Dienst voor Investeringen van het Katholiek Onderwijs (DIKO)
rationeel energiegebruik in scholen en de REG-procedure bij AGIOn
O
p 2 februari 2012 meldde de AGIOn dat beslist werd om de REG-procedure af te schaffen, met terugwerkende kracht vanaf 1 februari. Het gaat hier om een procedure in afwijking van de chronologie waarmee schoolbesturen sedert 2006 versneld ingrepen gesubsidieerd krijgen die passen in rationeel energiegebruik. Enkele weken later besliste de AGIOn ook dat geen enkel reeds ingediend dossier nog aanspraak kan maken op een afwijking van de chronologie binnen de REG-procedure. Het VSKO kan zich met die beslissing niet verzoenen en zoekt naar een oplossing. Maar wat is er juist aan de hand?
Over Rationeel Energiegebruik (REG) in schoolgebouwen in een ruimere context Rationeel energiegebruik is de laatste jaren niet meer weg te denken uit de aanpak van een gebouwenpatrimonium. We moeten zorgzaam omgaan met energie om onze ecologische footprint te beperken. We hopen op die manier de opwarming van de aarde en de klimaatverandering te kunnen vertragen of om te buigen. De voorgaande jaren heeft de idee van duurzaamheid in gebouwinvesteringen zich niet alleen in de diepte maar vooral ook in de breedte ontwikkeld. Het is al lang niet meer onze hoofdbekommernis om louter beter geïsoleerde en luchtdichtere gebouwen af te leveren. We moeten daarnaast ook zorgen voor een gezond binnenklimaat met aandacht voor de binnenluchtkwaliteit. Een brede visie op duurzaamheid in al zijn aspecten (economisch, sociaal, cultureel, …) heeft de weg gevonden naar het scholenbouwdiscours. Als we het nu hebben over duurzame gebouwinvesteringen dan hebben we het over veel meer dan louter het rationele gebruik van energie. En tegelijkertijd zijn de energieprijzen de laatste jaren veel sterker gestegen dan de werkingstoelagen waarmee onze school besturen de energiefactuur moeten betalen.
Elk schoolbestuur wordt op die manier om bedrijfseconomische redenen gestimuleerd in de richting van energiebesparende investeringen. In diezelfde periode heeft de achterstand in scholenbouwinvesteringen zo’n gigantische proporties aangenomen dat de wachttijd voor nieuwe aanvragen bij ongewijzigd beleid wordt uitgedrukt in decennia in plaats van in jaren. Voor de financiering van scholen bouwinvesteringen wordt elke strohalm aangegrepen om die wachttijd te kunnen inkorten, zelfs indien hierdoor niet altijd kan gekozen worden voor de meest rationele of duurzame oplossing. Schoolbesturen hebben geen alternatief. We kunnen dus niet meer om rationeel energiegebruik heen. Maar dat rationeel energiegebruik moet steeds gezien worden tegen de achtergrond van een veel ruimere duurzaamheidsimpuls en van het acuut gebrek aan geld in de scholenbouwpiste.
met de REG-middelen mag betaald worden staat opgelijst in een beperkend lijstje in de omzendbrief rond energiezuinige scholen.1 De omzendbrief die voorbereid werd door de Werkgroep Energiezuinige Schoolgebouwen is op zich interessant omdat hij naast REGinvesteringen ook ruim aandacht besteedt aan flankerende maatregelen. Het gaat hier om een globale aanpak om energiezuinigheid van schoolgebouwen positief te beïnvloeden via 7 thema’s: (1) sensibilisering via toegankelijke brochures met concrete tips en ach tergrondinformatie, (2) energieboekhouding, (3) energieprestatiecertificaat, (4) energie audits, (5) energiecoördinatoren, (6) afstellen van de verwarmingsinstallaties, (7) REGinvesteringen en (8) energienormen. De meeste maatregelen die opgenomen zijn in de omzendbrief en waar een prijskaartje aan hangt voor de Vlaamse Gemeenschap werden meteen ingeschreven met een tijdelijk karakter. Enkele van die ingrepen werden later, eventueel onder een aangepaste vorm, herhaald. Op die manier heeft ook de subsidie van REG-investeringen altijd een tijdelijk karakter gehad. Elk jaar opnieuw besliste de minister van Onderwijs en Vorming of en welk deel van de dotatie van de AGIOn moest besteed worden aan dergelijke investeringen. Het VSKO heeft die maatregel ondersteund en toegejuicht omwille van de grote REGachterstand van onze schoolgebouwen. Binnen de Werkgroep Energiezuinige Schoolgebouwen heeft DIKO mee gebouwd en geschreven aan dit REG-kader.
