Kinderen die speciale zorg nodig hebben.
Onze uitgangspunten:
Meer aandacht voor het
Extra begeleiding
kind Spiegelboog groep Professionele stimulering
Geschreven door: Edith Lindenhols Mar-José Duinkerken
Ieder kind is welkom
Inhoudsopgave:
1. Inleiding 2.
Doelgroep en intentie van de kinder- peuteropvang
3.
Peutergroep de “Spiegelboog”
4.
Communicatie
5.
Behandeling
6.
Structuur
7.
Praktijkvoorbeelden
8.
Denken in mogelijkheden, anticiperen en floreren
9.
Werkwijze
10. Omgaan met diverse problematiek binnen de groep 11. Hygiëne 12. Ontwikkelingsmaterialen in kaart gebracht 13. Traumaverwerking via spel & materialen 14. Boeken & Media 15. Handelingskaarten 16. ChroniKa
Inleiding Kinderen met chronische aandoeningen of handicaps onderscheiden zich op enkele essentiële punten van kinderen die geen langdurige of chronische ziekte of handicap hebben. De ziekte of handicap maakt dat deze kinderen in de ontwikkeling dagelijks of regelmatig behandeld moeten worden, dat ze geconfronteerd worden met emoties als pijn, verdriet, angst en onzekerheid. Veel van deze kinderen ervaren een discontinuïteit in de gewone dagelijkse gang van zaken. Ruim 500 000 kinderen in Nederland hebben een chronische ziekte, een langdurige of permanente aandoening die niet te genezen is. De ouders van deze kinderen staan regelmatig voor moeilijke keuzes. Ze willen hun kind een gewone opvoeding geven, maar dit blijkt niet altijd realistisch te zijn. Het hebben van een chronisch ziek kind kost veel energie in alle opzichten. Tevens zijn er periodes dat er veel onzekerheid is en geen structuur meer is in het gezinsleven. De ziekte en de behandelingen kunnen een normale ontwikkeling behoorlijk in de weg staan. Kinderen komen soms niet toe aan het leren van vaardigheden die voor hun leeftijd gebruikelijk zijn. De emotionele ontwikkeling van een ziek kind verloopt soms anders dan die van andere kinderen omdat het ziek zijn emoties kan oproepen als angst, boos of emotioneel kan maken. Op jonge leeftijd is een kind niet in staat deze gevoelens zelf te reguleren. Voor het kind is het goed als zijn ziekte niet te veel op de voorgrond staat. Het is in de eerste plaats dat er regelmaat is. Rust, regelmaat en reinheid zijn kernwoorden. Juist chronisch zieke kinderen hebben baat bij een duidelijke opvoeding krijgen. Een strak dagritme volgen, het innemen van medicijnen, het op tijd naar bed gaan, het volgen van een dieet. Chronisch zieke kinderen kunnen daar niet van afwijken, anders komt hun gezondheid in gevaar. Chronisch zieke kinderen komen soms niet toe aan het leren van vaardigheden die voor hun leeftijd gebruikelijk zijn en komen te weinig in aanraking met gezonde leeftijdsgenootjes mits daar geen mogelijkheden toe zijn. Leeftijdgenootjes zijn van nature gewend alle afwijkende dingen te zien en te benoemen. Alles wat zichtbaar is voor een kind, roept al snel vragen op Goede begeleiding voor beide kinderen is dan belangrijk . Een kind met een chronische aandoening kan ook meer te maken hebben met teleurstellingen, bijvoorbeeld een dagje uit wat niet door kan gaan, een buurtactiviteit, etc. De onzekerheid, het ziek-zijn, de bezoeken aan ziekenhuis onderbreken de normale gang van zaken in het gezin. Niet alleen voor het kind is dit zwaar, maar voor het hele gezin. Voortdurend bezig zijn met het welzijn van je kind, vechten voor je kind, iets dat je graag doet, maar tevens zwaar is. Wat wij als ouders van chronisch zieke kinderen merken is dat we veel moeite hebben om een normale ontwikkeling voor ons kind te creëren. Dit begint al met het zoeken naar een kinderopvang of peuterspeelzaal. Wanneer je kind veel zorg en aandacht nodig heeft, staan niet alle deuren open om je kind op te vangen. Het gebrek aan kennis en vaardigheden bij groepsleiding ontbreekt. Samenwerking met ketenpartners ten aanzien van de zorg is vaak afwezig waardoor het kind niet opgevangen kan worden. Vaak heb je het gevoel dat je het kind niet met een gerust hart kan achterlaten. Daarom hebben we als ouders van chronisch zieke kinderen dit plan geschreven, zodat we met een gerust hart ons kind achter kunnen laten bij de opvang.
Edith en Mar-José
Doelgroep en intentie van de kinder- peuteropvang We streven er naar dat ook kinderen met een chronische aandoening of ziekte naar een passende kinderopvang kunnen. We willen juist deze doelgroep in de gelegenheid stellen om samen op te groeien met niet zieke kinderen en van elkaar te leren in een heterogene groep. Dit kan in een overzichtelijke en veilige omgeving. Het uitgangspunt is dat ieder kind uniek is en zich in eigen tempo ontwikkelt. De ontwikkeling van het kind wordt gevolgd en uitgedaagd naar een stapje verder. Het tempo van leren is ondergeschikt, het leven is immers geen competitie. Wat erg belangrijk is, dat alle disciplines op 1 lijn zitten als het gaat om de behandeling en begeleiding van en rondom het kind. De totale ontwikkeling van ieder kind staat voorop, waarbij samengewerkt wordt met verschillende ketenpartners. Belangrijk vinden we het om het onderstaande punten te stimuleren bij elk kind: -
samen spelen; grote motoriek; fijne motoriek; spraaktaalontwikkeling; communicatie; sensorische ontwikkeling; sociale ontwikkeling; emotionele ontwikkeling; zelfredzaamheid; spelontwikkeling;
Zorg op maat leveren en samenwerken zijn belangrijke begrippen en zien we als volgt:
wederzijds VERTROUWEN
ERKENNEN proffesionele DIALOOG
Krachtig samenwerken
CONCREET afspraken en acties
van elkaars kwaliteiten en emoties
In een groep leer je rekening te houden met anderen. Het schept voorwaarden voor kinderen om rekening met elkaar te leren houden. Activiteiten gericht om de ontwikkeling te stimuleren, zullen zo veel mogelijk groepsgewijs aangeboden worden. Om optimaal gebruik te maken van het leren en van elkaar, is er geen groepsindeling naar niveau of mate van beperking en/of ziek zijn. De groep is heterogeen van samenstelling. Het doel is dat ieder kind tot zijn recht komt, mag zijn wie het is, los van grafieken en curves. Het streven is dat ieder kind zich in een stijgende lijn, indien mogelijk, zich kan blijven ontplooien. Zorg op maat bieden is hierbij belangrijk, je kunt denken aan begrippen als; uniek, aangepast, hulpmiddelen, tijd en aandacht, veilige omgeving, activiteiten op maat, leren van elkaar, wederzijds respect en professionele ondersteuning. Het ontwikkelingsperspectief van ieder kind zal hierbij altijd voorop staan! De intentie van de kinderopvang is: Het doel van deze groep is om niet te veel te kijken naar de beperkingen. Via samenspelen, kijkend naar elkaar, ouders ontlasten, begeleiding en ondersteuning bieden waar nodig kan zorg op maat worden geboden. Ieder kind wordt welkom geheten, met als uitganspunt dat de kracht van het kind centraal staat. Enerzijds kind volgend, anderzijds aansluiten en het kind laten floreren. Denken in mogelijkheden!
