Op zoek naar de ziel van Bethlehem Een tiendaagse reis naar Bethlehem in mei 2012 tekst en foto's Paul van Teeffelen
Op dinsdag 1 mei 2012 vertrekken we naar Bethlehem. Wij zijn Sjaak Kuijer en zijn echtgenote Janny van Heerbeek en ikzelf. De reis heeft een missie. Janny gaat aan de slag met moeders in de omgeving van Bethlehem (een vluchtelingenkamp en een dorpje), zij is orthopedagoge en verzorgt het trainingsprogramma positive parenting. Het gaat om moslim-moeders, die al op jonge leeftijd grote gezinnen hebben en bij de opvoeding van al deze kinderen geen of weinig steun ontvangen van hun mannen. Sjaak helpt Janny met de techniek. Sjaak en ik zijn verder leden van de stichting Friends of Young Bethlehem, die op een bescheiden wijze het AEI (Arab Educational Institute) subsidieert. Het is prima om de situatie ter plaatse in ogenschouw te nemen en gesprekken met het AEI te voeren over toekomstige projecten. Voor mij gaat het verder om familiebezoek, mijn broer Toine van Teeffelen (development director van het AEI) woont en werkt in Bethlehem samen met zijn vrouw Mary en hun kinderen Jara en Tamer. Ik heb Toine toegezegd in deze periode van tien dagen een project te ondernemen met een vrouwengroep en een groep studenten. Mijn project(je) is op het laatste moment georganiseerd, eerder heb ik op de Summerschool van 2007 een workshop beeldhouwen met studenten verzorgd. De komende tijd wordt dus niet helemaal vakantie en familiebezoek.
Bethlehem, stad achter een muur Bethlehem
Huis van de familie Anastas door muren ingesloten
We hebben een goedkope charter (Jetairfly) van het vliegveld Luik naar Tel Aviv. Kleine vliegvelden hebben grote voordelen. Het is allemaal een stuk overzichtelijker dan Schiphol. Het vliegveld Luik oogt modern, er vertrekken maar een paar vluchten per dag, de mensen die nu zo rond 16.00 uur aankomen, hebben allemaal dezelfde vlucht. Van alle kanten stromen orthodoxe Joden met hun zwarte pakken en pijpenkrullen toe. Dan wacht ons de eerste aangename verrassing. We worden niet door Israelisch personeel doorgezaagd wat we gaan doen in Israel. Het personeel is Belgisch en er zijn gewoon de gebruikelijke veiligheidsmaatregelen, je geeft je koffer af en vervolgens word je handbagagage gescreend en dien je door het detectiepoortje te gaan, wat niet gaat piepen als je je persoonlijke bezittingen inclusief riem hebt afgedaan. Voor vertrek van huis had ik op het laatste moment nog een setje beeldhouwvijltjes meegenomen en dat niet in de ruimkoffer maar in mijn handbagage gedeponeerd. Dat komt er dus bij controle uit. Het vriendelijk personeel geeft vervolgens ons nog de gelegenheid om dit setje weg te leggen in de auto. Door deze onhandige actie mijnerzijds zijn we praktisch de laatsten, die de vliegtuigtrap betreden. Het vliegtuig, een Boeing 737, zit bomvol. Eenmaal gezeten is er alle tijd om eens goed om je heen te kijken. Sjaak en Janny zitten een stuk achter mij. Even verderop verschijnt in het gangpad een zeer gezette Belgische dame samen met haar broer. Ze slaagt er niet in om op een stoel te gaan zitten, de zijleuning moet omhoog en al dat lichaamsvlees daalt vervolgens zachtjes neer in een positie, waaruit zij niet gemakkelijk meer kan opstaan. Ze zit als de spreekwoordelijke kurk in de fles, er moeten twee flinke stewardessen aan te pas komen om haar later weer uit de stoel(en) te lichten, terwijl haar broer al zijn kracht van onderuit de stoel mobiliseert. Bovendien
Blz. 1/9
moeten er allerlei extra riemen aan te pas om haar veiligheidsgordel gesloten te krijgen. De Belgische stewardessen gaan daar geroutineerd mee om. We hebben een probleemloze vlucht, althans in het gedeelte van het vliegtuig waar ik zit. Sjaak en Janny hebben een minder rustige vlucht met enige aangeschoten jongeren in hun nabijheid. Prachtig op tijd landen we zo rond 22.30 uur plaatstelijke tijd op het vliegveld Ben Goerion van Tel Aviv. De afhandeling daar gaat ook zonder veel oponthoud en onze chauffeur Mike staat buiten op ons te wachten om ons naar Bethlehem te brengen. Na middernacht arriveren we in Bethlehem, waar mijn broer Toine en zijn vrouw Mary thuis op me wachten.
