ONTWIKKELSTRATEGIEKADER OUDE RIJNZONE 2012
Vastgesteld in het dagelijks bestuur Gemeenschappelijke Regeling De Oude Rijnzone d.d. 29 juni 2012 Vastgesteld in het algemeen bestuur Gemeenschappelijke Regeling De Oude Rijnzone d.d. 22 november 2012
1
Inhoudsopgave OSK
0
SAMENVATTING ................................................................................................................................. 3
1
INLEIDING ............................................................................................................................................ 4 1.1 1.2 1.3
2
ACHTERGROND ........................................................................................................................................ 4 GLOBALE INHOUD ................................................................................................................................... 4 STATUS EN PROCEDURE OSK................................................................................................................ 4 REGIONAAL UITVOERINGSPROGRAMMA............................................................................ 6
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 3
INLEIDING/ UITGANGSPUNTEN .............................................................................................................. 6 PERSPECTIEF ........................................................................................................................................... 7 RUIMTELIJKE KWALITEIT EN DUURZAAMHEID ....................................................................................... 9 WERKEN................................................................................................................................................. 10 WONEN .................................................................................................................................................. 13 INFRASTRUCTUUR ................................................................................................................................. 14 PROGRAMMERING 2010-2015 PER CLUSTER ................................................................. 15
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
GROENENDIJK WERKEN EN BEREIKBAARHEID ..................................................................... 15 GROENENDIJK WONEN EN GROEN ........................................................................................ 18 CLUSTER RIJNWOUDE WONEN EN GROEN............................................................................................ 19 CLUSTER ALPHEN-WEST - RIJNWOUDE-OOST WONEN, WERKEN EN BEREIKBAARHEID ................. 20 CLUSTER ALPHEN-OOST BODEGRAVEN ............................................................................................... 23 CLUSTER BODEGRAVEN BROEKVELDEN ............................................................................................... 25 CLUSTER BODEGRAVEN WONEN EN GROEN ......................................................................................... 26 CLUSTER NOORDOEVER OUDE RIJN..................................................................................................... 28 CLUSTER CLUSTER
4
FINANCIEEL KADER ....................................................................................................................... 31
5
STORTINGEN IN EN TREKKINGEN UIT HET RIF............................................................ 31 5.1 5.2 5.3
OVERZICHT GERAAMDE STORTINGEN PER GEMEENTE + MINISTERIE + PROVINCIE ........................ 31 FASERING IN DE TIJD VAN DE STORTINGEN ........................................................................................ 31 TREKKINGEN UIT HET RIF.................................................................................................................... 32
6 PROCEDURES VOOR BIJSTELLING, PERIODIEKE MONITORING EN HERIJKING ..................................................................................................................................................... 33 7
RISICOMANAGEMENT................................................................................................................... 33
8
PROCESKOSTEN ............................................................................................................................... 34
9
BIJLAGEN............................................................................................................................................. 35 9.1 9.2 9.3
BIJLAGE 1: SCHEMA BIJDRAGEN IN PROGRAMMA OUDE RIJNZONE ................................................. 35 BIJLAGE 2: BESCHIKKING MINISTERIE VROM JULI 2010............................................................... 35 BIJLAGE 3: RISICOTABELLEN EN/OF UITVOERINGSPLANNEN CLUSTERS .......................................... 35
2
0
Samenvatting
Korte inhoud Het Ontwikkelstrategiekader (OSK) is het belangrijkste product van de Gemeenschappelijke Regeling De Oude Rijnzone. In dit OSK zijn afspraken over ruimtelijke kwaliteit, wonen, werken en infrastructuur vastgelegd. Deze afspraken komen voort uit de afspraken uit de Samenwerkingsovereenkomst en Integrale Businesscase. Met betrekking tot werken legt het OSK de afspraken die in 2009 in de stuurgroep Oude Rijnzone zijn gemaakt, vast. Het OSK beschrijft allereerst de uitgangspunten van het regionaal uitvoeringsprogramma Oude Rijnzone (hoofdstuk 2). Vervolgens geeft het OSK inzicht in de programmering van dit uitvoeringsprogramma dat inmiddels van start is gegaan. In de afgelopen jaren hebben gemeenten al gronden aangekocht voor herstructurering, groene inrichting en locaties voor wonen en werken. In 2012 worden de bedrijfsgebouwen van het bedrijf Agrifirm gesloopt, waarmee de locatie gereed komt voor de herstructurering van bedrijventerrein Hoogewaard en de aanleg van de oeververbinding over de Oude Rijn. Hoofdstuk 3 geeft de planning per cluster van het programma Oude Rijnzone voor de periode 2012-2017, aan de hand van mijlpalen. Hierbij wordt een doorkijk gegeven naar de periode 2015-2020. De mijlpalen dienen als controle-instrument voor de voortgang en de bijstelling van het OSK in de komende jaren. Per cluster zijn tevens de financiën en risico's beschreven. De verdeling van de middelen uit het Regionaal Investeringsfonds (RIF) van De Oude Rijnzone komt aan bod (hoofdstuk 4 en 5). De verdeling van de middelen is gebaseerd op de Integrale Businesscase (IBC) en de actualisering van de cijfers door de gemeenten in 2010. De verdeling van de middelen uit het RIF is als volgt: Cluster/project Maximabrug Rijnhaven Noordoever Oude Rijn Bodegraven wonen en groen Totaal
Verdeling uit RIF € 15,9 mln € 11 mln € 9,35 mln € 5,53 mln € 41,78 mln
Er is een koppeling gelegd tussen de controle op mijlpalen uit de planning en de verdeling van de middelen uit het RIF. Indien mijlpalen niet worden gehaald, kan dat aanleiding zijn om de verdeling van de middelen uit het RIF te bezien. Tot slot beschrijft het OSK in de laatste hoofdstukken de procedures voor bijstelling, het risicomanagement en de verdeling van de proceskosten. Het OSK wordt jaarlijks door het AB geactualiseerd. Daarbij zijn verschuivingen in het programma en verfijning van mijlpalen mogelijk.
3
1
Inleiding 1.1
Achtergrond
In 2010 zijn de gemeenten Bodegraven (nu Bodegraven - Reeuwijk), Alphen aan den Rijn, Rijnwoude, Zoeterwoude, Leiderdorp en de provincie Zuid-Holland de Gemeenschappelijke Regeling "De Oude Rijnzone" aangegaan. Zoals in juli 2009 in de Stuurgroep Oude Rijnzone is vastgesteld richt de Gemeenschappelijke Regeling zich op: a. programmering, planning en onderlinge afstemming b. kwaliteitsbewaking c. financiering: verdeling van regionaal ter beschikking staande middelen d. borging van realisatiekracht Een belangrijk instrument daarvoor is het opstellen van dit ontwikkelstrategiekader (OSK). Via het OSK bewaakt De Oude Rijnzone de programmering, planning, onderlinge afstemming en kwaliteit. Het eerste OSK is door het algemeen bestuur van De Oude Rijnzone op 24 november 2011 unaniem vastgesteld
Zicht op Oude Rijnzone © Bosch en Slabbers
1.2
Globale inhoud
In het OSK wordt in ieder geval opgenomen: a. de programmering en planning van bedrijventerreinen, herstructurering, infrastructuur, groen en woningbouw; b. de financiële uitgangspunten (waaronder rekenregels) voor de integrale realisatie van het programma Oude Rijnzone; c. de afspraken over ruimtelijke en beeldkwaliteit en duurzaamheid; d. de wijze, het tempo en de te verwachten resultaten per deelnemer van realisatie van de in het ontwikkelkader opgenomen afspraken; e. het te voeren risicomanagement; f. de wijze waarop de periodieke bijstelling van het ontwikkelstrategiekader bij ontwikkelingen plaatsvindt; g. een inspanningsverplichting voor alle deelnemers om zich maximaal in te spannen om alle aanpassingen die nodig zijn op het gebied van de ruimtelijke ordening te bewerkstelligen en tevens alle bezwaar- en beroepsprocedures te zullen uitvoeren die hieruit voortvloeien.
1.3
Status en procedure OSK
Het eerste OSK uit 2011 is door het algemeen bestuur (AB) van de Oude Rijnzone vastgesteld, nadat het voor inspraak is voorgelegd aan de raden en staten van de partijen die in het AB zijn vertegenwoordigd. Het OSK wordt jaarlijks geactualiseerd, waarbij weer inspraak van de vertegenwoordigde gemeenten en de provincie aan de orde is. Verschuivingen in het programma zijn mogelijk. Dit wordt vastgelegd in de
4
actualisatie van het OSK. Door wijzigingen via het OSK te laten lopen, wordt de samenhang in het totale programma gewaarborgd. Op grond van de financiële gegevens uit het OSK verdeelt het AB de middelen uit het Regionaal Investeringsfonds (RIF), casu quo doet uitspraken over de hoogte van de aanvragen voor middelen uit de Nota Ruimtebudget. Gemeenten verzorgen de uitvoering van projecten en clusters, binnen de kaders van het OSK. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor de wijze van uitvoering en de middelen die zij ter beschikking stellen voor de uitvoering van projecten en clusters van projecten.
5
2
Regionaal uitvoeringsprogramma
Visiekaart Oude Rijnzone met clusterindeling
2.1
Inleiding/ Uitgangspunten
In dit hoofdstuk wordt in algemene zin ingegaan op het programma. In hoofdstuk 3 wordt de programmering tot 2017 per cluster beschreven. De Oude Rijnzone is het gebied langs de rivier de Oude Rijn van Leiden tot en met Bodegraven-Reeuwijk. Het programma van de Oude Rijnzone is gericht op transformatie en een samenhangende en duurzame ontwikkeling van dit gebied, gericht op een verbetering van de kwaliteit. Concreet gaat het om: versterking van de economische vitaliteit en de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige woon- en werkmilieus; versterking van de groenblauwe kwaliteit (natuur, water, landschap, recreatie, cultuurhistorie): versterken visuele en functionele verbindingen Oude Rijnzone met het omliggende Groene Hart, zowel langs de Oude Rijn als in noord-zuidrelaties; het benutten van en het investeren in infrastructuur. Het OSK is gebaseerd op de reeds bestaande documenten voor de Oude Rijnzone; Transformatievisie, streekplanherziening, Provinciale Structuurvisie, Samenwerkingsovereenkomst, bedrijventerreinenstrategie en regionale prioritering uit de Integrale Businesscase. Het planologisch-juridische kader voor de ruimtelijke realisatie wordt gevormd door de Provinciale Structuurvisie, die gebaseerd is op de derde partiële Streekplanherziening Zuid-Holland Oost voor de Oude Rijnzone. De uitgangspunten uit deze plannen gelden onverkort, maar om de ambities voor transformatie en kwaliteitsverbetering in het gebied te halen is flexibiliteit met het oog op de uitvoering geboden. In het algemeen moeten de plannen voldoende speelruimte laten voor onvoorziene ontwikkelingen en conjuncturele schommelingen en voor toepassing van het structurerend element 151 uit de derde partiële streekplanherziening Zuid-
1
SE15: Bij de ontwikkeling van het plangebied Oude Rijnzone (zie plankaart) moet de verstedelijking (wonen en werken) in financiële zin bijdragen aan de realisering van herstructurering, infrastructuur, groen en water.
6
Holland Oost Oude Rijnzone. Het OSK is opgebouwd vanuit de uitvoeringsplannen die per cluster zijn opgesteld (bijlage 2). Als voorbereiding op het OSK heeft een herijking van de Integrale Businesscase (IBC) plaatsgevonden. De IBC is in 2008/2009 opgesteld en vormde toen de basis voor de aanvraag Nota Ruimtemiddelen. De berekeningen zijn in 2010 door gemeenten geactualiseerd. De algemene programmatische afspraken uit Transformatievisie, bedrijventerreinenstrategie en IBC worden in het OSK geactualiseerd en concreter vastgelegd. Heldere regionale afspraken over programmering van woningbouw en bedrijventerreinen zijn noodzakelijk voor het economisch functioneren van de Oude Rijnzone en om onderlinge concurrentie te voorkomen. Tweede belangrijke reden voor het maken van regionale programmatische afspraken is de verdeling van de regionaal ter beschikking staande middelen. De middelen zijn beschikbaar in de periode 2010 - 2015. Programmatische afspraken zijn de basis voor een eerlijke verdeling en een goede planning van de verdeling van de middelen. Voor de Nota Ruimtemiddelen geldt bovendien de voorwaarde dat voor 31 december 2014 met de uitvoering moet zijn gestart. Door de Stuurgroep Oude Rijnzone is besloten dat alleen de clusters die door het ministerie zijn opgenomen in de beschikking over de middelen Nota Ruimtebudget in aanmerking kunnen komen voor middelen uit het RIF: Noordoever Oude Rijn (herstructurering Lage Zijde) Alphen-West Rijnwoude-Oost wonen, werken en bereikbaarheid (herstructurering Hoogewaard en Rijnhaven en Maximabrug) Rijnwoude wonen en groen (groen) Bodegraven wonen en groen (groen) In hoofdstuk 5 van dit OSK is de verdeling uit het RIF in bedragen vastgelegd.
2.2
Perspectief
Het gaat in de planvorming voor de Oude Rijnzone om een langetermijnperspectief, tot ten minste 2020. Het eerste OSK concentreerde zich op de periode 2010 – 2015, omdat dit de periode is waarvoor middelen uit de Nota Ruimtebudget beschikbaar zijn die door de Oude Rijnzone verdeeld moeten worden. Dit tweede OSK beschouwd de periode tussen 2012 en 2017. De doorkijk naar 2017 heeft alleen betrekking op de afronding van de eerste fase van het programma. Doel van het OSK is de programmering, planning, onderlinge afstemming en kwaliteitsbewaking van het programma Oude Rijnzone. Het OSK biedt de basis voor een adequate verdeling van de regionaal ter beschikking staande middelen, waaronder de middelen uit de Nota Ruimtebudget.
Toelichting: Bij de goedkeuring van bestemmingsplannen en bij de afgifte van verklaringen van geen bezwaar ex artikel 19 Wro dient overeenstemming te bestaan over het planologische arrangement op streekplanniveau (ruimtelijke afspraken, programmering en monitoring), over de financiële uitvoeringsafspraken tussen de betrokken partijen en over de afspraken met het Rijk ter zekerstelling van de uitvoering van het plan benodigde rijksbijdragen. De bij de uitvoering betrokken partijen dienen een gezamenlijke ontwikkelingsstrategie ontwikkeld te hebben waar het planologisch arrangement bewaakt wordt, opdat van daaruit bewaakt kan worden dat plannen van gemeenten optimaal bijdragen aan het realiseren van de opgaven met betrekking tot het bereiken van de in het plangebied nagestreefde ruimtelijke kwaliteit (door herstructureren van bedrijventerreinen, verbeteren van infrastructuur, realiseren van groen en water). Er kan pas met de realisering van nieuwe bedrijventerreinen in dit plangebied begonnen worden, als de in het kader van het uitvoeringsprogramma te maken afspraken een hoge mate van zekerheid bieden over de herstructurering van bestaande bedrijventerreinen. Deze afspraken dienen regelmatig op provinciaal niveau en in Groene Hartverband afgestemd te worden.
7
In de Samenwerkingsovereenkomst Oude Rijnzone, getekend 27 november 2008 zijn afspraken over ruimtelijke kwaliteit, afstemming en programmering van wonen, werken en infrastructuur vastgelegd. Met betrekking tot werken zijn deze afspraken in de Stuurgroep Oude Rijnzone uitgewerkt. In de paragrafen 2.3 tot en met 2.6 staan de algemene afspraken voor het gehele programma Oude Rijnzone. In de Samenwerkingsovereenkomst is overeengekomen dat de uitvoering van het programma plaatsvindt in clusters. Het programma tot 2015 is vastgelegd in de IBC en de actualisatie daarvan. In paragraaf 2.7 is het programma en de fasering van het programma 2010-2015 per cluster vastgelegd. In de Samenwerkingsovereenkomst zijn ook de programmaonderdelen genoemd die in de periode 2015 - 2020 uitgevoerd worden. De afronding van de programmaonderdelen zal in enkele gevallen na 2015 plaatsvinden. Het totale programma tot 20202 bestaat uit: Cluster Groenendijk werken en bereikbaarheid
opgave cf Businesscase bedrijventerrein Groenendijk/Barrepolder incl. groene inpassing (afhankelijk van uitkomst studie ontvangstlocatie Vliko 6 ha voor 2015; 12 ha na 2015 of 18 ha na 2015) kwaliteitsverbetering oevers (Oosthoek Rijnekeboulevard 4 ha voor 2015)
Groenendijk wonen en groen
woningbouw Groenendijk (ca 625 woningen na 2015) waterstructuur (na 2015) groene venster (36 ha) (na 2015)
Rijnwoude wonen en groen
woningbouw Westvaartpark (ca 280 woningen na 2015) groene inpassing Westvaartpark (14 ha na 2015)
Alphen - Rijnwoude wonen, werken en
herstructurering Hoogewaard (27 ha deels voor deels na 2015)
bereikbaarheid
herstructurering Rijnhaven (54 ha voor 2015, 54 ha na 2015) woningbouw Rijnpark 1 en 2 (ca 280 voor 2015, 520 - 620 na 2015) bedrijventerrein Hoogewaard (9 ha na 2015) bedrijventerrein Prinsenschouw (10 ha na 2015) groenzone Koudekerk (23 ha, deels voor, deels na 2015) oeververbinding Oude Rijn (voor 2015) kwaliteitsverbetering oeverlocaties Oude Rijn (deels voor, deels na 2015) aanvullende infrastructuur (kleine rondweg Gnephoek, Leidsche Schouw/spoorlijn, Leidsche Schouw/N11, halte Alphen west RGL na 2015)
Alphen Oost – Bodegraven
kwaliteitsverbetering oevers (deels voor, deels na 2015) groene venster Zwammerdam (6 ha voor 2015)) recreatieve verbindingen waaronder Limes route (deels voor, deels na 2015) groene venster Bodegraven (na 2015) groene inpassing bedrijvenpark Rijnhoek (voor 2015) OTA/N207/bedrijventerrein Steekterpoort (2 ha voor 2015, 9 ha 2015-2020)
2
Op enkele punten wordt afgeweken van het programma zoals vastgelegd in de Transformatievisie focus Oude Rijn 2020, de
Samenwerkingsovereenkomst en de Integrale Businesscase. Door fasering zal een groot deel van de woningbouw pas na 2020 ontwikkeld worden. Het bedrijventerrein Prinsenschouw wordt pas na 2015 ontwikkeld.
8
Bodegraven Broekvelden en bereikbaarheid
Herstructurering en intensivering (36 ha voor 2015)) t.b.v. verbetering zichtbaarheid, bereikbaarheid, algehele beeldkwaliteit en openbare ruimte (voor 2015).
Bodegraven wonen en groen
groene afronding bodegraven Oost (12 ha voor 2015)) bedrijventerrein Groote Wetering II (4,5 ha na 2015) werklint (4,9 ha) + kwalitatieve herstructurering achter-laatlocaties Nieuwerbrug (voor 2015) verbetering landschappelijke inrichting en recreatieve verbindingen (waaronder mogelijk een pontje bij Wierickerschans) Venster Bodegraven – Woerden in samenhang met realisatie Ecologische Hoofdstructuur/EHS in het verband van het Veenweideconvenant Gouwe-Wiericke en kwaliteitsverbetering oeverwallen Oude Rijn (na 2015)
Noordoever Oude Rijn
verbetering landschappelijke inrichting en recreatieve verbindingen herstructurering bedrijventerrein Lage Zijde (van 6 ha naar 3,4 ha) Bezoekerscentrum Groene Hart
Totaal
2010-2015 herstructurering
2015-2020 100 ha.
99 ha.
12,9 ha.
44,5 ha.
bedrijventerrein: nieuw bedrijventerrein: woningen: groen:
2.3
280woningen. ca. 1450 woningen 59 ha.
32 ha.
Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid
In de Samenwerkingsovereenkomst zijn de algemene afspraken vastgelegd over Ruimtelijke Kwaliteit. Het rapport “Ruimtelijke Kwaliteit Oude Rijnzone” geeft uitgangspunten en richtlijnen voor de Ruimtelijke Kwaliteit in de Oude Rijnzone. Gemeenten nemen het rapport “Ruimtelijke Kwaliteit Oude Rijnzone” voor hun ruimtelijk beleid voor de Oude Rijnzone als vertrekpunt. Onder andere op basis van het rapport worden beeldkwaliteitplannen en uitvoeringsplannen opgesteld voor de nieuw te ontwikkelen woon- en werklocaties waarbij de volgende richtlijnen en/of toetsingscriteria in acht moeten worden genomen. 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7)
Laat de ondergrond in het ontwerp doorklinken; versterk de noord-zuid relaties; zet in op behoud en versterken van zichtlijnen haaks op de rivier; versterk de openbaarheid van de oevers / herstel het jaagpad; menging van maat en schaal, van ‘korrel’; beleving vanaf spoor / weg / water; maak ruimtelijk hoogwaardig overgangen tussen stad/dorp en aanliggend landelijk gebied; 8) versterk de toegankelijkheid van het gebied 9) inpassing werklandschappen; 10) hergebruik industrieel erfgoed; 11) dorpse architectuur en 12) koester unica’s.
9
Deze richtlijnen en toetsingscriteria worden in het rapport “Ruimtelijke kwaliteit” Oude Rijnzone in hoofdstuk 7 nader toegelicht. Het rapport is als bijlage (9.4) aan het OSK 2012 toegevoegd. Groenblauwe kwaliteit De opgave van de groenstructuur in de Oude Rijnzone is gelegen in het versterken en het verbinden van de Oude Rijnzone met het omliggende Groene Hart. Van belang is het handhaven en versterken van de open groene vensters langs de Oude Rijn en de zorgvuldige vormgeving en inrichting van de randen van de vensters en nieuwe rode ontwikkelingen. Aanpak van verrommelde oeverlocaties en het creëren van doorzichten op de Oude Rijn maken onderdeel uit van het programma Oude Rijnzone. Naast het verbeteren van zichtlijnen maakt ook het verbeteren van de recreatieve verbindingen met het omringende Groene Hart, waaronder pontjes over de Oude Rijn, onderdeel uit van het programma. Aan de realisatie van nieuwe locaties voor wonen en werken is een groenopgave gekoppeld waarvan de omvang in verhouding staat van de betreffende locatie. In bestemmingsplannen voor de nieuwe woon- en werkgebieden wordt rekening gehouden met tenminste 15% van de bruto oppervlakte voor groen en water. Meervoudig ruimtegebruik Uitgangspunt voor inrichting en herinrichting van nieuwe en bestaande bedrijventerreinen is intensief en meervoudig ruimtegebruik. Herstructurering is gericht op een ruimtewinst van tenminste 10%. Bij inrichtingsplannen voor bedrijventerreinen wordt aandacht besteed aan bouwhoogten, passend bij intensief ruimtegebruik, segmentering van de terreinen voor een goede omgevingskwaliteit en landschappelijke inpassing en mobiliteitsmaatregelen (zoals vervoermanagement en bereikbaarheid met het OV). Bij de inrichting is meerlaags parkeren (parkeren op of onder de bebouwing), dan wel in een gezamenlijke (meerlaagse) parkeervoorziening uitgangspunt. Bij het opstellen en uitvoeren van herinrichtingsplannen worden kansen voor energiebesparing en duurzame energie in beeld gebracht.
2.4
Werken
Een van de speerpunten van de Oude Rijnzone is herstructurering van bedrijventerreinen. Het aanpakken van de verouderde bedrijventerreinen heeft prioriteit en moet met voorrang aangepakt worden. Zuinig ruimtegebruik is uitgangspunt. Met nieuwe uitgifte wordt daarom zuinig omgegaan en bij herstructurering wordt in principe ruimtewinst geboekt. De SER ladder wordt daarom in regionaal verband toegepast. Op basis van de SER-ladder gaat herstructurering vóór nieuwe uitgifte en wordt de aanleg van nieuwe terreinen planmatig gekoppeld aan de herstructureringsopgaven van bestaande locaties. Regionale samenwerking is noodzakelijk om tot een gezonde markt voor bedrijven te komen in de Oude Rijnzone. Een goede afstemming van vraag en aanbod in de verschillende sectoren is daar een belangrijk onderdeel van. Daarom zijn afspraken over segmentering en inkleuring van terreinen nodig. De bedrijventerreinenstrategie Oude Rijnzone - Rijnstreek 2008-2020 (Ecorys 2009)3 biedt de basis voor de afspraken over programmering van bedrijventerreinen. Opvang ruimtevraag conform SER-ladder 2008-2015
3
De gemeenteraad van Rijnwoude heeft de bedrijventerreinenstrategie Oude Rijnzone - Rijnstreek 2008-2020 niet
vastgesteld.
10
IV. Zacht aanbod
I. Bestaand aanbod
Nieuwe terreinen
bedrijventerreinen Totaal: 29 ha
Totaal: 8 ha
Crown Business Center
Steekterpoort
De Schans
Werklint
Hoorn West Molenwetering Heimanswetering Rijnhoek Opgave Oude RijnzoneRijnstreek
III. Hard aanbod Nieuwe terreinen
2008-2015 54 ha
II. Herstructurering
hoe Nieuw uitgeefbaar totaal: 5 ha
Totaal: 13 ha
Koeleman
Drechthoek fase 2
Hoogewaard (Agrifirm)
Prinsenschouw-Zuid*
Rijnhaven
Groenendijk-Oost
Broekvelden Oosthoek
Opvang ruimtevraag conform SER-ladder 2016-2020 IV. Zacht aanbod
I. Bestaand aanbod
Nieuwe terreinen
bedrijventerreinen
Totaal: 25 ha Steekterpoort Groote Wetering II* Terreinen Nieuwkoop
Geen
Hoogewaard fase 1 Opgave Oude RijnzoneRijnstreek III. Hard aanbod Nieuwe terreinen
2016-2020 43 ha
II. Herstructurering
hoe
Totaal: 12 ha
Ruimtewinst totaal: 7 ha
Groenendijk-Oost
Hoogewaard Rijnhaven
tabellen SER ladder uit bedrijventerreinenstrategie Oude Rijnzone-Rijnstreek 2008-20204
4
*Wijzigingen t.o.v. regionale bedrijventerreinenstrategie:
11
In aanvulling op de Transformatievisie en regionale bedrijventerreinenstrategie zijn in de stuurgroep Oude Rijnzone de afspraken gemaakt, die reeds in het eerste OSK zijn vastgelegd. Afspraak over uitgifte en herstructurering (hoeveelheid, tempo en samenhang)
1. Bij de uitgifte van nieuwe terreinen voor bedrijven wordt de SER ladder gevolgd en wordt in regionaal verband bezien of vestiging op een van de bestaande terreinen mogelijk is. Op basis van de SER ladder gaat herstructurering voor nieuwe uitgifte en wordt de aanleg van nieuwe terreinen planmatig gekoppeld aan de herstructureringsopgave van bestaande locaties. Ook stemmen de gemeenten de plannen voor ontwikkeling van nieuwe terreinen qua fasering en omvang op elkaar af. Afspraken over ruimtewinst en intensief ruimtegebruik 2. Bij nieuwe uitgifte van terreinen wordt het ruimtebeslag beperkt en geoptimaliseerd door intensief ruimtegebruik, zoals meerlaags bouwen, voldoende dichtheid, ondergronds of gezamenlijk parkeren et cetera. Hierdoor wordt de netto opbrengst hoger en is er bruto minder ruimte nodig. Bij de start van de ontwikkeling worden over deze punten per locatie afspraken gemaakt met de bedrijven. 3. Bij herstructurering van bedrijventerreinen wordt het ruimtegebruik intensiever benut door maatregelen als meerlaags bouwen, voldoende dichtheid, ondergronds of gezamenlijk parkeren et cetera. Hiermee wordt in principe 10% ruimtewinst geboekt. Dit zal soms moeilijk te realiseren zijn vanwege beperkende mogelijkheden in de bestaande situatie. In verband daarmee kan hiervan gemotiveerd worden afgeweken. Afspraken over ruimte voor hogere milieu categorieën (HMC) en ruimte-extensieve bedrijven (segmentering) 4. Gelet op de noodzaak voor de regio om keuzes te maken waar vestiging van bedrijven met milieucategorie hoger dan 3 terecht moeten kunnen spreken de gemeenten af dat de terreinen Barrepolder, Hoogewaard, Molenwetering, Schans, Broekvelden (voor zover daar nog ruimte is) en het Werklint (afhankelijk of dit doorgaat en de categorie van de daar beoogde bedrijven) met voorrang voor deze categorieën gebruikt worden. Het gaat voornamelijk om bedrijven met een regionale functie uit de sector Industrie & Bouw 5. Daarnaast maken gemeenten afspraken over de mogelijkheden voor vestiging van grotere en ruimte-extensieve bedrijven zoals uit de sector Transport & Logistiek. 6. Op gemengde bedrijventerreinen worden grote zelfstandige kantoren (groter dan 750 m² bvo) geweerd. Er is beperkt ruimte voor kleine kantoren, die horen bij de bedrijven op dat terrein.
Inmiddels is besloten Prinsenschouw niet voor 2015 tot ontwikkeling te brengen, waarmee het terrein tot het zachte aanbod 2016-2020 is gaan behoren. Bestemmingsplan Bodegraven Oost met daarin Groote Weetering II is in 2011 vastgesteld, waarmee het terrein tot het harde aanbod is gaan behoren.
