Op eigen houtje met bus, boot en trein door Thailand en Laos Alleen de vliegreis naar en van Bangkok is vastgelegd. Daartussen liggen de ca. 7 weken waarin we via Noord Thailand van noord naar zuid door Laos reizen. We zullen, van Hua Xiai tot en met de Si Phan Don, anders dan we eerst van plan waren het Laos-visum, dat 30 dagen geldig is, volledig opsouperen, omdat Laos ons zo bijzonder goed bevalt. Met twee rugzakken met daarin in totaal 22 kg aan bagage reizen we in het najaar van 2006, vlak na de regentijd en dat blijkt een erg goede keuze. In Bangkok en Kamphaeng Phet hebben we nog een bui van elk ca. een half uur en bij terugkomst in Bangkok worden we nog op een aardig tropisch buitje vergast, maar daartussen is het weer uitstekend en in Noord Thailand is het weer zelfs koel te noemen. Reden waarom we alleen daar ’s nacht zo nu en dan een laken over ons heen trekken.
De koning staat in Bangkok steeds prominent in beeld
Zicht op Wat Phra Kaew
Op Schiphol treffen we Nico en Els, oud-collega’s uit Bilthoven, die ik afgelopen vrijdag (de 13e) toevallig nog noemde omdat ze altijd op vrijdag de 13e uit eten gaan. Zij gaan ook naar Thailand, tja de wereld is maar klein hè. Zij gaan 3 weken door Thailand met een georganiseerde reis in een groep mensen bestaande uit ca. 30 personen. Zoals altijd gaan we op het vliegveld meteen de geldzaken regelen, maar tot onze verbazing kunnen we op het nieuwe vliegveld van Bangkok (Suvarnabhumi) geen geld uit de muur halen. De systemen pakken geen debetkaart met het “meastro-logo”. Dat is heel vervelend en het duurt even tot we door hebben dat we een kaart met het verkeerde logo aanbieden. Gelukkig wilde de ATM vervolgens wel de creditkaart met het “mastercartlogo”accepteren. Toch raar dat een ATM op zo een groot en internationaal vliegveld alleen debetkaarten met het “mastercartlogo”(en visa) accepteert. Maar we kunnen nu tenminste de bus naar de stad nemen.
Betty haar favoriete fruityoghurt
terras van New Joe
Betty werkt haar dagboek bij
We nemen het zelfde guesthouse als 5 jaar geleden, nl. New Joe (bath 300 = ca. € 6.50) vlak bij het backpackers gedoe van thanon Kaosan. Simpel en redelijk netjes, douche en toilet aan boord (met handdoeken) en het is redelijk geprijsd. Het prettige van New Joe is dat er een leuk en overdekt terras bij is waar je ook kunt eten én het guesthouse ligt heerlijk centraal.
’s Middags regelen we, via het guesthouse, meteen de visa voor Laos (1500 bath.- pp). Dat duurt twee dagen. Dus dinsdagavond hebben we ze in het bezit, als dat goed gaat tenminste.
zandzakken
en veerboot
opstapplaats voor de boot
De Thai hebben erge last van overstromingen en het water in de Chao Praya, de rivier die door Bangkok stroomt, staat erg hoog. Op bepaalde plaatsen langs de rivier staat men toch wel kniediep in het water en de stalletjes direct bij de rivier hebben al hun verkoopwaar omhoog gezet. Bangkok zelf is wel droog, maar de Chao Praya is, ondanks de zandzakken, hier en daar toch wel buiten de oevers getreden. Wij hebben er echter geen last van. Het is 30°C en vochtig warm. Dinsdag, 17 oktober 19.15 uur. We vermaken ons hier best. Gisteren met de boot de Chao Praya opgeweest, mooi tochtje en erg hoog water. Vele walkanten zijn verhoogd met zandzakken en op veel plaatsten zie je grote pompen hun werk doen. Erg laag gelegen huizen aan de rivier staan in zeker één meter water. Vandaag, dinsdag, lekker genikst. Dat wil zeggen we hebben nog wel de heel mooie tempel Wat Arun aan de andere oever van de Chao Praya bezocht. We kenden het al van ons vorig bezoek, maar wilden nog graag weer eens genieten.
de pracht van Wat Arun en het zicht op oostelijk Bangkok
Het is in Bangkok als of je een warme vochtige deken omgelegd krijgt. Wel lekker als je je maar niet te druk maakt. De visa voor Laos zijn mooi op tijd binnengekomen, dus is er niets dat maakt dat we nog in Bangkok moeten blijven. Morgen, woensdag, gaan we door naar Kamphaeng Phet, dat is een uur of zes met de bus. Hier hopen we het wel wat koeler te hebben. Het is een stad met een versterking uit ca. 1500 dat is opgenomen in de lijst van UNESCO World Hertage Sites. We zullen hier een paar dagen blijven en willen vervolgens via Lampang (daar vlak bij schijnt een erg mooi tempelcomplex te zijn) naar Chiang Rai, waar Tino ons zal oppikken. Straks nog even inkopen doen voor een knabbeltje in de bus. We weten niet hoe dik de internetcafés zijn gezaaid in Kamphaeng Phet en Lampang. Deze twee steden zijn een beetje off the toeristische road. Wanneer we weer een levensteken geven is dus niet aan te geven. Woensdagmorgen om ca. 7.30 uur gaan we naar de halte van lijn 3 (Thanon Phra Athit) en zijn om ongeveer negen uur op Bangkok’s noordelijk busstation. De bus vertrekt om 10.00 uur en om ongeveer 15.30 uur zijn we in Kamphaeng Phet. Het gaat prima, het ongeorganiseerd reizen, maar het is elke vakantie altijd weer even wennen en op gang komen. Het is in Kamphaeng Phet echt heel warm, vochtig warm, 's avond om 8 uur, is het nog 31°C.
we zitten boven en voorin
zonsondergang en
ontbijt bij de Mae Nam Ping
We zijn met een super de luxe bus (dubbeldekker en bath 300 pp) van Bangkok naar Kamphaeng Phet gereden. Eten onderweg inbegrepen. Noordelijk van Bangkok staat heel, heel veel land onder water. Dat is op het ogenblik een groot probleem in Thailand. Soms staan de huizen tot aan de dakrand in het water. Trieste boel. Men laat het land dat noordelijk van Bangkok is gelegen bewust onder water lopen om Bangkok te ontzien, Het busstation ligt enkele kilometers buiten de stad, maar de stad is met een Sawngthaew heel gemakkelijk te bereiken. Al snel hebben we een prima hotel (Cor Choke Chai; bath 260) midden in de stad, redelijk geprijsd en dicht bij de rivier de Mae Nam Ping waar je 's avonds heerlijk aan de rivier kunt zitten met in de rug de drukke nightmarket. We hebben ook snel een heel aardig eettentje gevonden, dat ons “stam”-eettentje wordt. Het eten is erg spicy maar lekker. De volgende dag gaan we naar het Three J Guesthouse. We weten dat men er fietsen verhuurd. Na veel zoeken en zweten worden we erg hartelijk verwelkomt en uiteraard moeten we ook de kamers (een soort van bungalows in een tuin gelegen) even bekijken. Dat ziet er erg goed uit en er is een prima, door ons altijd zo erg belangrijk gevonden, sitting area cq ontmoetingsruimte. Tevens is er een Internetaansluiting. We spreken dus meteen maar af dat we de volgende nachten bij hun zullen gaan doorbrengen.
