Ontwikkelingen aantal landbouwbedrijven en dieren rondom 5 Vogel- en Habitatgebieden Een analyse op basis van CBS landbouwtelling en GIAB
Edo Gies Han Naeff Werkverslag, december 2005
Alterra, Wageningen, 2005
© 2005 Alterra Postbus 47; 6700 AA Wageningen; Nederland Tel.: (0317) 474700; fax: (0317) 419000; e-mail:
[email protected] Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Alterra. Alterra aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. 2
Alterra-werkverslag ontwikkeling landbouw in 3km zone rondom 5 VHR gebieden.doc
Alterra/december/2005
Inhoud
1
Inleiding ........................................................................................................................... 5
1.1 Achtergrond
5
1.2 Doelstelling
5
1.3 Uitwerking
5
2
Resultaten......................................................................................................................... 7
2.1 Aantal bedrijven
7
2.2 Aantal dieren
9
2.3 Gemiddeld aantal dieren per bedrijf 3
10
Conclusies......................................................................................................................11
1
Inleiding
1.1
Achtergrond
In Alterra-rapport: Gies, T.J.A. & A. Bleeker: Grondgebonden veehouderij in relatie tot ammoniakdepositie; een verkennende studie naar de bijdrage van grondgebonden veehouderijbedrijven aan de depositie op de vogel- en habitatrichtlijngebieden (gepubliceerd: 22 juli 2004), is voor een vijftal gebieden onderzocht hoe de ammoniakdepositie op kwetsbare gebieden verandert als gevolg van ontwikkelingen in de grondgebonden melkveehouderij. Hierbij zijn voor die vijf gebieden een aantal scenario's doorgerekend. In aanvulling op dat rapport wil Directie Landbouw van het Ministerie van LNV weten hoe de ontwikkelingen in de melkveehouderij in de afgelopen jaren zijn geweest in een straal van 3 km rondom die vijf gebieden. De vraag is als ‘helpdeskvraag’ uitgewerkt in het DLO-onderzoeksprogramma 415 ‘Gasvormige emissies’.
1.2
Doelstelling
Relevante vragen waarop in deze rapportage antwoord wordt gegeven zijn: • Hoe heeft het aantal veehouderijbedrijven zich ontwikkeld (aantal locaties waar vee wordt gehouden) tussen 1990 en 2003? • Hoe heeft het aantal dieren op die locaties zich ontwikkeld tussen 1990 en 2003?
1.3
Uitwerking
Voor de onderstaande vogel- en habitatgebieden wordt binnen een straal van 3 km de ontwikkeling van de veehouderijbedrijven en in het bijzonder de melkveehouderij in beeld gebracht. VHR nr 23 39 42 45 58
Naam Oppervlakte (ha)) Dwingelderveld 3766 Korenburgerveen 509 Loonse en Drunense Duinen, De 4082 Brand en De Leemkuilen Mariapeel en Deurnesepeel 2606 Sallandse Heuvelrug 2227
Alterra-werkverslag ontwikkeling landbouw in 3km zone rondom 5 VHR gebieden.doc
5
Dit gebeurt voor de jaren 1990 en 1995 op basis van de CBS-statistiek (Statline) op gemeenteniveau en voor 1997 t/m 2003 op basis van GIAB1. Per jaar wordt het aantal bedrijven per bedrijfstype beschreven. Relevante bedrijfstypen2 voor veeteelt zijn NEG-type 4 (graasdierhouderij), NEG-type 5 (hokdierhouderij) en NEG-type 7 en 8 (gemengde bedrijven: veeteelt/gewas of veeteeltcombinaties). NEG-type 4 wordt uitgesplitst naar melkveehouderij (type 411, 412 en 437) en overige graasdierhouderij. Naast aantal bedrijven wordt ook de ontwikkeling van het aantal dieren per bedrijfstype in beeld gebracht. De volgende categorieën worden onderscheiden: • melkvee • rundvee (inclusief melkvee) • kippen • varkens Bij het interpreteren van de resultaten moet rekening gehouden worden met de volgende punten: • De getallen voor de jaren 1990 en 1995 zijn afgeleid op basis van getallen op gemeenteniveau uit CBS-Statline. Aangezien deze getallen alleen op gemeenteniveau beschikbaar zijn dienen deze te worden gecorrigeerd om representatief te zijn voor de 3 km zone rondom de habitatgebieden. De correctie is uitgevoerd middels afgeleide verhoudingsfactoren op basis van de CBS-Statline gegevens van 1997 en 1998 op gemeenteniveau en de GIAB selecties op basis van 3 km rondom de VHR-gebieden van dezelfde jaren. • Rundvee en melkvee: vanwege de uitbraak van mond- en klauwzeer (MKZ) in maart 2001 en de daarop volgende ruimingen zijn de cijfers van de omvang van de rundveestapel voor het jaar 2001 en 2002 niet of moeilijk vergelijkbaar met voorgaande en volgende jaren. • Varkens: vanwege de uitbraak van varkenspest in februari 1997 en de daarop volgende ruimingen zijn de cijfers van de omvang van de varkensstapel voor het jaar 1997 niet of moeilijk vergelijkbaar met voorgaande en volgende jaren. • Kippen: vanwege de uitbraak van de vogelpest in maart 2003 en de daarop volgende ruimingen zijn de cijfers van de omvang van de pluimveestapel voor het jaar 2003 niet vergelijkbaar met voorgaande jaren. In de periode maart 2003 tot en met juni 2003 zijn ongeveer 27 miljoen pluimveedieren geruimd.