Omgeving Bethlehem bloeiende cactussen
Bethlehem tuin met bloemen
Voor mij is het anderhalf jaar geleden, dat ik voor het laatst in Bethlehem kwam. Toen met een kerstpelgrimage, georganiseerd door IKV/Pax Christi Nederland in samenwerking met het AEI (Arab Educational Institute) te Bethlehem. Ik heb driemaal die kerstreis gemaakt, in 2006, 2008 en 2010. Aan de laatste reis in 2010 namen voornamelijk jongeren deel, die vanuit hun studie (theologie, politicologie) betrokken zijn op het conflict tussen Israel en de Palestijnen. In 1999 heb ik met mijn vrouw Maria een eerste reis naar mijn broer en zijn vrouw in Bethlehem gemaakt, we hadden toen ook de mogelijkheid om samen met de (schoon)familie van Toine in een huurauto door Israel te reizen. In 2000 brak de tweede intifada uit (zie het Dagboek Bethlehem 2000-2004 van mijn broer Toine van Teeffelen, uitgeverij De Stiel Nijmegen 2004, ISBN 90 7041533 X). Daarna duurde het tot Kerst 2006 voor ik weer een reis naar Bethlehem maakte. In 2007 namen mijn vrouw en ik deel aan de Summerschool van het AEI, zodat ik na 2006 heel regelmatig de situatie aldaar heb kunnen waarnemen. Tot en met 2008 was het op de Westbank in feite armoe troef. Pas met Kerst in 2010 is er sprake van een opleving. Ineens verschijnen er nieuwe auto's met een groen (Palestijns) nummerbord op de wegen van Bethlehem. Er zijn weer bezoekers, er is weer leven in de souvenirwinkels, het economisch leven veert weer wat op. De Israelische banken mogen en kunnen na een akkoord tussen Israel en de Palestijnse regering weer wat kredieten verschaffen. Er zijn een poos geen aanslagen geweest, althans op de Westbank. Het is een ander verhaal in Gaza, waar we juist eind 2008 op betrekkelijk korte afstand getuige zijn van de inval van Israel. De nederzettingenpolitiek van Israel is al vele decennia lang onveranderd. Elke keer als ik na enige jaren de Westbank weer bezoek, zijn er meer nederzettingen of zijn nederzettingen verder uitgebreid. Langzaam, maar zeker wordt wat er nog van de Westbank resteert, door de kolonisten en het leger van Israel ingenomen. Palestijnen voelen zich daar erg machteloos bij, zij hebben de tweede intifada achter de rug, zijn moe van die strijd en internationaal staan ze er alleen voor. Het land waaruit wij komen, Nederland, is politiek gezien zeer pro-Israel, ongeacht of Israels nederzettingenpolitiek volgens maatstaven van internationaal recht door de beugel kan of niet. In West Europa zijn we de beste bondgenoot van Israel. Opvallend is dat iedere Nederlander, die ter plekke polshoogte komt nemen, het ongelijk van Israel onmiddellijk voor zijn ogen ziet. De positieve lijn, die ik in 2010 kon waarnemen, zet zich in 2012 gelukkig door. Voor de diverse grotere hotels staan vele bussen, met opmerkelijk veel bezoekers uit Polen (niet ver van ons huis is een Johannes Paulus II foundation). Dezelfde bussen staan voor de souvenirshops, waar de bezoekers heengeleid worden tegen provisie voor de buschauffeur. Veel bezoekers betekent ook dat het in de restaurants gezellig druk is. Regelmatig ga ik naar het Geboorteplein en vanaf een van de terrassen zie ik een onafgebroken stroom van groepen bezoekers met vlaggetjes of soms in dezelfde kleding gestoken de Geboortekerk ingaan. Gaat het met hotels en restaurants wat beter, de rest van de middenstand en werknemers blijven daarbij achter. De laatste cijfers van het Palestijns gezag en de Wereldbank geven voor dit jaar een afname van de groei te zien. Echte groei en ontwikkeling van de Westbank en Gaza is volgens
Blz. 2/9
hulporganisaties alleen mogelijk als de beperkingen van mobiliteit van mensen en goederen wordt opgeheven. Het gaat dus in sommige sectoren eventjes goed, maar niemand durft te garanderen dat het zo blijft. De spanning tussen Israel en Iran heeft hier ook een grote impact en met de opstand in Syrie lijkt het Midden Oosten meer dan ooit op een kruitvat.