1. Peuter/ kindergroep “De Spiegelboog” Om een start te maken met de doelgroep chronisch zieke kinderen is het ons doel te starten met een groep voor peuters, dat later uit te breiden is naar oudere leeftijdsgroepen. De spiegelboog is een zeldzame extra boog die boven een glad wateroppervlak kan ontstaan. Deze ontstaat doordat het spiegelbeeld van de zon voor een extra regenboog aan de hemel zorgt. Het spiegelbeeld van de zon bevindt zich onder de horizon, en de spiegelboog staat dus wat hoger dan de hoofdboog. Bovendien, maar dat spreekt wel vanzelf, kan men ook in het water een spiegelbeeld van de boog zelf zien.
“Spiegelboog” is ons inzien een passende naam voor de speciale groep omdat de 2 regenbogen synoniem staan voor de combinatie tussen de kinderen met en zonder beperkingen Zij weerspiegelen zich letterlijk aan elkaar. Zij leren vooral van, met en door elkaar.
2. Communicatie Communicatie is héél belangrijk. We hebben het al over samenwerking gehad binnen het team, met disciplines rondom het kind, met ouders, maar ook heel belangrijk is het communiceren met en door de kinderen zelf. Continu communicatie uitlokken is een voorwaarde. In de groep wordt het kind gestimuleerd tot een vorm om zich te uiten, of het nu een woordje, een geluid of gebaar is. Dit gebeurt altijd op een speelse manier. Voortdurend op zoek naar mogelijkheden die het best passen bij het kind. Dit wordt gedaan door veel voorlezen, veel te benoemen, visueel te ondersteunen, te vragen, te imiteren, of juist door een afwachtende houding aan te nemen. Het gebruik van mimiek, lichaamstaal, pictogrammen, foto’s en gebaren zijn daarbij een must. Het kind kan gesproken taal op deze manier beter begrijpen en leert zich begrijpelijk te uiten, wat een belangrijke invloed heeft op zijn of haar zelfvertrouwen.
3. Behandeling Groepsbehandeling én individuele behandeling: Voor taal, motoriek, de sociale en emotionele ontwikkeling zullen er zowel individuele momenten, als momenten in groepsverband zijn. Kinderen leren immers van, met en door elkaar. Een voorbeeld is dat kinderen die moeite hebben met de mondmotoriek en kinderen die moeite hebben met eten en/of taal. De groepsleidster besluit een spel te doen aan tafel. De kippetjes methode. Na het tellen van de voorgelegde rozijntjes gaan de kinderen met de handen op de rug als een kip het rozijntje opeten. ‘’Pikkend van tafel’’. Bij deze groepsactiviteit zijn alle kinderen bezig met onder meer durven, tellen, mondmotoriek, aandacht voor elkaar, inleving en met het eten op zich. Elke peuter of kindergroep heeft een handpop om communicatie uit te lokken Soms is het moeilijk voor kinderen te communiceren met andere kinderen of met volwassenen. Een handpop kan uitkomst bieden. Deze pop is geschikt voor themagericht werken, bij voorlezen, tafelmomenten, spelen, gesprekken, liedjes, ijs doorbrekend, emoties in kaart te brengen, etc. Bij een speciale groep als de Spiegelbooggroep gaat de voorkeur uit om een pop te kiezen met iets extra’s. Dit kan zijn brildragend, met een sonde, met een verbandje om, met een gehoorapparaat, een helm, een oogpleister, iets dat passend is bij de groep. Dit maakt het voor kinderen steeds gewoner en het kind of de kinderen met een beperking voelen zich hierdoor niet anders, want de handpop heeft het ook. De naam voor de pop behoort kort en duidelijk te zijn. Vanuit onderzoek bij andere groepen is gebleken dat deze pop altijd gezien wordt als een persoon in positieve zin. Juist omdat de pop geen aandacht vraagt, maar het alleen maar krijgt. Uit ervaring en vanuit het oog van deskundigen is gebleken dat kinderen zin hebben om naar de peutergroep te gaan voor zichzelf, maar tevens benoemen ze dat het zo leuk is dat ‘’ Guus’’ er ook is. Guus is de handpop van ChroniKa. Staat het kind ook onder behandeling van een fysiotherapeut, logopedist of anders, of blijkt het kind tijdens onderzoek en observatie baat te hebben bij enige vorm van logopedie e.d., is er de mogelijkheid dit binnen deze peutergroep te organiseren. Dat wil zeggen, ‘’therapie’’ kan aangeboden worden op locatie en hoeft dus niet ambulant. De locatie heeft een team van verschillende disciplines in huis, waaronder een fysiotherapeut en logopedist. Voor het kind en ouders is dit een ideale combinatie. ‘’Therapie’’ i.c.m. opvang.
4. Structuur Kinderen hebben baat bij structuur. Dit is voor chronisch zieke kinderen niet anders. Chronisch zieke kinderen hebben juist nog meer baat bij ritme, rust en regelmaat. Dit komt omdat deze kinderen vaak hun eigen veiligheid opzoeken. Er wordt gewerkt volgens een vast dag- en weekprogramma, wat genoteerd wordt op het planbord. Het kind kan bij de foto van zichzelf zien, wat het dat dagdeel gaat doen. Voor het dagritme worden naast pictogrammen en het planbord ook een bak met materialen ingezet. In deze bak zitten verschillende voorwerpen. Voor het rust moment zal dat een knuffel zijn, voor een eet en drink moment een bordje en een beker. Voor spelen een bal en/of een pop of ander speelgoed. Voor buitenspelen een jas of een schoen, voor
peuterdans een muziek instrument, voor knutselen een kwast of potlood, etc.. Zo matchen voorwerpen uit dagelijks gebruik aan situaties voor kinderen, zodat er generalisatie van gebruiken en situaties kunnen ontstaan. Binnen het programma wordt afwisseling geboden tussen activiteiten die inspanning vragen en activiteiten die ontspanning bieden. Te denken valt aan activiteiten als; werken met ontwikkelingsmateriaal, werken met constructiemateriaal, bewegingsagogie, groepslogopedie, spelbegeleiding, etc.
