Amsterdam, 12 januari 2016 Beste leden van de VBA Allereerst natuurlijk namens de ProgrammaCommissie en mij de beste wensen voor het nieuwe jaar. Een gelukkig, gezond, voorspoedig en goed beursjaar 2016 toegewenst. De Sweepstake 2015 kon voor de tweede maal digitaal worden ingevuld. Dat is in tegenstelling tot vorig jaar, niet helemaal goed verlopen. De ingezonden formulieren raakten verloren en aan de deelnemers moest gevraagd worden hun bijdrage een tweede maal aan te leveren. Toen haakten een aantal leden af, er werden slechts 71 formulieren ingevuld. Bijna de helft van het recordaantal van 138 van een jaar eerder maar toch iets méér dan de 68 van 2013. Laten we dadelijk naar de uitslagen gaan, maar eerst nog enkele kanttekeningen. De deelnemers stuurden hun formulieren in Excel terug en dat was even opletten, vooral waar het punten en komma’s betrof. Ofwel, sommigen gebruikten de Amerikaanse interpunctie met decimale punten, anderen de Europese komma’s. Ik hoop alle getallen juist te hebben ingevoerd. Wat de portefeuillevraag betreft, werken we met de jaarslotkoersen gecorrigeerd voor de onderliggende valutabewegingen. De bron is Bloomberg. Nu ben ik niet meer bij SNS Securities in dienst, maar ik mocht donderdagmiddag, de 31e december, toch van een Bloomberg-terminal van mijn oude werkgever gebruik maken. Waarvoor ook langs deze weg hartelijk dank. Toen ik op oudejaarsdag tegen vier uur het kantoor werd uitgegooid (figuurlijk dan), was Wall Street net open, evenals de beurzen van Istanbul, Mexico en Toronto. Overigens is daarmee in die laatste paar uur van handel niet genoeg gebeurd om het totaalplaatje van de uitslag te veranderen. Amerika sloot op Oudejaarsdag lager. Maar over de portefeuillevraag dadelijk méér. Ook de valuta- en grondstoffenhandel gingen nog door, maar dat speelde voor de uitkomsten evenmin een rol. Laten we met de eerste vraag beginnen, de AEX. Die index ontwikkelde zich het afgelopen jaar een beetje vergelijkbaar met de jaren 2013 en 2014. Alleen was de stijging in de eerste vier maanden van 2015 wel erg uitbundig dankzij de acties van de ECB. Dat leidde tot hoogtevrees. De economie in Nederland krabbelde vorig jaar verder op. De economische locomotief Duitsland reed door, hoewel er later in het jaar wat hickups optraden. Ook Griekenland verdween van de voorpagina’s. De boosdoener was China. In de laatste week van augustus zorgde vrees voor de Chinese groeicijfers voor een beursval. De AEX index eindigde het jaar 2014 op 424,47 punten en ging snel naar een hoogtepunt van 509,24 op Koningsdag. Daarna was het een paar maanden pas op de plaats en eind augustus volgde een daling van bijna 100 punten. Oktober en november gaven een opleving te zien en in december werd weer wat terrein prijsgegeven. Gesloten werd op 441,82 op de laatste dag van het jaar. 1
Die positieve beursrichting had de gemiddelde deelnemer goed gezien, maar men was duidelijk te optimistisch waar het de eindstand betrof: gemiddeld was op 482 punten gerekend. Het werden bijna 40 punten minder. Gegeven een stijging van de index met 4%, exclusief dividend, kan van een iets minder dan gemiddeld beursjaar worden gesproken. Twee optimistische deelnemers hadden op een stand van boven de 600 gerekend met een hoogste van 621, vier man (geen dames) rekenden op een stand van onder de 400 met een laagste van 300. Eervolle vermeldingen zijn er voor de nummers 2 en 3, de heren Van der Meulen met een taxatie van 437 punten en Herings met 450 punten. Er kan er echter maar één de beste zijn en dat was de heer Heemskerk met een schatting van 443,81 punten. Hij komt dan ook in aanmerking voor de prijs. Vorig jaar heeft deze winnaar overigens de valutaprijs gewonnen. We gaan naar vraag twee, de dollar. Om precies te zijn, de koers van de euro, opgemaakt in dollars en dan volgens de ECB. Dat is een dagelijks rond de klok van twee opgemaakte officiële referentiekoers en daarmee vermijden we discussies over de slotkoers omdat de dollar round the clock wordt verhandeld. Hoe de gemiddelde deelnemer hierover dacht, was eigenlijk in 2014 al duidelijk. De Federal Reserve zou eerder tot verkrapping overgaan dan de ECB, dus de dollar moest wel sterker worden. Maar dat deze verkrapping tot medio december 2015 op zich zou laten wachten, werd begin vorig jaar niet verwacht. De euro was in 2014 al zwakker geworden en begon het jaar op USD 1,21, meteen