Een afwijking chronologie voor REG-investeringen: de REG-procedure
Naar een evaluatie van deze specifieke REG-procedure
Sedert 2006 wordt bij de AGIOn een deel van de middelen ingekleurd voor investeringen in rationeel energiegebruik (REG). Die middelen mogen uitsluitend gebruikt worden voor het subsidiëren van REG-investeringen. Wat
De situatie op het terrein is verder geëvolueerd sedert de opstart van deze REG-procedure in 2006. Hoe wordt deze specifieke REG-procedure geëvalueerd in het licht van die gewijzigde omstandigheden?
1 Met de omzendbrief van 21 december 2005 met betrekking tot Rationeel Energiegebruik in Scholen leverde minister Vandenbroucke voor het departement Onderwijs en Vorming een bijdrage voor het halen van de Kyotonorm. De Omzendbrief werd min of meer grondig herschreven op 23.09.2008. De laatste versie van de omzendbrief dateert van 20 november 2011 (Omzendbrief van 23.09.2008 - Rationeel energiegebruik in scholen). U vindt de tekst van de Omzendbrief op de website van DIKO: www.diko.be
24
april 2012
We bekijken enkele van de voornaamste evoluties: 1. De REG-reflex is al erg ingebakken bij elk van onze schoolbesturen 2. Zuivere REG-dossiers zijn onmogelijk 3. Door de 80/20-regel staan deze REG-dossiers soms haaks op duurzaam investeren 4. REG-middelen uitdovend 5. Druk op de verkorte procedure
De REG –reflex is al erg ingebakken bij elk van onze schoolbesturen Ten eerste heeft zich een stevige brok reglementering ontwikkeld op het vlak van energie-efficiëntie: laag energieverbruik met een gegarandeerde binnenluchtkwaliteit. Daaraan moet elk schoolgebouw voldoen. Zo werd met het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 7 december 2007 betref fende energieprestaties in scholen een energieprestatiepeil E70 opgelegd aan alle nieuw op te richten gesubsidieerde school gebouwen die een stedenbouwkundige ver gunning aanvragen vanaf 01.01.2008. Ondertussen is die E70 al erg ingeburgerd en wordt met een gerust gemoed uitgekeken naar de E60-eis die algemeen zou gelden vanaf 2014 en (iets minder gerust) naar de energieneutraliteit die enkele jaren later wordt nagestreefd. Ten tweede is het besef gegroeid van de voorbeeldfunctie die scholen moeten opnemen in de strijd tegen de klimaatverandering. Via sensibiliseringscampagnes en speciale acties brengen scholen de problematiek on-
- venster (raamprofiel + beglazing): U-waarde van max. 2,5 W/m².K.
der de aandacht van de leerlingen en hun ouders. Maar dan kan het schoolgebouw moeilijk achter blijven.
Ook andere energiebesparende maatregelen komen in aanmerking: zonneboilers, zonnepanelen, warmtepompen, waterrecuperatie, enz. “
Ten derde, we haalden het al aan, is de afgelopen jaren de prijs van brandstof zo gestegen dat schoolbesturen zich om louter bedrijfseconomische redenen verplicht zien om te investeren in een verlaging van het energiegebruik.
Een schoolbestuur dat in een bestaand gebouw wil investeren in nieuw buitenschrijnwerk (REG) zal daarnaast ook het bestaande oude schrijnwerk moeten uitbreken en zal ook bijkomende werken moeten uitvoeren, bijvoorbeeld aan de vensterbanken en de raamkaders. In vele gevallen zal de vzw zich verplicht zien om het pleisterwerk te herstellen en herstelschilderwerken uit te voeren. Op het nieuwe buitenschrijnwerk na, komen deze noodzakelijke ingrepen niet voor in de REG-lijst.
