrentie voor jou. Het vinden van de perfecte baan voor jou door te wachten op de juiste advertentie is dus niet de best werkende strategie. Hoe wordt er dan voor banen geworven? Veel gaat via-via, oftewel via een relatienetwerk. Dat is goedkoper en bovendien voor werkgevers ook veel betrouwbaarder: je weet wat je krijgt! Verder is netwerken niet alleen dé manier om aan contactpersonen of banen te komen, het is ook dé manier om de informatie te krijgen die je nodig hebt om te bepalen wat voor baan je eigenlijk zoekt, of waar de banen die je zoekt eigenlijk te vinden zijn. Informatie over de arbeidsmarkt in het algemeen en over specifieke branches en functies in het bijzonder. Helaas heeft netwerken te kampen met veel weerstand en een negatief imago bij degenen die er juist iets aan zouden kunnen hebben; voor veel mensen voelt het erg overdreven, zeurderig en heel gebruikerig. De belangrijkste weerstanden zijn: angst om iemand lastig te vallen, bescheidenheid en misschien ook wel de angst om afgewezen te worden. Maar draai het eens om. Stel: je wordt zelf opgebeld door een broer of zus van een vriend van jou, die dezelfde studie wil gaan doen als jij en die graag eens met je wil praten over wat het eigenlijk inhoudt, omdat jij er al zo ver in bent en zo goed in bent. Vind je dat 41
vervelend? Voel je je lastiggevallen? Zeg je botweg nee? Waarschijnlijk ga je erop in en vind je het nog leuk ook om je enthousiasme voor je vak op een ander over te brengen. Hoe bouw je nu een netwerk op? Het grappige is dat je al een uitgebreid netwerk hebt! Bedenk maar eens hoeveel mensen je al kent; familie, vrienden, studiegenoten, studentenvereniging, studievereniging, studentenhuis, sportvereniging, andere clubs, kennissen enzovoorts. Dit zijn allemaal mensen die dingen doen, en daar zouden bezigheden bij kunnen zijn die voor jou interessant kunnen zijn. Hoe kom je aan warme netwerkcontacten? 1. Inventariseer voor jezelf waar je vrienden, kennissen, familieleden etc. werkzaam zijn. Bekijk in hoeverre zij voor jou interessante contacten kunnen zijn. 2. Benader deze relevante contacten met de vraag of zij je b.v. iets kunnen vertellen over de bedrijfscultuur, de functies of over de werkgelegenheid in hun functiegebied. 3. Als ze je geen antwoord kunnen geven op jouw vraag, weten zij uit hun netwerk waarschijnlijk wel een contact dat interessant voor jou kan zijn. Wat nog belangrijker is, is dat al deze mensen weer net zoveel mensen kennen. En die kennen weer mensen, enzovoorts. De kans is dus heel groot dat je via-via in contact kunt komen met mensen die jou de informatie kunnen geven die je nodig hebt om te bepalen hoe je je loopbaan verder vorm wilt geven of die je misschien wel daadwerkelijk kunnen helpen met het verder vormgeven van je loopbaan. Naast het netwerk dat je nu al hebt, kun je actief op zoek gaan naar mensen die iets voor je kunnen betekenen. Via welke wegen kom je aan koude directe netwerkcontacten? 1. Koude netwerkcontacten kunnen voortkomen uit warme netwerkcontacten. Vraag dus aan je vrienden, kennissen, familie enzovoorts of zij mensen kennen die interessant voor jou zouden kunnen zijn. Dit heeft voor jou het voordeel dat je bij het benaderen van deze personen gebruik kunt maken van een naam van een bekend persoon door wie je bent doorverwezen. 2. Uit de krant. In diverse personeelsadvertenties staan namen van contactpersonen vermeld. Indien de organisatie of de functieomschrijving past in jouw doelstelling en je ziet de mogelijkheid relevante informatie op te doen, kun je zo’n contactpersoon benaderen. Je solliciteert dus absoluut niet naar de aangeboden functie, je vraagt slechts een oriënterend gesprek. 3. Artikelen uit tijdschriften, televisieprogramma’s, waarin namen van bedrijven of personen genoemd worden, je reeds aangelegde vacature-verzameling, banenmarkten (zie paragraaf 3.2.7), almanakken van studie- en beroepsverenigingen, alumnigidsen, informatiebrochures, internet, gouden gids, feesten, recepties, etc. Natuurlijk is een netwerkgesprek met een bekende meestal makkelijker dan met een vreemde. Netwerken, hoe doe je dat? Om goed te kunnen netwerken moet je allereerst voor jezelf gaan bepalen welke kant je eigenlijk uit wilt. Wat voor soort baan, met welke taken, in wat voor soort omgeving. Dit heb je nodig voor het vinden van de mensen waar je ook daadwerkelijk iets aan hebt, 42
maar vooral ook om aan deze mensen duidelijk te kunnen maken waarom je eigenlijk een gesprek met ze wilt. De oefeningen in dit werkboek die je tot nu toe hebt gedaan kunnen je daarin al een heel eind op weg geholpen hebben. Dan kun je acties gaan ondernemen om een goed werkend netwerk op te zetten. Netwerkplan Maak een netwerkplan. Gebruik daarvoor de schema’s die hieronder volgen. 1.
2.
3. 4.
5. 6.
Stel een lijst op van alle contacten die je hebt, op de volgende bladzijde staat hiervoor een schema. Geef bij deze contacten meteen aan in wat voor organisatie ze werken, wat voor functie ze hebben, wat je relatie tot hen is. Maak bij dat laatste een duidelijk onderscheid tussen de contacten die je makkelijk kunt aanspreken (bekende (warme) contacten), en degenen die verder van je afstaan (vage (koude) contacten). Bedenk wat voor doelstellingen je hebt op het gebied van arbeidsmarktoriëntatie (welke informatie heb je nodig over functies, organisaties en werkvelden). Geef aan op welke manier de contacten van de lijst je verder kunnen helpen met het bereiken van deze doelen. Vraag je af welke nieuwe contacten je buiten de lijst om zou moeten leggen om je doelen te realiseren. Hoe ga je deze contacten leggen, een netwerk creëren? Vraag vrienden, familie, docenten, studieadviseurs, etc. (ook deze personen zijn netwerkcontacten!) om feedback op je netwerkplan en om verdere tips/nieuwe contactpersonen. Stel realistische data vast vóór wanneer je bepaalde acties wilt hebben verricht. Voer het plan uit, stel je plan van tijd tot tijd bij en zorg ervoor dat je de resultaten van gesprekken en de ingewonnen informatie noteert. Gebruik de informatie om je wensen voor opleiding en werk te concretiseren en te realiseren.
43
Bekende netwerkcontacten aam
Organisatie
Functie
Relatie
Nut
Functie
Relatie
Nut
Vage netwerkcontacten aam
Organisatie
44
Nieuwe netwerkcontacten aam
Organisatie
Functie
Relatie
Nut
Voorbereiding en mogelijke vragen over de functie die je tijdens een netwerkgesprek kunt stellen Wanneer je een netwerkgesprek met iemand wilt hebben is het heel belangrijk dat je dat zorgvuldig aanpakt. Bedenk van tevoren hoe je jezelf wilt introduceren, en waarom een gesprek met deze persoon interessant voor jou zou kunnen zijn. Wanneer je belt voor een afspraak vertel dan wie je bent, hoe je aan deze persoon gekomen bent, waarom je een afspraak wilt, spreek iets af, bedank en beëindig het gesprek. Vergeet vooral niet om duidelijk te maken dat het om een netwerkgesprek gaat (dus informatief, oriënterend of adviserend) en dat je dus niet om een baan komt vragen. Misschien hoop je daar soms wel op, maar daar is dit gesprek niet voor bedoeld. Dan is het namelijk geen netwerkgesprek maar een open sollicitatie. Mocht er toch een kans op een baan zijn dan zal het initiatief van de ander uit moeten gaan. Als je na het gesprek enorm enthousiast bent geworden over de instantie/functie waar je het over hebt gehad kun je wel vragen aan wie je je enthousiaste open sollicitatie kunt richten en of je de naam van deze persoon mag noemen. Als de persoon die je gesproken hebt invloed heeft en jou ziet zitten dan zal hij/zij je heus wel helpen. Maar vragen om een baan is dus not-done. Bereid je goed voor op je netwerkgesprek. Zorg dat je een duidelijke en beknopte introductie van jezelf paraat hebt. De persoon tegenover je kan het druk hebben en even niet meer precies weten waar het over gaat.
45
Win van tevoren zoveel mogelijk informatie in over de instantie waar het over gaat (vraag een brochure en/of jaarverslag aan als je dat niet al gedaan had), zet op een rijtje wie jij bent, wat jij wilt en kunt, bedenk welke informatie je nog mist over de instantie of functie, welke informatie je nog nodig hebt om je een goed beeld te vormen van deze club of deze functie en formuleer je vragen. Wanneer je binnenkomt en verwacht dat de ander het gesprek zal leiden, oftewel: ‘vertel het me maar’ dan wek je een erg passieve en niet serieuze indruk. Bovendien is de kans groot dat je niet de informatie krijgt die je nodig hebt. Formuleer dus van tevoren vragen en noteer deze. Tijdens je gesprek kunnen zij als leidraad dienen. Daarnaast voorkomt het haperingen in het gesprek. Indien het gesprek langer lijkt te gaan duren dan afgesproken is, vraag dan aan je gesprekspartner of dat mogelijk is. De volgende vragen zou je tijdens het netwerkgesprek kunnen stellen, afhankelijk van de functie van de persoon die je spreekt: Persoonlijk Werkervaring van de geïnterviewde (wat hiervoor gedaan en hoelang doet hij / zij dit werk nu) Werd dit beroep / werk bewust gekozen? Indien niet, hoe ertoe gekomen dit werk te gaan doen? De functie Functiebenaming / Samenvatting van de functie Context / omgeving waarin de functie wordt uitgeoefend (buiten werken, (on)regelmatig werk, verhouding zelfstandig / in teamverband werken e.d.) Moet rekening worden gehouden met bepaalde zaken? (bedrijfs)kleding, schoeisel, veiligheidsattributen, o.i.d. Hoofdtaken, kleinere taken, detailtaken Hoe ziet een normale werkdag / werkweek eruit? Hoe ziet een maand/ jaar eruit? Wat is het verschil tussen iemand die gemiddeld presteert en iemand die de functie goed / uitstekend uitoefent? Wat is de gemiddelde leeftijd van personen die in deze functie werkzaam zijn? Hoe is de hiërarchische structuur van de instantie? Positief Leuke / positieve kanten van het werk (inhoudelijk, bijv. bepaalde taken) De voordelen van het werk (eromheen, bijv. 13e maand, auto van de zaak, opties, etc.) Negatief Mindere / negatieve kanten van het werk (inhoudelijk) De nadelen van het werk (bijv. de werktijden, de werklocatie, buiten werken…) Selectie Welke opleiding(en) / diploma’s zijn vereist / welk niveau (universitair, hbo) Welke ervaring? Welke persoonlijke kwaliteiten / vaardigheden zijn belangrijk? Eisen aan fysieke gesteldheid? Welke werkhouding (bijv. geen problemen met overwerk, e.d.) 46
Ontwikkeling Welke trainingen worden aangeboden vlak na de aanname, na verloop van tijd? Opleidingsmogelijkheden? Welke doorgroeimogelijkheden zijn er? Is verdere ontplooiing binnen dit werk mogelijk? Vooruitzichten, carrièrekansen? Is bijscholing nodig i.v.m. (snelle) verandering binnen dit werk? Salaris Hoe is de salariëring m.b.t. de startersfunctie? En na verloop van tijd? (hoe vaak volgende salarisstappen: 1x per jaar of vaker) Is het salaris afhankelijk van de persoonlijke inzet / eigen omzet? Werkuren Werkuren / vakanties Is parttime werk mogelijk? Flexibele werkuren mogelijk? Kinderopvang? Andere vormen van flexibiliteit? Persoonlijk (over jou) Dit ben ik, dit is mijn persoonlijkheid, kennis, ervaring; past dat in deze functie? Past dat in deze context? Zo nee: wat ontbreekt er (nog)? Heeft u nog adviezen/tips voor mij? Een goedverlopend netwerkgesprek heeft over het algemeen een vervolg: men kan zelf geïnteresseerd raken in jou (natuurlijk is dit ook enigszins afhankelijk van of er ruimte is of binnenkort zal zijn), of je doorverwijzen naar iemand die iets voor je kan betekenen. Het is verstandig om te vragen om doorverwijzingen. Bedank altijd voor het gesprek en stuur later een bedankkaartje of bloemetje (afhankelijk van het soort contact). Laat iemand die iets voor je gedaan heeft ook altijd even weten hoe het afgelopen is. Netwerktips Netwerk elke dag vanaf nu (wacht niet tot je in nood bent, mensen reageren niet zo goed op wanhopige mensen). Overal en op onverwachte plaatsen zijn interessante personen en informatie. Iedereen is benaderbaar. Hou vol, verwacht niet dat het snel en makkelijk zal gaan. Wees direct en oprecht, probeer niet met trucjes iets voor elkaar te krijgen, dat werkt eerder tegen je dan voor je. Vergeet niet wie je geholpen heeft (bedankje, kaartje, of als het je een baan oplevert misschien wel een bloemetje of een etentje). Hou bij wat je wanneer met wie hebt besproken, waar je naar werd doorverwezen en of je een bedankje gestuurd hebt. Begin niet met de hoogstgeplaatste persoon als je begint met netwerken. Onderhoud je netwerk, laat af en toe iets van je horen, laat het niet verzanden, ook niet als je al een baan hebt. Wees zelf ook een goed netwerkcontact voor anderen.