12
Afspraken over kwaliteit, inrichting en beheer 7. Gemeenten maken bij de uitgifte en de herstructurering van bedrijventerreinen afspraken met de bedrijven dat duurzaam onderhoud en beheer voor de toekomst goed geregeld wordt. Dit kan bijvoorbeeld via parkmanagement. 8. Ruimtelijke kwaliteit inclusief groene en/of blauwe voorzieningen en afronding krijgen voldoende aandacht bij herstructurering en bij de inrichting van nieuwe terreinen. Daarnaast is gelet op de ruimtelijke kwaliteit de verschijningsvorm van de bedrijfsgebouwen van belang, ook als de functie gemengd is. Dit wordt vastgelegd in beeldkwaliteitplannen. Doel is om rommelige beeldvorming te voorkomen. 9. Bij de uitgifte van kavels maken gemeenten, voor zover dat binnen de Europese aanbestedingsregels past, afspraken met bedrijven over de termijnen van ontwikkeling en inrichting daarvan. Doel van de ontwikkelingsverplichting is dat er zuinig met beschikbare ruimte wordt omgegaan en er niet onnodig lang opties op gronden worden genomen die niet ontwikkeld worden. Afspraken over regionale samenwerking bij de aansturing en uitvoering 10. In de periode tot 2015 worden afspraken nader geconcretiseerd. Gemeenten maken regionaal afspraken over grondprijzen, toepassing SER-ladder, planning uitgifte in relatie tot herstructurering. De regio is hierbij groter dan enkel de Oude Rijnzone. 11. De realisatie van de herstructurering en de uitgifte en de vulling van de nieuwe terreinen wordt regionaal gemonitord.
2.5
Wonen
Binnen de Oude Rijnzone is ruimte voor kleinschalige verstedelijking. Uitgangspunt bij de keuze voor nieuwe woonlocaties is: Aansluiting bij bestaande voorzieningencentra in de kernen en gemeenten. Voorzieningen zijn daardoor bereikbaar voor bewoners en houden voldoende draagvlak en deze keuze voorkomt extra ruimtebeslag in het Groene Hart. Nieuwe locaties zo veel mogelijk concentreren rond knooppunten of haltes van het openbaar vervoer. Partijen maken afspraken over programmering voor de uitvoering en maken afspraken over fasering van de uitgifte van woningbouwlocaties binnen het plangebied voor de Oude Rijnzone. Partijen houden de woningbouwprogrammering afgestemd met de regionale woonvisies. In overeenstemming met de provinciale woonvisie wordt in de gehele Oude Rijnzone gebouwd voor diverse inkomensgroepen en gezinssamenstellingen. In principe vindt 30% plaats in het sociale segment5.
5
In 2011 wordt op provinciaal nieuw beleid geformuleerd t.a.v. wonen. Bij de bijstelling van het OSK zal dat verwerkt worden.
13
2.6
Infrastructuur
In het programma Oude Rijnzone tot 2015 is de oeververbinding over de Oude Rijn (Maximabrug) opgenomen. Overige infrastructurele maatregelen, zoals kruisingen Leidsche Schouw/spoorlijn en Leidsche Schouw/N11 zijn vooralsnog niet opgenomen in het programma. Infrastructuurprojecten die buiten het programma Oude Rijnzone vallen maar er wel een relatie mee hebben, zijn de Rijn GouwelLijn en de aansluiting N11 bij Zoeterwoude. De aanleg van de RijnGouwelijn heeft een relatie met de ontwikkeling van de nieuwe woningbouwlocatie Westvaartpark. De aansluiting op de N11 bij Zoeterwoude heeft een relatie met de ontwikkeling van bedrijventerrein Barrepolder. Partijen zullen zich inzetten voor een besluit over de uitwerking van de aansluiting N11 - Zoeterwoude via het programma Aansluitingen van de samenwerkingsagenda Zuidvleugel. Gemeenten en provincie hebben als doel deze aansluiting als eerste en versneld te realiseren.
14
3
Programmering 2012-2017 per cluster
In dit hoofdstuk wordt de programmering voor de periode 2010-2017 per cluster vastgelegd, met een doorkijk naar de periode tot en met 2020. Per cluster wordt tevens ingegaan op de financiën en de risico's. In de Stuurgroep Oude Rijnzone zijn mijlpalen vastgesteld aan de hand waarvan de voortgang in het cluster gemonitord zal worden. De met een * aangemerkte mijlpalen zijn de ijkmomenten waarop, voor de clusters die in aanmerking komen voor middelen uit het RIF, aanspraak kan worden gemaakt op deze middelen. De met een * aangemerkte mijlpalen zijn de momenten waarop de uitvoering voor het betreffende projectonderdeel niet meer teruggedraaid kan worden. Indien mijlpalen niet worden gehaald, kan dit gevolgen hebben voor de hoogte van het bedrag uit het RIF waarop een cluster beroep kan doen. Dit behoudens onvoorziene gevallen.
3.1
cluster Groenendijk werken en bereikbaarheid
Programmering Bedrijventerrein Groenendijk/Barrepolder6; 6 ha voor 2015, 12 ha na 2015 Herstructurering Oosthoekterrein 4 ha; Revitalisering Rijneke Boulevard incl. oever Oude Rijn; Ontwikkeling Nieuw Werklust Planning Voor monitoring van de voortgang in het cluster Groenendijk werken en bereikbaarheid zijn de volgende mijlpalen afgesproken: Barrepolder: door de afzonderlijke gemeenteraden vastgesteld masterplan door de afzonderlijke gemeenteraden vastgestelde structuurvisie door de gemeenteraad van Rijnwoude vastgesteld bestemmingsplan en beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Barrepolder, inclusief groene inpassing; door de gemeenteraad van Zoeterwoude vastgesteld bestemmingsplan Barrepolder; door het college van B&W van Zoeterwoude vastgesteld wijzigingsplan ten behoeve van de ontsluitingsweg. overeenkomst met ontwikkelaar over realisatie bedrijventerrein Barrepolder, ontsluiting tot (ongelijkvloerse) aansluiting N11 en groene inpassing*; Kwaliteitsverbetering oevers Oosthoek/Rijneke Boulevard: door de afzonderlijke gemeenteraden vastgesteld masterplan door de afzonderlijke gemeenteraden vastgestelde structuurvisie door de gemeenteraad Zoeterwoude vastgesteld bestemmingsplan voor Oosthoek/Rijneke Boulevard
6
Wat in eerdere documenten van de Oude Rijnzone bedrijventerrein Groenendijk is genoemd, wordt in het OSK
bedrijventerrein Barrepolder genoemd.
15
door de gemeenteraad van Rijnwoude vastgesteld bestemmingsplan Rijneke Boulevard inclusief Nieuw Werklust; vastgestelde realisatieovereenkomst met bedrijven en eventuele ontwikkelaar(s) over investeringen in Rijneke Boulevard*
De planning van deze mijlpalen is: Cluster Groenendijk werken en bereikbaarheid Bedrijventerrein Barrepolder incl. Groene inpassing
Oosthoek-terrein incl. Rijneke Boulevard (Zoeterwoude) Rijneke Boulevard (Rijnwoude) Nieuw Werklust
2010
2011
Masterplan (Zoeterwoude)
Masterplan (Rijnwoude) Structuurvisie (Zoeterwoude) realisatie
2012
2013
2014
Realisatieovereenkomst met ontwikkelaar*
Bestemmingsplan
20152020
realisatie
Bestemmingsplan
Structuurvisie Structuurvisie
Realisatieovereenkomst met eigenaren*
Bestemmingsplan Realisatieovereenkomst met eigenaar
Bestemmingsplan
realisatie
Financiën Bedrijventerrein Barrepolder Het bedrijventerrein zal minimaal budgetneutraal worden gerealiseerd. De aanleg van de ontsluitingsweg via het terrein van Heineken wordt bekostigd uit de ontwikkeling van het nieuwe plan. De gemeente Leiden is bereid om bij te dragen indien er bedrijven uit Leiden naar het terrein worden verplaatst. De gemeente Leiden spant zich in ten aanzien van een bijdrage van de regio indien bedrijven uit de regio naar bedrijventerrein Barrepolder worden verplaatst. De te realiseren aansluiting op de N11 maakt financieel geen deel uit van het programma Oude Rijnzone. De gemeente Leiderdorp levert een bijdrage aan de ontsluiting op de N11, onder de voorwaarde dat Vliko wordt verplaatst naar het bedrijventerrein Barrepolder. Rijneke Boulevard/Oosthoek/Nieuw Werklust De ontwikkelingen van de Rijneke Boulevard, het Oosthoekterrein en Nieuw Werklust vragen investeringen van de marktpartijen zelf en vinden kostenneutraal plaats voor de gemeenten. De investeringen in de ruimtelijke kwaliteit van de Rijneke Boulevard, Oosthoek en Nieuw Werklust moeten passen binnen de kwaliteitskaders van de Oude Rijnzone en aansluiten bij de betreffende ondernemingen. Risico’s Bedrijventerrein Barrepolder De gebiedsontwikkeling van bedrijventerrein Barrepolder is afhankelijk van de tijdige realisatie van lokale/regionale infrastructuur. Dit geldt met name voor de tijdige realisatie van de aansluiting met de N11. De ongelijkvloerse aansluiting is voorwaardelijk voor de ontwikkeling van bedrijventerrein Barrepolder.Indien deze infrastructuur niet tijdig beschikbaar is, zal de ontwikkeling van bedrijventerrein Barrepolder vertraging oplopen en/of minder opbrengen. Dit vraagt dan ook om een regionale aanpak.
16
De gemeente Rijnwoude gaat er van uit dat er geen bedrijven in de hoge milieucategorie in de Barrepolder zullen worden gevestigd. Een ander risico is dat gemeenten Zoeterwoude en Rijnwoude van mening zijn dat de ontwikkeling van bedrijventerrein Barrepolder, inclusief ontsluiting, kostenneutraal moet plaatsvinden. De gemeenteraad van Zoeterwoude heeft uitgesproken geen middelen beschikbaar te stellen voor deze ontwikkeling. De gemeente Rijnwoude voert faciliterend grondbeleid. Via kostenverhaal zullen de gemeentelijke kosten worden verhaald op de initiatiefnemers. De ontwikkeling van het bedrijventerrein Barrepolder zal, overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst Oude Rijnzone, de bedrijventerreinenstrategie Oude Rijnzone – Rijnstreek 2008–2020 en de IBC, grotendeels plaatsvinden na 2015. Als blijkt dat de Barrepolder de nieuwe vestigingslocatie van Vliko wordt, dan zal voor dit deel het bedrijventerrein Barrepolder voor 2015 worden ontwikkeld. Zie cluster Noordoever Oude Rijn voor de procedureafspraak om te komen tot een besluit over de ontvangstlocatie. Voor ontsluiting van het bedrijventerrein via een parallelweg langs de Rijn Gouwelijn naar de Burgemeester Smeetsweg is medewerking van Heineken noodzakelijk. Rijneke Boulevard/Oosthoek/Nieuw Werklust Vanuit het RIF of ontwikkeling van bedrijventerrein Barrepolder vindt er geen bijdrage plaats aan de revitalisering van de Rijneke Boulevard, de herstructurering van het Oosthoekterrein en ontwikkeling van Nieuw Werklust. Gemeenten willen een faciliterend beleid voor de ontwikkeling van de oevers. Een goed toetsingskader voor ruimtelijke kwaliteit is daarom essentieel. De ontwikkeling is afhankelijk van de investeringsbereidheid van de marktpartijen. Als de investeringsbereidheid niet of in onvoldoende mate aanwezig is kan het zijn dat de gewenste kwaliteitsverbetering niet tot stand komt. Indien de eigenaar van Nieuw Werklust niet bereid is om belangrijke delen van de voormalige dakpannenfabriek te restaureren kan de gewenste revitalisering en transformatie niet van de grond komen.
17
3.2
cluster Groenendijk wonen en groen
Programma woningbouw Groenendijk ca 625 woningen groene venster Rijnwoude tussen Hoogeveensevaart en Westvaart (36 ha) fietsroute door groene venster Planning (geheel na 2015) Voor monitoring van de voortgang in het cluster Groenendijk wonen en groen zijn de volgende mijlpalen afgesproken: door de gemeenteraad vastgesteld bestemmingsplan overeenkomst met ontwikkelaars verkenning en realisatie fietspad De planning van deze mijlpalen is: Cluster
2010
2011
2012
2013
2014
2015 – 2020
Groenendijk wonen en groen Groenendijk
- Bestem-
Wonen
mingsplan
(ca. 625
- Realisatie-
woningen) en
ovk met
groene
ontwikke-
inpassing
laars
fietspad 442
start
realisatie
verkenning
fietspad
Financiën De groene inpassing maakt integraal deel uit van de ontwikkeling en zal moeten worden bekostigd uit de woningbouwopgave. Gemeente Rijnwoude en het Hoogheemraadschap maken afspraken over de uitvoering van de woonlocatie Groenendijk en het aanliggende regionaal groenverband te oosten van de Westvaart. Het Hoogheemraadschap van Rijnland werkt in technische en financiële zin mee aan de aanleg van de kade. Het fietspad is opgenomen in het provinciaal fietspadenplan. Risico De ontwikkeling bevindt zich in de toekomst. Bij de start van de ontwikkeling zal een herijking van de uitgangspunten plaatsvinden om het ambitieniveau te bepalen. Dit kan op gespannen voet staan met de richtlijnen voor ruimtelijke kwaliteit in de Oude Rijnzone. De aanleg van de langzaamverkeersverbinding zal worden afgestemd op de ontwikkeling van het groene venster in het cluster Groenendijk wonen en groen is afhankelijk van de medewerking van de eigenaren van de betreffende percelen.
18
3.3
cluster Rijnwoude wonen en groen
Programma woningbouw Westvaartpark (ca. 280 woningen) groene venster Rijnwoude tussen Westvaart en Woningbouw (14 ha) langzaamverkeerverbinding door Groene venster (zie Groenendijk wonen en groen) Planning Voor monitoring van de voortgang in het cluster Rijnwoude wonen en groen zijn de volgende mijlpalen afgesproken: door de gemeenteraad vastgesteld bestemmingsplan overeenkomst met ontwikkelaar(s)*
De planning van deze mijlpalen is: Cluster Rijnwoude Wonen en Groen Westvaartpark incl. groene inpassing
2010
2011
2012
2013
bestemmingsplan ovk met ontwikkelaar(s)*
2014
20152020
start bouw 2016 1e oplevering 2017
Financiën De groene inpassing van het Westvaartpark zal worden bekostigd uit de woningbouwopgave. In de exploitatie is geen rekening gehouden met de aankoop en het beheer van het groengebied. De aanleg van de halte en halteplein van de Rijn Gouwelijn wordt bekostigd uit het fonds Bovenwijkse Voorzieningen. Eventuele extra kwaliteit ten behoeve van het halteplein zal uit de ontwikkeling van het Westvaartpark worden bekostigd. Risico Als de Rijn Gouwelijn later in exploitatie wordt genomen, zal dit gevolgen hebben voor de planning van de ontwikkeling van het Westvaartpark. De effecten van de voorgenomen besluitvorming door de provincie Zuid Holland zijn niet meegenomen in deze versie van het OSK.
19
3.4 cluster Alphen-West - Rijnwoude-Oost wonen, werken en bereikbaarheid Programma gemeente Rijnwoude woningbouw Rijnpark 1 (400 woningen) woningbouw Rijnpark 2 (na 2015 400500 woningen) groene bufferzone Koudekerk herstructurering Bedrijventerrein Hoogewaard (27 ha) uitbreiding Bedrijventerrein Hoogewaard (na 2015 9 ha) gemeente Alphen aan den Rijn en gemeente Rijnwoude oeververbinding Oude Rijn (Maximabrug) bedrijventerrein Prinsenschouw (na 2015) gemeente Alphen aan den Rijn herstructurering Rijnhaven inclusief oevers (continuering 2015-2020) infrastructuur ongelijkvloerse kruising Leidsche Schouw/spoor en ongelijkvloerse kruising Leidsche Schouw/N11, halte west na 2015) Vooruitlopend op het herstructureringsplan is de herstructurering van Rijnhaven al gestart. De herstructurering Rijnhaven en Hoogewaard is in 2008/2009 gestart met verbeteringen in de openbare ruimte in Rijnhaven midden en Rijnhaven oost, en herstructurering en intensivering op enkele percelen (Baronie, ATC Frames, Grimbergen). Zowel in Rijnhaven als Hoogewaard zijn door de gemeenten strategische grondaankopen gedaan (Sprey, Agrifirm) In de herstructureringsvisie (2011) zijn nog eens 28 projecten gedefinieerd voor de periode tot 2015; het herstructureringsproces loopt minimaal door tot 2020. Accent rondom de Rijnhaven ligt tot 2015 op de start van de “vliegwielaanpak” aan de zuidkant van de haven. Voor geheel Rijnhaven behelst de uitvoering realisering van projecten tot herstructurering/transformatie van deelgebieden; milieuprojecten; infrastructuur en openbare ruimte en gebruiksprojecten naast creatie van voorwaarden tot uitvoering al dan niet door de markt(bestemmingsplannen/contracten/verwervingen etc.) Planning Voor monitoring van de voortgang in het cluster Alphen west/Rijnwoude oost zijn de volgende mijlpalen afgesproken: Maximabrug door de gemeenteraden vastgestelde locatie (d.d. 29 maart 2012) door de gemeenteraden vastgesteld bestemmingsplan start onteigeningsprocedure start aanbestedingsprocedure* aanbesteding/gunning*
20
Herstructurering Rijnhaven en Hoogewaard door de gemeenteraad vastgesteld bestemmingsplan incl. uitbreiding Hoogewaard door de gemeenteraad vastgesteld projectbesluit investeringsbeslissing voor aankoop van voor de herstructurering benodigde grond/vastgoed; uitvoeringsplan herstructurering voor een deelproject investeringsbeslissing van de gemeenteraad ten behoeve van inrichting openbare ruimte* realisatieovereenkomst met te verplaatsen bedrijf waarin verplaatsingsdatum is vastgelegd*, dan wel herstructureringsovereenkomst met eigenaar/ontwikkelaar waarin de datum realisering herstructurering ter plekke is vastgelegd* Rijnpark 1 en 2 door de gemeenteraad vastgesteld bestemmingsplan realisatieovereenkomst met projectontwikkelaar dan wel aankoop grond door gemeente* De planning van deze mijlpalen is: Cluster Alphen West/ Rijnwoude Wonen Herstructurering Rijnhaven
2010
Herstructurerin g Rijnhaven: wegnemen milieubelemme ringen
2009: vaststelling gemeentelijk beleid externe veiligheid
Herstructurerin g Rijnhaven: Ontwikkelen herstructureringslocaties
2011
2012
2013
2014
Dezoneringsplan geluid en geluidsreductie
Bestemmings plan
Investerings beslissing aankoop
oplevering Baronie incl. aanpassing infra
realisatie overeenkomsten en projectbesluiten 7 locaties
Herstructurering visie inclusief investeringsbeslissing raad
investerings beslissing aankoop (Spreij)
start proces strategische aankoop
Haalbaarheidsstudies
opheffen milieubelemmering voor herstructurering Plan-uitwerking Spreij Haalbaarheidsstudie Groot Baronie
uitvoering herstructurering (ATC Frames)
realisatieovereenkomsten en projectbesluiten 7 locaties
levering (de Ondernemer) start bouw (fase 1 Baronie)
Herstructurerin g Rijnhaven: Verbeteren kwaliteit openbare ruimte
2015-2020
haalbaarheids studies 2008: Rijnhaven midden verbetering openbare ruimte en ontsluiting
Investeringsbeslissing raad
reconstructie handelsweg
realisatie overeenkomsten en projectbesluiten 7 locaties
projectbesluit westelijke havenarm realisatieovereenkomsten en projectbesluiten 7 locaties
Aanpassing gebruik haven en kades
Aanpassing gebruik haven en kades
Aanpassing in gebruik haven Project
21
westelijke havenarm; infra en haven
2009: reconstructie infra Rijnhaven oost Oeververbinding
Herstructurering en uitbreiding Hoogewaard Rijnpark 1 fase 1 met groene buffer Koudekerk Rijnpark 1 fase 2 Rijnpark 2
Herstructureringsvisie
Ovk met ontwikkelaar*
Locatiekeuze (afgerond) Plan-MER start onteigeningspro cedure Bestemmingsplan start gunningsprocedure* Herstructureringsplan
Gunning bij D&C-contract*
Bestemmings plan
Start uitvoering medio 2013
Bestemmingsplan
realisatie
Ontwikkelingsovereenkomst Ontwikkelingsovereenkomst
Financiën De aanleg van de oeververbinding wordt bekostigd uit bijdragen vanuit het RIF, de provincie Zuid-Holland, gemeenten Alphen aan den Rijn en Rijnwoude. Gemeenten streven ernaar een maximale bijdrage uit de markt te benutten voor de financiering van de brug. De gemeente Alphen aan den Rijn zal initiatief continueren om in de regio afspraken te maken over BDU bijdragen voor de brug. Voor de herstructurering van de Hoogewaard zal een beroep worden gedaan op Uitvoeringsfonds Herstructurering Bedrijventerreinen (UHB)-subsidies van de provincie Zuid-Holland en bijdragen van het bedrijfsleven. Gemeentelijke financiering zal worden geregeld met de herstructureringsvisie. Gemeenten benutten alle mogelijkheden om vanuit de markt bij te laten dragen in de publieke investeringen. In de periode tot 2015 zal het herstructureringsproces voor Rijnhaven ongeveer halverwege zijn. De herstructurering beslaat een uitvoeringsperiode die doorloopt tot ca. 2020.De aanpassingen in de infrastructuur (Leidsche Schouw/spoor en Leidsche Schouw/N11 en een kleine rondweg in Alphen aan den Rijn) staan gepland voor na 2015. Hiervoor zijn geen middelen gereserveerd in de IBC. Risico’s Voorwaarde voor het slagen van de herstructurering en uitbreiding Hoogewaard en woningbouwlocaties in het Oog van Koudekerk is de aanleg van de oeververbinding over de Oude Rijn (Maximabrug). Indien de financiering van de brug voor de gemeenten na bijdragen van de provincie Zuid-Holland en een bijdrage uit het RIF niet haalbaar blijkt te zijn, zal de herstructurering Hoogewaard slechts in beperkte mate kunnen plaatsvinden. Voorwaarde voor de herstructurering Rijnhaven is zekerstelling van de gevraagde bijdrage uit het RIF en vaststelling van de herstructureringsvisie met gemeentelijke investeringsbeslissing. Welslagen van de herstructurering Rijnhaven staat of valt met de
22
rol die eigenaren en bedrijfsleven pakken, naast de investeringen en het faciliterend beleid van de gemeente. Voorwaarde voor de herstructurering Hoogewaard is zekerstelling van de UHB-subsidie.
3.5
Cluster Alphen-oost Bodegraven
Programma kwaliteitsverbetering oevers Oude Rijn groene venster Zwammerdam (6 ha) recreatieve verbindingen waaronder Limes route bedrijventerrein Steekterpoort II (9 ha 2015). Planning Voor monitoring van de voortgang in het cluster Alphenoost Bodegraven zijn de volgende mijlpalen afgesproken: Recreatieve zone 6 ha (afhankelijk van beschikbaarheid RodS middelen) Door de gemeenteraad vastgesteld bestemmingsplan Vastgesteld inrichtingsplan Aankoopovereenkomst voor grond* Aanbesteding/gunning van de inrichting Kwaliteitsverbetering oevers: Vastgesteld bestemmingsplan Bouwinitiatieven van particulieren Bedrijventerreinen: door de gemeenteraad vastgesteld bestemmingsplan en beeldkwaliteitplan; Uitgifte De planning van deze mijlpalen is: Cluster Alphen Oost Bodegraven Noord-West Kwaliteitsverbetering oevers
2010
2011
2012
2013
2014
2015-2020
Bouwinitiatieven particulieren
bouwinitiatieven particulieren gunning
bouwinitiatieven particulieren
bestemmingsplan
bouwinitiatieven particulieren aankoop grond
bouwinitiatieven particulieren
Groene venster Zwammerdam (6 ha) Groene venster Bodegraven
bouwinitiatieven particulieren inrichtingsplan
recreatieve verbindingen Limes route
planontwikkeling
groene inpassing Rijnhoek OTA/ N207 en Bedrijventerrein Steekterpoort I (2 ha voor 2015)
realisatie Bestemmingsplan
realisatie fietspad 444
verkenning fietspad 444 realisatie
OTA afgerond
Oplevering N207 Bestemmingsplan
Beeldkwaliteit -plan
realisatie uitgifte 2 hectare
23
Kwaliteitsverbetering oevers
visie afgerond
Bestemmingsplan
realisatie uitgifte
Financiën en risico’s In dit cluster wordt gestuurd vanuit een faciliterende strategie en niet vanuit een actieve grondstrategie. Initiatieven van particulieren worden gestimuleerd en gefaciliteerd. Het financieel risico is daarmee gering. De financiering van het groene venster Zwammerdam wordt betaald uit ILG subsidie, aangevuld met particuliere investeringen in de essentie van het groene venster. Ook het groene venster Bodegraven wordt mede gefinancierd uit subsidie. Het programma met betrekking tot de recreatieve verbindingen is nog niet bepaald in kilometrages en routering. Dat is mede afhankelijk van sectorale (subsidie-)geldstromen, die nog niet zeker zijn. Dit geldt niet voor de plannen voor het Limes fietspad tussen Alphen aan den Rijn en Zwammerdam. Het programma kent als gevolg van de faciliterende aanpak geen bijzondere financiële risico’s, behoudens het mogelijk komen te vervallen van de ILG-subsidie (RodS en EHS) als gevolg van het regeerakkoord. Indien deze subsidie komt te vervallen kunnen de groene vensters niet gerealiseerd worden. In dit cluster zijn twee uitvoeringsprojecten gesitueerd, die geen onderdeel uitmaken van het programma van De Oude Rijnzone: OTA/N207 en Steekterpoort I; dit project is in vergevorderde staat van uitvoering Bedrijvenpark Rijnhoek: 50% van de grond is uitgegeven en 50% van de grond is bouwrijp beschikbaar. De groene afronding van bedrijvenpark Rijnhoek maakt deel uit van de exploitatie van het bedrijventerrein, voor zover gelegen binnen het bestemmingsplangebied Rijnhoek.
24
3.6
cluster Bodegraven Broekvelden
Programma herstructurering en intensivering bedrijventerrein Broekvelden verbeteren van het zicht vanaf de A12 en de Broekveldselaan, aanpassing wegennet en duurzaam groen, reguleren en faciliteren van het parkeren Planning Voor monitoring van de voortgang in het cluster Bodegraven Broekvelden zijn de volgende mijlpalen afgesproken: Door de raad vastgesteld bestemmingsplan (evt.) herstructureringsovereenkomst(en) met bedrijven realisatie ingrepen in openbare ruimte De planning van deze mijlpalen is: Cluster Bodegraven Broekvelden
2010
Herstructurering / intensivering Uitbreiding parkeerareaal Aanpassen wegennet en duurzaam groen Verbetering aanzicht vanaf A12 ('Mooi Nederland')
2011
2012
2013
Bestemmings-plan
Bestemmingsplan 1e kwartaal definitief
Herstructureringsovereenkomst
2014
2015-2020
start realisatie start realisatie
start realisatie
Financiën In de businesscase wordt uitgegaan van een sluitend financieel cluster, zonder bijdragen uit het RIF. De kosten worden gedekt door bijdragen uit het Uitvoeringsfonds Herstructurering Bedrijventerreinen (UHB), bijdragen van de gemeente Bodegraven ten behoeve van de herinrichting en bijdragen uit het bedrijfsleven. Door de Raad Voor Handel en Industrie Bodegraven (RVHI) is een intentieverklaring afgegeven. Stand van zaken is dat er nog geen gebouwde parkeervoorziening wordt aangelegd, maar wel planologisch wordt ingepland. Het bedrijfsleven zal deze parkeervoorziening te zijner tijd zelf realiseren. Risico’s De recessie met als gevolg mogelijke vertraging in de uitvoering en tegenvallende kosten en de mogelijkheden en bereidheid van het bedrijfsleven om mee te investeren. Randvoorwaarde bij het toegekende UHB-subsidie is uitvoering voor juli 2015. Indien de uitvoering niet voor juli 2015 plaatsvindt, zullen UHB-middelen verloren gaan. Gemeente
25
en bedrijfsleven hebben een intentieovereenkomst afgesloten over de bijdrage van het bedrijfsleven. Zij zijn nog in onderhandeling over de definitieve bijdrage.
