Stad in beeld
OdW 85 / Oostende
Tekst: Max Dedulle
Foto's: Nicolas Theunis
“De publieke ruimte is in Oostende de motor van de innovatie” De bijnaam ‘koningin der badsteden’ werd enkele jaren geleden afgevoerd wegens te elitair, maar dat Oostende nog steeds een bruisende ‘stad aan zee’ is, staat buiten kijf. Wie er vandaag een wandeling maakt, ziet een stad die traditie verzoent met ambitie. Tal van fraaie projecten werden er de laatste tijd opgeleverd of zijn in aanbouw, en ook het straatbeeld ziet er verzorgder uit dan ooit. Een belangrijke rol hierin is weggelegd voor het AGSO.
Stad in beeld - Oostende
Het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsvernieuwing van Oostende heeft volgens directeur project- en procesregie Karel Vanackere drie kerntaken: “Ten eerste overzien we de ruimtelijke planning van de stad, met behulp van ruimtelijke uitvoeKarel Vanackere ringsplannen en masterplannen. Directeur AGSO Daarnaast brengen we coherentie in het ontwerp van de publieke ruimte. Ten slotte zetten we stadsvernieuwing in de praktijk om dankzij onze eigen projecten. Deze realiseren we met PPS-formules, publiek-private samenwerkingen.” De laatste jaren heeft de publieke ruimte van Oostende een mooie evolutie doorgemaakt, stelt Vanackere vast: “De goede samenwerking tussen het AGSO en het stadsbestuur werpt zijn vruchten af. In een masterplan en wijkstructuurplannen stellen we een visie op de publieke ruimte samen, die we vervolgens vertalen in concrete projecten. Belangrijk hierbij is samenhang: we willen niet straat per straat, maar per stadsdeel werken. Zo zorgen we voor eenheid.”
86
OdW
Kwaliteitsvolle architectuur “Ik stel tot mijn tevredenheid vast dat de publieke ruimte steeds waardevoller is geworden”, aldus Karel Vanackere, die voorheen tien jaar bij Grontmij en acht jaar bij de West-Vlaamse intercommunales werkte. “Oostende heeft duidelijk de kaart getrokken van de publieke ruimte als motor van vernieuwing en innovatie. Dit wordt bijvoorbeeld vertaald in een grotere aanwezigheid van kwaliteitsvolle architectuur en groen in de stad. De private markt volgt vanzelf. Een voorbeeld is de Konterdam. Het opnieuw aanleggen van de publieke ruimte zorgde voor een heropleving van deze wijk, waarbij gezinnen woningen begonnen te kopen en te renoveren. Belangrijk hierbij is om niet alleen maar te kijken naar het centrum van Oostende, maar om aandacht te hebben voor het volledige grondgebied.” In de recente geschiedenis zijn in de stad aan zee enkele opmerkelijke projecten uitgevoerd. Zo kreeg het Casino Kursaal een fraaie opfrisbeurt, zowel aan de buiten- als aan de binnenkant. “We brachten de glorie van weleer terug in het Kursaal. Zo is de grote zaal opnieuw open-
gemaakt met zicht op zee, net zoals vroeger. Een goede beslissing, zo bleek al snel. Grote producties vinden opnieuw de weg naar Oostende. Het is nu zaak om het casino levendig te houden en optimaal in te zetten.” Ook het ‘Triptiekproject’ was een van de stokpaardjes van het AGSO. Dit project koppelde drie realisaties aan elkaar. “Ten eerste vormden we het Feest- en Kultuurpaleis om tot een klein winkelcentrum met enkele woonentiteiten. Residentie Nieuw Helmond, dat bestond uit enkele verloederde bouwblokken, kochten we op en vervingen we via een PPS-wedstrijdformule door een waardevol woonproject met handelszaken op de gelijkvloerse verdieping. Tot slot bestaat het ‘Triptiekproject’ nog uit ‘De Grote Post’, dat via een architectuurwedstrijd werd ingevuld. Dit kunstencentrum opende eind 2012 de deuren en vulde duidelijk een behoefte voor de stad in. Het Kursaal en De Grote Post vullen elkaar aan en komen nergens in elkaars vaarwater.”