GIAB staat voor Geografisch Informatiesysteem Agrarische Bedrijven. Het is een GIS-database waarin de ligging van ieder agrarisch bedrijf is vastgelegd met daaraan gekoppeld diverse bedrijfsgegevens uit o.a. de Landbouwtelling. 2 Met het NEG-typeringsysteem worden land- en tuinbouwbedrijven op basis van hun activiteiten en de hierbij horende bruto-standaard saldi (bss) ingedeeld in bedrijfstypen. Het systeem kent 41 verschillende bedrijfstypen en acht hoofdtypen . 1
6
Alterra-werkverslag ontwikkeling landbouw in 3km zone rondom 5 VHR gebieden.doc
2
Resultaten
2.1
Aantal bedrijven
In tabel 2.1 t/m 2.5 staan per bedrijfstype de ontwikkeling van de bedrijven tussen 1990 en 2003 weergegeven. Tabel 2.1 geeft een weergave van de ontwikkeling van alle veeteeltbedrijven. In de daarop volgende tabellen worden deze bedrijven nader uitgesplitst naar melkveehouderijen, overige graasdierbedrijven, intensieve veehouderijen (hokdieren) en gemengde bedrijven. Het aantal bedrijven is geïndexeerd met 1997 als indexjaar. Dit omdat vanaf 1997 de ontwikkelingen beschreven zijn op basis van GIAB. De jaren daarvoor zijn afgeleid van de gemeentecijfers uit CBS-statline. Tabel 2.1: Aantal veeteeltbedrijven (NEG-hoofdtype 4, 5, 7 en 8) per 3km zone rondom VHRgebied (geïndexeerd: 1997 = 100) Habitat gebied Dwingelderveld (23) Korenburgerveen (39) Loonse- en Drunense duinen (42) Mariapeel en Deurnsepeel (45) Sallandse Heuvelrug (58) Totaal
Veeteelt totaal (1997=100) 1990 1995 1997 1998 94 82 100 102 124 110 100 105 119 103 100 98 115 104 100 97 115 108 100 97 114 102 100 99
1999 98 95 89 90 92 92
2000 96 90 87 85 88 88
2001 91 86 79 80 85 83
2002 84 81 73 78 83 78
2003 83 79 70 71 77 74
(Bron: eigen bewerking GIAB en CBS-statline) Tabel 2.2: Aantal melkveehouderijbedrijven (NEG-type 411, 412 en 437) per 3km zone rondom VHR-gebied (geïndexeerd: 1997 = 100) Habitat gebied Dwingelderveld (23) Korenburgerveen (39) Loonse- en Drunense duinen (42) Mariapeel en Deurnsepeel (45) Sallandse Heuvelrug (58) Totaal
Melkveehouderij (1997=100) 1990 1995 1997 1998 91 80 100 96 117 114 100 103 121 109 100 101 110 110 100 104 113 111 100 95 110 105 100 100
1999 96 95 92 92 88 92
2000 86 84 97 98 85 91
2001 83 83 78 83 79 81
2002 82 82 69 83 75 78
2003 77 86 67 82 69 75
(Bron: eigen bewerking GIAB en CBS-statline) Tabel 2.3: Aantal overige graasdierbedrijven NEG-hoofdtype 4 excl. NEG-type 411, 412 en 437) per 3km zone rondom VHR-gebied (geïndexeerd: 1997 = 100) Habitat gebied Dwingelderveld (23) Korenburgerveen (39) Loonse- en Drunense duinen (42) Mariapeel en Deurnsepeel (45) Sallandse Heuvelrug (58) Totaal
Overige graasdierhouderij(1997=100) 1990 1995 1997 1998 1999 94 83 100 104 100 113 110 100 97 111 118 107 100 96 99 112 111 100 106 112 114 112 100 98 112 110 103 100 100 105
2000 108 129 94 84 102 100
2001 109 143 101 104 113 108
2002 89 117 93 92 116 98
2003 95 117 92 94 119 99
(Bron: eigen bewerking GIAB en CBS-statline)
Alterra-werkverslag ontwikkeling landbouw in 3km zone rondom 5 VHR gebieden.doc