3.7
cluster Bodegraven wonen en groen
Programma Het programma van het cluster Bodegraven wonen en groen bestaat uit de projecten: Groene Afronding 12 ha en Groote Wetering II 4,5 ha: creëren landschappelijke overgang met recreatieve en ecologische waarden tussen het landelijke gebied en de kern Bodegraven; voorzien in beperkte uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein Groote Wetering. Venster Bodegraven – Woerden, bestaande uit 3 nog abstracte hoofdopgaven resulterend in landschappelijke verbeteringen en uitbreiding van het recreatief netwerk: bebouwingslint Oude Rijn: de lommerrijke doorzichten van de Oude Rijn; de snelweg A12 van barrière tot toegangspoort; het venster als geschakeerde openheid. Werklint 4,9 ha en kwalitatieve invulling achterlaatlocaties: kwalitatieve herstructurering en verbetering van de leefbaarheid van de kern Nieuwerbrug en het lint langs de Oude Rijn door herstructurering van 4 bedrijvenlocaties in Nieuwerbrug en langs de Oude Rijn; realisatie van een goed ingepast werklint als opvang en uitbreidingsmogelijkheid voor deze 4 bedrijven. Planning Voor monitoring van de voortgang in het cluster Bodegraven wonen en groen zijn de volgende mijlpalen afgesproken: Bodegraven groene afronding door de raad vastgesteld bestemmingsplan (maart 2011) inrichtingsplan aankoop/verwerving gronden door gemeente* aanbesteding/gunning van de inrichting Bodegraven werklint door de raad vastgesteld bestemmingsplan voor werklint realisatieovereenkomst met bedrijven waarin datum verplaatsing is vastgelegd* door de raad vastgesteld bestemmingsplan achterlaatlocaties inrichtingsplan voor inrichting achterlaatlocatie bij de Put van Broekhoven aanbesteding/gunning van de inrichting van voornoemde achterlaatlocatie Venster Bodegraven - Woerden visie op EHS, recreatiestructuur, bebouwingslint en landschap door de raad vastgesteld bestemmingsplan voor Venster tracévaststelling en uitvoering fietspad
26
De planning van deze mijlpalen is: Cluster Bodegraven Wonen en Groen Groene Afronding 12 ha
Venster Bodegraven Woerden (landschappelijke verbeteringen en recreatieve verbindingen) Groote Wetering II 4,5 ha. (netto) Werklint 4,9 ha
Invulling achterlaatloca -ties waarvan 1,5 ha nabij Put van Broekhoven
2011
2012
2013
2014
2015-2020
Bestemmingsplan
Inrichtingsplan
Inrichtingsplan
Gunning realisatie
Afronding realisatie (2015)
Aankoop gronden
Aankoop (onteigening) gronden Bestemmingsplan
Tracévaststelling fietspad 437 langs Enkele Wiericke Afronden project bebouwingslint
Aankoop gronden + onteigeningsbesluit Herijking EHS door provincies en gemeentes Uitvoering fietspad
Uiterlijk afgerond zijn visie op EHS, recreatiestructuur en landschap
Bestemmingsplan
Bestemmingsplan
Uitgifte
Bestemmingsplan Realisatieover eenkomst* Inrichtingsplan
Gunning
Financiën en risico’s Groene Afronding 12 ha en Groote Wetering II 4,5 ha De groene afronding is afhankelijk van het regionaal investeringsfonds Oude Rijnzone en van RodS-subsidie. Onzekerheid over RodS-subsidie als gevolg van het regeerakkoord, de provinciale groene agenda, najaar 2012 vast te stellen in Provinciale Staten, geeft (positief) uitsluitsel c.q. neemt de onzekerheid weg. Hogere prijsvaststellingen in eventuele prijs adviesprocedures / onteigeningsprocedures dan de getaxeerde inbrengwaarden. Uitgiftetempo Groote Wetering II. Venster Bodegraven – Woerden Investeringen uit budget voor Ecologische Hoofdstructuur/EHS – nog nader te bepalen (buiten programma ORZ). Voor de uitvoering van het Venster Bodegraven – Woerden zijn rijks- en provinciale middelen nodig (buiten ORZ programma). Werklint 4,9 ha en invulling 4 achterlaatlocaties Subsidienoodzaak uit regionaal investeringsfonds Oude Rijnzone + gemaximeerde nader te bepalen eigen bijdrage gemeente. Overeenstemming met bedrijven over de ontwikkeling van het werklint en de achterlaatlocaties door de bedrijven (gemeente faciliteert, participeert niet actief om zo de financieel meest gunstige oplossing te bewerkstelligen en om risico’s uit te sluiten) Planologisch zekerstellen bij provincie beschikbare beperkte ruimte voor deels rode invulling achterlaatlocatie nabij Put van Broekhoven. Deze ruimte is mede bepalend voor de financiële haalbaarheid: anders kan óf de ontwikkeling niet door gaan óf zijn concessies noodzakelijk op de kwaliteit.
27
In de samenwerkingsovereenkomst Oude Rijnzone is opgenomen dat gemeente, provincie en Hoogheemraadschap zich maximaal inzetten om financiële middelen te genereren voor de groenblauwe en recreatieve inrichting. Ook met Hoogheemraadschap worden momenteel afspraken gemaakt over subsidie als bijdrage aan de realisatie van water in de groene afronding Bodegraven Oost.
3.8
cluster noordoever Oude Rijn
Programma Verplaatsing Vliko B.V. en groene inrichting huidige locatie (ca. 2,6 ha); inrichten Groene Hart informatiecentrum; aanleg groene recreatieve verbindingen. Planning Voor monitoring van de voortgang in het cluster noordoever Oude Rijn zijn de volgende mijlpalen afgesproken Verplaatsing Vliko aankoopovereenkomst voor de grond realisatieovereenkomst met Vliko waarin verplaatsingsdatum is vastgelegd* investeringsbeslissing ten behoeve van groene inrichting* Overige herstructurering door de gemeenteraad vastgesteld bestemmingsplan door de gemeenteraad vastgesteld projectbesluit herstructureringsplan voor bedrijventerrein Lage Zijde verwerving, sloop, visueel onttrekken aan het landschap Polder Achthoven door de raad vastgesteld bestemmingsplan inrichtingsplan beschikbaarheid over benodigde gronden voor gemeente* aanbesteding/gunning van de inrichting
28
De planning van deze mijlpalen is: Cluster Noordoever Oude Rijn verplaatsing Vliko
2010
2011 2012
2013
2014
bestemmingsplan aankoopovereenkomst grond + verplaatsing
31-12-2013 realisatieovereenkomst waarin verplaatsingsdatum is vastgelegd*
herstructurering Lage Zijde Groene Hart centrum Polder Achthoven (groen en recreatie)
2015-2020
verwerving, sloop, visueel onttrekken aan landschap realisatie eigendom informatiecentrum (ingroeien) realisatieplan definitief ontwerp inrichtingsplan
realisatie (ingroeien) beschikbaarheid over gronden
bestemmingsplan gunning inrichting
Financiën Voor de uitplaatsing van Vliko en de groene inrichting van de achterlaatlocatie wordt een beroep gedaan op de middelen uit het RIF. De herstructurering van het overige deel van bedrijventerrein Lage Zijde zal na 2015 worden uitgevoerd. De recreatieve opgave uit dit cluster wordt zo veel mogelijk gefinancierd vanuit externe bronnen. Hiervoor is samenwerking gezocht met de Leidse agglomeratie, het Hoogheemraadschap van Rijnland en de Groene Klaver (federatie Agrarische Natuurverenigingen). De gemeente is voornemens zo veel mogelijk via gezamenlijke gebiedsontwikkeling, dan wel door middel van het ruilen van gronden de aanleg van recreatieve maatregelen te realiseren. Een overeenkomst met de eigenaar om realisatie mogelijk te maken, anders dan aankoop van gronden, is het streven. Risico’s Voor de uitplaatsing van Vliko B.V. moet een geschikte opvanglocatie beschikbaar zijn in de regio. Het DB de Oude Rijnzone heeft opdracht gegeven tot een onafhankelijk onderzoek naar de verplaatsing van het bedrijf Vliko naar een andere locatie. In deze studie zijn 6 locaties betrokken, te weten Oostvlietpolder, Munnikenpolder, Barrepolder, Hoogewaard, Meerburgerpolder en Grote Polder (3M locatie). In deze studie is antwoord gegeven op de volgende aspecten: Ruimtelijke en milieukundige inpassing van Vliko; Verkeerskundige ontsluiting van de ontvangstlocatie; Planning van de verplaatsing Vliko en ontwikkeling ontvangstlocatie; (Gevoeligheids)analyse van Programma van Eisen van Vliko; Financiële consequenties per ontvangstlocatie. Het DB onderschrijft de conclusie van het rapport dat 3 locaties geschikt zijn voor de hervestiging van Vliko binnen de regio Oude Rijnzone. (8) De (financiële) voorwaarden van het bedrijf Vliko B.V. voor verplaatsing moeten passend zijn binnen het kader van de Oude Rijnzone en het beschikbaar gestelde budget uit het RIF; Voor de herstructurering van het overige deel van bedrijventerrein Lage Zijde zijn nog geen financiële middelen geregeld.
29
De aanleg van recreatieve maatregelen in de Polder Achthoven is afhankelijk van medewerking van de grondeigenaren in het gebied en het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet door verschillende partijen; De Polder Achthoven wordt aangemerkt als een gebied met een zeer grote tot redelijke kans op archeologische sporen. Rekening moet worden gehouden met hoge kosten voor archeologie; Als (één van) bovenstaande situaties leidt tot een extra (financiële) investering, moet herbezinning plaatsvinden over het gewenste ambitieniveau. 7
7
De gemeente Zoeterwoude ziet – aanvullend – mogelijkheden voor andere locaties (zie zienswijze gemeente Zoeterwoude,
d.d. 31 oktober 2011, kenmerk kv/11-1577)
30
4
Financieel kader
In 2009 is de Integrale Businesscase (IBC) opgesteld, die voor het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) (destijds VROM) uitgangspunt is voor de beschikking van de middelen uit het Nota Ruimtebudget. In 2010 is deze IBC geactualiseerd, actuele en locatiespecifieke gegevens zijn verwerkt. Dit heeft geleid tot financiële opzetten voor de clusters en inzicht in de bijdragen en subsidies die per cluster verkregen dan wel voorzien zijn. Het schema in bijlage 1 geeft een overzicht hiervan. Op grond van de berekeningen die door de gemeenten zijn gemaakt zijn afspraken gemaakt over de indicatieve verdeling van het RIF, zoals opgenomen in hoofdstuk 5.
5
Stortingen in en trekkingen uit het RIF 5.1 Overzicht geraamde stortingen per gemeente + ministerie + provincie
Instantie Rijk provincie Zuid-Holland Leiderdorp Zoeterwoude Rijnwoude Alphen aan den Rijn Bodegraven-Reeuwijk Totaal
5.2
Rijk Provincie
Bedrag 28,5 mln (nominaal 30 mln 5,5 mln 1,5 mln 0,0 mln 1,1 mln 4,1 mln 1,1 mln 41,8 mln
Fasering in de tijd van de stortingen 2010
2011
2012
2013
2,73
8
15,2
4,07
2014
5,5
Leiderdorp
0,6
0,3
0,3
0,3
Zoeterwoude
0,0
0,0
0,0
0,0
Rijnwoude
0,44
0,22
0,22
0,22
Alphen aan den Rijn
1,6
0,8
0,8
0,8
Bodegraven-Reeuwijk
0,44
0,22
0,22
0,22
De storting in het RIF vanuit het ministerie is gebaseerd op voorschotten op jaarbasis. Het ministerie heeft schriftelijk aangegeven dat dat de te bewandelen weg is. De bedragen zijn gebaseerd op de financiële gegevens van de gemeenten (herberekeningen 2010) en verwachtte onttrekkingen uit het RIF (zie hieronder).
31
De storting door de provincie Zuid-Holland heeft in 2011 plaatsgevonden. De stortingen door de gemeenten zullen jaarlijks plaatsvinden in de jaren 2011 t/m 2014, waarbij in 2011 tevens de over 2010 verschuldigde bijdrage is gestort.
5.3
Trekkingen uit het RIF
De claims op en toekenningen vanuit het RIF zijn in de tabel opgenomen. Hierbij is rekening gehouden met: de actualisatie van de businesscase in 2010; de beschikking Nota Ruimtemiddelen; de hardheid van de in de clusters gelegen projecten (in tijd en in benodigde afspraken tussen de in het cluster betrokken partijen); de bekende en te verwachten eigen bijdragen van de clustertrekker. Cluster/project
Claim op RIF
Maximabrug Rijnhaven Noordoever Oude Rijn Bodegraven wonen en groen Totaal
€ € € €
15,9 mln 11 mln 11 mln 6,5 mln
€ 44,4 mln
Indicatieve toekenning uit RIF 100% = € 15,9 mln 100% = € 11 mln 85% = € 9,35mln 85% = € 5,53 mln € 41,78 mln
Voor het cluster Rijnwoude wonen en groen en voor herstructurering Hoogewaard (cluster Alphen west Rijnwoude oost werken wonen en groen) wordt geen beroep gedaan op het RIF (zie bijlage Subsidiebeschikking voor Oude Rijnzone) Verwachting is dat de onttrekkingen in navolgende jaren zullen plaatsvinden: Cluster Bodegraven wonen en groen
2010 groene afronding
2011
2012
2013
2014
0,9
1,25 mln
1,85 mln
0,44 mln
1,09 mln
groene invulling oeverlocatie Oude Rijn
Alphen west Rijnwoude Oost
herstructurering Rijnhaven
4 mln
7 mln
Maximabrug
5 mln
10,9 mln
noordoever Oude Rijn
herstructurering Lage Zijde
9,35 mln
32
6 Procedures voor bijstelling, periodieke monitoring en herijking Het Dagelijks Bestuur van De Oude Rijnzone stelt een concept OSK op voor 1 juli. Het ontwikkelstrategiekader beslaat een periode van vijf jaar, met een doorkijk tot het einde van de looptijd van De Oude Rijnzone en wordt jaarlijks geactualiseerd. Ook de actualisatie wordt voor 1 juli opgesteld. Het Algemeen Bestuur stelt het OSK en de actualisatie van het OSK vast, nadat ze de colleges van de deelnemers aan De Oude Rijnzone, en hun raden en provinciale staten in de gelegenheid hebben gesteld een zienswijze uit te brengen. In hoofdstuk 5 is een indicatieve verdeling van de middelen uit het RIF vastgelegd. In principe betreft het hier maximaal toe te kennen middelen uit het RIF voor een cluster. Slechts indien een van de clusters een kleiner beroep op het RIF doet dan het vastgelegde bedrag, kan verschuiving naar andere clusters plaatsvinden. Monitoring van het OSK vindt plaats op basis van de mijlpalen per cluster, zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van dit OSK. Indien tussentijdse mijlpalen in een bepaald cluster niet worden gehaald, kan dit gevolgen hebben voor de hoogte van het bedrag uit het RIF waarop een cluster beroep kan doen. Dit behoudens onvoorziene gevallen. Onderbestedingen op de projecten en verwerving van andere financieringsstromen komen in eerste instantie toe aan de projecten die voor 85% gehonoreerd zijn. Dit gebeurt qua verdeling naar gelang de op dat moment actuele situatie en zo veel mogelijk naar rato. Voor de middelen uit het Nota Ruimtebudget, die in het RIF zijn of worden opgenomen gelden de criteria die in de beschikking zijn vastgelegd. Volgens deze beschikking vindt de eindafrekening voor deze middelen plaats in 2015. Bijstelling van dit deel van de middelen uit het RIF kan uiterlijk 2014 plaatsvinden.
7
Risicomanagement
De uitvoering van het programma Oude Rijnzone vindt plaats in clusters van projecten. Gemeenten houden de verantwoordelijkheid voor de uitvoering. Gemeenten kunnen zelf uitvoeren, dan wel publiek- of privaatrechtelijke overeenkomsten aangaan voor de uitvoering. Risico’s worden binnen de clusters gedragen door de gemeenten, verantwoordelijk voor dit cluster. De risico’s kunnen binnen de clusters door de gemeenten worden beheerst door sturing op fasering en programma, binnen de gemaakte afspraken in het OSK. In hoofdstuk 3 zijn per cluster op hoofdlijnen risico's beschreven. Gedetailleerder risicotabellen en -paragrafen zijn opgenomen in bijlage 3 van dit OSK en in de uitvoeringsplannen van de clusters. Over risico's die niet beheersbaar zijn en/of te groot zijn voor de grondgebiedgemeente, worden in het cluster beheersafspraken gemaakt over verdeling van de risico's en beheersmaatregelen. Indien noodzakelijk kunnen projectonderdelen worden afgeblazen. Per cluster worden beheersafspraken gemaakt in de uitvoeringsovereenkomsten die op grond van de uitvoeringsplannen worden afgesloten tussen 'De Oude Rijnzone' en de betreffende gemeente(n).
33
8
Proceskosten
In de begroting wordt aangegeven de naar raming door elke deelnemer, voor het jaar waarop de begroting betrekking heeft, verschuldigde bijdrage in de kosten die voortvloeit uit de gemeenschappelijke regeling. Deze bijdrage wordt als volgt vastgesteld: de provincie draagt 50% van de verschuldigde bijdrage. De gemeenten dragen gezamenlijk de overige 50% van de verschuldigde bijdrage, waarbij de bijdragen van de gemeenten onderling verdeeld worden op basis van het inwoneraantal per 31 december 2009. gemeente Alphen aan den Rijn Bodegraven-Reeuwijk Leiderdorp Rijnwoude Zoeterwoude
8
Inwoners per 31/12/2009 71.500 50% 19.5008 14% 26.500 18% 18.500 13% 8.200 6% 144.200 100%
Inwonertal per 31/12/2009 voormalige gemeente Bodegraven.
34
9
Bijlagen 9.1 9.2 9.3 9.4
Bijlage 1: Schema bijdragen in programma Oude Rijnzone Bijlage 2: Beschikking ministerie VROM juli 2010 Bijlage 3: Risicotabellen en/of uitvoeringsplannen clusters Bijlage 4: Rapport Ruimtelijke Kwaliteit Oude Rijnzone november 2006
35
Bijlage 1 Schema bijdragen in programma Oude Rijnzone
6
7
8
Bijdragen derden
Claim RIF
Toezeggingen uit SOK
Voorstel haalbaarheid
(in €
Opmerkingen
5 Eigen bijdragen gemeente
4 Subsidie zacht
3 Subsidie Hard
Overzicht projecten met aanvang voor 2015 Verschilanalyse IBC en actualisatie businesscase
Cluster Groenendijk werken en bereikbaarheid BT Groenendijk - facilitair
Bijdrage Leiderdorp aan ontsluiting ivm verplaatsing Vliko Inspanning Leiden voor bijdrage uit regio bij verplaatsing bedrijven uit regio voorwaarde voor bedrijventerrein Groenendijk is ongelijkvloerse aansluiting N11 Bijdrage Leiden indien bedrijven uit Leiden verplaatst worden naar Groenendijk
Cluster Rijnwoude wonen en groen Westvaartpark - actief
fietspad (overprogrammering)
Bijdrage Hoogheemraadschap aan kade Hoogheemraadschap heeft aangegeven dat bijdrage bestaat uit inbreng kennis
plan aanpassing, geen kade omdat deze zonder bijdrage financiële bijdrage Hoogheemraadschap niet haalbaar is
Cluster Alphen adR Rijnwoude wonen werken bereikbaarheid Rijnpark 1 - facilitair BT Hoogewaard polder
4,7 mln PZH (UHB) 2,2 mln (UHB Agrifirm) (let op: deel mogelijk terugbetalen!)
Herstructurering transformatie Rijnhaven, bestaande uit Rijnhaven oost, Rijnhaven midden en oeverlocaties
2,16 mln (UHB)
ca. 10 mln (Alphen)
11 mln
gemeenten Alphen en Rijnwoude benutten alle mogelijkheden om vanuit de markt bij te laten dragen in de publieke investeringen.
bijdragen gemeente zacht.
Kan naar 10,19 miljoen door nader optimaliseren in programma, planning en ambitieniveau om binnen de gestelde kaders te blijven. Opdracht om te onderzoeken hoe het bij Rijnhaven met de 20% onvoorzien zit.
Oeververbinding Oude Rijn (Maximabrug)+ infrastructuur
10 mln (MPI)
14 mln (Alphen en Rijnwoude)
15,9 mln
Gemeente alphen zal initiatief continueren om in de regio afspraken te maken over BDU bijdragen voor de brug
Totaal: 14 (RA)+ 10 (ZH)+ 21 = 45 mln. Knelpunt NCW brug 31,9(IBC). Bijdragen gemeenten zacht.
Zonder geclaimde bijdragen uit RIF en bijdrage PZH is brug niet haalbaar.
In IBC 2008: 40 + 5 (50% van 10)mln
bijdrage uit MPI 25% van de kosten met maximum van 10 mln
Cluster Bodegraven Wonen en groen
In IBC werden - ten onrechte - positieve resultaten vóór 2015 van GWII en WVII verondersteld.
5 mln
PM
Was in IBC neutraal verondersteld bij ontwikkelen rood locatie Put van Broekhoven.
PM
Werklint Nieuwerbrug
Realisatie uitsluitend uit subsidies. Gemeente jaarlijkse beheerskosten (of door 1) Behoud RodS hectaren? 2) Als niet: alternatieve financiering een partij af te kopen) à circa € mogelijk? - cofinanciering noodzakelijk gezien voorwaarden NR middelen. 3) Als allebei niet groen deels realiseren (te onderzoeken)?
4 mln
1.217.440 mln (RodS) Let op regeerakkoord)
Groene afronding
Aanpassen voorwaarden (1/3 e rode invulling op achterlaatlocatie mogelijk maken) zorgt voor geringere claim op RIF: 2,5 miljoen ipv 5 miljoen
* Aanpassen kader (rood op achterlaatlocatie) zorgt voor geringere claim RIF (bij een derde van de achterlaatlocatie rood inrichten is claim 2,5 mln ipv 5 mln). Bij subsidies uit RIF ORZ en bij aangepast kader woordt ook gemeentelijke bijdrage bespreekbaar
bijdrage Leiderdorp andere opgave in cluster en in ander cluster: realisatie opgave Polder Achthoven, reeds gemaakte plankosten Polder Achthoven en Vliko, bijdrage ontsluiting.
Op basis van de initiële subsidieverdeling is € 10,9 mio (ncw per 1/1/10) ter beschikking voor het cluster Noordoever Oude Rijn. Initiële doelstelling was te komen tot de verplaatsing van Vliko binnen de Oude Rijnzone en de transformatie van een bedrijventerrein Lage Zijde. Op basis van de huidige inzichten wordt de benodigde investering ingeschat op circa € 14 mio (ncw per 1/1/10).
Regelingen POP en Vitaal Platteland tbv icoonproject Groene Hart. Gemeente, provincie en HH zetten zich maximaal in financiële middelen te geneereren voor de groen-blauwe en recreatieve inrichting
Cluster Noordoever Oude Rijn Noordoever Oude Rijn - actief
PM
11 mln
Deze investering kan worden teruggebracht tot circa € 11 miljoen (per 1/1/10) indien de opgave voor 2015 wordt beperkt tot : A. De verplaatsing van Vliko binnen de Oude Rijnzone.; B. Het transformeren van circa 60% van het oppervlakte van Vliko naar groen. C. Het herverkavelen van circa 40% van het oppervlakte van Vliko; D. De historische boerderij Spekstede ruimtelijk ‘loskoppelen’ van bedrijventerrein Lage Zijde; E. Het beperken van de ‘visuele vervuiling’ van Lage Zijde door het realiseren van een wal en groenvoorzieningen; F. Investering in bezoekerscentrum Groene Hart; Hiermee blijft voor de periode na 2015 de opgave een resterend deel van circa 1,2 Ha bedrijventerrein te transformeren naar groen.
6
7
8
Eigen bijdragen gemeente
Bijdragen derden
Claim RIF
Toezeggingen uit SOK
0,75 mln (RodS) (Alphen a.d. Rijn)
In bestemmingsplan Rijnhoek is groene afronding noordwestrand Rijnhoek geborgd. Dit groen wordt vanuit exploitatie Rijnhoek ontwikkeld. (Bodegraven)
(in €
Opmerkingen
5
Subsidie zacht
4
Subsidie Hard
3
Verschilanalyse IBC en actualisatie businesscase
Overzicht overige projecten met aanvang voor 2015
Cluster Alphen oost Bodegraven 0
fietspad (overprogrammering)
Indien RodS vervalt dan zal groene inrichting niet gerealiseerd worden.
PZH subsidie ecologische verbindingszones In bestemmingsplan Rijnhoek is groene afronding noordwestrand Rijnhoek geborgd. Dit groen wordt vanuit exploitatie Rijnhoek ontwikkeld.
Cluster Broekvelden en Bereikbaarheid Herstructurering Broekvelden
1,3 mln (UHB)
1,55 mln
1,75 mln
Na start herstructurering onderzoek subsidiemiddelen (bijv Europese middelen)
Cluster Noordoever Oude Rijn polder Achthoven
fietspaden 2,2 en 4 mln
POP en Vitaal Platteland
PM
PZH fietspad, Regeling POP en vitaal platteland, HHR watergebiedsplan
bijdrage bedrijfsleven zacht
Voorstel haalbaarheid
Bijlage 2 Beschikking ministerie VROM juli 2010
Bijlage 3 Risicotabellen en/of uitvoeringsplannen clusters
Cluster Groenendijk werken en bereikbaarheid (Rijnwoude) - BT Barrepolder Beheers Aspecten Omschrijving Planning
Kwaliteit
Risico
Overeenstemming verplaatsing Niet halen van de planning
Maatregel
Kans
Gevolg
Onderzoek naar nut en noodzaak
+/-
Uitstel of afstel project
Vliko
(uitvoering voor 2014)
Bereidheid marktpartij(en)
Niet halen van de planning (uitvoering voor 2014)
Marktpartijen vroegtijdig betrekken bij planvorming (creeren draagvlak)
+/-
Uitstel of afstel project
Aansluiting N11
Aansluiting wordt later of niet niet gerealiseerd
Tijdig overleg met betrokken partijen
+
Uitstel of afstel project
Aansluiting N11
Aansluiting wordt later of niet
+
Lagere kwaliteit dan beoorde
niet gerealiseerd
Geld
ambities
Bereidheid marktpartij(en)
Gebrek aan financiele middelen Bijstellen plannen / optimalisaties zet ambities onder druk
+
Lagere kwaliteit dan beoorde ambities
Aansluiting N11
Gemeentelijk bijdrage
Kosten doorbelasten aan marktpartijen /
+
Eigen bijdrage gemeente
noodzakelijk
onderhandelingen met andere overheden over hoogte bijdragen
Aansluiting N11
Aansluiting wordt later of niet niet gerealiseerd
Tijdig overleg met betrokken partijen
+
Lagere grondopbrengsten bij gronduitgifte
Kostenverhaal
Kosten kunnen niet volledig
Sluiten van anterieure overeenkomsten /
+
Eigen bijdrage gemeente
worden verhaald
optimalisaties
+/-
Geen bijdrage Leiden?
Communicatie
Organisatie
Bereidheid raad tot verplaatsing Raad stemt niet in met Vliko
verplaatsing Vliko
Onderzoek naar nut en noodzaak
Geen bijdrage Leiderdorp aan aansluiting N11
Cluster Groenendijk werken en bereikbaarheid (Rijnwoude) - Rijnekeboulevard / Oosthoek / Nieuw Werklust Beheers Aspecten Omschrijving
Risico
Maatregel
Kans
Gevolg
Planning
Niet halen van de planning
Marktpartijen vroegtijdig betrekken bij
+/-
Uitstel of afstel project
+
Lagere kwaliteit dan beoogde ambities
Bereidheid marktpartijen
planvorming (creeren draagvlak) Kwaliteit
Bereidheid marktpartijen
Gebrek aan financiele middelen Bijstellen plannen / optimalisaties zet ambities onder druk
Geld
Kostenverhaal
Kosten kunnen niet afdwingbaar Creeren van extra bouwmogelijkheden / sluiten + worden verhaald van anterieure overeenkomsten
Communicatie Organisatie
Eigen bijdrage gemeente
Cluster Groenendijk wonen en groen Beheers Aspecten Omschrijving
Risico
Maatregel
Kans
Gevolg
Planning
Niet halen van de planning
Marktpartijen vroegtijdig betrekken bij
+/-
Uitstel of afstel project
(uitvoering na 2020)
planvorming (creeren draagvlak)
Niet alle neuzen dezelfde kant op, moeizame verwervingen
Marktpartijen vroegtijdig betrekken bij planvorming (creeren draagvlak),
+
Vertraging
Bereidheid marktpartijen Versnipperd grondeigendom
stimuleren van 1 ontwikkelende partij (richting gemeente) Kwaliteit
Bereidheid marktpartijen
Gebrek aan financiele middelen Bijstellen plannen / optimalisaties zet ambities onder druk
+
Lagere kwaliteit dan beoogde ambitie
Bereidheid grondeigenaren groene venster
Grondeigenaren werken niet mee aan toegankelijk maken
Grondeigenaren vroegtijdig betrekken bij planvorming (creeren draagvlak)
+
Lagere kwaliteit dan beoogde ambitie
Sluiten van anterieure overeenkomsten / optimalisaties
+
Eigen bijdrage gemeente
+
Lagere kwaliteit dan beoogde ambitie
groene venster Geld
Communicatie Organisatie
Kostenverhaal
Kosten kunnen niet volledig worden verhaald
Subsidies en bijdragen
Vervallen subsidies en bijdragen Tijdig afspraken maken betrokken partijen / van o.a. Hoogheemraadschap bijstellen plannen en RodS (?)