Zuivere REG-dossiers zijn onmogelijk We stellen vast dat zuivere REG-dossiers op basis van de lijst opgenomen in de omzendbrief van 23 september 2008 quasi onmogelijk zijn. In de Omzendbrief vinden we immers volgende inhoud terug voor REG-investeringen:
Dit betekent dat de AGIOn bij elke 100 EUR die binnen de REG-procedure aan zuiver REG moet worden uitgegeven, nog eens een extrabedrag moet reserveren. Dat extra-bedrag komt dan uit de overbevraagde resterende AGIOn-pot.
“Het gaat hierbij in de eerste plaats over de volgende investeringen: - energiezuinige verwarming: lagetemperatuurketels, condensatieketels, thermostatische kranen, snelheidsregeling van pompen en ventilatoren, regeling van verwarming en isolatie van leidingen;
Om de budgettaire impact te beperken werd daarom een minimumpercentage opgelegd aan de investeringen in zuiver REG binnen elk onderdeel van een REG-subsidieaanvraag. Enkele jaren geleden werd die ratio opgetrokken tot een eis van 80% zuiver REG. Het VSKO had begrip voor die beslissing van de AGIOn maar betreurde dat ze zonder vooraankondiging werd ingevoerd en meteen van toepassing was voor alle reeds ingediende aanvragen.
- energiezuinige verlichting (= max. 2,5 Watt per m² vloeroppervlakte en per 100 lux): armaturen, lampen, elektronische ballasten en regeling (dimming, aanwezigheidsdetectie, daglichtcompensatie, ...); - isolatie: vloerisolatie, muurisolatie en dakisolatie; - ramen met verbeterd dubbel glas : - glas: U-waarde van max. 1,3 W/m².K;
Door de 80/20-regel staan deze REG-dossiers soms haaks op duurzaam investeren De minimale verhouding 80/20 die moest gehaald worden tussen zuiver REG (lees: opgenomen in de bijlage gevoegd bij de omzendbrief) en andere technisch noodzakelijke elementen bleek in de praktijk problemen op te leveren.
© Ilse Prinsen, 2010
Alleen de plaatsing van zonnepanelen bleek in enkele gevallen te voldoen aan de definitie van een zuiver REG-dossier. Maar in een logische rangorde van REG-investeringen worden zonnepanelen beschouwd als de kers op de taart. Eerst zorgen we voor een duurzame vermindering van de energiebehoefte voor verwarming en koeling. Vervolgens proberen we die verminderde energiebehoefte vernieuwbaar op te wekken. Het is vanuit dat standpunt niet logisch om voorrang te geven aan zonnepanelen omdat ze een betere “REG-ratio” hebben binnen de REG-procedure.
april 2012
25
Voor beter geïsoleerde en luchtdichte gebouwen is niet de verwarmingslast maar de koellast bepalend voor het energieverbruik. Buitenzonnewering is een belangrijke ingreep om die koellast te beperken. Buitenzonnewering wordt ook best aangepakt samen met de plaatsing van nieuw isolerend buitenschrijnwerk. Indien geopteerd wordt voor een screen-oplossing, dan wordt dat screen best ingewerkt in het raamprofiel. Maar omdat buitenzonnewering in 2005 niet werd opgenomen in de REG-lijst in de omzendbrief kan dergelijk schrijnwerk met ingewerkte buitenzonnewering niet aanvaard worden in een REG-dossier omdat de 80/20-verhouding niet gehaald wordt. Schoolbesturen zagen zich verplicht om buitenschrijnwerk te voorzien zonder buitenzonnewering in deze REGprocedure.
De vorm die deze REG-procedure gekregen heeft, leidt op het terrein tot minder efficiënte REG-investeringen. Soms moet gekozen worden voor minder duurzame investeringen onder druk van de 80/20-regel.
© Ilse Prinsen, 2010
Louter bekeken vanuit REG-standpunt is het isoleren van een plat dak de best denkbare REG-investering: de verhouding tussen de kost van de investering en de winst door een verlaging van de energiebehoefte is voor die investering het grootste. Maar bij het plaatsen van isolatie op een plat dak moet de waterdichting vernieuwd worden, er moet voorzien worden in een dampscherm en in meerdere gevallen moeten ook de dakranden aangepast worden. Geen enkel normaal dossier dat voorziet in het isoleren van een plat dak, voldoet aan de voorwaarden van de REGprocedure binnen de 80/20-verhouding.