7
Tabel 2.4: Aantal gespecialiseerde hokdierbedrijven (NEG-hoofdtype 5) per 3km zone rondom VHR-gebied (geïndexeerd: 1997 = 100) Habitat gebied Dwingelderveld (23) Korenburgerveen (39) Loonse- en Drunense duinen (42) Mariapeel en Deurnsepeel (45) Sallandse Heuvelrug (58) Totaal
Hokdierhouderij (1997=100) 1990 1995 1997 1998 100 69 100 107 124 106 100 119 130 103 100 106 116 101 100 98 107 102 100 103 118 101 100 102
1999 100 100 83 89 83 88
2000 71 89 77 81 85 81
2001 57 73 72 77 73 75
2002 71 78 57 73 65 69
2003 64 70 49 62 55 59
(Bron: eigen bewerking GIAB en CBS-statline) Tabel 2.5: Aantal gemengde veeteeltbedrijven (NEG-hoofdtype 7 en 8) per 3km zone rondom VHR-gebied (geïndexeerd: 1997 = 100) Habitat gebied Dwingelderveld (23) Korenburgerveen (39) Loonse- en Drunense duinen (42) Mariapeel en Deurnsepeel (45) Sallandse Heuvelrug (58) Totaal
Gemengd veeteeltbedrijven (1997=100) 1990 1995 1997 1998 1999 111 104 100 140 87 144 106 100 102 82 105 84 100 85 69 123 100 100 81 75 131 97 100 100 79 122 96 100 91 76
2000 133 74 65 78 75 76
2001 67 60 46 66 71 61
2002 73 56 58 70 66 64
2003 80 46 58 64 52 58
(Bron: eigen bewerking GIAB en CBS-statline)
8
Alterra-werkverslag ontwikkeling landbouw in 3km zone rondom 5 VHR gebieden.doc
2.2
Aantal dieren
In tabellen 2.6 t/m 2.8 staan de ontwikkelingen van aantallen dieren per diercategorie weergegeven tussen 1997 en 2003 op basis van GIAB. Voor de jaren 1990 en 1995 is het aantal dieren geschat op basis van de gemeentelijke cijfers van CBS-statline. Tabel 2.6: Aantal runderen per 3km zone rondom VHR-gebied (geïndexeerd: 1997 = 100) Habitat gebied Dwingelderveld (23) Korenburgerveen (39) Loonse- en Drunense duinen (42) Mariapeel en Deurnsepeel (45) Sallandse Heuvelrug (58) Totaal
Aantal runderen (totaal) (geindexeerd: 1997=100) 1990 1995 1997 1998 1999 2000 94 86 100 107 104 100 119 112 100 103 99 97 123 112 100 110 91 85 118 110 100 102 91 86 119 114 100 96 97 94 115 107 100 104 95 91
2001 104 100 81 86 89 90
2002 95 90 73 74 88 81
2003 101 86 70 72 86 81
(Bron: eigen bewerking GIAB en CBS-statline) Tabel 2.7: Aantal melkkoeien per 3km zone rondom VHR-gebied (geïndexeerd: 1997 = 100) Habitat gebied Dwingelderveld (23) Korenburgerveen (39) Loonse- en Drunense duinen (42) Mariapeel en Deurnsepeel (45) Sallandse Heuvelrug (58) Totaal
Stuks melkvee (geindexeerd: 1997=100) 1990 1995 1997 1998 1999 99 86 100 107 107 120 115 100 112 100 133 114 100 106 96 118 108 100 106 100 120 113 100 101 100 123 112 100 106 100
2000 105 92 89 93 97 95
2001 109 102 89 92 101 97
2002 111 100 78 84 98 92
2003 109 102 78 83 95 91
(Bron: eigen bewerking GIAB en CBS-statline) Tabel 2.8: Aantal varkens per 3km zone rondom VHR-gebied (geïndexeerd: 1997 = 100) Habitat gebied Dwingelderveld (23) Korenburgerveen (39) Loonse- en Drunense duinen (42) Mariapeel en Deurnsepeel (45) Sallandse Heuvelrug (58) Totaal
Aantal varkens (geindexeerd: 1997=100) 1990 1995 1997 1998 1999 80 76 100 116 82 107 107 100 135 96 83 90 100 112 94 89 95 100 76 90 97 102 100 109 98 90 95 100 92 92