Cluster Rijnwoude wonen en groen Beheers Aspecten Omschrijving
Risico
Maatregel
Kans
Gevolg
Planning
Niet halen van de planning
Marktpartijen vroegtijdig betrekken bij
+/-
Uitstel of afstel project
Kwaliteit
Geld
Bereidheid marktpartijen
(uitvoering gekoppeld aan RGL)
planvorming (creeren draagvlak)
Verwerving SBB
Niet halen van de planning (uitvoering gekoppeld aan RGL)
Tijdig overleg tussen partijen
+
Uitstel of afstel project
RGL
Uitstel of afstel RGL
Tijdig overleg tussen partijen
+
Uitstel of afstel project
Bereidheid marktpartijen
Gebrek aan financiele middelen zet ambities onder druk
Bijstellen plannen / optimalisaties
+
Lagere kwaliteit dan beoogde ambitie
Bereidheid grondeigenaren groene venster
Grondeigenaren werken niet mee Grondeigenaren vroegtijdig betrekken bij aan toegankelijk maken groene planvorming (creeren draagvlak) venster
+
Lagere kwaliteit dan beoogde ambitie
Kostenverhaal
Kosten kunnen niet volledig
Sluiten van anterieure overeenkomsten /
+
Eigen bijdrage gemeente
worden verhaald
optimalisaties
(Te) hoge verwervingskosten
Aanbieden compensatiegronden /
Verwerving SBB
+
onderhandelen
Externe veiligheid
Extra maatregelen noodzakelijk tav veiligheidscontouren (gasleiding, hoogspanningsmasten, RGL) en/of beperking uitgeefbaar gebied
Communicatie
Onderzoek MDWH
Economische uitvoerbaarheid komt onder druk te staan, lagere bijdrage aan (boven)wijkse voorzieningen
+
Economische uitvoerbaarheid komt onder druk te staan, lagere bijdrage aan (boven)wijkse voorzieningen
Organisatie
Cluster AWRO - Maximabrug Beheers Aspecten Omschrijving
Risico
Maatregel
Kans
Gevolg
Planning
Geen overeenstemming over
Tijdig overleg tussen betrokken partijen
-
Uitstel of afstel project
Verdeling bijdrage RW / Alphen Geen overeenstemming over verdeling bijdrage
Tijdig overleg tussen betrokken partijen
+/-
Uitstel of afstel project
Verwerving
Geen tijdige verwerving van de benodigde gronden
Inzet op minnelijke verwerving, onteigening als + stok achter de deur
Vertraging en hogere kosten
Financiering (bijdrage
Financiering niet haalbaar
Kostenverhaal
Uitstel of afstel project
Locatiekeuze
locatie
Kwaliteit
Geld
+/-
gemeenten in tekort) Subsidies Rijk en Provincie
Subsidies komen niet of slechts Tijdig afspraken maken tussen betrokken ten dele beschikbaar partijen, vastleggen van toegezegde bijdragen
Overschrijding geraamde kosten Financiering niet (meer) haalbaar Communicatie Organisatie
Optimalisaties
+
Extra bijdrage gemeenten, afstel project Uitvoerbaarheid komt onder druk te staan
Cluster AWRO - Rijnpark 1 fase 1 Beheers Aspecten Omschrijving
Risico
Planning
Indien de benodigde gronden Tijdig overleg tussen betrokken partijen niet tijdig verworven zijn, kan de AEO worden ontbonden
Kwaliteit
Geld
Verwerving
Maatregel
Kans
Gevolg
+
Uitstel of afstel project Lagere / geen vergoeding Bovo / plankosten
Milieucontour BT (Latexfalt) (nog Niet halen van de planning relevant??)
Tijdig overleg / maatregelen
+
Uitstel of afstel project Lagere / geen vergoeding Bovo / plankosten
Programma / uitwerking DSO
Programma is vastgelegd in
Optimalisaties (extra opbrengsten tegenover
+/-
Lagere kwaliteit dan beoogde
AEO, geen aanvullende kwaliteitseisen mogelijk
extra kwaliteit)
Trace Rondweg
Ontwikkelaar heeft bezwaren tegen trace rondweg (langs groenzone - nieuwe wijk)
Tijdig overleg tussen betrokken partijen
Plankosten
Overschrijding van budget
Budgetbewaking, opnieuw in gesprek gaan met +
(fixed price in AEO)
ontwikkelaar
Verwerving benodigde gronden Indien de benodigde gronden Tijdig overleg tussen betrokken partijen niet tijdig verworven zijn, kan de
ambitie +
+
AEO worden ontbonden
Verwerving extra gronden
Overleg grondeigenaar Van 1 perceel is slechts een gedeelte benodigd, mogelijk wel verplicht tot aankoop gehele perceel
Uitstel, opnieuw discussie over bijdrage en vergoedingen
Eigen bijdrage gemeente Gemeente draagt eigen kosten, geen ontwikkeling groene bufferzone en geen bijdrage bovenwijkse voorzieningen (incl. Maximabrug)
+
Gemeente moet deze extra grond aankopen
Communicatie Organisatie
Cluster AWRO - Rijnpark 1 fase 2 Beheers Aspecten Omschrijving
Risico
Planning
Verwerving
Niet tijdig kunnen verwerven van Inzet op minnelijke verwerving, onteigening als + de benodigde gronden stok achter de deur
Uitstel project
Bereidheid marktpartijen
Niet halen van planning
Marktpartijen vroegtijdig betrekken bij
Uitstel of afstel project
(uitvoering na 2015)
planvorming (creeren draagvlak)
Niet meer dan 250 woningen
Tijdig overleg met betrokken partijen
Maximabrug
Maatregel
Kans
Gevolg
+
Afstel project
zonder Maximabrug Kwaliteit
Groene bufferzone
Gebrek aan financiele middelen Bijstellen plannen / optimalisaties zet ambities onder druk
+
Lagere kwaliteit dan beoogde ambitie
Geld
Kostenverhaal
Kosten kunnen niet volledig worden verhaald
Sluiten van anterieure overeenkomsten / optimalisaties
+
Eigen bijdrage gemeente
Verwerving
(Te) hoge verwervingskosten
Inzet op minnelijke verwerving, onteigening als + stok achter de deur
Economische uitvoerbaarheid komt onder druk te staan, lagere bijdrage aan (boven)wijkse voorzieningen
Communicatie Organisatie
Cluster AWRO - Rijnpark 2 Beheers Aspecten Omschrijving
Risico
Maatregel
Planning
Verwerving
Niet tijdig kunnen verwerven van Inzet op minnelijke verwerving, onteigening als +/de benodigde gronden stok achter de deur
Uitstel project
Maximabrug
Niet meer dan 250 woningen
+
Afstel project
+
Lagere kwaliteit dan beoogde ambitie
Tijdig overleg met betrokken partijen
Kans
Gevolg
zonder Maximabrug Kwaliteit
Groene bufferzone
Geld
ntb
Communicatie Organisatie
Gebrek aan financiele middelen Bijstellen plannen / optimalisaties zet ambities onder druk
Cluster AWRO - Herstructurering Hoogewaard (incl. rondweg) Beheers Aspecten Omschrijving
Risico
Maatregel
Kans
Gevolg
Planning
Later of niet realiseren van Maximabrug
Tijdig overleg met betrokken partijen
+/-
Uitstel of afstel project
Herstructurering komt niet op
Marktpartijen vroegtijdig betrekken bij
+
Uitstel of afstel project
gang
planvorming (creeren draagvlak)
Maximabrug Bereidheid marktpartijen
Kwaliteit
Bereidheid marktpartijen
Gebrek aan financiele middelen Bijstellen plannen / optimalisaties zet ambities onder druk
+
Lagere kwaliteit dan beoogde ambitie
Geld
Kostenverhaal
Kosten kunnen niet volledig
Sluiten van anterieure overeenkomsten /
+
Eigen bijdrage gemeente
worden verhaald
optimalisaties
Communicatie Organisatie
Cluster AWRO - Uitleg Hoogewaard Beheers Aspecten Omschrijving
Risico
Maatregel
Kans
Gevolg
Planning
Maximabrug
Later of niet realiseren van Maximabrug
Tijdig overleg met betrokken partijen
+/-
Uitstel of afstel project
Verwervingen
Niet tijdig kunnen verwerven van Inzet op minnelijke verwerving, onteigening als +/de benodigde gronden
Uitstel project
stok achter de deur
Kwaliteit
Bereidheid marktpartijen
Gebrek aan financiele middelen Bijstellen plannen / optimalisaties zet ambities onder druk
+
Lagere kwaliteit dan beoogde ambitie
Geld
Kostenverhaal
Kosten kunnen niet volledig
Sluiten van anterieure overeenkomsten /
+
Eigen bijdrage gemeente
worden verhaald
optimalisaties
Maximabrug
Lagere opbrengsten bij gronduitgifte indien Maximabrug
+/-
niet wordt gerealiseerd Verwerving
Communicatie Organisatie
(Te) hoge verwervingskosten
Inzet op minnelijke verwerving, onteigening als +/-
Economische uitvoerbaarheid
stok achter de deur
komt onder druk te staan, lagere bijdrage aan (boven)wijkse voorzieningen
Uitvoeringsplan Cluster: Bodegraven Broekvelden en Bereikbaarheid Oude Rijnzone Februari 2011
Uitvoeringsplan Cluster: Bodegraven Broekvelden en bereikbaarheid
1 Inleiding 1.1
Aanleiding
Uit overleggen tussen gemeente en bedrijven die gevestigd zijn op het bedrijventerrein Broekvelden, is gebleken dat er sterke behoefte is voor aanpassing van het bedrijventerrein. Aanleiding voor deze behoefte is de druk op de openbare ruimte: parkeerproblemen en verstopping van de wegen. Dit heeft direct consequenties op de kwalitatieve uitstraling van het bedrijventerrein. Daarnaast ontbreekt het aan uitbreidingsmogelijkheden voor de bedrijven. Doel van het cluster is het vestigingsklimaat te verbeteren en om door intensivering aanleg van een nieuw bedrijfsterrein in “Het Groene Hart” te verminderen. Daarnaast vraagt de zichtlocatie aan de A12 en N11 in het kader van “Mooi Nederland” om een verbetering van de kwaliteit aan de randen van het bedrijventerrein.
1.2
Doel uitvoeringsplan
Het uitvoeringsplan Bodegraven Broekvelden en bereikbaarheid is het resultaat van de afspraken uit de samenwerkingsovereenkomst Oude Rijnzone. Het doel van het uitvoeringsplan is inzicht te geven in de inhoud van het vastgestelde programma, de financiering, planning, verplichtingen en rechten van de clusteruitvoerders. Daarnaast geeft het uitvoeringsplan een doorkijk naar het traject wat daarop volgt met de beoogde organisatiestructuur, afspraken en activiteiten. De essentie van het uitvoeringsplan wordt vastgelegd in het jaarlijks te actualiseren Ontwikkelstrategiekader Oude Rijnzone door het DB van de Gemeenschappelijke Regeling Oude Rijnzone. In het Ontwikkelstrategiekader worden onder andere prestatieafspraken gemaakt over het programma, de kwaliteit, planning en financiering, inclusief de bijdragen uit het gemeenschappelijke regionaal investeringsfonds. Vervolgens zullen er ten behoeve van de uitvoering, uitvoeringsovereenkomsten worden gesloten tussen de clustertrekkers en betrokken private en publieke partijen. Het cluster beschikt over een plan van aanpak, wat momenteel wordt geactualiseerd.Dit heeft als basis gediend voor dit uitvoeringsplan.
Pagina 2 van 6
Uitvoeringsplan Cluster: Bodegraven Broekvelden en bereikbaarheid
2 Planomschrijving 2.1. Clustergebied Bodegraven Broekvelden en bereikbaarheid
Het bedrijventerrein Broekvelden is aan de zuidzijde van Bodegraven gelegen boven de N11 en A12 en aan de noordkant ontsloten door de Broekveldselaan.
2.2
Problematiek
Het bedrijventerrein Broekvelden heeft door haar succes problemen op het gebied van parkeren en doorstroming. Op dit moment is er groot te kort aan parkeerterrein waardoor her en der in de openbare ruimte auto’s en vrachtwagens gestald worden. De verkeersdruk samen met de parkeerproblematiek veroorzaakt stremmingen op de hoofdverkeersaders. Tevens loopt het terrein op tegen haar grenzen en heeft een aantal bedrijven behoefte aan uitbreiding welke op dit moment niet mogelijk is. De kwaliteit ten aanzien van de openbare ruimte en de zichtlocaties vanaf de N11 en A12 laten te wensen over en behoeft verbetering.
2.3
Programma en projecten
Het cluster betreft de herstructurering van het bedrijventerrein met als programma: - Uitbreiden parkeerareaal aan Schumanweg, Europaweg en Beneluxweg, en mogelijkheid tot parkeren in de twee aanwezige middenvelden. - Aanleg rotonde Broekveldselaan/Beneluxweg - Aanleg van groenstructuur tegen Broekveldselaan - Verbeteren van het aanzicht van de A12 in het kader van het rijksprogramma “Mooi Nederland”. - Door herinrichting bedrijventerrein extra terrein beschikbaar stellen voor uitgifte (ter voorkoming van meer dan 2 ha noodzakelijke uitbreiding buiten bestaande terreinen). Daarnaast wordt door het verruimen van de bouwhoogtes in het bestemmingsplan meer bedrijfsruimte gecreëerd (intensivering).
2.4
Ruimtelijke ordening
Ten aanzien van de uitvoering van het cluster zijn de volgende planologische kaders uitgangspunt:
Pagina 3 van 6
Uitvoeringsplan Cluster: Bodegraven Broekvelden en bereikbaarheid
2.4.3. Structuurvisie In de structuurvisie Bodegraven dd. aug. 2004 wordt de herstructurering van Broekvelden al genoemd met aandacht voor mogelijkheid tot inbreiding en verbetering van de kwaliteit. Specifiek is ook de zichtlocatie vanaf de A12 benoemd. De Bodegraafse Structuurvisie is in 2010 geactualiseerd. Daarvoor heeft de gemeente eerst een visie met beeldkwaliteit voor het hele dorp ontwikkeld en vastgesteld. 2.4.4 Bestemmingsplannen Het bestemmingsplan Broekvelden moet wel gewijzigd worden op gebied van: - mogelijk maken extra ontsluitingsweg; - inbreidingen; - parkeerfaciliteiten; - extra bouwhoogtes; - mogelijk maken horeca. Het masterplan en beeldkwaliteitplan dienen als uitgangspunt voor het nieuwe bestemmingsplan. Bekeken zal worden in hoeverre bedrijven bij uitbreiding van zowel bouwgrond als bouwmogelijkheden (hoogte) bij moeten dragen aan de kosten van de herstructureringsopgave (via een exploitatieplan op grond van de nieuwe wetgeving). Dit zal meegewogen worden bij het afsluiten van anterieure overeenkomsten.
2.5
Beleidsplannen
2.5.1 Bedrijventerreinen strategie De afspraken bedrijventerreinen Oude Rijnzone en de bedrijventerreinen strategie zijn van toepassing op dit cluster. 2.5.2. Masterplan Herstructurering Broekvelden Het door de gemeenteraad juli 2007 vastgestelde masterplan Broekvelden (dd. febr. 2007) dient als uitgangspunt voor het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitplan Broekvelden. 2.5.3. Beeldkwaliteitplan In samenwerking met de bedrijven van Broekvelden is gewerkt aan het beeldkwaliteitplan dat kaders meegeeft aan het op te stellen bestemmingsplan. Het beeldkwaliteitsplan is op 29 maart 2010 door de gemeenteraad vastgesteld.
3 Uitgangspunten Het cluster conformeert zich aan de afspraken bedrijventerreinen Oude Rijnzone en de bedrijventerreinenstrategie, (met onder andere de SER-Ladder), met het volgende specifiek vermeld voor Broekvelden: Broekvelden (Bodegraven) is een bestaand terrein waar herstructurering plaatsvindt. Ruimtewinst die geboekt wordt is ten behoeve van uitbreiding van zittende bedrijven en om bestaande problemen zoals parkeerproblemen en kwaliteitsvraagstukken in de openbare ruimte op te lossen. De bedrijven op Broekvelden zitten grotendeels in de sector Transport & Logistiek. Het terrein laat bedrijven toe tot maximaal milieucategorie 4. Er is (beperkt) ruimte voor de eigen administratie en kantoorfuncties van de bedrijven die er gevestigd zijn en waarvan uitbreiding gewenst is. Zelfstandige kantoren of bedrijven uit een andere sector als Dienstverlening moeten gelet op de ligging en HMC waarde in beginsel niet worden toegelaten.
Pagina 4 van 6
Uitvoeringsplan Cluster: Bodegraven Broekvelden en bereikbaarheid
3.1
Planning
De planning van het cluster is vastgesteld in de Integrale Businesscase en luidt als volgt: - Beeldkwaliteitsplan is gereed -
Bestemmingsplan aanpassen en vaststellen
2011-2012
-
Uitbreiden parkeerareaal aan Schumanweg, Europaweg en Beneluxweg Aanpassen wegennet en duurzaam groen
start werkzaamheden: 2012 2011-2012
-
Aanleg rotonde Broekveldselaan/Beneluxweg :
-
Aanleg van groenstructuur tegen Broekveldselaan:
start werkzaamheden 2012 afronding 2011
-
Verbeteren van het aanzicht van de A12 in het kader van het rijksprogramma “Mooi Nederland” ;
start werkzaamheden is afhankelijk van aanpassing bestemmingsplan; vanaf 2011- 2014 in project en met bouwplannen bedrijven
Om aanspraak te kunnen (blijven) maken op de verstrekte UHB subsidie dient de uitvoering voor 2014 gereed te zijn.
3.4
Financiën
In de businesscase is uitgegaan van een sluitend financieel cluster, zonder bijdragen uit het regionaal fonds. De kosten worden als volgt gedekt: o € 1,3 miljoen volgens de regeling Uitvoeringsfonds Herstructurering Bedrijventerreinen (UHB). Deze provinciale subsidie is toegekend in juli 2008. Randvoorwaarde: uitvoering voor 2014. o € 1,3 miljoen bijdrage uit het bedrijfsleven. Door de Raad Voor Handel en Industrie Bodegraven (RVHI) is hiervoor een intentieverklaring afgegeven. De gemeente is in onderhandeling over de parkeervariant en de hoogte bijdrage die wellicht hoger uitvalt dan de 1,3 miljoen. De bijdrage zal worden verkregen door verhoogde grondprijzen en het verhuren van parkeerplaatsen. o Gemeente Bodegraven heeft € 1,55 miljoen beschikbaar gesteld voor de herinrichting.
Voor wat betreft Broekvelden is er al een plan van aanpak opgesteld welke dient te worden aangepast als gevolg van de recessie, gemeentelijke fusie, regeling bijdrage bedrijfsleven, aangepaste parkeervoorzieningen en actualisatie bestemmingsplan.
4 Organisatie Clusterniveau 4.1
Samenwerking private partijen
Voor de uitvoering van het cluster is samenwerking gezocht met de Raad Voor Handel en Industrie Bodegraven (RVHI), de Kamer van Koophandel en de ISMH. Zij nemen allen deel aan de externe stuurgroep en de projectgroep. Daarnaast worden met een aantal zittende bedrijven financiële en ruimtelijke afspraken gemaakt over het realiseren van extra parkeergelegenheid, de extra ontsluiting, hogere bouwhoogtes en mogelijke uitbreidingen binnen Broekvelden.
Pagina 5 van 6
Uitvoeringsplan Cluster: Bodegraven Broekvelden en bereikbaarheid
4.2
Sturingsorganisatie
Voor Broekvelden is gekozen voor een interne en externe stuurgroep; waarbij de Raad voor Handel en Industrie en de Kamer van Koophandel met de regionale programmamaker zijn vertegenwoordigd. En daarnaast is er ook een ambtelijke projectgroep. Speciaal aandachtspunt is wel dat de RVHI Bodegraven geen bevoegd orgaan is met besluitmandaat. Ook zijn niet alle aanwezige bedrijven aangesloten. De rol van de RVHI blijft daardoor beperkt tot een bemiddelende/meedenkende rol.
5.Communicatie Er is een digitale nieuwsbrief opgezet. De bedrijven zijn betrokken bij het proces van Masterplan tot Beeldkwaliteitplan (BKP), waarbij ze zijn uitgenodigd bij de informatie avonden voor het BKP. Het Bestemmingsplan is de volgende stap waarin de ondernemers worden geïnformeerd. Verder zijn de bedrijven persoonlijk benaderd om mee te denken in de feitelijke aanleg. Er wordt naar aanleiding van de presentatie van het Bestemmingsplan ook een enquête verstuurd met behoefte vragen voor de te realiseren parkeervoorzieningen.
6. Risico’s In onderstaande tabel zijn de risico’s per beheersaspect in beeld gebracht. De risico’s worden in de voorbereidingsfase nader uitgewerkt in de ontwikkelstrategie. Beheers Aspecten Planning
Omschrijving
Risico
Afhankelijk van afspraken met private partijen
Kwaliteit
Uitvoering is deels in handen van gemeente en deels bij private partijen die moeten investeren in hun vastgoed. 1,3 milj is nodig vanuit bedrijfsleven.
Niet halen van de planning (uitvoering voor 2014) Beeldkwaliteitsplan wordt niet naar “wens” uitgevoerd.
Geld
Communicatie
Geen
Organisatie
Wisseling van bestuur
Geen of te lage bijdrage uit private partijen
Wijziging van gedachte / visie
Maatregel
Kans
Gevolg
+/-
Vervallen UHB subsidie
In vroegtijdig stadium overleg met partijen over duurzame en … ontwikkeling Goed overleg met partijen, berekening van exploitatiebijdrag e op basis van van expl. Plan.
+/-
Lagere kwaliteit dan beoogde ambitie
+/-
Aanpassing planvorming, vertraging van werkzaamheden
Communicatie bestuurlijk niveau
0
Pagina 6 van 6
Uitvoeringsplan Cluster: Bodegraven Wonen en Groen Oude Rijnzone Februari 2011
Uitvoeringsplan Cluster: Bodegraven Wonen en Groen
1 Inleiding 1.1
Aanleiding
Het cluster Bodegraven Wonen en Groen omvat een groot deel van het Venster Bodegraven – Woerden. Gewenste kwaliteitsverbetering in het kader van ‘Mooi Nederland’ en het snelwegpanorama Bodegraven – Woerden vormen een belangrijke aanleiding. Er is bovendien samenhang met de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur waar nog plannen voor in ontwikkeling zijn (en herijkt worden) in het verband van het Veenweideconvenant Gouwe - Wiericke. Niet in de laatste plaats vormen ook de leefbaarheidsproblemen en de ruimtelijke kwaliteit langs de route zuidelijk van de Oude Rijn en in Nieuwerbrug een belangrijke aanleiding voor dit cluster. Doel van het cluster is verbetering van de landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit in het gebied en verbetering van de leefbaarheid.
1.2
Doel uitvoeringsplan
Het uitvoeringsplan Bodegraven Wonen en Groen is het resultaat van de afspraken uit de samenwerkingsovereenkomst Oude Rijnzone. Het doel van het uitvoeringsplan is inzicht te geven in de inhoud van het vastgestelde programma, de financiering, planning, verplichtingen en rechten van de clusteruitvoerders. Daarnaast geeft het uitvoeringsplan een doorkijk naar het traject wat daarop volgt met de beoogde organisatiestructuur, afspraken en activiteiten. De essentie van het uitvoeringsplan wordt vastgelegd in het jaarlijks te actualiseren Ontwikkelstrategiekader Oude Rijnzone door het DB van de Gemeenschappelijke Regeling Oude Rijnzone. In het Ontwikkelstrategiekader worden onder andere prestatieafspraken gemaakt over het programma, de kwaliteit, planning en financiering, inclusief de bijdragen uit het gemeenschappelijke regionaal investeringsfonds. Vervolgens zullen er ten behoeve van de uitvoering, uitvoeringsovereenkomsten worden gesloten tussen de clustertrekkers en betrokken private en publieke partijen. Het cluster beschikt over plannen van aanpak voor het merendeel van de projecten in het cluster. Deze hebben als basis gediend voor dit uitvoeringsplan.
2 Planomschrijving 2.1. Clustergebied Bodegraven Wonen en groen
Pagina 2 van 8
Uitvoeringsplan Cluster: Bodegraven Wonen en Groen Het cluster is gelegen aan de oostzijde van Bodegraven en omvat het gebied vanaf de oostrand van Bodegraven tot en met - formeel - de gemeentegrens met Woerden.
2.2.Problematiek Deze cluster heeft als opgave de landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit van de oevers van de Oude Rijn te verbeteren (waar een aantal bedrijvenlocaties is gesitueerd), het venster Bodegraven - Woerden landschappelijk te verbeteren (in openheid) en recreatieve verbindingsroutes aan te leggen. In aansluiting op de provinciale woonvisie was aanvankelijk besloten om binnen de Oude Rijnzone enkel voor de eigen bevolkingsaanwas te bouwen, ofwel uitgaande van een migratiesaldo 0. Dit betekende de realisatie van 8.600 woningen tot 2020 (ruim 2/3 voor 2015). Hiervan kon het merendeel binnen de bestaande contour worden gerealiseerd. Echter voor 2.700 woningen moest ruimte gevonden worden in nieuwe woningbouwlocaties, waaronder Weideveld II en Noordzijde tegen de kern Bodegraven. Recent uitgevoerd woningbehoefte / woonwensenonderzoek heeft uitgewezen dat er een overschot aan woningen geprogrammeerd staat voor Bodegraven. De ontwikkeling van Weideveld II en Noordzijde zijn daarom uitgesteld tot na 2020 respectievelijk 2025. Groote Wetering II voorziet in de lokale en regionale behoefte aan bedrijvenlocaties. . 2.3 Programma en projecten De beoogde ontwikkelingen in deze cluster staan geheel in het teken van kwaliteitsverbeteringen, behoud van de landschappelijke kwaliteiten en de openheid van het landschap, het perspectief van de agrarische sector en de leefbaarheid en vitaliteit van de kleine kern Nieuwerbrug. Investeren dus in Groene Hart kwaliteit. Dit gebied valt in belangrijke mate samen met het ‘Venster Bodegraven – Woerden’, één van de prioriteiten van de Stuurgroep Groene Hart. De locaties aan de rand van Bodegraven vragen zogezegd om een zorgvuldige landschappelijke inpassing. Het programma van het cluster Bodegraven Wonen en Groen bestaat uit de projecten Bodegraven Oost, Venster Bodegraven-Woerden en werklint en achterlaatlocaties. Bodegraven Oost. Groene Afronding 12 ha en Groote Wetering II 4,5 ha: o creëren landschappelijke overgang met recreatieve en ecologische waarden tussen het landelijke gebied en de kern Bodegraven; o voorzien in beperkte uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein Groote Wetering.
Bestemmingsplankaart en Schetsontwerp Bodegraven Oost
Pagina 3 van 8
Uitvoeringsplan Cluster: Bodegraven Wonen en Groen Venster Bodegraven - Woerden - Venster Bodegraven – Woerden, bestaande uit 3 nog abstracte hoofdopgaven resulterend in landschappelijke verbeteringen en uitbreiding van het recreatief netwerk: o bebouwingslint Oude Rijn: de lommerrijke doorzichten van de Oude Rijn; o de snelweg A12 van barrière tot toegangspoort; o het venster als geschakeerde openheid.
Werklint - achterlaatlocaties Werklint 4,9 ha en kwalitatieve invulling achterlaatlocaties: o verbetering van de leefbaarheid in Nieuwerbrug en lang de Oude Rijn van 4 bedrijvenlocaties in Nieuwerbrug en langs de Oude Rijn door een kwalitatieve herstructurering van 4 bedrijfslocaties; o realisatie van een goed ingepast werklint als opvang en uitbreidingsmogelijkheid voor deze 4 bedrijven.
Pagina 4 van 8
Uitvoeringsplan Cluster: Bodegraven Wonen en Groen
2.4
Ruimtelijke ordening
Ten aanzien van de uitvoering van de cluster zijn de volgende planologische kaders uitgangspunt: 2.4.3. Structuurvisie In de structuurvisie Bodegraven dd. aug. 2004 wordt de afronding van Bodegraven aan de Oostzijde al genoemd met aandacht voor de overgang met het landelijk gebied. De Bodegraafse Structuurvisie is in 2010 geactualiseerd. Het college heeft de Ontwerp Structuurvisie vastgesteld. Daarvoor heeft de gemeente eerst een visie met beeldkwaliteit voor het hele dorp ontwikkeld en vastgesteld. 2.4.4 Bestemmingsplannen en structuurvisies Het bestemmingsplan en exploitatieplan Bodegraven Oost worden maart 2011 vastgesteld. Voor werklint – achterlaatlocaties moet een bestemmingsplanherziening worden opgesteld. Ook voor functieveranderingen in het Venster Bodegraven – Woerden is een aanpassing van het bestemmingsplan Buitengebied noodzakelijk. Voor het plangebied Noordzijde heeft de gemeenteraad eind 2009 een Structuurvisie vastgesteld.
2.5
Beleidsplannen
2.5.1 Bedrijventerreinen strategie De afspraken bedrijventerreinen Oude Rijnzone en de bedrijventerreinen strategie zijn van toepassing op deze cluster. 2.5.2. Schetsontwerp Bodegraven Oost Het schetsontwerp voor Bodegraven Oost vormt de basis voor het bestemmingsplan. 2.5.3. Beeldkwaliteitplannen Voor Bodegraven Oost zal een beeldkwaliteitsplan worden opgesteld. Voor de oevers langs de Oude Rijn wordt een plan opgesteld om de oevers meer lommerrijk te maken en de eigenaren te stimuleren te investeren in inpassing en landschappelijke kwaliteit. 2.5.4. Visie op het Venster Voor het Venster Bodegraven – Woerden is een visie beschikbaar. Deze visie (Inspiratie voor realisatie) vormt de basis voor de diverse deelprojecten in het Venstergebied. Voor het Open middengebied wordt een inrichtingskader opgesteld. Door de herijking bij het rijk is het inrichtingskader niet ter inzage gebracht.
