OP WEG NAAR WISKUNDE Plusboek uit de serie “Het Grote Rekenboek” Uitgeverij ScalaLeukerLeren.nl Voor kinderen die iets meer willen weten en begrijpen van wiskunde, bijvoorbeeld als voorbereiding op de middelbare school. Schaf hiervoor een schrift aan (niet te klein), liefst met vierkantjes van 1 cm en een geodriehoek.
volgende scherm
OP WEG NAAR WISKUNDE Plusboek uit de serie “Het Grote Rekenboek” Uitgeverij ScalaLeukerLeren.nl Voor kinderen die iets meer willen weten en begrijpen van wiskunde, bijvoorbeeld als voorbereiding op de middelbare school. Schaf hiervoor een schrift aan (niet te klein), liefst met vierkantjes van 1 cm en een geodriehoek. In de naam van deze intro’s staat het paginanummer. Deze intro heeft de naam intro-bl.012, Wat je op het volgende scherm kunt zien.
volgende scherm
OP WEG naar WISKUNDE
Het eerste gedeelte van het boek gaat over gehele getallen en deelbaarheid. Bekijk eerst de tekst hier op het scherm, blader door met PageDown of met . Maak daarna uit het boek som 1 tot en met 8 op bladzijde 12 en 13. De anwoorden staan achterin het boek, beginnend op bladzijde 102. Af en toe zul je iets niet snappen, dat is heel normaal bij wiskunde. In dat geval bestudeer je het antwoord nog een keer en overleg je eventueel met een klasgenoot. Vaak is het geen probleem als je een som niet snapt, sla de som over en ga gewoon door met de volgende som. Dit boek is een kennismaking met de wiskunde van de brugklas (en hoger!), je hoeft er geen examen in te doen. Wel kun je jezelf af en toe toetsen met kleine proefwerkjes, waarvoor je jezelf een cijfer kunt geven. Veel plezier!
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
Wat komt er uit
7×5×2=?
factoren en delers
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
factoren en delers
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE factoren
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
factoren en delers
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
factoren en delers
factoren (mag je door elkaar husselen)
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
Doe eerst 5 × 2 =10
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
factoren en delers
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
70 is deelbaar door 7, 5, 2 en 10
dit zijn DELERS van 70
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
factoren en delers
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
70 is deelbaar door 7, 5, 2 en 10 dit zijn DELERS van 70 Als je 70 er door deelt, krijg je rest = 0 Noem alle delers van 70, beginnend met de deler 1: 1...
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
factoren en delers
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
70 is deelbaar door 7, 5, 2 en 10 dit zijn DELERS van 70 Als je 70 er door deelt, krijg je rest = 0 Noem alle delers van 70, beginnend met de deler 1: 1 2 ...
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
factoren en delers
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
70 is deelbaar door 7, 5, 2 en 10 dit zijn DELERS van 70 Als je 70 er door deelt, krijg je rest = 0 Noem alle delers van 70, beginnend met de deler 1: 1 2 5 ...
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
factoren en delers
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
70 is deelbaar door 7, 5, 2 en 10 dit zijn DELERS van 70 Als je 70 er door deelt, krijg je rest = 0 Noem alle delers van 70, beginnend met de deler 1: 1 2 5 7 ...
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
factoren en delers
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
70 is deelbaar door 7, 5, 2 en 10 dit zijn DELERS van 70 Als je 70 er door deelt, krijg je rest = 0 Noem alle delers van 70, beginnend met de deler 1: 1 2 5 7 10 . . .
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
factoren en delers
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
70 is deelbaar door 7, 5, 2 en 10 dit zijn DELERS van 70 Als je 70 er door deelt, krijg je rest = 0 Noem alle delers van 70, beginnend met de deler 1: 1 2 5 7 10 14 . . .
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
factoren en delers
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
70 is deelbaar door 7, 5, 2 en 10 dit zijn DELERS van 70 Als je 70 er door deelt, krijg je rest = 0 Noem alle delers van 70, beginnend met de deler 1: 1 2 5 7 10 14 35
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
factoren en delers
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
70 is deelbaar door 7, 5, 2 en 10 dit zijn DELERS van 70 Als je 70 er door deelt, krijg je rest = 0 Noem alle delers van 70, beginnend met de deler 1: 1 2 5 7 10 14 35 en . . .
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
factoren en delers
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
70 is deelbaar door 7, 5, 2 en 10 dit zijn DELERS van 70 Als je 70 er door deelt, krijg je rest = 0 Noem alle delers van 70, beginnend met de deler 1: 1 2 5 7 10 14 35 en 70
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
factoren en delers
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
70 is deelbaar door 7, 5, 2 en 10 dit zijn DELERS van 70 Als je 70 er door deelt, krijg je rest = 0 Noem alle delers van 70, beginnend met de deler 1: 1 2 5 7 10 14 35 en 70 Noem nu alle delers van 71: 1 ...
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
factoren en delers
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
70 is deelbaar door 7, 5, 2 en 10 dit zijn DELERS van 70 Als je 70 er door deelt, krijg je rest = 0 Noem alle delers van 70, beginnend met de deler 1: 1 2 5 7 10 14 35 en 70 Noem nu alle delers van 71: 1 71 klaar!!! 71 heeft maar twee delers
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
factoren en delers
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
70 is deelbaar door 7, 5, 2 en 10 dit zijn DELERS van 70 Als je 70 er door deelt, krijg je rest = 0 Noem alle delers van 70, beginnend met de deler 1: 1 2 5 7 10 14 35 en 70 Noem nu alle delers van 71: 1 71 klaar!!! 71 heeft maar twee delers
is een PRIEMGETAL
bladz. 12
Intro 1.
OP WEG naar WISKUNDE
factoren en delers
bladz. 12
7 × 5 × 2 = 7 × 10 = 70
70 is deelbaar door 7, 5, 2 en 10 dit zijn DELERS van 70 Als je 70 er door deelt, krijg je rest = 0 Noem alle delers van 70, beginnend met de deler 1: 1 2 5 7 10 14 35 en 70 Noem nu alle delers van 71: 1 71 klaar!!! 71 heeft maar twee delers
is een PRIEMGETAL
De lijst met priemgetallen begint met 2, 3, 5, 7 . . . Begin nu met som 1 op bl. 12
(antwoorden op bl. 102)
Intro 14. 13
OP WEG naar WISKUNDE +8
21
:3
volgorde van bewerkingen
bladz. 14
7
Dit is een kettingberekening.