Zo zou een dagdeel er uit kunnen zien, let op dit is dus een voorbeeld. Het afwijkende van een reguliere peutergroep/ verticale groep is paars gemarkeerd. Tijd 8:30 uur 8:45 uur
9:00 uur
10:00 uur
10:45 uur 11:45 uur
12:00 uur
-
Activiteit · Brengen van peuters, speelmoment · Mogelijkheid voor ouders deelname keukentafel gesprek. (Zie elders) · Samen opruimen · In de kring gaan zitten ( zitzak/ tafel) · Liedjes zingen · Wie iets wil vertellen mag dat doen met de handpop · groepsgebeuren · Kinderen evt. verdelen in kleine groepjes. · mogelijkheid voor therapie moment en extra aandacht/ begeleiding/ zorg. . 2-4 taakjes uitvoeren · Fruit eten, visueel en tastbaar maken ( zie elders). - Fruit benoemen - Bakjes tellen - Stimuleren/ aandacht mondmotoriek - Liedjes zingen (smakelijk eten) - Fruit uitdelen, laten kiezen · Ranja drinken · Vrij spelen (spelen in lokaal, speellokaal of buiten) · Snoezelruimte / stimulerende activiteiten, op maat van het kind. · Benoemen wat we ’s ochtends gedaan hebben/ terugkoppeling van de dag. · Laatste verhaaltje voorlezen · Ophaalmoment, overdrachtsschrift meegeven. · kort evaluatiemoment voor groepsleiding
Zorgmomenten per kind aanpassen. Denk aan verschoning, medicatie, sondevoeding, rustmomenten, etc. Bij het signaleren van extra zorg dit met de directe collega en binnen het team bespreken hoe te handelen. Maak alles binnen de peutergroep zo visueel mogelijk! Gebruik dagritmekaarten, emotiekaarten, maak het tastbaar, gebruik gebaren, etc. Elders staat dit verder uitgewerkt. Planborden en keuzeborden zijn een belangrijk onderdeel voor de groep. Dit bevordert structuur, duidelijkheid en de communicatieve vaardigheden. We streven naar een zo haalbaar mogelijke zelfredzaamheid binnen de kaders van het kind.
5. Praktijkvoorbeeld Werken met ontwikkelingsmateriaal Doelen: - stimuleren en uitdagen van de ontwikkeling - vergroten van concentratie en taakbesef. - handelen vanuit een opdracht. - vergroten zelfstandig werken. - ervaren van een duidelijk begin en einde van een opdracht. - ontwikkelen van oog-handcoördinatie - herkennen van vormen en kleuren - ontwikkelen van fijn motorische vaardigheden. Boris krijgt aan zijn vaste plaats aan tafel een inlegpuzzel aangeboden. Het is een inlegpuzzel die hij vaker heeft gemaakt, hij leert door oefening en veel herhaling. Hij moet de stukjes er één voor één uit halen en in een bakje doen. De eerste twee stukjes worden er samen met hem uitgehaald, hierna weet hij weer wat de bedoeling is en kan de resterende stukjes zelf in het bakje doen. Hij moet ze in een bakje doen omdat hij, als ze los op tafel liggen, het overzicht verliest. Hij heeft bij het terugleggen van de stukjes de neiging meerdere stukjes tegelijk te pakken. Hem wordt geleerd de stukjes één voor één te pakken. Hij heeft af en toe moeite met het inpassen van een stukje, is te gehaast en kijkt niet goed, daarnaast wordt hij gehinderd door zijn motorische beperking. Hij wordt talig begeleid en krijgt zo nu en dan enige hulp bij het plaatsen van een moeilijk stukje. Als het bakje leeg is, is dit een duidelijk teken van het einde van de opdracht. We benadrukken dit door te vragen; "Boris, ben je klaar?" . De bedoeling van het nadrukkelijk verwoorden is dat hij de betekenis van het woord "klaar" gaat begrijpen en zelf in staat zal zijn, dit aan te geven. Na het voltooien van de taak wordt hij nadrukkelijk geprezen met een passend en realistisch compliment. We zien een glunderend kind, dat klaar en nieuwsgierig is voor een nieuw leermoment. Het werken in hoeken Doelen: - het maken van een keuze - bevorderen van de communicatie - bevorderen sociale omgang en samenspel - stimuleren van imitatie en fantasiespel - functioneel gebruik van voorwerpen en materialen - zelfstandig leren spelen. Jeroen en Bram kiezen voor de poppenhoek. Jeroen eigent zich meteen alle materialen toe en geeft Bram niet de kans om te spelen. De begeleiding is erop gericht Jeroen te laten inzien dat ook Bram mag meespelen. Ze krijgen allebei een pop. Kleertjes, handdoeken, washandje, zeep en een badje met water wordt klaar gezet. Bram mag beginnen met de pop in het water te doen, Jeroen moet wachten, dit kost hem de nodige moeite maar lukt uiteindelijk wel. Hierna mag Jeroen zijn pop wassen. De handelingen die worden verricht en de gebruikte materialen worden nadrukkelijk benoemd. Aan Jeroen en Bram wordt gevraagd dit ook te benoemen. Bijvoorbeeld "als de pop nat is, moet deze worden.. (afgedroogd) en dit gebeurt met een.. (handdoek). Vervolgens worden de poppen aangekleed, hierbij wordt dezelfde benadering als bij het wassen gehanteerd. Bram heeft moeite de pop zijn broek aan te trekken, Jeroen ziet dit en biedt hulp en samen lukt het. De begeleider signaleert positief
gedrag van Jeroen en geeft hierover een compliment. Er wordt bewust gekozen om twee kinderen in een spelhoek te laten spelen. Je kunt zo gerichter begeleiden naar de gestelde doelstellingen.
6. Denken in mogelijkheden, anticiperen en floreren Wanneer je denkt in mogelijkheden, moet je uit gaan van de basisbehoeften van ieder kind. Namelijk de behoefte aan: Competentie (persoonlijke prestaties) Autonomie ( zelfstandigheid) Relatie (veiligheid in de breedste zin van het woord; samenwerking) Denkend in mogelijkheden. Dit kan zijn met aangepast materiaal en een aangepast programma waar nodig. Er is aandacht voor communicatie, spel, zelfredzaamheid en motorische ontwikkeling. Door te anticiperen op de mogelijkheden en sterke kanten van het kind, komt het kind tot een gezonde ontwikkeling. Uitdaging bieden op het niveau van het kind en binnen de zone van de naaste ontwikkeling, zorgt samen met positieve ondersteuning en feedback geven, dat het kind kan floreren [ ten volle ontwikkelen ]. Het is belangrijk dat het kind leert vanuit veiligheid en competente gevoelens en niet vanuit frustratie of onder stimulering. Begeleiding, specifieke zorg en samenspelen versterken deze basisbehoeften binnen de peutergroep.
