2
OP DE BODEM VAN DE DIEPE, BLAUWE ZEE
Als een kind aan z’n nek hangt, valt het niet mee om het bij de benen vast te grijpen en op te tillen. Het kronkelt en het schopt. Imogen worstelde in stilte. Toen gaf ze me een kniestoot in het gezicht – hard – en ik proefde bloed. De stilte in de kamer was volkomen in tegenspraak met de verschrikking van datgene waar we mee bezig waren. ‘Til haar omhoog, omhoog, omhoog!’ Gezamenlijk gekreun van inspanning terwijl de kleinemeisjesbenen omhoog werden geduwd om de druk op haar hals te verminderen. Het koord van de badjas was over een dunne koperen buis aan het plafond geslagen. Het buizenwerk uit de victoriaanse tijd was duidelijk niet ontworpen met het oog op gezondheid en welzijn van suïcidale kinderen. Ik kon nauwelijks geloven hoe zwaar een tenger, anorectisch kind aanvoelt als je haar dode gewicht moet tillen. ‘Kom op, jongens, omhoog duwen en vasthouden... vasthouden...’ Het knappen van metaal dwars door stof heen, gevolgd door een bizarre pauze vol beweging – alles was één tel stil, toen viel het kind in onze armen. Mijn frustratie smolt weg en maakte plaats voor opluchting. Het enige wat ik wilde, was dit kwetsbare mensje vasthouden en zachtjes heen en weer wiegen, haar een veilig gevoel geven. Alleen moest Imogen daar niets van hebben. Ze sloeg wild om zich heen, bijtend, schoppend en grommend. ‘Imogen, hou stil... Even meewerken nou. Au!’ 52
Niets is wat het lijkt 52 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
Einde onderhandelingen; snel werd ze op haar buik gedraaid, armen vastgepind op haar rug. Terwijl ik machteloos over haar tegenstribbelende benen heen lag, voelde ik een plotselinge aandrang om ook te bijten, om mijn tanden in dit boze, ondankbare kind te zetten en haar met een schok tot onderwerping te dwingen. En toen was het voorbij. Kind gesedeerd, meegenomen naar de ‘afkoelkamer’ – chic en elegant, met fijne zachte wanden, spaarzaam gemeubileerd – terwijl het personeel zich weer aan andere taken wijdde. Stemmen in de gang. ‘Wat zei de bibliothecaris tegen het kind dat een boek over zelfmoord wilde lenen? Rot op, dat breng je nooit meer terug.’ Derde week van opleidingsplek nummer twee en nu al wilde ik het opgeven en naar huis. Ik kan me niet herinneren hoe ik me had voorgesteld dat het zou zijn. Met tegenzin had ik ingestemd met Chris’ voorstel om mijn tweede halfjaarblok op een halfgesloten klinische afdeling psychiatrie voor jongeren tussen de twaalf en de zestien te doen. Ik bracht mijn dagen door met kinderen die zichzelf of anderen op allerlei manieren kwaad wilden doen: snijden, verhongeren, neersteken, doden. Na de paar dagen vrijaf volgend op Rays dreigement om mijn ogen uit hun kassen te snijden, was mijn eerste halfjaarblok verder zonder problemen verlopen. Chris had ik nog niet echt doorgrond, maar ze bleek een geweldige supervisor te zijn en ik genoot van onze sessies. Ze was rustig en briljant en ik was gek op de manier waarop ze alle afzonderlijke draadjes van de complexe geschiedenissen die mijn patiënten me vertelden wist te verzamelen en daar één coherent geheel van kon maken – wat we bij klinische psychologie het ‘verhaal’ noemen. Op de universiteit had ik mijn ritme gevonden en ook had ik al wat vrienden gemaakt onder mijn medestudenten. De colleges waren interessant, al had ik soms moeite met de inhoud. Ik was er 53
Niets is wat het lijkt 53 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
inmiddels achter dat ik – ondanks het feit dat hij me tijdens het begin van mijn opleiding in een crisismoment te hulp was geschoten – geen groot fan was van Sigmund en de psychoanalyse. Interpretaties, het onderbewuste, projectie, overdracht en tegenoverdracht: het voelde allemaal zo abstract en veroordelend. En waar waren de harde bewijzen? Sinds Ray had ik met een aantal fantastische mensen gewerkt. Af en toe dronken George en ik een kop thee met Edith. Ik was echt van Edith gaan houden. Ze was tijdens mijn tijd op de polikliniek ontslagen en weer opgenomen, precies zoals George voorspeld had. Mijn transgenderhelden ‘Josephine’ en ‘Daphne’ klopten regelmatig op de deur van mijn bezemkast om te kijken hoe het met me was – door die twee voelde ik me er volkomen veilig. Weggaan van die plek was moeilijk geweest en tijdens mijn laatste week was Chris bij me langsgekomen om over opleidingsplaats nummer twee te praten. ‘Zo. Kinderen. Hou je van kinderen?’ Ik wist het niet zo goed. Ik kende er niet veel. ‘Ja, ik ben gek op kinderen.’ ‘Mooi.’ Ze beet in een biscuitje. Het was me gaan opvallen dat Chris het praten tijdens onze sessies nogal vaak met eten combineerde en dat vond ik smerig. ‘En,’ ging ze verder, ‘adolescenten, je weet wel, tieners, hou je daarvan?’ Bedankt voor de vertaling; ik weet wat een adolescent is. Hoe ik hierop moest reageren wist ik niet zo goed. ‘Ja?’ Chris doopte haar kaakje in de thee en stak toen een lange tong uit om het slappe, weke gedeelte naar binnen te hengelen. ‘Was jij een leuke tiener?’ ‘Ik geloof dat ik wel oké was.’ Dat was een dikke, vette leugen; vraag maar aan mijn moeder. Chris glimlachte. ‘Jammer. Ik had je eerder ingeschat als irritante pokkenpuber.’ 54
Niets is wat het lijkt 54 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
Ik glimlachte en vroeg me toen meteen af of dat wel was toegestaan. ‘Ik had zo mijn momenten.’ ‘Dat dacht ik al. Maakt niet uit, het zit zo. We hebben in deze regio een tekort aan opleidingsplaatsen waar je met kinderen werkt, dus heb ik jou voor de komende zes maanden aangemeld voor een plek op een klinische afdeling voor jonge tieners.’ Ik had geen idee wat dat inhield. ‘Oké...’ ‘Je krijgt te maken met kinderen die in een uitzonderlijke crisissituatie verkeren en te kwetsbaar zijn om tijdens hun behandeling in de maatschappij te blijven functioneren.’ ‘Oké.’ Chris stak me het pak biscuitjes toe. Ik schudde mijn hoofd. ‘Dus,’ zei ze, terwijl ze haar tanden in het volgende koekje zette, ‘de komende zes maanden breng je door op een afdeling van een instituut net buiten Londen, waar je samen met een multidisciplinair team van specialisten kinderen en hun familie, meestal in een crisis verkerend, zult beoordelen en behandelen.’ Chris lachte breed en keek me met opgetrokken wenkbrauwen aan. Ik slikte moeizaam. ‘Oké, als jij denkt dat ik dat kan...’ ‘Waarom zou je het niet kunnen?’ Ik bloosde. Ik haatte blozen. Mijn gedachten schoten naar Ray en mijn hart sloeg op hol. ‘Nou ja, je weet wel, op mijn laatste opleidingsplek ben ik, zeg maar, aangevallen door iemand die je, denk ik, wel een patiënt in crisis zou kunnen noemen en dat was een poliklinische afdeling...’ Chris staarde me zonder met haar ogen te knipperen aan. ‘En?’ Mijn gezicht voelde vuurrood; ik wilde niet tegen haar zeggen dat ik doodsbang was. ‘Nou ja, gezien mijn onvermogen om met Ray om te gaan ben ik er misschien niet klaar voor om naar een dergelijke plek te gaan? Je weet wel, met kinderen en hun families die in een crisis zitten.’ Chris vouwde de gescheurde koekjesverpakking dicht en stak de rol biscuitjes in haar grote, overvolle tas. ‘Dat ben ik niet met je 55
Niets is wat het lijkt 55 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