Je begint met 13, telt er 8 bij op en deelt het antwoord (21) door 3. Uitkomst 7. In de wiskunde noteer je dat als
( 13 + 8 ) : 3 = 7
Intro 14. 13
OP WEG naar WISKUNDE +8
21
:3
volgorde van bewerkingen
bladz. 14
7
Dit is een kettingberekening.
Je begint met 13, telt er 8 bij op en deelt het antwoord (21) door 3. Uitkomst 7. In de wiskunde noteer je dat als
( 13 + 8 ) : 3 = 7 Nu van achteren naar voren. Welk getal hoort bij het vraagteken te staan? ?
+8
:3
6
Denk eerst even na . . .
Intro 14. 13
OP WEG naar WISKUNDE +8
21
:3
volgorde van bewerkingen
bladz. 14
7
Dit is een kettingberekening.
Je begint met 13, telt er 8 bij op en deelt het antwoord (21) door 3. Uitkomst 7. In de wiskunde noteer je dat als
( 13 + 8 ) : 3 = 7 Nu van achteren naar voren. Welk getal hoort bij het vraagteken te staan? ?
-8
18
x3
6
Intro 14. 13
OP WEG naar WISKUNDE +8
21
:3
volgorde van bewerkingen
bladz. 14
7
Dit is een kettingberekening.
Je begint met 13, telt er 8 bij op en deelt het antwoord (21) door 3. Uitkomst 7. In de wiskunde noteer je dat als
( 13 + 8 ) : 3 = 7 Nu van achteren naar voren. Neem de tegengestelde/omgekeerde bewerking. 10
-8
18
x3
6
Antwoord: begin met 6, doe keer 3 (= 18) en trek daar 8 van af. Dus ? = 10
Intro 14. 13
OP WEG naar WISKUNDE +8
21
:3
volgorde van bewerkingen
bladz. 14
7
Dit is een kettingberekening.
Je begint met 13, telt er 8 bij op en deelt het antwoord (21) door 3. Uitkomst 7. In de wiskunde noteer je dat als
( 13 + 8 ) : 3 = 7 Nu van achteren naar voren. Welk getal hoort bij het vraagteken te staan? ?
+8
:3
6
Controle (10 + 8) : 3 = 18 : 3 = 6 klopt
Antwoord: begin met 6, doe keer 3 (= 18) en trek daar 8 van af. Dus ? = 10
6 × 3 – 8 = 10
De haakjes worden hier weggelaten omdat vermenigvuldigen voorrang heeft.
Intro 14. 13
OP WEG naar WISKUNDE +8
21
:3
volgorde van bewerkingen
bladz. 14
7
Dit is een kettingberekening.
Je begint met 13, telt er 8 bij op en deelt het antwoord (21) door 3. Uitkomst 7. In de wiskunde noteer je dat als
( 13 + 8 ) : 3 = 7 Nu van achteren naar voren. Welk getal hoort bij het vraagteken te staan? ?
+8
:3
6
Antwoord: begin met 6, doe keer 3 (= 18) en trek daar 8 van af. Dus ? = 10
6 × 3 – 8 = 10 Voorrangsregel:
De haakjes worden hier weggelaten omdat vermenigvuldigen voorrang heeft.
vermenigvuldigen gaat vóór optellen en aftrekken.
Intro 14.
OP WEG naar WISKUNDE
1+2×3=?
volgorde van bewerkingen
bladz. 14
Intro 14.
OP WEG naar WISKUNDE
1+2×3=?
volgorde van bewerkingen
bladz. 14
Antwoord 1 + 6 = 7
Wie er 9 uit kreeg heeft de voorrangsregel niet gebruikt!
Intro 14.
OP WEG naar WISKUNDE
1+2×3=?
volgorde van bewerkingen
bladz. 14
Antwoord 1 + 6 = 7
Wie er 9 uit kreeg heeft de voorrangsregel niet gebruikt! 5 + 4 × (1 + 2 × 3) = ?
Intro 14.
OP WEG naar WISKUNDE
1+2×3=?
volgorde van bewerkingen
bladz. 14
Antwoord 1 + 6 = 7
Wie er 9 uit kreeg heeft de voorrangsregel niet gebruikt! 5 + 4 × (1 + 2 × 3) = ?
Antwoord 5 + 28 = 33
Dus: • Eerst de haakjes • Dan vermenigvuldigen/delen • Tenslotte optellen/aftrekken
Intro 14.
OP WEG naar WISKUNDE
1+2×3=?
volgorde van bewerkingen
bladz. 14
Antwoord 1 + 6 = 7
Wie er 9 uit kreeg heeft de voorrangsregel niet gebruikt! 5 + 4 × (1 + 2 × 3) = ?
Antwoord 5 + 28 = 33
Dus: • Eerst de haakjes • Dan vermenigvuldigen/delen • Tenslotte optellen/aftrekken Doe nu som 9 en 10 op bl. 14
(antwoorden op bl. 102)
Intro 15.
OP WEG naar WISKUNDE
De delers van 24 zijn:
GGD en KGV
bladz. 15
Intro 15.
OP WEG naar WISKUNDE
De delers van 24 zijn:
GGD en KGV
1, 2, 3, 4, 6, 8, 12 en 24
bladz. 15
Intro 15.
OP WEG naar WISKUNDE
De delers van 24 zijn: De delers van 30 zijn:
GGD en KGV
1, 2, 3, 4, 6, 8, 12 en 24
bladz. 15
Intro 15.
OP WEG naar WISKUNDE
GGD en KGV
De delers van 24 zijn: 1, 2, 3, 4, 6, 8, 12 en 24 De delers van 30 zijn: 1, 2, 3, 5, 6, 10, 15 en 30 De gemeenschappelijk (zelfde) delers zijn:
bladz. 15
Intro 15.
OP WEG naar WISKUNDE
GGD en KGV
De delers van 24 zijn: 1, 2, 3, 4, 6, 8, 12 en 24 De delers van 30 zijn: 1, 2, 3, 5, 6, 10, 15 en 30 De gemeenschappelijk (zelfde) delers zijn: 1, 2, 3, en 6 De grootste gemene deler is 6. Notatie: GGD (24, 30) = 6
bladz. 15
Intro 15.
