Op zoek naar “een ijzermijn en vreemde gewassen” (25 okt. 2015). Het is droog als we bij Camping Rozenhof wachten op deelnemers. De vele eikels zorgen voor kabaal als ze hun vluchtpoging op de daken van geparkeerde voertuigen zien stranden. Het is herfst en dat is aan alles om ons heen te merken. De lucht is grijs en laat ons geleidelijk kennis maken met laaghangende bewolking.
De parkeerplek ligt vol met bladeren in allerlei kleurvarianten. De bosranden zijn een streling voor onze ogen maar voorlopig gaat onze groep langs een opgeschoten heg richting “A Gènzie” ofwel Aan gene Zijde ( van het bos vanuit Vijlen bekeken !).
Tja, grenzen komen we vandaag vaak tegen en zelfs de landsgrens ligt slechts op ca. 100 passen afstand van de route die gids Dieter vandaag leidt en toelicht.
Opvallend deze ochtend is de aanwezigheid van Josien die tot haar eigen verbazing de route vandaag probleemloos kan voltooien na al haar voetperikelen in het voorjaar. Is het de tijd of de wilskracht die haar met veel plezier de tocht laat beleven? “A Gènzie” is terecht bekend om zijn bijzonder fraaie ligging, vlak bij het Vijlenerbos en aan de andere zijde het fraaie Geuldal. Bij goed weer kan men genieten van schitterende panorama’s maar deze ochtend overheerst een miezerregen die het grijze accent nog versterkt. In de Belletboomgaard is er ruime aandacht voor het fruit, de voormalige boer Sjang, de variatie aan oude fruitrassen, de werkkampen van ANWB-leden, De “Calvados”-resultaten
van het verzamelde fruit, het onderhoud van de boomgaard door de “vrienden” en de enorme rijkdom aan vogels, insecten, enz..
We passeren een grote poel die kikkers, padden en salamanders een prima plek biedt maar ook vogels laaft. Even verder is er het Seismologisch station dat aardbevingen registreert omdat het station in de zeer goed geleidende Carboonlaag is geplaatst. Wereldwijd kan men ter plekke de trillingen aflezen.
We staan even stil bij de Heimansgroeve en bezoeken ook de Kampgroeve die weer wacht op ontgroening van de wanden. De gewonnen steen uit beide groeves is o.a. terug te vinden in diverse boerderijen, het patronaat en de kerk te Epen.
Via “Hoeve Berversj” naderen we Belgie, maar we buigen rechts af via de brug over de Geul die richting Zinkviooltje voert. Onderweg is er aandacht voor de vele verdwenen Populieren die door Waterschap Roer en Overmaas als ongewenste exoten werden betiteld. Na het toekennen van een kleurtje was hun leven niet meer zeker en de zagen hebben stevig kunnen ronken.
Het is vreemd dat het Waterschap zomaar oordeelt over het voortbestaan van eeuwenoude en beeldbepalende landschapselementen. Moest men subsidiegelden nog gauw een bestemming bieden? Waarom tolereert het Waterschap een andere oprukkende en vooral beeld verstorende exoot als mais in of nabij de waterlopen? Tja, het lijkt een kwestie van werk houden, centjes binnen halen en de realiteit uit het oog verliezen.
We wijken even van het pad af om te kijken naar de doorbraak van de Geul in een meander. We volgden de rivier al ruim een jaar en zagen steeds meer het moment naderbij komen. De
lus werd uiteindelijk doorbroken en verlandt geleidelijk. Ondertussen zorgt de dynamiek van het water weer voor verrassende ontwikkelingen en gaat mogelijk de loop van het water een andere route nemen. De tijd zal het leren.
De opvallend (on)vriendelijke en (on)gastvrije bebording langs het Geulpad door een kampeergelegenheid getuigt eveneens niet van een bezoekersvriendelijke instelling. Blijkbaar regeert de Euro het beleid van de beheerders. De toekomst zal deze aanpak “belonen”. Via recreatieboerderij Tergracht volgen we de weg die ons naar de markante ” Hoeve Vernelsberg” voert. Zij is gefundeerd op een stevige carboonlaag waar de Geul in het verleden haar meerdere in moest erkennen.
Wij de Volmolen mag de gids zijn rugzak leeg maken en dan blijkt dat hij bijzonder efficiënt zijn schatten heeft opgeborgen. Op de tafel verschijnt het ene na het andere bakje met allerlei geologische vondsten welke vooral uit het Geuldal stammen. Blijkbaar volgt Dieter de oevers vanuit het water. We noemen slechts een vondst die verbazing wekt: heel kleine zeeegels (formaat knikker) die de gids uit de krijtrotsen wist te peuteren.
We lopen langs de Geul en staan onmerkbaar op mijnsteen- of mijnafvalbergen bij het grensriviertje de Mässel. Onderzoek wijst uit dat de Romeinen en mogelijk de Kelten ontdekten waarom het water in de omgeving roestbruin of oranje gekleurd was. We lopen langs de groeve waar het erts werd gewonnen en bereiken via een paadje rechts het mooie Bommerig.
Even staan we stil bij de hobby-plek van Dieter, bewonderen de enorme kei in de achtertuin en even verder de fraaie vakwerkbouw en bakhuizen. Links schittert Emmaus, dat met allerlei plannen de buurtbewoners heeft geactiveerd om gezamenlijk ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan. Tja, centen en relaties naast het negeren of minder informeren van buurtbewoners blijken vaak een smeermiddel om iets te regelen.
Even verder klauteren we een redelijk steil pad omhoog, passeren een dassenburcht en lopen dan via een achteraf-paadje zomaar in de achtertuin van Camping Rozenhof. Het is de trotse Josien (de route geheel zonder pijntje geheel voltooid) die een plekje kiest op het zonnige terras alwaar we de tocht, de prestatie van Josien en andere feitjes bij een traditioneel glaasje bespreken of evalueren.
Beelden Heimanstocht.