7. Werkwijze Observeren Het observeren en systematisch beschrijven van kinderen in een bepaalde situatie kan veel gegevens opleveren. Observatie is een nuttig instrument bij individuele kinderen. Een nadeel is echter dat het tijdsintensief is en er opgelet moet worden dat de overtuigingen en ideeën van de observator moeilijk uit te sluiten zijn en de beoordeling van een observatie kunnen beïnvloeden. Er zijn diverse observatiemethodes en systemen bedacht. Bij Chronisch zieke kinderen is het heel belangrijk om op te schrijven wat men ziet objectief, dus ongeacht de interpretatie van de observator. Wanneer een kind bijvoorbeeld een epileptische aanval heeft gehad, wordt niet genoteerd dat het kind een aanval heeft gehad, maar genoteerd wat er letterlijk is gezien. Bijvoorbeeld: Eva staat bij de duplo, haar ogen draaien omhoog en Eva valt op de grond. Haar rechter arm en rechterbeen lieten schokjes zien. Deze duurden zo ongeveer 2 minuten. Intake Tijdens het intake gesprek is het van belang om te vragen naar het ontwikkelingsperspectief van het kind. Wat zijn de verwachtingen van het kind? Waar liggen de mogelijkheden en waar de beperkingen? Zijn hier onduidelijkheden over, vraag dan ook zeker of er contact gelegd mag worden met bijvoorbeeld een kinderarts, iets waar uiteraard toestemming voor nodig is van de ouders. Daarnaast moet er goed in kaart gebracht worden welke disciplines er bij het kind betrokken zijn en waar aan gewerkt wordt. Vraag ook naar de nodige hulpmiddelen. Een eenduidige werkwijze is hierbij erg belangrijk. Goede communicatie staat hoog in het vaandel. Ontwikkelingsvaardigheden stimuleren
Het is belangrijk de thuissituatie ook zoveel mogelijk aan sluit bij de geleerde vaardigheden op de groep. Leert het kind op de groep gebaren, is het belangrijk dat ouders en broertjes en zusjes deze gebaren ook leren. Is er op de groep een methode gevonden die aansluit en waarbij bijvoorbeeld de motoriek vooruit gaat? Draag deze informatie dan over aan de ouders, zodat zij kunnen aansluiten thuis. Dit heeft alles te maken met eenduidigheid, waardoor het kind zich zo optimaal mogelijk kan ontplooien. Denk bijvoorbeeld aan thema avonden, oudergesprekken, maar ook aan thuisbegeleiding.
8. Omgaan met problematiek binnen de groep In de Spiegelboog groep zullen verschillende gezondheidsproblemen aanwezig zijn, naast kinderen die geen tot nauwelijks beperkingen hebben. In de groep zal er soms zichtbaar zijn welke problemen er spelen. Denk aan afwijkend gedrag, aanvallen, mobiliteitsproblemen, voeding, etc. Hier zal ook aandacht voor moeten zijn. Via spel kunnen kinderen het een plekje geven en kunnen zij dit loslaten. Wij hebben hiervoor divers materiaal, denk aan de handpop, huis vol gevoelens, muziekinstrumenten, etc. Alle kinderen leren hierdoor dat iedereen anders is en uniek met of zonder beperking. Er moet wel steeds gekeken worden waar ligt de grens voor kinderen en begeleiding. Zodra de problematiek te groot blijkt voor het kind zelf en/of de groep, volgt een nieuw gekozen beleid en plan. Altijd in overleg met ouders. Proefplaatsing zal soms nodig zijn om de kwaliteit te waarborgen. Maar ook dit is maatwerk. Mocht het echter zo zijn dat een andere opvang of instantie betere zorg/ opvang kan bieden, begeleiden wij ouders in dit proces.
9. Hygiëne Hygiëne is de verzamelnaam voor alles wat je doet om gezond te blijven. Er zijn 2 soorten hygiëne: Persoonlijke hygiëne Dit is de verzorging van je lichaam. Goede persoonlijke hygiëne is een belangrijk onderdeel bij het voorkomen van ziektes en infecties. Zorg voor schone kleding en schoon ondergoed. Was regelmatig je handen en houd je hand voor je mond als je hoest of niest. Algemene hygiëne Dit is het schoonhouden van de omgeving waarin je leeft: het toilet, de badkamer en de keuken bijvoorbeeld. Was altijd je handen nadat je aan afval hebt gezeten. Binnen het werkveld met kinderen is hygiëne erg belangrijk. Dat zal bij niemand onbekend zijn. Maar als je werkt met chronisch zieke kinderen dan is het extra belangrijk omdat zij een kwetsbare doelgroep zijn. Ziek worden gaat bij deze kinderen vaak sneller en kan grote gevolgen hebben. Ze zijn over het algemeen sneller vatbaar om iets onder de leden te krijgen en dus is de kans op besmetting naar andere kinderen, maar ook naar volwassenen groter. De kans op besmetting moet dus op allerlei manieren verkleind worden. De GGD heeft hiervoor divers materiaal voor binnen de groep. Denk aan handschoenen aan bij verschoning van kinderen met diarree, hand voor de mond bij niezen en hoesten om vervolgens handen te wassen, werk met papieren doekjes als het gaat om snotneuzen en bij het schoonmaken van monden. Er zijn diverse hulpmiddelen op de markt om de hygiëne te waarborgen. Zo zijn er handdrogers, speciale luieremmers, handpompen, etc. Op de volgende pagina hebben wij de ‘’handen was’’ methode afgebeeld. Deze zou gebruikt kunnen worden op de groep, bijvoorbeeld gelamineerd zodat deze gebruikt kan worden voor en door iedereen.
10. Ontwikkelingsmaterialen in kaart gebracht Er is een heel divers en breed aanbod als het gaat om passend speelgoed voor peuters. Deze zijn te gebruiken om de ontwikkeling te stimuleren van het kind. Het kan zijn dat het ontwikkelingsniveau van het kind lager is dan de leeftijd in kalenderjaren. Daarom wordt zoveel mogelijk bij de ontwikkeling en niet bij de kalenderleeftijd aangesloten. Dit om frustraties en demotivatie te voorkomen. Naast bijvoorbeeld duplo, houten blokken, rollenspel materiaal zoals bijvoorbeeld een keukentje en een werkbank hebben wij ook een selectie gemaakt van een aantal dingen waarvan wij denken dat deze geschikt zouden kunnen zijn. Ontwikkelingsmateriaal Fijne motoriek, enkele voorbeelden:
Grove motoriek, enkele voorbeelden:
Zintuigen materiaal, enkele voorbeelden:
Tips: -
-
Kies uitdagend speelgoed. Een kind wat bijvoorbeeld weerstand laat zien bij het rijgen van een kralenketting, vindt dit misschien met een dobbelsteen of in een dierenvariant wel interessant. Op een peutergroep met zorgenkinderen, hoort altijd een mat op de groep te zijn. Handig om in nood erbij te pakken, maar ook zeker uit voorzorg. Maak onderwerpen zo tastbaar mogelijk. Wees creatief in het gebruik van materialen . Wil je kinderen bereiken, stimuleren en motiveren, denk dan vanuit het kind. Sluit hierbij aan.
Snoezelruimte: Een snoezelruimte heeft een positief effect op de ontwikkeling en stimulering van het kind. Het woord ‘snoezelen’ is een combinatie van de woorden ‘snuffelen’ en ‘doezelen’. Snoezelen is het aanbieden van rustgevende activiteiten in een sfeervolle omgeving, waarbij jonge kinderen genieten van allerlei sensorische waarnemingen. Dit heeft een positief effect op ontspanning. Bij het snoezelen staan aangepaste hulpmiddelen ter beschikking, gecombineerd met een bonte verzameling van sfeermateriaal om meerdere zintuigen te kunnen prikkelen: tactiel, met trillingen, visueel en auditief. Bij het snoezelen wordt geprobeerd in te spelen op de gevoelsmatige behoeften van kinderen. Andere benamingen die soms voor een ‘snoezelruimte’ gebruikt worden zijn: muziekkamer, relaxatieruimte, klankruimte en klankschaalkamer. Hieronder staan enkele voorbeelden afgebeeld van snoezelkamers en snoezel units, gericht op peuters. De snoezelkasten ofwel snoezel units zijn verrijdbaar. Deze zijn vaak voordeliger en te verplaatsen naar verschillende ruimtes.