eens. Ik denk dat je dit prima kunt en dat je het moet doen. Je krijgt ondersteuning van een sterk team en bovendien ben ik er de hele tijd voor je.’ En dus stemde ik met tegenzin in. Het was ook allemaal prima begonnen. Het team was inderdaad sterk. Ik vond het leuk om met jonge mensen te werken. Ik genoot er echt van, totdat Imogen die ochtend besloot zichzelf te verhangen. Nu wilde ik alleen nog maar weg. Terwijl ik naar mijn kantoortje terugliep, vroeg ik me af waarom ik me door Chris had laten overhalen. Wat had ik eigenlijk willen bewijzen? Ik vreesde dat er toch wel sprake was geweest van een fantasie waarin ik op een wolk van compassie naar binnen zeilde en vervolgens de persoon bleek – de enige – die deze kinderen begreep en kon redden. Tamelijk arrogant. Ik werd opgeleid voor een functie die me de bevoegdheid gaf om iedereen alles te vragen en daar ook een antwoord op te krijgen, een functie waarin ik een rol zou spelen in een besluitvormingsproces dat het leven van iemand anders fundamenteel kon veranderen – het was belangrijk niet te vergeten dat dat me nog niet almachtig maakte. Om die laatste gedachte glimlachte ik even; ik was echt niet de eerste hier die dacht dat ik de Almachtige was. Tijd om een kop koffie te halen en naar de nabespreking van het incident te gaan. Hoe kwam een suïcidaal kind aan het koord van een badjas? Stond ze niet onder strikte observatie? Wie had toen ze werd opgenomen haar spullen doorzocht? Hier zouden koppen gaan rollen – en godzijdank niet de mijne. Toen ik de volgende middag tijdens onze volgende sessie tegenover Imogen zat, begon ik weer boos te worden. Ik dacht na over overdracht en tegenoverdracht en deed mijn uiterste best om erachter te komen wiens woede het was die ik nu ervoer. De uitdrukking op Imogens gezicht liet er geen twijfel over bestaan dat ze woest was dat we haar poging om zichzelf op 56
Niets is wat het lijkt 56 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
te hangen hadden verijdeld. Ze wilde dood en wij hadden daar een stokje voor gestoken. Dat snapte ik. Toch zat er ook een boel van mijn eigen woede bij. Ik zag dit twaalfjarige meisje inmiddels drie weken, sinds het moment dat ze gedwongen was opgenomen. Als klinisch psycholoog in het eerste jaar van mijn opleiding had ik gevraagd of ik haar individuele therapeut en casemanager mocht zijn. Eerst werd me dat geweigerd op grond van gebrek aan ervaring – ze was een lastige cliënt, een gecompliceerd geval. De maatschappelijk werkers wilden haar, de gezinstherapeut wilde haar en de analyticus wilde haar. Toch kreeg ik haar uiteindelijk. Niemand had zoveel kennis van cognitieve gedragstherapie als ik. Ze kwam uit een liefhebbend gezin, dus was er op het moment geen behoefte aan maatschappelijk werk, dank u. De veganistische gezinstherapeut met haar zachte stem en de leren instappers had al te veel andere cliënten, en bovendien moest de focus deze keer op het kind liggen, niet op het gezin. En de psychoanalyticus? Hem zou ik liever bij geen enkel kind in de buurt laten, en al helemaal niet bij een meisje als Imogen. Ja, inderdaad neigde ik zelfs toen al instinctief naar het type therapeutische interventie dat gericht is op het hier en nu, niet het type hulpverlener dat je languit op de divan neerlegt, je mee terugneemt naar de relatie met je moeder en vervolgens het grootste deel van de sessies zwijgend buiten je gezichtsveld doorbrengt. In die tijd snapte ik niets van psychoanalyse. Waarschijnlijk had ik heel wat meer voor hun ideeën opengestaan als de psychoanalytici niet zo vreselijk vol van zichzelf waren geweest. Zo godvergeten vol eigendunk; het geloof dat in feite zij de enigen waren die de Heilige Schrift van het geestelijk welzijn hadden gelezen én begrepen. In mijn ogen had psychoanalyse altijd iets te veel van religie weg gehad: wél beweren de sleutel tot het begrijpen van de fundamentele levensvragen te bezitten, maar niet in staat zijn ook maar enig bewijs ter onderbouwing aan te voeren. 57
Niets is wat het lijkt 57 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
‘Het spijt me zo dat je na twee jaar lang drie sessies per week geen beter gevoel over het leven hebt. Het doet me pijn dat je nog altijd niet in staat bent een betekenisvolle relatie met iemand aan te knopen en dat op sommige dagen zelfs je haar wassen al een onbereikbaar doel lijkt, maar je afvragen of dit wel de juiste benadering is – hier op deze bank liggen terwijl ik stilletjes aantekeningen maak en nauwelijks iets zeg – is, vergeef me dat ik je erop wijs, juist symptomatisch voor de moeite die het je kost om je werkelijk voor deze therapie in te zetten, wat weer kenmerkend is voor de moeite die je er in bredere zin mee hebt om contact met andere mensen te maken. Het is duidelijk dat deze opstandigheid eigenlijk een vorm van destructief handelen is waarmee je onze relatie saboteert – net zoals je alle relaties in je leven steeds weer saboteert. Ik concludeer daaruit dat je voortaan vijf dagen per week bij me moet komen in plaats van drie, voor een nog onbepaalde tijd – behalve dan elk jaar in augustus, wanneer ik altijd op vakantie ben.’ Voor zover ik het begreep, was Sigmund Freud een cocaïneverslaafde die met het verlangen-naar-verkrachting-door-vaderscenario van zijn mishandelde vrouwelijke patiënten op de proppen kwam om de conventies van de tijd niet onderuit te halen. Vaders en ooms hadden het druk met het verkrachten van hun dochters en nichtjes, maar dit was niet het moment om ze te ontmaskeren. En dus snoof Sigmund nog een lijntje en creëerde de meest vernietigende misogyne theorie aller tijden. Die psychoanalyticus ging Imogen niet behandelen. Ik mocht hem niet. Ik was geen fan van zijn manier van werken. Dat wist hij. In mijn sessie met Imogen weigerden de woorden nog altijd te komen. Ik moest me over mijn eigen frustratie heen zetten en me ontspannen. Het is alleen vreselijk moeilijk om je te ontspannen als je in de ogen kijkt van een zwijgend meisje dat eigenlijk dood wil. Je wilt je helemaal niet ontspannen, je wilt naar haar toe rennen en haar in je armen nemen, haar vasthouden en haar vervol58
Niets is wat het lijkt 58 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
gens door elkaar schudden tot ze je vertelt waarom. ‘Waarom wil je dood? Je bent twáálf!’ Mijn andere probleem was dat ik mijn blik niet van de vurige rode striem rond Imogens hals kon losrukken – die striem legde ons beiden het zwijgen op. En hoewel ik wist dat stilte ook een therapeutisch middel kon zijn, was het me duidelijk dat die deze keer alleen maar uitdrukking gaf aan de machteloosheid die Imogen en ik beiden voelden. Ik was niet goed genoeg voor haar. Zij was niet goed genoeg voor het leven. Ik voelde de paniek opkomen; mijn frontale cortex hield het voor gezien. Nog even en ik zou alleen nog limbisch zijn en op pure emotie draaien, en dat was niet de plek waar ik nu wilde vertoeven. Ik moest nadenken, rationeel zijn, opnieuw contact leggen met de hulpverlener in mij. Eigenlijk had ik me veel beter voorbereid moeten voelen. Eerder vandaag had ik geprobeerd mijn psychotherapiesessie met Imogen voor te bereiden, maar mijn ontmoetingen met Chris werden met de dag chaotischer. Die ochtend had ik me naar het centrum van Londen gehaast, maar zij kwam veel te laat haar kantoor op de universiteit binnen, stinkend naar sigarettenrook en vloekend op de mensen met wie ze zojuist vergaderd had. Nadat ze haar tas op een stoel had gegooid, begon ze een potje kant-en-klare mie op te warmen. ‘Oké, vertel, ik luister.’ ‘Nou, eerlijk gezegd weet ik niet goed waar ik moet beginnen. Ik had een agenda voorbereid, maar ik betwijfel of we alles wel kunnen bespreken. Dat wil zeggen: ik had eigenlijk een uur verwacht.’ ‘Hoe gaat het met het stille, zichzelf uithongerende typje?’ Ik wist niet zeker waar ik meer van walgde: de geur van synthetische kip, het begeleidende geslurp, het onopgemerkte straaltje dat langs haar kin droop of het ontbreken van een verontschuldiging voor het feit dat ze zo verdomd laat was. ‘Ik weet niet of we daar tijd voor hebben.’ Chris ging door met eten en pauzeerde alleen even om met de rug van haar hand haar mond af te vegen. 59
Niets is wat het lijkt 59 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
