Commissie Beleid, Plannen en Projecten ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Conceptverslag commissievergadering Beleid, Plannen en Projecten van 18 juni 2014 Aanwezig: de heren Bolhuis, In ’t Hout, Koeneman (voorzitter), Kuipers, Langbroek, Smit (portefeuillehouder Noord), In ’t Veld, Vertegaal en Van der Wal (gedeeltelijk aanwezig) (portefeuillehouder Zuid) en de heer Kooistra, hoofd afdeling Beleid, Projecten en Geo-informatie (secretaris) en mevrouw Hulzebos, bestuurs- en managementassistente (verslag) Afwezig:
1.
-
Opening De heer Koeneman opent de vergadering en heet de aanwezigen van harte welkom. Op de publieke tribune zijn aanwezig, de heer en mevrouw Van der Veer en de heren Meijer en Dutmer namens Stichting Platform Berend Botje. Zij geven een toelichting op hun zienswijze op agendapunt 7 Projectplan Inrichting Slochterdiep en zijtakken. Dit agendapunt wordt behandeld na de opening van de vergadering. De heer Van der Wal is aanwezig bij de commissie VVSW, hij vervangt de heer Prins als portefeuillehouder in verband met de vakantie van de heer Prins.
2.
Mededelingen Er zijn geen mededelingen.
3.
Verslag vergadering d.d. 14 mei 2014 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
4.
Agenda vergadering algemeen bestuur d.d. 2 juli 2014 De agenda wordt voor kennisgeving aangenomen.
1
5.
Voorjaarsrapportage 2014 De heer In ’t Veld vraagt of er onderzoek is gedaan naar de oorzaak van het feit dat ingelanden hun waterschapsbelasting niet meer kunnen betalen. Daarnaast vraagt hij hoe de samenstelling is van deze groep ingelanden. Ook vraagt de heer In ‘t Veld of een eventuele toename verwacht wordt en wat de consequenties ervan zijn. De antwoorden op deze vragen zijn nagegaan bij de ambtelijke dienst en weergegeven in het kader hieronder. Hier is geen onderzoek naar gedaan. Over het algemeen komen ingelanden voor kwijtschelding in aanmerking als ze een inkomen op bijstandsniveau hebben en daarnaast niet of nauwelijks over vermogen beschikken. De economische recessie van de afgelopen jaren heeft geleid tot meer werkzoekenden. Na een aantal jaren valt een werkzoekende terug op de bijstand. Pas dan komt de werkzoekende in aanmerking voor kwijtschelding. Kwijtschelding wordt pas verleend als iemand “niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar” de belastingaanslag te voldoen; de betalingscapaciteit is dan nihil. Ook het verlagen van bij voorbeeld toeslagen zorgt voor een afname van de betalingscapaciteit. Dit zijn vooral AOW-ers en mensen in de bijstand. De kosten voor kwijtschelding stijgen door een toename van het aantal ingelanden dat (volledige) kwijtschelding krijgt en door een stijging van de waterschapstarieven. De verwachting is dat de komende jaren de kosten licht blijven stijgen. In de meerjarenraming 2015 – 2018 houden wij hier ook rekening mee. De heer In ’t Veld merkt op dat er in Vlagtwedde een terrein is verkocht en vraagt of het AB hiervoor niet goedkeuring voor dient te geven. De heer Kooistra antwoordt bevestigend, dit is gedelegeerd. Naar aanleiding van de tweede alinea op pagina 4, de zin ‘Voor de versterking … moeten zijn uitgevoerd’ geeft de heer Vertegaal aan dat hij het van belang vindt dat niet alleen naar de preventieve kant met betrekking tot de kades wordt gekeken, maar ook naar innovatieve maatregelen. De heer Smit legt uit dat actief gewerkt wordt aan water en ruimtelijke ordening. Naar aanleiding van bijlage 1 ‘Overzicht voor- en nadelen voorjaarsrapportage 2014’, nummer 15 ‘Dieselolie tractiemiddelen’ adviseert de heer Kuipers om over te gaan op moderne zuiniger en lichtere wagens. De heer Smit legt uit dat bij aankoop van wagens zoveel mogelijk wordt getracht het wagenpark in label A te krijgen en dat ook bij tractoren wordt gekeken naar bijvoorbeeld het type brandstof en het verbruik ervan. De heer In ’t Hout adviseert om bijvoorbeeld tractoren te voorzien van technische apparatuur om het gebruik te registreren en om bijvoorbeeld een limiet op het toerental te zetten. Daarnaast geeft hij aan dat de meeste besparing door de gebruiker gerealiseerd kan worden. De commissie adviseert om in het kader van duurzaamheid een nog bewuster beleid te hebben op de aanschaffing/vervanging van wagenpark en het gedrag van de gebruiker.