3. Uitgangspunten Het programma moet voldoen aan de opgave en afspraken zoals vastgesteld is in de Samenwerkingsovereenkomst (SOK), de Integrale Businesscase en de bedrijventerreinenstrategie. Daarnaast is het door de gemeenteraad meegegeven kader randvoorwaardelijk. Hieronder worden per onderdeel de uitgangspunten genoemd: Uitgangspunten bedrijventerreinen: - intensief en meervoudig ruimtegebruik - aandacht voor bouwhoogten passend bij intensief ruimtegebruik - segmentering van de terreinen t.b.v. omgevingskwaliteit en landschappelijke inpassing - maatregelen t.b.v. vervoermanagement en bereikbaarheid met het OV. - meerlaags parkeren (parkeren op of onder de bebouwing dan wel in een gezamenlijke meerlaagse parkeervoorziening ); - in beeld brengen kansen voor energiebesparing en duurzame energie.
Pagina 5 van 8
Uitvoeringsplan Cluster: Bodegraven Wonen en Groen
Uitgangspunten toekomstige woningbouw: - het woningbouwprogramma wordt afgestemd met de regionale woonvisies en recent uitgevoerd Bodegraafs woningmarkt/woningbehoefteonderzoek door Compaenen - woningbouw koppelen aan groenopgave waarvan de omvang in verhouding staat van de betreffende locatie. - tenminste 15% van de bruto oppervlakte wordt groen en water. - de toekomstige ontwikkeling van Weideveld II en Noordzijde maken geen onderdeel uit van het ontwikkelstrategiekader. Uitgangspunten specifiek voor Bodegraven Oost: - binnen de contour dient de uitbreiding in minimaal 50% groen en maximaal 50% rood te voorzien (Streekplanherziening Oude Rijnzone en Provinciale Structuurvisie); - inzet van RodS hectaren betekent dat het groen voor 2014 overgedragen moeten worden aan beheerder. Uitgangspunten specifiek voor Werklint en achterlaatlocaties: - aan realisatie van het werklint zijn landschappelijke en kwalitatieve voorwaarden verbonden; - de achterlaatlocatie nabij de Put van Broekhoven dient voor wat betreft Gedeputeerde Staten groen ingericht te worden. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk heeft uitgesproken dat hier – binnen de kwaliteitskaders van de Oude Rijnzone - rood ontwikkeld moet kunnen worden gericht op een financieel haalbare herontwikkeling; - ter compensatie van realisatie van het werklint dient voorts 3 hectare contourruimte rood teruggegeven te worden voor behoud van groen/openheid zo is het standpunt van Gedeputeerde Staten.
3.1.
Planning
De planning van het cluster is per onderdeel als volgt weer te geven:
3.2. Financiën -
Groene Afronding 12 ha en Groote Wetering II 4,5 ha: o De groene afronding is afhankelijk van het regionaal investeringsfonds Oude Rijnzone en van RodS subsidie o Onzekerheid over RodS subsidie als gevolg van het regeerakkoord o Uitgiftetempo Groote Wetering II
-
Venster Bodegraven – Woerden: o Investeringen uit budget voor de Ecologische Hoofdstructuur– nog nader te bepalen.
Pagina 6 van 8
Uitvoeringsplan Cluster: Bodegraven Wonen en Groen o -
Voor de uitvoering van het Venster Bodegraven – Woerden zijn rijks- en provinciale middelen nodig. |
Werklint 4,9 ha en invulling 4 achterlaatlocaties: o subsidienoodzaak uit regionaal investeringsfonds Oude Rijnzone + gemaximeerde eigen bijdrage gemeente uit opbrengsten Groote Wetering II o overeenstemming met bedrijven over de ontwikkeling van het werklint en de achterlaatlocaties door de bedrijven (gemeente faciliteert, participeert niet actief om zo de financieel meest gunstige oplossing te bewerkstelligen en om risico’s uit te sluiten) o onzekerheid over deels rood mogen invullen achterlaatlocatie nabij Put van Broekhoven – hier is overeenstemming met de provincie over nodig. Zonder deze overeenstemming is één en ander niet financieel haalbaar (o.a. onvoldoende subsidiemogelijkheden).
In de samenwerkingsovereenkomst Oude Rijnzone is opgenomen dat gemeente,
provincie en Hoogheemraadschap zich maximaal inzetten financiële middelen te genereren voor de groene-blauwe en recreatieve inrichting.
4 Organisatie Clusterniveau 4.1
Venster Bodegraven - Woerden
In dit gebied wordt samengewerkt tussen de provincies Zuid-Holland, Utrecht en de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk en Woerden in een ambtelijke projectgroep en een stuurgroep bestaande uit bestuurders. Daarnaast is er de samenwerking in het verband van het Veenweideconvenant Gouwe Wiericke. Afhankelijk van het (deel)initiatief wordt intensief afstemming gezocht met bewoners.
4.2
Bodegraven Oost
Een gemeentelijke projectgroep is verantwoordelijk voor de inhoudelijke planontwikkeling en de grondverwerving. De projectgroep legt – met tussenkomst van een ambtelijk opdrachtgever - verantwoording af aan het college van Burgemeester en Wethouders. Er wordt samengewerkt met provincie Zuid-Holland gezien de (aanvankelijk) geplande RodS hectaren. Ook wordt samenwerking gezocht met Dienst Landelijk Gebied als expertjudgement nodig is. Er is en blijft veel afstemming gezocht worden met experts en bewoners uit de omgeving. De gemeente zet in op minnelijke grondverwerving om het groen te kunnen realiseren en om het bedrijventerrein te laten ontwikkelen. Indien noodzakelijk zal tot onteigening worden overgeaan. Een posterieure overeenkomst met een in het gebied voorkomende ontwikkelingsmaatschappij (waar de gemeente zelf in participeert) is waarschijnlijk / mogelijk.
4.3. Werklint-achterlaatlocatiest De vier bedrijven zijn voornemens een private samenwerking inrichten. De gemeente wil de ontwikkeling planologisch-juridisch faciliteren. De gemeente wil nadrukkelijk geen actieve rol in de ontwikkeling innemen, onder meer ter voorkoming van risico’s en met als inzet een financieel zo gunstig als mogelijke uitwerking. Wel zullen vooraf kwalitatieve en programmatische randvoorwaarden worden opgesteld. Alvorens bestemmingsplannen worden vastgesteld zullen anterieure overeenkomsten worden gesloten.
Pagina 7 van 8
Uitvoeringsplan Cluster: Bodegraven Wonen en Groen
5.Communicatie Op de gemeentelijke website wordt aandacht aan dit cluster en de onderliggende projecten besteed: o Het Venster Bodegraven-Woerden kent verder een digitale nieuwsbrief en werkt met een communicatieplan. Bewoners en belangstellenden zijn geregeld betrokken bij de visie- en planontwikkeling. o Ook voor Bodegraven Oost is een communicatieplan beschikbaar en wordt met (papieren) nieuwsbrieven gewerkt. Het schetsontwerp is met input van experts in expertmeetings tot standgekomen. o Voor werklint-achterlaatlocaties is nog geen communicatieplan beschikbaar. Hier worden vooralsnog naar behoefte partijen betrokken en geraadpleegd.
6. Risico’s In onderstaande tabel zijn de risico’s per beheersaspect in beeld gebracht. De risico’s worden in de voorbereidings- en ontwikkelingsfase nader uitgewerkt. Beheers Aspecten Planning
Omschrijving
Risico
Maatregel
Kans
Gevolg
Bodegraven Oost: tijdige grondverwerving (eventuele onteigening).
Niet halen van de planning (uitvoering voor 2014)
Inzet op minnelijke verwerving.
+/-
Kwaliteit
Ambities plannen aan laten sluiten bij beeldkwaliteitsplannen en visies.
Gebrek aan financiële middelen zet ambities onder druk.
Bijstellen plannen / optimalisaties.
+/-
Niet tijdig overdragen groen aan beheerder. Lagere kwaliteit dan beoogde ambitie
Geld
o
Mogelijk vervallen RodS middelen (regeerakkoord)
o
Effect op kwaliteitsniveau groen Bodegraven Oost
o
o
Nog onzeker zijn deels rood kunnen invullen achterlaatlocatie Put van Broekhoven.
o
o
o
Middelen in te zetten in Venster Bodegraven-Woerden aan herijking onderhevig (regeerakkoord).
o
Financieel niet uitvoerbaar zijn van werklint en achterlaatlocaties PM
Communicatie
Geen
Organisatie
Wisseling van bestuur
Wijziging van gedachte / visie
o
Behoud RodS middelen nastreven of alternatieve financiering Overleg Provincie – gemeente
+
Eventuele aanpassing planvorming, vertraging van werkzaamheden
+/-
Niet uitvoerbaar.
Herijking in samenwerking tussen betrokken partijen
0
Aanpassing planuitwerkingen.
Communicatie bestuurlijk niveau
0
Pagina 8 van 8
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
6 juni 2011
Uitvoeringsplan
OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
Inhoudsopgave
1
Inleiding
1
2
Van Integrale BusinessCase naar Ontwikkelstrategiekader
4
3
Integrale gebiedsontwikkeling: samenhang samenhang tussen projecten
7
4
De deelprojecten
13
5
Financieel saldo
36
6
Verevening en kostenverhaal voor verkleinen financieel tekort 39
7
Voorstel uitvoeringsstrategie: mogelijkheid van een intergemeentelijke structuurvisie
44
Uitvoeringsorganisatie
45
8
Bijlagen
1. 2.
Bijlage 1. Kostenverhaal conform Wet ruimtelijke ordening Bijlage 2. Literatuurlijst
1
Inleiding
Alphen-west Rijnwoude-oost is een cluster uit de OudeRijnZone, gericht op een kwalitatieve verbetering van een brede zone aan weerszijden van de Oude Rijn. De belangrijkste opgave voor het cluster is de herstructurering van de bedrijventerreinen. Naast herstructurering is er ook ruimte voor nieuwe bedrijventerreinen, wonen en groen. Voor het cluster is ook de verbetering van bestaande en aanleg van nieuwe infrastructuur van belang. Het betreft dus een complexe integrale gebiedsontwikkeling. De aanpak is vastgelegd in de Samenwerkingsovereenkomst OudeRijnZone (SOK) voor de gehele zone. De eerste uitwerking voor de gehele OudeRijnZone is vastgelegd in een Integrale BusinessCase (IBC). Na de vaststelling van de Integrale BusinessCase zijn er voor de OudeRijnZone naast de provinciale en de gemeentelijke bijdragen, ook middelen uit het Nota Ruimtebudget beschikbaar gekomen. Hiermee kan de stap worden gezet naar de uitvoering. De nadere uitwerking is vastgelegd in het Ontwikkelstrategiekader (OSK). Het OSK is het belangrijkste product van de Gemeenschappelijke Regeling De OudeRijnZone, waarin de uitvoering wordt aangestuurd. In het OSK is een nadere toedeling van de middelen gemaakt. In de Samenwerkingsovereenkomst OudeRijnZone is afgesproken een uitvoeringsplan op te stellen per cluster. Dit document is het Uitvoeringsplan 2011 voor het cluster Alphen-west Rijnwoude-oost. Het is een herziene versie van het Uitvoeringsplan uit 2009. Het uitvoeringsplan heeft als doel te besluiten over de vervolgstappen om te komen tot een samenhangende uitvoering van het cluster Alphen-west Rijnwoude-oost. Voor het uitvoeringsplan zijn de volgende documenten als uitgangspunt genomen: - de Gezamenlijke Inzet van Rijnwoude en Alphen aan den Rijn voor het cluster (april 2008).
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
1
- de Samenwerkingsovereenkomst OudeRijnZone (oktober 2008). - de Integrale BusinessCase OudeRijnZone (april 2009). - Het Ontwikkelstrategiekader ( door het DB vastgesteld concept d.d. 13-4-2011). Ter voorbereiding van dit uitvoeringsplan zijn er op 4 februari, 18 maart en 14 september 2010 ambtelijke workshops voor de betrokken ambtenaren van Alphen aan den Rijn en Rijnwoude georganiseerd. 1.1
Leeswijzer Dit uitvoeringsplan beschrijft hoe tot een samenhangende uitvoering van het cluster Alphen-west Rijnwoude-oost wordt gekomen. Hierbij komende volgende onderwerpen aan de orde: - de projecten en de samenhang ertussen - een beschrijving van de projecten - het financiële saldo, het tekort en de consequenties ervan voor de verdere uitwerking van het cluster Alphen-west Rijnwoudeoost - een advies voor de uitvoeringsstrategie en de mogelijkheden tot het verkleinen van het financieel tekort - een advies voor de sturing van de samenhangende uitvoering van het cluster. De Integrale BusinessCase is een belangrijk uitgangspunt voor het uitvoeringsplan. Daarop is het Ontwikkel Strategiekader gebaseerd. Daarom staan in hoofdstuk 2 de achtergronden en aandachtspunten van de Integrale BusinessCase en de stap naar het Ontwikkel Strategiekader. Het cluster Alphen-west Rijnwoude-oost is een integrale gebiedsontwikkeling. De projecten binnen het cluster hangen dus functioneel samen. Dit is beschreven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 staan de projecten beschreven. In hoofdstuk 5 is het totaal financieel saldo, het tekort en de consequenties ervan voor het cluster opgenomen.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
2
Hoofdstuk 6 geeft een advies voor de verkleining van het tekort door de mogelijkheden van verevening en kostenverhaal maximaal te benutten, en eventueel door de fasering te wijzigen. Hoofdstukken 7 bevat de resulterende uitvoeringsstrategie. Als dat voor het verevenen en het kostenverhaal nodig is: het voorstel om een intergemeentelijke structuurvisie te maken. Bij dit uitvoeringsplan zitten twee bijlagen. De eerste bijlage benoemt de vereveningsmogelijkheden volgens de Wro. De tweede bijlage is de literatuurlijst.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
3
2
2.1
Van Integrale BusinessCase naar Ont Ontwikkelstrategiekader
Integrale BusinessCase (IBC) De Integrale BusinessCase (IBC) bevat een financiële onderbouwing van de maatregelen die regionale prioriteit hebben binnen de OudeRijnZone tot 2015. Voorafgaand aan de IBC is de Samengestelde BusinessCase (SBC) opgesteld. Deze is in juni 2008 vastgesteld. In de SBC zijn de projecten uit “De gezamenlijke Inzet van Rijnwoude en Alphen aan den Rijn” financieel vertaald en samen met de andere clusters van de OudeRijnZone opgenomen. Vervolgens zijn de projecten verder gefaseerd en geprioriteerd om te komen tot de IBC. In de IBC is het (saldo)tekort uit de SBC teruggebracht van € 119,4 miljoen1) naar € 32,2 miljoen, beide netto contant per 1 januari 2008. Deze reductie is gerealiseerd door een scherpe prioritering en fasering. Zowel de IBC als de SBC is gebaseerd op een normatieve set parameters en kengetallen. Door de gehanteerde normering, de uitgangspunten over grondeigendom en de fasering zijn substantiële risico’s ontstaan. Deze risico’s zijn soms globaal en soms specifiek benoemd in de IBC, paragrafen 3.11, 4.5 en 5. Bij de uitwerking van het cluster komen de risico’s nog scherper in beeld, bijvoorbeeld waar van te lage grondprijzen is uitgegaan. Bovendien is ervan uitgegaan dat de gecalculeerde positieve saldi van winstgevende exploitaties gehéél ingezet kunnen worden om de tekorten van de verliesgevende exploitaties te verlagen. Omdat het in een aantal gevallen gaat om particuliere exploitaties is dit niet mogelijk. Hierdoor valt een deel van de dekking weg. 1
)
In dit bedrag zijn niet de kosten voor de ongelijkvloerse kruising van de Leidsche Schouw met de N11 (€ 10,1 miljoen) en met de Rijngouwelijn (€ 27,6 miljoen) opgenomen.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
4
De projecten opgenomen in de IBC betreffen niet alle projecten uit “De gezamenlijke Inzet …”. Een aantal projecten is na 2015 gefaseerd en zo buiten de IBC gevallen. Alleen projecten of delen daarvan die vóór 2015 gepland staan, zijn in de financiële opzet meegenomen. Sommige projecten, zoals aanpassingen aan infrastructuur, zijn wel genoemd maar met € 0 opgenomen. In de uitwerking dienen de projecten na 2015 en enkele projecten uit “De Gezamenlijke Inzet …”, die niet in IBC zijn opgenomen (RijnGouwelijn halte West, AWZI en Hoorn-west) wel meegenomen te worden, omdat ze onderdeel vormen van de integrale gebiedsontwikkeling Alphen-west Rijnwoude-oost. 2.2
Ontwikkelstrategiekader (OSK) Het OSK beschrijft de uitgangspunten van het regionaal uitvoeringsprogramma OudeRijnZone. Het geeft de planning van het programma per cluster weer, en onder andere een indicatieve verdeling van de middelen uit het Regionaal Investeringsfonds (RIF). De verdeling van de middelen is gebaseerd op de Integrale Business Case en een actualisering van de cijfers door de gemeenten. Het OSK wordt jaarlijks geactualiseerd, en door het Algemeen Bestuur van de Oude Rijn Zone vastgesteld. Het saldo aan middelen dat in de eerste versie van het OSK beschikbaar is voor het cluster is lager dan het beschikbare saldo in de IBC. Er is dus een nog verdere prioritering nodig. Relevante punten uit het OSK zijn, geldend voor de hele zone: - Het juridisch-planologisch kader wordt gevormd door de Provinciale Structuurvisie, gebaseerd op de derde partiële streekplanherziening Zuid-Holland Oost, voor de OudeRijnZone. - Structurerend element 15 (SE15) uit de partiële herziening is van toepassing. SE15 regelt dat de verstedelijking (wonen en werken) in financiële zin moet bijdragen aan de realisering van herstructurering, infrastructuur, groen en water. - Het gaat in de planvorming voor de Oude Rijnzone om een lange termijnperspectief, tot tenminste 2020.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
5
- Het OSK concentreert zich op de periode 2010 – 2015, omdat de regionale middelen (uit het RIF) beschikbaar zijn in deze periode. - Het rapport Ruimtelijke Kwaliteit OudeRijnZone geeft uitgangspunten voor het ruimtelijk beleid. - De Bedrijventerreinenstrategie OudeRijnZone - Rijnstreek biedt de basis voor afspraken over de programmering van bedrijventerreinen. De SER-ladder wordt in regionaal verband toegepast2). Relevante punten, specifiek voor het cluster Alphen-west Rijnwoude-oost zijn: - In het RIF is een financiële bijdrage voorzien voor twee deelprojecten: . De oeververbinding (Maximabrug) . De herstructurering van Rijnhaven - De aanleg van de oeververbinding wordt bekostigd uit bijdragen vanuit het RIF, de provincie Zuid-Holland en de gemeenten Alphen aan den Rijn en Rijnwoude. Gemeenten streven ernaar een maximale bijdrage uit de markt te benutten voor de financiering van de brug. De gemeente Alphen zal het initiatief continueren om in de regio afspraken te maken over BDUbijdragen voor de brug. - Voor de herstructurering van Hoogewaard zal een beroep gedaan worden op UHB-subsidies van de provincie ZuidHolland, en bijdragen van het bedrijfsleven. Er wordt, in aanvulling op de reeds verkregen bijdrage voor Agrifirm uitgegaan van een bijdrage van €5 miljoen. Dit is een voorwaarde om de herstructurering te kunnen realiseren. - De gemeentelijke financiering van de herstructurering zal worden geregeld met de herstructureringsvisie. Gemeenten benutten alle mogelijkheden om vanuit de markt bij te laten dragen in de publieke investeringen.
2
)
De gemeente Rijnwoude heeft de Bedrijventerreinenstrategie niet onderschreven.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
6
3
Integrale gebiedsontwikke gebiedsontwikkeling: samenhang tussen projec projecten
Alphen-west Rijnwoude-oost is één cluster met een samenhangende complexe integrale gebiedsontwikkelingsopgave. Het cluster bestaat uit diverse projecten, in onderstaande tabel en afbeelding staan de projecten benoemd. In dit hoofdstuk staat de samenhang tussen de projecten beschreven.
Tabel 1. Projecten Naam project
onder onderdeel deel IBC Onderdeel OSK
1. Rijnpark I
nieuwe woningbouw
+
+
2. Rijnpark II
nieuwe woningbouw
+
3. Hoogewaard
herstructurering en
+
+ >2015
nieuw bedrijventerrein
+
+ >2015
4. Groenblauwe buffer
+
+ >2015
5. Prinsenschouw
nieuw bedrijventerrein
+/- > 2015
+ >2015
6. Rijnhaven-oost
herstructurering
+
> 2015
+ >2015
+
> 2015
+ >2015
+
> 2015
+ >2015
>2015
+ >2015
bedrijventerrein 7. Rijnhaven-
herstructurering
midden
bedrijventerrein
8. Oeverlocaties Oude Rijn 9. Hoorn West
kwaliteitsverbetering bedrijventerrein bedrijventerrein en in
-
te vullen vlek
10. Gnephoek
nieuwe woningbouw
-
A. Maximabrug, oeververbinding Oude Rijn
+
<2015
+ >2015
B. Ongelijkvloerse kruising N11
+
>2015
+ >2015
C. Ongelijkvloerse kruising RijnGouweLijn
+
>2015
+ >2015
D. Korte bypass & brug Heijmanswetering
+
>2015
+ >2015
E. Halte RijnGouweLijn
-
+ >2015
F. Lange bypass
-
-
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
7
Figuur 1. Projecten Alphen-west Rijnwoude-oost.
3.1
Twee gemeenten: één gebied Het cluster Alphen-west Rijnwoude-oost betreft één samenhangend gebied, waar doorheen de gemeentegrens loopt. De Leidse Schouw, waarop Prinsenschouw van Alphen en Rijnwoude wordt aangesloten, is een deel van de rondweg van Alphen, maar sluit in Rijnwoude aan op de N11. De Oude Rijn verdeelt het gebied ook in twee delen, terwijl een belangrijke opgave is om deze deling op te heffen door de realisering van de Maximabrug, waarbij de voorkeurslocatie van de brug de oevers van beide gemeenten verbindt.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
8
3.2
Herstructurering erstructurering en nieuwe bedrijventer bedrijventerreinen Alphen-west Rijnwoude-oost is van oudsher een gebied voor bedrijvigheid. Het cluster kent daardoor zowel een herstructureringopgave als nog in te vullen locaties voor bedrijventerrein. Vanuit de OudeRijnZone is in de Bedrijventerreinenstrategie OudeRijnZone- Rijnstreek 2008-2020 het bedrijventerreinenbeleid van de OudeRijnZone beschreven (zie noot 2). Uitgangspunten hierbij zijn de programmering, de SER-ladder, de fasering en de segmentering. In de provinciale verordening is ook nadrukkelijk opgenomen dat de SER-ladder moet worden toegepast. Hierdoor ontstaat een relatie tussen de diverse bedrijventerreinen, zowel binnen de OudeRijnZone als binnen het cluster Alphen-west Rijnwoude-oost. Daarnaast is het advies van de commissie Noordanus om met de opbrengsten van de uitgifte van nieuwe bedrijventerreinen de kosten voor de herstructurering van oude bedrijventerreinen te financieren. In hoofdstuk 6 wordt hierop teruggekomen.
Tabel 2. Relatie projecten Relatie Relatie projecten met betrekking tot bedrijventerrein bedrijventerreinontwikkeling Hoogewaard bestaandHoogewaard nieuw Prinsenschouw Rijnhaven-oostRijnhaven-middenOeverlocaties Oude RijnHoorn West
3.3
Beperkingen eperkingen: en: milieucirkels en -zones In het cluster zijn diverse zware industrieën gevestigd. Deze bedrijven hebben milieucirkels. Door deze milieucirkels kunnen andere functies zoals woningbouw of bedrijvigheid niet overal worden gerealiseerd. Omgekeerd kan door de bouw van woningen uitbreidingen of het nieuw vestigen van bedrijven met een hindercategorie worden bemoeilijkt.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
9
Figuur 2. Hindercirkels en hoofdleidingen3
De bedrijventerreinen in het cluster Alphen-west Rijwoude-oost maken onderdeel uit van één geluidgezoneerd bedrijventerrein. Op dit moment zitten de bedrijventerreinen akoestisch ‘op slot’. De geluidruimte is op. Dit betekent dat bedrijven moeilijk kunnen uitbreiden of vestigen op het bedrijventerrein. Op basis van de gewijzigde Wet geluidhinder moet een geluidreductieplan worden opgesteld met mogelijke saneringsopdrachten maar zonder meer met aanpassing van de zone, zie figuur 3.
3
Bron: http://nederland.risicokaart.nl, maart 2010
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
10
Figuur 3. Geluidzone bedrijventerrein Rijnhaven en omgeving
Tabel 3. Relatie projecten Relatie projecten met betrekking tot milieu milieu - Rijnpark I & Rijnpark II Hoogewaard (=groenblauwe buffer) - Rijnhaven-oost Rijnhaven-midden & Rijnhaven-oost - Oeverlocaties Oude Rijn Hoogewaard & Rijnhaven-midden & Rijnhaven-oost & Prinsenschouw - Halte RijnGouweLijn & Hoorn West AWZI (Prinsenschouw) & Rijnhaven-midden - Gnephoek-Z Hoogewaard & Rijnhaven-midden & Rijnhavenoost Naast de milieucirkels rond zware industrie zijn er ook diverse hoofdkabels en -leidingen waarvoor voor diverse functies een afstandszone geldt.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
11
3.4
Bereikbaarheid Bij de projecten voor het cluster Alphen-west Rijnwoude-oost zitten grote infrastructurele projecten. Sommige nieuwe ontwikkelingen kunnen alleen gerealiseerd worden als een aantal infrastructurele projecten worden aangelegd4.
Tabel 4. Relatie projecten Relatie projecten met betrekking tot infrastructuur - Maximabrug Rijnpark I en II, Hoogewaard en noordelijke oevers Oude Rijn - Ongelijkvloerse kruisingen alle projecten - Halte RijnGouweLijnPrinsenschouw, Hoorn-west en Rijnhaven-midden - Alle infrastructurele ingrepen hebben invloed op elkaar. De korte en lange bypass hebben nagenoeg geen directe relaties in het cluster, anders dan dat alle projecten hiermee een nieuwe ontsluiting naar het noorden krijgen. 3.5
Wonen en groen Voor de bouw van woningen is, ter bescherming van het Groene Hart, in de provinciale verordening ‘migratiesaldo 0’ opgenomen. Dit betekent dat het maximale woningbouwprogramma niet meer mag bedragen dan de woningbehoefte. In het cluster wordt woningbouw voorgesteld in Rijnpark I, Rijnpark II en Rijnhavenoost. Om de woningbouw in het Oog van Koudekerk kwaliteit te bieden wordt ernaast een groenvoorziening gepland.
Tabel 5. Relatie projecten Relatie projecten met betrekking tot wonen en groen Rijnpark I Rijnpark II Groenblauwe buffer 4
De kenmerken van de infrastructurele voorzieningen kunnen invloed hebben op de kostenverhaalmogelijkheden bij gebiedsontwikkeling van private partijen.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
12
4
De deelprojecten
In dit hoofdstuk worden de deelprojecten uit de IBC en het OSK beschreven. 4.1
Rijnpark I Rijnpark I omvat conform collegeprogramma 2010-2014 twee fasen. Figuur 4. Fasen Rijnpark I
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
13
De eerste fase omvat de realisatie van circa 275 woningen. De planning is realisatie van zo’n 50 woningen per jaar vanaf eind 2012. De benodigde grond voor de woningbouw bestaat, naast de grond van een voormalige betonfabriek, ook uit grond die in eigendom is van derden. De projectontwikkelaar heeft de grond van de betonfabriek en een deel van de grond van de derden aangekocht. De raad heeft uitgesproken dat tot de realisatie van de Maximabrug niet meer dan 250 woningen gerealiseerd kunnen worden. De gemeente heeft geen grond in eigendom en heeft het voorkeursrecht niet verlengd. Figuur 5. DSO Rijnpark I, fase 1
De gemeente heeft op 16 juli 2010 een anterieure exploitatieovereenkomst gesloten met de ontwikkelaar over de ontwikkeling van de eerste fase van Rijnpark I. Hierin zijn afspraken gemaakt over de realisatie van deze fase, de aankoop en inrichting van een deel van de naastgelegen groenblauwe buffer (zie ook 4.3), een bijdrage bovenwijkse voorzieningen, waaronder de
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
14
Maximabrug en een bijdrage voor de gemeentelijke plankosten. Bepalend voor de realisatie zijn de tijdige verwerving van de resterende grond5), overeenstemming over het stedenbouwkundig ontwerp, de aanpassingen van de geluidszonering Hoogewaard en de gevolgen van de geurcontour van Latexfalt. Voor de tweede fase staan 117 tot 125 woningen gepland. In het collegeprogramma is opgenomen dat deze woningen pas gerealiseerd kunnen worden als de Maximabrug is aangelegd. Deze woningen kunnen aansluitend aan de eerste fase worden gerealiseerd in een gelijk productietempo. De gronden zijn niet in eigendom van de ontwikkelaar van fase 1, en hiervoor is dan ook nog geen overeenkomst gesloten. De gemeente heeft eveneens geen grond in eigendom en heeft het voorkeursrecht niet verlengd. De verlenging was alleen mogelijk op basis van een bestemmingsplan (met exploitatieplan). De planvorming hiervoor was echter nog onvoldoende uitgewerkt. In de IBC is gerekend op een substantiële financiële bijdrage ten behoeve van de te realiseren infrastructuur (de Maximabrug) en de groenblauwe voorzieningen. Het positieve saldo is in actuele berekeningen sterk teruggelopen. In het OSK worden geen bedragen genoemd, maar wordt verwezen naar de systematiek van SE15, en de opgaven voor de gemeenten om een maximale bijdrage uit de markt te benutten voor de realisering van de Maximabrug (zie hoofdstuk 2.2). Hierop wordt verder ingegaan in de hoofdstukken 5 en 6. 4.2
Rijnpark II In het collegeprogramma 2010-2014 is vastgelegd dat besluitvorming over Rijnpark II, de realisatie van 400 tot 500 woningen6), zal plaatsvinden in een volgende bestuursperiode. Een van 5
)
De gronden dienden vóór 1-1-2011 verworven te zijn. Dit is een ontbindende voorwaarde in de overeenkomst. Inmiddels is de overeenkomst reeds twee maal verlengd.