Ik haalde diep adem. ‘Imogen Trent-Evans, twaalf jaar, dochter van Mary Trent en Jim Evans. Mary, hoofdredacteur van een tijdschrift, woont in Londen; James zit tegenwoordig in Los Angeles met zijn partner Angus. Mary is hertrouwd met Jake Robbins, mannelijk model, en samen hebben ze – sorry, hadden ze – Maisie, die vijf jaar was toen ze afgelopen augustus thuis in het zwembad verdronk. Imogen, obsessief touwtjespringer en automutilant, heeft...’ Een plotseling geslurp. ‘Stop! Jezusmina, we zijn verdomme niet bezig met de afdelingsronde.’ ‘Sorry, ik begrijp je niet.’ ‘Vertel me Imogens verháál. Over het kind. Ik wil haar zien, haar horen.’ Van blozen werd ik altijd al pissig – een teken van zwakte, onbedoelde kwetsbaarheid – maar die dag kon ik niets anders dan gloeien en, tot mijn grote afschuw, me huilerig voelen. Chris had geen medelijden. ‘Oké, je voelt je op dit moment ongemakkelijk. Zet je eroverheen. Je hebt talent, maar naar mijn smaak ben je veel te zelfingenomen en deugdzaam. Als ik te laat ben, ben ik te laat. Als ik wil dat je je verhaal op een andere manier doet, doe je het op een andere manier. Als dat allemaal te veel voor je is: daar is de deur.’ Chris stak een sigaret op. ‘Oké, wat voor gevoel geeft dit kind je?’ ‘Ze roept iets beschermends in me op. Ze maakt dat ik voor haar wil zorgen.’ ‘En behalve die voor de hand liggende reddingsfantasieën?’ ‘Zou je het erg vinden om niet te roken?’ Chris liep naar het raam, deed het open, leunde naar buiten met haar achterwerk naar me toe gestoken en blies de rook uit over Tottenham Court Road. Ze keek over haar schouder. ‘Volgens mij ben je bang voor dit meisje.’ ‘Ik ben niet bang voor haar. Ik vind haar gewoon zo triest. Ze is pas twaalf. Acht maanden geleden heeft ze haar zusje verloren. Jezusmina, dat arme kind vond haar jongere zusje ondersteboven 60
Niets is wat het lijkt 60 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
drijvend in het zwembad. Nooit ziet ze haar moeder, nooit, omdat dat mens meer zorg besteedt aan het runnen van haar tijdschrift dan aan haar kind. En haar homovader is... nou ja, hij is pleite, carnaval aan het vieren aan de andere kant van de wereld. En om het nog wat somberder te maken is daar nog de huishoudster, Miriam, die nauwelijks Engels spreekt maar een constante factor in haar leven was, tot ze na Maisies verdrinkingsdood ontslagen werd. En ten slotte, om het plaatje van het gelukkige gezin compleet te maken, is er de stiefvader, model en toonbeeld van rouw, Maisies vader, die zodra hij de afdeling op komt alleen nog maar loopt te snikken.’ ‘Model van rouw of aantrekkelijke rouwende man?’ Dat was grappig en we glimlachten naar elkaar. ‘Beide.’ De sigaret was tot aan het filter opgebrand en Chris drukte hem uit in het lege miepotje. Ze ging weer tegenover me zitten. ‘Ze is zo tenger en bleek, een heel klein slachtoffertje. Ze heeft macht, maar ze is ook gewoon een meisje dat haar lappenpop knuffelt.’ ‘Een pop?’ ‘Ja, een lappenpop. Blijkbaar de pop van haar dode zusje.’ ‘Transitieobject?’ ‘Nou ja, ze legt het ding nooit weg en we mogen het niet aanraken. Die pop stinkt vreselijk, maar we mogen hem niet wassen. ’s Nachts zuigt ze... nou ja, sabbelt ze aan het gezicht. Overdag heeft ze de pop onder haar arm, altijd.’ Chris werd stil. Toen stak ze zorgvuldig een volgende sigaret op. ‘En waarom zouden mensen die pop willen wassen?’ ‘Omdat het ding stinkt.’ Langzaam blies ze de rook uit. ‘Luister. Ik wilde jou begeleiden omdat ik dacht dat je slim was en we de voor de hand liggende zaken konden overslaan. Dus... pop is transitieobject want link met dode zus. Niemand raakt dat ding aan. De pop is haar zus. Met stank erbij. Ik dacht dat Winnicott al in het eerste jaar, eerste week standaardkost was tijdens het basiscollege?’ 61
Niets is wat het lijkt 61 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
Jezus, dit mens gaf me echt het gevoel dat ik een idioot was. ‘Oké, niet mokken, ga verder met je verhaal.’ Is het niet zo dat je degene die je uiteindelijk alle lof toezwaait als je mentor in eerste instantie altijd haat? Met Chris was het nog te vroeg om er iets over te zeggen. Ik haalde adem tot diep in mijn buik en ging verder. ‘Toen ze net als patiënt op de afdeling was opgenomen, was ze obsessief aan het springen als we haar onder toezicht een springtouw gaven. Zodra ze maar kon, sprong en telde ze – en zelfs nu we na haar poging tot ophanging het springtouw hebben afgepakt, kunnen we haar benen op en neer zien wippen en haar polsen zien draaien. Voortdurend. Het was doodvermoeiend om te zien. Er viel totaal niet tot haar door te dringen – niemand kreeg contact met haar. Wanneer een van ons met haar probeerde te praten hield ze op met springen, maar zodra je wegging en het non-gesprek, het volkomen gebrek aan interactie opgaf, begon ze weer.’ ‘Wat is de uitwerking hiervan op het team?’ ‘Ze verdeelt ons. Volkomen.’ ‘Hoe?’ ‘Min of meer zoals je zou verwachten, omdat je de verschillen en interdisciplinaire rivaliteiten wel kent. De artsen gaan op de biologische, diagnostische toer en rammen ons hun rottige medicijnkaarten door de strot, terwijl wij met de maatschappelijk werkers praten en helemaal opgaan in compassie, begrip en behandelplannen voor gedragsmanagement. En natuurlijk zweven de psychoanalytici hoog boven ons allemaal, met interpretaties die tot ruzie in het team leiden en maken dat niemand ze nog mag.’ ‘Zoiets als “onbewust wílde ze dat haar zus verdronk”, dat soort gedoe?’ Chris grijnsde. ‘Jep, dat is hem.’ ‘Maar wat is er mis met dat idee?’ ‘Wat?’ ‘Misschien wilde ze haar zus inderdaad niet langer in de buurt hebben? Misschien is ze heel angstig en moet ze dat met obses62
Niets is wat het lijkt 62 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
sief en geritualiseerd gedrag onder controle houden. Misschien heeft ze inderdaad neurobiologische problemen die met farmacologische middelen moeten worden aangepakt. Misschien heeft ze een sneu leventje met als basis een gezin in crisis. Misschien slaat elke discipline de spijker op z’n kop. Maar dat is allemaal misschien, en voorlopig zou ik zeggen dat je opgescheept zit met een uiterst machtig klein meisje, dat het hele team kan splijten en jou op de kast weet te jagen door niets te zeggen, niets te eten en te proberen dood te gaan.’ Op dat moment wist ik niet wat me meer angst aanjoeg: mijn supervisor, mijn patiënt of de manier waarop ik dit alles voortdurend verkeerd leek aan te pakken. Toen ik later die dag naar Imogen keek, zag ik ‘hol’ en ‘leeg’. Dit tengere meisje, één bleke arm versierd met keurig evenwijdige, rode snijwonden, staarde me met grote, lege ogen aan en telde geluidloos. Denkend aan wat Chris had gezegd, probeerde ik te begrijpen hoe het woord ‘machtig’ op dit kind van toepassing was. Ja, klein kon machtig zijn, fragiel ook, maar hoe kon diepbedroefd, uitgemergeld, gemutileerd, angstig en suïcidaal machtig zijn? Chris had me om het verhaal gevraagd, en misschien was dat wel de plek waar ik aanwijzingen zou vinden – de hints voor de verborgen code die zou leiden tot het ontsluiten van het kind, van Imogen. En dus begon ik Imogen haar eigen verhaal te vertellen, voor zover ik dat begreep. ‘Er was eens een meisje dat in een groot huis woonde, in een grote stad. Ze woonde daar met haar moeder en haar vader en een aardige dame die Miriam heette en eigenlijk nauwelijks Engels sprak. Toen het meisje drie jaar was, besloot haar vader op een dag dat hij in een nog groter huis in een verre stad in Amerika wilde wonen, met zijn vriend Angus. Het meisje was verdrietig, maar bleef thuis bij haar moeder wonen, die al snel een man met een knap gezicht mee naar huis nam, die de stiefvader van het meisje werd...’ 63
Niets is wat het lijkt 63 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