Three Joe Guesthouse
Historical Park
Wat Phra That
Wat Chang Rawp
Kamphaeng Phet is bekend om zijn Historical Park (UNESCO World Heritage Site). Dit park is enigszins vergelijkbaar met Sukhothai. Wel minder indrukwekkend, maar het bijzondere van Kamphaeng Phet is, dat veel tempels zijn gelegen in een ommuurde vesting. Omdat het park-oppervlak tamelijk groot is is de fiets het vervoermiddel bij uitstek. Je kunt dan heerlijk in je eigen tempo, niet onbewust opgejaagd door een begeleidende gids, het park en de Wats (tempels) verkennen. De tempels zijn gelegen binnen een oude ommuurde stad en verderop in een bosgebied. Heel apart, heel erg de moeite waard, maar ook heel warm. Vrijdagmorgen om klokslag acht uur haalt de eigenaar van het Three J Guesthouse ons op van het hotel en we kunnen vervolgens aanschuiven aan een prima ontbijt. Voordien bestond ons ontbijt uit lekkere broodjes die bij de bakker om de hoek werden gekocht en yoghurt van 7 Eleven, dat werd genuttigd aan de oever van de Mae Nam Ping. Vandaag gaan we, op aanraden van onze gastheer, een tocht maken naar het National Park “Klong Lan” (65 km van KP). Een tocht met een Sawngthaew (dat is een de overdekte bak van een pick up met zitbanken in de lengterichting). We gaan samen met nog een guesthouse-gast , Philip. Na ca 1 ½ uur en weer een Sawngthaew voor de laatste 5 km komen we in een heel mooi Klong Lan aan en bij een erg mooie wel 50 meter hoge bruisende, stuivende en spattende waterval. Helaas is er totaal geen mogelijkheid om ergens anders te zitten dan op ongemakkelijke natte stenen. Natuurlijk gaan Philip en ik het water in ondanks dat het niet direct daartoe uitnodigt. Maar je maakt niet voor niets een tocht van ca. 65 km naar een waterval om er vervolgens alleen maar naar te kijken. Alles bij elkaar valt het een beetje tegen en na twee uren hebben we het dan ook wel gezien.
Om ca. 16.30, na een fikse regenbui onderweg, zijn we weer terug in ons guesthouse waar we 's avond phat thai eten. Moeders had van de markt genoeg meegenomen en er is genoeg voor ons. We hebben weer lekker gegeten. Vandaag, zaterdag 21 oktober, hebben we na het ontbijt eindelijk Tino aan de telefoon. Hij haalt ons maandag op uit Chiang Rai. Wij gaan daar morgen, zondag, heen.
Nationaal Park Klong Lan
en
relaxen in het buitenhuis grenzend aan het Klong Lan National Park
Vandaag gaan we met onze gastheer naar zijn buitenhuis gelegen tegen het eerder genoemde National Park, “Klong Lan”, aan. Onderweg koopt hij een paar zwart geblakerde bamboekokers met daarin gare zoete, in kokosmelk, gekookte rijst met pinda's. Eerst denk je, ja, ja. Maar het is echt een goede en lekkere lunch. We zullen dat vaker gaan kopen. Zijn huis is heel mooi gelegen op een heuvel aan een meer en midden in een prachtige tuin en boomgaard met o.a. lamjij (soort lychees), bananenbomen en verder heel veel bloemen. Alles komt nu in bloei. November is de bloeimaand in Thailand. Hij heeft daar een zestal bungalows, je kunt er kamperen en er is een soort van gezamenlijk onderkomen. Zijn huis heeft drie verdiepingen waarin verschillend kamers die ook worden verhuurd. Hij probeert het een beetje te promoten, maar is ook erg trots op zijn stulpje. Het toilet in het grote huis alleen al is heel bijzonder. Je zit op de 2e verdieping voor een raam van 1,5 bij 1,5 meter en kijkt uit over de tuin, vallei en het meer. De vrouw van de huisbewaarder heeft ondertussen voor ons drieën gekookt. Vis en nog wat; maar het is prima voor elkaar. Een heerlijke dag van lekker luieren en lezen en Betty struikelt nog haast over een gekko. Om zes uur in het donker gaan we weer richting Kamphaeng Phet Zondag gaan we richting Chiang Rai. We hebben besloten om Lampang toch maar over te slaan, omdat we niet te veel tijd in Thailand willen doorbrengen. Het doel is tenslotte Laos. Maar zoals vaak in ons soort van vakantiehouden loopt het een beetje anders. Op het busstation in Kamphaeng Phet staat om 9.00 uur keurig een A/C –VIP bus voor ons klaar, maar later blijkt ons dat de bus via Lampang naar Chiang Mai gaat en niet naar Chiang Rai. Er stond inderdaad “Chiang Mai” voorop de bus, maar we hebben een kaartje naar Chiang Rai gekocht en ons is verteld (voor zo ver we het begrepen) dat deze bus ons daar zal heenbrengen. Later snappen we dat we een kaartje tot slechts Lampang hebben gekocht (bath 180 pp). Men heeft vast wel genoemd dat we moeten overstappen, maar dat is door ons niet opgepikt. We moeten dus overstappen.En ja op een bus die mud en mud vol is en zonder A/C. Alle zitplaatsen zijn bezet inclusief driekwart van het gangpad. Betty heeft er geen zin in om 4 à 5 uur te hangen en te staan in een bloed hete bus. Dus……..... besluiten we om (toch) in Lampang te blijven.
Riverside Guesthouse
Nightmarket
Een Sawngthaew brengt ons om 13.00 uur naar het door ons gewenste en in de Lonely Planet uitgezochte guesthouse (Riverside Guesthouse; bath 400). De naam zegt het al, aan de rivier. Het is een geheel uit teakhout opgetrokken, heel mooi en goed verzorgt guesthouse. Kamer met balkon en uitzicht over de Mae Nam Wang en een prima terras beneden aan het water. Prima guesthouse en lekker tegen het centrum aan.
Na een verfrissende douche (tot nu hadden geen van de douches warm water) en aansluitende siësta gaan we aan het eind van de middag de stad verkennen. Maar dat houden we, het is zondag en wel heel erg rustig, snel voor gezien. We gaan nog wel op zoek naar de opstapplaats van de Sawngthaew die ons morgenvroeg naar Wat Phra That Lampang Luang moet brengen en die volgens de Lonely Planet in de Thanon Rawp Wiang moet zijn. We doen wel vaker wat voorwerk zodat we de volgende dag niet te veel tijd met zoeken kwijt zijn en wellicht net een mooie aansluiting missen. We kunnen echter niets herkenbaars vinden en vragen ons af of de Lonely Planet het wel bij het goede eind heeft. ’s Avonds is er bij ons om de hoek een gezellige en levendige nightmarket waar we nog een uurtje of zo doodslaan. We eten vaak in kleine, gezellige restaurantjes waar je echt lekker kunt eten. Gebakken rijst of kleef rijst met varkensvlees, kip of (lekkere en grote) garnalen. De volgende dag vroeg op en gauw de Thanon Rawp Wiang opgezocht. Dit is ca. 10 minuten lopen van ons guesthouse. En dan blijkt dat we ons weer eens voor niets ongerust hebt gemaakt. In de betreffende thanon is het nu wel een drukte van belang en de Sawngthaews richting de goede richting rijden af en aan. We steken onze hand op zitten even later in een Sawngthaew naar de beroemde Wat Phra That Lampang Luang, een kilometer of 20 buiten de stad. Dat loopt allemaal erg vlot en om 9.00 uur zijn we ter plaatse. We stappen op in de straat en de plek die in de Lonely Planet wordt genoemd (halverwege de Thanon Rawp Wiang) en hebben het geluk een Sawngthaew te treffen die op de markt vlak voor de Wat goederen moet afleveren. Dat scheelt ons overstappen in een dorp ca. 4 km er voor.