het hoogste punt. Doch in maart werd op USD 1,05 reeds een laagtepunt bereikt. Per saldo deed de Amerikaanse munt eigenlijk niet veel meer, het jaar werd afgesloten op USD 1,0887. Eervolle vermeldingen zijn er voor de heren Van der Meulen (ja, opnieuw) met USD 1,092 en Aalbers met USD 1,085. De winnaar is de heer Wetser met USD 1,086. Hij komt in aanmerking voor de prijs. Voor de statistici: de hoogst afgegeven taxatie was USD 1,325 en de laagste was USD 0,80. De derde vraag gaat traditioneel over de Nederlandse lange rente. Die daalde in 2014 en dat jaar liep de koers van deze lening gestaag op via 156 begin 2015 tot april van het afgelopen jaar, toen een top van 182,8 werd bereikt bij een rendement van 0,45%. Die laagste rente werd overigens opgetekend een week voor Koningsdag, toen de AEX de top bereikte. Over beursvoorspellers gesproken. Vervolgens steeg het rendement in de rest van het tweede kwartaal fors en op 2 juli was het 1,73% bij een koers van 142,5. In de tweede jaarhelft was het een beetje doormodderen met wat topjes en dalletjes en per saldo liep het rendement terug. Het jaar 2015 werd volgens Bloomberg afgesloten op 148,9 hetgeen een rendement van 1,473% impliceerde. Nogmaals, dit zijn Bloombergcijfers om 14:30 op Oudjaar. Ik heb andere koersen gezien.
2
Eigenlijk is de koers van deze lange staatsobligatie gedurende 2015 niet veel gedaald en het rendement dus nauwelijks opgelopen van 1,3% naar genoemde1,473%. In het jaar 2014 daalde de rente sterk en in 2015 rekenden de deelnemers onterecht op een verdere daling. Opvallend was echter dat gemiddeld een lager rendement werd voorspeld, dan het uiteindelijk geworden is. Gemiddeld werd op 1,1% ingezet, bij een hoogste van 2,64% en een laagste van 0%. Goed voor een eervolle vermelding dachten de heren Klijn en Vesters aan een rendement van 1,45%. Nummer twee was de heer Willemsen met 1,483%. De winnaar is de heer Erdman met een taxatie van 1,482%. Hij komt in aanmerking voor de prijs. We hebben als vierde vraag altijd een grondstoffenvraag, ditmaal was de olieprijs gekozen. Meer precies de spotprijs van de Brent olie, de Dated Brent Forties Oseberg Ekofisk. Deze olieprijs was in de tweede helft van 2014 al flink onderuit gegaan van ongeveer USD 115 per vat naar ruim USD 45 in de derde week van januari vorig jaar. De reden is bekend: er wordt eenvoudigweg méér olie opgepompt dan de wereld verbruikt. Een wat mindere groei van de Chinese economie zette de prijzen van olie en andere grondstoffen extra onder druk. Gedurende het eerste halfjaar trok de olieprijs wat aan tot USD 65 maar daarna liet de tweede jaarhelft een bijna continue daling zien en het jaar werd afgesloten op USD 34,82 om half vier op oudjaarsdag. De handel ging toen nog anderhalf uur door, maar dat maakte voor de stand op de deelnemerslijst niets uit. We kunnen constateren dat de deelnemers een dergelijke prijsval niet voorzien hadden. Slechts één deelnemer had een nog lagere prijs getaxeerd dan genoemde USD 34,82. Eervolle vermeldingen zijn er voor de heren De Ridder en Velzeboer met schattingen van USD 42,58 respectievelijk USD 37,56. De winnaar is echter de heer Pauw met een taxatie van USD 35,15. Hij komt in aanmerking voor de prijs. De vijfde vraag betrof een vraag over korte rente, in dit geval de driemaands Euribor. Het wordt eentonig, maar evenals in voorgaande jaren werd de uitkomst van deze rente te hoog ingeschat. Wel moet worden aangetekend dat twaalf deelnemers de richting in zoverre goed hadden gezien, dat zij al met een negatieve rente rekening hielden. Kortom, de wereld moest ervaren dat de korte rente toch weer lager kom. De eerste maanden van 2014 was er nog sprake van een kleine opwaartse beweging maar daarna zette een daling in, die eigenlijk tot op heden voortduurt. Op 2 januari 2015 werd gestart op 0,76%, meteen het hoogste punt. Op 16 december was er een dieptepunt van min 0,133% en gesloten werd op min 0,132%. Ik heb in Frankfurt nog geen klok horen luiden die aangeeft dat we beneden zijn. De deelnemers hadden de richting goed gekozen. Gemiddeld werd 0,06% getaxeerd. Dat was echter wel te optimistisch. Er werd een hoogste schatting van 0,59% afgegeven en een laagste van min 0,45%. Eervolle vermeldingen zijn er voor de heren Salm en Aan den Toorn met een taxatie van min 0,15%. De winnaar is echter de heer Pankras. Hij taxeerde min 0,145% en wint daarmee de prijs.