Imogen was gestopt met tellen en haar ogen waren nu strak op mij gericht – ik voelde dat mijn hart een sprongetje maakte en mijn keel dichtkneep. Haar bruine ogen, omringd door haar witte gezichtje, leken enorm. ‘Het gezin woonde samen in het grote huis en al snel gingen de moeder en de stiefvader trouwen – niet lang nadat het meisje haar vierde verjaardag had gevierd. Het meisje was bruidsmeisje en droeg een roze glitterjurk met...’ Vanaf de andere kant van de kamer klonk een kuchje, en hoewel ik het niet zeker wist, dacht ik dat het kuchje het woord ‘blauw’ was. ‘Een blauwe glitterjurk... Klopt dat, Imogen, een blauwe bruidsmeisjesjurk?’ Ze begon weer te tellen. Shit – hoe kon ik zo stom zijn? Ik ging verder. ‘Na de bruiloft woonde het gezin samen in het huis, en terwijl de moeder op reis was en werkte, bleef het meisje thuis bij haar stiefvader en Miriam.’ Toen ik mijn keel voelde verkrampen, drong plotseling tot me door dat ik al veel te lang door mijn mond ademde. Mijn keel was droog en ik wist dat ik zonder glas water onbeheersbaar aan het hoesten zou slaan, waardoor ik het moment, de verbinding – of wat hier ook precies speelde – zou verliezen. De vraag hoe ik aan dat water moest komen veroorzaakte een paniekaanval; ik had het gevoel dat Imogens grote, starende ogen me op mijn stoel vastpinden. En toen begon ik te hoesten. De hoestbui was zo hevig dat ik ervan dubbelsloeg. Hoe harder ik probeerde het te onderdrukken, hoe erger het werd. Ik lag voorovergebogen en mijn ogen traanden, toen ik me opeens bewust werd van iemand vlak naast me. Terwijl ik langzaam overeind kwam, ontdekte ik dat Imogen op een armlengte bij me vandaan stond, met een glas water in haar uitgestoken hand. Ik was zo verrast dat ik meteen ophield met hoesten. Ik pakte het glas aan en dronk het in één teug leeg. Imogen ging weer zitten, stinkende lappenpop onder een arm, 64
Niets is wat het lijkt 64 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
draaiend met haar polsen en geluidloos tellend. Toen stopte ze en zei met een klein stemmetje: ‘Mijn jurk was blauw.’ In de volgende paar sessies gebeurde er niet veel. Dat kwam doordat ik haar te hard pushte. Opgetogen door ons ‘gesprek’ over de blauwe jurk probeerde ik meer uit haar te krijgen. Maar Imogen gaf me niets – en waarom zou ze ook? Ze zat daar zwijgend met de lappenpop van haar dode zusje. Haar polsen maakten steeds weer een halve draai en terug, en ze telde geluidloos. Ik pakte dit volstrekt verkeerd aan. Tussen al haar vergaderingen door dronken Chris en ik samen een kop koffie. ‘Probeer Imogens manier van communiceren te begrijpen, stop met haar op jouw voorwaarden te laten communiceren.’ ‘Wat ze communiceert, is dat ze het heeft opgegeven en dat ze zichzelf wil verhangen – dat snap ik en volgens mij weet ze dat ook.’ Chris schudde haar hoofd. ‘Je verhangen is geen communicatiestrategie. Je verhangen is een vorm van overleven. Ze voelt zich alleen, bang, onbegrepen, dus wil ze weg van dit feestje. Meer is het niet.’ Die gedachte schokte me, geloof ik. Zo had ik zelfmoord nooit bekeken: als copingstrategie. Ik kon suïcide zien als uitweg voor een wanhopige volwassene die het met het leven geprobeerd had maar tot de conclusie was gekomen dat het onleefbaar was. Voor zo iemand zou zelfmoord een actieve keuze kunnen zijn: iets waar je grip op kunt hebben, eindelijk iets wat je lukt na een ellendig leven vol vermeende mislukkingen. Maar kon een kind ook zo denken? ‘Oké, bekijk het eens van een andere kant. Hou op met het pathologiseren van Imogens gedrag. Hou op met proberen haar te “stoppen” als ze zich gedraagt op een manier die “abnormaal” lijkt. Doe met haar mee, ga naast haar staan, luister naar wat ze je met haar gedrag probeert te vertellen.’ 65
Niets is wat het lijkt 65 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
‘Haar gedrag is suïcidaal, pathologisch... Hoe kan ik daarin meedoen? De risico’s zouden...’ ‘Je luistert niet naar me. Zelfmoord is niet meer dan een vluchtstrategie. Kijk wat ze nog meer doet.’ Ik rende dat supervisiegesprek uit omdat ik naar college moest, maar toen ik de volgende dag terug naar de afdeling reed, bleef ik maar denken aan wat Chris had gezegd. Pathologie: een afwijking in normaal of gezond functioneren; abnormale, of atypische, gedragingen of gedachten die worden veroorzaakt door een geestelijke of lichamelijke ziekte. Een meedogenloos begrip en een akelig woord om voor een kind te gebruiken. In welke zin werd Imogen gepathologiseerd? Ze was tijdens een crisis opgenomen, stond onder strikte observatie, mocht niets in bezit hebben waarmee ze zou kunnen proberen zichzelf te doden; haar springtouw en zelfs de veters van haar gympen waren in beslag genomen. Al die dingen móésten juist gepathologiseerd worden, anders konden we haar niet helpen, toch? Dus wat was er verder nog waar ik Chris’ theorie op kon loslaten? Wat zagen we niet? De afdeling lag op het terrein van een enorm, voor het grootste deel nogal vervallen krankzinnigengesticht, dat ooit een victoriaans landhuis was geweest. Behalve ons moderne centrum was er nog maar één andere vleugel van het oude complex in gebruik; er woonden langdurig geïnstitutionaliseerde bewoners die waarschijnlijk nooit meer zouden vertrekken. In de stromende regen reed ik over het uitgestrekte ziekenhuisterrein, langs de vrijstaande ziekenzaal die een stukje bij de hoofdgebouwen vandaan was gebouwd voor hen die aan besmettelijke of terminale ziektes leden, en voor patiënten die als zo krankzinnig werden beschouwd dat ze werden opgesloten en geketend tot ze het opgaven en stierven. Dit gebouw lag aan de achterkant van het gesticht, ten noorden van de andere gebouwen. Dat was omdat de wind, die meestal vanuit het zuidwesten waaide, de invloed ervan dan niet 66
Niets is wat het lijkt 66 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
naar de stad kon blazen; in die tijd dacht men dat pathologie besmettelijk was. De mensen uit de negentiende eeuw waren als de dood dat ze immoreel gedrag en krankzinnigheid zouden kunnen ‘oplopen’. Omdat de wind meestal uit het westen kwam, lagen in het victoriaanse Londen de sloppenwijken, het arme deel van de stad, in het oosten – ruimtelijke ordening dicteerde de sociale orde. De krankzinnigen werden zelfs nog verder oostelijk van de stad gehuisvest, zodat niemand – zelfs de allerarmsten niet – aan hun invloed zou worden blootgesteld. Rijdend over de hoofdtoegangsweg van de inrichting wist ik dat in de villa’s aan mijn linkerhand ooit de vrouwen woonden, in die rechts de mannen. Elk gebouw was een microsamenleving geweest van individuen die niet geschikt werden geacht om in de burgermaatschappij te leven. Moreel verwerpelijke vrouwen – meestal vrouwen die als dienstmeisjes hadden gewerkt, verkracht waren door de landheer of zijn zoon en vervolgens ongetrouwd een kind hadden gekregen – werden hier gedumpt nadat hun kind van ze was afgepakt. Ze woonden samen met epileptici, die werden beschouwd als ‘gedegenereerden, krankzinnigen en idioten’ en anderen met depressies, angsten, leermoeilijkheden en psychoses. De ‘gebrekkigen’ moesten worden gescheiden naar geslacht. God verhoede dat ze ontucht zouden plegen en een nieuwe generatie zouden produceren. De grote struiken langs de lange weg vertelden echter de werkelijke verhalen: die van clandestiene copulatie, de behoefte aan contact, verbondenheid. Er bestonden vreselijke verhalen over die villa’s: over verkrachting en seksuele uitbuiting van de bewoners door de mensen die werden betaald om voor ze te zorgen. Terwijl ik nadacht over de geschiedenis van de plek waar ik werkte, begon ik een steeds grotere hekel aan het woord ‘pathologie’ te krijgen. Oorspronkelijk afkomstig uit de geneeskunde trok het in de geestelijke gezondheidszorg een grens tussen ‘normaal’ 67