OP WEG naar WISKUNDE
GGD en KGV
De delers van 24 zijn: 1, 2, 3, 4, 6, 8, 12 en 24 De delers van 30 zijn: 1, 2, 3, 5, 6, 10, 15 en 30 De gemeenschappelijk (zelfde) delers zijn: 1, 2, 3, en 6 De grootste gemene deler is 6. Notatie: GGD (24, 30) = 6
De eerste veelvouden van 12 zijn:
bladz. 15
Intro 15.
OP WEG naar WISKUNDE
GGD en KGV
bladz. 15
De delers van 24 zijn: 1, 2, 3, 4, 6, 8, 12 en 24 De delers van 30 zijn: 1, 2, 3, 5, 6, 10, 15 en 30 De gemeenschappelijk (zelfde) delers zijn: 1, 2, 3, en 6 De grootste gemene deler is 6. Notatie: GGD (24, 30) = 6
De eerste veelvouden van 12 zijn: De eerste veelvouden van 30 zijn:
12, 24, 36, 48, 60, 72, 84, 96, 108, 120 . . .
Intro 15.
OP WEG naar WISKUNDE
GGD en KGV
bladz. 15
De delers van 24 zijn: 1, 2, 3, 4, 6, 8, 12 en 24 De delers van 30 zijn: 1, 2, 3, 5, 6, 10, 15 en 30 De gemeenschappelijk (zelfde) delers zijn: 1, 2, 3, en 6 De grootste gemene deler is 6. Notatie: GGD (24, 30) = 6
De eerste veelvouden van 12 zijn: 12, 24, 36, 48, 60, 72, 84, 96, 108, 120 . . . De eerste veelvouden van 30 zijn: 30, 60, 90, 120, 150 . . . De gemeenschappelijke veelvouden zijn:
Intro 15.
OP WEG naar WISKUNDE
GGD en KGV
bladz. 15
De delers van 24 zijn: 1, 2, 3, 4, 6, 8, 12 en 24 De delers van 30 zijn: 1, 2, 3, 5, 6, 10, 15 en 30 De gemeenschappelijk (zelfde) delers zijn: 1, 2, 3, en 6 De grootste gemene deler is 6. Notatie: GGD (24, 30) = 6
De eerste veelvouden van 12 zijn: 12, 24, 36, 48, 60, 72, 84, 96, 108, 120 . . . De eerste veelvouden van 30 zijn: 30, 60, 90, 120, 150 . . . De gemeenschappelijke veelvouden zijn: 60, 120 . . . Het kleinste gemene veelvoud is 60.
Intro 15.
OP WEG naar WISKUNDE
GGD en KGV
bladz. 15
De delers van 24 zijn: 1, 2, 3, 4, 6, 8, 12 en 24 De delers van 30 zijn: 1, 2, 3, 5, 6, 10, 15 en 30 De gemeenschappelijk (zelfde) delers zijn: 1, 2, 3, en 6 De grootste gemene deler is 6. Notatie: GGD (24, 30) = 6
De eerste veelvouden van 12 zijn: 12, 24, 36, 48, 60, 72, 84, 96, 108, 120 . . . De eerste veelvouden van 30 zijn: 30, 60, 90, 120, 150 . . . De gemeenschappelijke veelvouden zijn: 60, 120 . . . Het kleinste gemene veelvoud is 60. Notatie: KGV (12, 30) = 60
Doe nu som 11 tot en met 15 op bl. 14 en 15
(antwoorden op bl. 103)
Intro 16. OP WEG naar WISKUNDE
deelbaarheidseigenschappen
Een getal is deelbaar
Bijvoorbeeld:
► door 2, als het laatste cijfer even is
998 want 8 is even
bladz. 16
Intro 16. OP WEG naar WISKUNDE
deelbaarheidseigenschappen
bladz. 16
Een getal is deelbaar
Bijvoorbeeld:
► door 2, als het laatste cijfer even is
998 Want 8 is even 552 want 5+5+2 = 12 is deelbaar door 3
► door 3, als de som van de cijfers deelbaar is door 3
Intro 16. OP WEG naar WISKUNDE
deelbaarheidseigenschappen
bladz. 16
Een getal is deelbaar
Bijvoorbeeld:
► door 2, als het laatste cijfer even is
998 Want 8 is even 552 want 5+5+2 = 12 is deelbaar door 3 924 want 24 is een 4-voud
► door 3, als de som van de cijfers deelbaar is door 3 ► door 4, als het getal van de laatste 2 cijfers een 4-voud is
Intro 16. OP WEG naar WISKUNDE
deelbaarheidseigenschappen
Een getal is deelbaar
Bijvoorbeeld:
► door 2, als het laatste cijfer even is
998 552 924 558
► door 3, als de som van de cijfers deelbaar is door 3 ► door 4, als het getal van de laatste 2 cijfers een 4-voud is ► door 9, als de som van de cijfers deelbaar is door 9
bladz. 16
Want 8 is even want 5+5+2 = 12 is deelbaar door 3 want 24 is een 4-voud want 5+5+8 = 18 is deelbaar door 9
Intro 16. OP WEG naar WISKUNDE
deelbaarheidseigenschappen
Een getal is deelbaar
Bijvoorbeeld:
► door 2, als het laatste cijfer even is
998 552 924 558 705
► door 3, als de som van de cijfers deelbaar is door 3 ► door 4, als het getal van de laatste 2 cijfers een 4-voud is ► door 9, als de som van de cijfers deelbaar is door 9 ► door 5, als het laatste cijfer een 0 of een 5 is
bladz. 16
Want 8 is even want 5+5+2 = 12 is deelbaar door 3 want 24 is een 4-voud want 5+5+8 = 18 is deelbaar door 9 want het laatste cijfer is een 5
Intro 16. OP WEG naar WISKUNDE
deelbaarheidseigenschappen
bladz. 16
Een getal is deelbaar
Bijvoorbeeld:
► door 2, als het laatste cijfer even is
998 Want 8 is even 552 want 5+5+2 = 12 is deelbaar door 3 924 want 24 is een 4-voud 558 want 5+5+8 = 18 is deelbaar door 9 705 want het laatste cijfer is een 5 12375 want het eindigt op een 25-voud
► door 3, als de som van de cijfers deelbaar is door 3 ► door 4, als het getal van de laatste 2 cijfers een 4-voud is ► door 9, als de som van de cijfers deelbaar is door 9 ► door 5, als het laatste cijfer een 0 of een 5 is ► door 25, als het eindigt op een 25-voud
Intro 16. OP WEG naar WISKUNDE
deelbaarheidseigenschappen
bladz. 16
Een getal is deelbaar
Bijvoorbeeld:
► door 2, als het laatste cijfer even is
998 Want 8 is even 552 want 5+5+2 = 12 is deelbaar door 3 924 want 24 is een 4-voud 558 want 5+5+8 = 18 is deelbaar door 9 705 want het laatste cijfer is een 5 12375 want het eindigt op een 25-voud
► door 3, als de som van de cijfers deelbaar is door 3 ► door 4, als het getal van de laatste 2 cijfers een 4-voud is ► door 9, als de som van de cijfers deelbaar is door 9 ► door 5, als het laatste cijfer een 0 of een 5 is ► door 25, als het eindigt op een 25-voud
Een voorbeeld: waarom zie je direct dat 876 deelbaar is door 12 ?