47
Netwerkvalkuilen Niet doen: in het wilde weg gaan bellen, faxen, schrijven. Steek alleen energie in wat echt zin heeft. Zinloze contacten nodigen niet uit tot hulpvaardigheid. Niet doen: mensen die je lang verwaarloosd hebt ineens benaderen voor een baan. Het gevoel ‘nu ben ik ineens goed genoeg’ nodigt niet uit tot helpen Niet doen: de decompressie vergeten: maak meteen duidelijk dat je niet om een baan vraagt, zowel aan de telefoon als in het uiteindelijke gesprek. Niet doen: je niet goed voorbereiden op het gesprek, of een slecht gesprek voeren. Je krijgt dan geen hulp of doorverwijzing, en het gaat ook vast terug naar degene die je dit contact bezorgd heeft. Je verpest dus meer dan alleen dit gesprek. Valkuil: een netwerkgesprek is vaak met iemand die succesvol is. Pas ervoor op dat het gesprek niet alleen gaat over zijn/haar succesverhaal. Dit is reuze interessant, maar het levert niets voor jou op. Ook blijven hangen in social talk of een gezamenlijke kennis of hobby is een valkuil. De tijd is vaak beperkt.
Stap 4 heb je nu afgerond. Als het goed is heb je meer zicht gekregen op de arbeidsmarkt en de manieren waarop je die kennis kunt verkrijgen. In de volgende fase krijg je tips over hoe je een plan van aanpak kunt maken en hoe je het keuzeproces op een goede manier kunt doorlopen.
48
2.5
Stap 5: Plan van aanpak Om te slagen in je doelstelling (je zodanig voorbereiden op je overstap naar de arbeidsmarkt dat je deze stap vervolgens op een goede manier kunt maken) is het van belang dat je goed zicht hebt op wat er voor jou nodig is om een succesvolle overstap naar de arbeidsmarkt te bewerkstelligen. Je vindt hier dan ook informatie over een actieplan. En vervolgens informatie over kiezen, wat houdt dat in, hoe doe je dat?
2.5.1
Actieplan In het proces van zoeken naar de voor jou meest passende baan kan het opstellen van een actieplan een handig hulpmiddel zijn. Het doel van een actieplan is om je te bezinnen op wat er voor jou nog nodig is om de overstap te kunnen maken, en dit vervolgens in overzichtelijke stappen onder te brengen in je actieplan, waardoor je een plan van aanpak hebt. Noteer in het onderstaande schema welke acties je gaat ondernemen, en wanneer. Schrijf gerichte plannen op, geen algemene ideeën. Hou de plannen die je maakt realistisch en haalbaar, en vooral concreet. Denk daarbij aan: welke informatie heb je nog nodig? Hoe ga je die verwerven? Wie moet je nog bellen/spreken/schrijven? En vooral ook: wanneer ga je deze actie uitvoeren?
Actie
Hoe
Datum/tijd
Vervolgens is het belangrijk om je te houden aan je eigen actieplan. Wanneer je je actieplan hebt afgewerkt en je hebt je einddoel nog niet bereikt ga je je opnieuw bezinnen op wat er nog voor nodig is om je doel wel te bereiken. Daarna stel je weer een nieuw actieplan op voor jezelf. Je kunt het actieplan gebruiken in de oriënterende fase, maar natuurlijk ook als je aan het solliciteren bent. 49
2.5.2
Kiezen In de voorafgaande hoofdstukken heb je een zelfanalyse gemaakt en jouw deel van de arbeidsmarkt zo goed mogelijk verkend. Hoe de eigenschappen en vaardigheden uit de zelfanalyse en de ideeën uit de arbeidsmarktverkenning meespelen en meewegen in je besluitvormingsproces, is voor iedereen anders. Het zijn wel voor iedereen de belangrijkste basisingrediënten voor een keuze. Het kan zijn dat het tijdens het verzamelen van de informatie gaandeweg duidelijk wordt wat je wilt gaan doen. Het kan ook zijn dat het je nog niet duidelijk is, of dat je een aantal opties hebt waar je uit wilt kiezen. Om grip te krijgen op het keuzeproces is het belangrijk bij jezelf na te gaan hoe de keuzes die je tot nu toe gemaakt hebt, tot stand zijn gekomen. Ga in gedachten eens terug naar het moment van je studiekeuze, want het gewicht daarvan kun je vergelijken met dat van je loopbaankeuze. Ben je achteraf tevreden met de keuze van je studie? Was deze keuze weldoordacht en goed beargumenteerd of ben je minder tevreden en heb je het gevoel dat je maar wat gekozen hebt? Wat wil je in het keuzeproces voor je loopbaan anders/beter doen? Kiezen is niet alleen een verstandelijk, maar ook een emotioneel proces. Slechte keuzes bestaan eigenlijk niet. Je maakt een keuze op een bepaald moment, onder bepaalde omstandigheden en onder invloed van bepaalde emoties, en dat is voor dat moment de beste keuze voor jou. Een eenmaal gemaakte keuze is altijd weer bij te stellen. Sommige bijstellingen zijn natuurlijk wel eenvoudiger dan andere. De keuze voor een loopbaan is een belangrijke persoonlijke keuze. Je bent op zoek naar een baan die bij jou past. Het is een proces van wikken en wegen waarbij veel factoren een rol spelen. Geef jezelf de tijd om weloverwogen te kiezen en geniet zoveel mogelijk van je zoektocht. Het is een spannende zoektocht waarbij je veel nieuwe dingen tegenkomt. Otto Taborsky, docent beroepskeuzetheorie, heeft dit keuzeproces in zes fasen ingedeeld. Deze fasen zijn goed herkenbaar en maken het loopbaankeuzeproces overzichtelijker en hanteerbaar.
2.5.2
De zes fasen van Taborsky 1. Het besef te moeten kiezen Wanneer je afstuderen dichterbij komt, komt voor de meeste studenten het besef ook dichterbij dat er nieuwe keuzes gemaakt moeten gaan worden. Kiezen brengt door twijfel ook spanning met zich mee. Past het bedrijfsleven wel bij mij? Is het niet te zwaar? Moet ik kiezen voor de non-profit sector? Gevoelens van twijfel zijn niet prettig maar stel je ervoor open, want dan kan een positieve spanning ontstaan, die je in staat stelt dingen te onderzoeken en te kiezen. 2. Acceptatie van de keuzeonzekerheid Wanneer je de keuzeonzekerheid accepteert, kun je je actief inzetten om tot een keuze te komen. Sta jezelf toe om onbevangen de keuzemogelijkheden te verkennen, benut de ontstane onzekerheid optimaal. 3. Vrijblijvend exploreren Onderzoek de werkvelden zonder er directe gevolgen of conclusies aan te verbinden. Stel de vraag hoe het zal zijn en wat het zal betekenen om een alternatief echt te realiseren. Wat is dan het beroepsperspectief? Hoe is de cultuur? Wat voor soort collega’s krijg ik? Bekijk de alternatieven vanuit verschillende gezichtspunten.
50
4. Vergelijken Vergelijk de verschillende mogelijkheden op de arbeidsmarkt met elkaar, benoem expliciet wat voor jou de belangrijkste criteria zijn. Vaak blijven criteria impliciet doordat je sterk verbonden bent met een alternatief. 5. De beslissing De overgang van niet-precies-weten-wat-je-wilt-en-zoekt naar de overtuiging wat je wel wilt, is vaak moeilijk aan te wijzen. Vaak valt de beslissing onbewust, om vervolgens uit te groeien naar een overtuiging die energie geeft en tot actie aanzet in de gekozen richting. Ook kom je nu gemakkelijk met je overtuiging naar buiten, je gaat er steeds meer over praten. Niet omdat je al 100 % overtuigd bent, maar omdat je achter je keuze gaat staan als uitkomst van een interne discussie. 6. De uitvoering Als je uiteindelijk een beslissing genomen hebt, leidt dat meestal tot energie. Obstakels die de realisatie in de weg stonden kunnen worden opgeruimd. Deze laatste fase kenmerkt zich door daadkracht. Deze fasen zijn in het echte leven natuurlijk niet zo duidelijk te onderscheiden. Niet alle fasen duren even lang. De intensiteit waarmee je het keuzeproces in gaat bepaalt vaak de duur van je keuzeproces. 2.5.3
Valkuilen in het keuzeproces Ondanks mooie modellen en nuttige opdrachten is en blijft er een aantal bekende valkuilen op het loopbaanpad. Het kan je helpen om ze nader te bekijken en voor jezelf eerlijk te bepalen of in een van deze valkuilen trapt: Haast: omdat je het liefst zo snel mogelijk een baan hebt, in de hoop dat de rust in je leven weerkeert. Tip bij haast: wees je bewust van het ongemak en buig het om naar een positief gevoel. Bijvoorbeeld door te denken dat je jezelf nu lekker de tijd gunt om je te oriënteren, nieuwe dingen te onderzoeken, nieuwe ervaringen op te doen, om zo de mooist mogelijke toekomst voor jezelf te kunnen creëren. Uitstel: wanneer je moeite hebt met kiezen en niet goed weet waar je moet beginnen is het verleidelijk om de keuze uit te stellen (bijvoorbeeld nog weer verder gaan studeren) of helemaal geen keuze te maken. Bedenk dat niet kiezen meestal betekent dat anderen voor je kiezen zonder dat jij daar invloed op hebt. Tip bij uitstel: maak een actieplan met datum en tijdstip van uitvoering (zie ook hiervoor) en noteer die in je agenda. Oftewel: hak het proces in overzichtelijke stukken en stel een deadline voor jezelf. De perfecte baan: ga niet op zoek naar de 100 % perfecte baan, die bestaat niet, er zijn altijd minder leuke kanten (maar die moeten er natuurlijk niet teveel zijn). Tip voor perfectiezoekers: bedenk dat een minder goede ervaring heel leerzaam is, je sterke en zwakke kanten kristalliseren zich sneller uit. Grenzen verleggen: kijk ook buiten de Randstad, anders mis je misschien die hele leuke baan. Wanneer je een aantrekkelijke advertentie ziet voor een baan ver weg, ga je 51
ongemerkt wennen aan het idee dat je je vertrouwde plek zou kunnen verlaten. Tip voor grenzen verleggen: realiseer je dat belangrijke keuzes tijd vergen, soms moet je er echt naar toe groeien. Beroepstradities binnen je familie: “mijn hele familie zit in de handel” of “mijn hele familie zit in het onderwijs” zijn veelgehoorde argumenten voor een keuze. Tip bij het volgen van beroepstradities: houd niet per definitie vast aan deze traditie, jij bent misschien ergens anders beter op je plek. 2.5.4
Het T-model Uiteindelijk komt dan het moment dat je moet kiezen. Een instrument dat je kan helpen bij het maken van keuzes is het T-model. Dit model is een besluitvormingstechniek die je kunt gebruiken bij het maken van een keuze tussen twee of meer mogelijkheden. Het helpt je de voor- en nadelen van een bepaald alternatief op een rij te zetten en ze te toetsen op hun gewicht en betekenis. Zet een van de mogelijkheden boven aan het model. Daaronder is ruimte om de positieve en de negatieve aspecten van de mogelijkheid op te schrijven. Probeer daarbij aan alle aspecten te denken die met de mogelijkheid te maken hebben. Doe dit vervolgens ook met de tweede mogelijkheid. Wanneer dit van beide mogelijkheden die je wilt vergelijken is gebeurd dan ken je aan elk aspect een cijfer toe. Je kunt een cijfer geven van 1 t/m 10. Het cijfer 10 geef je aan een aspect wanneer dat zeer zwaar telt en het cijfer 1 aan een aspect dat eigenlijk niet of nauwelijks belangrijk is, en verder natuurlijk alles wat daartussenin zit. Tel vervolgens alle punten van de kolom positief van de eerste mogelijkheid op, daarna van de kolom negatief. Trek dan de uitslag van de negatieven af van de positieven. Daar komt een eindcijfer uit. Doe hetzelfde met de kolommen van de tweede mogelijkheid. Deze twee eindcijfers kun je dan gaan vergelijken. De cijfers kunnen hoog zijn, laag zijn, zelfs onder nul zijn. Het verschil tussen deze twee cijfers zegt iets over welke van de twee mogelijkheden je meer aanstaat. Maar belangrijker is eigenlijk dat je heel goed hebt nagedacht over alle aspecten die aan de mogelijkheden vastzitten, zowel de positieve als de negatieve aspecten. En tevens dat je hebt nagedacht over hoe belangrijk bepaalde argumenten eigenlijk zijn. Het levert dus over het algemeen veel helderheid op. Bedenk ook dat wanneer je over een bepaalde optie alleen positieve aspecten kunt bedenken dat dit kan betekenen dat het óf een hele goede optie is, óf je wilt/kunt de negatieve aspecten (nog) niet zien. Onderzoek welke van de twee waar is. Voorbeelden van vergelijkingen zijn: verschillende functies, verschillende branches, verschillende werkgevers, werken versus traineeship, werken versus verder studeren, werken in Nederland of buitenland enzovoorts.
52
T-model 1: Positieve aspecten:
1 - 10
1 - 10
+
Negatieve aspecten:
+
… - … =
53
T-model 2: Positieve aspecten:
1 - 10
1 - 10
+
Negatieve aspecten:
+
… - … =
Benoem de belangrijkste verschillen tussen de twee opties.
Mijn voorkeur gaat uit naar optie:
Stap 5 heb je nu afgerond. Als het goed is heb je nu meer zicht op hoe je een plan van aanpak maakt en hoe je een goede keuze kunt maken. In de laatste fase worden verschillende manieren om werk te zoeken, te vinden en te veroveren beschreven.
