Oud regime lijfrente Als u de mogelijkheden die u heeft bij een oud regime lijfrente vergelijkt met de mogelijkheden die u heeft bij een nieuwe regime lijfrente, dan zult u zien dat de oud regime lijfrente meer mogelijkheden biedt. Deze mogelijkheden gelden echter alleen als u tijdens de uitkeringsfase kiest voor een lijfrenteverzekering. Kiest u voor een bancaire lijfrente (banksparen) dan zijn alleen de mogelijkheden die het nieuwe regime biedt van toepassing. Op het moment dat een oud regime polis tot uitkering komt, heeft u de keuze uit de volgende mogelijkheden: uitkeren in contanten en direct afrekenen met de fiscus; aankopen van een direct ingaande lijfrente bij een verzekeraar; aankopen van een direct ingaande lijfrente bij een bank of beleggingsinstelling; doorschuiven van de begunstiging (schenken); uitstellen van de uitkering. Uitkeren in contanten en direct afrekenen met de fiscus U kunt er voor kiezen om het vrijgekomen bedrag op uw rekening te laten storten zodat u het direct ter beschikking heeft. De uitkering wordt dan door de fiscus beschouwd als een vorm van inkomen. Dit houdt in dat het hele bedrag in het uitkeringsjaar samen met alle andere inkomstenbronnen in BOX 1 valt en u te maken krijgt met het progressieve heffingspercentage (tot 52%). Het direct laten uitkeren kan bovendien gevolg hebben voor de belastingheffing in BOX 3. Mocht uw vermogen inclusief de (netto) lijfrente uitkering - boven de vrijstelling uitkomen, dan wordt er jaarlijks 1,2% vermogensrendementheffing geheven. Uitkering ineens kan dus fiscaal zeer ongunstig zijn. Voordeel van direct uitkeren is wel dat er geen kosten aan zijn verbonden. De overige mogelijkheden hebben allen gemeen dat er met het vrijkomende bedrag een nieuw financieel product aangekocht wordt. In deze producten zitten vaak behoorlijk wat kosten verwerkt. Als u het geld direct nodig heeft en er voor u weinig fiscaal nadeel aan het direct uitkeren zit, dan kan dit wel de juiste oplossing zijn. Direct uitkeren kan interessant zijn indien: het geld direct beschikbaar moet zijn en/of; indien het uitkeringsbedrag gering is en/of; indien er weinig of geen fiscaal voordeel is te halen door te kiezen voor de overige 3 opties en/of; indien er sprake is van een laag inkomen (lage belastingdruk) in het uitkeringsjaar ten opzichte van toekomstige jaren. Direct ingaande lijfrente aankopen bij een verzekeraar U kunt er voor kiezen om uw van uw lijfrenteverzekering een direct ingaande lijfrente aan te kopen bij een verzekeraar. Hierbij wordt het vrijkomende geld uit uw polis onbelast als koopsom gestort in de direct ingaande lijfrente verzekering. Uit deze direct ingaande lijfrente ontvangt u periodiek een uitkering. Deze periodieke uitkeringen worden door de fiscus beschouwd als inkomen en worden in BOX 1 belast.