2.000.000 EUR) werd het project van de zonnepanelen goedgekeurd. Het is niet aan de schoolbesturen om zelfregulerend op te treden in zo’n investeringspiste. School besturen die zonnepanelen lieten betoelagen in de REG-piste, soms voor enorme bedragen, treft geen schuld. Het is de taak van de overheid om regulerend op te treden. Dat is hier niet gebeurd.
En in de praktijk bleek die 80/20-regel erg moeilijk te controleren. Dit kon leiden tot willekeur in de beoordeling van een dossier. Wat aanvaard wordt in de ene aanvraag, lukt niet in een volgend project.
Een verdelende rechtvaardigheid
In een afweging tussen een iets eerder ingediend project voor 2.000.000 EUR aan zonnepanelen en 10 projecten voor nieuwe energiezuinige stookketels inclusief beperkte noodzakelijke aanpassingswerken in de stookplaats voor in totaal 2.000.000 EUR (laat staan het isoleren van daken voor
26
april 2012
© Ilse Prinsen, 2010
In het geval van een overbevraging van een budget moet een overheid streven naar een verdelende rechtvaardigheid in afwachting van een oplossing ten gronde. Nochtans stond op deze REG-procedure geen enkele financiële limiet per dossier, per instelling en per vestigingsplaats. En de AGIOn was ook niet bereid om over zo’n limiet na te denken.
REG-middelen uitdovend Sedert 2006 worden in de meerjarenbegroting van de Vlaamse Regering middelen ingeschreven die voorzien zijn voor de betaling van de subsidie op de beschikbaarheidsvergoeding in de inhaaloperatie scholenbouw DBFM. Die inhaaloperatie werd in 2006 opgestart. Maar de beschikbaarheidsvergoeding wordt pas aangerekend (en gesubsidieerd) na realisatie
van het DBFM-project. Daar waren we in 2006 nog ver van verwijderd. In afwachting van de besteding van die middelen aan DBFM, mocht de AGIOn ze in reguliere financiering aanwenden. Een deel van die tijdelijk overgedragen middelen werd jaarlijks ingekleurd voor de specifieke REG-procedure. De laatste jaren ging het telkens over 20 miljoen EUR per jaar voor het vrij gesubsidieerd onderwijs.
de goedkeuring van verkorte procedures, amper volstond om de dossiers verkorte procedure goed te keuren die ingediend werden in de eerste helft van het jaar. Een verkorte procedure die op 1 juli werd ingediend, moest meteen rekening houden met een wachttijd van een half jaar. Maar in diezelfde lineaire redenering zou dit betekenen dat het volledige budget voor verkorte procedures zou opgebruikt zijn door begin 2012 alle wachtende verkorte procedures van 01.07.2011 tot en met 31.12.2011 goed te keuren. Daarmee zou de wachttijd voor een verkorte procedure die op 01.01.2012 wordt ingediend meteen oplopen tot 1 jaar en meer. Dat is ondenkbaar!
Vanaf 2012 en 2013 zullen de eerste DBFMprojecten gerealiseerd worden. Het ligt bijgevolg in de lijn van de verwachting dat vanaf 2014 de tijdelijk getransfereerde middelen niet langer beschikbaar zullen zijn in de reguliere piste. Vanaf 2016 of 2017 is de transfer volledig afgesloten. Einde 2011 waren bij de AGIOn voldoende REG-dossiers ingediend voor 3 jaar REGbudget. In 2011 werden alle REG-dossiers nog goedgekeurd die ingediend werden voor 1 mei 2011. Voor de goedkeuring van de REG-dossiers die werden ingediend in de laatste 7 maanden van 2011, zou het REGbudget van de volgende 3 jaar amper volstaan! En het was niet zeker dat we dan nog over een REG-budget zouden kunnen beschikken.
Daarom moest binnen het AGIOn-budget gezocht worden naar een ingreep om de wachttijd voor verkorte procedures niet verder te laten uitlopen en geleidelijk aan terug te dringen. Zonder bijkomende middelen kan dit alleen door het herschikken van de besteding van de toegewezen middelen.