54
2.6
Stap 6: Werk zoeken, vinden en veroveren Er zijn verschillende manieren om aan een baan te komen. In dit hoofdstuk worden deze manieren beschreven en wat daar allemaal bij komt kijken. 2.6.1 2.6.2 2.6.3 2.6.4 2.6.5 2.6.6 2.6.7 2.6.8 2.6.9
2.6.1
Curriculum Vitae Gericht solliciteren op personeelsadvertenties Open sollicitaties Andere mogelijkheden voor werkverwerving Het gesprek De sollicitatieprocedure Psychologische tests en Assessment Center Het arbeidsvoorwaardengesprek en de arbeidsovereenkomst Solliciteren en gezondheid
Curriculum Vitae Een sollicitatiebrief gaat altijd vergezeld van een curriculum vitae. Het CV geeft je hele levensloop, alles wat je gedaan hebt, op logische en duidelijke wijze weer. Het bevat jouw personalia, opleiding en cursussen, werkervaring, nevenactiviteiten en eventueel je hobby’s. Hieruit blijkt in een oogopslag wat je te bieden hebt. Met brief en CV heb je (maximaal) drie kantjes om een goed, duidelijk, overzichtelijk, prettig en aansprekend beeld van jezelf te geven. Maak daar gebruik van! Inhoud De meest gebruikelijke en overzichtelijke manier van je CV indelen is links een kolom met de jaartallen en rechts daarvan de informatie over je activiteiten. (Zie het voorbeeld op de volgende bladzijde). Wat betreft de volgorde zijn er twee mogelijkheden: 1. Een chronologisch CV. Hierin geef je, beginnend met de minst recente, in chronologische volgorde je activiteiten tot nu toe weer. 2. Een anti-chronologisch CV. Hier begin je met de meest recente activiteit en werk je verder terug in de tijd. Dit heeft als voordeel dat je begint met wat je als laatste gedaan hebt, en dat is meestal het meest relevant en interessant. Welke van de twee je ook kiest, doe dit in ieder geval consequent in je hele CV op dezelfde manier. Rubrieken die je in je CV vermeldt zijn: Personalia Hieronder vermeld je je naam, adres, privé telefoonnummer, emailadres, geboortedatum en geboorteplaats. Eventueel kun je hier ook je burgerlijke staat, nationaliteit, geslacht en kinderen vermelden. Opleidingen Je vermeldt hier de opleidingen die je hebt gedaan en de periode waarin. Eventueel kun je specifiekere vakken / cursussen / onderdelen noemen als deze relevant zijn voor de functie. Over je universitaire opleiding zou je het volgende kunnen vermelden: afstudeerrichting, relevante vakken, keuzevakken, werkcolleges, stage en afstudeeronderwerp. Ook hier geldt: kijk wat relevant is, maar zeg wel iets meer over je opleiding, daardoor geef je hem meer inhoud. Niet iedereen weet wat een bepaalde opleiding inhoudt. 55
Werkervaring Geef aan welke functie je bij welke werkgever hebt gehad in welke periode. Geef beknopt aan wat je taken of activiteiten zijn geweest. Wees concreet en spreek in termen van acties en resultaten. Je kunt je stage ook onder dit kopje vermelden (i.p.v. onder opleidingen). Dit is vooral handig als je niet zoveel werkervaring hebt. Nevenactiviteiten Hier kun je organisatorische of bestuurlijke activiteiten noemen. Je kunt denken aan activiteiten als vrijwilliger, lid van verenigingen, commissies, politieke partijen, sportverenigingen, enzovoorts. Geef ook hier je taken weer. Talen Als het van belang is voor de functie waar je naar solliciteert, vermeld je je beheersing van vreemde talen. Geef eventueel van de verschillende talen aan hoe je mondelinge en je schriftelijke beheersing van de taal is. Computerervaring Wanneer je meer met computers kunt dan alleen MS-Word en het is enigszins relevant voor de functie, dan moet je dat zeker vermelden. Hobby’s en vrijetijdsactiviteiten Het noemen van hobby’s kan het volgende nut hebben: het zegt iets meer over wie jij als persoon bent (hetgeen steeds belangrijker is) en het kan in een gesprek als ijsbreker fungeren. Als je hobby’s hebt die aansluiten bij de functie of het bedrijf waar je solliciteert kun je deze ook vermelden. Het bekende voorbeeld is het vermelden van een teamsport als er een teamspeler wordt gevraagd. Vermeldt geen hobby die je al jaren niet meer beoefent, als er vragen over gesteld worden val je door de mand. Referenties Het noemen van referenties is niet noodzakelijk, tenzij er expliciet om gevraagd wordt. Als je referenties wilt vermelden kun je het best schrijven dat deze ‘indien gewenst beschikbaar zijn’. Als je vervolgens om referenties wordt gevraagd, zorg dan dat deze hierover ingelicht zijn, en dat het mensen zijn die iets positiefs over je te vertellen hebben. Uiterlijk Een CV moet overzichtelijk zijn. De lezer moet in één oogopslag een indruk van jou kwaliteiten kunnen krijgen. Gebruik veel wit, spring in en gebruik opsommingstekens. Gebruik evenwel ook niet al teveel witte vlakken of teveel witregels want dan lijkt het of je je CV oprekt, alsof je niet genoeg te vertellen hebt en die indruk wil je niet wekken. Een CV is maximaal 2 bladzijdes en getypt in hetzelfde lettertype als je brief. Wanneer er slechts enkele regels op de tweede bladzijde komen ga dan variëren met lettertype, lettergrootte of lay-out, totdat het óf op een kantje past óf anderhalf kantje wordt. Dit laatste natuurlijk alleen als het er dan niet opgerekt uitziet. Taalgebruik Het taalgebruik in je CV is actief. De taken of activiteiten die je noemt beschrijf je in de tegenwoordige tijd. Gebruik geen vakjargon, tenzij je weet dat de lezer dit begrijpt. Hou de formulering kort (in je brief kun je een aantal dingen toelichten) maar wel volledig en helder. Noem niet alleen de functie, maar daarbij ook de belangrijkste taken. 56
Als laatste Zorg ervoor dat je een standaard CV hebt, waarin je een volledige opsomming geeft. Vervolgens pas je je CV bij elke brief opnieuw aan. Bekijk je CV door de ogen van de lezer: vermeld juist die dingen die jou geschikt voor de functie maken. Dat wat goed aansluit met de functie-eisen, krijgt extra aandacht in je CV, zodat dat onderdeel direct in het oog springt. Wanneer je CV langer is dan een kantje, schrijf dan op de tweede bladzijde: blad 2 CV ….…… (je naam). Niet de twee blaadjes van je CV nooit aan elkaar vast.
Voorbeeld CV’s op de volgende bladzijden.
57
CURRICULUM VITAE Personalia naam adres geboren telefoon e-mail
Pieter Dijkenburg Langegracht 41b 2312 GF Leiden Haarlem, 4 mei 1982 06 52 98 32 14
[email protected]
Opleidingen 2005
Graduate School for Political Science, The Ohio State University, Columbus Ohio, USA Focus op ‘International Organization’ en ‘Rational Institution Building’
2000 - heden
Politicologie, Universiteit Leiden Relevante vakken: ‘International Organization’, ‘International Relations’ Scriptieonderwerp: WTO, handelsconflicten en de invloed van belangengroepen en instituties
1994 - 2000
VWO, Grotius College, Haarlem Vakkenpakket: Nederlands, Engels, Wiskunde A, Geschiedenis, Aardrijkskunde, Economie I, Economie II
Werkervaring 2005
Student-assistent Departement Politieke Wetenschappen, Universiteit Leiden Taken: dataverwerking in het kader van een international onderzoek naar de rol belangengroepen ten aanzien van handelpolitieke issues, algemene ondersteunende werkzaamheden
2004 - 2005
Freelance medewerker onderzoeksbureau EFDRIE, Amsterdam Taken: prijspeilingen voor de Consumentenbond, dataverwerking
Nevenactiviteiten 2005
Lid Crisisteam EL CID (Introductieweek Universiteit Leiden) Taken: als crisisteam verantwoordelijk voor een ordelijk verloop van de introductieweek van de Universiteit Leiden en het oplossen van eventuele problemen
2004
Deelnemer 25ste Veerstichting Symposium, Utrecht
58
2003 - 2004
Bestuurslid Plaatselijke Kamer van Verenigingen Leiden Functie: Assessor Politiek & Vice Praeses Taken: Belangenbehartiging namens de Leidse studentenverenigingen, contacten onderhouden met College van Bestuur van de Universiteit Leiden, de gemeente Leiden, de Landelijke Kamer van Verenigingen, algemene bestuurswerkzaamheden
2003 – 2004
Lid Leidse Studentenraad Taken: het gevraagd en ongevraagd adviseren van het College van Bestuur van de Universiteit Leiden inzake studentenbeleid en studentenvoorzieningen
2002 - 2003
Bestuurslid zeilvereniging De Blauwe Schuit, Leiden Functie: Commissaris Materiaal en Gebouw Taken: verantwoordelijk voor het materiaal, het gebouw en de bootsman, algemene bestuurswerkzaamheden
2000 - heden
Lid zeilvereniging De Blauwe Schuit, Leiden Zeiler en lid van diverse commissies
2000 – 2003
Lid Studievereniging voor Politicologen, Leiden
1997 - 1999
Deelnemer en voorzitter ‘Model European Parliament’, Utrecht.
Computervaardigheden MS Office, SPSS Talenkennis Nederlands Duits
: vloeiend : basiskennis
Engels: vloeiend Frans: basiskennis
Hobby’s Sport (fietsen, zwemmen, hardlopen, zeilen, tennis), koken, reizen
59
Curriculum Vitae Personalia Naam Voornamen Adres Telefoon Geboortedatum Geboorteplaats
Verburgh Simone Christina Maria (Simone) Flanorpad 40 2324 ST Leiden 071-5836124 / 06 54213258 5 september 1980 Alphen aan de Rijn
Opleidingen 2006 – heden
Master Child and Adolecent Psychology, Universiteit Leiden Masterthesis: Zinnenaanvullijst Curium (ZALC): een onderzoek naar de betrouwbaarheid binnen een klinische setting.
2001-2006
Bachelor Psychologie, Universiteit Leiden Relevante vakken: Klinische en Gezondheidspsychologie, Methoden en Technieken, Onderzoeksproject, Wetenschappelijk rapporteren. Basisaantekening Psychodiagnostiek (2005)
1998 – 2001
Rechten, Universiteit Leiden Propedeuse (1999) Afstudeerrichting Notarieel recht (niet voltooid)
1992 - 1998
VWO, College Rijnaert, Alphen aan de Rijn Vakken: Nederlands, Engels, Duits, Economie I, Economie II, Wiskunde A, Biologie.
Werkervaring heden
Medewerker Customer Contact Center, Leidse Onderwijsinstellingen (LOI), Leiderdorp Taken: het telefonisch geven van voorlichting, het verkopen van opleidingen en het verlenen van de daarbij behorende service aan klanten en cursisten. Gevolgde trainingen: - Klantgerichte Communicatie - Gesprekstechnieken
2005
Student- assistent, Universiteit Leiden Taken: het scoren van protocollen van de Zinnenaanvultest Curium (ZALC) op projectbasis.
2004 – 2005
Stagiair, Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding (HCO), Team Leerlingzorg, Den Haag. 60
Taken: onder andere het zelfstandig uitvoeren van individueel psychologisch onderzoek, het schrijven van verslagen, het voeren van intake- en adviesgesprekken, het ontwikkelen van een vragenlijst voor de sociaal- emotionele ontwikkeling. Bijwonen van Interne Zorgcommissies, vergaderingen en cursussen. 1995 – 2000
Diverse bijbanen Waaronder ondersteunende werkzaamheden voor de Universiteit Leiden, correctiewerk en telemarketing.
Nevenactiviteiten 2005- heden
Vrijwilliger, Stichting Kico, Alphen aan de Rijn Taken: begeleiden van kinderen (9-12 jaar), uit een gespannen/slechte leef- of armoedesituatie en/of met gedragsproblemen, en het organiseren van activiteiten.
2005
Locatiecoördinator, Stadsgehoorzaal, Leiden Taken: voorbereiden van en coördineren tijdens het lustrumfeest ter gelegenheid van het 430- jarig bestaan van de Universiteit Leiden.
2004
Vrijwilliger, Stichting Wij Helpen Daar, Belgrado Taken: organiseren van activiteiten voor Servisch- Kosovaarse vluchtelingenkinderen in een vluchtelingenkamp.
2001 – 2005
Lid studievereniging Labyrint, Leiden
1999 – 2005
Lid studentenvereniging L.V.V.S. Augustinus, Leiden Commissies: Ouderdagcommissie, Culturele commissie, Presentatiecommissie, Lustrumcommissie, Stichting Oud Ledencommissie.
Computerkennis Windows 98/ME/XP, Microsoft Office 2000/2003/XP (Word, PowerPoint, Excel, Outlook), Internet, SPSS, AS-400, Epiphany.
Overig Rijbewijs B. Sporten, lezen, films, koken, organiseren van activiteiten.