Sawngthaew
Wat Phra That Lampang Luang
Wat Phra That Lampang Luang is een prachtige ommuurde Wat van (teak)hout. Nadat de zaak daar grondig is verkend gaan we om ca. 11.00 uur en na vier koffie weer richting Lampang. Daar maken we na de broodnodige douche en siësta in de namiddag nog een ommetje langs de rivier. Van twaalf tot vier uur kun je nl. in verband met de warmte eigenlijk niet buiten zijn. De temperatuur is hier wel iets lager dan in Bangkok, maar overdag is het toch altijd nog 32°C en 's avonds ca. 25°. 's Nachts koelt het wel af tot 22°C. Koud hoor!! In Lampang nemen we dinsdags de bus naar Chiang Rai (bath 110 pp). Om acht uur vertrekt de bus (fan i.p.v. A/C) en om 13.00 uur zijn we in Chiang Rai waar Tino ons al op staat te wachten. Na een kop koffie gaan we richting Chiang Kham, waar Tino woont. Het komt weer tot die heerlijke ouderwetse discussies over allerlei zaken en wereldverbeterende ideeën, we maken diverse tochten in de omgeving en gaan elke dag gezellig (sanuk) uit eten. We bezoeken ook vrienden van Tino die als hobby hebben om huizen te bouwen. Ze zijn ondertussen aan hun 5e en erg mooie huis begonnen. Joop ziet het als een mooie tijdpassering en belegging (denk ik).
onze lunch: koeitiow
jungle
de pick up van Tino
Betty, Tino, Joop en Kampaeng
Vandaag, vrijdag 27 oktober, gaan we met zijn drieën met de pick up naar de grens (Chiang Khong) om vervolgens de Laotiaanse grens over te steken. De auto blijft aan de Thaise kant staan.
Half zes op en acht uur aan de grens. Na de normale procedure (passen e.d.) steken we met een smal bootje de Mekong over naar Hua Xiai in Laos. Je komt dan toch echt in een heel andere wereld. Laos is duidelijk armer. Na weer de nodige passenperikelen wisselen we $100.-. Honderd dollar tegen 980000 Kip in biljetten van 5000 Kip. Nou, dat is een hele tas vol. We zijn haast miljonair. Volgens de Lonely Planet moet je op tijd de grens over gaan omdat de boten richting Luang Prabang om 9 uur of zelfs eerder vertrekken. Om elf uur zal de onze, en die dag enige, boot vertrekken. Het wordt twaalf uur en omdat er toch meer passagiers zijn dan aanvankelijk is verwacht wordt er na veel vijven en zessen een tweede boot ingezet. Je zit met zo' n veertig man in een erg lange smalle overdekte boot. Met aan beide kanten bankjes met, gelukkig, kussentjes er op. Daar was ons door ervaren Laos-gangers expliciet opgewezen: “zorg voor een kussen want twee dagen zitten op houten banken valt erg tegen”. En inderdaad kwamen (westerse) passagiers beladen met kussens in de boot. Maar goed dat wij geen kussens hebben geregeld want het zijn ondingen om verder op de reis mee te nemen.
oversteek nar Laos
bepakt en bezakt
busboot naar Luang Prabang en halsbrekende toeren?
De tocht over de erg brede rivier de Mekong naar Luang Prabang (bath 800 pp) is erg mooi en ontspannen. De bevolking van onze boot bestaat voor tweederde uit toeristen en verder uit plaatselijke bevolking. Wij zitten tussen de laatste en Tino zoekt al snel contact om de taal te oefenen. Thais en Laotiaans lijken veel op elkaar. Onderweg zien we nog een groot hert en een buffel, beide dood, langs drijven, maar verder is het erg levendig langs de rivier. We passeren veel dorpjes en ons passeren toch ook aardig wat boten. Tegen 17.30 uur, als het al donker begint te worden, zijn we in Pak Beng (5 ½ uur varen) en hier overnachten we. De landing is een verhaal op zich. We moeten halsbrekende toeren uithalen om een erg steile modderige ca. 20 meter lange en hoge helling te beklimmen om enigszins horizontale grond te bereiken Maar er zijn gelukkig genoeg hulpvaardige handen in de buurt. We zijn zo stom geweest om in Hua Xiai al een kamer (Bounmy Guest House; bath 350) te bespreken. De kamers zien er op de foto goed uit en de prijs is redelijk. We bespreken eigenlijk nooit een kamer vooruit omdat we daar geen goede ervaring mee hebben en we krijgen weer eens het gelijk voor die beleidslijn. De praktijk is dat we een zeer, zeer matige kamer hebben. Van twee klamboes maken we éen, wat inhoud dat we vannacht een éénpersoonsbed delen. Er wordt gewaarschuwd dat er geen warm water mag worden gebruikt omdat anders de stroom uitvalt. Dat gebeurt dus prompt en we staan in het pikkedonker omdat onze overbuurman zonodig met zijn mooie vriendin onder de warme douche wil. De douche mag de naam “douche” eigenlijk ook niet hebben. Maar we hebben een hotel aan de Mekong met een heel mooi uitzicht op de Mekong. Wel is het jammer dat het donker is. Na een lekker maal (Laap; het nationale gerecht) drinken we nog wat en zoeken voor half tien het bed op. Om half tien gaat het licht uit (wordt het aggregaat uitgezet) en is het overal pikkedonker. We slapen, ondanks het ruimteprobleem (tegelijk omkeren) heel behoorlijk en na een goed ontbijtje van warm stokbrood, en nu daadwerkelijk uitkijkend over en zittend en genietend aan de Mekong, gaan we de boot weer opzoeken.
o on
diner en ontbijt in Pak Beng
vrachtvervoer is handwerk
de Mekong
verkopers van vogeltjes etc.
De boot vertrekt om 9.30 in plaats van 8.30 uur. We moeten weer wachten op de Japanners en op een stel Tsjechen die met een Laotiaan onderhandelen over de prijs van een snelle boot die hun in no time naar Luang Prabang moet brengen. Zonde eigenlijk om zo een mooie tocht in een korte tijd te willen afleggen in een stuiterende lawaaiboot. Maar ieder zijn meug. Men wordt het uiteindelijk toch niet eens over de prijs en dus kunnen we vertrekken. Deze tocht is mooier dan die van de vorige dag. De Mekong wordt nu smaller (van honderden meters naar ca. 150 meter) en woester en wringt zich tussen de van jungle voorziene bergen door. Langs de oever liggen allerlei dorpjes waar we zo nu en dan aanleggen als er iemand mee moet of uit moet of als er iets moet worden ingeladen of uitgeladen. Een heel erg mooie tocht en heel erg de moeite waard. Tegen 17.00 uur leggen we aan in Luang Prabang waar we weer een prima guesthouse vinden (Jaliya Guest House; 60.000 Kip = ca. € 6) waar de kamers zijn gelegen in een mooie tuin.