Bethlehem, Geboorteplein
Bethlehem, Geboortekerk
Nu in mei 2012 schijnt de zon over Bethlehem. We hebben ruim een week onafgebroken mooi weer, op zeterdag 5 mei wordt een middagtemperatuur van 29 graden bereikt, maar 's-ochtends en 's-avonds is het aangenaam koel, met soms een stevige wind. Het is hier nu ook het echte toeristisch seizoen. In tegenstelling tot wat hier gebruikelijk is wandel ik veel en graag. Dat betekent wel, dat er om de haveklap taxi's om je heen toeteren, met het dringend verzoek om in te stappen. Trouwens als je een taxi neemt, is het zaak de prijs van de rit vooraf af te spreken, anders is het hek van de dam. Zoals in alle Arabische landen is het loven en bieden. In vergelijking met Nederland zijn taxi's hier niet duur, met een tien shekel (twee euro's) kom je al een heel eind voor een stadsrit. Maar zoals gezegd, ik wandel graag en veel. Het mag dan wel warm zijn, maar de warmte is droog en er staat dikwijls wind. Op donderdag 3 mei heb ik van 9.30 uur tot 11.00 uur mijn eerste workshop met de vrouwengroep. Zo'n workshop komt altijd geleidelijk op gang, omdat de vrouwen tussen 9.30 uur en 10.00 uur komen binnendruppelen. Op tijd is in het Midden Oosten een relatief begrip. Fouad een van de drie directeuren van het AEI pleegt voor de vrouwengroepen Engelse les te geven en hij vertaalt mijn Engels voorzover nodig. We zitten in het Sumud Story House, dicht bij de afscheidingsmuur, in een kamer die er uitziet als een bedoeienentent, heel apart. Met de muur wordt overigens creatief omgegaan. Inmiddels is er een Wall Museum geschapen, in de vorm van een serie korte brieven (letters op metalen ondergrond) van inwoners van Bethlehem. Door sympathisanten, voornamelijk uit Nederland, worden de kosten van deze brieven ad € 100,- per stuk gefinancierd. Een voorbeeld van zo'n muurbrief is te vinden op onderstaande foto.
Bethlehem, de Muur bij het Sumud Story House
Bethlehem, Wall Museum
Gaandeweg bespreek ik mijn eigen plan met de vrouwen en op zaterdag 5 mei met de studenten. Alle
Blz. 3/9
deelnemers tonen zich enthousiast. Even buiten het Sumud Story House kronkelt de muur zich als een rups door het landschap en sluit met een U-bocht het huis van de familie Anastas in. Ter plekke staan de muren dus op een afstand van nog geen 50 meter van elkaar af, zelfs tegenover elkaar, daarmee nog eens duidelijk makend dat het niet alleen om een afscheidingsmuur gaat, maar het ook een kwestie van landjepik is. Op de zuidelijke muur verschijnen door mijn toedoen drie kruisen, met op de noordelijke muur ook een exemplaar. De verticale balk van de kruisen wordt weergegeven door de spleten in de betonnen muurdelen te vullen met kleine stenen, die je overal kunt vinden, de horizontale balk wordt geschilderd met rode verf. Een van de vrouwen merkt op, dat zij nooit eerder de muur gevoeld heeft. De kruisen aan de noord-en zuidzijde worden met elkaar verbonden door kleine rode kruisen op de straat. Aan de voet van de drie kruisen komen nesten van vogels. De nesten worden gemaakt van grote stenen. Op het braakliggend terrein tussen de muren gooien de mensen hun afval, in dat opzicht wordt in Bethlehem niet zo nauw gekeken. Zakken met een soort houtwol, die daar zijn gedumpt, gebruiken we als nestmateriaal. In de nesten komen rood gekleurde stenen, in de vorm van eieren. De achterliggende symboliek is, dat tegenover het lijden (in de vorm van de kruisen) en de gevangenschap (de afscheidingsmuur) de vrijheid van vogels staat om overal hun nesten te bouwen. Vogels zijn verder vrij om over