Mocht uw inkomen in de jaren na het uitkeringsjaar laag zijn (bijv. indien u minder gaat werken of met pensioen gaat), dan is de kans groot dat uw lijfrente in een lagere belastingschaal valt dan wanneer u deze ineens had laten uitkeren. Netto houdt u dan dus meer over. De duur van de uitkeringsfase kunt u zelf bepalen, zolang u maar voldoet aan de zogenaamde 1% sterftekans. Dit houdt in dat de gekozen uitkeringsfase minimaal zo lang moet zijn dat er statistisch gezien een overlijdenskans van minimaal 1% aanwezig is. Aangezien de sterftekans toeneemt naarmate men ouder wordt, geldt dat de minimale uitkeringstermijn korter wordt naarmate men ouder is. Indien gewenst kunt u ook kiezen voor een levenslange uitkering. Bij een direct ingaande lijfrente dient u een keuze te maken wat er tijdens de looptijd van de lijfrente met het gestorte vermogen dient te gebeuren. Zo kunt u kiezen voor een lijfrente met een gegarandeerde uitkering, een beleggingslijfrente of een combinatie. Bij een gegarandeerde uitkering staat het rendement dat u zult behalen op uw vermogen vast en krijgt u een vast bedrag per maand. Bij een beleggingslijfrente ontvangt u een vast aantal beleggingseenheden per maand. Omdat de waarde van deze beleggingseenheden kan fluctueren, staat het uit te keren bedrag hier dus niet vast. Op het moment dat u een direct ingaande lijfrente afsluit, kunt u kiezen voor een verzekering op alleen uw leven of - indien u een partner heeft - voor een verzekering op 2 levens (tevens uw partner). Indien u kiest voor een verzekering op één leven, dan stopt de uitkering van lijfrentetermijnen zodra u overlijdt. Om te voorkomen dat uw partner daardoor fors in inkomen achteruitgaat gaat, wordt een lijfrente bij partners meestal op twee levens gesloten. In dat geval stopt de uitkering pas wanneer beiden overleden zijn. In de regel wordt gekozen voor 70 % overgang op de langstlevende partner. U kunt ook een ander overgangspercentage overeenkomen. Op het moment dat u voor 2 levens kiest, houdt dit wel in dat de maandelijkse uitkering wat lager zal worden. Wanneer u beiden tijdens de looptijd van het lijfrentecontract zou komen te overlijden, vervalt het overgebleven lijfrentekapitaal aan de door u gekozen verzekeringsmaatschappij. Indien u dit niet wenselijk acht (bijvoorbeeld indien u kinderen heeft), kunt u er voor kiezen om een contraverzekering af te sluiten. Met deze verzekering kunt u er voor zorgen dat uw kinderen (beoogde nabestaanden) het overgebleven kapitaal na het overlijden van beide verzekerden ontvangen. Houdt echter wel rekening met het feit dat een contraverzekering erg kostbaar kan zijn. Een direct ingaande lijfrente kan interessant zijn indien: u het geld wilt gebruiken als (aanvulling op) uw pensioen en/of; u voor uw pensioendatum wilt stoppen met werken en de uitkeringen als prepensioen wilt gebruiken en/of; er fiscaal voordeel te halen is ten opzichte van direct uitkeren. Hiervan is sprake als u in het uitkeringsjaar een hogere belastingdruk heeft (hoger inkomen) dan in de toekomstige jaren.
Direct ingaande lijfrente aankopen bij een bank of beleggingsinstelling U kunt er sinds 1 januari 2008 ook voor kiezen om uw de uitkering uit uw expirerende lijfrente te laten storten op een direct ingaande lijfrenterekening bij een bank of een beleggingsinstelling (Wet Banksparen). Hierbij wordt het vrijkomende geld uit uw polis onbelast als koopsom gestort bij een bank of beleggingsinstelling op een lijfrentespaarrekening (sparen) of een lijfrentebeleggingsrecht (beleggen). Net als bij de verzekeringsvariant, ontvangt u vervolgens uit deze direct ingaande bancaire lijfrenterekening periodiek een uitkering. In de basis zijn de regels rond een bancaire lijfrente vergelijkbaar met de regels rond een lijfrenteverzekering. Er is echter een aantal zeer belangrijke verschillen! Deze verschillen hebben wij op een andere pagina voor u overzichtelijk op een rij gezet. Schenken Let op: deze optie is alleen mogelijk indien u tijdens de uitkeringsfase kiest voor een lijfrenteverzekering. Deze optie wordt niet geboden binnen de bancaire lijfrente variant! Een expirerende lijfrenteverzekering wordt regelmatig gebruikt als schenkinginstrument richting kinderen (of kleinkinderen). Hierbij wordt de begunstiging bij een uitkering gewijzigd. Het wijzigen van de begunstigde kan alleen bij een oud regime polis. U kunt iedereen als nieuwe begunstigde aanwijzen. Vaak wordt gekozen voor de (klein)kinderen, maar het staat u vrij om ook anderen als begunstigde aan te wijzen. Bovendien kunt u bij iedere uitkering de begunstiging weer wijzigen. Bij een nieuw regime polis wordt het wijzigen van de begunstiging niet geaccepteerd. Indien