Jaliya Guest House
De nightmarket
Tino legt de fresco’s uit
Mekong en koninklijk paleis
's Avonds hebben we de stad nog even verkend. En natuurlijk eten we weer erg lekker op een terrasje, je raadt het al, aan de Mekong. Het is heel erg jammer dat Luang Prabang op pas een derde (in de tijd gezien) van onze reis ligt. We zouden anders vast meer op de drukke en zeer goed voorziene nightmarket hebben gekocht. Maar kwetsbare en volumineuze zaken zijn, door onze wijze van reizen, helaas niet mee te nemen. Jammer, jammer. Nu kopen we een mooi geweven kleedje dat gemakkelijk in de rugzak kan. Wat je daar niet al kunt kopen. Het is maar goed dat de dochters hier niet lopen, want die hadden van gekkigheid niet geweten wat te kiezen en wat te kopen.. We hebben heerlijk geslapen en gaan vanmorgen (zondagmorgen) Luang Prabang in. We gaan vroeg, want als de zon er door is, dan is het heet hoor. Als de zon tegen elven doorbreekt, hebben we gedaan en gezien wat we voor ogen hadden. Luang Prabang is een heel mooie stad en is o.i. terecht geplaatst op de lijst met Unesco World Heritage Sites. We hebben het hier erg naar de zin en we luieren lekker aan de rivier. We denken dat we de hele tijd die het visum ons toestaat (30 dagen) in Laos blijven, want het is zo een heerlijk land en er is zoveel moois te zien. Maandag 30 oktober. We huren, samen met Tino, fietsen (10.000 Kip/fiets) en gaan naar een Lu-dorpje zo’n 7 km buiten Luang Prabang. De Lu is een volk van wevers en behoort tot het volk waar de vrouw van Tino ook toe behoort. In dit dorp wordt echter een ander dialect gesproken en Tino kan zich dus niet uitleven. Omdat Tino met zijn Thais zo gemakkelijk contact legt krijgen we wel een demonstratie van de Lu-weefkust van een Laotiaanse schone. Het ziet er allemaal heel erg ingewikkeld uit met al die stokjes waaraan draden zitten die, om het goede patroon te krijgen, op een voor alleen de weefster herkenbare moment, door de inslagdraden worden gestoken.
Ban Pha Nom
zeer ingewikkelde patronen mais
vriendelijke hulp
graf van Henri Mouhot
Het is een landschappelijk erg mooie weg om te fietsen. Dirty road en heuvel op en heuvel af en warm en stoffig. Onderweg is de fiets nog gerepareerd door een paar mannen die een huis aan het bouwen zijn. Er zit te veel speling op de achteras en afdalen is daarom een beetje gevaarlijk. Ik vraag om een steek- of ringsleutel met de goede maat. Het resultaat is dat ik alleen maar behoef toe te kijken. Zij repareren de zaak vakkundig en na uitgebreid bedanken gaat het weer verder. We gaan naar het graf van Henri Mouhot, de herontdekker van Ankor Wat in Cambodja en nuttigen de lunch (koeitiow = noodlesoep; 15000 Kip pp) bij een simpel Laotiaans eettentje. De maaltijdsoep wordt klaargemaakt waar je bij staat en je kunt zelf de ingrediënten aanwijzen. Wij zijn niet dol op en dan bedoel ik ook beslist wij houden niet van een bepaalde Thaise groente die men altijd door allerlei gerechten doet en zeker in de koeitiow. Het is heel mooi dat we dat nu kunnen voorkomen.
lunch van koeitiow
onderweg naar Vang Vieng
pech
en
plasstop
Vanavond hebben we weer lekker gegeten aan de Mekong en we kletsen wat af . Tino kan ons zo erg veel vertellen over dit deel van Azië. Heel sanuk. Dinsdag staan we om zes uur op, pakken de rugzakken in en zijn klaar voor de volgende etappe. Na het gezamenlijke ontbijt neemt Tino de boot terug (= 2 dagen) en wij gaan met de bus naar Vang Vieng 30.000 Kip pp). Een tocht van 175 km en slechts 7 ½ uur rijden. Een prachtige tocht. We gaan ca. 5 bergkammen over en klimmen verschillende keren tot ca. 1400 meter. De weg is een bocht al bocht. Er is, op de laatste 30 km na, geen 20 meter rechte weg. Ik heb totaal geen last van busziekte, dus het advies van Renate onze onvolprezen huisarts is prima geweest en ik behoef niet meer aan de Belgische zeeziektepillen om reisziekte te voorkomen. Dit is een heel geruststellende gedachte, want die Belgische zeeziekte pillen mogen niet meer worden gemaakt omdat er stoffen in zitten die in de ban zijn gedaan en ik had hoogstens nog genoeg voor deze vakantie. De bochtige weg maakt dat menige (andere) maag in opstand komt. Er wordt wat afgekotst om ons heen. De volle zakjes met maaginhoud vliegen regelmatig de ramen uit, de berm in. De weelderige plantengroei langs de weg kan daar best eens debet aan zijn en de bus krijgt natuurlijk pech. Een lekke koelwaterslang en de reparatie gebeurt ter plekke. Het kost alleen 1 ½ uur en een paar extra (controle) stops en dan praat ik niet van de willekeurig ingelaste plas-stops. Het voordeel is dat je veel ziet onderweg. De bus (een ½ uur) achter ons vergaat het niet veel beter, want die krijgt een lekke band. Om 15.30 uur zijn we in Vang Vieng. Na wat zoeken vinden we een redelijk guesthouse (Phu Kham; 30.000 Kip) midden in de stad met uitzicht op de bergen. Uiteraard, zoals we eigenlijk steeds hebben, met eigen douche en toilet. Niets bijzonders, maar voor ons, het is maar voor een dag of twee, voldoende. Het eerste door ons uit de Lonely Planet geselecteerde guesthouse ligt wel mooi aan de rivier “Nam Song”en heeft prima moderne en lichte kamers maar vroeg met 100.000 Kip net even te veel. Nu is het woord stad wel te veel eer voor het
samenraapsel aan huizen dat Vang Vieng eigenlijk is. Het is eerder een verzameling van guesthouses, tube- en kajakverhuurbedrijven en eetgelegenheden. In de laatste kun je liggend eten en TV-kijken of andersom. Spannende dialogen zijn dan ook niet waarneembaar. Een duffe boel.
de prachtige omgeving van Vang Vieng
Vang Vieng moet het hebben van zijn prachtige omgeving met de grillig uit het de rijstvelden oprijzende vreemd gevormde bergen en heuvels van kalksteen. Een echt Karstgebergte dat doet denken aan Hoa Bin in Noord Vietnam dat ook wel Halong bay op het land wordt genoemd. De volgende dag (woensdag) huren we fietsen, steken de Nam Song over en via over een hobbelweg bereiken we de grot Tham Phu Kham. Zeven km heen en zeven terug. Een erg mooie fietstocht door en langs dorpjes, door en langs rijstvelden waar men druk is met het binnen halen van de oogst, over en door riviertjes en over je wilt niet weten wat voor houten bruggetjes. Vang Vieng is rijker en laat dat zien doordat de huizen overwegend van steen en beton zijn opgetrokken De huizen in de dorpen en op het land zijn over het algemeen van bamboe gemaakt.. Soms staan de huizen wel en soms niet op palen. Alles oogt erg arm. De tocht eindigt dus bij de grot, waar ook een erg mooie gelegenheid is om te zwemmen. Blauw helder water, schaduw, gras, bloemen, vlinders en vogels. Helaas wisten we dat niet en we kunnen er dus alleen maar naar kijken. De beklimming naar Tham Phu Kham is heftig. Vele stukken doen we zo ongeveer op handen en voeten; zo steil. Maar...... we binne doorzetters. Dus de grot is wel gehaald.