11. Traumaverwerking via spel & materialen Kinderen met een chronische ziekte, aandoening of beperking maken over het algemeen veel mee. Denk aan ziekenhuisopnames, artsenbezoeken, onderzoeken, operaties, prikken, etc. Voor deze kinderen is het zo dat zij door hun beperkingen meestal, niet doorsnee zijn en een net iets andere benadering nodig hebben. Denk maar eens aan een buiten speelmoment, spelen met andere kinderen, sporten, feestjes of simpelweg naar een reguliere school gaan. Dit is voor velen van hen niet vanzelfsprekend. Naast het chronisch ziek zijn, gebeurt het vaak dat deze kinderen sneller sociaal emotionele problemen krijgen, hechtingsproblemen hebben, meer angstig zijn, boos op de wereld of zelfs in een sociaal isolement belanden. Helaas is dit niet helemaal te voorkomen. Het gebeurt juist met regelmaat dat deze doelgroep getraumatiseerd is geraakt of dreigt te raken. Signalen kunnen zijn: eetproblematiek; broek plassen; stoppen met praten; concentratie problemen; agressie; angstig; verdrietig; in zichzelf gekeerd of zelfs regressie in de ontwikkeling. Let wel, dit zouden signalen kunnen zijn, maar dat hoeft natuurlijk niet. Bij chronisch zieke kinderen komt automutilatie regelmatig voor. Zij worden helaas vaak ten onrechte gediagnostiseerd met een autistisch spectrum stoornis. Zij zijn immers al te veel en te vaak uit hun veilige gestructureerde omgeving gehaald, waardoor zij door gedrag weer de regie willen terugkrijgen. Vallen er signalen op, dan is het belangrijk om een orthopedagoog en/of een kinderpsycholoog in te schakelen om advies te vragen. Een objectieve duidelijke observatie is nodig om in gesprek te gaan. Natuurlijk is het ons doel om deze doelgroep zoveel mogelijk te begeleiden, te helpen en te stimuleren om zo goed als mogelijk mee te kunnen komen in de maatschappij. Via spel en activiteit kan er voor gezorgd worden dat alles wat zij mee maken een plekje te geven zodat zij zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen. Denk met name dan aan het sociaal emotionele aspect. Er wordt gestreefd naar een positieve balans passend in de situatie en beleving van het kind. Het is belangrijk om bijvoorbeeld via spel het kind te begeleiden in het omgaan en verwerken van traumatische gebeurtenissen. Denk eens aan kamishibai een vertelkunst uit het verre oosten. Kami betekent ‘papier’ en shibai betekent ‘drama’. Door middel een verteltheater, vertelplaten en boeken kunnen de onderwerpen bespreekbaar worden. Thema’s zoals; verlies, ziek zijn, bang zijn, troost, boos, blij en gevoelens zouden uitkomst kunnen bieden op de peutergroep. Bij het onderwerp communicatie hebben we onder meer het nut van een handpop beschreven. Bij traumaverweking kan een handpop tevens helpen bij de verwerking van gebeurtenissen. Als leidster van de groep is de handpop een goed hulpmiddel, maar ook zeker voor het kind zelf. Wanneer het kind zelf praat via de handpop, gaat dit vaak gemakkelijker. Een kind is geneigd te praten in de derde persoon. Casus: Tom is vaak erg moe door zijn stofwisselingziekte. Hij speelt als piraat op de groep. Tom heeft een boot gemaakt van kussens en de bank. Tom loopt naar de leidster en zegt letterlijk; ‘’ Juf, Piraat is moe, piraat moet even slapen.’’ Dit is een moment om de handpop in te zetten om het dialoog aan te gaan met piraat Tom. Hij zou bijvoorbeeld zelf een handpop kunnen krijgen om samen met de handpoppen de situatie en gevoelens te bespreken. Verder zijn nog veel andere handige hulpmiddelen. Denk aan emotiekaarten, doos vol gevoelens, stoplicht, etc.
12. Boeken & media Hieronder een overzicht van diverse titels. Gerelateerd aan chronisch ziek zijn. Uiteraard zijn er vele boeken over te verkrijgen. Dit is een selectie en we passen deze lijst met regelmaat aan.
Ziek zijn algemeen:
Toon Tellegen, Beterschap. Dierenverhalen over ziek zijn, gevoelens en pijn. Sarah Kumar, De survivalgids voor langdurig zieke kinderen. Handboek bij langdurig ziek zijn. O.a. Klaas de Jong, Het meisje met de hoge hakken. Over ziek zijn en beter worden. Leopold, Lees je beter. Verhalen en gedichten. O.a. Stefan Boonen, Lucas en de fotodokter. Over radiologie. Nathalie Slosse, Grote boom is ziek. Omgaan met ernstig ziek zijn. Sam Loman, Op reis door het menselijk lichaam. Hoe ziet jou lichaam er uit? Sasabone & Moolenaar, De wonderlijke ruimtereis van Steven Sterman. Vrolijk boek over een nierpatiënt. Stefan Boonen, De koning van het ziekenhuis. Over een jongen met hartproblemen. Tilstra Harm, Het ziekenhuis. Informatief boek over kinderziekenhuizen Murphy, Patricia,Eernstig ziek zijn. informatief boek over chronische ziekten. Meike Wurdeman, Prik of pleister. Ziektes helder uitgelegd aan kinderen.
Ziektebeelden: Martine Delfos, Maartje de Duikerheldin. Over diabetes. An Vandeloo- Kristina Ruell, Oorlog in mijn lichaam. Over reuma. Martine Delfos, Witstipje en Fleur. Anafylactische reactie/bij allergie. Willeke Brouwer, Een tijger voor Lotte. Over allergie en astma. Uitgegeven door het aidsfonds. Brenda heeft een draakje in haar bloed. Informatie boekje over HIV. Marion van Coolwijk, Ik ben niet bom! Jennifer Moore-Mallinos, Noa heeft het Downsyndroom. Jennifer Moore-Mallinos, Mijn broertje heeft autisme. Jennifer Moore-Mallinos, Mama is heel ziek.