Intro 16. OP WEG naar WISKUNDE
deelbaarheidseigenschappen
bladz. 16
Een getal is deelbaar
Bijvoorbeeld:
► door 2, als het laatste cijfer even is
998 Want 8 is even 552 want 5+5+2 = 12 is deelbaar door 3 924 want 24 is een 4-voud 558 want 5+5+8 = 18 is deelbaar door 9 705 want het laatste cijfer is een 5 12375 want het eindigt op een 25-voud
► door 3, als de som van de cijfers deelbaar is door 3 ► door 4, als het getal van de laatste 2 cijfers een 4-voud is ► door 9, als de som van de cijfers deelbaar is door 9 ► door 5, als het laatste cijfer een 0 of een 5 is ► door 25, als het eindigt op een 25-voud
Een voorbeeld: waarom zie je direct dat 876 deelbaar is door 12 ? Antwoord: - De som van de cijfers is 8+7+6 = 21 is deelbaar door 3 - Het eindigt op een viervoud
Intro 16. OP WEG naar WISKUNDE
deelbaarheidseigenschappen
bladz. 16
Een getal is deelbaar
Bijvoorbeeld:
► door 2, als het laatste cijfer even is
998 Want 8 is even 552 want 5+5+2 = 12 is deelbaar door 3 924 want 24 is een 4-voud 558 want 5+5+8 = 18 is deelbaar door 9 705 want het laatste cijfer is een 5 12375 want het eindigt op een 25-voud
► door 3, als de som van de cijfers deelbaar is door 3 ► door 4, als het getal van de laatste 2 cijfers een 4-voud is ► door 9, als de som van de cijfers deelbaar is door 9 ► door 5, als het laatste cijfer een 0 of een 5 is ► door 25, als het eindigt op een 25-voud
Een voorbeeld: waarom zie je direct dat 876 deelbaar is door 12 ? Antwoord: - De som van de cijfers is 8+7+6 = 21 is deelbaar door 3 - Het eindigt op een viervoud Het getal 876 is deelbaar door 3 en door 4, dus ook door 12 ( = 3x4 )
Intro 16. OP WEG naar WISKUNDE
deelbaarheidseigenschappen
bladz. 16
Een getal is deelbaar
Bijvoorbeeld:
► door 2, als het laatste cijfer even is
998 Want 8 is even 552 want 5+5+2 = 12 is deelbaar door 3 924 want 24 is een 4-voud 558 want 5+5+8 = 18 is deelbaar door 9 705 want het laatste cijfer is een 5 12375 want het eindigt op een 25-voud
► door 3, als de som van de cijfers deelbaar is door 3 ► door 4, als het getal van de laatste 2 cijfers een 4-voud is ► door 9, als de som van de cijfers deelbaar is door 9 ► door 5, als het laatste cijfer een 0 of een 5 is ► door 25, als het eindigt op een 25-voud
Een voorbeeld: waarom zie je direct dat 876 deelbaar is door 12 ? Antwoord: - De som van de cijfers is 8+7+6 = 21 is deelbaar door 3 - Het eindigt op een viervoud Het getal 876 is deelbaar door 3 en door 4, dus ook door 12 ( = 3x4 )
Begin nu met som 16 t/m 23 op bl. 16
(antwoorden op bl. 103 en 104)
Som 24 is een onderzoek voor de echte liefhebbers. Je zou die thuis kunnen doen of eventueel overslaan. Ga in dat geval snel door naar de TOETS op bladz. 18.