Niets is wat het lijkt 67 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
en ‘abnormaal’, alsof dat onderscheid werkelijk bestond. Nog altijd zette het mensen met psychische problemen apart van de rest van de ‘gezonde’ wereld. Maar tegenwoordig zijn we verlicht, nietwaar? We zien ze niet meer als besmettelijk. Aan de andere kant: hier probeerden we op het terrein van een vroeg twintigste-eeuws krankzinnigengesticht iets voor deze kinderen te doen. Misschien was er toch niet zo heel veel veranderd. Imogens touwtjespringen. Het touwtjespringen, het tellen en de diepe, evenwijdige snijwonden in de zachte huid van haar linkerarm en beide bovenbenen – gedrag waarop het etiket ‘pathologische strategieën voor angstbeheersing’ was geplakt; maladaptieve copingtechnieken. De ‘verkeerde’ manier van ermee omgaan. En natuurlijk waren het dat – excessief obsessieve en geritualiseerde gedragingen vormen op de lange duur geen effectieve manier om met angst om te gaan. Op de korte termijn kun je wel met angstige gedachten dealen door uitgebreid te tellen of andere gedragsrituelen uit te voeren, maar op de langere termijn zou dergelijk compulsief gedrag Imogen niet helpen om tot de wortel van haar angst, haar behoefte aan controle door te dringen. Dit meisje, begon ik te beseffen, dat zich in de buitenwereld zo onvoorstelbaar controlerend gedroeg, was innerlijk compleet in verwarring. Ze voelde zich machteloos en was bang. Touwtjespringen was een manier om de boel bij elkaar te houden. Door dergelijke gedragingen te pathologiseren zagen we ze puur als symptomen van een onderliggend probleem. We hadden gereageerd door haar angstremmers te geven en gedragsregels op te stellen – niet touwtjespringen, niet hardop tellen en zeker niet snijden zolang ze op de afdeling was – en daarmee hadden we Imogen zeer efficiënt haar enige middel om grip op zichzelf te houden ontnomen, waardoor ze op geen enkele manier meer met haar pijnlijke, overweldigende binnenwereld kon omgaan. We 68
Niets is wat het lijkt 68 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
konden niet verdragen wat ze deed, wat we zagen, dus besloten we er een einde aan te maken. Geen wonder dat het arme kind zich van het leven wilde beroven. Imogen is angstig – waarom? Dat was makkelijk: 1. Emotioneel onevenwichtig vanwege afwezige moeder. 2. Geen band met afwezige vader. 3. Grootgebracht door een vrouw, Miriam, die op een taakgerichte manier heel vriendelijk kon zijn, maar niet de taalvaardigheid bezat om haar pupil te leren gevoelens te verwoorden. 4. Het verlies van Miriam toen ze na Maisies verdrinkingsdood werd ontslagen. 5. Grootgebracht door een stiefvader die zo uitstekend in staat was zijn emoties te uiten, dat hij te zeer door zijn eigen verdriet werd opgeslokt om zich met dat van zijn stiefdochter bezig te houden. 6. Schuldgevoelens omdat ze haar halfzusje Maisie verdrinkend had aangetroffen maar niet had kunnen redden. 7. Misschien zelfs bang vanwege haar eigen onbewuste verlangen om van Maisie af te zijn, het zusje dat zomaar in haar leven was verschenen en alles wat ooit alleen van Imogen was van haar had afgepakt. Misschien zou ik toch met de psychoanalyticus moeten praten. Dus: reële angsten, begrijpelijk en ongetwijfeld overweldigend voor zo’n jong kind. Geen emotionele constante om haar te helpen alles te begrijpen; niet het vermogen om onder woorden te brengen waardoor ze zich zo gekweld voelde; niemand om haar te helpen begrijpen dat het niet haar fout was, dat het niet haar schuld was, dat zij niet degene was die haar zusjes dood veroorzaakt of gewild had. Daarmee had ik alleen nog steeds geen oplossing voor Chris’ voorstel om me in Imogens pijnlijke wereld te begeven. Ik wist 69
Niets is wat het lijkt 69 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
nog altijd niet hoe ik dat zou moeten doen. Woorden heeft ze niet tot haar beschikking. Wat wel? En toen, net op het moment dat ik voor de afdeling parkeerde en de motor uitzette, begreep ik het. Ze kan touwtjespringen. Ik haastte me om mijn tassen te pakken en uit de auto te stappen. Ik moest de psychoanalyticus opzoeken, alles in mijn hoofd op een rijtje zetten. Toen ik me omdraaide om het portier open te maken, schrok ik me een ongeluk. De naakte billen van een van de bewoners die hier langdurig verbleven waren stevig tegen mijn raampje gedrukt. Snel kroop ik over de bijrijdersstoel heen om aan de andere kant uit te stappen. Mijn gesprek met de psychoanalyticus zat boordevol clichés. Een kruising tussen Woody Allen en Almodóvar. Ik liep een kleine, donkere kamer in, met tegen een van de muren de verplichte bank. Abstracte prenten naast ansichtkaarten van Anna Freuds huis in Hampstead, en dat alles gedomineerd door een enorme reproductie van een zelfportret van Frida Kahlo, met haar ingewikkelde, onverzorgde wenkbrauwen. Eindeloze stapels boeken (maar zeer weinig met kapotte rug) op het verkleurde kelimtapijt op de vloer. Het rook er stoffig. Ik zei tegen hem dat ik met Imogen moest touwtjespringen. Ik vroeg hem hoe ik het team, en dan met name de verpleegkundigen die verantwoordelijk waren voor gezondheid en veiligheid op de afdeling, moest overhalen om Imogen haar springtouw terug te geven. ‘Waarom zouden ze? Zal ze zich daarmee niet verhangen?’ ‘Niet met het springtouw, dat betekent te veel voor haar. Het is haar stem.’ Toen: stilte. Oneindige stilte. Zég gewoon iets, zeg wat u ervan denkt. ‘Vraag je me om toestemming?’ Och jezus, wat ongelooflijk frustrerend. 70
Niets is wat het lijkt 70 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
‘Nee. Ik vraag u om uw mening.’ Nog meer stilte. En toen, eindelijk: ‘Mijn mening is dat je meer waarde aan die van jou zou moeten hechten.’ O, rot toch op. Ik vertrok en liep met grote passen naar het kantoortje van de verpleging. Tot mijn grote verbazing zeiden ze ja en overhandigden ze me Imogens springtouw – hoewel ik me wel afvroeg of ze het misschien met een ‘oké, laat dan maar eens even zien wat je kunt, meisje’-houding deden. Dus deed ik dat. Ik vond Imogen in de recreatiezaal: ze zat met halfgesloten ogen op de vensterbank, telde stilletjes voor zich uit en draaide met haar smalle, gehavende polsen. Dit was haar vaste plekje. Ze kon er naar de vijver kijken die onlangs door de andere bewoners en het personeel was gegraven. Het was een geweldige activiteit geweest, al hadden we haar niet kunnen overhalen om eraan mee te doen. Imogen plus water stond voor haar – en voor ons – gelijk aan véél te gevaarlijk. ‘Imogen, het is tijd voor onze sessie.’ Geen reactie. ‘Imogen, ik ben hier voor jou, het is onze tijd samen.’ Niets. ‘Imogen, deze is van jou, geloof ik.’ Ik legde het springtouw op de vensterbank naast haar en een halve tel later draaide ze zich om om ernaar te kijken. ‘Kom op, Imogen, dan gaan we naar buiten.’ ‘In, spin, de bocht gaat in. Uit, spuit, de bocht gaat uit.’ Ik pakte het touw weer op; Imogen staarde naar me terwijl ik het volgende versje zong en begon met touwtjespringen:
71
Niets is wat het lijkt 71 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
‘Beertje beertje, draai je om. Beertje beertje, tik de grond. Beertje beertje, poets je tanden. Beertje beertje, was je handen.’ Geen reactie. ‘Rode bessen lust ik graag, maar zwarte nog veel liever. Mooie meisjes kus ik graag, maar jongens nog veel liever. Raad eens wie ik tegenkwam? Imogen met haar jongeman. Ik zou wel willen weten, hoe die man zou heten. A, b, c, d, e, f, g...’ Geen reactie. ‘Een zeeman ging naar de zee zee zee en weet je wat hij daar dee dee dee? Hij staarde daar naar de zee zee zee, de bodem van de diepe, blauwe zee zee zee.’ Ik had nog nooit zo lang touwtjegesprongen. Of eigenlijk had ik niet meer touwtjegesprongen sinds het laatste jaar van de lagere school, meer dan tien jaar geleden. Het zweet droop van me af en mijn kuiten en armen deden pijn. ‘Sorry, Imogen. Ik moet nu stoppen.’ ‘Ik was op de bodem van de zee zee zee.’ Dat was de langste zin die ik ooit had gehoord uit de mond van dit ongelooflijk serieuze persoontje met de vervagende rode striem in haar hals en de stinkende lappenpop van haar dode zusje stevig onder haar arm geklemd. 72