6
)
Voor het aantal te realiseren woningen is hier de opgave uit het OSK aangehouden.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
15
de voorwaarden voor de realisatie van Rijnpark II is de Maximabrug. Rijnpark II wordt gerealiseerd na de realisatie van Rijnpark 1, fase 1en 2. De gemeente heeft het voorkeursrecht niet verlengd. Het betreft agrarisch gebied, waar mogelijk sportvelden, in eigendom van de gemeente, aan worden toegevoegd. Figuur 6. Locatie Rijnpark II
In de IBC is gerekend op een substantiële financiële bijdrage ten behoeve van de te realiseren infrastructuur (de Maximabrug) en de groenblauwe voorzieningen. In het OSK worden geen bedragen genoemd, maar wordt verwezen naar de systematiek van SE15, en de opgaven voor de gemeenten om een maximale bijdrage uit de markt te benutten voor de realisering van de Maximabrug (zie hoofdstuk 2.2). Door voorgenomen fasering van de locatieontwikkeling wordt de bijdrage minder zeker. Hierop wordt verder ingegaan in de hoofdstukken 5 en 6.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
16
4.3
Groenblauwe buffer De groenblauwe buffer is voor een deel opgenomen in de anterieure exploitatieovereenkomst voor Rijnpark I fase 1. Hierin is afgesproken dat de ontwikkelaar de gronden koopt en de groenblauwe buffer realiseert. De overige gedeelten van de groenblauwe buffer zijn afhankelijk van de realisatie van Rijnpark I fase 2 en Rijnpark II, waarbij door de gemeente naar een zelfde constructie als bij Rijnpark I fase1 wordt gestreefd.
De kosten uit de IBC zijn gebaseerd op parameters en kengetallen en afkomstig uit het rapport “Groene vensters OudeRijnZone” dat voor het projectbureau OudeRijnZone is gemaakt. Ze betreffen de verwervingskosten van 2 hectare glas en 21 hectare gras, de inrichtingskosten en de afkoop van beheer. Voor de realisatie van de eerste fase van Rijnpark I zijn afspraken met de ontwikkelaar gemaakt. De gemeente gaat ervan uit dat de kosten zullen worden gedekt uit de ontwikkeling van Rijnpark I fase 2 en Rijnpark II. Omdat de positieve saldi van de woningbouwlocaties, en daarmee de bijdragen, onder druk staan zal naar kostenbesparingen voor de buffer gezocht moeten worden. 4.4
Hoogewaard De herstructureringsmogelijkheden van Hoogewaard worden mede bepaald door de keus van de voorkeurslocatie van de Maximabrug. De locatie van de brug, en van de aanliggende infrastructuur (mogelijk de rondweg), kunnen tot een herverkaveling van (delen van) bedrijfslocaties leiden. De gemeente heeft één complex van zo’n 3 hectare bruto, van het bedrijf Agrifirm, gekocht. De voorkeurlocatie ligt ter plaatse van deze locatie.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
17
Figuur 7. Luchtfoto Hoogewaard
De gemeente overweegt, mede naar aanleiding van het advies van de Taskforce Herontwikkeling Bedrijventerreinen (THB), om als overheid wel de voorwaarden te scheppen voor herstructurering maar de uitvoering meer aan de private partijen over te laten. De bedrijven hebben, middels de Stichting Hoogewaard Bedrijvig, aangegeven een rol te willen vervullen in de herontwikkeling. Tevens is er ruimte voor circa 9 hectare bruto nieuw bedrijventerrein bij Hoogewaard. Het ligt voor de hand om voor de ontwikkeling van het nieuwe terrein een vorm te vinden, waardoor een maximale bijdrage aan de aanleg van de Maximabrug gerealiseerd kan worden.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
18
Figuur 8. Hoogewaard bestaand en uitbreiding
4.5
Prinsenschouw (deel gemeente Rijnwoude) Het in de IBC opgenomen deelplan Prinsenschouw betreft alleen een deel van het gebied in de gemeente Rijnwoude: 4 hectare bruto nieuw bedrijventerrein, dat voor 2015 ontwikkeld zou moeten worden (van het totaal van 24,9 hectare bruto terrein).
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
19
Het deel in de gemeente Alphen aan den Rijn is niet opgenomen7). In het collegeprogramma 2010-2014 van de gemeente Rijnwoude is vastgelegd dat besluitvorming over Prinsenschouw wordt overgelaten aan de volgende bestuursperiode. In het OSK wordt uitgegaan van 10 hectare na 2015. 4.6
Rijnhaven inleiding: het gehele gebied
Centraal doel Bedrijventerrein Rijnhaven bestaat uit Rijnhaven-midden (1), Rijnhaven-oeverlocaties (2) Oude Rijn en Rijnhaven-oost (3). Het centrale doel voor alle delen is: herstructureren ten behoeve van een kwaliteitsimpuls, zodat bestaande en nieuwe bedrijven het gebied ook in de toekomst zullen aanmerken als een aantrekkelijke werkomgeving. Figuur 9. Delen Rijnhaven 1-midden, 2-oeverlocaties, 3-oost
7
)
Het deel in Alphen betreft deels het AWZI-complex. De toekomst van de AWZI is afhankelijk van de heroriëntatie van het bestand aan zuiveringslocaties van het Hoogheemraadschap Rijnland. Dit is daarmee een lange termijn ontwikkeling. Zie ook 4.15, Halte Rijngouwelijn.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
20
Rijnhaven-oost wordt conform de transformatievisie geherstructureerd tot een stedelijk woonwerkmilieu. Dit gebiedsdeel wordt het meest intensief aangepakt. Rijnhaven-midden wordt geherstructureerd tot een duurzaam (monofunctioneel) bedrijventerrein. De oeverlocaties Oude Rijn worden geherstructureerd tot een stedelijk woonwerkmilieu.
Aansluiten bij dynamiek deelgebieden De eerste kaart geeft de dynamiek in de deelgebieden weer. Projecten zijn te formuleren naar aanleiding van deze dynamiek en op basis van door gemeente in concept geformuleerde structuur- en kwaliteitsversterkende maatregelen, zoals aangegeven op de tweede kaart. Projecten, fasering en prioritering wordt in 2011 met bedrijfsleven en grond- en vastgoedeigenaren nader bepaald en vervolgens jaarlijks herzien. Figuur 10. Dynamiek Rijnhaven
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
21
Figuur 11. Structuur- en kwaliteitsversterkende maatregelen Rijnhaven
4.7
RijnhavenRijnhaven-oost
Huidige situatie Rijnhaven-oost kent een afwisseling tussen bedrijvigheid en andere stedelijke functies (detailhandel, wonen, zwembad). Als bedrijventerrein functioneert Rijnhaven-oost niet goed. Er is sprake van verpaupering, de waarde van het vastgoed is dalend, de werkgelegenheid neemt af en de leegstand neemt toe. Kwaliteit, leeftijd en schaal van de bebouwing zijn gevarieerd, maar doorgaans kleinschaliger en meer verouderd dan in Rijnhaven-midden. De haven wordt nauwelijks meer gebruikt.
Plannen Voor Rijnhaven-oost en tot 2014 ligt het aanknopingspunt voor herstructurering in de zuidkop van Rijnhaven-oost. Daar wordt nu op basis van de dynamiek in dat deel van Rijnhaven in samenwerking met marktpartijen de eerste grote aanzet tot herstructurering gegeven. Een hernieuwd gebruik van de haven door
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
22
bedrijven maar ook door de stad speelt een belangrijke rol in deze aanpak. Deze zuidkop functioneert als een vliegwiel, kavelsgewijs en in wisselwerking met de markt wordt de verloedering doorbroken en omgebogen naar de ontwikkeling van een attractieve woon en werk omgeving. Figuur 12. Ontwikkeling zuidkop Rijnhaven-oost
Zo wordt aangesloten bij het actieve aankoop- en ontwikkelbeleid van een van de projectontwikkelaars. Met deze ontwikkelaar heeft de gemeente een anterieure overeenkomst gesloten voor de herstructurering van de omgeving van de Baronie locatie. Ook andere vastgoedeigenaren in dit deel van Rijnhaven-oost hebben interesse getoond in de herstructurering.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
23
Figuur 13. Artiest impression zuidkop Rijnhaven-oost
Concrete projecten en plannen op Rijnhaven-oost zijn o.a. de herontwikkeling van de Baroniehof, Groot-Baronie en verbetering van de infrastructuur; herstructurering locatie Kluwer, Steketee en TNT/Karwei, vestiging van watergebonden bedrijvigheid en het plan voor de aanleg van een steiger.
Proces In het document ‘concept-RijnHavenwijzer’ heeft de gemeente haar ambities voor dit gebied weergegeven en doet zij de aanzet voor een nieuwe, inspirerende en gezamenlijke aanpak. Vanaf april 2011 wordt nadrukkelijk mét de markt verder gewerkt aan de uitwerking en de erin vervatte aanpak, om vervolgens eind 2011 de RijnHavenwijzer voor besluitvorming aan de raad voor te leggen. Samenwerking met de markt is dus leidend. Met de markt wordt ook nader beschouwd welke projecten voor 2014 in uitvoering worden genomen. De op dit moment vastgestelde projectenlijst moet dan ook opgevat worden als een dynamische lijst c.q. een lijst die nog kan veranderen. Dit kan leiden tot een andere fasering, c.q. tot de situatie waarin nu voor 2014 beoogde projecten naar achteren schuiven en nu na 2014 beoogde projecten naar voren gehaald worden.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
24
Beschrijving projecten De in de vorige paragraaf geschetste strategie is op basis van de stand van zaken voor de periode tot en met 2014 verder uitgewerkt. Projecten op Rijnhaven-oost die op de planning staan voor de periode t/m 2014 zijn de (paarse) projecten op de zuidkop (ten zuiden Nijverheidsweg) en de locatie Steketee. In beginsel gaat het dan om de projecten 1, 5, 7, 8, 11, 12, 13, 15, 16, 17, 18, 19. Figuur 14. Projecten (dynamiek plus structuur- en kwaliteitsversterkende maatregelen)
Locatie Biesterfeld (15) De huidige locatie Biesterfeld wordt gezien als belemmering voor de herstructurering van Rijnhaven-oost. De locatie Biesterfeld is uiteindelijk belemmerend zowel vanwege de uitstraling als vanuit milieutechnische beperkingen. Door in de herstructurering van Rijnhaven-midden de Biesterfeld locatie mee te nemen komt zowel de herstructurering van Rijnhaven-oost als nieuw gebruik van de haven in beeld. Er wordt vooralsnog gedacht aan herontwikkeling tot (kleinschalige) watergebonden bedrijven zoals de scheeps(af)bouw.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
25
Groot Baronie / kop haven (18 en 7 en 8) De verwachting is dat een ontwikkelaar de ontwikkeling van dit gebied op zich neemt. Twee kavels, samen circa 80% van de locatie, zijn al in eigendom van de ontwikkelaar. Belangrijk aspect is circa 3.850 m² park dat nu is ingetekend over de kavels heen. Het park biedt de mogelijkheid om een sterke stedelijke verbinding met het water te creëren. De Rijnhavenkade wordt omgelegd opdat er geen verkeer meer via de zuidkop van de haven is. De zuidkop is beschikbaar voor recreatieve doeleinden of als (semi) openbare verblijfsruimte. Baronie (17) Met twee ontwikkelaars is overeenstemming bereikt over renovatie en herontwikkeling van de voormalige chocoladefabriek de Baronie. Dit deel van Rijnhaven-oost krijgt een gemengde woonwerkbestemming. Om ruimte te bieden aan de voorgenomen bedrijfsmatige functies, kantoren, winkels en wonen en ook om de bereikbaarheid van het bedrijventerrein Rijnhaven als geheel te verbeteren, wordt de infrastructuur aangepast. Het ontwerpbestemmingsplan is in oktober 2010 ter inzage gelegd. De herontwikkeling kan medio 2011 starten. Oplevering van dit eerste project in de transformatie opgave wordt eind 2012 veracht. Demping, steigers en vlonders (11, 12 en 13) Door een deel van de havenkop te dempen ontstaat de kans de haven te ontsluiten en daadwerkelijk weer een functie te geven. Op de plek die daarmee ontstaat, is de combinatie van bedrijven met woningbouw en leisure mogelijk. Het is de bedoeling om een steiger en ligplaatsen aan te leggen. Met de aanleg van steigers, kades en vlonders kan de haven geleidelijk en kleinschalig experimenteren met nieuw gebruik door de eerste watersporters en vissers. Tijdelijk en permanent kan de haven door de stad in gebruik worden genomen. Op termijn kan een kleine jachthaven overwogen worden. Behoefte aan ligplaatsen en een extra jachthaven wordt onderschreven door de jachthaven Heimanswetering. Logistiek moet overwogen worden of de ontwikkeling van ligplaatsen naar jachthaven gewenst is. De functie van de weg
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
26
langs de Hoorn voor de interne ontsluiting van de stad, en het aantal brugopeningen van de Rijnhavenbrug spelen hierbij een rol. Het woningtype is gericht op woon-werk in een industriële omgeving en is uniek voor de Alphense woningmarkt. Steketee en Kluwer (1 en 16)
Oude industrie – realisatie leerpark De oude industrie op de locatie 16 wordt gesloopt, op deze locatie kan wonen en werken ontwikkeld worden. De locatie is circa 2 hectare groot. De locatie is in de eerste berekeningen als stedelijke locatie aangemerkt, waarbij gerekend wordt met 120 grondgebonden woningen.
Kluwer locatie Het gebouw van Kluwer is circa 4.000 m² bvo. Hiervan wordt circa ¼ verhuurd door de eigenaar, Wolters Kluwer. De eigenaar wil de locatie verkopen. Vanuit de ontwikkelingsstrategie van Rijnhaven-oost is het niet noodzakelijk om het pand aan te kopen, het bevindt zich nog in een goede staat.
Karwei en Bouwmaat De gebouwen Karwei en Bouwmaat vormen een goed front in richting de Van Foreestlaan. Deze gebouwen zijn relatief nieuw en kunnen gehandhaafd blijven. De gehele overgang, noord-zuid tussen de woonwerklocatie en de woonwijken is groen en herbergt een prettige (semi) openbare ruimte. Dit is aangemerkt als project 1. Overige kavels (19 en 5) Op de locatie 19 zijn naast Bouwmaat nog een aantal andere kavels die wel herontwikkeld moeten worden. Vooral als de haven ontwikkeld wordt met 11, 12 en 13 wordt deze herontwikkeling essentieel. Volgens de berekeningen, wordt deze locatie herontwikkeld met instandhouding van Bouwmaat. Met het doortrekken Energieweg naar het havenplein (5) zal het gebied meer aansluiting kunnen hebben bij het hart van de Rijnhaven. Onderstaande tabel geeft het totaaloverzicht van de ontwikkelingen, zoals die op dit moment zijn beoogd.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
27
Tabel 6. Overzicht projecten Rijnhaven8 Locatie
Functies
15 Biesterfeld
Watergebonden kleine bedrijven
F1.3 Demping Eikenlaan -> Kop Geen programma (alleen vlonparkeren) van de haven, kades en vlo nders (11 en 12) F2 -> bij groot Baronie reke rekenen Kantoren, wonen en detailhandel 18, 7 en 8 – Baronie
Wonen en detailhandel
13 en 11
Wonen en leisure
19 en 5 – Kavels
Schone bedrijvigheid en wonen
F6 – Uitbreiding watergebonden bedrijvigheid 1 en 16 – Steketee en Kluwer
Locatie
9 Westelijke Havenarm
Bedrijventerrein
Financiële aspecten Herstructurering vindt uitdrukkelijk plaats in samenwerking met marktpartijen. De overheid faciliteert met haar planvorming en door investeringen in de openbare ruimte en ten behoeve van de ontsluiting. Ook investeert de overheid gericht in strategische of de herstructurering belemmerende locaties (vliegwiel of voorbeeldfunctie). Waar ontwikkelaars of bedrijven kunnen bijdragen in de aanleg van infrastructuur en publieke voorzieningen wordt dit met anterieure overeenkomsten of exploitatieovereenkomsten geregeld. De gemeente Alphen aan den Rijn draagt, in aanzienlijke mate bij aan de realisering van de genoemde projecten. Daarnaast is een bijdrage uit het Regionale Investeringsfonds (RIF) voorzien.
8
In de tabel is de westelijke havenarm meegenomen, vanwege de samenhang
met de planvorming rond de kop van de haven. In de oorspronkelijke begrenzing ligt deze in Rijnhaven Midden
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
28
4.8
RijnhavenRijnhaven-midden Rijnhaven-midden wordt conform het Masterplan Herstructurering Rijnhaven (2007) geherstructureerd tot een duurzaam (monofunctioneel) bedrijventerrein. Ingrepen in de openbare ruimte, ruimtelijke structuur en intensiever grondgebruik staan centraal. De herstructurering verloopt procesmatig, projecten en plannen zijn in verschillende stadia van ontwikkeling. Er wordt een beleidsvisie externe veiligheid geschreven. Deze visie geeft aan hoe omgegaan wordt met bestaande BEVI-bedrijven (HMC) en verzoeken tot uitbreiding van activiteiten en/of nieuw vestigingen. Investeringen zijn gericht en verlopen geleidelijk. Marktpartijen, huidige grondeigenaren spelen zelf de grootste rol in deze herstructurering. De gemeente investeert in verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte en ontsluiting. Op Rijnhaven-midden wordt actief ingespeeld op private initiatieven die aansluiten op de ambitie van het ruimtegebruik te intensiveren. Er wordt beperkt uitgegaan van anticiperende verwervingen van strategische locatie gericht bijvoorbeeld gericht op het wegnemen van milieubelemmeringen. In het masterplan herstructurering Rijnhaven (februari 2007) zijn een aantal infrastructurele maatregelen ter verbetering van de bereikbaarheid en ontsluiting op en van het bedrijventerrein Rijnhaven opgenomen. Naast de opgave om de bereikbaarheid te verbeteren heeft de herstructurering tevens tot doel om de beschikbare ruimte intensiever te gebruiken. Concrete projecten en plannen op Rijnhaven-midden zijn verbetering van de infrastructuur, herstructurering ATC Frames en de vestiging van watergebonden bedrijvigheid. Daarnaast is, naar aanleiding van de wens van een onderneming voor uitbreiding van zijn bedrijf, en de in het masterplan herstructurering Rijnhaven geschetste doortrekking van de Magazijnweg, de mogelijkheid ontstaan om met een gedeeltelijke demping van de westelijke havenarm een aantal doelen te realiseren:
de bereikbaarheid op Rijnhaven wordt verbeterd;
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
29
door de demping ontstaat er wordt de beschikbare ruimte op het bedrijventerrein intensiever gebruikt;
aan de extra gecreëerde uitgeefbaar bedrijventerrein kan, voor de als gevolg van de transformatie van Rijnhaven-oost noodzakelijk te verplaatsen loswal, een nieuwe loswal worden gecreëerd. Met deze verplaatsing worden de gebruiksmogelijkheden van Rijnhaven-oost vergroot en ontstaan er betere mogelijkheden voor de ontwikkeling van een interessant gemengd woon en werkmilieu zoals geschetst in de transformatievisie OudeRijnZone.
Financiële aspecten Voor de verbeteringen van de infrastructuur en openbare ruimte conform het Masterplan Rijnhaven (2007) heeft de gemeente de kosten geraamd op € 3,4 miljoen. De werkzaamheden zijn voor een deel al gedaan. De gemeente heeft voor die werkzaamheden 1,2 miljoen UHB subsidie gekregen. In het kader van de subsidieverantwoording wordt jaarlijks een voortgangsrapportage opgesteld. Daarnaast blijkt uit een financiële analyse van het project: “Westelijke havenarm” dat het project een tekort vertoont De meeste kosten worden veroorzaakt door het verplaatsen van de kademuur. Het grootste risico zit in de uitgifteprijs. Deze is gebaseerd op de uitgifteprijs voor bedrijventerreinen, zoals vastgelegd in de Actualisatie Grondprijzen (van de gemeente Alphen aan den Rijn). In het algemeen geldt dat risico analyses voor Rijnhaven en de projecten worden uitgevoerd. 4.9
Oeverlocaties Oude Rijn De oeverlocaties Oude Rijn wordt geherstructureerd tot een stedelijk woonwerkmilieu. Investeringen zijn gericht en verlopen geleidelijk. Marktpartijen, huidige grondeigenaren spelen zelf de grootste rol in deze herstructurering. De gemeente investeert in verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte en ontsluiting. Op de oeverlocaties wordt actief ingespeeld op private
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
30
initiatieven die aansluiten op de ambitie om het ruimtegebruik te intensiveren en de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren door de verbinding met de Oude Rijn te herstellen. Er wordt beperkt uitgegaan van anticiperende verwervingen van strategische locaties gericht bijvoorbeeld gericht op het wegnemen van milieubelemmeringen. Om actief in te kunnen spelen op private initiatieven en strategische locaties anticiperend te kunnen verwerven wordt een ruimtelijk ontwikkelingskader ontwikkeld. In dat verband is in 2010 door de gemeente een locatie aan de Oude Rijn verworven (houthandel Sprey). Figuur 15. Oeverlocaties Oude Rijn
4.10
HoornHoorn-west Hoorn-west is niet opgenomen in de IBC en het OSK. In het gebied liggen uit te geven bouwrijpe kavels, die onderdeel uitmaken van bestaande planvorming en een lopende grondexploitatie. In de provinciale structuurvisie is rekening gehouden met een detailhandelsfunctie. De uitgiftemogelijkheden in het gebied worden (sterk) beïnvloed als de voorkeurslocatie van de Maximabrug gekozen wordt.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
31
4.11
Gnephoek De locatie Gnephoek is niet opgenomen in de IBC en het OSK. Voor deze locatie gelden op grond van de transformatievisie, de volgende uitgangspunten: - voor de periode na 2015 wordt uitgegaan van 500 woningen in de Gnephoek (transformatie van bedrijven naar woningen, zuidrand) - voor de verre toekomst (na 2020) wordt voor het resterend deel van de locatie een bovengrens genoemd van 2.000 woningen.
4.12
Oeververbinding Oude Rijn (Ma (Maximabrug)
Voorkeurslocatie Figuur 16. Voorkeurslocatie Maximabrug
De voorkeurslocatie ligt ter hoogte van het voormalige bedrijf Agrifirm op de noordoever. Op de zuidoever wordt de brug op de korte termijn aangesloten op de kruising Hoorn-Leidse Schouw.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
32
Op de noordoever wordt aangesloten op de nieuwe rondweg om de Hoogewaard.
Alternatieve locatie Figuur 17. Alternatieve locatie Maximabrug
De alternatieve locatie ligt in het verlengde van de Vennootsweg op de zuidoever. Op de noordoever is de aansluiting van de brug op het onderliggende wegennet nog onderwerp van studie (1A en 1B). In 1A wordt aangesloten op de oeverweg. In 1B wordt via een nieuwe landschappelijk ingepaste kruising met de Landlustweg aangesloten op de nieuwe rondweg om de Hoogewaard.
Proces De gemeenteraden hebben besloten de voorbereiding van de realisatie te continueren op de voorkeurslocatie 2 met locatie 1 als alternatief. Hiernaast zal wanneer wordt overgegaan tot locatie 1 een aanvullend onderzoek worden gestart naar een vervangende directe aansluiting op de rondweg Hoogewaard via een nieuwe landschappelijk ingepaste kruising met de Landlustweg (1B). Dit in plaats van een directe aansluiting op de noorde-
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
33
lijke oeverweg op locatie 1 (1A). Er wordt een voorontwerp gemaakt voor locatie 2 en de uitkomsten van het locatieonderzoek worden gedeeld met de provincie Zuid-Holland. Hiernaast treedt het college in overleg met de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rijnwoude over de financiële haalbaarheid en de onderlinge financiële bijdragen en worden de resultaten gerapporteerd aan de raad. Vervolgens zal door de gemeenteraden op basis van het voorontwerp een definitief besluit worden genomen over de realisatie en financiële dekking van de brug. 4.13
Korte en lange bypass De Heimansweteringbrug is alleen opgenomen in de SBC (nominaal € 30 miljoen). In de IBC zijn geen investeringen voor de brug en de bypasses voor de periode tot 2015 meegenomen. De IBC stelt: “Op termijn zullen de benodigde studies en onderhandelingen over deze aansluiting moeten worden opgestart”. In het OSK zijn de investeringen voor na 2015 geprogrammeerd.
Anticiperen op de toekomst - In de haalbaarheidsstudie Maximabrug zijn de verkeersconsequenties van de aanleg van de brug op het hoofdwegenstelsel mee beoordeeld. - Hoewel faseren van de betreffende investeringen een gevolg is van de per saldo te beperkte middelen voor de OudeRijnZone, kan het nodig zijn om al wel in de periode vóór 2015 middelen via kostenverhaal op locatieontwikkeling te reserveren hiervoor (causaal verband met de bereikbaarheid). 4.14
Ongelijkvloerse kruisingen (N11 (N11 en spoorlijn) spoorlijn) De ongelijkvloerse aansluiting op de N11, en de ongelijkvloerse kruising met de spoorlijn van de Leidsche Schouw zijn opgenomen in de SBC, maar niet in het totaalresultaat verwerkt. De IBC heeft geen van deze investeringen voor de periode tot 2015 meegenomen. De IBC stelt: “Op termijn zullen de benodigde studies en onderhandelingen over deze aansluiting moeten worden opgestart”. In het OSK zijn de investeringen voor na 2015 geprogrammeerd.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
34
Anticiperen op de toekomst - In de haalbaarheidsstudie Maximabrug worden de verkeersconsequenties van de aanleg van de brug op het hoofdwegenstelsel mee beoordeeld. - Hoewel faseren van de betreffende investeringen een gevolg is van de per saldo te beperkte middelen voor de OudeRijnZone, kan het nodig zijn om al wel in de periode vóór 2015 middelen via kostenverhaal op locatieontwikkeling te reserveren hiervoor (causaal verband met de bereikbaarheid). - Voor de kruising met het spoor ligt er nog een kans dat er in combinatie met de aanleg van de infrastructuur voor de RijnGouwelijn geïnvesteerd kan worden. Zie ook 4.15. 4.15
Halte RijnGouweLijn De ontwikkelingsmogelijkheden rond de halte van de RijnGouweLijn Alphen-west hangen sterk af van de toekomst van het AWZIcomplex. Dit betreft de gebieden Prinsenschouw in Alphen en Rijnwoude. Dit betreft vrij zeker een lange termijn. In de regiostudie naar de toekomstige zuiveringscapaciteit van het hoogheemraadschap Rijnland is er voor gekozen om de AWZI op deze locatie voorlopig te handhaven, en de nog niet benutte capaciteit er van te gebruiken om kleinere zuiveringseenheden in de omgeving te kunnen sluiten. Op de langere termijn behoort een sterkere concentratie elders tot de mogelijkheden. In de tussengelegen periode kan een beperktere haltevoorziening gerealiseerd worden, mogelijk in synergie met de ongelijkvloerse kruising. Zie ook 4.14.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
35
5
5.1
Financieel saldo
Cijfers uit IBC en OSK Figuur 18. Infrastructurele projecten
Korte bypass & brug: >2015/ 2020
Maximabrug: 2015
Halte RGL: RGL: >2020
Ongelijkvloers kruising >2015
Ongelijkvloers kruising >2020
In de IBC zijn de projecten samengenomen tot een financieel eindresultaat. Dit resultaat is in onderstaande tabel opgenomen.