Besluit In een schaarste-economie is het werken met een specifieke inkleuring van de middelen een rem op het uitstippelen van een duurzaam beleid. In afwachting van een structurele oplossing voor het gebrek aan overheidsmiddelen in scholenbouw was een grondige herschikking of schrapping van de REG-procedure onvermijdelijk.
Druk op de verkorte procedure Er bestaan/bestonden naast de REG-procedure nog een aantal andere mogelijkheden om in afwachting van een oplossing ten gronde via een wachtlijstdossier, een aantal beperkte ingrepen versneld gesubsidieerd te krijgen. De meest gekende is zonder enige twijfel de “verkorte procedure”. Binnen die verkorte procedure kan een schoolbestuur een versnelde goedkeuring krijgen voor een investeringsproject dat per instelling en per vestigingsplaats beperkt is tot 125.000 EUR netto. Bovendien kan er per instelling en per vestigingsplaats tegelijkertijd maar één enkele verkorte procedure lopen. Een volgende verkorte procedure kan pas goedgekeurd worden wanneer de vorige is afgesloten.
Maar niet op de manier zoals dit door de AGIOn is aangepakt!
Beslissing van de AGIOn met betrekking tot de REG-procedure De discussie over deze REG-procedure is niet nieuw en staat niet los van een ruimer debat over de optimale besteding van de beperkte middelen in relatie tot de behoeften op het terrein. Het is in functie van de concrete behoeften op het terrein dat de raad van bestuur van de D.I.G.O. (de voorganger van de AGIOn tot april 2006) op aansturen van DIKO als vertegenwoordiger van de schoolbesturen van het vrij gesubsidieerd onderwijs geleidelijk aan een prioriteitenbeleid heeft ontwikkeld naast de klassieke scholenbouwdossiers die volgens de wachtlijst worden goedgekeurd. De AGIOn heeft die afwijkingen chronologie overgenomen. Het gaat hier om een genuanceerd en afgewogen afsprakenkader. Dat afsprakenkader moet uiteraard aangepast worden aan gewijzigde omstandigheden maar hierbij heeft DIKO altijd gewaarschuwd voor het vermijden van schokeffecten op het terrein. Onze schoolbesturen zijn geen professionele bouwers. Het duurt enige tijd vooraleer een schoolbestuur op de hoogte is van wijzigingen in het afsprakenkader. Reken daar nog maar een periode bij voor het schoolbestuur om haar patrimoniumbeleid af te stemmen op dat nieuwe gegeven. Vervolgens neemt het voorbereiden en afwerken van een nieuw project snel een aantal maanden in beslag. De overheid moet in haar beleid rekening
Ondertussen is de verkorte procedure als enige overgebleven voor een schoolbestuur om (zij het beperkt) aan geprogrammeerd gebouwbeheer te doen. Maar dan moet de wachttijd van een verkorte procedure onder controle gehouden worden. In 2011 stelden we samen met de AGIOn vast dat het beperkt budget voorzien voor
© Ilse Prinsen, 2010
De inhoud van de verkorte procedure is niet beperkt. Het schoolbestuur maakt vanuit haar eigen lange termijnvisie zelf de keuze welke ingrepen de meest dringende zijn. Vaak vinden we in verkorte procedures investeringen terug met een belangrijke REG-impact.
april 2012
27
houden met de traagheid van de implementatie van een wijziging in het afsprakenkader. De overheid mag daarom een dergelijk systeem niet op te korte termijn wijzigen, laat staan zonder vooraankondiging of zelfs met terugwerkende kracht.
DIKO beseft uiteraard dat hierdoor het budgettair soelaas dat door een aanpassing van het afsprakenkader eventueel gezocht wordt, mogelijk pas met vertraging ondervonden wordt. Daarom moet het mechanisme ook tijdig in gang gestoken worden.
REG-dossier opeens te horen krijgen dat hun dossier niet meer kon worden goedgekeurd.