bij expiratie de begunstiging gewijzigd wordt, wordt de periodieke uitkering gezien als een schenking van de oude begunstigde aan de nieuwe begunstigde. Over de uitkeringen zou de fiscus normaal gesproken schenkingsrecht heffen. Aangezien voor de nieuwe begunstigde de uitkeringen in BOX 1 vallen en er dus inkomstenbelasting verschuldigd is, zou er sprake zijn van dubbele belastingheffing. Omdat dit niet gebruikelijk is, geldt de “samenloopregeling”. Dit houdt in dat in deze situatie het schenkingsrecht vervalt. Vooral als uw (klein)kinderen weinig of geen inkomen hebben (bijv. studenten) en dus in een lager belastingtarief vallen dan u, kan deze wijze van schenken heel interessant zijn. Dit geldt overigens alleen als er sprake is van meerderjarige (klein)kinderen. Bij minderjarige kinderen vallen de uitkeringen namelijk fiscaal gezien alsnog bij de ouders. Let op: indien u besluit tot het wijzigen van de begunstigde ten gunste van uw kind(eren), dan dient u er voor te zorgen dat de kinderen de begunstiging niet bij de verzekeringmaatschappij aanvaarden. U dient de begunstiging tijdelijk te wijzigen, niet definitief. Op het moment dat u de begunstiging definitief wijzigt, kan er geen aanspraak gedaan worden op de samenloopregeling en komt het betalen van schenkingsrecht toch weer naar voren. Schenking kan interessant zijn indien: u het geld zelf niet nodig heeft en/of; u uw (klein)kinderen graag financieel zou willen helpen en/of; u een deel van de studiekosten van uw (klein)kinderen op deze wijze zou willen bekostigen en/of; uw (klein)kinderen in een lagere belastingschaal vallen dan u zelf.
Uitstellen van de uitkering Bovenstaande mogelijkheden zijn te beschouwen als echte einddoelen voor uw lijfrente. Op het moment dat uw lijfrente expireert, hoeft u echter niet direct een einddoel voor het geld te bepalen. U kunt er ook voor kiezen om deze keuze nog even uit te stellen door de expirerende lijfrente te verlengen. Vaak wordt hiervoor gekozen als de lijfrente expireert voor pensioendatum en het geld nog niet nodig is. Uitstellen tot na de pensioendatum kan dan fiscaal heel aantrekkelijk zijn aangezien na pensionering andere inkomstenbelasting tarieven gelden. Bovendien blijft het vermogen bij uitstellen in tact, zodat u over het hele vermogen nog een extra periode rendement kunt behalen. Hierdoor kan het uiteindelijke opgebouwde kapitaal veel hoger zijn. Uitstellen kan vaak binnen uw bestaande lijfrenteverzekering, maar het is ook altijd mogelijk om het kapitaal over te dragen aan een andere verzekeringsmaatschappij of - in het geval u de voorkeur geeft aan banksparen - bank/beleggingsinstelling. Overstappen kan interessant zijn als de nieuwe maatschappij u een beter aanbod doet dan uw huidige maatschappij. Indien u bij het verlengen van de polis wederom kiest voor een lijfrenteverzekering, blijft het fiscale oude regime van kracht. Wanneer de verlengde polis wederom expireert, heeft u dus weer dezelfde keuzemogelijkheden als op dit moment. Kiest u voor een bancaire lijfrente, dan vervallen de extra mogelijkheden die een oud regime polis biedt! Het is daarom vaak niet gunstig om bij het uitstellen van een oud regime polis over te stappen naar een bancaire lijfrente. Het uitstellen van een uitkering hoeft niet altijd te betekenen dat u een tijd lang niet aan uw geld kunt komen. Tegenwoordig worden door een aantal maatschappijen hele flexibele producten aangeboden. Hierbij kunt u tijdens de looptijd alsnog besluiten om (een deel van) de lijfrente uit te laten keren. Indien u in het verleden meerdere polissen heeft afgesloten, kan uitstellen nog een voordeel hebben. U zou er dan voor kunnen kiezen om voor alle polissen dezelfde (nieuwe) expiratiedatum aan te houden. U kunt dan uiteindelijk een direct ingaande lijfrente aankopen. Dit "stapelen" kan sterk kostenbesparend werken, aangezien verzekeraars per polis vaste kosten in rekening brengen. Het uitstellen van de uitkering kan interessant zijn indien: u het geld niet direct nodig heeft en/of; de gewenste pensioendatum nog niet is bereikt en/of; u nog niet weet wat u met het vermogen wilt gaan doen en/of; er sprake is van een hoog inkomen in het uitkeringsjaar ten opzichte van toekomstige jaren en/of; u verwacht dat u in de toekomst een beter aanbod kunt krijgen voor de uitkeringsperiode en/of; uw polis een beleggingspolis is waarop u in de komende tijd een goed rendement verwacht te kunnen maken en/of; u in het verleden meerdere polissen heeft afgesloten en u wenst dat alle polissen dezelfde expiratiedatum krijgen. U kunt dan de expirerende lijfrente samenvoegen door één direct ingaande lijfrente aan te kopen wat sterk kostenbesparend kan werken.