61
2.6.2
Gericht solliciteren op personeesadvertenties Met een gerichte sollicitatiebrief reageer je op een advertentie waarin een werkgever een vacature vermeldt. Voorafgaand aan het schrijven van je brief maak je een vacatureanalyse (zie paragraaf 2.4.1). Aan de hand hiervan kun je je brief op de vacature afstemmen. Het schrijven van de brief wordt nog gemakkelijker als je daarbij ook van tevoren hebt gebeld met het bedrijf. Verder heb je natuurlijk alle informatie over jezelf nodig. De inhoud Het doel van een sollicitatiebrief is uitgenodigd worden voor een gesprek. Er zijn twee belangrijke vragen die voor de lezer beantwoord moeten zijn na het lezen van de brief. De eerste is de vraag waarom jij nou juist de sollicitant bent die geschikt is voor de functie. Dit kun je doen door je opleiding, ervaring en persoonlijke eigenschappen te beschrijven die aansluiten bij de functie. De tweede vraag is waarom jij nou juist op deze vacature solliciteert. Dit kun je doen door te beschrijven waarom je gemotiveerd bent voor deze functie bij dit bedrijf. Een sollicitatiebrief is als volgt ingedeeld: Inleiding Vermeld in de kop waar je de advertentie hebt gevonden en op welke functie je solliciteert. Als je van te voren hebt gebeld om informatie over de vacature in te winnen, noem dan dat je een prettig gesprek met de betreffende persoon hebt gehad (deze kan verschillen van de geadresseerde). Kern Hierin maak je duidelijk wie je bent, wat je te bieden hebt en waarom ze jou moeten hebben. Beschrijf waarom je geschikt bent aan de hand van: - opleiding, cursussen, speciale vakken, onderzoek, publicaties, enz. - werkervaring, stages, zomerbaantjes, - ervaring opgedaan in nevenactiviteiten (b.v. vrijwilligerswerk, commissies, etc.) - persoonlijke eigenschappen. Oftewel omschrijf welke kwaliteiten en vaardigheden je in huis hebt en waaruit dit blijkt. Zet de punten uit je vacature-analyse om in goed lopende zinnen. Probeer de punten kort toe te lichten en te onderbouwen: ‘In mijn baan als baliemedewerker heb ik te maken gehad met veel verschillende soorten klanten, die zeer uiteenlopende wensen hadden. Daar heb ik geleerd snel en zelfstandig te werken. Tevens weet ik door deze werkzaamheden dat ik over uitstekende communicatieve vaardigheden beschik.’ Jaartallen en precieze omschrijving van je activiteiten staan omschreven in je CV en hoeven dus niet in je brief vermeld te worden. Daarnaast geef je aan wat je zo aantrekt in de functie en het bedrijf waar je solliciteert. Leg het verband met de opleiding, ervaring of eigenschappen die je hebt. Voorbeelden van motivatie voor de functie kunnen liggen in: -
werkzaamheden (je kent die werkzaamheden, je hebt daar iets in bereikt, je bent daar goed in, je kunt daar iets van je persoonlijke interesse in kwijt, enz.). opleiding (je hebt over die specifieke werkzaamheden bijvakken gevolgd, je scriptie ging over dat onderwerp, je hebt bijscholing voor die werkzaamheden gevolgd, je hebt stage gelopen, door je opleiding ben je in staat om snel een goed een rapport op te stellen, enz.). 62
-
-
persoonlijke eigenschappen (je herkent jezelf in de gevraagde persoonlijke eigenschappen omdat je bijvoorbeeld altijd met veel enthousiasme het jeugdvoetbalelftal leidt, de persoonlijke eigenschappen, die je bezit kun je goed gebruiken bij de invulling van de functie, dit is gebleken bij bijvoorbeeld het afmaken van een ingewikkeld, moeizaam project, dat dankzij geduld en doorzettingsvermogen toch goed is afgerond, enz.). het bedrijf (je weet er inmiddels heel wat over).
Afsluiting Hierin maak je duidelijk dat je graag wilt worden uitgenodigd voor een gesprek. Vergeet niet je brief te ondertekenen! Uiterlijk Een sollicitatiebrief bestaat uit één A4-tje, nooit meer. Hou je brief kort, jaartallen en omschrijvingen van activiteiten staan in het CV vermeld. Neem wit papier, maak de brief met de computer (tenzij anders wordt gevraagd). Zet het uitlijnen uit, een brief moet rafelen. Maak een nieuwe alinea door een witte regel in te voegen. Gebruik een standaard, passend lettertype in sollicitatiebrieven. ‘Courier’ is bijvoorbeeld ‘uit’ en te ‘populaire’ lettertypes kun je beter ook niet gebruiken. Stuur altijd je Curriculum Vitae mee (zie paragraaf 2.5.1). Zet ook onder de brief: Bijlage: Curriculum Vitae. Type/schrijf de gegevens van het bedrijf (zoals je het bovenaan je brief vermeld) en je eigen gegevens (zoals je het onderaan je brief vermeld) op de envelop. Taalgebruik Formuleer korte en bondige zinnen en durf punten te zetten. Formuleer je zinnen helder en duidelijk en illustreer met voorbeelden. Voorkom negatieve formuleringen, ga uit van wat je wel kunt en durf daar positief over te zijn. Als je aan een eis uit de advertentie niet voldoet, zoek dan naar compensatie. Heb je bijvoorbeeld niet de in de advertentie genoemde opleiding, maar wel veel ervaring met het werkveld in je stage opgedaan, dan noem je deze ervaring in je brief. Gebruik krachtige formuleringen. Schrijf in de ik-vorm. Gebruik geen passieve constructies (‘men’ en ‘worden’) Gebruik geen afkortingen. Controleer de brief na afloop op stijl- en spellingsfouten. Vraag daarna ook nog iemand anders de brief op stijl- en spellingsfouten te controleren, zodat je zeker weet dat er geen fouten instaan. Je kunt er wel vijf keer overheen lezen, sommige dingen zie je gewoon over het hoofd. Laat de brief ook lezen op inhoud: begrijpt de ander wat je schrijft? Sommige formuleringen die voor jou heel helder zijn kunnen bij anderen vragen oproepen. En vindt de ander de brief compleet en aansprekend? Vraag om eerlijke feedback, aan vleierij heb je niets. Als laatste Maak altijd een kopie van je brief, zodat je deze kunt nalezen als je uitgenodigd wordt voor een gesprek. Op de volgende pagina staat de indeling van een brief aangegeven. 63
Indeling brief De kernblokken hoeven niet per definitie in deze volgorde. Ook kunnen elementen van het ene kernblok ondergebracht worden in het andere blok. Het gaat er om dat in ieder geval alle elementen in de brief zitten. Naam bedrijf of organisatie Afdeling t.a.v. contactpersoon straat + nummer postcode + plaatsnaam
Plaats, datum
Betreft: sollicitatie…….
Geachte heer/ mevrouw achternaam contactpersoon
Functie waarnaar je solliciteert. Waar je de vacature vandaan hebt (krant en datum). Eventueel telefonisch contact met de naam van de contactpersoon. Motivatie voor de • Functie • Bedrijf Het presenteren van jezelf aan de hand van: • Opleiding • Ervaring • Relevante eigenschappen
Afsluiting Hoogachtend, (met vriendelijke groet) (handtekening) Naam + Achternaam Straat + huisnummer Postcode + Woonplaats
Bijlage: Curriculum Vitae
64
Reinier de Groot Diefsteeg 14a 2311 TS Leiden
[email protected] McKinsey & Company Afdeling Recruiting Amstel 344 1017 AS Amsterdam Betreft: sollicitatie naar de functie van Fellow Leiden, 7 juli 2006 Geachte mevrouw/heer, Hierbij solliciteer ik naar de functie van Fellow bij McKinsey & Company. Momenteel zit ik in de slotfase van mijn tweede studie, de master Wijsbegeerte van de Sociale Wetenschap aan de Universiteit Leiden. Ik verwacht mijn studie in augustus dit jaar af te ronden. Ik ben op zoek naar een baan die mij twee dingen biedt: een intellectuele uitdaging, en het gevoel dat ik iets bewerkstellig. De intellectuele uitdaging betekent voor mij dat ik nadenk over complexe vraagstukken. Met het gevoel iets te bewerkstelligen bedoel ik dat mijn werk een tastbaar resultaat heeft, dus dat het niet blijft bij analyse. Ik denk dat een baan bij McKinsey mij beide aspecten kan bieden. Vorig jaar heb ik kennis gemaakt met McKinsey tijdens een business course. Daar bleek dat McKinsey het niet laat bij analyse maar probeert verandering teweeg te brengen. Daarbij wordt gewerkt met een openheid in de benadering van problemen die mij zeer aanspreekt. Wat mij het meest aantrok was de mate waarin in dit werk een beroep gedaan wordt op een veelvoud aan kwaliteiten; niet alleen analytisch, maar met name ook creatief en sociaal. Dit sluit aan op mijn ambitie. Ik zie het als een persoonlijk ideaal om een breed scala aan vaardigheden te ontwikkelen. Ook denk ik dat ík McKinsey veel te bieden heb. Analytisch ben ik sterk, mede getuige mijn studieresultaten. Daarnaast heb ik ervaring met samenwerken. Ik heb bijvoorbeeld samen met anderen een politieke jongerenorganisatie opgezet in Leiden, waarvan ik vervolgens voorzitter ben geworden. En tijdens mijn studie in Berkeley, Californië, was ik redacteur van het Berkeley Undergraduate Journal, waarin het beste onderzoek van studenten gepubliceerd wordt. In die rol moest ik met een auteur onderhandelen over gevoelige maar noodzakelijke aanpassingen van haar artikel. Deze ervaringen kunnen van pas komen in de samenwerking met teamgenoten en met clienten.. Ik zou dan ook graag een bijdrage leveren aan het werk van McKinsey. Ik hoop dat mijn sollicitatie uw interesse heeft gewekt en kijk uit naar uw reactie. Met vriendelijke groet, Reinier de Groot -handtekeningBijlage: curriculum vitae Marleen van der Graaf Duizendbladstraat 56 4460 MO Vlissingen Tel.: 06-15789642 65
E-mail:
[email protected] Wemeldinge, 23 april 2006 SDW t.a.v. dhr De Jong Postbus 33 4700 AA ROOSENDAAL Betreft: vacature gedragsdeskundige Geachte heer De Jong, In de Provinciale Zeeuwse Courant van zaterdag 22 april las ik de advertentie waarin u vraagt om een Gedragsdeskundige. De omschrijving van deze functie en uw organisatie spraken mij bijzonder aan. De veelzijdigheid van de functie van Gedragswetenschapper is wat mij aantrekt. Het gaat verder dan alleen de diagnose en het advies. De functie omvat ook de begeleiding van de cliënt en de ondersteuning aan begeleiders, hulpverleners en therapeuten. Daarnaast spreekt het mij aan om in een middelgrote organisatie in te stromen, zodat ik door middel van intervisie mij verder kan bekwamen. Uw vrij platte organisatie spreekt mij aan, omdat ik het belangrijk vind dat beslissingen snel genomen worden en cliënten snel geholpen kunnen worden. Dit leidt zonder meer tot een stimulerende en enthousiaste werkomgeving. Daarnaast gaat de SDW uit van vraaggestuurd werken. Dit past geheel binnen mijn visie waarin zorg op maat geboden dient te worden. Tenslotte ben ik bijzonder enthousiast de mogelijkheden tot ontplooiing binnen de SDW. In juli verwacht ik mijn studie Orthopedagogiek aan de Universiteit van Leiden af te ronden.Tijdens mijn huidige stage op een Cluster-3 school heb ik gemerkt dat ik het een uitdaging vind om te werken met mensen met een beperking. Binnen deze stage doe ik onder andere onderzoeken bij leerlingen en aan de hand hiervan geef ik adviezen aan leerkrachten of advies met betrekking tot herindicaties. Ik denk dan ook dat mijn kennis en ervaring aansluit bij de functie van Gedragsdeskundige. Ik leer snel door ‘te doen’ en ‘te zien’. Dit betekent dat ik de eventuele ontbrekende vaardigheden snel zal oppakken. Tijdens mijn bachelorproject is gebleken dat ik goed zelfstandig kan werken, maar vind het ook heel prettig om in een team te functioneren. Graag zou ik mijn brief nader toelichten in een persoonlijk gesprek. Ik zie uit naar uw spoedige reactie. Met vriendelijke groet, -HandtekeningMarleen van der Graaf
Bijlage: curriculum vitae
66
2.6.3 Open sollicitaties Een open sollicitatie heeft een ander karakter dan een gerichte sollicitatie. Je hebt geen informatie uit een advertentie dus deze zul je op een andere manier moeten zien te achterhalen. Hiertoe kun je het betreffende bedrijf opbellen of informatie van je netwerkcontact gebruiken. Je kunt vragen om brochures, een jaarverslag, etc. Als het gaat om een netwerkcontact, vermeld dit dan ook in je brief. Omdat je een open sollicitatie stuurt weet je niet of er ook een vacature is, of in de komende tijd vrijkomt. Je kunt hier ook naar informeren als je telefonisch contact opneemt met de organisatie. Soms krijg je te horen dat er geen belangstelling bestaat. Zo kun je voorkomen dat je veel tijd en energie in een brief steekt waarop je niet zult worden uitgenodigd. Als de brief is verstuurd neem je zelf enkele weken later weer contact op met het bedrijf op. Als ze aangeven momenteel geen vacature te hebben, vraag dan na of ze in de nabije toekomst een vacature verwachten. Een voorbeeld van een open sollicitatie brief vind je op de volgende pagina. Afwijzing Als je op een (gerichte of open) sollicitatiebrief een afwijzing ontvangt, heb je er altijd wat aan als je probeert te achterhalen waarom. Zo voorkom je dat negatieve gedachtes de kop op steken “ze willen me toch niet”, maar kom je er achter wat je eventueel kunt verbeteren. Sollicitatie via het internet De mogelijkheden om via het internet te solliciteren breiden zich in snel tempo uit. Naast de mogelijkheid om vacatures te vinden op het internet (zie paragraaf 3.1.5.) kun je ook open sollicitaties op het internet zetten. Steeds meer sites bieden de mogelijkheid je curriculum vitae en een beschrijving van het soort functie of soort bedrijf wat je zoekt op het internet te zetten. Werkgevers kunnen deze sites bezoeken om naar geschikt talent te speuren. Anders dan een open sollicitatie per brief heb je nu niet de mogelijkheid je te verdiepen in een functie of een bedrijf en aan de hand hiervan je motivatie te omschrijven. Het is dus, opnieuw, heel belangrijk goed uit te zoeken wat je wilt. Aan de hand van je persoonlijk profiel (paragraaf 2.1), werkveldenonderzoek (paragraaf 2.2), werkplek-/baanoriëntatie (paragraaf 2.3) en arbeidsmarktverkenning (paragraaf 2.4.) moet je inmiddels in staat zijn deze informatie samen te stellen.