Intro 19. OP WEG naar WISKUNDE
negatieve getallen
bladz. 19
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe je negatieve getallen moet optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Hieronder een paar voorbeelden. Het optellen en aftrekken van negatieve getallen: 7+–5=7–5=2 7–+5=7–5=2 5+–7=5–7=–2
Intro 19. OP WEG naar WISKUNDE
negatieve getallen
bladz. 19
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe je negatieve getallen moet optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Hieronder een paar voorbeelden. Het optellen en aftrekken van negatieve getallen: 7+–5=7–5=2 7–+5=7–5=2 5+–7=5–7=–2
+– = –+ = –
Intro 19. OP WEG naar WISKUNDE
negatieve getallen
bladz. 19
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe je negatieve getallen moet optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Hieronder een paar voorbeelden. Het optellen en aftrekken van negatieve getallen: 7+–5=7–5=2 7–+5=7–5=2 5+–7=5–7=–2 7 – – 5 = 7 + 5 = 12
+– = –+ = –
Intro 19. OP WEG naar WISKUNDE
negatieve getallen
bladz. 19
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe je negatieve getallen moet optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Hieronder een paar voorbeelden. Het optellen en aftrekken van negatieve getallen: 7+–5=7–5=2 7–+5=7–5=2 5+–7=5–7=–2
+– = –+ = –
7 – – 5 = 7 + 5 = 12
–– = +
Intro 19. OP WEG naar WISKUNDE
negatieve getallen
bladz. 19
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe je negatieve getallen moet optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Hieronder een paar voorbeelden. Het optellen en aftrekken van negatieve getallen: 7+–5=7–5=2 7–+5=7–5=2 5+–7=5–7=–2
+– = –+ = –
7 – – 5 = 7 + 5 = 12
–– = +
Het vermenigvuldigen van negatieve getallen:
7 x – 5 = – 35 – 7 x 5 = – 35 – 7 x – 5 = 35
Intro 19. OP WEG naar WISKUNDE
negatieve getallen
bladz. 19
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe je negatieve getallen moet optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Hieronder een paar voorbeelden. Het optellen en aftrekken van negatieve getallen: 7+–5=7–5=2 7–+5=7–5=2 5+–7=5–7=–2
+– = –+ = –
7 – – 5 = 7 + 5 = 12
–– = +
Het vermenigvuldigen van negatieve getallen:
7 x – 5 = – 35 – 7 x 5 = – 35 – 7 x – 5 = 35
+ keer – = – keer + = – – keer – = +
Intro 19. OP WEG naar WISKUNDE
negatieve getallen
bladz. 19
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe je negatieve getallen moet optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Hieronder een paar voorbeelden. Het optellen en aftrekken van negatieve getallen: 7+–5=7–5=2 7–+5=7–5=2 5+–7=5–7=–2
+– = –+ = –
7 – – 5 = 7 + 5 = 12
–– = +
Het vermenigvuldigen van negatieve getallen:
7 x – 5 = – 35 – 7 x 5 = – 35 – 7 x – 5 = 35
Begin nu met som 1 op bl. 19
+ keer – = – keer + = – – keer – = +
(antwoorden op bl. 107)
Intro 25. OP WEG naar WISKUNDE
VEREENVOUDIGEN
breuken vermenigvuldigen
10 2 5 2 15 3 5 3
bladz. 25
Intro 25. OP WEG naar WISKUNDE
breuken vermenigvuldigen
VEREENVOUDIGEN
10 2 5 2 15 3 5 3
BREUK x GETAL
4
2 8 9 9
2 8 4 9 9
bladz. 25
Intro 25. OP WEG naar WISKUNDE
breuken vermenigvuldigen
VEREENVOUDIGEN
10 2 5 2 15 3 5 3
BREUK x GETAL
4
BREUK x BREUK
2 4 8 3 5 15
2 8 9 9
2 8 4 9 9
bladz. 25
Intro 25. OP WEG naar WISKUNDE
breuken vermenigvuldigen
VEREENVOUDIGEN
10 2 5 2 15 3 5 3
BREUK x GETAL
4
BREUK x BREUK
2 4 8 3 5 15
Je kunt 4
2 8 9 9
2 8 9 9
ook schrijven als
2 8 4 9 9
4 2 8 1 9 9
bladz. 25
Intro 25. OP WEG naar WISKUNDE
breuken vermenigvuldigen
VEREENVOUDIGEN
10 2 5 2 15 3 5 3
BREUK x GETAL
4
BREUK x BREUK
2 4 8 3 5 15
Je kunt 4
2 8 9 9
2 8 9 9
ook schrijven als
bladz. 25
2 8 4 9 9
4 2 8 1 9 9
Begin nu met som 1 t/m 4 op bl. 25 en 26
(antwoorden op bl. 109)
Intro 26. OP WEG naar WISKUNDE
breuken delen en optellen
Delen door een breuk: vermenigvuldigen met de omgekeerde breuk
bladz. 26
Intro 26. OP WEG naar WISKUNDE
breuken delen en optellen
Delen door een breuk: vermenigvuldigen met de omgekeerde breuk:
7 3 7 5 35 : 8 5 8 3 24 omgekeerde
7 7 1 7 :5 8 8 5 40 omgekeerde
bladz. 26
Intro 26. OP WEG naar WISKUNDE
breuken delen en optellen
Delen door een breuk: vermenigvuldigen met de omgekeerde breuk:
7 3 7 5 35 : 8 5 8 3 24 omgekeerde
7 7 1 7 :5 8 8 5 40 omgekeerde
Gelijknamige breuken optellen/aftrekken, de tellers optellen/aftrekken:
bladz. 26
Intro 26. OP WEG naar WISKUNDE
breuken delen en optellen
bladz. 26
Delen door een breuk: vermenigvuldigen met de omgekeerde breuk:
7 3 7 5 35 : 8 5 8 3 24 omgekeerde
7 7 1 7 :5 8 8 5 40 omgekeerde
Gelijknamige breuken optellen/aftrekken, de tellers optellen/aftrekken:
5 2 52 7 9 9 9 9
5 2 52 3 9 9 9 9
1 ( ) 3
Intro 26. OP WEG naar WISKUNDE
breuken delen en optellen
bladz. 26
Delen door een breuk: vermenigvuldigen met de omgekeerde breuk:
7 3 7 5 35 : 8 5 8 3 24 omgekeerde
7 7 1 7 :5 8 8 5 40 omgekeerde
Gelijknamige breuken optellen/aftrekken, de tellers optellen/aftrekken:
5 2 52 7 9 9 9 9
5 2 52 3 9 9 9 9
1 ( ) 3
Ongelijknamige breuken optellen/aftrekken, maak eerst de noemers gelijk:
Intro 26. OP WEG naar WISKUNDE
breuken delen en optellen
bladz. 26
Delen door een breuk: vermenigvuldigen met de omgekeerde breuk:
7 3 7 5 35 : 8 5 8 3 24 omgekeerde
7 7 1 7 :5 8 8 5 40 omgekeerde
Gelijknamige breuken optellen/aftrekken, de tellers optellen/aftrekken:
5 2 52 7 9 9 9 9
5 2 52 3 9 9 9 9
1 ( ) 3
Ongelijknamige breuken optellen/aftrekken, maak eerst de noemers gelijk:
1 1 3 2 5 2 3 6 6 6
2 4 10 12 22 3 5 15 15 15
( 1
7 ) 15
Intro 26. OP WEG naar WISKUNDE
breuken delen en optellen
bladz. 26
Delen door een breuk: vermenigvuldigen met de omgekeerde breuk:
7 3 7 5 35 : 8 5 8 3 24 omgekeerde
7 7 1 7 :5 8 8 5 40 omgekeerde
Gelijknamige breuken optellen/aftrekken, de tellers optellen/aftrekken:
5 2 52 7 9 9 9 9
5 2 52 3 9 9 9 9
1 ( ) 3
Ongelijknamige breuken optellen/aftrekken, maak eerst de noemers gelijk:
1 1 3 2 5 2 3 6 6 6
Begin nu met som 5 op bl. 26
2 4 10 12 22 3 5 15 15 15
( 1
7 ) 15
(antwoorden op bl. 110 )
Intro 28. OP WEG naar WISKUNDE 8 / 1 2 3 \ 15 rest 3 8 --------
43 40 ---------
3
staartdeling
bladz. 28
8 / 123,000 \ 15,375 8 43 40 30 24 60 56 40 40 0
123 15,375 8
Intro 28. OP WEG naar WISKUNDE 8 / 1 2 3 \ 15 rest 3 8 --------
43 40 ---------
3 Repeterende breuk:
2 0,181818.... 11
11 / 2,0000 \0,181818 . . . 11 90 88 20 11 90 88
staartdeling
bladz. 28
8 / 123,000 \ 15,375 8 43 40 30 24 60 56 40 40 0
123 15,375 8
Ga nu naar som 14-16 en de toets op bl. 29
(antwoorden op bl. 112)
Intro 30. OP WEG naar WISKUNDE
Drie-tot-de-vierde
34
machten
betekent: 3 x 3 x 3 x 3 ( antwoord 9 x 9 = 81 ) 4 factoren 3
bladz. 30
Intro 30. OP WEG naar WISKUNDE
machten
Drie-tot-de-vierde
34
betekent: 3 x 3 x 3 x 3 ( antwoord 9 x 9 = 81 )
Vijf-tot-de-derde
53
betekent ?
