1
De spreeuwenstand gaat vanaf eind jaren zeventig achteruit. Over de periode 1984-2012 is de broedpopulatie in Nederland zelfs met gemiddeld 4% per jaar afgenomen. Daardoor resteert momenteel minder dan 40% van de populatie van medio jaren tachtig. In de laatste tien jaar is de negatieve trend wat afgezwakt, maar bedraagt nog steeds meer dan 2% per jaar. Op Europees niveau is de soort in de periode 1980-2011 met 52% afgenomen, en ten opzichte van 1990 met 6%.
2
De samenwerkende organisaties zijn Vogelbescherming Nederland, Sovon Vogelonderzoek Nederland en het Vogeltrekstation.
3
Veranderingskaarten (links) maakten de winst- en verliesrekening per soort inzichtelijk. Nieuw in deze atlas is de relatieve dichtheidskaart (rechts). Op dit kaarttype staat de kans weergegeven dat je een soort tijdens een bezoek van 1 uur aan een km-hok ook daadwerkelijk tegenkomt. Deze kans is afhankelijk van de dichtheid waarmee een soort voorkomt. Deze dichtheid kon worden bepaald omdat het veldwerk voor de Tweede Broedvogelatlas een nieuw element bevatte: het kilometerhokonderzoek van 1 uur waarin een 5 minuten durende punttelling werd uitgevoerd.
4
Deze trends komen uit het broedvogelmonitoringsproject (BMP) van Sovon.
5
Deze trendlijnen geven de veranderingen weer per gebiedstype. De afname in het agrarische gebied is later ingezet dan in het bos en in stedelijk gebied. Ook de recente reeks vanuit MUS (stadsvogelmeetnet) laat een lichte daling zien. Overall neemt de spreeuw tegenwoordig nog met 2% per jaar af.
6
De wintertrend is licht negatief, maar schommelt sterk. De PTT-tellingen worden altijd in de tweede helft van december gedaan. Het aantal slaapplaatsen dat geteld wordt is relatief laag, maar laat al wel een paar interessante dingen zien: de grootte per slaapplek varieert bijvoorbeeld flink.
7
8
9
10
11
Er zijn geen aanwijzingen voor afname van het broedsucces, maar het succes is lager dan in UK (4.2 vs. 3.4). De steekproef van de nestkasten is echter niet ideaal. Wat gebeurt er in natuurlijke nesten en wat is het succes in stedelijk gebied bijvoorbeeld?
12
13
14
15
16
Met andere woorden het Jaar van de Spreeuw moeten leiden tot meer kennis over de achteruitgang van deze soort. Deze kennis vormt de basis voor de bescherming van de soort. Tevens is het doel om het brede publiek te informeren over de achteruitgang en het draagvlak te vergroten door de onder andere de schoonheid van de Spreeuw voor het voetlicht te brengen.
Dit is erg ambitieus voor 1 jaar. Sommige van deze punten zullen dan ook pas in het jaar/de jaren na 2014 worden bereikt, als uitvloeisel van het Jaar van…
17
Het Jaar van de Spreeuw moet leiden tot meer kennis over het broedsucces van spreeuwen. Zijn de broedresultaten voldoende om de populatie in stand te houden? Zo niet, waar ligt dit dan aan? De resultaten vormen de basis voor het formuleren van concrete beschermingsmaatregelen
Slaapplaatsen: hoe maken spreeuwen gebruik van de ruimte in Nederland? Waar liggen de slaapplaatsen? Welke aantallen komen er voor? Wat zijn de fluctuaties in die aantallen? In welke habitats zijn de slaapplaatsen gelegen? Wat is de overleving? En wat is de reproductie en overleving van Spreeuwen in verschillende delen van Nederland? Het dispersie-onderzoek is nog onder voorbehoud
18
Door middel van camerakasten willen we extra info willen verzamelen over legbegin, uitvliegdata, broedsucces, verliesoorzaken en aandeel tweede legsels. Vivara en Vogelbescherming geven deze in bruikleen, onder bepaalde voorwaarden. Liefst vervangt de kast een reeds bestaande en in gebruik zijnde kast. De nestkasten moeten uiterlijk in februari op hun plek hangen. Beleef de Lente: Spreeuwenkasten in het Eemland en Amsterdam uitgebreid volgen, waarbij we hopelijk ook meer over prooikeuze en conditie van de nestjongen te weten komen. Hoewel één nestkast te weinig is voor goed onderbouwde uitspraken, is het wel een ingang om in ieder geval iets te weten te komen. Gegevens invoeren via Nestkaart Light. Daarnaast wordt ook papieren veldformulier ontwikkeld voor de webcamkasten, die mensen kunnen insturen. Nestkaart Light : een nieuwe, vereenvoudigde invoermodule waarmee mensen spreeuwennestgegevens kunnen doorgeven, ook los van de webcamkasten.