DIKO is in haar contacten met de overheid altijd expliciet vertrokken van de premisse dat dossiers die tijdig worden ingediend in een specifieke piste binnen die piste ook kunnen behandeld en goedgekeurd worden. Dat adagio klinkt des te sterker sedert 2009. In 2009 besliste de AGIOn immers dat een aanvraag principieel akkoord niet kan goedgekeurd worden zonder voorlegging van het volledige vooraanbestedingsdossier, ttz een volledig uitvoeringsdossier met bestek en plannen en, indien noodzakelijk, een stedenbouwkundige vergunning en een gunstig advies van de brandweer. Dat betekent dat vanaf 2009 het indienen van een aanvraag principieel akkoord meteen ook een belangrijk financieel engagement vraagt van een schoolbestuur. In die gevallen waar een project kan goedgekeurd worden via een onderhandelingsprocedure, eist de AGIOn zelfs dat het volledige aanbestedingsdossier (bestek, offertes, prijsvergelijking en gemotiveerde beslissing) aan de aanvraag wordt toegevoegd vooraleer een project kan worden goedgekeurd. In een klassieke ereloonovereenkomst is op dat ogenblik al 65% van het ereloon van de architect betaald!
In het licht van de evaluatie van de specifieke REG-procedure werd dit 3-stappenplan ook in 2011 vooruitgeschoven. Een wijziging van het afsprakenkader bleek ondertussen onafwendbaar. Maar het mocht er niet toe leiden dat schoolbesturen met een ingediend
Op 2 februari 2012 meldde de AGIOn aan de koepel dat vanaf 1 februari 2012 geen nieuwe REG-dossiers meer zouden ingeschreven worden. DIKO zette in overleg met de AGIOn een traject uit om minstens de reeds ingediende aanvragen goedgekeurd te krijgen,
Reeds in 2010 en vroeger heeft DIKO gelet op alle voorgaande elementen gepleit voor een evaluatie en een geleidelijke herschikking van het afsprakenkader met betrekking tot afwijkingen van de chronologie in het algemeen en de REG-procedure in het bijzonder. Voor een dergelijke systeemwijziging werd een optimale werkwijze vooropgesteld die essentieel drie elementen inhoudt: 1. beslissing en duidelijke en brede communicatie over de beslissing met betrekking tot een geplande wijziging van het afsprakenkader 2. vaststellen van de ingangsdatum van de gewijzigde aanpak enkele maanden later
3. alle ingediende dossiers voor de datum van inwerkingtreding van het nieuwe afsprakenkader worden in principe behandeld onder het regime van de bestaande afspraken op het ogenblik van het indienen van het dossier.
28
april 2012
© Ilse Prinsen, 2010
Schoolbesturen met een project in voorbereiding krijgen op die manier alsnog de kans om hun dossier versneld af te werken en tijdig in te dienen. Vanaf dan stopt de instroom van nieuwe dossiers.
Maar het is helemaal anders gelopen.
zij het gespreid over de volgende jaren. Enkele weken later besliste het managementcomité van de AGIOn zonder voorafgaand overleg om zonder meer de afwijking chronologie REG ook te schrappen voor alle reeds ingediende aanvragen . Het VSKO kan geen begrip opbrengen voor deze beslissingen en heeft ze in naam van de schoolbesturen aangeklaagd bij de AGIOn en bij het kabinet van de minister van Onderwijs en Vorming.