Diverse woongelegenheden Uit onderzoek door de provincie West-Vlaanderen bleek dat Oostende de komende tien jaar een 4000tal bijkomende woongelegenheden moet voorzien om te voldoen aan de stijgende behoeftes. Belangrijk hierbij is de diversiteit van het aanbod, vertelt Karel Vanackere. “Projectontwikkelaars spelen in op de markt. Oostendenaars die de stap willen zetten naar een kleinere woning in hun buurt, moeten aan een redelijke prijs terecht kunnen in een woonappartement. Hun woning komt dan weer vrij voor jonge gezinnen en zo houden we de kringloop in stand.” Een van de meest spraakmakende woonprojecten van Oostende vinden we op de site van het voormalige Militair Hospitaal. “Aanvankelijk was de interesse van de markt voor dit erfgoed nihil, dus kochten we het met het AGSO van de militaire overheid. Door een PPS-formule, in overleg met de erfgoed-administraties, beschermden we het bestaand patrimonium en koppelden we dat aan een aantal nieuwbouwelementen. Zo werd de volledige site als het ware een nieuw stadsdeel met een 250-tal woongelegenheden. Het is een gemengd programma met zowel appartementen als grondgebonden gezinswoningen met domicilieverplichting.” Een ander voorbeeld is Residentie Icon, aan het station. “Hier kochten we een verloederd woonblok
Op de Werf 35 / 06 - 2014 OdW 87
Stad in beeld - Oostende
op en vervangen we het door een huisvestingsproject met kantoorruimtes. Op het gelijkvloers bevinden zich enkele rolstoeltoegankelijke woningen die het Sociaal Verhuurkantoor op de markt zet.” Daarnaast zijn er nog enkele kleinere projecten, zoals de negen woongelegenheden in het ‘Krekenhof’-project aan de IJzerwegstraat.
88
OdW
Herbestemming Ook de komende tijd staat er opnieuw heel wat te gebeuren in Oostende. Zo verrijst de komende 10 tot 15 jaar aan de Oosteroever, rond de Baelskaai en het Vuurtorendok, een gloednieuw stadsdeel met een kleine 1000 woongelegenheden die via PPS gerealiseerd worden
door CFE-Versluys. Momenteel zijn er op deze site vooral nog bouwputten te zien, maar de komende maanden zal het uitzicht van deze buurt snel veranderen. Er zijn ook plannen om huisvesting voor jonge gezinnen en senioren te voorzien aan de Boomgaardlaan in Zandvoorde. Daarnaast krijgen enkele sites in Oostende een herbestemming. Zo verwierf vastgoedontwikkelaar Degroote de rechten op de site van de huidige hotelschool, aan het station. Groep Sleuyter stelt over enkele maanden dan weer de plannen voor die het bedrijf heeft met de site van het Media Center. Uiteraard blijft ook het toerisme een belangrijke troef van Oostende. Tijdens het hoogseizoen kan het aantal inwoners maar liefst verviervoudigen, tot net onder de 300 000 mensen. “Gekoppeld aan de vele projectontwikkelingen proberen we ook nieuwe hotels aan te trekken”, aldus Karel Vanackere. “Dat kunnen we echter niet forceren en ook de marktmechanismes spelen een rol. Veel hotels in Oostende draaien goed, maar er zijn er ook waar er een generatiewissel op komst is en waar de opvolging nog niet verzekerd is. Toerisme Oostende bestelde onlangs een studie bij Westtoer waaruit moet blijken of de circa 1920 hotelkamers in Oostende volstaan om voor voldoende rotatie, economie en aantrekkingskracht te zorgen. Het is deels onze taak om dit aanbod minstens op peil te houden.” Erfgoed in evenwicht Het is in Oostende een moeilijke evenwichtsoefening om het rijke erfgoed van de stad in stand te houden. Volgens Karel Vanackere kiest de stad voor een unieke aanpak. “We hebben er voor gekozen om een eigen interpretatie te geven aan de inventaris van het bouwkundig
erfgoed”, legt hij uit. “Dat doen we door locuswaarden toe te kennen en daar ons beleid op af te stemmen. In de praktijk betekent dit dat we bij erfgoedpanden met een hoge locuswaarde streven naar het behoud en dat erfgoed met een lage locuswaarde kan worden vervangen door een kwalitatieve nieuwbouw. Deze oefening is niet altijd even evident en ook economische realiteiten spelen een rol. Zo zijn sommige gebouwen op de inventaris zeer moeilijk voor hergebruik vatbaar. Dan gaan we op zoek naar alternatieve methodes om het erfgoedaspect in ere te houden, bijvoorbeeld in combinatie met een gedeeltelijke nieuwbouw of een heropbouw.” Volgens onze gesprekspartner wordt mobiliteit in de toekomst een belangrijke uitdaging voor de Stad Oostende. “We hebben enkele jaren geleden zwaar ingezet op de ontwikkeling van de stationsomgeving en dat gebeurde niet zomaar. Nu zijn stilaan de eerste verwezenlijkingen zichtbaar. Een stad kan pas leefbaar blijven als we het autoverkeer kunnen kanaliseren, zonder de verplaatsingsmogelijkheden te beperken. We gaan op zoek naar manieren om nog meer verkeersluwe omgevingen te creëren en intussen proberen we voor voldoende alternatieven te zorgen. Ook hier is het een kwestie van het hele verhaal te bekijken en alle elementen mee te nemen. Een voorbeeld is de afspraak die we hebben met enkele taxibedrijven. Oostendenaars kunnen laat op de avond de taxi nemen aan een voordelig tarief. Het gaat om meer dan alleen maar infrastructuur, er is ook een mentaliteitswijziging nodig. Mensen moeten zin krijgen om bepaalde trajecten te voet of met de fiets af te leggen. Een waardevolle publieke ruimte kan hier een belangrijke rol in spelen. En daar werken we hard aan!”
Op de Werf 35 / 06 - 2014 OdW 89