Nieuw regime lijfrente Voor nieuw regime lijfrentepolissen geldt een veel strakker fiscaal regime dan voor oud regime polissen. Zo is het niet toegestaan om het lijfrentekapitaal ineens uit te laten keren. Indien u daar toch toe zou besluiten, raakt u - dankzij de progressieve belastingheffing, boeterente en het feit dat de in het verleden afgetrokken premies dan bij uw inkomen worden opgeteld - tot meer dan 75% van de waarde van uw lijfrente kwijt. Ook is het niet toegestaan het lijfrentekapitaal middels het wijzigen van de begunstiging te schenken. In principe heeft u bij een nieuw regime polis de volgende keuzes: aankopen van een direct ingaande lijfrente bij een verzekeraar; aankopen van een direct ingaande lijfrente bij een bank of een beleggingsinstelling; uitstellen van de uitkering. Direct ingaande lijfrente aankopen bij een verzekeraar U kunt er voor kiezen om uw van uw lijfrenteverzekering een direct ingaande lijfrente aan te kopen bij een verzekeraar. Hierbij wordt het vrijkomende geld uit uw polis onbelast als koopsom gestort in de direct ingaande lijfrente. Uit deze direct ingaande lijfrente ontvangt u periodiek een uitkering. Deze periodieke uitkeringen worden gezien als inkomen en worden in BOX 1 belast. Als we kijken naar de uitkeringsduur van de lijfrente, dan dient u bij een expirerende nieuw regime te kiezen uit 1 van de volgende soorten lijfrenten: overbruggingslijfrente Een overbruggingslijfrente wordt gebruikt om vervroegd met pensioen te gaan. De ingangsdatum van de lijfrentetermijnen kunt u vrij bepalen. De lijfrentetermijnen dienen te eindigen op de datum van pensionering of uiterlijk bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd. Indien u kiest voor een overbruggingsuitkering, dan mag de totale uitkering over het jaar 2012 (net als in voorgaande jaren) maximaal EUR 63.288,- bedragen. Of te wel een lijfrente uitkering van maximaal EUR 5.274,- bruto per maand. Per 1 januari 2006 is de mogelijkheid om lijfrentepolissen te gebruiken voor een overbruggingslijfrente komen te vervallen. Alleen lijfrentepolissen die vóór 1 januari 2006 zijn gesloten, kunnen nog worden gebruikt voor een overbruggingslijfrente. Hierbij is de waarde van de lijfrentepolis per 31 december 2005 bepalend voor het bedrag waarvoor nog een overbruggingslijfrente kan worden afgesloten. tijdelijke oudedagslijfrente Een tijdelijke oudedagslijfrente wordt gebruikt als tijdelijk inkomen na pensionering. De tijdelijke oudedagslijfrente gaat in wanneer u uw pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt en kent een vaste einddatum. De ingangsdatum van de uitkeringsperiode mag niet later ingaan dan op 75-jarige leeftijd (70 als de lijfrente afgesloten is na 1 oktober 2001). De minimale duur van de tijdelijke lijfrente is vijf jaar. Indien u kiest voor een tijdelijke oudedagsuitkering mag de uitkering in 2012 maximaal EUR 20.953 bedragen (2011 EUR 20.602, deze wordt jaarlijks geïndexeerd). levenslange oudedagslijfrente De ingangsdatum van de lijfrentetermijnen is vrij en dient alleen te eindigen bij overlijden. De oudedagslijfrente mag niet later ingaan dan de 70-jarige leeftijd.