Media websites met informatie over ziek zijn en ziektebeelden:
www.artsenvoorkinderen.nl http://www.educatievevoorzieningamsterdam.nl
13. Handelingskaarten Handelingskaarten zijn praktisch om te gebruiken op de groep. Handelingskaarten bieden groepsleidsters en andere teamleden een beknopt overzicht van de stoornis, de beperking, het syndroom of ziektebeeld. Het bevat een korte duidelijke handleiding over hoe te handelen binnen de situatie. Binnen de locatie is dit bekend en wordt er naar gehandeld. Een handelingskaart vergroot namelijk de kans van slagen om een kind binnen de groep zo optimaal mogelijk te laten functioneren. Er is een duidelijk overzicht waardoor er tijdig gehandeld kan worden en dus de kans op frustraties verkleind wordt. Deze handelingskaarten moeten minimaal eens per kwartaal bekeken worden en zondig worden bijgewerkt. Een orthopedagoog kan hierbij een passend advies geven. Dit wordt besproken met ouders en de groepsleiding. In een handelingskaart behoort in ieder geval te staan;
Een beknopt overzicht van wat het ziektebeeld inhoudt Geeft handvatten voor hoe te handelen Concreet de Do’s en Don’ts weer
Neem tijdens het intake gesprek de tijd om de situatie rondom het kind zo goed mogelijk in kaart te brengen. Dit wil zeggen, breng de problematiek helder in kaart. Krijg zicht op handelingsgerichte adviezen voor een positieve benadering. Vraag ouders wat werkt, wat werkt niet en wat valt er te verwachten als het gaat om de zorg rondom het kind. Handelingsplannen en handelingskaarten zijn altijd maatwerk en uniek. Dit betekent dat je voor ieder ziektebeeld, syndroom en elke beperking een aparte handelingskaart maakt. Een zorgplan voor ieder kind zorg op maat ook al is dit bijvoorbeeld binnen een zelfde ziektebeeld. Uiteindelijk kun je misschien een leidraad opstellen, maar dit zal de tijd leren. Het is niet een vaststaand feit hoe om te gaan met de problematiek van het ziektebeeld. Ieder kind is immers uniek, ook binnen het ziektebeeld. Doelen + strategie vaststellen in HP
HP uitvoeren
evalueren
verzamelen van gegevens
(HP staat voor handelingsplan).
14. ChroniKa ChroniKa richt zich specifiek op chronisch zieke kinderen tussen de 0 en 18 jaar. Voor deze groep is tot op heden weinig aandacht, terwijl in Nederland toch meer dan 500.000 kinderen kampen met een chronische aandoening. Ieder kind verdient aandacht voor zichzelf en voor zijn ziek zijn en/of beperkingen. Vanuit eigen ervaring kunnen wij zeggen dat dit een gemis is en dat er onder ouders van chronisch zieke kinderen de behoefte is aan meer informatie over, aandacht en materialen voor chronische zieke kinderen. ChroniKa biedt een platform aan informatie, ontwikkelt materialen en deelt kennis en ervaringen. Verder geven wij advies, ondersteuning en begeleiding. Stel je voor.. Je hebt een kind met een chronische ziekte. Het kan niet functioneren als een ander kind, dat niet ziek is. Denk hierbij aan sport en spel, school, opvang, spelen met buurtkinderen, etc. Als ouder sta je open voor advies en begeleiding om de situatie te verbeteren of beter aan te kunnen. ChroniKa kan tevens zorgen voor: advies, ondersteuning en begeleiding in de thuissituatie. Doelgroep: ouders en kinderen die kampen met chronische ziekten. Wat kan je verwachten: - samen met ChroniKa de problemen in kaart brengen - het maken van een duidelijke dagindeling - zoeken we naar mogelijkheden - denken in oplossingen in plaats van problemen - het gezin centraal, iedereen mag er zijn - meegaan naar een gesprek bij de school of arts - het maken een gespreksverslag - advies, begeleiding en ondersteuning geven aan disciplines en andere betrokkenen - de sociale kaart met u delen - een luisterend oor zijn - het organiseren van thema avonden met gastsprekers Binnen het concept als deze peutergroep kan ChroniKa het volgende kunnen bieden: - Meedenken/ ontwerpen en vorm geven aan het beleid en ontwikkelingsplan; - Ontwikkelingsgerichte activiteiten en materialen inzetten. ChroniKa heeft diverse stimulerende, materialen in haar bezit; - Ouder/ kind begeleiding zowel thuis als op locatie; - Handvatten bieden voor diverse problematiek. Denk hierbij aan eetproblematiek, gedragsproblematiek, problematiek op sociaal- emotioneel gebied, etc. ; - Ervaringsdeskundigheid bieden; - Luisterend oor en meedenken met ouders, denk aan ‘’keukentafel gesprekken’’, - Activiteiten organiseren voor de doelgroep, o.a. peuterdans; - Thema avonden of ochtenden organiseren; - Advies en begeleiding van de peutergroep naar school, instantie, etc. in samenwerking met de ketenpartners in het kader van extra passende zorg op maat. - Gesprekken voeren met diverse disciplines, denk aan gemeente, fysiotherapeut, orthopedagoog, samenwerkingsverbanden e.d.. Wat ChroniKa heel belangrijk vindt, is krachten bundelen. Samen staan we sterk om tot een prachtig doel te komen. Zie elkaars kwaliteiten en vul elkaar aan. ChroniKa heeft diverse kwaliteiten in huis. ChroniKa is flexibel en bereidwillig, maar kan tevens haar grenzen bewaken.
Samenwerking met betrokkenen rondom de doelgroep ChroniKa streeft er naar om zo veel mogelijk voor chronisch zieke kinderen te betekenen in samenwerking met mensen die zelf te maken hebben met een chronische aandoening. Dit vinden wij belangrijk omdat wij zo veel mogelijk willen blijven kijken naar de mogelijkheden in plaats van de beperkingen. Zo hebben wij onlangs een fotoshoot gehad voor ChroniKa. De betrokken fotograaf heeft zelf te maken met een chronische aandoening. Zij weet haar beperkingen om te zetten in kwaliteiten. Dit sluit goed aan bij onze visie. ChroniKa staat open voor nieuwe ideeën en samenwerking met ketenpartners. Er is, als het gaat om de zorg, rondom het chronisch zieke kind nog zo veel nodig. Door elkaars kwaliteiten te bundelen kan je tot een krachtige samenwerking komen. Gezamenlijk kunnen wij elkaar inspireren, aanvullen en ondersteunen met als doel kwaliteit neer zetten voor het chronisch zieke kind en alle betrokkenen.
Hand in Hand met ChroniKa
Huiskamergroep ChroniKa streeft er naar dat er binnen iedere school een huiskamergroep gerealiseerd gaat worden. Dit telt voor zowel speciaal als regulier onderwijs. In de provincie Drenthe, op de Reestoeverschool in Meppel is er al een huiskamerproject. Deze is gericht op kinderen die niet kunnen functioneren binnen het reguliere onderwijs. Daar kunnen zijn opgevangen worden zodat er gekeken kan worden wat de beste plaatst zal worden voor het kind. Dit kan zijn plaatsing binnen SBO of terugplaatsing binnen het reguliere onderwijs. Let op! Dit concept is afwijkend van wat ChroniKa zou willen. ChroniKa wil de problematiek/ zorg binnen de school ondervangen door middel van de huiskamergroep. Ofwel preventief handelen. Waarom? Omdat dit een groot gemis is. Wat is een huiskamergroep? De naam huiskamergroep zegt het al, het creëert een huiselijke omgeving voor een groep leerlingen binnen de school voor kinderen die extra zorg nodig hebben. Zij kunnen hier bijvoorbeeld een korte periode tijdens de les naar toe. Doel van een huiskamergroep; Het doel van de huiskamergroep is om leerlingen een veilige gestructureerde time-out plek te bieden, met als doel de kinderen een gewone schooldag te kunnen geven. Binnen het [ speciaal ] onderwijs heb je vaak te maken met kinderen die een diagnose hebben binnen de Autisme Spectrum of leerlingen die door andere oorzaken gedragsproblematiek laten zien. Deze groep leerlingen is vaak snel overprikkeld en kunnen daardoor niet altijd een volledig dagdeel deelnemen aan het groepsgebeuren. Door overprikkeling vervallen ze terug in ongewenst gedrag, meestal is dit negatief en soms zelfs agressief gedrag, waardoor er enorme onrust kan ontstaan in de groep. Dit is lastig en moeilijk voor de leerling zelf, de leerkracht en medeleerlingen. Even een timeout kan soms al voldoende zijn om letterlijk afstand te nemen van de situatie. Wanneer is het verstandig om leerlingen te plaatsen in de huiskamergroep:
Op het moment dat de leerkracht ziet dat het teveel is voor de leerling Wanneer de leerling zelf voelt dat zijn/ haar hoofd vol is. Pauze momenten Vrijekeuze momenten Andere leerkracht door ziekte of andere redenen Overblijf momenten in een rustige, ongedwongen huiselijke sfeer.