Niets is wat het lijkt 72 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
‘Was je op de bodem van de zee zee zee, Imogen?’ ‘Ik was op de bodem van de zee zee zee. In mijn blauwe jurk.’ We keken elkaar aan. Mijn hart bonkte als een razende. ‘Ik wilde het niet.’ ‘Wat wilde je niet, Imogen?’ ‘Ik heb honger.’ ‘Oké, Imogen. Kom, dan gaan we wat eten.’ Ik zei tegen mezelf dat ik op de goede weg was. Terwijl ik daar stond te zweten, vormde ik in gedachten een beeld van wat er met Imogen gebeurd was. Ik voelde me goed over mezelf. Ik dacht dat ik op het punt stond haar beter te begrijpen. Later zou blijken dat ik het volkomen bij het verkeerde eind had. Achter de doorkijkspiegel in de gezinstherapieruimte zitten en naar de gezinssessie kijken voelde, als ik heel eerlijk ben, opwindend. Ik kon hen wel zien, maar zij mij niet. Daarnaast was het ook ongemakkelijk – wie had deze therapeutische strategie bedacht? De gezinsleden wisten dat ze werden bekeken, maar werden geacht zich ‘normaal’ te gedragen. Ik voelde me schuldig. Imogen zat roerloos en met een bleek gezicht tussen haar moeder Mary en haar stiefvader Jake in. Jake huilde, Mary niet. Ze herleefden het moment waarop ze ontdekten dat Maisie dood was. Mijn collega met de zachtleren instappers zat bij ze in de kamer en leidde de sessie. ‘Vertel me eens over die dag?’ Het was een gewone dag, zeiden ze: de meisjes speelde buiten. Mary was aan het werk in haar thuiskantoor en belde met Los Angeles, een gesprek met de assistent van een beroemdheid. Jake had een bespreking met zijn agent, pr-medewerker en manager over een aanstaande fotoshoot voor de lancering van designerzwemkleding. Tja, een doodgewone dag, in een doodgewoon huishouden. ‘Waar was jij, Imogen?’ 73
Niets is wat het lijkt 73 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
Ze zei dat ze op de bodem van de zee zee zee was. En toen vroeg ze of ik wilde binnenkomen en haar eruit wilde trekken. Als ik eraan terugdenk, schaam ik me. Toen ik vanuit de ruimte achter de doorkijkspiegel de therapiesessie binnenliep, was er een ‘moment’ met Jake. Een blik die we wisselden. Ik had hem gezien op reclameborden in Londen, in chique modebladen. En nu was ik in dezelfde kamer als hij, in het echt, waar ik me als Imogens individuele therapeut bij deze gezinssessie aansloot, en de ogen waren hetzelfde, het zwakke glimlachje hetzelfde. Hij wist precies hoe ik me voelde; erger nog: hij wist dat ik wist dat hij het wist. Het was maar een fractie van een seconde, maar Imogen zag het – zag dat ‘moment’ tussen mij en haar stiefvader. Ik liet haar stikken door op een pathetische, voorspelbare manier menselijk te zijn. En toen was ik alweer terug in de kamer, op hetzelfde moment dat Imogen opsprong, haar stoel optilde, hem naar de doorkijkspiegel smeet en de kamer uit rende, de stinkende lappenpop van haar dode zusje onder haar arm geklemd. Te midden van de chaos sprong ik op en rende achter Imogen aan. Terwijl ik de afdeling af sprintte, hoorde ik het alarm afgaan. Het regende, van die lichte, dichte regen die je binnen een paar seconden doorweekt en maakt dat alles er olieachtig uitziet. Omdat ik voelde dat ik uitgleed, schopte ik mijn schoenen uit, maar daar kreeg ik onmiddellijk spijt van toen ik het losse grind in mijn voetzolen voelde snijden. Geen tijd om te stoppen. Ik moest blijven rennen – en trouwens, de pijn was mijn straf omdat ik er niks van bakte. Achter me kon ik collega’s horen schreeuwen; ze vormden teams om onze kleine prooi de pas af te snijden. Mijn naam werd geroepen, maar ik durfde niet te stoppen of langzamer te gaan omdat ik Imogen nog altijd in het zicht had; bovendien was ik verantwoordelijk voor haar vlucht, dus moest ik ook degene zijn die haar inhaalde. Toen ik aan het einde van de centrale weg kwam die het terrein in tweeën deelde, en vervolgens de bocht om rende naar de uit74
Niets is wat het lijkt 74 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
gang, sloeg mijn hart een slag over. Ik was vergeten dat ik door deze gesloten gemeenschap te verlaten de echte wereld in zou rennen; de grote lokale weg op die een oprit naar de snelweg had. Verwilderd keek ik naar links en naar rechts, en ik zag een klein figuurtje naar het viaduct rennen. Ik hijgde en mijn benen voelden loodzwaar. Toch had ik nog tijd om me af te vragen – en niet voor het laatst – waarom we in godsnaam suïcidale kinderen zo vlak bij een hoofdweg huisvestten. Dit waren grote wegen, bezaaid met viaducten – perfecte plekken voor suïcidale types. Toen ik dat bedacht, nog altijd rennend, begon ik te huilen. We renden in de richting van de snelweg, de civilisatie en de grote stad. Zij ging steeds langzamer, ik niet. Ik was nat en koud en rende, naar ik aannam, voor Imogens leven. Ik hield mijn ogen strak op haar gericht terwijl ze op het hek van het viaduct klom; ik knipperde niet met mijn ogen en wendde mijn blik niet af. Mijn magische denken zei me dat zolang ik mijn ogen nou maar niet van haar afwendde, ze niet zou springen. Toen ik dichterbij kwam, hoorde ik het geluid van toeterende auto’s en vrachtwagens. Mensen hadden het meisje gezien en stopten om uit te stappen en naar haar te roepen. Ik zag twee mannen uit een busje springen en het talud op rennen, iemand anders die op de vluchtstrook geagiteerd in een mobieltje stond te praten. Terwijl ik haar naderde, ging ik instinctief langzamer lopen: ren op iemand af die klaar is om te springen en hij zal zeker springen. Mijn voeten deden pijn, mijn spieren brandden en mijn longen voelden alsof ze elk moment konden barsten; en dus stopte ik en bleef ik staan. Boven op het hek draaide Imogen zich naar me om; alle herrie was verdwenen. Ze was rustig; ze glimlachte naar me. Ik was doorweekt door de regen en het zweet en hijgde harder dan ik ooit gedaan had. Ik wilde vooroverbuigen, mijn handen op mijn knieën laten rusten en bijkomen van mijn marathon. Maar ik kon mijn blik niet afwenden. 75
Niets is wat het lijkt 75 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
Imogen verbrak het oogcontact. Zij en de stinkende lappenpop van haar dode zusje keken over de rand van het viaduct naar de weg beneden, vol stilstaande auto’s. In de verte klonk het huilen van een sirene. Ik begon langzaam naar haar toe te lopen. ‘Imogen, zal ik je omhoogtrekken van de bodem van de diepe, blauwe zee zee zee?’ Ik voelde me kalm; ik was terug in de voorkamer van mijn oma, starend naar het met bloed bevlekte tapijt. Weer keek ze naar me, bewegend met haar lippen en draaiend met haar polsen. Ze probeerde te besluiten wat er nu ging gebeuren. Uit alle macht wenste ik haar mijn armen in. En ze kwam. Ik hield Imogen vast, sloot mijn armen om haar heen en trok haar tegen me aan terwijl we samen op het olieachtige natte asfalt van het viaduct vielen. Ik voelde me licht, alsof ik zweefde. Toen was er een dreun boven op me en lagen we beiden gevangen onder mannenlijven, zwetend en hijgend door hun sprintje het talud op, hun armen om ons heen geslagen. Het leven ging door. Jonge mensen kwamen op de afdeling en vertrokken weer. Imogen en ik gingen door met de therapie; ik was de enige met wie ze wilde praten. En praten deed ze. Na verloop van tijd ging ze naar de afdelingsschool en nadat we de ‘aanschuiftechniek’ hadden toegepast – waarbij een leraar erbij zat terwijl ik met Imogen praatte en in de loop van dagen en weken steeds iets dichterbij kwam zitten, totdat onze kleine pupil zich zo op haar gemak voelde dat de leraar aan ons gesprek mocht deelnemen – kon ik haar bij anderen achterlaten, op haar gemak kletsend en meedoend met de lessen; ze was een intelligent meisje. Het touwtjespringen en tellen hield bijna helemaal op; af en toe kwam het weer even op, als om ons te laten zien dat we iets hadden gemist waarmee ze nog altijd worstelde. Zelfmutilatie werd een ding uit het verleden. Imogen kwam weer wat aan. Uiteindelijk kon ze haar gympen mét veters dragen, en haar badjas netjes dicht76