19
Om meer inzicht te krijgen in jongenpercentages en regionale verschillen daarin, organiseren we in de periode 1 mei-15 augustus tellingen van het aandeel juveniele vogels in groepen uitzwermende Spreeuwen (op dat moment nog goed als zodanig herkenbaar, maar om herkenning van juveniel te vergroten, komt er een duidelijke herkenningskaart (Sovon)). Dit is een arbeidsextensieve telling: een waarnemer telt zoveel groepen als hij of zij wil en geeft enkel de locatie, datum en aantal volwassen en jongen Spreeuwen door. Het is daarmee ook erg laagdrempelig. Tevens zorgen we voor een ‘Spreeuwenapp’ die de registratie van uitzwermende groepen vergemakkelijkt. Als een dergelijke telling in de toekomst wordt herhaald komen ook veranderingen in jongenpercentages aan het licht, en daarmee trends in broedsucces en jongenoverleving in de eerste periode na uitvliegen. Probleem hierbij is dat onvoldoende bekend is waar de betreffende jongen vandaan komen; al in de eerste periode na uitvliegen wijkt een onbekend deel van de jongen van lokale broedvogels uit naar het buitenland, terwijl vrij snel aanvulling plaatsvindt van vogels uit omliggende landen. Ook ringen van Spreeuwen kan op lange termijn meer zeggen over de populatiedynamiek. Het Jaar van de Spreeuw willen we daarom gebruiken om het ringen van deze soort te promoten.
20
Slaapplaatsen tot wel enkele honderdduizenden vogels, verspreid over heel Nederland:
Waar liggen ze, welke aantallen komen er voor, wat zijn de fluctuaties in die aantallen en in welke habitats zijn die slaapplaatsen gelegen? Daarom willen we tellingen organiseren van deze slaapplaatsen. Organisatie: minimaal twee tellingen voor (meer mag natuurlijk), in juli en oktober, als de aantallen op slaapplaatsen het grootst zijn als gevolg van nazomer- resp. trekconcentraties. We willen van de gelegenheid gebruik maken om enkele innovatieve telmethoden uit te testen (het tellen van grote groepen Spreeuwen is heel lastig), zoals het bepalen van aantallen aan de hand van foto’s in combinatie met speciale software met pixelherkenning. Gegevens kunnen worden doorgegeven via de invoermodule van Meetnet Slaapplaatsen die momenteel omwille van gebruiksvriendelijkheid wordt omgebouwd. Dit betekent dat er een toegankelijke invoermodule gereed is in het Jaar van de Spreeuw.
Innovatieve telmethoden uittesten, zoals het bepalen van aantallen aan de hand van foto’s in combinatie met speciale software met pixelherkenning. Gegevens doorgeven via de invoermodule van Meetnet Slaapplaatsen die momenteel omwille van gebruiksvriendelijkheid wordt omgebouwd. Kleurringen is een mogelijke manier om meer te weten te komen over waar Spreeuwen
21
vandaan komen en naar toe gaan. Het aflezen van ringen is echter zeer lastig, zeker voor breed publiek. Komend jaar wel gebruiken om het te proberen.
21
Afgezien van deze meer wetenschappelijke vragen, willen we natuurliefhebbers en ook het grote publiek graag laten zien hoe leuk, mooi en bijzonder spreeuwen eigenlijk zijn. Dat doen we door kennis te delen via verschillende media. Aan het eind van het jaar maken we een samenvatting van de kennis die we hebben vergaard. Naast een rapport waarin de kennis is verzameld, streven we naar artikelen die voor een breder publiek toegankelijk zijn. Via lezingen en excursies willen we het draagvlak voor deze prachtige vogels vergroten door mooie verhalen te delen. Daarbij denken we verder aan een online fotowedstrijd van spreeuwenwolken.
22
23
24