Ook kunnen kinderen te maken hebben met een chronische aandoening waardoor ze snel moe zijn, voor deze kinderen betekend extra rustmomenten dat ze moeten worden doorverwezen naar een andere school, hier in de omgeving is dat de Buitenschool of de Twijn in Zwolle. Dit zijn scholen voor zieke kinderen die verzorging nodig hebben. Moet een kind naar een dergelijke school betekend dat automatisch vroeg op en met de taxi mee en laat thuis. Dit word vaak als erg vermoeiend en stressvol ervaren door de leerlingen. Met een huiskamergroep kan je dit ondervangen door de mogelijkheid te bieden dat een kind een rust moment buiten de klas kan krijgen, zo voorkom je een uitzonderingssituatie, het kind kan in de woonplaats naar school en integreren. Passend onderwijs. Hoe fijn is het voor ouders en kind om naast het probleem rondom vervoer ook ''gewoon'' mee te kunnen draaien met buurtgenoten en broers en zussen?
Wat moet er aanwezig zijn op een huiskamergroep? De uitstraling van een huiskamergroep moet rustig, ongedwongen en prikkelarm zijn. Ofwel, creëer de sfeer van een huiskamer. Elke huiskamergroep ongeacht locatie moet een beschikken over ;
Een eettafel Zithoek Keukenblok Afgebakende ruimte met stretchers Leesboeken/ ontwikkelingsgericht spelmateriaal
De materialen die aanwezig moeten zijn kun je aanpassen aan de doelgroep. Wel is het gebruiken van "hoeken" een aanrader denk hierbij aan een "snoezelhoek". Dit is een hoek met kussens/ zitelementen op de grond en met bijvoorbeeld een klamboe erboven. Met bijzondere lampen en muziek kan er eenvoudig een ruimte gecreëerd worden voor totale ontspanning. Even opladen en ontladen is soms nodig en het is bewezen dat dit een positief effect heeft op de prestaties van de kinderen.
Wie moet er op de groep staan? Op een huiskamergroep moet in het ideaal beeld een Onderwijsassistent en een Pedagogisch medewerkster staan. Als er meerdere kinderen op de groep aanwezig zijn, behoort er meer personeel te zijn. Immers, aandacht voor het kind is binnen en rondom de huiskamergroep erg belangrijk. Binnen elke locatie kan gekeken worden wat haalbaar is en welke mensen geschikt zijn binnen de organisatie om deze specifieke doelgroep te begeleiden. Overige disciplines waaraan we kunnen denken; kinderpsycholoog, intern begeleider, verpleegkundige of verzorgende, kindercoach, speltherapeut, etc. Afhankelijk van de zorgvraag. Wanneer zijn de kinderen op deze groep? Voor iedere leerling moet er naast vermelding in zijn IOP een handelingsplan komen waarin de behoeftes van het kind centraal staan. Zo kan het dus zijn dat bepaalde leerlingen elke dag op vaste tijden gebruik zullen maken van de huiskamergroep. Voor een andere leerling kan het zo zijn dat bij een stapeling [ overprikkeling ] de groep gebruikt wordt als time-out plek. Een plek om even rustig te worden en vervolgens weer te kunnen deelnemen aan het groepsproces. Voor een ander kan het letterlijk een groep zijn om 1 of meerdere rustmomenten te kunnen pakken. Samenwerking; Om een huiskamergroep te kunnen draaien is het van belang om een goede samenwerking te hebben met ouders, school en eventueel andere disciplines. Korte lijntjes en regelmatig overleg is belangrijk! Communicatie staat hoog in het vaandel.
Kindgericht; Ieder kind is speciaal en uniek, verdiend aandacht voor zijn of haar probleem! Als d.m.v. deze huiskamergroep problemen ondervangen kunnen worden en we de leerling de juiste zorg kunnen bieden zijn we met elkaar op weg om vooral te denken in oplossingen i.p.v. problemen. Passend Onderwijs wordt dan een echt begrip. Er wordt aangesloten op de behoeftes van de leerling met zijn/ haar beperking(en). We zijn dan kind volgend! Werkend vanuit vraag en aanbod.
Praktijkvoorbeeld; Boris is een jongen uit groep 4. Hij wil alles weten, wil graag alles zien en hij staat graag in het middelpunt. Boris wiebelt er wat aan af op zijn stoel. Boris vind zelfstandig werken heel erg moeilijk. Boris zit in de medische molen, maar er is voor nu nog geen diagnose. Samen met de intern begeleider is er al gekeken naar een extra kussen zodat Boris rustiger kan zitten, heeft tijdens het zelfstandig werken een hoofdtelefoon op en er is voor hem een rustige plaats gekozen in de klas. Ondanks deze hulpmiddelen blijft concentratie moeilijk. Helaas doen Joep en Koen graag met hem mee. Hoe fijn zou het zijn dat Boris ( 2 x per week een uur of dagelijks ) met Onderwijsassistent juf Sanne mee gaat om zelfstandig te werken in de huiskamergroep. Minder ruis in de klas, minder prikkels voor Boris en betere resultaten voor beiden.
(Dit zouden foto’s van een huiskamergroep kunnen zijn).
Materialen en Producten ChroniKa
Peuterdans uitgelicht
(Op foto bewegen met doek en zachte ballen, peuters en kleuters dansen samen). Doel van peuterdans:
Plezier beleven, Motoriek stimuleren, Bevorderen van zelfvertrouwen en ‘’lef’’, Leren luisteren en herkennen, Samenwerking stimuleren, etc.
Tijdens de peuterdans staat bewegen centraal. Een peuterdansles duurt 30 minuten. Er wordt rekening gehouden met ieder kind. Kinderen hoeven niet per se mee te doen, wel stimuleren we de kinderen om te bewegen. Tijdens de dansles horen de kinderen niet alledaagse muziek. Deze horen ze immers thuis of elders. Rennen, springen, rollen, kruipen vallen en weer opstaan… Een peuter ontdekt de wereld om zich heen en is daarbij constant in beweging. Het kind wordt geboeid en gestimuleerd om zijn bewegingsmogelijkheden te ontplooien. Via vrij bewegen en eenvoudige bewegingsopdrachten ontdekt het kind zijn lichaam, de ruimte om zich heen en zijn emoties. Het is tegelijkertijd bezig met het ontwikkelen van zijn taal, muzikaliteit en coördinatie. Korte oefeningen worden gecreëerd vanuit de begrippen durf, fantasie, expressie, creativiteit, concentratie, samenspel, houding en bovenal… PLEZIER!!