muren te vliegen, dat geldt zelfs voor de jonge vogels, zodra die uit de eierschalen zijn gekropen. Het project moet een gevoel van opluchting geven en enigszins tot mijn verbazing functioneert het ook zo. Na nog twee sessies met de vrouwen en een sessie met de studenten is het project op donderdag 10 mei klaar, met filmopnamen, foto's en al. Juist als ik alles aan het opruimen ben, komt er een grote groep Japanse of Koreaanse toeristen. De eerste vrouwelijke toerist neemt onmiddellijk de kwast met rode verf uit mijn handen en laat zich met de kwast in de aanslag bij de muur fotograferen alsof zij dit project zojuist voltooid heeft. Een voorbeeld dat onmiddellijk door de anderen gevolgd wordt. De muur is plotseling een gewild toeristisch object.
Bethlehem, drie kruisen
Bethlehem, eieren in het nest,
Behalve het werk aan het project en de gesprekken met het AEI is er gelukkig ook nogal wat vrije tijd. Op vrijdag 4 mei gaan Sjaak, Janny en ik met de bus naar Jeruzalem. Dat betekent dat we eerst door het voetgangerscheckpoint moeten lopen, dat zich bevindt in de buurt van de het Sumud Story House bij de muur. We zijn wat aan de late kant, omdat ik mijn paspoort vergeten ben mee te nemen en terug naar huis moet om dat op te halen. We lopen snel door het checkpoint en vertrekken aan de andere kant met de bus naar Jeruzalem (voor iets meer dan vijf shekel). Jeruzalem is zo langzamerhand voor mij bekend terrein. Er is een enorme tegenstelling tussen de moderne wijken van Jeruzalem en de ommuurde oude stad, met zijn Joodse, Moslim en Christen wijken. We starten bij de Damascuspoort, lopen naar de Via Dolorosa, klimmen naar een uitzichtpunt van wat nu een prachtig hotel is (met huiskapel) en vervolgen onze weg naar de Leeuwenpoort, bezichtigen de kruisvaarderskerk van Sint Anna, worden hier spontaan gegidst, nu ja spontaan is het ook niet, er valt geld te verdienen. We bezoeken het naastgelegen museum met opgravingen, voordat we de Olijfberg beklimmen en genieten van het uitzicht over de oude stad.
Blz. 4/9
Jeruzalem, uitzicht over de stad met links de Rotskoepel
Jeruzalem, gezicht op de Via Dolorosa
Inmiddels zijn alle heiligdommen gesloten, zodat we tot 15.00 uur moeten wachten voordat de Hof van Olijven weer opengaat (er verschijnen onmiddellijk drommen pelgrims) en de daarnaast gelegen Kerk van alle Naties (of de kerk van de Doodsstrijd). Dominus Flevit slaan we deze keer over, maar bezoeken wel de Kerk van Onze Lieve Vrouwe Hemelvaart aan de voet van de Olijfberg, onder het niveau van de weg, waar we op bankjes uitgerust hebben. Deze kerk heeft een kruisvaardersvoorgevel en voert met een stenen trap in het halfduister diep de grond in, de bodem van het dal van de Kidron. Wanneer we dat doen is er bijna niemand op dat tijdstip, in de koele kerk heerst een welkome stilte.
Jeruzalem, Olijfberg met Kerk van alle Naties
Jeruzale, Hof van Olijven
Dan gaan we weer door de oude stad heen op weg naar de Heilige Graf Kerk. We betreden de Kerk niet, maar gaan onmiddellijk naar de galerij, waar een trap naar beneden voert naar de Kapel van St Helena en de Grot van het Vinden van het Kruis, waar de echo in de grot boven het water een spontaan opwellend gezang stevig versterkt. De laatste kerk, die we bezoeken is de Grieks-Katholieke kerk, die dicht bij de Jaffapoort ligt. We zetten op weg daar naar toe stevig de pas in, langs alle winkeltjes in de Christenwijk. Uiteindelijk treffen we een prachtige, heel intieme, met ikonen overladen kerk, die we juist voor sluitingstijd nog even mogen bezichtigen.