Tham Phu Kham
Blauw helder water, schaduw, gras, bloemen, vlinders
Het is toch gauw een 70 meter steil berg op. Als we terug in het guesthouse het zweet afspoelen en onder de koele douche de hitte uit ons lichaam laten trekken is het afzien gauw weer vergeten. Vandaag, donderdag, gaan we "tuben'. Met andere woorden: ‘We gaan de rivier afzakken gezeten ‘op’, maar eigenlijk is het meer ‘zitten’ in een grote tractorband. De rivier is erg rustig met hier en daar een niet al te woeste stroomversnelling. Goed te doen en heerlijk ontspannen. De rivier meanderde door de erg mooie valei van Vang Vieng. De tocht duurde ca. 2 ½ uur, een mooie tijd en we zijn zelfs een beetje bruin(er) geworden. Dit is onze laatste dag in Vang Vieng. Morgen gaan we naar de hoofdstad Vientiane. We reizen in een overvolle bus van Vang Vieng naar Vientiane (50.000 Kip pp). Saaie reis. In Ventiane is het, uit de Lonely Planet geselecteerde guesthouse, vol. Daarom en omdat het heet is, zoekt Betty een schaduw plekje om op de rugzakken te passen en ik ga op zoek naar een guesthouse met een vrije kamer. Een paar straten en een paar tempels verder vind ik het prima guesthouse Saysouly Guesthouse (80.000 Kip). Prima kamer met balkon (gedeelde, maar prima badkamer) in een gezellige straat en 2 minuten lopen van de Mekong.
Saysouly Guesthouse
ontbijt in eethuisje om de hoek
Arc de Triomph
Je kunt hier overal heerlijk eten en daar maken we dan ook driftig gebruik van. Omdat de Fransen in Laos een tijdje de scepter hebben gezwaaid is er ook hier 's morgens een ontbijtje met warme stokbrood te krijgen. lekker hoor. Tussen de middag wordt het vaak en soepje, een gezond stokbroodje, fruitsalade met yoghurt. Dat laatste is Betty haar favoriete lunch. Vientiane is een stad dat een beetje lijkt op Luang Prabang maar groter en drukker (alhoewel heel erg overzichtelijk) maar ook minder mooi. We hebben alle hoeken (en tempels) van de stad nu wel gezien. Mobiel bellen, via onze Nederlandse provider (vodafone) is in Laos helaas niet mogelijk. We proberen het verschillende malen, tot het tot onze verbazing ineens wel lukt. We kunnen eens sms-sen en denken dat het komt omdat we heel dicht tegen de Thaise grens aanzitten. Later lukt het de gehele verdere reis in Laos. We vallen zondag wel met onze neus in de boter. Vandaag is het feest in Vientiane. Eén maal per jaar is in Vientiane, bij de 1e volle maan in november, een groot tempelfeest bij de beroemde tempel, PhraThat Luang. De tempel is dan zo uitgelicht dat hij helemaal van goud lijkt. We gaan er met een Australisch echtpaar (Daina en Ross), die we in ons guesthouse hebben ontmoet, ’s morgens vroeg heen. Tegen half acht zijn we op het grote tempelplein waar het een drukte is van jewelste. Er zijn tienduizenden mensen op de been. Allen, op hun paasbest, komen offers brengen aan de monniken. Geld, geld, snoep, eten, bloemen etc. De monniken nemen, zittend in lange rijen achter lange tafels, alle gaven in ontvangst. Lange rijen met vele vele tafels. We hebben de monniken niet geteld maar er zitten wel een paar honderd. Vuilniszakken vol met geld etc.
offergaven ontvangende monniken
PhraThat Luang
Het hele voorplein is omgetoverd tot een grote kermis. We gaan om ca. 11.00 uur terug naar ons guesthouse en na een verkwikkende rust gaan we 's avonds om zes uur weer en in gezelschap van Daina en Ross met de tuk tuk richting tempel. Het plein en de tempel zijn weer vol met tienduizenden mensen en er komen nog steeds meer mensen bij. Niemand vertrekt. Allen gaan richting tempel. Om de tempel in te komen word je eerst gefouilleerd. Mannen met lange broek mogen gewoon naar binnen, maar Betty en Daina mogen er met de lange broek niet in! Later zijn ze naar binnen geweest met een gehuurde lapstof, een rok gelijkend. Binnen de tempel (een Stupa) is een soort van breed looppad waar al die mensen drie maal rondlopen met kaarsen en bloemen in de hand. Indrukwekkend. Al die duizenden mensen in processie driemaal rond de tempel en dat onder het geweld van een dreunende stem van een monnik. Dit hadden we beslist niet willen missen. Het feest wordt afgesloten(?) met een vuurwerk, maar al die tienduizenden mensen blijven echter doorfeesten. Wij zijn hotelwaarts gegaan. Op maandag (6 november) zijn we naar het Buddhapark getogen. Een uur zweten en klem zitten in een te kleine bus met te veel mensen over een te slechte weg. Het park is de moeite van het klem zitten echter meer dan waard. Een monnik, in de jaren vijftig van de vorige eeuw, had het idee opgevat om het
buddhisme en hindoeïsme samen te brengen. Het park is dan ook voorzien van heel mooie soms heel grote beelden en soms echt ook minder mooie beelden. Alles bij elkaar echt indrukwekkend. Op het terrein is een grote pompoen (van beton), met daarbinnen drie verdiepingen, neergezet. De onderste verdieping is de hel, de volgende de aarde en de bovenste verdieping stelt de hemel voor.
de betonnen pompoen
Wietse in de hemel
overzicht over het Buddhapark
Om in de hemel te komen moet je wel wat moeite doen. Ik heb die moeite wel genomen, Betty vindt de opening er naar toe te donker, te laag en te nauw. We sluiten het bezoek af met een kom noodle soep. Heerlijk in de wind met zicht op de Mekong. Daarna lekker geluierd, gelezen en ‘s avonds weer LEKKER gegeten, maar erg spicy. Er was veel water voor nodig om het enigszins te blussen. En je wilt niet weten hoe dat de volgende morgen ruikt op het toilet. Vandaag, dinsdag 7 november, huren we fietsen en gaan we Vientiane verder verkennen. Morgen, woensdag 8 november gaan we door naar Tha Khaek, een kilometer of 300 zuidelijk van Vientiane. In veel toeristenplaatsen (backpackerplaatsen?) is er de gelegenheid om tweede handse boeken te ruilen of te kopen. We maken daar meestal sporadisch gebruik van, maar we zijn nu haast door ons leesvoer heen. We ruilen een boek van Henning Mankel tegen een andere Mankel (Brandmauer) en een van Dan Brown (Sakrileg = de Da Vinci Code). Beide in het Duits. Er is meer keuze in Duitse boeken dan in Nderlandse en bovendien leest Duits wat langzamer, zodat we voor de rest van de vakantie (3 ½ week) voldoende leesvoer denken te hebben. We vertrekken vandaag, woensdag 8 november, vanuit Vientiane richting Tha Kaek. Zeven uur opstaan en met de tuk tuk naar het busstation. De bus vertrekt om 09.00 uur en om 15.00 uur zijn we in Tha Kaek. Nog even een heftige discussie over de prijs van de tuk tuk, maar voor 5000 Kip pp (eerst 25.000 Kip) brengt hij ons naar het uit de Lonely Planet gezochte guesthouse. Nou dat stadje is drie maal niks. We hebben wel een erg leuk guesthouse met een pracht van een sitting area met kampvuur (Tha Kaek Travel Lodge/50.000 Kip).