2000 73 96 88 87 94 88
2001 60 92 79 86 96 86
2002 67 92 66 78 87 78
2003 71 82 56 72 86 71
(Bron: eigen bewerking GIAB en CBS-statline) Tabel 2.9: Aantal kippen per 3km zone rondom VHR-gebied (geïndexeerd: 1997 = 100) Habitat gebied Dwingelderveld (23) Korenburgerveen (39) Loonse- en Drunense duinen (42) Mariapeel en Deurnsepeel (45) Sallandse Heuvelrug (58) Totaal
Aantal kippen (geindexeerd: 1997=100) 1990 1995 1997 1998 1999 66 62 100 122 103 87 97 100 86 112 157 135 100 139 122 110 94 100 108 102 122 100 100 115 80 115 100 100 115 106
2000 80 133 120 104 109 106
2001 91 84 97 95 91 94
2002 84 95 88 92 75 90
2003 77 86 84 62 80 70
(Bron: eigen bewerking GIAB en CBS-statline)
Alterra-werkverslag ontwikkeling landbouw in 3km zone rondom 5 VHR gebieden.doc
9
2.3
Gemiddeld aantal dieren per bedrijf
In deze paragraaf worden voor de gespecialiseerde bedrijven zoals de melkveehouderij en de intensieve veehouderij de ontwikkeling van het aantal dieren per bedrijf weergegeven. In tabellen 2.10 t/m 2.12 staan de ontwikkelingen van het gemiddeld aantal dieren per bedrijf weergegeven tussen 1997 en 2003 op basis van GIAB. Voor de jaren 1990 en 1995 is het gemiddeld aantal dieren per bedrijf geschat op basis van de gemeentelijke cijfers van CBS-statline. Tabel 2.10: Gemiddeld aantal melkkoeien per melkveehouderij per 3km zone rondom VHRgebied (geïndexeerd: 1997 = 100) Habitat gebied Dwingelderveld (23) Korenburgerveen (39) Loonse- en Drunense duinen (42) Mariapeel en Deurnsepeel (45) Sallandse Heuvelrug (58) Totaal
Aantal melkkoeien per melkveehouderij (geindexeerd: 1997=100) 1990 1995 1997 1998 1999 2000 2001 2002 108 107 100 110 110 121 131 135 99 98 100 102 106 110 123 125 110 105 100 106 109 92 116 115 108 99 100 105 111 98 114 104 106 101 100 104 111 112 127 129 112 107 100 106 110 106 122 120
2003 143 131 118 110 141 127
(Bron: eigen bewerking GIAB en CBS-statline) Tabel 2.11: Gemiddeld aantal varkens per intensieve veehouderij per 3km zone rondom VHRgebied (geïndexeerd: 1997 = 100) Habitat gebied Dwingelderveld (23) Korenburgerveen (39) Loonse- en Drunense duinen (42) Mariapeel en Deurnsepeel (45) Sallandse Heuvelrug (58) Totaal
Aantal varkens per intensieve veehouderij (geindexeerd: 1997=100) 1990 1995 1997 1998 1999 2000 2001 2002 83 113 100 117 87 103 124 109 84 98 100 108 116 131 155 148 64 87 100 105 119 124 129 132 77 94 100 78 107 111 122 115 93 102 100 110 134 134 159 153 76 94 100 87 111 116 129 123
2003 125 139 120 122 180 127
(Bron: eigen bewerking GIAB en CBS-statline) Tabel 2.12: Gemiddeld aantal kippen per intensieve veehouderij per 3km zone rondom VHRgebied (geïndexeerd: 1997 = 100) Habitat gebied Dwingelderveld (23) Korenburgerveen (39) Loonse- en Drunense duinen (42) Mariapeel en Deurnsepeel (45) Sallandse Heuvelrug (58) Totaal
Aantal kippen per intensieve veehouderij (geindexeerd: 1997=100) 1990 1995 1997 1998 1999 2000 2001 2002 64 87 100 94 103 99 119 104 104 137 100 150 104 197 233 170 124 135 100 140 154 172 147 153 96 94 100 113 122 131 122 134 114 99 100 113 85 127 122 109 99 100 100 116 124 134 127 133