bladz. 30
Intro 30. OP WEG naar WISKUNDE
machten
Drie-tot-de-vierde
34
betekent: 3 x 3 x 3 x 3 ( antwoord 9 x 9 = 81 )
Vijf-tot-de-derde
53
betekent: 5 x 5 x 5 (antwoord 25 x 5 = 125 )
bladz. 30
Intro 30. OP WEG naar WISKUNDE
machten
Drie-tot-de-vierde
34
betekent: 3 x 3 x 3 x 3 ( antwoord 9 x 9 = 81 )
Vijf-tot-de-derde
53
betekent: 5 x 5 x 5 (antwoord 25 x 5 = 125 )
Een kwadraat is een tweede-macht:
102 10 10 100
bladz. 30
Intro 30. OP WEG naar WISKUNDE
machten
bladz. 30
Drie-tot-de-vierde
34
betekent: 3 x 3 x 3 x 3 ( antwoord 9 x 9 = 81 )
Vijf-tot-de-derde
53
betekent: 5 x 5 x 5 (antwoord 25 x 5 = 125 )
Een kwadraat is een tweede-macht:
102 10 10 100
Worteltrekken is het omgekeerde van kwadrateren. Wortel 100 is 10:
100 10
Intro 30. OP WEG naar WISKUNDE
machten
bladz. 30
Drie-tot-de-vierde
34
betekent: 3 x 3 x 3 x 3 ( antwoord 9 x 9 = 81 )
Vijf-tot-de-derde
53
betekent: 5 x 5 x 5 (antwoord 25 x 5 = 125 )
Een kwadraat is een tweede-macht:
102 10 10 100
Worteltrekken is het omgekeerde van kwadrateren. Wortel 100 is 10:
36 ?
49 ?
81 ?
100 10
Intro 30. OP WEG naar WISKUNDE
machten
bladz. 30
Drie-tot-de-vierde
34
betekent: 3 x 3 x 3 x 3 ( antwoord 9 x 9 = 81 )
Vijf-tot-de-derde
53
betekent: 5 x 5 x 5 (antwoord 25 x 5 = 125 )
Een kwadraat is een tweede-macht:
102 10 10 100
Worteltrekken is het omgekeerde van kwadrateren. Wortel 100 is 10:
36 6
49 7
Ga naar som 1-7 op bl. 30 en 31
100 10
81 9
(antwoorden op bl. 114)
Intro 31. OP WEG naar WISKUNDE
machtregels
bladz. 31
Machtregel 1: een product met gelijke grondtallen, dan de exponenten optellen
32 x 35 = 37
want 3x3 x 3x3x3x3x3 = 3x3x3x3x3x3x3 (2)
Voorbeelden: 102 x 103 = ?
(5)
(7)
Intro 31. OP WEG naar WISKUNDE
machtregels
bladz. 31
Machtregel 1: een product met gelijke grondtallen, dan de exponenten optellen
32 x 35 = 37
want 3x3 x 3x3x3x3x3 = 3x3x3x3x3x3x3 (2)
(5)
Voorbeelden: 102 x 103 = 102+3 = 105
(7)
53 x 56 = ?