67
Stichting VSB Fonds t.a.v. Ing. A. van den Beek Maliebaan 142 3511 GG UTRECHT Leiden, 16 februari 2006 Betreft: open sollicitatie naar de functie van junior projectleider
Geachte heer van den Beek, Zaterdag 12 februari jl. bezocht ik tijdens het symposium ‘Een gat in de markt’ de door u geleide workshop van het VSB Fonds. De inleiding die u samen met de twee junior projectleiders verzorgde schetste een levendig beeld van uw fonds en het werk van de projectleiders. In het prettige gesprek dat ik na afloop van de workshop met u had, heb ik mijn interesse voor een functie bij het VSB Fonds kenbaar gemaakt. Zoals afgesproken stuur ik u hierbij mijn open sollicitatie. Momenteel ben ik werkzaam bij het Centre for Language and Communication van de Universiteit Utrecht. Het werk bevalt me goed. Mijn aanstelling is echter van tijdelijke aard. Ik ben daarom zeer geïnteresseerd in de mogelijkheden die er wellicht voor mij bij het VSB Fonds zijn. Graag wil ik als junior projectleider bij het VSB Fonds werkzaam zijn. Ik kende het fonds reeds van de studenteninitiatieven die zij mede financiert. Door het lezen van het jaaroverzicht 2004 heb ik een goed beeld gekregen van de diversiteit van de activiteiten die worden ondersteund. Hierdoor is mijn enthousiasme nog meer versterkt. Ik heb Nederlands gestudeerd met als specialisatie Communicatiekunde. Tijdens mijn studie heb ik bij diverse instellingen en bedrijven gewerkt. De kennis die ik in mijn studie op het gebied van communicatie heb opgedaan, heb ik altijd goed toe kunnen passen in mijn werk. Ik meen dat deze kennis van groot belang zal zijn in de functie van junior projectleider. Daarin krijg ik immers te maken met een grote diversiteit aan subsidie-aanvragers waarmee doelmatig en klantvriendelijk gecommuniceerd moet worden. Tijdens mijn werkzaamheden heb ik tevens laten zien me snel aan te kunnen passen aan verschillende situaties. Ten slotte zal de ervaring die ik heb met projectmatig werken een goede basis vormen voor een functie bij uw fonds. Ik hoop dat u na het lezen van deze brief een duidelijk beeld van mijn interesse en motivatie voor een functie bij het VSB Fonds hebt gekregen. Ik wacht een reactie uwerzijds met belangstelling af. Hoogachtend, - handtekening -
Truus Tros Trosstraat 1 1111 TT Leiden Bijlage: Curriculum Vitae 68
2.6.4
Andere mogelijkheden voor werkverwerving Jezelf aanbieden met een idee Door je studie, stage of door nieuwsgierigheid gedreven, heb je kennis gemaakt met bepaalde problemen binnen een bepaalde sector. Je hebt mogelijk ook ideeën ontwikkeld over de oplossing van die problemen. Die ideeën kun je verder uitwerken in een projectvoorstel, waarbij je je jezelf als projectuitvoerder profileert. Die biedt je aan bij een werkgever. Deze methode vraagt veel tijd en energie in de vorm van idee-ontwikkeling en gesprekken met deskundigen. Verder vraagt het ook veel tact om te voorkomen dat je ideeën door de anderen worden overgenomen. Tevens heb je tact nodig om te voorkomen dat de werkgever het gevoel krijgt dat je de huidige gang van zaken zwaar bekritiseert. Het voordeel is dat het een uitstekende manier is om je te presenteren aan de hand van je kwaliteiten en deskundigheid. En het maakt een werkgever nieuwsgierig, hoewel ze dat niet altijd zullen laten blijken. Bij deze manier van werken past het freelance werken. Je neemt een klus aan en laat je hiervoor betalen. Raadpleeg overigens dan wel een belastingadviseur.
-
-
-
Zelfstandig ondernemen Het kan ook zijn dat het idee om een eigen bedrijf te starten je aanspreekt. Het is belangrijk je eerst grondig te oriënteren voordat je hiertoe een besluit neemt. Denk goed na over waarom je een eigen bedrijf zou willen starten en of dat past bij je persoonlijk en loopbaan profiel. Vraag je af of je over voldoende ondernemerscapaciteiten beschikt: doorzettingsvermogen, durf, enthousiasme, marketing- en managementkennis, organisatievermogen, stressbestendigheid, vakbekwaamheid, werklust, zelfstandigheid, etc. Informeer je over alle aspecten waar je als startende ondernemer mee te maken krijgt, bijv. bij de Kamer van Koophandel (Starterswerkboek) en de Starterswinkel. Onderzoek aan welke wettelijke verplichtingen je moet voldoen. Denk na over welk product/dienst je op de markt wilt brengen en of een eigen bedrijf hiervoor de aangewezen vorm is. Vraag je af op welke manier je een eigen bedrijf wilt starten: overnemen, samenwerken of een eigen (eenmans)bedrijf opzetten. Schrijf een ondernemingsplan voor je je bedrijf daadwerkelijk opstart. Er zijn verschillende instanties die je verder kunnen helpen: Instituut voor midden en kleinbedrijf (IMK) Midden- en Kleinbedrijf (MKB) Adviseurs Kamer van Koophandel (KvK) (www.kvk.nl kies ‘starters’) Landelijk Platform van Lokale Starterinitiatieven Belastingdienst (financiering: www.belastingdienst.nl ) De Universiteit Leiden biedt een project aan voor startende ondernemers op het gebied van ICT (www.soil.nl )
Relevante links vind je op: http://eigenbedrijf.pagina.nl
69
2.6.5
Het sollicitatiegesprek Je brief heeft zijn doel bereikt: je bent uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Een sollicitatiegesprek loopt meestal volgens een vast stramien. Vaak vinden er meerdere gesprekken plaats. In het eerste gesprek komen aan de orde: • Kennismaking • Vragen over je CV en je persoonlijke achtergrond. • Vragen over je geschiktheid voor de functie. • Vragen over je motivatie voor de functie en het bedrijf. • Vragen met betrekking tot je persoonlijkheid (pas je binnen het bedrijf) • Vragen die je zelf wil stellen. • Afsluiting van het gesprek, verloop van de procedure. Mogelijk vind er een tweede gesprek plaats, waarin dieper wordt ingegaan op bovenstaande punten. Meerdere gesprekken kunnen soms ook tot doel hebben dat meerdere mensen van het bedrijf je kunnen beoordelen. Het laatste gesprek is meestal een arbeidsvoorwaardengesprek, waarin arbeidsvoorwaarden zoals salaris besproken worden. Mogelijk krijg je direct een contract mee. Neem het contract dan mee naar huis, zodat je het op je gemak nog eens door kunt lezen. Voorbereiding Het is zaak je goed voor te bereiden op het gesprek. Dit zorgt ervoor dat je minder zenuwachtig bent en weet waar je het over hebt. Bedenk dat je niet zou worden uitgenodigd als het bedrijf of instelling niet wat in je zou zien. Bedenk ook dat het een gelijkwaardig gesprek is: jij kunt ook naar aanleiding van het gesprek beslissen dat dit niet de functie of het bedrijf is waar je wilt werken. Om goed het sollicitatiegesprek in te gaan, moet je je voorbereiden op de volgende punten: Wat heb je de werkgever te bieden? (zie ook Stap 1. Persoonlijk Profiel) • Ken je brief en CV goed (waarom heb je voor bepaalde dingen gekozen, wat heb je precies gedaan en wat heb je ervan geleerd) • Ken je eigen kennis, vaardigheden eigenschappen en zorg dat je ze kunt onderbouwen met voorbeelden • Ken je motivatie voor de functie en het bedrijf. Wat is de vraag van de werkgever? (zie ook Stap 4. Arbeidsmarktverkenning) • Ken je vacature analyse, de concrete functie-eisen en taken. • Ken de informatie die je over het bedrijf hebt verzameld. Als er nog onduidelijkheden zijn moet je nog wat meer informatie verzamelen, of dit gebruiken voor de vragen die je zelf wilt stellen in het gesprek Welke vragen kan je verwachten en welke antwoorden ga je geven? • Bedenk welke vragen over je brief en CV er waarschijnlijk worden gesteld. • Neem de lijst met standaard vragen door (zie verder). • Maak enkele SPAR analyses (zie verder onder het kopje ‘De vragen’). • Oefen met het formuleren van antwoorden. Welke vragen ga je zelf stellen? • Zet voor jezelf de vragen die je nog over de inhoud van de baan, de functie-eisen, het team, de afdeling, het bedrijf, het verloop van de verdere procedure, hebt op een rijtje. 70
Wat staat er in de uitnodigingsbrief? • Weet wie je gesprekspartners zijn. • Weet waar en hoe laat je moet zijn en hoe je daar moet komen. Wat neem je mee naar het gesprek? • Zorg dat je je eigen brief, CV en eventuele referenties bij je hebt. • Zorg dat je de namen van je gesprekspartners, het adres en het telefoonnummer bij je hebt. Presentatie • Zorg voor een verzorgd uiterlijk. • Pas je kleding aan aan de norm van het bedrijf, maar ga wel altijd netjes, daarmee laat je zien dat je het gesprek serieus neemt. Tip: Zorg ervoor dat je je prettig voelt voor je naar het gesprek toe gaat door van tevoren iets leuks te doen, bijvoorbeeld hardlopen (wel even douchen daarna…) of je favoriete muziek te draaien enz. De vragen Steeds meer werkgevers maken tijdens sollicitatiegesprekken gebruik van gedragsgerichte vragen. Het achterliggende idee bij deze vragen is dat gedrag uit het verleden voorspelt hoe je je in de toekomst zal gedragen. Van de functie wordt vastgesteld welk gedrag in welke situatie wenselijk is. Aan de kandidaat worden vervolgens vragen gesteld over zijn of haar gedrag onder soortgelijke omstandigheden in een eerdere functie. Hieruit vormt de interviewer zich een indruk of de kandidaat op de gewenste manier handelt. Een voorbeeld: Voor een functie is evenwichtigheid een functie-eis. Evenwichtigheid kan worden gekenmerkt als: in moeilijke situaties rustig en beheerst blijven optreden. Zelfverzekerdheid, zich niet laten ontmoedigen door weerstand, kritiek of tegenslag. Zich niet door emoties laten leiden bij reacties of oordeelsvorming. Vragen die de interviewer zou kunnen stellen zijn: • Geeft u eens een voorbeeld van een situatie waarin u flink onder druk werd gezet. • Heeft u wel eens te maken gehad met iemand (een klant of collega) die kwaad op u werd? Hoe ging u daar mee om? • Beschrijf een situatie waarin het van groot belang was dat u zeer weloverwogen handelde. Er wordt dus niet gevraagd hoe je zou omgaan met een situatie in de toekomst, maar hoe je je in een vergelijkbare situatie in het verleden hebt gedragen. Deze situatie wordt geanalyseerd aan de hand van de SPAR methode: • Wat was de Situatie? • Wat was het Probleem? • Welke Actie heb je ondernomen, wat heb je gedaan? • Wat was het Resultaat, wat gebeurde er?
71
Loop dus voor het sollicitatiegesprek de functie eisen door en zoek situaties uit je verleden waaruit blijkt dat je over de gewenste eigenschappen bezit. Beschrijf ze aan de hand van de SPAR-methode. Vul aan de hand van je vacature analyse het hierna volgende schema in. Functie…………………………………... 1. Functie eis……………………………….. •
Wat was de situatie? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
•
Wat was het probleem? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
•
Welke actie heb je ondernomen, wat heb je gedaan? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
•
Wat was het resultaat, wat gebeurde er? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
2. Functie eis……………………………….. •
Wat was de situatie? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
•
Wat was het probleem? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
•
Welke actie heb je ondernomen, wat heb je gedaan? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
•
Wat was het resultaat, wat gebeurde er? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… 72
3. Functie eis……………………………….. •
Wat was de situatie? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
•
Wat was het probleem? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
•
Welke actie heb je ondernomen, wat heb je gedaan? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
•
Wat was het resultaat, wat gebeurde er? …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… ………
Het geven van antwoorden tijdens het gesprek. Je antwoord moet helder en krachtig geformuleerd zijn. Neem,voor je meteen gaat praten, een seconde de tijd (haal adem) om na te denken over wat je wilt gaan zeggen. Een seconde is genoeg want je bent immers heel goed voorbereid. Deze seconde voorkomt dat je maar ergens begint om uiteindelijk wel weer goed uit te komen. Je kunt dan meteen ‘to the point’ komen. Antwoord niet té uitgebreid (geen uitwijdingen die voor je boodschap niet direct noodzakelijk zijn) maar ook niet te kort (je boodschap moet goed overkomen). Spreek in de ik-vorm en formuleer altijd positief. Vertel niet wat je niet kunt of wat er ooit mis is gegaan. Mocht je over dergelijke onderwerpen toch iets moeten zeggen formuleer dan ook daarvan alleen het positieve: wat heb je ervan geleerd. Voorbeeld vragen Hieronder volgt een lijst met vragen die tijdens een sollicitatiegesprek kunnen worden gesteld. Probeer ze eens, op papier of in gesprek met een vriend of vriendin, te beantwoorden. Dat dwingt je goed over de vragen na te denken en maakt het makkelijker tijdens het gesprek zelf antwoorden te formuleren.
Vertelt u eens iets over uzelf? Wat weet u van onze onderneming? Waarom wilt u voor ons komen werken? Wat kunt u ons bieden dat anderen niet hebben? Wat vindt u het aantrekkelijkst van deze baan?
73
Wat vindt u minder aantrekkelijk? Waarom zouden we u benoemen? Wat vindt u het belangrijkst in uw baan? Wat weet u van de vacante functie? Op welke termijn denkt u ingewerkt te kunnen zijn? Hoe lang wilt u bij ons werken? U bent eigenlijk te zwaar voor deze functie. Wat vindt u daar zelf van? Welke stijl van leiderschap heeft u? Wat vindt u zelf de belangrijkste eigenschappen van nieuw aan te stellen medewerkers? Welke trends denkt u dat het belangrijkst zijn voor een onderneming als de onze? Hoe voelt u zich als plotseling een onzeker situatie zich voordoet? Welk salaris had u gedacht te moeten verdienen? Wat is uw doel op lang termijn? Hoe succesvol was u naar eigen inzicht tot nu toe? Wie krijgen we in huis als we u aannemen? Hoe gaat u om met conflictsituaties? Kunt u een voorbeeld noemen? Wat maakt u een prettige collega? Met welke mensen kunt u absoluut niet overweg? Noem eens een goed en een slecht punt van uzelf? Waar bent u van uzelf trots op? Kunt u improviseren? Kunt u leiding ontvangen? Kunt u samenwerken? Kunt u zelfstandig werken? Hoe stressbestendig bent u? Waar hecht u waarde aan in uw werk? Wat doet u in uw vrije tijd? Welke kennis, vaardigheden en eigenschappen zijn voor deze baan volgens u van belang? Heeft u die vaardigheden in huis? Hoe denkt u iets te kunnen verbeteren in ons bedrijf? Waarom zou u voor ons willen werken? Bent u bereid over te werken? Waar ziet u deze baan in uw loopbaan? Met welke verwachtingen zou u aan deze baan beginnen? Waarom heeft u gekozen voor juist die opleiding? Welke vakken spraken u het meeste / minste aan en waarom? Wat is volgens u een commerciële instelling? Hoe omschrijft u klantgerichtheid? Hoe staat u tegenover vergaderen? Kunt u een situatie beschrijven waarin u kritiek ontving? Hoe signaleert u problemen? Hoe lost u problemen in het algemeen op? Hoe denkt u problemen te kunnen voorkomen? Hoe legt en onderhoudt u contacten? Hoe staat u tegenover werken op lager niveau? Hoe doet u als klanten wensen hebben die moeilijk te verwezenlijken zijn? Waar hebben klanten volgend u recht op? Wat doet u als u de planning niet haalt? Is er een vraag die ik niet gesteld heb, maar die u wel verwachtte?