Niets is wat het lijkt 76 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
gebonden met een koord. Het was tijd om haar vertrek van de afdeling voor te bereiden. Opgenomen worden op een psychiatrische afdeling is voor iedereen afschuwelijk, maar er weer vertrekken kan zelfs nog erger zijn. Als team namen we er soms zelfs maanden de tijd voor: we praatten met de kinderen over hun vertrek, gaven ze weekendverlof, stelden het poliklinische team aan ze voor en begonnen met ze weer laten wennen op de normale school. We vertelden ze dat dit proces zo lang duurde omdat er zoveel te organiseren viel en we hun de kans wilden geven om zich langzaam van ons los te maken, om afscheid van ons te nemen. De waarheid was ook dat het zo lang duurde omdat we ze niet graag lieten gaan. Van alle jonge mensen verwachtten we wel wat acting-outgedrag voor ze vertrokken – ze waren bang en wilden een manier vinden om te blijven omdat ze de buitenwereld veel te eng vonden. Geïnstitutionaliseerde kinderen zijn moeilijk te helpen omdat hun angst zo’n sterke beschermingsdrang bij ons oproept, en we moesten ons best doen om niet mee te gaan in hun behoefte om bij ons te blijven. We wilden ze zo graag bij ons houden, ze tegen gevaar beschermen. Want laten we eerlijk zijn: als je weet dat je het leven van een kind compleet hebt weten te veranderen zodat ze weer wil leven, hoe moeilijk zou jij het dan vinden om haar terug te sturen naar die klotewereld die er juist voor zorgde dat ze dood wilde? Oordeel niet over mijn arrogante neiging te willen beschermen voordat je die van jezelf onder de loep hebt genomen. Imogen reageerde prima op de voorbereidingen op haar ontslag; of eigenlijk ging ze er zelfs iets te goed mee om, en dat gaf me de kriebels. Mijn collega’s deden echter zorgvuldig hun best om me te helpen kritisch te kijken naar mijn tegenzin haar los te laten, dus nam de frequentie van onze individuele therapiesessies af, zodat ik al snel niet meer was dan een van de teamleden die Imogens vertrek voorbereidden. En daar was ik ongelooflijk chagrijnig over. 77
Niets is wat het lijkt 77 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
In die periode was Chris ‘voor onbepaalde tijd’ afwezig; het gerucht ging dat ze in een afkickkliniek zat. Beroerde timing: ik had grote behoefte aan hulp. Ik baalde ervan dat ik op geen enkele manier met haar in contact kon komen. Toen ik tegen mijn collega’s zei dat ik instinctief voelde dat er iets was wat Imogen ons nog niet verteld had, wezen ze me er vriendelijk maar beslist op dat ik echt hoognodig ‘afstand’ van Imogen moest nemen; mij werd te verstaan gegeven dat dit mijn problemen waren, niet die van haar. Sinds het spiegelincident voelde alles gewoon te soepel. Sessies met Imogen en haar familie verliepen rustig: Imogen sprak meer, haar moeder luisterde en haar knappe stiefvader stopte met snikken. Alles werd gerepareerd, net als de spiegel. Dus waarom voelde ik me zo ongemakkelijk? Ik besloot het de meiden te vragen, mijn drie beste vriendinnen, in het café. Bij hen kon ik altijd terecht voor hulp. Sinds ik aan mijn praktijkopleiding was begonnen, had ik ze harder nodig dan ooit. Ali, die ik van de universiteit kende en die nu als personeelsmanager werkte, vroeg: ‘Je hebt een goed resultaat, met alle communicatie binnen het gezin intact, dus waarom zou je twijfelen aan wat je met eigen ogen ziet? Ontsla dat meisje, laat haar verdergaan met haar leven.’ De briljante Megan, mijn vriendin van school en nu wetenschappelijk onderzoeker, zei: ‘Dit meisje heeft maanden op die afdeling gewoond, waar ze vooral door jou is begeleid. Haar symptomatische gedrag is bijna verdwenen, ze begrijpt de samenhang tussen haar gedachten, gevoelens en gedrag en kiest ervoor om te leven. Waarom zou je de vlag niet uithangen? Richt je op de volgende patiënt, met haar heb je je werk gedaan.’ Mijn oudste vriendin van de lagere school, de lieve, aardige Rosie, die aan haar tweede studie bezig was en daarnaast als serveerster werkte, zei: ‘Als het niet goed voelt, vraag dan godverdomme advies.’ Maar waar moest ik in hemelsnaam heen? Ik voelde me in de 78
Niets is wat het lijkt 78 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
steek gelaten en was woest op Chris omdat ze zo plotseling verdwenen was. Ik had niets gemerkt – ze was raar, maar niets had me aanleiding gegeven om te denken dat ze naar een afkickkliniek moest. Jezus, hoe slecht was ik in dit werk? Ik kon niet eens zien aankomen dat mijn supervisor op instorten stond. De universiteit liet niet veel los over waar Chris was en omdat ik bijna aan het einde van mijn tweede halfjaar was, vond men dat er geen tijd was om een andere supervisor voor me te regelen. Men stelde voor dat ik binnen de afdeling op zoek ging naar iemand voor één-op-één-begeleiding. En dus deed ik dat. De kamer rook nog steeds stoffig; de meeste boekruggen waren nog altijd ongeknakt, maar eigenlijk voelde het prima om me op de bank bij de muur onder Frida Kahlo uit te strekken. ‘Ze is er nog niet klaar voor om te vertrekken.’ Stilte. ‘Het is te gemakkelijk.’ Nog meer stilte. Ik peuterde aan mijn nagellak en beet op mijn nagels. ‘O, kom op. Zeg iets, alstublieft. We weten alle twee dat dit plotselinge herstel vreemd is. Dit is niet alleen maar een boos meisje dat bij ons weggaat en met haar leven doorgaat om te bewijzen dat wij verkeerd zitten met onze afwijzing.’ Ik trok aan mijn mouwen; mijn nagels waren tot aan het vlees afgebeten. ‘Ik moet zien uit te vinden waarom ze er weer bovenop is gekomen. Ze was zo... kapot... Er móét gewoon een groter verhaal zijn.’ Plotseling drong tot me door dat zijn zwijgen me had helpen begrijpen dat we het achtergrondverhaal van dit stille meisje niet kenden. We hadden haar gedrag bestudeerd en onder controle gekregen, maar we wisten nog altijd niet echt waardoor dat gedrag in eerste instantie was veroorzaakt. We kenden haar achtergrond niet; het einde van dat verhaal dat ik haar op dag één had proberen te vertellen. 79
Niets is wat het lijkt 79 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
En toen sprak hij. ‘Ik denk dat haar verhaal groter is dan het verdriet om het verlies van haar zusje.’ Je meent het, Sigmund. Dat is precies wat ik zei. ‘Wat heb je met dit meisje nog meer ervaren?’ Ik wist wat ik moest antwoorden, maar kon het niet – het voelde te cliché om zoiets te zeggen, liggend op de divan bij de psychoanalyticus. ‘Er was een “moment” met haar stiefvader, tijdens de sessie waarin ze later wegrende.’ Ik voelde me erger dan idioot. Hij zei niets. ‘Oké,’ krabbelde ik terug. ‘Dat was te veel informatie. Niet relevant. Zegt u me gewoon wat ik moet doen.’ En toen liet de bleke, gereserveerde, stille, haast goddelijke analyticus me schrikken. ‘Zoek verdomme gewoon uit waar dit om gaat, voor het te laat is.’ Over een week zou Imogen vertrekken en ik stond onder druk. Ik haatte psychoanalytici, maar plotseling was deze ene op mijn werk mijn beste vriend. In mijn hoofd was het een chaos. Ik ging opnieuw bij hem langs, maar het grootste deel van de tijd zweeg hij; ik voelde me stom dat ik over dat geladen moment was begonnen. Imogens moeder Mary en haar stiefvader Jake waren gelukkig. Mary was zwanger en voor Imogen was het leven weer vol hoop, na het bizarre incident dat haar stiefzusje het leven kostte; hier heb je een nieuw kleintje! Iedereen was gelukkig. En waarom ook niet? Ik gedroeg me als een egoïstische trut: ik deed dit werk nog maar net, mijn mentor zat in een afkickkliniek en ik kon dit gelukkige, gezonde meisje dat er helemaal klaar voor was niet loslaten. Ik besloot met al dat zelfmedelijden te kappen en we bereidden ons allemaal voor op het afdelingsfeest in de tuin van het ziekenhuis. Het was tijdens dat zomerfeest dat ik haar aantrof, starend in de vijver. ‘Hé,’ zei ik. 80