kampvuur in the Travel Lodge gaten worden dicht geknoopt
binnenstad van Tha Kaek
Daar ligt het niet aan, maar het stadje is gewoon niks. Twee lange geasfalteerde straten en alle zijstraten zijn stoffige onverharde wegen. Maar dat was in Vientiane en in Luang Prabang eigenlijk niet anders. Donderdag zijn we naar de Mekong gelopen (ca. 2.5 km heen en 2.5 terug in de hitte) en hebben bij de Tourist Office nog naar een geschikte dagtocht geïnformeerd. We zijn echter de enigen die op dat moment interesse hebben in een soort van trekking, maar met zijn tweeën wordt het ons te duur. Je moet gewoon
met een aantal mensen opstap, dan kun je de kosten (huren van vervoer, gids e.d. delen). Bovendien zijn alle tochten overdadig voorzien van bezoeken aan ‘caves’ en wij zijn geen van beiden zo grot-achtig. Dus vrijdag (10 november) de spullen weer ingepakt en op naar Savannakhet; een tocht van slechts 4 uur . Dat is echt wel een stad (120.000 inwoners). We bussen wat af en je wilt niet weten hoe vol en hoe warm een bus kan zijn en hoe vaak zo'n ding wel niet kan stoppen om kippen en varkens en ik weet wat er al niet meer wat er op het dak gaat. En niet te vergeten de vele zakken met rijst in het gangpad waar je over heen moet klimmen om bij je zitplaats te komen. In Savan vinden we een leuk en weer aan te bevelen guesthouse (Saisoukguesthouse/30.000 Kip). Het guesthouse is helemaal van teakhout en daardoor wel donker, maar er is weer een leuke zitgelegenheid bij. We informeren dezelfde middag nog bij het Tourist Office of we hier wellicht een georganiseerde dagtocht kunnen bespreken. Nou we hebben geluk. Er is voor de volgende dag een tocht (150.000 kip pp) gepland voor 5 mensen en met ons erbij wordt dat dus zeven. Je moet net even geluk hebben dat er een groep kan worden geformeerd. 's Avonds eten we erg lekker in café 'Lao de Paris' aan de Mekong en dat klinkt te mondain voor wat het toont. Het is echter wel een heel sfeervol ding aan de Mekong, maar de straten erom heen zijn allen, in tegenstelling tot de Franse lichtstad, donker. Er is nl geen straatverlichting in zijstraten en 'boulevard', maar de laatste is een veel te groot woord voor de dirty road met hier en daar onder de bomen verscholen zitjes met eigen verlichting. De zaklantaarn, een Ledje, met naar het lijkt een oneindig aantal branduren, komt weer goed van pas. Zaterdag 11 november, in Nederland is het St Maarten. We worden om acht uur met de tuk tuk opgehaald en gaan met de groep richting oerwoud en Lao-dorpen. De groep bestaat uit een Frans koppel, een Duits stel en een Australisch meisje. We bezoeken eerst een dorp (15 km van Savan) waar men op een diepte van ca. 110 meter zout in de grond heeft zitten. Dat zout wordt opgelost door water in de grond te pompen en het zoute water
zoutpannen
consumptiezout winning: verdamping door verhitting
vervolgens weer naar boven te halen. Daar wordt het, net als overal elders in de wereld in grote ondiepe bakken geleid waar de zon zijn best mag doen om het water te verdampen. Erg interessant. Dat zout wordt voor industriële doeleinden gebruikt. Men wint ook zout door verdamping door verhitting door vuur (hout en kaf van rijst). Dit laatste gebeurt onder dak en daarom blijft het zout schoner en kan het als consumptiezout worden gebruikt nadat men er jodiumzouten aan heeft toegevoegd. Vervolgens gaan we het oorwoud in met een lokale gids ca 8 km lopen. Hij toont ons hoe je aan drinkwater kunt komen door een bepaalde liaan door te kappen en hoe men in de jungle olie wint door in een bepaalde gedurende ca. 10 minuten een vuurtje te stoken. De bomen, vaak meer dan 150 jaar oud, reageren daarop door te gaan ‘bloeden’. En het is dat ‘bloed’ dat een pracht van een brandstof is voor olielampjes, fakkels e.d. We lunchen, een volledige Lao-maaltijd met laap, rijst, vis, gedroogd rundvlees, etc., bij een meer op een groot plastic zeil op de grond.
lunch; een prima en zeer gevarieerde maaltijd uit plastic zakjes
lampoliewinning
dorstlessen
Na de rustpauze gaan we verder door het oerwoud naar een Lao-dorp, waar we zien hoe fakkels worden gemaakt (hier is nog maar zo'n 10 jaar elektrisch), de korrels uit de rijst wordt gepest etc. Allemaal heel erg vriendelijk en erg interessant. De dag wordt om ongeveer 16.00 uur afgesloten met een bezoek aan een oude Stoepa. De Buddha zou daar eens een lunch hebben genoten en hebben gerust. Het is een van de belangrijkste heiligdommen van zuid Laos.
dorsen
fakkelmaakster
Heilige Stoepa
We hebben hier een goed gevoel van overgehouden en we hebben een erg leuke dag gehad. De groep bestond ook uit gezellige mensen die wel wilden praten zonder opschepperig of opdringerig te zijn. Dat was dus Savannakhet. Tja, en dan de spullen weer bij elkaar gezocht en weer in die .......bus. Vandaag, zondag 12 november, vertrekken we om negen uur naar Pakse. De busreis zal nog wel vaak besproken worden denk ik. De buschauffeur en conducteur doen onderweg hun inkopen en kopen langs de weg nog een 30-tal watermeloenen. Voor de handel, denken we. En wij maar wachten. Maar ook als je moet plassen, nou geen (hoge) nood. Waarschuw de chauffeur en die stopt wel even. En wij maar wachten. Bedenk daarbij ook dat de bus weer mudvol is (in het gangpad zit men ook mannetje aan mannetje op kleine krukjes). Je kunt je wel voorstellen dat als iemand achter in de bus zo nodig moet plassen je gauw een tien minuten verder bent voor de bus weer doorrijdt. Wat ik hier beschrijf is een heel normale gang van zaken in het Laotiaanse openbaar vervoer en we hebben het dan ook vaak, op de wijze als boven is beschreven, mogen beleven. Maar we hebben het nog steeds best naar de zin. Dan moet je maar niet naar een ontwikkelingsland gaan. Je weet dan dat dit er bij hoort. We zitten in Pakse eerst in een niet al te best guesthouse (Phonsavanh hotel1/40.000 Kip), maar we kunnen niets beters (de pecunia in aanmerking genomen) vinden. Het is een sfeerloze betonnen kolos midden in Pakse, dat op dit moment wordt opgeleukt door alles met een fris verfje te bestrijken. Dat houdt in, dat het er naar verf stinkt en dat wordt getracht alle ongerechtigheden onder de verf te verstoppen.We wisselen, 13 november, van guesthouse en ontbijten er meteen ook maar. We hebben gisteren een kamer gereserveerd in Sabaidy2 (55.000 Kip). Een erg gewild guesthouse, blijkt ons als we er eenmaal zitten en met een prima gelegenheid om buiten te zitten. Vandaag gaan we niets doen!! Alleen Pakse verkennen. We zoeken de opstapplaats voor de boot naar Champasak en gaan naar de overdekte, ontzettend grote, markt. Dat laatste is een ietsje verder dan we hebben ingeschat en nadat we de zouten middels een noodlesoep hebben aangevuld, nemen we de tuk tuk
naar ons guesthouse. Daar ontmoeten we een oude bekende (een Duits meisje die we in Tha Kaek hebben ontmoet). Zij gaat morgen met een stel meiden naar de Si Phan Don; dat is drie dagen roeien over de Mekong. Ze heeft daar ontzettend veel zin in. Ons lijkt het ook uitdagend, maar behoorlijk zwaar.