74
Vragen die je zelf kunt stellen Hieronder volgt een lijst met mogelijke vragen die je zelf kunt stellen tijdens een sollicitatie gesprek. Wees niet te bang om zelf ook vragen te stellen. Het is immers niet alleen voor het bedrijf de gelegenheid te onderzoeken of zij jou willen, maar ook voor jou de gelegenheid te onderzoeken of jij de functie ook echt wil. Daarvoor is het belangrijk dat je een goed beeld krijgt van de organisatie en de functie. Daarnaast staat het stellen van vragen, mits het oprecht is, ook belangstellend en geïnteresseerd. Stel geen vragen waarvan je de antwoorden zelf al had kunnen weten…
Wilt u de markt voor de producten en diensten van de organisatie omschrijven? Wie zijn uw belangrijkste concurrenten? Hoe onderscheidt u zich van hen? Wat zijn de grootste uitdagingen waar de organisatie de komende jaren voor staat? Wat zijn de grootste bedreigingen? Wat zijn de doelstellingen van de organisatie en wat zijn de resultaten? Wat zijn de belangrijkste problemen waar de organisatie op dit moment mee wordt geconfronteerd? Welke kwaliteitsnormen hanteert u? Met welk effect? Wie zijn uw belangrijkste klanten? Hoe zouden zij de kwaliteit van uw serviceverlening omschrijven? Kunt u mij omschrijven wat de functie in de organisatie precies inhoudt? Hoe is deze functie ontstaan? Wat zijn de redenen dat u iemand van buiten aantrekt? Aan wie rapporteer ik? Van wie krijg ik opdrachten? Wie rapporteert aan mij? Kunt u mij het profiel schetsen van de in uw ogen ideale kandidaat voor deze functie? Kunt u de sfeer in de organisatie omschrijven? Waarop wordt de nieuwe medewerker in deze functie beoordeeld? Welke ontplooiingsmogelijkheden zijn er? Hoe groot is het personeelsverloop Waarom is het voor mij aantrekkelijker om bij u in plaats van bij uw concurrent te werken?
2.6.6
De sollicitatieprocedure Aan het eind van het eerste gesprek krijg je vrijwel altijd te horen hoe de procedure verder zal verlopen en wanneer en hoe je te horen krijgt of men verder wil gaan met je. Een tweede gesprek is meestal meer een selectiegesprek: er is een aantal kandidaten overgebleven waar men uit denkt te kunnen kiezen. Men zal dieper ingaan op wat er in het eerste gesprek al aan de orde is gekomen en daarbij ook dieper ingaan op de functieinhoud. Nog meer dan in het eerste gesprek zullen er vragen komen als: wat zou u doen als ….? Hoe heeft u een soortgelijke situatie in het verleden opgelost? Hoe reageert u op kritiek? Hoe werkt u samen, enz. Dezelfde onderwerpen kunnen in het eerste gesprek ook aan de orde komen, maar in de tweede ronde vraagt men langer door. Na het tweede gesprek kan er nog een derde gesprek volgen. Ook kan het zijn dat je een assessment center moet doorlopen. Ook kan men gebruik maken van een psychologische test om kandidaten te selecteren. (zie 2.6.7) 75
In het tweede of derde gesprek kan soms ook al de salarisonderhandeling plaatsvinden. Vaak vindt er een apart arbeidsvoorwaardengesprek plaats. (zie 2.6.8) Verder kan er eventueel een medische keuring plaatsvinden wanneer dat voor de functie noodzakelijk is, en misschien heeft men ondertussen ook je referenties onderzocht. Sollicitatieprocedures kunnen erg verschillend zijn. Bij sommige instanties kan het 2 maanden of langer duren, met wel vier rondes: drie gesprekken en een assessment center. Bij een ander kan het in twee uur bekeken zijn. Soms is de procedure ook andersom. Bij grote bedrijven of bij de overheid bijvoorbeeld moet je vaak eerst een sollicitatieformulier invullen. Dat is een uitgebreide klus die je zeer zorgvuldig moet uitvoeren. Dan krijg je een testdag, en dan pas een gesprek. 2.6.7
Psychologische tests en Assessment Center Psychologische tests Als onderdeel van een sollicitatieprocedure kunnen psychologisch tests worden ingezet als selectiecriterium. De psychologische tests worden over het algemeen om twee redenen door organisaties ingevoegd: - als selectiemiddel om na te gaan of kandidaten de capaciteiten, kwaliteiten en persoonskenmerken bezitten om de functie goed te kunnen vervullen. - als bevestiging van het beeld van de kandidaat dat verkregen is tijdens de selectiegesprekken. De tests worden altijd afgenomen door een gekwalificeerd psycholoog, meestal door een bureau dat ingehuurd wordt. In de meeste gevallen worden er meerdere soorten tests afgenomen, toegespitst op de eisen van de functie. Als sollicitant krijg je meestal een aantal standaard tests voorgelegd. Verder hoort een of meerdere gesprekken met een psycholoog tot de mogelijkheden. De onderwerpen in dit gesprek zijn grotendeels hetzelfde als in het sollicitatiegesprek. Soorten tests Er bestaan verschillende soorten tests. Deze zijn te verdelen in drie soorten: 1. Persoonlijkheidsvragenlijsten Persoonlijkheidsvragenlijsten meten de persoonlijkheid, waarden en interessen van een persoon. 2. Intelligentietests Het doel van de intelligentietests is het meten van capaciteiten (wat kun je?). Deze tests zijn veelal onderverdeeld in: • Verbale tests: doel: het redeneren met en op kennis van woorden en zinnen. bijv. analogieën, betoogtest, spreekwoordentest, woordeninvultest, vragen naar tekstbegrip, vragen algemene ontwikkeling; • Cijfermatige tests:
doel: wetmatigheden vinden en toepassen / rekenmodellen toepassen. bijv. cijferreeksen, letterreeksen, sommen, logisch redeneertests; 76
• Figurale tests:
doel: waarnemingsfactoren, ruimtelijk inzicht. Hoe snel kun je eenvoudige mentale operaties verrichten? bijv. objecten vergelijken, namen en getallen vergelijken, figuurreeksen, vouwpatronen;
• Creativiteitstests:
doel: het gaat niet alleen om de oorspronkelijkheid van antwoorden, maar ook om de hoeveelheid dingen die je kunt bedenken n.a.v. informatie. bijv. open antwoord vorm, meerdere antwoorden mogelijk.
3. Arbeidsproeven Bij arbeidsproeven valt te denken aan: • Motorische en sensorische proeven (indien relevant voor de functie): vb. vaktechnische tests, o.a. voor commerciële vaardigheden of technisch inzicht, toepassen van programmeertaal, administratieve vaardigheden. • Assessment Center (hieronder beschreven) Assessment Center Een Assessment Center is een simulatie van een lastige situatie op de werkplek, waarbij assessoren de kandidaat observeren. Het idee achter een Assessment Center is dat het gedrag in de simulatie toekomstig gedrag op de werkplek voorspelt. Voorafgaand aan het Assessment worden de geschiktheidseisen, de kwaliteiten waarover de kandidaat moet beschikken, vastgesteld. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan leiding & initiatief en plannen & organiseren. Er zijn verschillende soorten opdrachten: • De in-basket/ postbak
• Het tweegesprek • De presentatie
• De nota • De groepsdiscussie of groepsopdracht
In een postbak bevinden zich allerlei stukken, memo’s en telefoonnotities. Jij moet, in de rol als leidinggevende, lopende zaken afwikkelen en problemen oplossen of delegeren die zich in je postbak hebben opgestapeld. Het gaat er niet alleen om hoe je met verschillende problemen omgaat, maar ook in welke volgorde, dus om welke prioriteiten je stelt. Je moet als chef bijvoorbeeld een gesprek voeren met een medewerker over zijn functioneren. Je moet een presentatie houden over bijvoorbeeld een plan van aanpak, na afloop worden er vragen gesteld. Je krijgt de tijd om je voor te bereiden. Je krijgt informatie aan de hand waarvan je een schriftelijk advies moet uitbrengen in een nota. Je moet samen met een groep andere kandidaten een probleem oplossen of iets maken. Je krijgt een opdracht mee die je in overleg met de andere partners moet zien op te lossen. Daarnaast moet je ook een bijdrage leveren aan de gezamenlijke problematiek.
Voorbereiding Je kunt je op verschillende manieren voorbereiden op het psychologisch onderzoek. Je kunt bij het bedrijf waar je het onderzoek krijgt informatie inwinnen. Om wat voor soort tests gaat het, hoe lang wordt er getest, hoe groot is de groep die getest wordt, wat 77
gebeurt er met de resultaten en hoe doorslaggevend zijn de resultaten in de sollicitatieprocedure? In de meeste boekhandels kun je boeken vinden over psychologisch onderzoek. Deze kunnen informatie over wat psychologisch onderzoek inhoudt en oefenmateriaal bevatten. Ook op internet is informatie en oefenmateriaal te vinden. Het is zinvol om tests te oefenen. Niet omdat je dezelfde tests krijgt, maar je kunt het soort test herkennen en weet op welke manier je ze kunt aanpakken. Op deze manier weet je wat je te wachten staat. Je presteert hierdoor absoluut beter Zorg dat je uitgerust bent op de dag van het onderzoek, want een hele dag getest worden kost veel energie. Het meest belangrijke is dat je gewoon jezelf bent. Probeer niet na te gaan wat er van je verwacht wordt, maar gedraag je zoals je dat normaal ook zou doen. Het gesprek met de psycholoog bereid je op dezelfde manier voor als het sollicitatiegesprek. (Zie 2.6.5) Uitslag Informeer altijd wat er met de informatie van het onderzoek gebeurt. In principe heb je recht op het rapport. Als je het niet automatisch krijgt, vraag er dan om. Word je afgewezen, dan is dat natuurlijk vervelend, maar het psychologisch onderzoek heeft ook dan zin. Door middel van het rapport kun je meer inzicht krijgen in je eigen kwaliteiten en capaciteiten, en wat een ander daarvan kan zien bij jou. Een kleine kanttekening hierbij is dat het onderzoek nooit volledige zekerheid kan geven over je kansen van slagen in een functie. Als je afgewezen wordt omdat men niet voldoende duidelijkheid heeft over je kansen van slagen, zal er gezegd worden dat er twijfel bestaat en dat men daarom niet met je in zee wil. Het is dan belangrijk om zelf te onderzoeken of je niet voldoende laat zien van je kwaliteiten, of dat je bepaalde kwaliteiten nog wat verder moet ontwikkelen. 2.6.8
Het arbeidsvoorwaardengesprek en de arbeidsovereenkomst Het arbeidsvoorwaardengesprek Het laatste gesprek dat je alleen met de medewerker van personeelszaken voert, gaat over de arbeidsvoorwaarden. Het kan zijn dat de PZ’er de arbeidsvoorwaarden als een formaliteit af wil doen. Laat je hier echter niet toe verleiden. Ook al ben je in een ‘hoerastemming’ en verwacht je nooit problemen te zullen krijgen met je werkgever, regel toch je arbeidsvoorwaarden zorgvuldig, want je weet niet wat er in de toekomst kan gebeuren. Let op de volgende zaken: • Het salaris Bespreek niet alleen de hoogte van je salaris, maar kijk ook naar je uitloopmogelijkheden. Wat valt er maximaal in deze functie te verdienen? Wanneer heb je dat bereikt? Welke stappen omhoog maak je en wanneer? Zie voor salariswijzers, arbeidsrecht en wetgeving pag. 86.