Niets is wat het lijkt 80 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
Ze gaf geen antwoord. ‘Imogen, kom, dan halen we een suikerspin.’ Ze hurkte neer. Imogen en water. Shit, moest ik bang zijn? Nee, stel je niet aan, zie het bewijs: de vooruitgang van dit meisje. Ze weet zich te gedragen. Kalm blijven. ‘Hé, Imogen. Wat is er? Kom, de suikerspin roept! Wedstrijdje naar het suikerspinkraampje.’ Ze haalde de lappenpop onder haar arm vandaan en gooide hem in de vijver. Ik stak mijn hand uit, tilde de stinkende lappenpop uit het water en gaf hem aan haar terug. ‘Kom, lieverd. Ben je boos dat je van de afdeling weggaat? Vertel het me maar. Reageer het niet af op de lappenpop!’ Ze gooide de lappenpop terug in de vijver, vlak voor mijn voeten. En toen zei ze, zacht maar duidelijk: ‘Sorry, maar ik ga je niet redden.’ Ingespannen staarde ze naar de lappenpop van haar zusje, die met het gezicht omlaag in het water lag. Mijn hart bonkte; haar gezicht veranderde weer in een masker, haar polsen begonnen ritmisch te draaien en haar lippen bewogen terwijl ze geluidloos telde. Daar heb je het verdriet weer, dacht ik. Ik knielde naast mijn patiëntje en deed mijn best haar te troosten en terug te halen. ‘Imogen, ik kan zien dat je heftige gevoelens hebt op dit moment. Ik denk dat ze te maken hebben met het verdrinken van Maisie en dat dit je heel verdrietig en heel bang maakt.’ Zonder haar ogen van de verdrinkende lappenpop af te wenden schudde Imogen haar hoofd. ‘Imogen, waarom halen we de lappenpop niet uit de vijver? Dan zoeken we daarna binnen een rustig plekje om te praten.’ Imogen schudde haar hoofd. ‘Lieverd, luister naar me. Ik denk dat het heel verdrietig voor je zou zijn als we Maisies pop naar de bodem van de vijver laten zinken. Dit is Maisies pop, toch? En nu Maisie er niet meer is om 81
Niets is wat het lijkt 81 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
van haar pop te houden, heb jij die heel belangrijke taak van haar overgenomen.’ Eindelijk keek Imogen me aan. ‘Ik wil haar niet redden.’ Opeens kreeg ik het ijskoud. ‘Waarom niet, liefje?’ Ik bukte me om de pop te pakken. ‘Kijk, we kunnen haar samen redden.’ ‘Nee.’ Imogen greep mijn arm. ‘Nee. Nee. Nee. Nee. Nee. Nee. Nee. Nee. Nee. Nee.’ Ze gooide zich boven op me. Terwijl ik haar vasthield, kon ik haar hart voelen kloppen, haar hele lijf voelen trillen. Ze zweette. ‘Oké, lieverd. Ssssst, liefje. Het is goed. Het spijt me, liefje. Het spijt me. We zullen de lappenpop laten waar ze is.’ Ik begon haar te wiegen terwijl ze tegen me aanleunde, haar rug tegen mijn borst, haar benen tussen de mijne. Zo zaten we een tijdje, alle twee starend naar de lappenpop, die langzaam opzwol van het water en steeds zwaarder werd, begon te zinken. Terwijl de tijd langzaam verstreek, begon ik me te ontspannen en luisterde naar de geluiden van vrolijke kinderen op het feest achter ons. Toen voelde ik Imogen bewegen, zich van me lostrekken. ‘Wat is er, Imogen?’ ‘Het gaat niet snel genoeg.’ ‘Het is oké, lieverd, ze zinkt al.’ ‘Het gaat niet snel genoeg.’ Imogen sprong uit mijn armen en waadde de vijver in. Ik ging haar snel achterna, op handen en knieën, en probeerde haar vast te grijpen en terug te trekken. Ik raakte in paniek; wilde ze zichzelf verdrinken? Ik kroop de vijver in en bleef toen opeens stilstaan. Imogen duwde de pop onder water, heel voorzichtig. Ze fluisterde iets. Ik moest mijn best doen om te verstaan wat ze zei. ‘Het is goed nu, Maisie. Alles komt goed. Ik hou van je, Maisie. Je bent nu veilig. Er zal niets ergs meer gebeuren. Ik beloof het, Maisie, Immy belooft het.’ Imogen verdronk haar zusje. 82
Niets is wat het lijkt 82 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
Ik voelde me misselijk. Wat zag ik hier? Was dit de heropvoering van een fantasie? Of een heropvoering van de werkelijkheid? Of gewoon een manier voor Imogen om iets af te sluiten – om de lappenpop aan de rechtmatige eigenaar terug te geven? Dat was het, zei ik tegen mezelf. Imogen verdronk de pop langzaam en voorzichtig, dus ik had alle tijd om hier rustig over na te denken. Voor Imogen was de lappenpop Maisie, of op zijn minst een transitieobject dat haar met haar dode zusje verbond. Toen ze op de afdeling kwam, sprak ze niet en verkeerde ze in regressie – een angstige pasgeborene zonder woorden, die met haar gedrag extreme wanhoop en acute angst communiceerde. ’s Nachts sabbelde ze op haar pop en overdag hield ze hem dicht tegen zich aan als troost, om haar zusje dicht bij zich te houden. In de loop van de tijd hadden we Imogen geholpen om beter te worden, toch? Ze had haar verdriet kunnen uiten en haar familie had een nieuw niveau van begrip en acceptatie bereikt. Ze hadden allemaal een mooie toekomst voor zich, met een nieuw baby’tje op komst. Het leven kon weer doorgaan. Dat was het. Dat leek logisch. Het gevoel dat ik dit onder controle had keerde terug. Het enige wat we hoefden te doen was de lappenpop naar de bodem laten zinken, en dan kon Imogen rust vinden. De lappenpop was nu helemaal onder water en Imogen zette haar voet op de pop. Het was tijd om verder te gaan. ‘Lieverd? Is het klaar? Is de lappenpop nu bij Maisie?’ Imogen draaide zich naar me om en zei met heldere, duidelijke stem: ‘Ja. En nu kan hij niet meer aan haar zitten.’ Imogen gaf over in de vijver. Ze veegde haar mond af en begon te vertellen; de rest van het verhaal volgde, niet erg helder, niet in de juiste volgorde, maar ik begreep het woord voor woord. Imogen had Maisie geholpen om te verdrinken toen haar zusje vijf werd, de leeftijd die ze zelf had toen haar stiefvader, Jake, was begonnen haar seksueel te misbruiken. 83
Niets is wat het lijkt 83 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22
Ze had gezien dat haar zusje in het zwembad bij hun huis viel en had toen zachtjes haar voet op Maisies hoofd gezet om haar onder water te houden. Om haar zusje tegen seksueel misbruik te beschermen had ze zich voor haar stiefvader beschikbaar gesteld; ze dacht dat hij niet naar Maisie zou omkijken als zij hem altijd van hun ‘speciale vriendschap’ zou laten genieten. Langzamerhand drong echter tot haar door dat hij haar eigenlijk niet meer wilde, hoe hard ze ook haar best deed, en dat was het moment waarop ze wist dat ze Maisie moest beschermen. Het werd steeds moeilijker. Imogen werd ouder en daarmee minder aantrekkelijk voor haar stiefvader. Hij wilde alleen heel jonge meisjes. Imogen wist dat ze opzij zou worden geschoven om plaats voor haar zusje te maken. ‘Ik wilde niet dat ze doodging. Het was niet mijn bedoeling dat het zou gebeuren, maar toen ze in het zwembad viel en ik haar er niet uit kon trekken, wist ik wat ik kon doen om haar te helpen.’ Om ons heen rook het naar vijverwater en kots. ‘Ik heb mijn zusje Maisie vermoord. Wil je dat alsjeblieft tegen de politie zeggen en me naar de gevangenis brengen?’ Ik tilde Imogen in mijn armen en terwijl ze haar vermoeide hoofdje op mijn schouder legde, droeg ik haar weg bij de vijver. Terwijl we de afdeling op liepen, stond de psychoanalyticus ons bij de deur op te wachten. Hij sloeg een warme deken om ons heen.
84
Niets is wat het lijkt 84 | Elgraphic - Vlaardingen
15-05-14 10:22