2003 91 150 194 105 138 121
(Bron: eigen bewerking GIAB en CBS-statline)
10
Alterra-werkverslag ontwikkeling landbouw in 3km zone rondom 5 VHR gebieden.doc
3
Conclusies
Op basis van de resultaten (over de periode 1990 en 2003) uit hoofdstuk 2 kunnen we het volgende concluderen voor de veehouderij in de vijf onderzochte gebieden: • De gemiddelde afname van het aantal veehouderijbedrijven bedraagt bijna 5% per jaar in de periode van 1997 tot 2003. CBS rapporteert voor deze periode een jaarlijks daling op nationaal niveau van ca. 4%. • De afname in de periode van 1990 tot 1997 ligt gemiddeld genomen lager (ca. 2%). • Kijkend naar de resultaten per bedrijfstype worden grote verschillen geconstateerd. Intensieve veehouderij neemt sterker af dan de gemiddelde afname van het totaal aantal bedrijven. De gemengde bedrijven nemen eveneens sterker af dan de gemiddelde bedrijfsafname. Deze bedrijven kunnen gestopt zijn of zijn zich meer gaan specialiseren in één bedrijfstak. • Het bedrijfstype “overige graasdierbedrijven” groeit of blijft ongeveer gelijk in aantal bedrijven. Dit heeft voornamelijk te maken met het feit dat dit voormalige veeteeltbedrijven zijn die nu aan het afbouwen zijn en/of het bedrijf nog op een min of meer hobbymatig voortzetten. De gemiddelde economische bedrijfsomvang van deze bedrijven is kleiner dan 30 NGE. • Over het algemeen daalt de veestapel in de 3 km zone rondom de 5 VHRgebieden. Gemiddeld genomen daalt de melkveestapel met 9% tussen 1997 en 2003. Dwingelderveld en Korenburgerveen zijn uitzonderingen. Daar blijft de melkveestapel gelijk of stijgt licht. Het aantal varkens en kippen daalt over deze periode met gemiddeld genomen 30%. CBS rapporteert over deze periode een jaarlijkse daling op nationaal niveau van melkvee met 6%, van varkens met 25% en van kippen met 20%. De veestapel daalt in de 3 km-zone sneller dan het landelijke gemiddelde. • Ondanks daling van het aantal bedrijven en het aantal dieren vindt er wel schaalvergroting plaats. Schaalvergroting betekent in dit geval dat het aantal dieren per bedrijven gemiddeld genomen toeneemt. In de melkveehouderij neemt het aantal melkkoeien per melkveehouderij in de periode van 1997 tot 2003 toe met ca. 27%. In de intensieve veehouderij geldt een groei van gemiddeld 27% meer varkens per bedrijf en 21% meer kippen per bedrijf. Landelijk neemt het gemiddeld genomen het aantal melkkoeien per melkveehouderij toe met 24%, het aantal varkens per intensieve veehouderij neemt toe met 32% en het aantal kippen per intensieve veehouderij neemt toe met 41%. Schaalvergroting van de intensieve veehouderij in de 3 km-zone is gemiddeld genomen lager dan het landelijke gemiddelde. Schaalvergroting van de melkveehouderij is daarentegen iets groter dan het landelijke gemiddelde.
Alterra-werkverslag ontwikkeling landbouw in 3km zone rondom 5 VHR gebieden.doc
11