onze kamer in Sabaidy2
tabak op de markt
de noord – zuid snelweg van Laos
Vandaag, 14 november, huren we fietsen en maken een tocht naar een heel leuk dorpje (nou ja, gewoon Lao-dorpje hoor) aan de Mekong, noordelijk van Pakse. We hebben goede mountainbikes. Dus dat zit wel goed. We rijden de noord-zuid hoofdweg van Laos en nemen vervolgens een zijweg (5 km) naar de Mekong, naar het heel pittoresk Lao-dorpje. Het is een hoofdweg waar je nog al een voorzichtig moet laveren om de plots van hun lijn afwijkende koeien te ontwijken. We stappen om acht uur op en zijn om ca. 12.30 uur weer in ons guesthouse terug. Enkele koppen koffie en flesjes Pepsie rijker en vele liters vocht armer geworden. Want het was wel weer heet hoor. Zo' n 32 graden. Na douche en siësta zitten we om 15.30 uur weer op de fiets, door het stadje naar en langs de Mekong. Om ca. 17.00 uur leveren we de fietsen weer in waarna we nog een markt onveilig maken en weer Pepsie nuttigen op het terras van ons guesthouse. Als we zo op de dag terugkijken zijn we gewoon lekker bezig geweest. Straks gaan we lekker eten bij het Indiaas restaurant, waar we gisteren heerlijke Masala hebben gehad. Het is nu, 18.30 uur, 30°. Morgen, 15 november, gaan we door naar Champasak en vervolgens naar Si Phan Don (de vierduizend eilanden), liggend op de grens met Cambodja. Zoals de inlichtingen nu zijn is daar geen internet. Het is wel zo dat we steeds aan de grens met Thailand zitten en ook hier in Pakse kunnen we nog steeds SMSsen. Woensdag 15 november 8.10 uur. Na lang wachten, aftasten en onderhandelen, vertrekken we met nog 5 andere mensen (40.000 Kip pp) met de boot naar Champasak. Een heel mooie, prettige en ontspannen boottocht van haast 2 uur in een boot van ca. 1 meter breed en 8 meter lang. Een uitstekende keuze in plaats van de bus. Om ongeveer 10.00 uur worden we afgezet bij een guesthouse aan de Mekong en met terras en dus uitzicht over de Mekong. We zoeken niet verder; dit wordt ons guesthouse (A Nou Xa guesthouse/50.000 Kip). Prima in orde en er heerst een ontspannen sfeer. Er zijn een leuk stel mensen (Nederlanders/Duitsers e.a.) waar we veel mee praten en ervaringen uitwisselen.
in 2 uur over de Mekong naar Champasak
A Nou Xa guesthouse
Donderdag, 16 november, zijn we naar de 10 km verderop gelegen oude Wat, Wat Phu Champasak, uit de Khmertijd gefietst (30.000 Kip/fiets). Iets als Ankhor Wat in Cambodja maar dan minder groot en uitgebreid en minder groots, maar prachtig gelegen. Tijdens de fietstocht komen we door een heel mooi landschap en door mooie dorpjes met vriendelijke mensen en zwaaiende en groetende kinderen. Tegen 10 uur zijn we bij de Wat en het is al aardig heet als naar boven lopen en klauteren. Maar het uitzicht over het tempelcomplex, de vlakte en de Mekong maken het alleszins waard.
Terug, beneden in het dorp, besluiten we om elk een kom Koeitiow te nemen. Maar dat blijkt later een slechte keuze. De noodlesoep wordt onvoldoende verhit. Het vlees is niet echt gaar. En de groente? De conclusie achteraf is, dat alle bacteriën door de hittebehandeling niet zijn uitgeschakeld en ik heb daar de volgende dag behoorlijk last van. Immodium doet dan wonderen, maar het neemt toch wel een dag en vier pillen om de zaak onder controle te krijgen.
Wat Phu Champasak
Vrijdag, 17 november, hebben we niets gedaan dan heerlijk op het terras zitten, lezen, kijken en een colaatje drinken en de ’was’ gewassen. Het eten is hier trouwens weer prima voor elkaar. We ontmoeten Marion en Ronald, Duitsers en iets jonger dan wij (10 jaar?), waar we mee aan de praat komen en die net als wij zaterdagmorgen doorgaan naar Si Phan Don. De baas van het guesthouse wil ons bij voldoende deelname wel voor 60.000 Kip pp naar het 90 km zuidelijker gelegen Muang Khong op het eiland Don Khong brengen. Dat is een nette prijs zeker als het gemak daarin wordt meegenomen.
de pont
Zonsondergangskleuren
diner aan de Mekong
Khon Phaphengwatervallen
Bij Muang Khong steken we zaterdag 18 november over met een bootje (10.000 Kip pp) naar Don Khong(-eiland), maar het woord boot is eigenlijk een veel te mooie naam voor deze verzameling planken. Na wat zoeken vinden we al gauw een goed onderkomen met een terras uitkijkend over de Mekong (Done Khong Guest house/60.000 Kip). De volgende dag, zondag 19 november, nodigen Ronald en Marion ons uit om met hun mee te gaan naar de heel mooie watervallen op de grens met Cambodja. De grootste van ZO Azië. Dat doen we dus. Onderweg bezoeken we nog een lokale markt en vervolgens vergapen we ons aan de verzameling watervallen dat Khon Phapheng heet. Het is indrukwekkend om te zien hoe de massa’s water over elkaar heen tuimelend naar beneden storten. De Mekong, met al zijn eilanden, is hier ca. 14 km breed. Aan eten geen gebrek bij de watervallen, evenals aan souvenirstalletjes.
Mahlzeit!
Het is wel even goed zoeken naar een goed en betrouwbaar eettentje voor een lekkere lunch. Vis genoeg en koelboxen in overvloed, maar er zijn koelboxen met vis die je bij openen al doen besluiten om toch maar vis te gaan eten in het volgende of in het daarop volgend eettentje. We hebben een prachtige dag en sluiten die af met een gezamenlijk etentje
. Maandag 20 november huren we zijn vieren een boot en laten ons naar de 20 km zuidelijker gelegen eilanden Don Khet en Don Khone varen. Dit wordt een prachtige tocht over de Mekong met al zijn eilanden en eilandjes. Het klikt lekker tussen ons. We huren hier weer fietsen, verkennen deze prachtige, groene, rustige eilanden en bezoeken weer heel mooie watervallen. Marion en Ronald doen alsnog een poging om de zoetwaterdolfijnen te bezoeken die leven op de grens van Laos en Cambodja. Zij doen dit na veel discussie en aarzelen en wij besluiten uiteindelijk om er vanaf te zien. Het ziet er erg aantrekkelijk uit, maar het hotelpersoneel waarschuwde voor problemen met de Cambodjanen. Hun informatie klinkt erg geloofwaardig en verontrustend. Later blijkt het weer eens erg mee te vallen. Marion en Ronald hebben totaal geen problemen gehad. Helaas hebben ze de zoetwaterdolfijnen alleen maar gehoord. Je moet (veel) vroeger op de dag zijn om deze bijzondere vissen te zien te krijgen.