Ingekleurde middelen Ingekleurde middelen met een te strikte beperking op de mogelijkheden voor gebruik, zoals bij de huidige REG-procedure, zijn binnen een budget niet aangewezen in een schaarsteperiode. Die ingekleurde middelen verplichtten de AGIOn om minstens dat bedrag van haar dotatie in te zetten voor de REG-procedure. Maar ze houden geen verbod in om naast de verplichte inkleuring prioritair geld te besteden aan REG indien het agentschap meent dat dit past in haar doelstelling. Maar er is meer aan de hand. De voorgaande jaren werd de facto meer geld uitgegeven aan dossiers binnen de REGprocedure dan het ingekleurd geld. Dat kon ook niet anders. De vorige jaren werd door de AGIOn ook niet gewacht op een formele beslissing van het kabinet van de minister van Onderwijs en Vorming om REG-dossiers goed te keuren. Die beslissing werd vaak pas na het eerste kwartaal betekend terwijl al een eerste reeks REG-dossiers goedgekeurd waren. Een dossier dat in juni 2011 bij de AGIOn werd ingediend, na uitputting van de REGmiddelen voor 2011, kreeg van de administratie de melding dat de aanvraag werd ingeschreven op de “REG-wachtlijst van 2012”. Al die elementen samen hebben voor de schoolbesturen (en voor de koepel) een bepaald verwachtingspatroon gecreëerd waar-
bij REG-dossiers niet rechtstreeks gekoppeld waren aan de ad hoc beslissing van de minister van Onderwijs en Vorming om per jaar wel of geen geld te voorzien voor een specifieke REG-inkleuring. Tot begin februari 2012, na de schrapping door de AGIOn van de mogelijkheid om nieuwe dossiers in de REG-procedure in te dienen, werd door de AGIOn nog aan schoolbesturen verteld dat de reeds ingediende REG-dossiers in aanmerking zouden worden genomen voor een goedkeuring in afwijking van de chronologie. Dat vinden we ten andere een heel normale reflex van een goed functionerende en klantvriendelijke administratie die zich houdt aan de regels van behoorlijk bestuur. De schrapping van de verplichte REG-inkleuring geeft de AGIOn een houvast om een nieuwe instroom in de REG-piste stop te zetten, met de aangehaalde discussie over de stopzetting met terugwerkende kracht. Bovendien kan de AGIOn nu beslissen om voor 2012 en verder minder geld uit te geven aan REG om de verkorte procedure niet te laten vastlopen. Maar de schrapping van de verplichte REGinkleuring houdt voor de AGIOn geen verbod in om de liggende REG-dossiers gespreid over de volgende jaren versneld goed te keuren. Hier heeft een intern verzelfstandigd agentschap een voldoende autonomie om te handelen in overeenstemming met de beginselen van behoorlijk bestuur en tegemoet te komen aan de redelijke verwachtingen die gecreëerd werden bij schoolbesturen.
Hoop De problematiek van de besteding van de overheidsmiddelen voor scholenbouw is een belangrijke en complexe uitdaging. Eerst en vooral moet gestreefd worden naar de beloofde substantiële verhoging van de middelen in de reguliere piste. De beperkte verhoging waarop de AGIOn nu kan rekenen, dreigt helemaal te verdwijnen naargelang de inhaaloperatie DBFM doorstart.
In afwachting van een oplossing ten gronde moet het hele afsprakenkader rond afwijkingen van de chronologie geëvalueerd en eventueel aangepast worden. De AGIOn en het kabinet van de minister van Onderwijs en Vorming zijn in die zoektocht essentiële en deskundige spelers. Maar elke wijziging moet gebeuren met respect voor onze school besturen en met een correcte inschatting van hun eigenheid als niet-professionele vrijwilligersorganisaties. Geleidelijkheid is in dat verband een sleutelwoord. DIKO blijft vanuit het VSKO in overleg met de AGIOn en het kabinet van de minister van Onderwijs en Vorming zoeken naar een oplossing voor de problematiek die ontstaan is door de te plotse en zware ingreep in het bestaand afsprakenkader. De stand van zaken van die besprekingen op 8 maart biedt nochtans niet de verwachte perspectieven. Het staat nu al vast dat de REG-dossiers die na 1 februari 2012 bij de AGIOn werden ingediend, niet meer kunnen rekenen op een versnelde goedkeuring binnen de REG-procedure. Daar moeten we rekening mee houden. We raden schoolbesturen bovendien aan om waar mogelijk gebruik te maken van de verkorte procedure voor de realisatie van hun reeds ingediende REG-project. Zeker voor REG-dossiers ingediend in 2011 of later zal dit in alle geval de snelste uitvoering garanderen. Voor de andere projecten blijven we ondertussen pleiten voor een aanvaardbare oplossing, eventueel na strikte controle van de inhoud van de dossiers, voor een beperkt bedrag per dossier en gespreid over enkele jaren. We hopen dat de Vlaamse Regering en de AGIOn in dit dossier bereid zijn om mee te werken aan zo’n oplossing. Het zou er alvast toe bijdragen om het vertrouwen van onze schoolbesturen terug te winnen. Dirk Vanstappen 09.03.2012 Directeur DIKO
april 2012
29