• Secundaire arbeidsvoorwaarden Kom je voor extra vergoedingen zoals bijvoorbeeld telefoonkosten, reiskosten of een auto van de zaak in aanmerking? Als je reiskostenvergoeding krijgt, let dan op hoeveel je zelf moet bijdragen. 78
Kom je, indien nodig, voor verhuiskosten in aanmerking? Kent het bedrijf een winstdelingsregeling, een dertiende maand of een kerstgratificatie? Hoe staat het met studiefaciliteiten? • Ziektekosten Op grond van je salaris word je ofwel opgenomen in het ziekenfonds of zul je je particulier moeten verzekeren. In het laatste geval kan het zijn dat het bedrijf een collectieve ziektekostenverzekering kent. Het is dan van belang om te weten wat jouw aandeel in de premie is, en wat het werkgeversaandeel is. Let op: per 1-1-2006 verandert het ziektekostenstelsel. Meer informatie hierover is te vinden op: www.zorgverzekeringswet.nl. • Pensioenregeling Is er sprake van een collectieve (veelal verplichte) pensioenregeling of wordt dit aan jou overgelaten? In geval van een collectieve pensioenregeling is het verstandig om het werkgeversaandeel in de premie te kennen. Bekijk bovendien of er sprake zou zijn van pensioenbreuk als je bij een ander bedrijf zou gaan werken. • Vakantie Hoeveel vakantiedagen heb je per jaar? Ben je geheel vrij deze op te nemen wanneer je wilt of zijn er zogenaamde collectieve vrije dagen (dagen waarop je verplicht bent vrij te nemen)? Hoe groot is je vakantietoeslag? Kun je niet-opgenomen vrije dagen van een jaar meenemen en opsparen in het volgend jaar, zodat je een extra lange vakantie kunt nemen? Is het mogelijk om onbetaald verlof te nemen? • ADV (Arbeidsduurverkorting) en 36- of 38-urige werkweek Werk je 38 uur per week, of werk je 40 uur waardoor je 1 ADV-dag per maand hebt? Kun je in dat laatste geval de ADV-dagen opsparen, of moet je iedere maand 1 dag opnemen? • Ziekte en langere arbeidsongeschiktheid Wordt je salaris in geval van (kortdurende) ziekte tot 100 % aangevuld? En vult het bedrijf je salaris tot 100 % aan als je door langdurige ziekte in de WAO terecht komt? • Functieomschrijving Vraag naar een schriftelijke functieomschrijving waarin je taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden vermeld staan. Mochten er later namelijk problemen over de functieinhoud ontstaan, dan kun je hiernaar teruggrijpen. • Werktijden Gaat het om een fulltime of een parttime betrekking? Vooral bij een parttime dienstverband is het goed om duidelijke afspraken te maken over je werktijden en op welke dagen je werkt. Voor beide dienstverbanden is het interessant om te weten of er variabele werktijden mogelijk zijn. Misschien kun je zelfs gedeeltelijk thuis werken (indien je dat ambieert)? Kijk verder ook hoe men met overwerk omgaat: kun je dat uitbetaald krijgen, kun je dat compenseren met vrije dagen of vindt men dat het bij je werk hoort. • Proeftijd en opzegtermijn Er zijn geen algemene uitspraken te doen over hoe het geregeld is met de proeftijd en de opzegtermijn. Dat is afhankelijk van de aard van de overeenkomst. Het is belangrijk hiernaar te vragen. 79
De arbeidsovereenkomst De afspraken over de arbeidsvoorwaarden worden vastgelegd in een arbeidsovereenkomst. Een mondelinge arbeidsovereenkomst is even rechtsgeldig als een schriftelijke. Het is echter verstandig om in ieder geval de belangrijkste afspraken schriftelijk vast te leggen. Als er sprake is van een beginsalaris is het goed om ook de vooruitzichten op wat langere termijn in de overeenkomst te vermelden. En hoe staat het met de winstuitkering, de dertiende maand, de reiskostenvergoeding en de pensioenrechten? Schriftelijke overeenkomst. Sommige gegevens moet de werkgever schriftelijk vastleggen. Dat kan door een loonstrook of een afzonderlijke brief. Het ligt het meest voor de hand om de gegevens in de arbeidsovereenkomst zelf op te nemen. Het gaat om: - Naam en woonplaats van werkgever en werknemer - Plaats(en) waar het werk wordt verricht - Functie van de werknemer of de aard van het werk - Tijdstip van indiensttreding - Duur van de overeenkomst als deze voor een bepaalde tijd is - Aanspraak op vakantie of de manier van berekening daarvan - Loon en termijn van uitbetaling - Gebruikelijke arbeidsduur per week of per dag - Deelname aan een pensioenregeling - Of er sprake is van een uitzendovereenkomst - De CAO die van toepassing is - Eventuele proeftijd - Opzegtermijn of wijze van berekening daarvan Wat betreft de vakantieaanspraak, opzegtermijn, loon en/of gebruikelijke arbeidsduur geldt dat, als zij in een CAO vermeld staan, een verwijzing naar die CAO voldoende is. De werkgever moet de gegevens binnen een maand na aanvang van de werkzaamheden verstrekken. Wordt de arbeidsovereenkomst aangegaan voor een kortere periode, dan geeft de werkgever de informatie vóór het einde van de overeenkomst. (Bron: de werkpocket, Randstad 2002). In geval van een arbeidsovereenkomst is de medewerker ook automatisch (verplicht) verzekerd voor onder andere een ziektewetuitkering of een WAO-uitkering. Afhankelijk van de hoogte van het loon is de werknemer eveneens verplicht verzekerd voor het ziekenfonds. Het kan zijn dat de werknemer toetreedt tot het pensioenfonds van het bedrijf. Als je in dienst treedt bij een overheidswerkgever zoals het Rijk of een openbare universiteit, sluit je doorgaans geen arbeidscontract, maar krijg je een aanstelling als ambtenaar. Hoewel de rechtsposities van ‘gewone werknemers’ en die van ‘ambtenaren’ steeds meer op elkaar zijn gaan lijken, bestaan er toch nog steeds belangrijke verschillen:
80
-
-
-
-
2.6.9
Voor ambtenaren geldt altijd een collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (een soort CAO) waarin de belangrijkste rechten en plichten zijn opgenomen inzake aanstelling, ontslag, bezoldiging, werktijden, vakantie en verlof, medezeggenschap enzovoorts. Voor zover de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling dit toelaat, kan de werkgever aanvullende voorschriften vaststellen die gelden voor alle werknemers binnen zijn gezagsbereik. Het dienstverband komt tot stand doordat de werkgever je -eenzijdig- een aanstelling verleent. Het dienstverband kan ook alleen maar worden verbroken wanneer de werkgever je -eenzijdig- ontslag verleent. De werkgever heeft daarvoor geen toestemming nodig van de directeur Arbeidsvoorziening of van de Kantonrechter, zoals het geval is bij een arbeidscontract. Daar staat tegenover dat jij zelf een dergelijke toestemming ook niet nodig hebt als je je dienstverband tussentijds wilt verbreken. De werkgever kan je niet zomaar ontslag verlenen, maar moet zich houden aan de voorschriften in de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling. Inhoudelijk verschillen deze voorschriften overigens niet of nauwelijks van de voorwaarden die de directeur Arbeidsvoorziening of de Kantonrechter wettelijk moet stellen aan de toestemming tot het verbreken van een privaatrechtelijke arbeidsverhouding. De proeftijd is langer; deze bedraagt normaliter één of twee jaar. Daar staat tegenover dat voor een tussentijds ontslag gedurende die proeftijd andere normen gelden dan in een privaatrechtelijke arbeidsverhouding. Je bent verplicht tot deelname aan een pensioenregeling. Als ambtenaar kom je niet in het ziekenfonds, je zult een particuliere ziektekostenverzekering moeten afsluiten. Afhankelijk van de overheidswerkgever waarbij je in dienst treedt, bestaan er wel collectieve regelingen voor ziektekostenverzekeringen of voor een tegemoetkoming in de kosten voor een dergelijke verzekering. Bij werkeloosheid na ontslag kan de uitkering wat hoger zijn en/of wat langer duren.
Solliciteren en gezondheid De medische keuring. Sinds de Wet Medische Keuringen in 1998 van kracht werd, zijn er beperkingen gekomen voor het gebruik van een medische keuring tijdens de sollicitatieprocedure. Onder een medische keuring wordt in de wet verstaan: - schriftelijke gezondheidsvragen - mondelinge gezondheidsvragen - een lichamelijk onderzoek Medische keuringen mogen alléén door een arts verricht worden. Dit betekent dat een sollicitant aan een werkgever of een personeelsfunctionaris niets hoeft te vertellen over zijn of haar gezondheid, tenzij het van belang is voor de functie waarop iemand solliciteert. Tijdens de sollicitatieprocedure is het de werkgever verboden om in het sollicitatiegesprek of bij het gebruik van sollicitatieformulieren te vragen naar de gezondheid en het ziekteverzuim van de sollicitant. Aanstellingskeuringen mogen alleen nog maar worden gedaan voor functies waaraan bijzondere medische eisen worden gesteld. Als het om een dergelijke functie gaat, moet de aanstellingskeuring aan een aantal voorwaarden voldoen: 81
-
-
-
-
-
De werkgever die een aanstellingskeuring voor een functie wil laten uitvoeren, is verplicht vooraf advies te vragen aan de arbodienst over de inhoud en de rechtmatigheid van de keuring. Vóórdat een sollicitatieprocedure begint, moeten de medische eisen aan de functie schriftelijk vast liggen. Dat geldt ook voor de manier waarop wordt onderzocht of de sollicitant aan die eisen voldoet. In de advertentietekst moet vermeld staan dat een aanstellingskeuring deel uitmaakt van de sollicitatieprocedure. Sollicitanten moeten aan het begin van de procedure op de hoogte worden gesteld van de medische eisen die verbonden zijn aan de functie en van het feit dat er een medisch onderzoek zal worden verricht, en op welke wijze dat onderzoek gebeurt. Een aanstellingskeuring (schriftelijk, mondeling of lichamelijk) gebeurt altijd pas aan het einde van een sollicitatieprocedure, dus wanneer een kandidaat is gekozen die bij medische geschiktheid de functie zal gaan vervullen. Niemand mag bij derden (huisartsen, vroegere werkgever) informeren naar de gezondheid van een sollicitant zonder toestemming van die sollicitant.
Bij de Helpdesk Gezondheid, Werk en Verzekeringen kun je terecht met klachten of vragen over de Wet Medische Keuringen. Zij zijn op werkdagen telefonisch te bereiken van 12.00 tot 20.00 op 020-4800300. Een e-mailbericht sturen kan ook:
[email protected] Het adres voor klachten over aanstellingskeuringen is: Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen, Postbus 535, 3500 AM Utrecht, telefoon: 030-2234888 Solliciteren met een functiebeperking. Zoals uit het voorgaande blijkt, is een sollicitant niet verplicht een werkgever of een personeelsfunctionaris iets te vertellen over zijn of haar gezondheid, tenzij het van belang is voor de functie waarop iemand solliciteert. Voor mensen met een fysieke beperking en/of een psychiatrisch verleden speelt de vraag wanneer men een functiebeperking ter sprake moet brengen. Hier zijn geen algemene uitspraken over te doen. Een criterium dat in de praktijk blijkt te werken is de vraag of de functiebeperking een goed functioneren in de weg zal staan. Is dit niet het geval, dan hoeft de sollicitant in principe niets te vertellen over de gezondheidsbeperking. Soms is de functiebeperking zichtbaar. Je kunt dan overwegen de beperking bespreekbaar te maken. In het algemeen is het niet nodig de beperking te vermelden in de brief en het C.V. Aan het begin van het eerste gesprek kun je de beperking zelf aan de orde brengen door bijvoorbeeld aan te geven: ‘U hebt bij mijn binnenkomst gezien dat ik in een rolstoel zit. Ik wil daar graag iets over zeggen in relatie tot de functie waar ik op solliciteer.’ Het is daarbij van belang om aan te geven waarom jij meent dat er verder geen problemen zullen zijn voor het goed uitoefenen van de werkzaamheden, of welke maatregelen er eventueel getroffen zouden kunnen worden (bijvoorbeeld een in hoogte verstelbaar bureau o.i.d.). Als jij je pro-actief opstelt en zelf geen probleem maakt van je functiebeperking, dan zal je werkgever dat ook minder snel doen. Het gesprek kan dan verder gaan over jouw kwaliteiten en ervaring. Het belangrijkste is dat je van tevoren goed nadenkt over deze vragen, zodat je niet verrast wordt. Wees ook zo specifiek mogelijk over wat je nodig hebt om goed te kunnen functioneren. Bijvoorbeeld: ‘Ik kan 4 dagen per week 6 uur per dag werken’ is veel duidelijker dan: ‘Ik kan parttime werk verrichten.’
82
3.