2
Bevindingen De commissie neemt kennis van het voorstel om: - kennis te nemen van de voorjaarsrapportage 2014; - de eerste begrotingswijziging 2014 vast te stellen.
6.
Meerjarenraming 2015 - 2018 De heer Langbroek vraagt hoe het zit met de inzet van de afkoopsommen. De heer Smit legt uit dat de beheerkosten van de afkoopsommen in de reguliere exploitatie zit. Dit kan gezien worden als een extra reserve waar we momenteel uitputten. Naar aanleiding van bijlage 1, ‘Meerjareninvesteringsschema (MJI) 2015 – 2018’, ‘Categorie A’, ‘punt 500, Masterplan Kaden’ vraagt de heer Langbroek hoe het kan dat het bedrag afloopt. De heer Smit legt uit dat een groot deel van de bedragen naar achteren is verschoven. Dit komt doordat de grote bedragen niet verwerkt kunnen worden en daarnaast is de toetsingsmethodiek van de stabiliteit nog niet helder. De heer In ’t Veld merkt op dat er weinig gesproken wordt over de schuldenlast van het waterschap en geeft aan dat dat een belangrijk element in de kostenontwikkeling is. Naar aanleiding van bijlage 1, ‘Meerjareninvesteringsschema (MJI) 2015 – 2018’, ‘Categorie A’, ‘punt 028, Herinrichting Haren’ vraagt de heer In ’t Veld hoe het kan deze kostenpost zo groot is. De heer Van der Wal legt uit dat dit een behoorlijk groot project betreft dat nog niet afgerond is. Naar aanleiding van pagina 21 van de meerjarenraming, ‘Personeelslasten’, vraagt de heer Bolhuis wat bedoeld wordt met de innovatieve doeleinden. De heer Smit legt uit dat een deel van de personeelslasten terugverdiend wordt en dat dat door middel van innovatie mogelijk is. De heer Bolhuis vraagt wat de schuldenlast van het waterschap is. Het antwoord op deze vraag is nagegaan bij de ambtelijke dienst en weergegeven in het kader hieronder. Per 1 januari 2015 bedraagt de openstaande schuld aan geldleningen € 188 miljoen. Deze geldleningen gebruiken we om onze investeringen (activa) te financieren. Onze activa vertegenwoordigen per 1 januari 2015 een waarde van € 224 miljoen. Het verschil wordt via ons eigen vermogen en kortlopende schulden gefinancierd. Naar aanleiding van bijlage 1, ‘Meerjareninvesteringsschema (MJI) 2015 – 2018’, ‘Categorie C’, ‘punt 601, VKA’ vraagt de heer Bolhuis waar het bedrag ad € 300.000,- voor staat en waarom het niet verder doorloopt.
3
Het antwoord op deze vraag is nagegaan bij de ambtelijke dienst en weergegeven in het kader hieronder. Met de investering van 2015 ronden we het project groot onderhoud gemalen VKA af. In de afgelopen jaren hebben we het hoofdgemaal Scheemda aangepakt, nu staan nog de pompen en de elektrotechnische installatie van de gemalen PPG en Avebe gepland. Naar aanleiding van pagina 3 van het bestuursvoorstel, ‘Alternatieve lastenontwikkeling’, kolom ‘Effecten tarieven 2015 – 2018 op voorbeeld belastingbetalers in procenten’ vraagt de heer Vertegaal wat de reden is om toch te kiezen voor verdere stijging van de waterschapslasten voor ingezetenen en industrie. De heer Smit legt uit dat de kosten daar blijven waar ze gemaakt worden.
Bevindingen De commissie neemt kennis van het voorstel om in te stemmen met de meerjarenraming 2015 - 2018.
7.