Intro 31. OP WEG naar WISKUNDE
machtregels
bladz. 31
Machtregel 1: een product met gelijke grondtallen, dan de exponenten optellen
32 x 35 = 37
want 3x3 x 3x3x3x3x3 = 3x3x3x3x3x3x3 (2)
(5)
Voorbeelden: 102 x 103 = 102+3 = 105
(7)
53 x 56 = 53+6 = 59
Intro 31. OP WEG naar WISKUNDE
machtregels
bladz. 31
Machtregel 1: een product met gelijke grondtallen, dan de exponenten optellen
32 x 35 = 37
want 3x3 x 3x3x3x3x3 = 3x3x3x3x3x3x3 (2)
(5)
Voorbeelden: 102 x 103 = 102+3 = 105
(7)
53 x 56 = 53+6 = 59
Machtregel 2: een product met gelijke exponenten, dan de grondtallen vermenigvuldigen
23 x 53 = 103 want 2x2x2 x 5x5x5 = 2x5 x 2x5 x 2x5 = 10 x 10 x 10 = 103 23
X
53 =
(2 x 5)3
Intro 31. OP WEG naar WISKUNDE
machtregels
bladz. 31
Machtregel 1: een product met gelijke grondtallen, dan de exponenten optellen
32 x 35 = 37
want 3x3 x 3x3x3x3x3 = 3x3x3x3x3x3x3 (2)
(5)
Voorbeelden: 102 x 103 = 102+3 = 105
(7)
53 x 56 = 53+6 = 59
Machtregel 2: een product met gelijke exponenten, dan de grondtallen vermenigvuldigen
23 x 53 = 103 want 2x2x2 x 5x5x5 = 2x5 x 2x5 x 2x5 = 10 x 10 x 10 = 103 23
X
53 =
(2 x 5)3
Voorbeelden: 32 x 42 =
Intro 31. OP WEG naar WISKUNDE
machtregels
bladz. 31
Machtregel 1: een product met gelijke grondtallen, dan de exponenten optellen
32 x 35 = 37
want 3x3 x 3x3x3x3x3 = 3x3x3x3x3x3x3 (2)
(5)
Voorbeelden: 102 x 103 = 102+3 = 105
(7)
53 x 56 = 53+6 = 59
Machtregel 2: een product met gelijke exponenten, dan de grondtallen vermenigvuldigen
23 x 53 = 103 want 2x2x2 x 5x5x5 = 2x5 x 2x5 x 2x5 = 10 x 10 x 10 = 103 23
X
53 =
(2 x 5)3
Voorbeelden: 32 x 42 = (3x4)2 = 122
73 x 43 =
Intro 31. OP WEG naar WISKUNDE
machtregels
bladz. 31
Machtregel 1: een product met gelijke grondtallen, dan de exponenten optellen
32 x 35 = 37
want 3x3 x 3x3x3x3x3 = 3x3x3x3x3x3x3 (2)
(5)
Voorbeelden: 102 x 103 = 102+3 = 105
(7)
53 x 56 = 53+6 = 59
Machtregel 2: een product met gelijke exponenten, dan de grondtallen vermenigvuldigen
23 x 53 = 103 want 2x2x2 x 5x5x5 = 2x5 x 2x5 x 2x5 = 10 x 10 x 10 = 103 23
X
53 =
(2 x 5)3
Voorbeelden: 32 x 42 = (3x4)2 = 122
Ga nu naar som 8-10 op bl. 31 en 32
73 x 43 = (7x4)3 = 283
(antwoorden op bl. 114)
Intro 32. OP WEG naar WISKUNDE Macht-tot-een-macht: Voorbeeld:
grote getallen
( 35 )4 = 35x4 = 320 want ( 35 )4 = 35 x 35 x 35 x 35 = 35+5+5+5 = 35x4
(45)2 = 45x2 = 410
Negatieve exponenten: 103 103 = 1000 102 = 100 101 = 10 Exp. 1 eraf Delen door 100 = 1 10–1 = 0,1 10–2 = 0,01 10–3 = 0,001
bladz. 32
4 keer zelfde factor
1 3
100 1
10
10
Ga naar som 11 en verder op bl. 32-34 (antwoorden op bl. 115-116) Dan is hoofdstuk 1 af en ga je verder met hoofdstuk 2 op bl. 37 . . .
Intro 37. OP WEG naar WISKUNDE
verhoudingen
bladz. 37
Voorbeeld van een auto die constant 80 km/u rijdt. T = tijd (in uren); A = afstand (in km). Als T drie keer zo groot wordt dan wordt ook A drie keer zo groot. Als A drie keer zo groot wordt dan wordt ook T drie keer zo groot. De verhouding A:T is constant; A en T zijn evenredig met elkaar. X3
T -> A ->
1 80
2 160
3 240
2,5 200
80
80
als T=2,5 dan is A=80x2,5=200
X3
A:T ->
80
Als de ene
5 2
80
keer zo groot wordt, wordt de andere ook
5 2
keer zo groot
Intro 37. OP WEG naar WISKUNDE
verhoudingen
bladz. 37
Een auto legt 200 km af. T = tijd (in uren); S= snelheid in km/uur Als de snelheid 4 keer zo groot is, duurt de rit 4 keer zo kort, dus: Als S vier keer zo groot wordt dan wordt T vier keer zo klein. Het product TxS is constant; S en T zijn omgekeerd evenredig. X4
S -> T ->
10 20
20 10
40 5
25 8
200
80
als S = 25 dan is T = 80 : 2,5 = 8
:4
A:T ->
200
Als de ene
5 2
200
keer zo groot wordt, wordt de andere
2 5
keer zo groot =
5 2
keer zo klein.
omgekeerde
Ga nu verder met som 1 op bl. 37
(antwoorden op bl. 114)
Intro 39. OP WEG naar WISKUNDE Som 7.
verhoudingen som 7 en 8
Een ploeg houthakkers kapt 60 bomen in 4 uur. Hoeveel tijd kost het kappen van 90 bomen?
bladz. 39
Intro 39. OP WEG naar WISKUNDE Som 7.
verhoudingen som 7 en 8
Een ploeg houthakkers kapt 60 bomen in 4 uur. Hoeveel tijd kost het kappen van 90 bomen? Dit is evenredig: 1,5 keer zoveel bomen kost 1,5 keer zoveel tijd, dus 6 uur. 2:3 Tabel: 60 90 4 6 2:3
bladz. 39
Intro 39. OP WEG naar WISKUNDE
verhoudingen som 7 en 8
Som 7.
Een ploeg houthakkers kapt 60 bomen in 4 uur. Hoeveel tijd kost het kappen van 90 bomen? Dit is evenredig: 1,5 keer zoveel bomen kost 1,5 keer zoveel tijd, dus 6 uur. 2:3 Tabel: 60 90 4 6 2:3
Som 8.
Als 3 stratenmakers een weg in 10 dagen bestraten, hoeveel hebben 5 stratenmakers daarvoor dan nodig?
bladz. 39
Intro 39. OP WEG naar WISKUNDE
verhoudingen som 7 en 8
bladz. 39
Som 7.
Een ploeg houthakkers kapt 60 bomen in 4 uur. Hoeveel tijd kost het kappen van 90 bomen? Dit is evenredig: 1,5 keer zoveel bomen kost 1,5 keer zoveel tijd, dus 6 uur. 2:3 Tabel: 60 90 4 6 2:3
Som 8.