Ondersteuning bij werk zoeken
3.1
Intermediairs
3.1.1
Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) Je kunt je bij het CWI inschrijven als werkzoekende en gebruik maken van de diensten die het CWI biedt. Het CWI heeft een groot overzicht van vacatures in de regio, in heel Nederland en ook in het buitenland. Bij het CWI kun je zelfstandig op zoek naar een baan, je kunt er vragen stellen en je kunt ook advies krijgen in de vorm van gesprekken en workshops. Tevens kun je hier (indien van toepassing) de aanvraag voor een uitkering (WW of ABW) opstarten. Adres CWI Leiden: Oosterkerkstraat 1 2312 SN Leiden telefoon: 071-5354242 Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur internet: www.werk.nl of www.cwinet.nl
3.1.2
Uitzendbureaus Uitzendbureaus zijn organisaties die bemiddelen tussen werkzoekenden en bedrijven in het vinden van een passende werkplek, zij het meestal op tijdelijke basis en over het algemeen niet met academisch niveau. Uitzendbureaus zijn bij uitstek geschikt om je te oriënteren op de arbeidsmarkt. Als uitzendkracht kun je in korte tijd veel ervaring opdoen in diverse functies bij verschillende bedrijven. Bovendien werkt een uitzendbaan nog wel eens als aanloop naar een vaste baan. Er zijn vele uitzendbureaus in Leiden, waar je je voor banen voor kortere en langere duur kunt inschrijven. Sommige zijn gespecialiseerd in een bepaalde branche, zoals de technische of medische branche. Als je je voor het eerst bij een bureau inschrijft vergeet dan niet je Curriculum Vitae (C.V.) mee te nemen! Via de Gouden Gids of het telefoonboek kun je erachter komen waar deze bureaus zich bevinden of raadpleeg het internet: http://uitzendbureaus.startkabel.nl / http://uitzendbureau.pagina.nl De meeste uitzendbureaus zijn aangesloten bij de branchevereniging ABU, www.abu.nl
3.1.3
Bureaus voor werving en selectie Bureaus voor werving en selectie bemiddelen in gespecialiseerd personeel en, in tegenstelling tot uitzendbureaus, vaak voor vaste functies op onder meer hbo- of academisch niveau. De werkwijze is ook iets anders dan van uitzendbureaus. De werkgever betaalt vaak een ‘fee’, een eenmalig bedrag, als het bureau de juiste kandidaat levert. Je kunt je als sollicitant zelf aanmelden naar aanleiding van een vacature of via een open sollicitatie. Ook werven veel organisaties direct op universiteiten (campus recruitment) tijdens bijvoorbeeld banenmarkten of loopbaanactiviteiten. Er zijn voor de sollicitant geen kosten aan de bemiddeling verbonden. Veel bureaus bemiddelen kandidaten met meerdere jaren werkervaring, maar er zijn ook organisaties die zich specifiek richten op starters, zoals Young Executive Recruitment (YER) , Ebbinge of , bijvoorbeeld voor juristen, Legal Work Force. De meeste werving en selectiebureaus zijn aangesloten bij de brancheorganisatie OAWS, www.oaws.nl . Zie ook http://werving-en-selectiebureaus.startkabel.nl, http://werving-selectie.pagina.nl/
83
3.1.4 Executive Search bureaus of Headhunters Executive searchers of headhunters worden benaderd door bedrijven om zeer gespecialiseerd personeel op te sporen en eventueel weg te trekken bij andere bedrijven. Het gaat dan om personeel met meerdere jaren relevante werkervaring in een specifieke functie of specifieke branche. Zelf inschrijven of aanmelden bij deze bureaus is niet echt gebruikelijk. De meeste organisaties bouwen een eigen netwerk op van kandidaten. Alleen starters met een hele specifieke achtergrond worden wel eens benaderd via bijvoorbeeld campus recruitment. www.headhunters.nl 3.1.5
Internet Op internet vind je veel informatie over de arbeidsmarkt en over solliciteren. Hieronder een overzicht. Dit overzicht is niet volledig. BUL kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuiste, onvolledige of verouderde informatie. Informatie over de arbeidsmarkt www.bvp.nl www.carp.nl www.cbs.nl www.cwinet.nl (site van het CWI) www.intermediair.nl www.jobnews.nl www.menscentraal.nl www.szw.nl (Ministerie van SZW) www.sum.nl www.volkskrantbanen.nl http://werk.pagina.nl Vacaturesites (algemeen) www.academictransfer.nl www.askjim.nl www.carrierebank.nl (van de JoHo-company) www.carrierecontact.nl www.carrierecorner.nl www.carrierestart.nl www.datavac.nl www.eenbaan.nl www.eures-jobs.com (officiele vacaturesite van de EU) www.flexhunter.nl www.jobbingmall.nl www.jobcenter.nl www.jobnews.nl www.jobs.nl www.jobzone.nl www.kennisnet.nl www.markt.nl www.megajobs.nl www.metabanenzoeker.nl www.monsterboard.nl www.nationalevacaturebank.nl www.stepstone.nl 84
www.vacant.nl www.vacaturebase.nl
www.vacature.pagina.nl www.werkplus.nl www.werk.nl (site van het CWI) Kijk voor specifieke vacaturesites op www.bul.leidenuniv.nl / vacatures ! Universiteiten www.academictransfer.nl www.braintrack.com www.vsnu.nl Buitenland (werk en stage) www.aeisec.nl www.charityvillage.com www.emdsnet.com www.europa.enn.int/comm/dg05/elm/eures (EURES, over werken in het buitenland) www.eventhuis.nl www.isep.org www.i-to-i.com www.jobline.nl www.labourmobility.com www.nacee.nl www.nuffic.nl www.planetgraduate.com www.talent4europ.com www.un.org Stages www.integrand.nl www.omroep.nl www.stagecentrum.nl www.stagenet.nl www.stageplaza.nl Bemiddeling www.cwinet.nl www.abu.nl (uitzendbureaus) www.oaws.nl (werving & selectiebureaus) Psychologische tests/assessmentcentra www.intermediair.nl (test jezelf) www.pimedia.nl www.queendom.com www.vlagwimpel.nl www.123test.nl
85
Salariswijzers/arbeidsrecht/wetgeving www.arbeidsmarkt.com www.belastingdienst.nl/jongeren www.intermediair.nl (salariscompas) www.loonwijzer.nl www.ontslag.net www.vrouwenloonwijzer.nl www.wetwegwijzer.nl Informatie over loopbaanaangelegenheden is eveneens te vinden op de website van BUL: www.bul.leidenuniv.nl 3.2
Informatie
3.2.1
Studenteninformatiecentrum De medewerkers van het Studenteninformatiecentrum van de Universiteit Leiden kunnen de student over allerlei onderwerpen informeren. De student zal zich dan ook met zijn vragen in eerste instantie tot het Studenteninformatiecentrum moeten wenden. De vragen kunnen betrekking hebben op de inschrijving, gespreide betaling, restitutie van het collegegeld, adreswijziging, het afstudeerfonds, verzekeringen, tempobeurs, wat te doen bij ziekte etc. In de regel zal bij deze Informatiebalie de vraag afdoende kunnen worden beantwoord, zo niet, dan zal worden doorverwezen naar andere medewerkers binnen of buiten het Expertisecentrum voor Internationalisering, Communicatie en Studenten (ICS). Studentencentrum Plexus Kaiserstraat 25, Leiden tel: 071-5278011 openingstijden: maandag t/m vrijdag 9.00-17.00 uur www.studenten.leidenuniv.nl
3.2.2
BUL Studiekeuze & Loopbaan Service BUL Studiekeuze & Loopbaan Service is het centrale loopbaancentrum voor studenten van de Universiteit Leiden. BUL biedt ondersteuning aan: - studenten bij hun studiekeuze- en opleidingsvragen. - studenten en net afgestudeerden bij het ontwikkelen van loopbaanvaardigheden, oriëntatie en de voorbereiding op de arbeidsmarkt. BUL biedt tevens ondersteuning aan faculteiten op het gebied van studiekeuze- en loopbaanbegeleiding en stimuleert en faciliteert facultaire initiatieven op dit terrein. BUL fungeert ook als contactpunt/aanspreekpunt voor externe arbeidsmarktcontacten. Alle studenten kunnen gedurende hun opleiding en tot één jaar na afstuderen gebruik maken van de diensten van BUL. BUL Studiekeuze & Loopbaan Service Studentencentrum Plexus Kaiserstraat 25, Leiden Tel: 071-5278011
[email protected] www.bul.leidenuniv.nl 86
Activiteiten van BUL: •
Open spreekuur Iedere dinsdag van 10.00-11.00 uur kunnen studenten terecht op het open spreekuur van BUL. Dit spreekuur is vooral bedoeld voor studenten die hun studiekeuzetest willen nabespreken of hun sollicitatiebrief en/of cv willen laten nakijken.
• Individuele begeleiding door een studiekeuze-/loopbaanadviseur Om een uitgebreidere studiekeuze- of loopbaanvraag te bespreken, kan de student het beste een afspraak maken voor een individueel gesprek. De studiekeuze-/loopbaanadviseur ondersteunt studenten bij het afwegen van hun keuzes met betrekking tot hun studie en studieloopbaan en het nemen van beslissingen daarover. Studiekeuze Het komt vaak genoeg voor dat studenten zich op een bepaald moment in hun studie afvragen of ze wel op de juiste plek zitten. De studie gaat niet zoals hij zou moeten gaan, de studieresultaten vallen tegen of je hebt net een voorlopig negatief voortgangsadvies gekregen. Of je twijfelt of je je studie eigenlijk wel leuk vindt, je weet niet wat je met je studie wilt gaan doen of het studeren op zich levert problemen op. Tijdens studiekeuzegesprekken komen thema's als capaciteiten, eigenschappen, interesses, waarden en voorkeuren aan bod. De student krijgt gerichte instrumenten aangereikt, zoals ondersteunende vragenlijsten, een werkboek en een studiekeuzetest. Loopbaan De studiekeuze/loopbaanadviseur begeleidt tevens studenten en pas afgestudeerden bij de overstap van studie naar arbeidsmarkt. Tijdens deze gesprekken wordt gekeken hoe de student of afgestudeerde het beste geholpen kan worden. Je kunt bij de studiekeuze/loopbaanadviseur terecht als je nog niet goed weet wat je wilt gaan doen na je afstuderen, wat de mogelijkheden zijn, hoe je de voorbereiding op de arbeidsmarkt het best kunt aanpakken, als je hulp nodig hebt bij het verhelderen van persoonlijke eigenschappen, kwaliteiten, wensen en verwachtingen of als je vragen hebt over loopbaanplanning, netwerken, solliciteren (c.v.’s, sollicitatiebrieven, sollicitatiegesprekken). Studiekeuze/loopbaanadviseurs (op afspraak): Mw. drs. F.W. Bouhuijs / Mw.drs. N.T.C. Campagne / Mw. Drs. L. Gijsbers / Mw. drs. S.J.M. Keijsers • Workshops BUL organiseert verschillende workshops op het gebied van studiekeuze en loopbaanoriëntatie en solliciteren, zoals: - Wat wil je nou eigenlijk echt? - Loopbaanoriëntatie (zelfanalyse, arbeidsmarkt, netwerken) - C.V. en sollicitatiebrief - Solliciteren (sollicitatiegesprek, sollicitatieprocedure) - Psychologische tests en assessment centers - Sollicitatiecoaching
87
•
Voorlichtingsbijeenkomsten en alumnifora BUL organiseert ook informatiedagen gericht op specifieke opleidingen en/of sectoren, met veel informatie over beroepsmogelijkheden, met o.a. alumnipresentaties en diverse workshops. Informatie over deze workshops, activiteiten en informatiefora, data en aanmeldingen is te vinden op de website van BUL: www.bul.leidenuniv.nl .
3.2.3
PITSstop - Plexus Informatie Trefpunt voor Studenten In PITSstop is uitgebreide documentatie te vinden over opleidingen in Nederland, over studeren en werken in het buitenland en over de arbeidsmarkt. Ook kun je hier een studie- of beroepskeuze test doen. Opleidingen in Nederland Hierbij gaat het om informatie over o.a. alle Leidse opleidingen (WO), opleidingen aan andere universiteiten (WO), opleidingen in het HBO, keuzevakken/bijvakken, deeltijdopleidingen, korte opleidingen (HBO), duaal onderwijs, post-doctoraal onderwijs, post-HBO-onderwijs. Studeren en werken in het buitenland Hierbij gaat het om informatie over o.a. wetenschappelijke (vervolg)opleidingen, zomercursussen, stages en werken, toelatingsprocedures, financieringsmogelijkheden voor studie en onderzoek in het buitenland, adressen en de inrichting van het hoger onderwijs binnen de verschillende landen. Zie ook de website: www.buitenland.leidenuniv.nl Arbeidsmarkt Hierbij gaat het om informatie over o.a. loopbaanplanning (zelfanalyse, beroepskeuze, arbeidsmarktoriëntatie etc.), beroepen en functies, bedrijven in diverse branches, zelfstandig ondernemerschap, vacature-overzichten, arbeidsmarktontwikkelingen en prognoses, arbeidsbemiddeling (Arbeidsvoorziening, uitzendbureau’s, databanken etc.), solliciteren (werving & selectie, sollicitatiebrieven en- gesprekken, selectiemiddelen zoals psychologische tests, trainingen en solliciteren in het buitenland). Verder kun je in PITSstop de Oriëntatiegids, het Intermediair jaarboek, de Carrièregids en de Qompas Sollicitatiegids gratis ophalen. Studie-/beroepskeuzetest In PITSstop kun je terecht voor het maken van een studie- of beroepskeuzetest. Op een van de computers ter plaatse maak je een test. Deze test duurt een kwartier en bestaat uit drie onderdelen: je geeft van 60 activiteiten aan in hoeverre deze je aanspreken, je geeft van 60 uitspraken over persoonsgebonden gedrag aan in hoeverre die op je van toepassing zijn en je geeft van 15 werkzaamheden aan welke je het meest en welke je het minst aanspreekt. De uitslag van deze test is een persoonlijkheidsprofiel waaraan opleidingen en beroepen zijn gekoppeld, die je vervolgens op internet verder kunt onderzoeken. De test kost € 5,00. Je kunt de uitslag van de test nabespreken met een studiekeuze-/loopbaanadviseur van BUL.
88
PITSstop - Plexus Informatie Trefpunt voor Studenten Studentencentrum Plexus, Kaiserstraat 25, Leiden Tel: 071-5278025 Geopend: maandag t/m vrijdag van 9.00 – 17.00 uur.
[email protected] www.pitsstop.leidenuniv.nl 3.2.4
Leidse arbeidsmarktorganisaties Er zijn verschillende Leidse arbeidsmarktorganisaties die o.a. congressen en banenmarkten organiseren. Op een banenmarkt zijn er verschillende bedrijven die zich presenteren. Dit vormt bij uitstek een plaats om kennis te maken met de mogelijkheden en om oriënterende gesprekken te voeren. De banenmarkten vinden in het algemeen in het voorjaar plaats. Op de website van BUL vind je een overzicht van deze arbeidsmarktorganisaties en tevens van studie- en studentenverenigingen die dergelijke activiteiten organiseren: www.bul.leidenuniv.nl .
3.2.5
Loopbaancentrum Letteren (LCL) Het Loopbaancentrum Letteren adviseert en begeleidt studenten en pas afgestudeerden van de faculteiten Letteren, Archeologie, Theologie en Wijsbegeerte bij de overstap van studie naar werk. P.N. van Eyckhof 4 (gebouw 1168, krs. 002 en 003), Leiden Postbus 9515 2300 RA Leiden Telefoon: 071-5272235 www.loopbaancentrumletteren.nl LCL geopend: dinsdag t/m vrijdag 9.00 – 17.00 uur Mediatheek geopend: dinsdag t/m vrijdag 11.00 – 15.00 uur
Succes met je verdere loopbaan!
89
Literatuur / Bronnen: *
Syllabus cursus Loopbaanoriëntatie, Vormingscentrum Vrije Universiteit/Faculteit der Letteren, 1996
*
G.M. Sturman, Ph.D.: Gezocht: een baan die bij me past! (werkboek), Thema, Zaltbommel, 1995
*
Handboek (Studie)loopbaanbegeleiding, Loopbaan Advies Centrum, Universiteit van Amsterdam, 1998
*
Netwerken, solliciteren; Loopbaan- en Opleidingscentrum, Universiteit Utrecht
*
Notitie: Zicht op Arbeid, Landelijk Dienstverlenend Centrum voor studie- en beroepskeuzevoorlichting (LDC), 1997
*
“Sollicitatiebrief en curriculum vitae”, Sollicitatiecentrum Leiden, Arbeidsbureau, 1998
*
“Het sollicitatiegesprek”, Sollicitatiecentrum Leiden, Arbeidsbureau, 1998
*
“Werkboek”, Loopbaan Advies Centrum, Universiteit van Amsterdam, 2002
*
“Werkpocket” Randstad 2002
*
Diverse internetsites, waaronder www.123test.nl
90