Projectplan Inrichting Slochterdiep en zijtakken De zienswijzen van de insprekers zijn toegevoegd aan dit verslag. Naar aanleiding van de zienswijze van de heer Van der Veer licht de heer Smit toe dat de Woltersumer AE geen vaarweg is en dat de mogelijkheid er moet zijn dat het bij hoog water afgesloten kan worden. De heer Smit zegt dat de bewoners aan de Woltersumer AE worden betrokken bij de afsluiting (met betrekking tot bijvoorbeeld de kleurstelling). Daarnaast zal ook met de bewoners gesproken worden over de verdere concrete invulling van de breedte van de doorvaart. De heer Smit geeft aan dat een bredere doorvaart dan nu gepland kosten met zich mee brengt en dat naar de juiste oplossing gezocht zal worden tussen doorvaarbreedte en kosten. Naar aanleiding van de zienswijze van de heer Dutmer licht de heer Smit toe dat er een inventarisatie wordt gedaan naar het aantal libellen en krabbescheer. De inventarisatie wordt verricht door vakkundige personen. Verder licht de heer Smit toe dat het waterschap moet voldoen aan de Flora- en Faunawet en dat bij baggerwerkzaamheden een leefbare populatie behouden zal worden (de baggerwerkzaamheden zullen indien nodig worden aangepast). De heer In ’t Veld merkt op dat er ook zienswijzen zijn van Staatsbosbeheer en waterschap Noorderzijlvest. De heer In ’t Veld wil graag weten waarom er geen overeenstemming met hun is. De heer Smit geeft aan dat met beide partijen goed overleg heeft plaats gevonden en dat er met beide organisaties geen meningsverschillen meer zijn.
4
De heer In ’t Veld vraagt waar we staan in het proces van de aanbesteding. De heer Kooistra geeft aan dat er een aannemer is geselecteerd en dat de aannemer bezig is met de nadere uitwerking. De heer Langbroek vindt het een gedegen en goed onderbouwd project.
Bevindingen De commissie neemt kennis van het voorstel om: - De Reactienota bij het Ontwerp Projectplan Inrichting Slochterdiep en zijtakken vast te stellen; - Het Projectplan Inrichting Slochterdiep en zijtakken vast te stellen, inclusief de wijzigingen als opgenomen in de Reactienota bij Ontwerp Projectplan Inrichting Slochterdiep en zijtakken; - € 15,3 miljoen beschikbaar te stellen voor de uitvoering van dit projectplan.
8.
Verzoekbesluit onteigening gronden Benedenloop Westerwoldse Aa De heer In ‘t Veld vraagt waarom met betrekking tot de aankoop van gronden een aantal zaken klem lopen. De heer Smit geeft uitleg en verwacht dat binnenkort met een aantal personen overeenstemming zal zijn.
Bevindingen De commissie neemt kennis van het voorstel om: - Een verzoekbesluit te nemen; - Het dagelijks bestuur te vragen de Kroon te verzoeken de op de bijgevoegde grondtekeningen c.a. aangegeven percelen cq. perceelgedeelten ter onteigening aan te wijzen.
9.
Rondvraag De heer Vertegaal deelt mee dat hij de brief van Staatssecretaris Dijksma gericht aan de Tweede Kamer over ‘De uitwerking directe betalingen gemeenschappelijk landbouwbeleid’ heeft gelezen. Naar aanleiding van deze brief merkt hij op dat het DB overweegt om de schouwpaden in bruikleen te geven aan agrariërs. De heer Kooistra geeft aan dat de tegenprestatie hiervan zal zijn dat de agrariër een 3 meter brede akkerrand aanlegt op een andere plek. De heer Vertegaal deelt een kopie van het artikel ‘Paludicultuur’ het vakblad ‘Natuur, bos en landschap’ uit. Dit artikel gaat over kansen voor natuurontwikkeling en landschappelijke bufferzones op natte gronden. De heer Vertegaal geeft aan dat een en ander goed toepasbaar is in gebieden waar veenoxidatie is. Hij vraagt het DB zich hier in te verdiepen. De heer Kuipers vraagt wat de stand van zaken met betrekking tot het botulisme aan de Vondellaan is. De heer Kooistra zegt het laatste nieuws hiervan niet exact te weten (betreft commissie VVSW) en geeft aan dat het waterschap hierin volop actie onderneemt.
5
10.
Sluiting De heer Koeneman bedankt een ieder voor zijn inbreng en sluit de vergadering.
Ongewijzigd/Gewijzigd vastgesteld in de vergadering van 10 september 2014.
Jelmer Kooistra secretaris
Wim Koeneman voorzitter
6