Als 3 stratenmakers een weg in 10 dagen bestraten, hoeveel hebben 5 stratenmakers daarvoor dan nodig? Dit is omgekeerd evenredig: hoe meer stratenmakers, des te sneller gaat het. 5 3 3 keer zoveel stratenmakers gebruiken keer zoveel tijd, dus 10 6 dagen. 5 3 5 3:5
Tabel: 3 10
5 6 5:3
Ga verder op bl. 39
(antwoorden op bl. 118)
Intro 42. OP WEG naar WISKUNDE
rechtlijnige verbanden
bladz. 42
Hier staat de grafiek van het verband tussen de afstand A (in km) en de tijd T (in uren) van een auto die 60 km/uur rijdt. A en T zijn evenredig met elkaar. Er geldt:
A 60 of T
A 60 T A (afstand in km) 240
A 60 T
180 150
120
60
0 Oorsprong
1
2
2,5
3
T (tijd in uren)
4
Intro 42. OP WEG naar WISKUNDE
rechtlijnige verbanden
bladz. 42
Grafieken worden in de wiskunde vaak getekend met x op de horizontale as en y op de verticale as. De letter y spreek je uit als de ij in ijs. Gebruik een schrift met vierkantjes van 1 cm, als je zelf een grafiek moet tekenen:
y
5 4 3 2 1
Oorsprong
0
1
2
3
Ga verder op bl. 42 som 1 t/m 7
4
5
x
10
(antwoorden op bl. 121)
Intro 45. OP WEG naar WISKUNDE
rechtlijnige verbanden
bladz. 45
De grafiek van een evenredig verband is een rechte lijn door de oorsprong (0,0). De rode lijn hieronder is de grafiek van de formule y 0,5x of y 12 x De groene lijn hoort bij de formule y 3 12 x y 3 12 x
In een tabel: y
x→ 2 y = 0,5x → 1 y = 3+0,5x → 4
4 2 5
6 3 6
8 4 7
10 5 8
y 12 x
5 4
3 2 1 0
Ga door op bl. 45 som 8
1
2
3
4
5
8
x
10
(antwoorden op bl. 123)
Intro 48. OP WEG naar WISKUNDE
algebra
Algebra (letterrekenen) is het rekenen met letters. Een letter stelt een getal voor. Bij gelijke letters in een formule horen gelijke getallen. a + a + a + a = 4×a wordt afgekort tot 4a
bladz. 48
Intro 48. OP WEG naar WISKUNDE
algebra
Algebra (letterrekenen) is het rekenen met letters. Een letter stelt een getal voor. Bij gelijke letters in een formule horen gelijke getallen. a + a + a + a = 4×a wordt afgekort tot 4a 4a + 3a = 7a want a + a + a + a + a + a + a = 7a 4a 3a
bladz. 48
Intro 48. OP WEG naar WISKUNDE
algebra
Algebra (letterrekenen) is het rekenen met letters. Een letter stelt een getal voor. Bij gelijke letters in een formule horen gelijke getallen. a + a + a + a = 4×a wordt afgekort tot 4a 4a + 3a = 7a want a + a + a + a + a + a + a = 7a 4a 3a 3a + b + 3a + 4b = 3a + 3a + b + 4b = 6a + 5b
bladz. 48
Intro 48. OP WEG naar WISKUNDE
algebra
bladz. 48
Algebra (letterrekenen) is het rekenen met letters. Een letter stelt een getal voor. Bij gelijke letters in een formule horen gelijke getallen. a + a + a + a = 4×a wordt afgekort tot 4a 4a + 3a = 7a want a + a + a + a + a + a + a = 7a 4a 3a 3a + b + 3a + 4b = 3a + 3a + b + 4b = 6a + 5b Als a = 7 is en b = 2 dan is 6a + 5b = 6×7 + 5×2 = 42 + 10 = 52 7
Maak op bl. 48 som 1 en 2
2
(antwoorden op bl. 127)
Intro 49. OP WEG naar WISKUNDE
vergelijkingen
bladz. 49
3x + 19 = 40 is een vergelijking. Er staat een onbekende (x) in en een = teken. De vraag is, voor welke waarde van de onbekende Met een ketting kun je zien hoe het werkt.
x
×3
3x
+ 19
40
x
het antwoord klopt.
Intro 49. OP WEG naar WISKUNDE
vergelijkingen
bladz. 49
3x + 19 = 40 is een vergelijking. Er staat een onbekende (x) in en een = teken. De vraag is, voor welke waarde van de onbekende Met een ketting kun je zien hoe het werkt.
x
×3
3x
+ 19
x
het antwoord klopt.
40
Werk van achteren naar voren om de oplossing te vinden:
7
21
– 19
40
Intro 49. OP WEG naar WISKUNDE
vergelijkingen
bladz. 49
3x + 19 = 40 is een vergelijking. Er staat een onbekende (x) in en een = teken. De vraag is, voor welke waarde van de onbekende Met een ketting kun je zien hoe het werkt.
x
×3
3x
+ 19
x
het antwoord klopt.
40
Werk van achteren naar voren om de oplossing te vinden:
7
:3
21
– 19
40
Intro 49. OP WEG naar WISKUNDE
vergelijkingen
bladz. 49
3x + 19 = 40 is een vergelijking. Er staat een onbekende (x) in en een = teken. De vraag is, voor welke waarde van de onbekende Met een ketting kun je zien hoe het werkt.
x
×3
3x
+ 19
x
het antwoord klopt.
40
Werk van achteren naar voren om de oplossing te vinden:
7
In algebra taal:
:3
21
3x + 19 = 40
– 19
19
40
3x = 21
Ga verder met de sommen op bl. 49 t/m 53
De oplossing van de vergelijking
:3
x=7
(antwoorden op bl. 127)
Intro 57. OP WEG naar WISKUNDE
kwadratische verbanden
Let op de voorrangsregels bij kwadratische formules! Eerst kwadrateren dan vermenigvuldigen/delen en dan optellen/aftrekken
bladz. 57
Intro 57. OP WEG naar WISKUNDE
kwadratische verbanden
Let op de voorrangsregels bij kwadratische formules! Eerst kwadrateren dan vermenigvuldigen/delen en dan optellen/aftrekken Als je x = 3 invult in de formule
y = 1 + 4x2 komt er: 1 + 4×32 = 1 + 4×9 = 1+36 = 37
bladz. 57
Intro 57. OP WEG naar WISKUNDE
kwadratische verbanden
bladz. 57
Let op de voorrangsregels bij kwadratische formules! Eerst kwadrateren dan vermenigvuldigen/delen en dan optellen/aftrekken Als je x = 3 invult in de formule
y = 1 + 4x2 komt er: 1 + 4×32 = 1 + 4×9 = 1+36 = 37
Volgorde dus: x2 wordt 32 = 9 4x2 wordt 4×9 = 36 1 + 4x2 wordt 1 + 36 = 37
Ga naar bl. 57 som 10
(antwoorden op bl. 132)