3
Gaan we naar de zesde vraag, de VAEX Volatlity index van de Amsterdamse beurs. In 2008-2009 ging de AEX door een diep dal en bereikte de zogenaamde Angstindex toppen die we sindsdien niet meer hebben gezien. Vergeleken met deze periode was 2015 eigenlijk vrij stabiel met één duidelijke piek eind augustus. Die piek lag wel hoger dan de toppen die we in 2014 hebben waargenomen. Het jaar werd begonnen op een stand van 22,19. Een dag later werd op ruim 25 een niveau aangetikt, dat we pas eind juni opnieuw zagen. Op 20 juli werd een laagtepunt van 15,4 opgetekend. Pas eind augustus brak de beer echt los. Op de 24e werd een top van 39,73 aangetikt. Noteringen van boven de 30 zagen we vervolgens tot begin oktober, daarna keerde de rust langzaam terug. Het jaar werd afgesloten op 22,53, nog geen halve punt hoger als waarop werd gestart. Een turbulent beursjaar volgens sommigen, Misschien geldt dat voor enkele individuele aandelen, zoals Royal Dutch Shell, maar uit de volatility-index valt dat nauwelijks af te lezen. De deelnemers hadden op wat minder onrust gerekend, gegeven de gemiddelde taxatie van 17,3. De hoogste taxatie was 40,0, de laagste 9,99. Eervolle vermeldingen zijn er voor de heren Luiting en Meijer met respectievelijk 21,87 en 22,33. Maar de heer Russelman benaderde de uitkomst met zijn taxatie van 22,72 net iets beter en komt daarmee in aanmerking voor de prijs Resteert de portefeuillevraag. De afgelopen jaren zijn nog al wisselvallig geweest. Goede en slechte jaren wisselden elkaar af en markten die het ene jaar booming waren werden het volgende jaar gemeden. Himmelhoch jauchzend zum Tode betrübt, Goethe wist het al. 2013 was een prachtig beursjaar, 2014 was nog beter. Maar weer niet voor alle beurzen. 2015 presteerde duidelijk minder; gemiddeld deden de beurzen eigenlijk niets. De deelnemers aan de Sweepstake hebben de laatste jaren een grote interesse gehad voor de BRIC landen en 2015 was wat dat aangaat, geen uitzondering. Gemiddeld werd in deze vier landen (vijf beurzen) ruim 49% van het deelnemersvermogen belegd. In 2014 was dat 35%. In 2012 en 2013 moesten deze beurzen helemaal gemeden worden, in 2014 was het beeld veel minder duidelijk. Shanghai en Mumbai behoorden toen tot de best presterende beurzen, Moskou was de slechtste. In 2015 was het beeld heel anders, maar weer verdeeld. Duidelijke plussen voor Shanghai en Moskou met respectievelijk 16,3 en 10,6%, een vlakke ontwikkeling in Mumbai (+0,9%) en Sao Paulo als grootste achterblijver met een min van 35,6%. Goldman Sachs mag dan zijn BRICbeleggingsfonds hebben geliquideerd, de deelnemers aan de Sweepstake geloven er nog in. Dat wil zeggen, tot nu toe. Had men zijn belegging gelijkelijk over de 16 beurzen verdeeld, wat overigens niet was toegestaan, dan zou de performance 0,15% zijn geweest. Net in de plus dus. Gelukkig deed de gemiddelde deelnemer het met 3,6% toch beter. Overigens zijn al deze 4