Jeruzalem, Grieks-Katholieke kerk
Jeruzalem, Grieks-Katholieke kerk
Zaterdag 5 mei en zondag 6 mei zijn familiedagen. Op zaterdag 5 mei maak ik met Mary, de vrouw van Toine en haar vriendin Nana een wandeling eerst naar Artas en vervolgens naar de vijvers van koning
Blz. 5/9
Salomo en de kerk van St George, wiens naamdag het vandaag is. Artas ligt een paar kilometer van Bethlehem, in een vruchtbare streek. Het dorp is tegen een helling gebouwd. In het dal ligt de R.K. kerk en het klooster, dat nog bewoond wordt door enige zusters. In het complex was voorheen een school voor weeskinderen, tegenwoordig is de school ook toegankelijk voor de dorpsjeugd. Met een van de zusters voeren we een gesprek en ze laat ons vervolgens de intieme kerk zien.
Artas, gezicht op de R.K. kerk
Interieur van de kerk
Zondag 6 mei maken Yoine, Mary, Nana en ik een flinke wandeling door de Wadi Khreitoun, genoemd naar de woestijnvader Chariton, die daar kloosters stichtte, met zicht op het Herodion, het buitenverblijf van koning Herodes..
Wadi Kreitoun restant van een klooster
Wadi Khreitou, zicht op Herodon
Sjaak en ik benutten deze reis ook voor gesprekken met de directie van het AEI en ook afzonderlijk met Toine, die development director is van het AEI. Er spelen kwesties met betrekking tot de organisatie van het AEI. Erv zijn thans drie relatief oude (mannelijke) directeuren (tussen 60 en 70 jaar) in een organisatie, die voor een belangrijk deel gericht is op de jeugd. Daarbij is het bovendien een goede zaak als ook vrouwen in een dergelijke organisatie in managementposities komen. Behalve organisatorische kwesties speelt ook het toekomstig beleid een belangrijke rol. Waar liggen kansen en mogelijkheden voor de Palestijnse jeugd?. Bij een opleving van de economie wordt hier het eerst gedacht aan meer restaurantjes, hotels, souvenirshops etc. Toine denkt aan verdergaande oplosssingen zoals het aanbieden en organiseren van reizen binnen de Westbank (eventueel gecombineerd reizen in Israel) , met als doelgroep reizigers/pelgrims uit Europa, die geinteresseerd zijn in dit gebied. Hij is volop doende om in contact te treden met hogescholenj in Nederland om op het niveau van mbo/hbo een opleiding in Palestina op te zetten tot cultureel entrepeneur. Als kleine steunstichting proberen we ook het AEI te faciliteren bij het opzetten van korte termijn projecten. Binnen het grotere kader zou ook een film of een reeks van korte films passen om reizigers/pelgrims uit Europa een indruk te geven van de streek. De stad Bethlehem als de geboorteplaats van Jezus is natuurlijk op zich al een enorme trekpleister. De film zou kunnen gaan over de ziel van Bethlehem, waarnaar ik dit stukje heb genoemd. Het zou een ontdekkingsreis kunnen zijn naar wat het wezen is van Bethlehem.
Blz. 6/9
Wat zou je de ziel van Bethlehem kunnen noemen? Ik kwam zelf tot de volgende vijf thema's: 1. Centraal in de stad staat de Geboortekerk en Het Geboorteplein. Daarbij springt onmiddellijk de verdeeldheid op tussen de kerken. De Kerk van de Geboorte is Grieks Orthodox, van binnen onmiddellijk te herkennen aan het altaar met alle wierookvaten. Ten noorden van de eigenlijke kerk bevindt zich de Franciscaanse Kerk van St Catharina, terwijl ten zuiden van de kerk een Armeens klooster ligt. In de praktijk dus drie kerken in een complex, waarbij in het ondergrondse gangenstelsel de juiste plaats van de geboorte tussen de kerkgenootschappen wordt betwist. De meeste aandacht van de toeristen gaat echter uit naar de Geboortekerk. Bethlehem is overigens echt een stad van kerken en minaretten.