Bij een direct ingaande lijfrente dient u een keuze te maken wat er tijdens de looptijd van de lijfrente met het gestorte vermogen dient te gebeuren. Zo kunt u kiezen voor een lijfrente met een gegarandeerd rendement, een beleggingslijfrente of een combinatie. Bij een gegarandeerd rendement krijgt u een vast uitkeringsbedrag per maand. De hoogte van deze uitkering hangt onder andere af van de rentestand op het moment van afsluiten. Bij een beleggingslijfrente ontvangt u een vast aantal beleggingseenheden per maand. Omdat de waarde van deze beleggingseenheden kan fluctueren, staat het uit te keren bedrag hier dus niet vast. Op het moment dat u een direct ingaande lijfrente afsluit, kunt u kiezen voor een verzekering op alleen uw leven of voor een verzekering op 2 levens (tevens uw partner). Indien u kiest voor één leven, dan stopt de uitkering van lijfrentetermijnen zodra u overlijdt. Om te voorkomen dat uw partner daardoor fors in inkomen achteruitgaat gaat, wordt een lijfrente bij partners meestal op twee levens gesloten. In dat geval stopt de uitkering pas wanneer beiden overleden zijn. In de regel wordt gekozen voor 70 % overgang op de langstlevende partner. U kunt ook een ander overgangspercentage overeenkomen. Op het moment dat u voor 2 levens kiest, houdt dit wel in dat de maandelijkse uitkering wat lager zal worden. Wanneer u beiden tijdens de looptijd van het lijfrentecontract zou komen te overlijden, vervalt het overgebleven lijfrentekapitaal aan de door u gekozen verzekeringsmaatschappij. Indien u dit niet wenselijk acht (bijvoorbeeld indien u kinderen heeft), kunt u er voor kiezen om een contraverzekering af te sluiten. Met deze contraverzekering kunt u er voor zorgen dat uw kinderen (beoogde nabestaanden) het overgebleven kapitaal na het overlijden van beide verzekerden ontvangen. Houdt echter wel rekening met het feit dat een contraverzekering erg kostbaar kan zijn. Direct ingaande lijfrente aankopen bij een bank of beleggingsinstelling U kunt er sinds 1 januari 2008 ook voor kiezen om uw van de uitkering uit uw expirerende lijfrente een direct ingaande lijfrente aan te kopen bij een bank of een beleggingsinstelling (Wet Banksparen). Hierbij wordt het vrijkomende geld uit uw polis onbelast als koopsom gestort bij een bank of beleggingsinstelling op een lijfrentespaarrekening (sparen) of een lijfrentebeleggingsrecht (beleggen). Net als bij de verzekeringsvariant, ontvangt u vervolgens uit deze direct ingaande bancaire lijfrente periodiek een uitkering. In de basis zijn de regels rond een bancaire lijfrente vergelijkbaar met de regels rond een lijfrenteverzekering. Uitstellen van de uitkering bij een verzekeraar Een direct ingaande lijfrente is de beste optie als u het geld nu direct als aanvulling op uw inkomen wilt. Op het moment dat uw lijfrente expireert en u heeft het geld nog niet direct nodig, dan kunt u er ook voor kiezen om deze keuze nog even uit te stellen door de lijfrente te verlengen. Voordeel van uitstellen is dat het vermogen in tact blijft, zodat u over het hele vermogen nog een extra periode rendement kunt behalen. Hierdoor kan het uiteindelijke opgebouwde kapitaal veel hoger worden. Mocht u momenteel nog niet de pensioendatum bereikt hebben, dan kan uitstellen tot na de pensioendatum fiscaal soms ook heel aantrekkelijk zijn aangezien na pensionering andere inkomstenbelasting tarieven gelden (zie lijfrente en fiscaliteiten). Uitstellen is niet opbeperkt mogelijk. Zoals hierboven beschreven bij de direct ingaande lijfrente, gelden bij de verschillende soorten lijfrenten leeftijdsgrenzen. Deze dient u wel in de gaten te houden.