Tabel 7. kosten
Financieel eindresultaat cluster uit IBC grondopgrondop-
resultaat
breng rengsten
excl. dekdekking
Nominaal
dekking
resultaat incl. dekdekking
netto contant (1-1-2008)
€ 236,6
€ 155,4
- € 73,2
€ 41
- € 32,3
miljoen
miljoen
miljoen
miljoen
miljoen
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
36
De dekking van €41,0 miljoen betrof met name bijdragen van de beide gemeenten en de provincie. Voor het negatieve resultaat van €32,3 miljoen werd geanticipeerd op de bijdrage van het rijk. Die rijksbijdrage is, later aangevuld met bijdragen van de gemeenten en de provincie, ingebracht in het gevormde regionale investeringsfonds (het RIF). In het OSK zijn twee bijdragen uit het RIF expliciet voorzien: - de Maximabrug: €15,9 miljoen - herstructurering Rijnhaven: €11,0 miljoen. Het OSK stelt verder zonder nadere financiële raming dat de verstedelijking (wonen en werken) in financiële zin moet bijdragen aan de realisering van herstructurering, infrastructuur, groen en water. In de IBC werd dus nog uitgegaan van een bijdrage uit het RIF van €32,3 miljoen. Daarbij komen globaal de volgende tegenvallers: - De in de IBC veronderstelde bijdragen uit de grondexploitaties (grondopbrengsten Rijnpark I en II, Hoogewaard, Prinsenschouw) vallen tegen en/of worden uitgefaseerd. - De kosten van de Maximabrug dreigen hoger te worden dan geraamd in de IBC. - De provinciale bijdragen (onderdeel van de ‘dekking’ van €41,0 miljoen) worden lang niet alle gerealiseerd. Daarmee komt er een forse druk te staan op de gemeentelijke bijdragen, die ook onderdeel uitmaken van de €41,0 miljoen. ‘dekking’ in de IBC. 5.2
Consequenties aanpak Zoals hiervoor al aangegeven noemt het OSK tweemaal dat er bijdragen uit de gebiedsontwikkeling moeten komen. Ten eerste, en meer generiek voor de OudeRijnZone, door de toepassing van ‘Structurerend element 15’ uit de partiële herziening van het streekplan. SE 15 regelt dat de verstedelijking (wonen en werken) in financiële zin moet bijdragen aan de realisering van herstructurering, infrastructuur, groen en water.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
37
En ten tweede, meer specifiek voor het cluster Alphen West Rijnwoude Oost, door de formulering dat ‘de verstedelijking (wonen en werken) in financiële zin moet bijdragen aan de realisering van herstructurering, infrastructuur, groen en water’. In hoofdstuk 4 is aangegeven dat bij locaties, waarvan voorheen bijdragen verwacht werden, sprake is van minder inkomsten en/of een zodanige fasering dat de inkomsten onzeker worden. In sommige gevallen is de uitwerking nog zo beperkt dat daardoor de onzekerheid nog groter is. Dit vormt een directe bedreiging voor de realiseringsmogelijkheden van de infrastructuur en de (groen)voorzieningen. Het is daarom van belang de mogelijkheden van verevening en kostenverhaal maximaal in te zetten. Deze worden in hoofdstuk 6 verder uitgewerkt.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
38
6
Verevening en kostenverhaal voor ver verkleinen financieel tekort
Om het tekort uit het vorige hoofdstuk te verkleinen worden in dit hoofdstuk de mogelijkheden voor het verevenen en het kostenverhaal onderzocht. De IBC ging er nog van uit dat de gecalculeerde positieve saldi van winstgevende exploitaties gehéél worden ingezet om de tekorten van de verliesgevende exploitaties te verlagen. Dit is echter niet altijd mogelijk (bij particuliere ontwikkelaars) en daarnaast moet deze keuze ook nog expliciet door bestuurders worden gemaakt. Hieronder staan alle relevante mogelijkheden op een rij. 6.1
Verevening volgens Wet ruimtelijke ordening In bijlage 2 zijn de mogelijkheden van verevening en kostenverhaal conform de Wro toegelicht. De Wet ruimtelijke ordening (Wro) verplicht overheden kosten van gebiedsontwikkeling te verhalen bij private ontwikkelaars. Basisvoorwaarde voor kostenverhaal is dat bij een private ontwikkeling een positief financieel saldo kan worden behaald. In de bijlage is beschreven dat bin-
nenplans verevenen en bovenwijkse voorzieningen de beste kansen bieden om verevening en verhaal afdwingbaar te maken. Toepassing op de investeringen van het cluster levert dit de volgende mogelijkheden van kostenverhaal.
Infrastructuur: Maximabrug, ongelijkvloerse kruisingen, korte en lange bypass Voor de aanpassingen aan de wegen in het plangebied is het mogelijk (een gedeelte van) deze kosten te verhalen op private ontwikkelingen via de exploitatieplannen van de deelgebieden. Het zijn namelijk bovenwijkse voorzieningen.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
39
Per deelgebied moet worden bepaald wat het profijt van het betreffende infrastructuurproject voor het plangebied is, wat de proportionaliteit van de infrastructuur tussen dit plangebied en andere gebieden is en de causaliteit tussen de infrastructuur en het plangebied. Voor infrastructuur is een mogelijke graadmeter van profijt, proportionaliteit en causaliteit een verkeersmodel dat laat zien hoeveel verkeersstromen van welk plangebied komen. Aandachtspunt voor het verhalen van kosten van infrastructuur is dat een deel van de baten (verkeersstromen) ook ten goede komen aan bestaande gebieden, hierop kan dan geen kostenverhaal plaatsvinden. De kosten van infrastructuur kunnen dus niet geheel gedekt worden met exploitatieplannen. Daarnaast moeten de kosten en opbrengsten in een tijdsperiode van 10 jaar worden behaald. Dit is de periode van bestemmings- en exploitatieplannen.
Halte RijnGouweLijn Bij een station is de vraag wat openbare ruimte is en wat een gebouw/ privaat gebied. Voor het gebouw/ private deel kan geen kostenverhaal plaatsvinden. Het openbaar gebied kan worden aangeduid als bovenwijkse voorziening. Hiervoor kan dan eventueel kostenverhaal plaatsvinden, naar proportionaliteit, profijt en causaliteit. Echter ook voor het station geldt dat het een groter gebied bedient dan alleen de deelplannen van het cluster.
Groenblauwe buffer De groenblauwe buffer is ook een bovenwijkse voorziening. Kosten kunnen ook via profijt, proportionaliteit en causaliteit worden verhaald op bijvoorbeeld de woningbouw en het naastgelegen bedrijventerrein. Ook hier moet bepaald worden welk profijtaandeel de projecten hebben. Indien de groenblauwe buffer een venster in de OudeRijnZone is, is het maar voor een klein deel toerekenbaar aan de naastgelegen projecten. Indien de groenblauwe buffer het park voor de woonwijk ernaast wordt dan is het voor een groter deel eraan toe te delen. Dit geldt ook als de groenblauwe buffer de functie van milieuzone heeft.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
40
Naarmate de relatie met het aanliggende gebied sterker is, ligt het meer voor de hand om het gelijktijdig te ontwikkelen en met één plangebied te werken (binnenplans verevenen).
Herstructurering bedrijventerreinen Bij herstructurering zijn twee mogelijkheden: - er is sprake van bovenplanse kosten, en verevening tussen twee plangebieden met gelijksoortige functies: bedrijven met bedrijven. De gebieden liggen ruimtelijk dicht bij elkaar, en er is een sterke relatie (SER-ladder, uitplaatsing). - herstructurering en de aanleg van nieuw terrein worden in één plangebied ondergebracht, waardoor binnenplanse verevening mogelijk is. De laatste mogelijkheid biedt meer kansen. Het is overigens ook goed denkbaar dat binnen een gebied waar herstructurering plaatsvindt ook sprake is van kostenverhaal (bijv. bij het profijt van infrastructuur en/of milieusaneringen).
Milieuzonering Indien er voor het realiseren van woningbouw milieumaatregelen nodig zijn geldt het volgende. De kosten van het opstellen van een plan voor milieuzonering, de planschade die met de sanering samenhangt, en de uitplaatsing van bedrijven, komen in aanmerking voor verhaal. De kosten dienen samen te hangen met de grondexploitatie van de te ontwikkelen locaties. De drie criteria zijn tevens van toepassing. 6.2
Anterieure Anterieure overeenkomsten De gemeenten kunnen ook voorafgaand aan een bestemmingsplan op vrijwillige basis afspraken maken met een ontwikkelaar. In dit geval is de financiële onderhandelingsruimte groter. Echter de gemeente is dan voor een (hogere) bijdrage uit de ontwikkelwinst afhankelijk van vrijwillige bijdragen.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
41
6.3
Verevening via actief grondbeleid Om meer te kunnen verevenen, is het noodzakelijk om actief grondbeleid te voeren. Daarvoor kan ook de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) worden gehanteerd.
6.4
Uitwerking Uitwerking mogelijkheden verevening en kostenver kostenverhaal Bovenstaande levert een te doorlopen stappenschema op voor het maximaal verhalen van de kosten. Onderstaand zijn de mogelijkheden voor kostenverhaal afgepeld. Bezie of de plannen die in één periode vallen in één één deel deelgebied onderge onderg ebracht kunnen worden. Waar dit het geval is kan één grondexploitatie, één bestemmingsplan en één exploitatieplan worden opgesteld en kan binnen het plangebied worden verevend. Hiervoor wordt een periode van maximaal 10 jaar gekozen, zodat de kosten en opbrengsten in een exploitatieplan kunnen worden opgenomen. Bepaal voor de investeringen het profijt, de causaliteit en de voorproportionaliteit voor de deelgebieden voor bovenwijkse voo rzieningen. Hieruit blijkt in welke mate er daadwerkelijk publiekrechtelijk kosten verhaald kunnen worden. Dit moet dan vervolgens worden ondergebracht in de exploitatieplannen. Beoordeel per deelplan of een actieve grondpolitiek kan leiden tot een hogere vereveningsbijdrage dan via vereve verevening door door middel van de de Wro. Voor de deelplannen waarvoor dit geldt, is het verstandig de Wvg te vestigen en een actieve grondpolitiek toe te passen. Indien de verwachte realisatie nog te ver in de tijd ligt (meer dan 15 jaar), dan is het verstandig de Wvg nog niet te vestigen en moet de huidige bestemming worden behouden. Beoordeel, als een actieve grondpolitiek onmogelijk is, of vrijwilvrijwillige afspraken kunnen worden gemaakt. Bij voorkeur met een vergelijkbaar of beter resultaat. Deze afspraken dienen bij voorkeur voor het vaststellen van een
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
42
bestemmingsplan en exploitatieplan te worden afgesloten, waarmee mogelijk meer kostenverhaal kan plaatsvinden. Beoordeel of projecten met een positief saldo eerder gerealiseerd kunnen wor worden. Zodoende kunnen de inkomsten eerder worden ingezet. Omgekeerd kan worden bezien of locaties met een ongedekt negatief saldo later kunnen worden gerealiseerd. Constateer of, en zo ja in welke mate, er sprake is van “concur“concurrentie” om de schaarse beschikbare (vereve (verevenings)middelen. Dit kan bijvoorbeeld spelen als een locatie zowel baat heeft bij verschillende infrastructuurprojecten, bij groenprojecten en/ of herstructureringsprojecten. In dit geval zullen er, als er onvoldoende opbrengsten voor alle voorzieningen beschikbaar zijn, bestuurlijke afspraken nodig zijn om tot een toedeling te komen. Door deze stappen te doorlopen wordt ook duidelijk hoeveel van het financieel tekort nog resulteert. Indien er nog een tekort resulteert, zullen bestuurlijke afspraken moeten worden gemaakt hoe deze tekorten worden gedekt. Hierbij dienen de volgende keuzen worden gemaakt: - worden alle projecten uitgevoerd (zoals gepland) - welke gemeente/ projecten dragen bij aan welk projecten met een negatief saldo; welke gemeente/ projecten hebben profijt van de projecten met een negatief saldo - gaan gemeente(n) zich inspannen meer subsidie te krijgen.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
43
7
Voorstel uitvoeringsstrategie: mogelijkmogelijkheid van een intergemeentelijke strucstructuurvisie
Belangrijke conclusies zijn: - dat er bestuurlijke overeenstemming moet komen over een groot aantal samenhangende vraagstukken, hiervoor moeten bestuurders keuzes maken. - dat verevening en kostenverhaal belangrijk zijn. - dat het realiseren van ruimtelijke kwaliteit een belangrijk uitgangspunt binnen de OudeRijnZone is. Afhankelijk van de te maken keuzen op grond van de stappen in hoofdstuk 6, en van de nadere besluitvorming om tot een maximale dekking uit de gebiedsontwikkeling te komen moet het vervolgproces juridisch worden uitgewerkt. Als er sprake is van de noodzaak van verevening en kostenverhaal, gemeentegrenzen overstijgend, is een intergemeentelijke structuurvisie nodig, om de samenhang ook voor derden in beeld te brengen. Een structuurvisie biedt dan de basis om het cluster Alphen-west Rijnwoude-oost als geheel te (her)ontwikkelen. Met een structuurvisie worden de volgende zaken vastgelegd: - herijking van het bestaand beleid - behouden samenhang in cluster - afspreken financiële bijdragen en strategie voor tekort - afstemmen van de deelprojecten (ruimte en tijd) - bieden van basis van kostenverhaal (onder andere basis voor exploitatieplan - afspreken over sturing, monitoring en bijsturing - maken keuzes. Dit uitvoeringsplan bevat, samen met de nog te nemen beslissingen op grond van hoofdstuk 6, voor een groot deel de inhoud van een intergemeentelijke structuurvisie. Echter het heeft niet de wettelijke status, die een structuurvisie wel heeft.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
44
8
Uitvoeringsorganisatie
Het voorbereiden van de planvorming van zowel het cluster als geheel, als van de projecten (waaronder de Maximabrug) vergt een organisatie waarin nauw samengewerkt en afgestemd wordt. Deze organisatie kan dan ook met de organisatie van de gemeenschappelijke regeling OudeRijnZone afstemmen. Voor de realisering van de Maximabrug is de gezamenlijke organisatie in een projectopdracht beschreven.
Uitvoeringsplan OudeRijnZone Cluster Alphen-west Rijnwoude-oost 2011
45
Bijlage Bijlage 1. Kostenverhaal conform Wet ruimte ruimtelijke orde ordening
Voor kostenverhaal kunnen overheden en private partijen privaatrechtelijk diverse afspraken maken. Dit gebeurt echter geheel op vrijwillige basis. De Wet ruimtelijke ordening (Wro) verplicht overheden kosten van gebiedsontwikkeling te verhalen bij private ontwikkelaars. Indien dit niet vrijwillige gebeurt met een privaatrechtelijke overeenkomst kan dit publiek rechtelijk worden afgedwongen met een exploitatieplan. Het exploitatieplan wordt bij een bestemmingsplan vastgesteld. Een private partij moet dan bij het verkrijgen van een bouwvergunning een financiële bijdrage leveren, zoals bepaald in het exploitatieplan. Basisvoorwaarde voor kostenverhaal is dat bij een private ontwikkeling (op basis van in het bestemmingsplan opgenomen ontwikkelmogelijkheden) een positief financieel saldo kan worden behaald. De kosten waarvoor een bijdrage kan worden gevraagd, zijn onder andere infrastructuur, waterberging en groenvoorzieningen. Binnenplans kostenverhaal Het verdient de voorkeur het kostenverhaal binnenplans op te lossen, waarmee de samenhang tussen de te verhalen ontwikkelingen kan worden aangetoond. Binnenplans wil zeggen dat de kosten van een voorziening (gebiedskosten) en de baten ervan voor ontwikkelingen in één plangebied vallen. Een voorbeeld is de aanleg van een ontsluitingsweg voor een aan te leggen bedrijventerrein en de uit te geven bedrijfskavels, die in een plan worden opgenomen. Om bijdragen binnenplans te verhalen op ontwikkelingen moeten de voorzieningen met een negatief saldo en de ontwikkelingen
Bijlage 1
met een positief saldo in één exploitatieplan worden opgenomen. Dit kan als de voorzieningen en de ontwikkelingen zowel in één bestemmingsplanperiode van 10 jaar als in één ruimtelijk gebied vallen. Kostenverhaal tussen plannen
Bovenwijkse voorzieningen (6.2.4 onder e en 6.2.5 Bro) Bovenwijkse voorzieningen betreffen de kosten voor de aanleg van voorzieningen, die in of buiten het plangebied liggen, waarvan het profijt in een groter gebied terecht komt dan het bestemmingsplan waarin de voorziening ligt. De voorzieningen, die hieronder vallen, zijn opgenomen in de kostensoortenlijst (6.2.4 Bro). Het betreffen fysieke voorzieningen voor de openbare ruimte, zoals infrastructuur, parkeerplaatsen, water en groen. De realisatie van de voorzieningen, zoals locatie, omvang, tijdstip en financiering moet zijn vastgelegd. Deze kosten zijn op te nemen in anterieure overeenkomsten en in het exploitatieplan. Motivatie van kostenverhaal in het exploitatieplan is voldoende maar sterker is een motivatie in een structuurvisie. De kosten dienen in een exploitatieplan te worden gemotiveerd naar : - profijt: het ontwikkelgebied moet voordeel hebben bij de voorziening, - proportionaliteit: indien meerdere (al dan niet te ontwikkelen) gebieden voordeel hebben, dan moeten de kosten ook over meerdere gebieden worden verdeeld, - causaliteit: het ontwikkelgebied moet (mede) aanleiding geven tot het realiseren van de voorziening.
Bijdrage aan ruimtelijke ontwikkeling (6.24, lid 1 Wro) De bijdrage ruimtelijke ontwikkeling betreft wat ruimere voorzieningen dan bovenwijkse voorzieningen, maar is niet afdwingbaar. De kosten van maatschappelijk relevante voorzieningen zoals infrastructuur, water en groen waarvan nog niet bekend is waar deze gerealiseerd gaan worden of gebouwde voorzieningen, waarvan profijt in een groter gebied dan het bestemmingsplan gebied ligt. Maar waarvan wel bekend is dat er dergelijke
Bijlage 1
blad 2
kosten gerealiseerd moeten worden. Voorbeelden zijn rood voor groen en een parkeerfonds. Dit kostenverhaal is alleen mogelijk mits opgenomen in een structuurvisie. Het verhaal is alleen mogelijk en rechtmatig via een anterieure overeenkomst en niet mogelijk via exploitatieplan. De criteria profijt, causaliteit en proportionaliteit zijn niet van toepassing.
Bovenplanse kosten (6.13 lid 7 Wro) Van bovenplanse kosten is sprake wanneer er verevening tussen de exploitatiesaldi van twee (exploitatie)plannen plaatsvindt. Het kostenverhaal is alleen mogelijk mits opgenomen in een structuurvisie en er ruimtelijke en functionele samenhang is. Het kostenverhaal is mogelijk via een anterieure overeenkomst mogelijk en rechtmatig9. Het kostenverhaal is via exploitatieplan vermoedelijk niet hard te maken10.
9
Het verhalen van bovenplanse kosten via een anterieure overeenkomst is, anders dan onder de vorige wet, onder de huidige wetgeving wèl rechtmatig (het kan dus niet achteraf als onverschuldigd worden aangemerkt).
10
Door de stapeling van voorwaarden door de Tweede Kamer twijfelen deskundigen aan de mogelijke toepasbaarheid.
Bijlage 1
blad 3
Bijlage 2. Literatuurlijst
Tabel 6.
Beleidsstukken provincie Zuid-Holland
Ontwerp structuurvisie ‘Visie op Zuid-
Zuid-Holland
xxx-09
Zuid-Holland
nov-09
Holland’ Ontwerp Verordening Ruimte, ontwikkelen met schaarse ruimte
Tabel 7.
Beleidsstukken OudeRijnZone
Masterplan herstructurering bedrijventerreinen OudeRijnZone 2006-2015; defini-
aug-
INBO
06
tief concept Transformatievisie OudeRijnZone; eindrapportage deelgebiedsuitwerking Alphenwest/ Rijnwoude-oost Focus Oude Rijn Transformatievisie 2020 Partiele herziening streekplan ZuidHolland Oost OudeRijnZone
APPM, Terra Incognita OudeRijnZone Zuid-Holland OudeRijnZo-
Zone
ne
Alphen aan den Rijn voor het cluster Rijnwoude oost/ Alphen aan den Rijn west in de OudeRijnZone Integrale BusinessCase OudeRijnZone Bedrijventerreinenstrategie OudeRijnZone - Rijnstreek 2008-2020
06 mrt07
Samenwerkingsovereenkomst OudeRijnDe gezamenlijke inzet van Rijnwoude en
nov-
mei07 okt07
Rijnwoude en Alphen ad Rijn OudeRijnZone
apr08 apr09
ECORYS
apr09
Notitie aanvullende afspraken bedrijventerreinen OudeRijnZone; aanvulling op
Alphen ad
Bedrijventerreinenstrategie OudeRijnZone
Rijn
apr09
- Rijnstreek 2008-2020
Bijlage 2
Tabel 8.
Beleidsstukken Alphen aan den Rijn
Stadsvisie Alphen aan den Rijn
Alphen ad Rijn
Masterplan herstructurering Rijnhaven
INBO
Alphen aan den Rijn maakt Keuzes; de Alphense Structuurvisie, startdocument
Rapport Rijnhaven-oost
Tabel 9.
feb05 feb07
Alphen ad Rijn
Twynstra Gudde, BVR
nov09
jan10
Beleidsstukken Rijnwoude
Structuurvisie Rijnwoude 2020 van droom naar daad Samengestelde structuurvisie Gemeente Rijnwoude 2008 Masterplan 'Het Oog' Koudekerk aan den Rijn
BRO BRO
jun-05
jul-08
INBO
apr-06
Bijlage 2
blad 2
Uitvoeringsplan Cluster: Rijnwoude Wonen en Groen Oude Rijnzone
Auteurs Trekker van het project Datum Status Ingediend door: Bestuurlijke opdrachtgevers Cluster Rijnwoude Wonen Datum Vaststelling DB ORZ
Gemeente Rijnwoude Gemeente Rijnwoude 25 juli 2011 Concept 6.0 wethouder J. Dresden
Uitvoeringsplan Cluster: Rijnwoude Wonen en Groen
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2
Inleiding Aanleiding Doel uitvoeringsplan
3 3 3
2 2.1 2.2 2.3 2.4
2.6
Planomschrijving Clustergebied Rijnwoude Wonen en Groen Problematiek Programma Ruimtelijke ordening 2.4.1 Streekplan / Provinciale Structuurvisie 2.4.2 Structuurvisie 2.4.3 Bestemmingsplannen Beleidsplannen 2.5.1 Transformatievisie 2.5.2 Rapport Ruimtelijke kwaliteit 2.5.3 Integrale businesscase 2.5.4 Nota Bovenwijks 2.5.5. Rijn Gouwelijn 2.5.6 Ruimtelijke visie Westvaartpark Grondbeleid
4 4 4 4 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 6
3 3.1 3.2
Uitgangspunten Planning Financiën
6 7 7
4 4.1 4.2
Organisatie Clusterniveau Samenwerking met partners Organisatie gemeente Rijnwoude
8 8 8
5
Communicatie
8
6
Risico’s
8
2.5
Pagina 2 van 9
Uitvoeringsplan Cluster: Rijnwoude Wonen en Groen
1 Inleiding 1.1 Aanleiding Het doel van de Transformatievisie Oude Rijnzone is het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Centraal hierbij staan herstructurering, het creëren van een hoogwaardige en duurzame omgeving voor wonen, werken en recreëren en het realiseren van ecologische en recreatieve verbindingszones. Hiervoor zijn vier doelstellingen vastgesteld: 1. Versterken van de groenblauwe kwaliteit 2. Herstructurering en transformatie 3. Nieuwe locaties voor wonen en werken 4. Benutten van en investeren in infrastructuur. Het Uitvoeringsplan Rijnwoude Wonen en Groen is het resultaat van de afspraken uit de samenwerkingsovereenkomst Oude Rijnzone. Het doel van het uitvoeringsplan is inzicht te geven in de inhoud van het vastgestelde programma, de financiering , planning, verplichtingen en rechten van de clusteruitvoerders. Daarnaast geeft het uitvoeringsplan een doorkijk naar het traject wat daarop volgt met de beoogde organisatiestructuur, afspraken en activiteiten. De essentie van het uitvoeringsplan wordt vastgelegd in het jaarlijks te actualiseren Ontwikkelstrategiekader Oude Rijnzone door het Dagelijks bestuur van der Gemeenschappelijke regeling “De Oude Rijnzone”. In het Ontwikkelstrategiekader worden, op hoofdlijnen, onder andere prestatieafspraken gemaakt over het programma, de kwaliteit, planning en financiering, inclusief de bijdragen uit het gemeenschappelijk regionaal investeringsfonds. Vervolgens zullen er ten behoeve van de uitvoering, uitvoeringsovereenkomsten worden gesloten tussen de clustertrekkers en de betrokken private en publieke partijen.
1.2 Doel uitvoeringsplan Cluster Rijnwoude Wonen en Groen Het cluster Rijnwoude Wonen en Groen bevat drie van de vier bovengenoemde doelstellingen. Het doel van het cluster Rijnwoude Wonen en Groen is het uitbreiden van de woningvoorraad in de kern Hazerswoude-Rijndijk waarbij de relatie met het Groenverband aan de westkant zodanig wordt vormgegeven dat er een verbinding komt tussen het Groene Hart en het centrum van Hazerwoude-Rijndijk. In het cluster is samenhang met de aanleg van de Rijn-Gouwelijn die een halte krijgt in het Westvaartpark. Het halteplein maakt onderdeel uit van het plan. Het cluster Rijnwoude Wonen en Groen beschikt over een plan van aanpak dat in april 2011 door de gemeenteraad van Rijnwoude is vastgesteld.
Pagina 3 van 9
Uitvoeringsplan Cluster: Rijnwoude Wonen en Groen
2 Planomschrijving 2.1
Clustergebied Rijnwoude Wonen en Groen
Figuur 1: locatie plangebied
Het cluster is gelegen tussen de bestaande bebouwing in de kern Hazerswoude-Rijndijk en de Westvaart. Het plangebied is groter dan het gebied waar de woningbouwontwikkeling zal plaatsvinden en het groengebied dat de toegang zal worden naar het groene venster omdat de ontwikkeling moet worden aangehaakt op haar omgeving. Dat is hier extra van belang in verband met de aanleg van het halteplein voor de halte Rijn Gouwelijn.
2.2 Problematiek Dit cluster heeft als opgave een deel van de woningbouwopgave binnen de Oude Rijnzone te accommoderen, de landschappelijke kwaliteit te versterken en recreatieve verbindingsroutes te koppelen. In november 2007 heeft de gemeenteraad van Rijnwoude het Programma van Randvoorwaarden voor het project Westvaarpark vastgesteld. Hierin is onder andere aangegeven dat: - het aantal woningen in Westvaartpark maximaal 380 zou bedragen. De gewenste dichtheid bedroeg 35 woningen per hectare. - De concentratie van groengebieden, met name aan de westzijde van het plangebied (Westvaart en omgeving) moet een directe relatie krijgen met de wijk. Het grote groenverband naast de wijk heeft een hogere ecologische (en belevings-) waarde dan versnipperd groen. Bij de afronding van de westzijde van het plangebied dient de relatie met het Groenverband op een goede manier te worden vormgegeven, zodat de locatie “Westvaartpark” in feite kan gaan functioneren als “verbinding tussen de Westvaart en het centrum van Hazerswoude-Rijndijk naar het Groene Hart”. -. Er dient een goede aansluiting gemaakt te worden tussen de Halte van de RGL en de Woonwijk: Dit Programma van Randvoorwaarden zal medio zomer 2011 opnieuw tegen het licht worden gehouden om een Ruimtelijke Visie te maken. De recentelijk in opdracht van de gemeente uitgevoerde woonvisie geeft bijvoorbeeld al aan dat een lagere dichtheid en grotere woningen beter aansluit bij de woningbehoefte in Rijnwoude.
Pagina 4 van 9
Uitvoeringsplan Cluster: Rijnwoude Wonen en Groen
2.3 Programma Het programma richt zich op de realisatie van woningbouw aan de westzijde van de kern Hazerswoude-Rijndijk en de inrichting van een deel van het Groene Venster Rijnwoude tot de Westvaart. De afronding van de wijk Westvaartpark levert een bijdrage aan de groenkwaliteit van het venster. Om de nieuwbouwlocatie met het groene venster te verbinden is een langzaam verkeerverbinding van oost naar west voorzien. 2.4 Ruimtelijke ordening Ten aanzien van de uitvoering van het cluster zijn de volgende planologische kaders uitgangspunt: Streekplan / Provinciale structuurvisie De streekplannen Zuid-Holland Oost en Zuid-Holland West zijn bij de vaststelling van de provinciale structuurvisie (PSV) op 2 juli 2010 overgenomen in de provinciale structuurvisie. De uitvoering van het provinciaal ruimtelijk beleid is vastgelegd in de verordening Ruimte, waarin regels zijn opgenomen over onder andere bedrijventerreinen. De provinciale structuurvisie en de verordening Ruimte vormen het provinciaal ruimtelijk kader. 2.4.1
Voor wat betreft het cluster Rijnwoude Wonen en Werken en bereikbaarheid past de opgave binnen het vigerend provinciaal planologisch kader. De rode contour is hiervoor aangepast. 2.4.2. Structuurvisie In de samengestelde Structuurvisie Gemeente Rijnwoude 2008 is opgenomen dat de ontwikkeling van het Westvaartpark in samenhang zal worden ontwikkeld met de (her)ontwikkeling van het centrumgebied Hazerswoude-Rijndijk inclusief de groene inpassing van de locatie in het venster tot aan de Westvaart. Onderdeel van deze ontwikkeling is dat de Gemeneweg moet worden (her)ingericht. 2.4.3 Bestemmingsplan Voor het projectgebied is het bestemmingsplan tussen Rijn en Rijksweg van toepassing (september 2007). Het gebied heeft nu de bestemming Av (grondgebonden veehouderij) en BO (Bos). Deze bestemming laat woningbouw niet toe. Voor de realisatie van het plan moet de bestemming worden gewijzigd.