beursprestaties van Bloomberg gecorrigeerd voor wisselkoersen. Het zijn dus performances uitgedrukt in euro. Dat de valuta een grote invloed kan hebben, laat Argentinië zien. In pesos steeg deze beurs 36%. In euro’s daalde hij 1%. Waar moesten we in 2015 niet zijn? Welnu, er eindigden 6 van de 16 beurzen in het rood: Brazilië, Istanbul met min 24,6%,Toronto met min 16,4%, Dubai met min 7,2%, Mexico met min 5,6% en Sidney met min 2,5%. Grondstoffenlanden moest men mijden, met uitzondering van Rusland. Londen, de EuroStoxx, Zwitserland, Hongkong en Mumbai zaten in de plus, maar single digits. Dan bleven er naast de eerder genoemde Sjanghai en Moskou nog drie interessante beurzen over, te weten de Standard Poor’s en de Nasdaq met groeicijfers van respectievelijk 11,3 en 18,3% en als absolute winnaar de Nikkei 225 met een plus van 20,6%. Wat de deelnemers in ieder geval niet hadden moeten doen, was beleggen in de zes verlieslatende beurzen. De theoretische belegging van 50% in Brazilië, 45% in Turkije en 5% in Canada zou een negatieve performance van bijna 30% hebben opgeleverd. Gelukkig heeft niemand dat gedaan. De door hem slecht gekozen beurzen leverde de meest onfortuinlijke deelnemer een min van ruim 20% op. Als gezegd, de BRIC-landen waren populair, met name India met 17% van de inleg en Rusland met 14%. Met 7,7% was Sjanghai minder in trek en met ruim 5% Brazilië gelukkig ook. Populair was ook EuroStoxx met ruim 13%. De Nikkei verzamelde 6,6% en de Nasdaq bijna 6% Goede keuzes. Minder goed waren de keuzes voor Mexico met ruim 5% en Brazilië. De Hang Seng kreeg ook 5%. Alle andere beurzen, waaronder de S&P, Zwitserland, Engeland, Turkije en de grondstoffenlanden kregen elk minder dan 4%. Uit het hiervoor genoemde zal duidelijk zijn, hoe de ideale portefeuille in 2015 had moeten worden samengesteld. Men had 50% in de Nikkei moeten beleggen, 45% in de Nasdaq en de resterende 5% in Sjanghai. Deze theoretische portefeuille had een performance van 19,4%. Maar ook deze keuze had niemand gemaakt. Het zal u echter niet verbazen dat er een paar deelnemers dicht in de buurt kwamen met een performance van 15% of méér. We hebben het tenslotte over leden van de VBA. Zo is er een eervolle vermelding voor de heer van Ooijen, die overigens vorig jaar ook een eervolle vermelding kreeg. Hij belegde 30% in de Nikkei, 30% in Sjanghai en 40% in Rusland. Goed voor een performance van 15,3%. De tweede prijs is er voor de heer Grapperhaus. Hij stopte inderdaad 50% in de Nikkei. De 30% in Zwitserland leverde wat minder op, maar de 20% in Sjanghai was opnieuw een goede keuze. Last, but zeker niet least noemen wij degene die de portefeuillevraag gewonnen heeft met een performance van 18%. Met 50% in de Nasdaq en 35% in de Nikkei pikte hij de twee beste beurzen er feilloos uit. De resterende 15% ging niet naar Sjanghai, maar naar de S&P, de nummer vier beurs, ook een prima keuze. De winnaar van de portefeuillevraag van 2015 is degene de ook de VAEX-prijs in de wacht heeft gesleept. Inderdaad, opnieuw de heer Russelman. Een applaus waard, denken wij. 5
Tenslotte: Het Bestuur heeft mij gevraagd mij te buigen over de Sweepstake 2016. Dat zal eind deze week gebeuren. De nieuwe vragen komen dan ter invulling op de website. U heeft tot en met maandag 1 februari aanstaande de gelegenheid de Sweepstake 2016 in te vullen en/of wijzigingen door te voeren. Hoe dat laatste overigens gaat, weet ik niet. Maar daarna gaat het digitale loket op slot en liggen uw taxaties vast. Succes met de Sweepstake 2016 Tot zover mijn verhaal.
6