Indien u kiest voor het uitstellen van de uitkering, dan kunt u kiezen voor een lijfrenteverzekering of een bancaire lijfrente (zie de volgende paragraaf). Uitstellen kan vaak binnen uw bestaande lijfrenteproduct, maar het is ook altijd mogelijk om het kapitaal over te dragen aan een andere verzekeringsmaatschappij. Dit kan interessant zijn als die maatschappij u een beter aanbod doet dan uw huidige verzekeringsmaatschappij. Indien u in het verleden meerdere polissen heeft afgesloten, kan uitstellen nog een voordeel hebben. U zou er dan voor kunnen kiezen om voor alle polissen dezelfde (nieuwe) expiratiedatum aan te houden. U kunt dan uiteindelijk een direct ingaande lijfrenteverzekering aankopen. Dit "stapelen" kan sterk kostenbesparend werken, aangezien verzekeraars per polis vaste kosten in rekening brengen. Uitstellen van de uitkering bij een bank of beleggingsinstelling (banksparen) Indien u kiest voor het uitstellen van de uitkering - zoals hierboven beschreven - dan heeft u sinds 1 januari 2008 een extra keuze. Sinds die datum hebben verzekeraars geen monopolie meer in het aanbieden van lijfrenteproducten en kunt u er ook voor kiezen om het lijfrentekapitaal te laten storten op een geblokkeerde bankspaarrekening bij een bank of beleggingsinstelling (bancaire lijfrente).
Verschillen bancaire lijfrente en lijfrenteverzekering Op 1 januari 2008 is de Wet Banksparen ingevoerd. Waar tot die tijd verzekeraars het alleenrecht hadden om fiscaal gefaciliteerde (pensioen)producten aan bieden, zijn banken en beleggingsinstellingen nu ook op de markt toegelaten. Dit heeft grote consequenties voor de (expirerende) lijfrentemarkt. In de basis bestaan er veel overeenkomsten tussen de bancaire lijfrente en de lijfrenteverzekering. Er zijn echter ook verschillen. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste verschillen tussen de bancaire lijfrente en de lijfrenteverzekering. Lijfrenteverzekering
Bancaire lijfrente
Bij overlijden komt de overlijdensrisicodekking toe aan de begunstigden. Door de begunstigde te kiezen kan aan successieplanning worden gedaan.
Bij overlijden komt het saldo op de spaarof beleggingsrekening toe aan de erfgenamen. Successieplanning zal via het testament moeten gebeuren.
Bij een lijfrenteverzekering kan gekozen worden voor levenslange uitkering. Dat houdt in dat werkelijk tot het overlijden een uitkering ontvangen kan worden. Het langleven risico ligt dus bij de verzekeringsmaatschappij.
Bij de bancaire lijfrente is een levenslange uitkering niet mogelijk. Er dient altijd een einddatum bepaald te worden. Op het moment dat er geen saldo meer op de rekening staat, wordt er niet meer uitgekeerd. Het langleven risico ligt dus bij de klant.
Indien de verzekerde komt te overlijden en er is geen nabestaandenlijfrente bedongen (bijv. ten gunste van de langstlevende), Indien de verzekerde komt te overlijden dan eindigt de uitkering. Het kapitaal valt gaan de uitkeringen gewoon door. Die dan toe aan de verzekeringsmaatschappij. komen dan toe aan de erfgenamen. Om dit kapitaalverlies te voorkomen, dient een contraverzekering (bijv. voor de kinderen) worden afgesloten. De gekozen uitkeringsfase moet minimaal zo lang zijn dat er statistisch gezien een De minimale uitkeringsfase (looptijd) overlijdenskans van minimaal 1% aanwezig bedraagt 5 jaar. is (1% sterftekanscriterium). Mocht de verzekeringsnemer failliet gaan, Mocht de rekeninghouder failliet gaan, dan valt een lijfrenteverzekering in dan valt een bancaire lijfrente in principe principe buiten het faillissement. binnen een faillissement. Mocht de verzekeraar failliet gaan, dan geldt geen gegarandeerd vangnet. Bij een faillissement van de verzekeraar loopt de begunstigde dus de kans het lijfrentekapitaal kwijt te zijn.
Lijfrentespaarrekeningen vallen onder het depositogarantiestelsel (mits de bank, de rekening en de rekeninghouder onder de voorwaarden vallen). Het depositogarantiestelsel keert bij een faillissement van een bank maximaal € 100.000 uit per spaarder.
Bij de lijfrenteverzekering kunnen verschillende fiscale regimes van toepassing zijn (zie het onderdeel "fiscaliteiten").
Bij de bancaire lijfrente is altijd het nieuwe regime van toepassing zonder overbruggingslijfrente mogelijkheid