Algemene voorwaarden, advies, begeleiding en ondersteuning ChroniKa. Opgesteld door ChroniKa. Algemeen ChroniKa is opgericht door Edith Lindenhols, gevestigd te Hoogeveen en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 62962930. ChroniKa richt zich op het advies, ondersteuning, begeleiding en product ontwikkeling. Dit is bedoeld voor ouders en kinderen van 0 tot 18 jaar die te maken hebben met een chronische ziekte en/of beperking. ChroniKa respecteert de privacy van het kind en zijn ouders. Informatie aan derden wordt slechts verstrekt met toestemming van de ouders en/of van het kind. ChroniKa blijft zich voortdurend bekwamen en verder ontwikkelen. ChroniKa staat open voor nieuwe ideeën, uitdagingen, samenwerkingsverbanden en producten ten goede voor de doelgroep. Toepasbaarheid Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle mondelinge en schriftelijke offertes en overeenkomsten van of met ChroniKa en alle daarmee verband houdende handelingen, zowel van voorbereidende als uitvoerende aard voor zover van deze voorwaarden niet door partijen uitdrukkelijk en schriftelijk is afgeweken. Akkoord Ten minste 1 van de ouders/verzorgers (hierna ‘ouders’ genoemd) zal goedkeuring moeten geven voor de overeenkomst zijnde advies, begeleiding en ondersteuning. Hij/zij gaat ermee akkoord dat, indien de andere ouder op enige wijze bezwaren maakt tegen de begeleiding e.d., hij/zij de consequenties daarvan op zich neemt. ChroniKa kan hier niet verantwoordelijk voor worden gehouden. Geheimhouding ChroniKa is verplicht tot geheimhouding van alles wat er besproken is tijdens of in het kader van de ontmoetingen. Voor overleg met derden in het belang van het kind, wordt altijd eerst toestemming gevraagd aan de ouders. Regels rondom een afspraak begeleiding van kind ChroniKa komt altijd op locatie. Wij streven naar een eigen locatie, zodra deze er is, bieden wij de mogelijkheid om in onze praktijk te komen. De ouder dient tijdens de ontmoeting telefonisch bereikbaar te zijn of zelf aanwezig, al na gelang de afspraak. Na een ‘’sessie’’ is er korte gelegenheid (10 minuten) voor de ouders om te bespreken wat de cliënt heeft gedaan of gemaakt indien van toepassing. Tijdens een tussengesprek en/of eindgesprek worden de vorderingen met betrekking tot de cliënt uitvoerig besproken. Indien gewenst zal een rapport worden geschreven, waarvoor 1 uur in rekening zal worden gebracht. Dit wordt afgesproken tijdens het eerste gesprek, het intake gesprek. Indien de coaching sessie bij het kind thuis plaatsvindt, is het wenselijk dat na een kort welkom, de ouder, de coach met de cliënt alleen laat tot de afgesproken eindtijd. Dit hoeft echter niet altijd zo te zijn, soms is het juist stimulerend om er als ouder bij te zitten. Dit gaat in overleg en volgens afspraak en is leeftijdsgebonden. Na afloop van de ‘’sessie’’ zal een korte terugkoppeling plaatsvinden naar de ouder van circa 10 minuten. Voor een ‘’sessie’’ aan huis zal tevens reisgeld worden berekend, dit tarief is afhankelijk van het aantal kilometers en de reistijd die ervoor nodig is om van de praktijk naar het huis van het kind te komen.
Regels rond een afspraak rondom ouderbegeleiding De bovengenoemde voorwaarden zijn ook hier van toepassing, hoewel aangepast omdat het immers gaat om ouders en niet direct om en met het kind. De duur van de ‘’sessie’’ wordt afgestemd op de situatie en hulpvraag. Dit gebeurt altijd in overleg. Verhindering Indien bij verhindering de afspraak ten minste 24 uur vooraf wordt afgezegd, wordt de voor u gereserveerde tijd niet in rekening gebracht. Bij afzegging binnen 24 uur, wordt de voor u gereserveerde tijd gefactureerd. Tijdig verzetten van de afspraak is altijd mogelijk, dit kan per e-mail of telefonisch. Tijdens een afspraak wordt de telefoon niet opgenomen. U kunt uw bericht dan inspreken op de voicemail. Bij afzegging door ziekte is overleg uiteraard mogelijk. ChroniKa is zich bewust van uitzonderingssituaties en houdt hier rekening mee. Observatie en verslag Op verzoek van de ouders van het kind zal een verslag worden gemaakt van het begeleidingstraject. Frequentie gaat in overleg. De bestede tijd wordt geregistreerd en in rekening gebracht. Verder kan er op verzoek van de ouders een schriftelijk verslag naar derden, bijvoorbeeld school/arts, worden gestuurd. Dit verslag wordt door ChroniKa opgemaakt. De bestede tijd wordt geregistreerd en in rekening gebracht. Tarieven en betalingsvoorwaarden Er zijn vastgestelde tarieven en betalingsvoorwaarden rondom de advies, begeleiding en ondersteuning binnen ChroniKa. Deze kunnen geheel vrijblijvend worden aangevraagd via de mail:
[email protected] Indien de overeenkomst wordt ontbonden zijn de vorderingen van de begeleiding op de ouders onmiddellijk opeisbaar. Aansprakelijkheid Het advies van ChroniKa is resultaatgericht, zonder het resultaat te garanderen. ChroniKa is nimmer aansprakelijk voor directe of indirecte schade of letsel voortvloeiende uit of in verband met de geboden diensten door ChroniKa. Twijfelt u of advies en begeleiding vanuit ChroniKa de juiste stap is, overleg dit dan ten alle tijden met uw eigen (huis)arts om te kijken of ChroniKa voldoende begeleiding kan bieden. Indien wenselijk kan uw arts contact met ons opnemen om de plannen te bespreken. Blijkt tijdens de intake of tijdens de ‘’sessies’’ dat u en uw kind elders betere zorg kunnen krijgen, zoals bijvoorbeeld het GGZ of Accare, dan zijn wij bereid u hierin te begeleiden en het advies in overleg met u neer te leggen bij de (huis)arts. Let op! ChroniKa is er voor advies, begeleiding en ondersteuning. Wij diagnosticeren niet, zijn geen arts of andere medici. Vindplaats en wijzigingen voorwaarden Van toepassing is steeds de versie zoals die gold ten tijde van het tot stand komen van de rechtsbetrekking met ChroniKa. Deze voorwaarden zijn geplaatst op www.ChroniKa.nl
Contact Naam : Edith Lindenhols – Kruijt : 06 – 128 455 86 Mar-José Duinkerken Adres : Keizersmantel 69 7908 XA Hoogeveen Website: www.ChroniKa.nl E-mail:
[email protected]
KvK – nr : 62962930 Btw – nr : NL173930591B01