Don Khet en Don Khone op de grens met Cambodja
Op de terugweg blijkt het prime time voor de plaatselijke bevolking om het dagelijkse vuil van het lijf te wassen. Aan de voet van de vaak hoge rivieroevers staan vele Laotianen kniediep in het water of op een wankele steiger zich te wassen. De kinderen in hun nakie, de mannen in de korte broek en de vrouwen gewikkeld in een soort sarong. Een bedrijvige boel en mooi om naar te kijken. Dinsdag, 21 november, huren we een brommer en verkennen met zijn tweetjes het eiland Don Khong. Het lukt me om een flinke slang, die net op het onzalige moment dat wij passeren wenst over te steken, te ontwijken. Eerder had ik minder geluk en heb ik met de fiets een doodgereden 's Middags lekker genikst en ‘s avonds het galgenmaal genuttigd met Ronald en Marion. Zij trakteren op een prima fles Lao-wijn om het prettige samenzijn te benadrukken. We wisselen (e-mail)adressen uit en over en weer is het heel goed bevallen.
met brommer en fiets over Don Khong
Done Khong Guesthouse
Woensdag doen we niets. Nou ja, we bezoeken een oude Wat in het dorp en bezoeken de overdekte markt. Dat is maar twee uurtjes werk en vervolgens lezen in de schaduw; warm en geen wind. Heb maar medelijden.. We willen toch nog meer van het eiland zien en huren donderdag 23 november weer fietsen en trappen ons (33 km) letterlijk in het zweet. We ontwijken ook weer een aardig slangetje (ca. 90 cm) en 's middags liggen we voor Pamus op bed. Op vrijdag, 24 november, nemen we de bus terug naar Pakse en zoeken ons oude guesthouse weer op waar we voor de zekerheid al een kamer hadden gereserveerd. In ons internetcafé bespreken we ’s middags meteen de bus naar Thailand maken de laatste Kip’s op in ons Indiaas restaurant. Wat ons deze vakantie in Laos bijzonder heeft verbaasd is, dat we erg veel mensen van onze leeftijd (om de zestig jaar en (veel) ouder) zijn tegen gekomen. Dat hebben we nog niet eerder meegemaakt. Maar het geeft wel leuke contacten.
Op zaterdag 24 november rijden we van Pakse, in een luxe VIP-bus met A/C, naar Ubon (Thailand) . De grensformaliteiten zijn snel verwerkt en om ca. 12 uur zitten we in een redelijk hotel vlak bij het station in Ubon Ratchanthani (ca. 90 km over de grens). Als we de trein voor de volgende dag willen bespreken blijken de slaaptreinen voor de zaterdag- en de zondagnacht al vol. Maar dat is niet erg, want wij willen met de dagtrein en tweede klas. D.w.z. geen AC en we hebben helaas zitplaatsen aan de zonzijde. Maar dat merken we zondag pas. We hebben de nodige moeite om een kamer te bespreken in Bangkok. Ons 'oude' guesthouse is vol evenals enkele andere die we bellen. Maar na een 1 ½ uur (veel hotels nemen niet op of zijn voortdurend in gesprek) hebben we beet. Het blijkt later een super hotel met AC. Dat laatste hoeft voor ons echter niet zo nodig want daar wordt je alleen maar verkouden van.
420 km rails naar Bangkok
gefrituurde baby-vogeltjes
Zondag. Het is een hele zit van 11 ½ uur en 420 km naar Bangkok. Maar we hebben goede zitplaatsen en veel beenruimte en ramen die open kunnen. Dus we zeuren niet hoewel we wel gaar zijn als we om 18.45 uur, na haast 12 uur treinen, uit de trein stappen. Onderweg is verhongeren onmogelijk (of je moet geen geld bij je hebben) want het is een voortdurend komen en gaan van mensen die van alles verkopen. Voornamenlijk etenswaren, maar bij. ook verfrisdoekjes. Ja, overal kan wat aan worden verdiend. We hebben ons maar niet gewaagd aan al die ondefinieerbare zaken die in plastic zakjes onder onze neus worden gehouden. Eenmaal komt er een man voorbij met een mand vol met gefrituurde sprinkhanen (of kakkerlakken?). Je kunt eieren kopen (drie op een stokje), heel kleine vogeltjes (gebraden tussen twee stokjes) enz. Maar ook gewoon rijst hoor met lekkere dingen. Maar ja, hoe lang staat het al. We hebben een bamboekoker met in kokosmelk gekookte gezoete rijst gekocht. Dat is erg lekker en we hebben het wel vaker gekocht. Het is erg betrouwbaar eten. Na het koken wordt de bamboekoker niet meer geopend. Daardoor kan de rijst een week goed blijven. ’s Avonds in Bangkok meteen maar een kamer in ons oude guesthouse gereserveerd, want de kamer die we nu hebben is toch wel aardig prijzig (750 bath terwijl we ca. 300 bath gewend zijn) en bovendien is het een hotel met bits personeel. Het is nu veel drukker dan toen we 7 weken geleden in Bangkok waren. Maandag 27 november. We slapen lekker uit en douchen lekker luxe voor we van kamer veranderen. 's Middags pakken we de bus naar een grote Mall (winkelcentrum) waar we hebben geshopt maar niets hebben gekocht. Een vijf verdiepingen groot gebouw met allemaal spullen die met computer, Palm, telefoon, camera’s etc. hebben te maken. Ik heb helaas niets op mijn verlanglijstje en heb me ook niet voorbereid. Er is gemakkelijk een dag zoek te brengen met kijken, (prijs-)vergelijken en weer kijken en daarna wellicht kopen. Ik kan niet zeggen dat al die computerspullen (veel) goedkoper zijn dan in Nederland en durf dan ook niet goed tot koop over te gaan. Ik heb me hier niet op voorbereid. We nemen de bus terug en lopen de laatste 2 km omdat de bus volledig vast zit in het verkeer. Dat is een groot probleem (ramp) in Bangkok; de traffic-jam. Dinsdag 28 november. Vandaag, dinsdag 28 november gaan we naar de Zoo. Dat is door Ronald en Marion aangeraden. We brengen er een 2 ½ uur door en we zijn heel enthousiast. Vooral de vele bijzondere vogels, waaronder de grote Hornbill (dat beest is wel een meter groot en heeft een enorme snavel) is indrukwekkend en de kroonduiven die in de volière haast over onze voeten lopen. Voor de rest is het een gewone dierentuin met ook hele grote, dijbeen dikke slangen. De dierentuin is aangelegd als in een soort van tropisch bos waardoor er veel schaduw en waterpartijen zijn.
kokosnotenoogsten in the Zoo
the Great Hornbill
Klong-taxi
We nemen nog even de Klong-taxi naar het centrum van Bangkok. Niet om iets te bezoeken of te kopen, maar gewoon om even met de boottaxi op de kanalen van Bangkok te zijn geweest. We laten ons door een politieman verleiden om een winkel met sieraden, edelstenen etc te bezoeken. Heel goedkoop en morgen gaat de tax omhoog en alleen Thais kopen daar. Ja, ja. We worden door een tuk tuk in een achteraf straatje uitgezet voor een niet erg betrouwbaar ogend gebouw, maar wel heel betrouwbaar bewaakt door twee agenten. Vriendjes van de eerste politieman?. Betty vertrouwd het helemaal niet en we gaan niet naar binnen. Wel bezoeken we een andere zeer luxe zaak met sieraden etc. in een hoofdstraat er vlak bij. Maar we vinden niets van onze smaak. 's Avonds leggen we de bus vast naar het vliegveld, zodat morgen niets mis kan gaan. Vanmorgen (woensdag), met de bus naar Chinatown en hebben ons daar in de drukte van de grote stad gestort. Druk, druk, druk, druk en warm. Het is gewoon erg leuk om in Chinatown rond te kijken en er door heen te zwerven en alle indrukken in je op te nemen. We gaan met de boottaxi over de rivier weer terug naar ons guesthouse.Pakken de rugzakken in en douchen nog een laatste keer. Om 15.45 uur stortregen! De straten staan blank. Dat is dan de tweede bui in zeg maar zeven weken. Geen slechte score denken we.
bepakt en bezakt met de airportbus
Om zes uur moet de kamer leeg zijn opgeleverd. Nog even lekker eten om vervolgens om 20.00 uur de bus te nemen naar het vliegveld. We vliegen pas om 02.30 uur. Maar daar vermaken we ons nog wel. Betty is over de helft van De Da Vinci Code dus die kan nog wel even vooruit. Betty en Wietse Martens