Bethlehem Catharinakerk
Bethlehem interieur geboortekerk
2. Behalve de spirituele kant is er ook een kleurrijke folkloristische omgeving. Klederdrachten zijn met de kerstdagen het meest te zien. Verder vormt de markt van Bethlehem in het centrum van de stad een ontmoetingsplaats voor de bedoeinen uit de woestijn van Judea, de dorpelingen uit de nabijgelegen dorpjes en de stadsbewoners, die elk hun speciale kleding dragen en hun speciale produkten verkopen.
Bethlehem, vlnr: Kerst 2010, meisjes in klederdracht en markt
3. Wie oog heeft voor bloemen, wordt al wandelend getroffen door de prachtige kleuren van tropische bloemen en struiken.
Blz. 7/9
Bloemenpracht
4. In tegenstelling tot het vruchtbare Galilea, ligt Bethlehem ingesloten in de woestijn. Anders dan je op het eerste gezicht zou denken, vormt de woestijn een betoverend landschap. Elke keer als ik daarin mag lopen, raak ik daar volkomen gefascineerd door.
Woestijn in de omgeving van Bethlehem
5. De woestijnvaders, die leefden in grotten, de kloosterlingen in afgelegen kloosters, mensen die de stilte en de eenzaamheid opzochten.
Grotten
Klooster
In de nacht van donderdag 10 op vrijdag 11 mei vertrekken we uit Tel Aviv om 00.45 uur plaatselijke tijd. Dat betekent dat we donderdag nog een hele dag hebben. In de ochtend wordt het gezin van Toine opgeschrikt door het feit, dat het water op is. De Israeli voorzien de Palestijnen maar mondjesmaat van (drink)water. Hotels kopen extra water in om niet van tijd tot tijd zonder te zitten. Gelukkig kan het gezin van Toine uitwijken naar familie. Een (spaarzame) douche kan worden genomen in het huis van de moeder van Mary en haar zus Jeanet.
Blz. 8/9
Na dit oponthoud heb ik in de ochtend mijn laatste workshop met de vrouwen, daarna heb ik de hele middag om mijn koffer te pakken. Omdat ik tijd genoeg heb, ga ik eerst een paar uur doorbrengen op het Geboorteplein, daar valt altijd veel te zien.. Na het eten in het "andere huis" van de moeder van Mary en Jeanet vertrekken we om 20.00 uur, we worden weer opgehaald door Mike, Toine gaat mee, zodat we een meer dan volle auto hebben met Sjaak en Janny erbij. Op het vliegveld staan we lang in de rij, voordat eerst de koffers en daarna wijzelf worden gecheckt. Desgevraagd kan ik het doel van mijn reis naar Israel onmiddellijk duidelijk maken, mijn broer staat achter mij en ik wijs naar hem. Na lang wachten is de doortocht uiteindelijk gemakkelijk, maar mijn ruimkoffer krijgt niet onmiddelllijk het groene licht. Die moet open en ik bereid me op het ergste voor. De koffer heb ik uiterst zorgvuldig ingepakt, omdat mijn kleine koffer op wieltjes (handbagage) met inhoud maar zes kilo mag wegen. De lichtgewicht koffer voor het ruim daarintegen mag 20 kilo bevatten. Bij een van de vorige reizen smeet een van de vrouwelijke veiligheidsbeambten de inhoud er totaal uit, zodat ik na afloop van de controle weer eindeloos aan het vouwen en pakken kon. Hier heb ik te maken met een vriendelijke veiligheidsagent, hij pakt mijn catalogus met beelden er het eerste uit, vraagt of ik die beelden zelf gemaakt heb en na mijn bevestigend antwoord, laat hij vol bewondering het boek aan andere collega's zien. Hij klapt het boek vervolgens weer dicht, stopt het in de koffer, sluit de koffer en geeft die aan mij mee. Al met al hebben we dan toch 2,5 uur op onze benen gestaan. Verder verliep de terugreis conform de heenreis, met herkenbaar een aantal van dezelfde passagiers, inclusief de dikke dame.
Blz. 9/9