Pagina 5 van 9
Uitvoeringsplan Cluster: Rijnwoude Wonen en Groen
Figuur 2: uitsnede verbeelding bestemmingsplan
2.5 Beleidsplannen 2.5.1 Transformatievisie De transformatievisie Oude Rijnzone is gericht op de versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Herstructurering, het creëren van een hoogwaardige en duurzame omgeving voor wonen, werken en recreëren én het realiseren van ecologische en recreatieve verbindingszones staat daarbij centraal. De transformatievisie bevat doelstellingen en ambities ten aanzien van de herontwikkeling van de Oude Rijnzone. De visie biedt hiermee uitgangspunten voor de uitwerking van de clusters. 2.5.2 Rapport Ruimtelijke kwaliteit Het rapport ruimtelijke kwaliteit definieert in woord en beeld de gewenste ruimtelijke kwaliteit in de Oude Rijnzone en biedt in hoofdstuk 7 van het rapport toetsbare richtlijnen. Op basis van onder andere dit rapport worden beeldkwaliteitplannen opgesteld. Daarnaast wordt naar aanleiding van dit rapport een adviseur Ruimtelijke Kwaliteit aangesteld welke de samenhang en kwaliteit in de Oude Rijnzone afstemt en bewaakt. 2.5.3 Integrale Businesscase In de integrale businesscase Oude Rijnzone zijn de ambities van de partners weergegeven en de financiële consequenties hiervan inzichtelijk gemaakt. De businesscase bevat de onderbouwing voor de financiële haalbaarheid van de geplande investeringen tot 2015 en dient als basis voor de verdere uitwerkingen. 2.5.4 Nota Bovenwijks In de bestuursovereenkomst RGL is afgesproken in de buurt van de halte circa 1500 woningen te realiseren. Iedere nieuwe woning moet een bijdrage leveren voor de aanleg van de RijnGouwelijn. Dit is geregeld in de nota Bovenwijkse Voorzieningen. De woningbouwontwikkeling Westvaartpark valt hier onder. 2.5.5 Rijn Gouwelijn In het collegeprogramma 2010-2014 wordt de ontwikkeling van Westvaartpark gekoppeld aan de realisatie van de RijnGouwelijn.
Pagina 6 van 9
Uitvoeringsplan Cluster: Rijnwoude Wonen en Groen
2.5.6 Ruimtelijke Visie Westvaartpark De Ruimtelijke Visie Westvaartpark moet nog worden opgesteld.
2.6 Grondbeleid De te ontwikkelen gronden binnen het plangebied zijn in eigendom van drie partijen, 2 particulieren/ontwikkelaars en Staatsbosbeheer. De gemeente wil bij voorkeur met één partij afspraken maken over de ontwikkeling van het gebied en hiertoe een anterieure overeenkomst aangaan. Indien deze partij ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan niet alle gronden in eigendom heeft, zal ook een exploitatieplan moeten worden opgesteld voor het verzekeren van het kostenverhaal mochten partijen tot zelfrealisatie overgaan.
3 Uitgangspunten In oktober 2007 heeft de raad uitgangspunten vastgesteld. Deze zullen in het kader van de te ontwikkelen Ruimtelijk Visie worden herijkt.
3.1 Planning De planning van het cluster Rijnwoude Wonen en Groen wordt vastgesteld in het Ontwikkel Strategie Kader (OSK). De planning kan wijzigen naar aanleiding van de uitkomsten van de mogelijke planwijzigingen met betrekking tot de Rijn Gouwe lijndoor de provincie. Hierover zal in de 2e helft van 2011 meer duidelijkheid ontstaan. Onderstaande planning is gebaseerd op de bestaande bestuurlijke afspraken met betrekking tot de Rijn Gouwelijn en de Oude Rijnzone. 2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Intentie overeenkomst Beslisdocument iniatieffase, PvR, Visie Samenwerkings overeenkomst Stedebouwkundig plan Bestemmingsplan Voorbelasten Bouwrijp maken Bouw woningen Oplevering woningen
3.2 Financiën In de Integrale Businesscase ORZ is uitgegaan van een financieel sluitend plan, zonder bijdragen uit het regionale fonds. Woningbouw in het plan zal, via de nota Bovenwijkse-Voorzieningen, onder meer een afdracht doen ten behoeve van de Rijn Gouwelijn. Daarnaast zullen de kosten voor (her)inrichting van het naastgelegen Groene Venster uit de opbrengsten voor woningbouw moeten worden gedekt.
Pagina 7 van 9
Uitvoeringsplan Cluster: Rijnwoude Wonen en Groen
4 Organisatie Clusterniveau 4.1 Samenwerking met partners Gemeente Rijnwoude is voornemens een intentieovereenkomst te sluiten met een projectontwikkelaar voor de initiatieffase met als doel een Ruimtelijke Visie te maken, die na vaststelling door de raad moet resulteren in een ontwikkelovereenkomst. Het afsluiten van deze overeenkomst is uitgesteld (d.d. 23 mei 2011) in verband met onzekerheid over de realisatie van de Rijn Gouwelijn. 4.2 Organisatie gemeente Rijnwoude Voor de initiatieffase is een projectgroep en een stuurgroep geformeerd. De stuurgroep wordt gevormd door de Portefeuillehouder van de Gemeente Rijnwoude en de directeur van Projectontwikkelaar.
5
Communicatie
Voor het project Oude Rijnzone is binnen de gemeente Rijnwoude een communicatieplan opgesteld. Dit plan dient als basis voor de uitwerking van de communicatieplannen voor de individuele clusters/projecten binnen de Oude Rijnzone. Uitgangspunt voor communicatie is dat alle overkoepelende activiteiten ORZ plaatsvinden onder de vlag ORZ. Het projectbureau heeft dan de centrale regie. Op clusterniveau heeft de betreffende gemeente de regie en communiceert onder de vlag ORZ en logo gemeente(n), op deelprojectniveau kan er gekozen worden voor alleen een gemeentelijk logo. De communicatie is gericht op het verduidelijken van het verloop van het project en het markeren van mijlpalen, zoals momenten van besluitvorming en beïnvloedingsmomenten. De communicatie is zodanig gestructureerd dat dit een positieve beeldvorming, begrip en vertrouwen tot stand moet brengen. In de initiatief fase is ontwikkelaar de initiator. Daarom is in de concept-intentieovereenkomst afgesproken dat de ontwikkelaar in eerste instantie gedurende deze fase de contacten met belanghebbenden zal leggen en onderhouden.
6
Risico’s
In onderstaande tabel zijn de risico’s en beheersaspecten in beeld gebracht. De risico’s worden in de voorbereidingsfase nader uitgewerkt in de ontwikkelstrategie.
Pagina 8 van 9
Uitvoeringsplan Cluster: Rijnwoude Wonen en Groen
Overige onzekerheden • De gronden van Staatsbosbeheer kunnen niet in de minne worden verworven. Dan kan alleen middels een onteigeningsprocedure deze grond bemachtigd worden. Dit levert een mogelijke vertraging op van 2 jaar. • De Gemeneweg is in eigendom van de provincie Zuid-Holland. Het is de vraag of de Provincie bereid is het profiel van de Gemeneweg aan te passen. • Het ministerie van I&M wil een ongelijkvloerse kruising. Dit is een dure maar ook zeer ingrijpende ruimtelijke oplossing die tot nog meer vertraging zal leiden. Dit kan ook ruimtelijke gevolgen hebben voor de inrichting en de ontsluiting. • De Provincie besluit dat de Rijn Gouwelijn niet doorgaat, of in gewijzigde vorm.
Pagina 9 van 9
Uitvoeringsplan Cluster: Groenendijk Werken en Bereikbaarheid Oude Rijnzone
Auteurs Trekker van het project Datum Status Ingediend door: Bestuurlijke opdrachtgevers Cluster Datum Vaststelling DB ORZ
Gemeente Rijnwoude en gemeente Zoeterwoude Gemeente Rijnwoude 25 juli 2011 Concept 3.1 Wethouder M.J. Dresden en wethouder C. den Ouden
Uitvoeringsplan Cluster: Groenendijk werken en bereikbaarheid Concept 3.0
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2
Inleiding Aanleiding Doel uitvoeringsplan
3 3 3
2 2.1 2.2 2.3 2.4
2.6
Planomschrijving Clustergebied Groenendijk werken en bereikbaarheid Problematiek Programma en projecten Ruimtelijke ordening 2.4.1 Streekplan 2.4.2 Structuurvisie 2.4.3 Bestemmingsplannen Beleidsplannen 2.5.1 Transformatievisie 2.5.2 Rapport Ruimtelijke kwaliteit 2.5.3 Integrale businesscase 2.5.4 Bedrijventerreinen strategie 2.5.5. Integraal Masterplan “werklandschap aan de Oude Rijn” 2.5.6 Beeldkwaliteitsplan Grondbeleid
4 4 4 4 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 6
3 3.1 3.2
Uitgangspunten Planning Financiën
6 7 7
4 4.1 4.2
Organisatie Clusterniveau Samenwerking publieke en private partijen Sturingsorganisatie
8 8 8
5
Communicatie
8
6
Risico’s
8
2.5
Pagina 2 van 9
Uitvoeringsplan Cluster: Groenendijk werken en bereikbaarheid Concept 3.0
1 Inleiding 1.1 Aanleiding Één van de pijlers van het programma Oude Rijnzone is de versterking van de economische vitaliteit en de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige (woon- en) werkmilieus. Om dit doel te bereiken wordt ingezet op zowel herstructurering als zorgvuldige uitbreiding van bedrijventerreinen in de Oude Rijnzone. Het handhaven van de ruimtelijke kwaliteit is naast het verbeteren van de economische vitaliteit een belangrijk uitgangspunt. Aanleiding voor de ontwikkeling van het cluster Groenendijk werken en bereikbaarheid is het gebrek aan bedrijventerreinen in de regio. De Barrepolder in Groenendijk is een terrein gericht op de regio en biedt ruimte voor opvang van bedrijven uit Holland Rijnland. Op het terrein van Nieuw Werklust wordt ruimte geboden aan nieuwe ontwikkelingen onder voorwaarde dat belangrijke onderdelen van Nieuw Werklust gerestaureerd worden. Het beeld van de Rijnekeboulevard aan de zijde van de oevers van de Oude Rijn wordt verbeterd en het Oosthoekterrein wordt geherstructureerd.
1.2 Doel uitvoeringsplan Het uitvoeringsplan Groenendijk werken en bereikbaarheid is het resultaat van de afspraken uit de samenwerkingsovereenkomst Oude Rijnzone. Het doel van het uitvoeringsplan is inzicht te geven in de inhoud van het vastgestelde programma, de financiering, planning, verplichtingen en rechten van de clusteruitvoerders. Daarnaast geeft het uitvoeringsplan een doorkijk naar het traject wat daarop volgt met de beoogde organisatiestructuur, afspraken en activiteiten. De essentie van het uitvoeringsplan wordt vastgelegd in het jaarlijks te actualiseren Ontwikkelstrategiekader Oude Rijnzone van de Gemeenschappelijke Regeling “De Oude Rijnzone”. In het Ontwikkelstrategiekader worden onder andere prestatieafspraken gemaakt over het programma, de kwaliteit, planning en financiering, inclusief mogelijke bijdragen uit het gemeenschappelijke fonds. Vervolgens zullen er ten behoeve van de uitvoering, uitvoeringsovereenkomsten worden gesloten tussen de clustertrekkers en betrokken private en publieke partijen. Voor het cluster Groenendijk werken en bereikbaarheid is een plan van aanpak voor de Rijnwoudse delen in april 2011 door de gemeenteraad van Rijnwoude vastgesteld.
Pagina 3 van 9
Uitvoeringsplan Cluster: Groenendijk werken en bereikbaarheid Concept 3.0
2 Planomschrijving 2.1
Clustergebied Groenendijk werken en bereikbaarheid
Figuur 1: locatie plangebied
Het werklandschap Groenendijk is gelegen tussen de Oude Rijn, de N11 en Hazerswoude – (Hoge) Rijndijk. Het gebied grenst gelijk aan het Groene hart en is voor Zoeterwoude en Rijnwoude de laatste uitbreidingslocatie voor economische ontwikkelingen. Dit vraagt om een uiterst zorgvuldige aanpak van de ontwikkeling Groenendijk. Het plangebied ligt gedeeltelijk binnen de gemeente Zoeterwoude (Oosthoek terrein, Heineken, Rijnekeboulevard). De uitbreiding van bedrijventerrein Barrepolder in Groenendijk ligt voornamelijk op het grondgebied van de gemeente Rijnwoude.
2.2 Problematiek Een van de speerpunten van de Oude Rijnzone is herstructurering van bedrijventerreinen. Het aanpakken van de verouderde bedrijventerreinen heeft prioriteit en moet met voorrang aangepakt worden. Zuinig ruimtegebruik is uitgangspunt. Met nieuwe uitgifte wordt daarom zuinig omgegaan en bij herstructurering wordt in principe ruimtewinst geboekt. De SER ladder wordt daarom in regionaal verband toegepast. Gebleken is dat binnen de regio er behoefte aan bedrijventerreinen voor categorie 3-4 bedrijven is. Groenendijk is aangewezen als uitbreidingslocatie om in deze behoefte te kunnen voorzien. Direct gelegen aan het Heinekenterrein in Zoeterwoude en nabij de mogelijk toekomstige (ongelijkvloerse) aansluiting op de N11 biedt deze locatie de juiste randvoorwaarden voor de beoogde nieuwe ontwikkeling. Ruimte wordt geboden aan bedrijven, met maximaal milieucategorie 4, uit zowel Holland Rijnland als aan de locale behoefte. Daarnaast laat de kwaliteit ten aanzien van de Rijnoever te wensen over en behoeft verbetering conform de ambities uit de “Transformatievisie” en “Ruimtelijke Kwaliteit Oude Rijnzone”.
2.3 Programma en projecten De locatie van de ontwikkeling is uniek, maar vraagt ook om een zorgvuldige en gezamenlijke afweging van alle belangen, zowel economisch als landschappelijk. Het cluster betreft de ontwikkeling van het bedrijventerrein met als programma: - 18 ha nieuw bedrijventerrein; - 3,5 ha verbetering oeverzones Rijnekeboulevard; - Herstructurering Oosthoek;
Pagina 4 van 9
Uitvoeringsplan Cluster: Groenendijk werken en bereikbaarheid Concept 3.0
- Herstructurering Nieuw Werklust; - Groene inpassing van het bedrijventerrein. Zie hoofdstuk 3 voor een verdere uitwerking.
2.4 Ruimtelijke ordening Ten aanzien van de uitvoering van het cluster zijn de volgende planologische kaders uitgangspunt: Streekplan / Provinciale structuurvisie De streekplannen Zuid-Holland Oost en Zuid-Holland West zijn bij de vaststelling van de provinciale structuurvisie (PSV) op 2 juli 2010 overgenomen in de provinciale structuurvisie. De uitvoering van het provinciaal ruimtelijk beleid is vastgelegd in de verordening Ruimte, waarin regels zijn opgenomen over onder andere bedrijventerreinen. De provinciale structuurvisie en de verordening Ruimte vormen het provinciaal ruimtelijk kader. Voor wat betreft het cluster Groenendijk werken en bereikbaarheid past de opgave binnen het vigerend provinciaal planologisch kader. 2.4.1
Op grond van artikel 8, lid 3 van de verordening ruimte, behorende bij de PSV, worden er in de Barrepolder bedrijven uit de hoogst mogelijke milieucategorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten passend bij de omgeving van het bedrijventerrein mogelijk gemaakt, waarbij rekening wordt gehouden met toekomstige ontwikkelingen die mogelijk zijn op grond van een onherroepelijk bestemmingsplan of de PSV. Afwijking hiervan moet worden verantwoord in het bestemmingsplan. Voor de uitvoering van de Oude Rijnzone zijn er in het streekplan verder nog twee uitvoeringsvoorwaarden gesteld, te weten SE 14 en SE 15: SE 14 De transformatie van het plangebied Oude Rijn. In deze zone moet invulling worden gegeven aan de integrale opgave gericht op landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteitsverbetering van zowel het gebied zelf, als van het Groene Hart als geheel. De herstructurering van bestaande bedrijventerreinen is essentieel onderdeel van deze kwaliteitsverbetering. Dragers voor de transformatie zijn de N11, de Rijn GouweLijn met de bestaande en aan te leggen haltes en de Oude Rijn. Voor de revitalisering van de rivieroevers geldt de in paragraaf 2.3 opgenomen regeling revitaliseringszone rivieroevers. SE 15 Bij de ontwikkeling van het plangebied Oude Rijnzone moet de verstedelijking (wonen en werken) in financiële zin bijdragen aan de realisering van herstructurering, infrastructuur, groen en water. 2.4.2. Structuurvisie Samengestelde Structuurvisie Gemeente Rijnwoude 2008 is van toepassing. Voor het gebied, waarvan het plangebied Oosthoek 2012 (inclusief Rijneke Boulevard) onderdeel uitmaakt, is een structuurvisie in voorbereiding. De uitgangspunten voor de structuurvisie Zoeterwoude-Rijndijk zijn op 25 november 2010 door de raad van Zoeterwoude vastgesteld. Voor wat betreft het plangebied sluiten deze uitgangspunten volledig aan bij het Masterplan Werklandschap aan de Oude Rijn. 2.4.3 Bestemmingsplannen Ten behoeve van de ontwikkeling van het bedrijventerrein Barrepolder met groene inpassing en de aanpassing van de infrastructuur moet een bestemmingsplan worden opgesteld, of moeten de gemeenten Rijnwoude en Zoeterwoude de vigerende bestemmingsplannen 'Rijnwoude tussen Rijn en Rijksweg' en Zoeterwoude 'Barrepolder' en 'Oosthoek' herzien op het gebied van: - Ontwikkeling bedrijventerrein en groen; - Toestaan van bedrijvigheid tot en met de hoogste milieucategorie, rekeninghoudend met de omgeving.
Pagina 5 van 9
Uitvoeringsplan Cluster: Groenendijk werken en bereikbaarheid Concept 3.0
- Ontwikkeling infrastructuur en groen. Voor de ontsluiting van het bedrijventerrein Barrepolder heeft Zoeterwoude in het bestemmingsplan Barrepolder een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Ten behoeve van de herstructurering van het Oosthoekterrein is Zoeterwoude in 2010 gestart met het actualiseren van het bestemmingsplan Oosthoek. Een voorontwerpbestemmingsplan is op 16 juni 2011 ter visie gelegd. Medio 2012 wordt het bestemmingsplan ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad van Zoeterwoude. Ten behoeve van de revitalisering van de Rijnekeboulevard zal overigens een wijziging van het bestemmingsplan Oosthoek nodig zijn.
2.5 Beleidsplannen 2.5.1 Transformatievisie De transformatievisie Oude Rijnzone is gericht op de versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Herstructurering, het creëren van een hoogwaardige en duurzame omgeving voor wonen, werken en recreëren én het realiseren van ecologische en recreatieve verbindingszones staat daarbij centraal. De transformatievisie bevat doelstellingen en ambities ten aanzien van de herontwikkeling van de Oude Rijnzone. De visie biedt hiermee uitgangspunten voor de uitwerking van de clusters. 2.5.2 Rapport Ruimtelijke kwaliteit Het rapport ruimtelijke kwaliteit definieert in woord en beeld de gewenste ruimtelijke kwaliteit in de Oude Rijnzone en biedt in hoofdstuk 7 van het rapport toetsbare richtlijnen. Op basis van onder andere dit rapport worden beeldkwaliteitplannen opgesteld. Daarnaast wordt naar aanleiding van dit rapport een adviseur Ruimtelijke Kwaliteit aangesteld welke de samenhang en kwaliteit in de Oude Rijnzone afstemt en bewaakt. 2.5.3 Integrale Businesscase In de integrale businesscase Oude Rijnzone zijn de ambities van de partners weergegeven en de financiële consequenties hiervan inzichtelijk gemaakt. De businesscase bevat de onderbouwing voor de financiële haalbaarheid van de geplande investeringen tot 2015 en dient als basis voor de verdere uitwerkingen. 2.5.4 Bedrijventerreinenstrategie De afspraken bedrijventerreinen Oude Rijnzone en de bedrijventerreinen strategie zijn van toepassing op dit cluster. De gemeente Rijnwoude heeft deze bedrijventerreinenstrategie nog niet vastgesteld. De gemeenteraad van Rijnwoude heeft bij motie vastgesteld dat de SER-ladder gevolgd dient te worden en dat in de Barrepolder geen bedrijven met een hogere milieucategorie zich mogen vestigen. 2.5.5 Integraal Masterplan “Werklandschap aan de Oude Rijn” Het masterplan “Werklandschap aan de Oude Rijn dateert van september 2008 en bevat de visie op dit cluster met concrete uitspraken over de realisatie. Dit masterplan dient als uitgangspunt voor bestemmingsplan(en), inrichtingsplan(nen) en beeldkwaliteitsplan(nen). Met inachtneming van de door de stuurgroep Oude Rijnzone gemaakte opmerkingen. Het Masterplan is op 27 mei 2010 door de gemeenteraad van Zoeterwoude vastgesteld voor het Zoeterwoudse deel. Voor de gemeente Zoeterwoude dient dit als ruimtelijk kader voor de gezamenlijke clusterovereenkomst. De gemeente Rijnwoude heeft dit plan nog niet vastgesteld. 2.5.6 Beeldkwaliteitsplan In samenwerking met de bedrijven moet een beeldkwaliteitsplan worden opgesteld.
2.6 Grondbeleid De te ontwikkelen gronden binnen het plangebied zijn veelal in eigendom van particuliere partijen / ontwikkelaars. Om de ontwikkeling tot stand te brengen moeten goede afspraken gemaakt worden over realisatie van en bijdrage aan de exploitatiebijdrage voor de realisering van groen
Pagina 6 van 9
Uitvoeringsplan Cluster: Groenendijk werken en bereikbaarheid Concept 3.0
en bereikbaarheid. Bij voorkeur wordt hiervoor een anterieure overeenkomst aangegaan met een ontwikkelende partij. Indien bij tijde van vaststelling van het bestemmingsplan niet met alle grondeigenaren een overeenkomst is gesloten, wordt tevens een exploitatieplan opgesteld voor het verzekeren van het kostenverhaal.
3 Uitgangspunten In dit hoofdstuk worden de gehanteerde uitgangspunten zoals geformuleerd door de initiërende gemeenten omschreven. Deze dienen als kaders voor de verdere uitwerking van het cluster tot onder andere een masterplan, de clusterovereenkomst en uitvoeringsovereenkomsten met derden. De spelregels en afspraken van het regionaal orgaan en het door het regionaal orgaan op te stellen ontwikkelstrategiekader wordt eveneens een uitgangspunt voor de clusterovereenkomst.
3.1 Planning De voortgang in het cluster Groenendijk werken en bereikbaarheid wordt gemonitoord aan de hand van de volgende mijlpalen: Barrepolder: • door de gemeenteraad van Rijnwoude vastgesteld bestemmingsplan bedrijventerrein Barrepolder, inclusief groene inpassing; • door de gemeenteraad van Zoeterwoude vastgesteld bestemmingsplan Barrepolder 2011 (alleen Heineken deel); • door de gemeenteraad van Rijnoude vastgesteld bestemmingsplan Rijnekeboulevard inclusief Nieuw Werklust; • door de gemeenteraad van Zoeterwoude vastgesteld bestemmingsplan Rijnekeboulevard; • door de gemeenteraad van Zoeterwoude vastgesteld bestemmingsplan Oosthoek; • overeenkomst met ontwikkelaar over realisatie bedrijventerrein, ontsluiting tot en met (ongelijkvloerse) aansluiting N11 en groene inpassing* • door het college van B&W van Zoeterwoude vast te stellen wijzigingsplan ten behoeve van de ontsluitingsweg. Kwaliteitsverbetering oevers Oosthoek/Rijnekeboulevard: • door de gemeenteraad vastgesteld bestemmingsplan; • vastgestelde realisatieovereenkomst met bedrijven en evt. ontwikkelaar(s) over investeringen in Rijnekeboulevard*. De planning van het cluster wordt vastgesteld in het Ontwikkel Strategie Kader (OSK) en is als volgt: Cluster Groenendijk werken en bereikbaarheid Bedrijventerrein Barrepolder incl groene inpassing Oosthoekterrein incl Rijneke Boulevard Zoeterwoude Rijneke Boulevard Rijnwoude
2010
2011
Masterplan (Zoeterwoude )
2012
2013
2014
2015-2020
Masterplan (Rijnwoude) Structuurvisie
Realisatieover eenkomst met ontwikkelaar
BestemmingsPlan
Realisatie
(Zoeterwoude)
(Rijnwoude)
Realisatie
BestemmingsPlan
Structuurvisie
(Zoeterwoude)
Structuurvisie
Realisatieovereenkomst met eigenaar
(Rijnwoude)
Bestemmingsplan (Rijnwoude)
(Rijnwoude)
Nieuw Werklust
Realisatieover eenkomst met eigenaar
BestemmingsPlan
Realisatie
(Rijnwoude)
(Rijnwoude)
Pagina 7 van 9
Uitvoeringsplan Cluster: Groenendijk werken en bereikbaarheid Concept 3.0
3.2
Financiën
De integrale businesscase “De Businesscase Oude Rijnzone” 2009 is het document dat de regionale ambities van de partners het Oude Rijnzone gebied weergeeft en de financiële consequenties daarvan inzichtelijk maakt. De businesscase heeft de basis gelegd voor financierbaarheid van de clusters en dient daarom als uitgangspunt: • •
De uitvoering vindt plaats binnen de clusters. Clusters zijn zelf financieel verantwoordelijk. Binnen de (samengevoegde) clusters worden de plussen en minnen verevend (waarbij het regionaal orgaan inzicht verkrijgt in de financiën van de deelprojecten). • Ten aanzien van de doorrekening van de deelprojecten wordt gebruik gemaakt van de door het DB / AB vastgestelde rekenparameters en rekenkaders. • Ten behoeve van de te ontvangen subsidies uit het regionale fonds dient conform afspraken gerapporteerd en verantwoord te worden. • De clusters zijn tevens verantwoordelijk voor het aanvragen van subsidies anders dan het regionaal fonds. In de businesscase is uitgegaan van een nul situatie voor het cluster zonder afdracht aan of bijdragen uit het regionaal fonds. Overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst Oude Rijnzone is de gemeente Leiderdorp bereid een bijdrage te leveren aan de ontsluiting van het bedrijventerrein op de N11, onder de voorwaarde dat Vliko verplaatst wordt naar de Barrepolder. Zo is ook de gemeente Leiden bereid om bij te dragen indien bedrijven uit Leiden worden verplaatst naar de Barrepolder, Leiden spant zich in ten aanzien van een bijdrage van de regio wanneer bedrijven uit de regio naar de Barrepolder worden verplaatst. Bij de verdere concretisering van de deelprojecten wordt de integrale businesscase nader uitgewerkt tot een Cluster Businesscase met daaronder liggende grondexploitaties. De spelregels en rekenregels welke door het regionaal orgaan worden vastgesteld dienen hierbij als uitgangspunt.
4 Organisatie Clusterniveau 4.1 Samenwerking publieke en private partijen Er zijn diverse private partijen betrokken bij het cluster Groenendijk. Onder andere zijn dit: Initiatiefnemers bedrijventerrein Groenendijk, Nieuw Werklust Holding BV, Ondernemersvereniging Rijneke Boulevard, VVE Rijneke boulevard, Heineken, ondernemers Grote Polder. De gemeente Leiden heeft een verantwoordelijkheid in dit cluster wanneer bedrijven vanuit de Leidse regio zich in de Barrepolder vestigen. Wanneer Vliko verplaatst naar de Barrepolder heeft ook Leiderdorp een verantwoordelijkheid ten aanzien van dit cluster. Het Hoogheemraadschap van Rijnland en de Provincie Zuid Holland worden ook nauw betrokken bij het cluster.
4.2 Sturingsorganisatie Ten behoeve van de uitvoering zijn diverse (intergemeentelijke) projectgroepen ingesteld.
5
Communicatie
Externe communicatie over de Oude Rijnzone wordt afgestemd met het programmabureau Oude Rijnzone. Voor het project Oude Rijnzone is binnen de gemeente Rijnwoude een communicatieplan opgesteld. Dit plan dient als basis voor de uitwerking van de
Pagina 8 van 9
Uitvoeringsplan Cluster: Groenendijk werken en bereikbaarheid Concept 3.0
communicatieplannen voor de individuele clusters/projecten binnen de Oude Rijnzone. Uitgangspunt voor communicatie is dat alle overkoepelende activiteiten ORZ plaatsvinden onder de vlag ORZ. Het projectbureau heeft dan de centrale regie. Op clusterniveau heeft de betreffende gemeente de regie en communiceert onder de vlag ORZ en logo gemeente(n), op deelprojectniveau kan er gekozen worden voor alleen een gemeentelijk logo. De communicatie is gericht op het verduidelijken van het verloop van het project en het markeren van mijlpalen, zoals momenten van besluitvorming en beïnvloedingsmomenten. De communicatie is zodanig gestructureerd dat dit een positieve beeldvorming, begrip en vertrouwen tot stand moet brengen
6
Risico’s
In onderstaande tabel zijn de risico’s per fase en beheersaspect in beeld gebracht. De risico’s worden in de voorbereidingsfase nader uitgewerkt in de ontwikkelstrategie.
Pagina 9 van 9