Compositie mensen en dieren • Kijkrichting: er moet ruimte zijn in de richting waarin de persoon kijkt. • Geen storende elementen in kijkrichting of rond persoon (tak die uit het hoofd groeit)
EXTRA: Compositie volgens regel van derden • Liggend (close-up) portret: gezicht niet in midden, maar links of rechts naargelang kijkrichting
EXTRA: Compositie volgens regel van derden • Staand (close-up) portret: ogen op 1/3 van boven anders teveel verloren ruimte boven hoofd (en geen schouderlijn bij close-up)
EXTRA: Techniek portret • Portret = beperkte scherptediepte, scherpe persoon komt los van onscherpe achtergrond. • Camera op diafragmavoorkeur: A(v) & klein f-getal (f4) of portretpreset • Beetje inzoomen (50 mm – geen vervormingen) • Iso 100 – 200: goede lichtomstandigheden (helder weer buiten, binnen met veel licht)
• Iso 400 – 800 of meer: minder goede lichtomstandigheden (buiten grijs weer of valavond, binnen weinig licht. Iso omhoog = sluitertijd korter 1/30e sec)
EXTRA: Techniek portret • Altijd scherpstellen op ogen mens & dier (middelste scherpstelpunt)
• Ontspanknop half ingedrukt houden en nieuwe compositie bepalen • Voor mooie spontane glimlachen, camera op continue transportmodus (burst) en aantal foto’s maken. Achteraf beste uitkiezen
Belichting bij daglicht: felle zon, schaduw of avondzon??? • Geportretteerde moet niet in de zon staan. - dichtgeknepen ogen - te sterke contrasten (accentueren v rimpels) • Persoon in de schaduw fotograferen, of later op de dag bij minder sterk zonlicht. • Beste moment voor portretfoto’s is late namiddag: warme, gouden gloed (op de middag is het licht te hard en fel)
Persoon in felle zon: dichtgeknepen ogen harde contrasten
Persoon in schaduw: open ogen zachte contrasten
Mooi portret in tegenlicht koelere kleuren (blauw) Zakelijkere sfeer
Portret in late namiddag minder harde contrasten Warme, oranje gloed: sfeer
Tegenlichtopnames : invulflits • Wanneer je portret maakt tegen het licht (veel lucht of hemel als achtergrond) en persoon wordt niet rechtstreeks door zonlicht belicht, dan zal de persoon veel te donker op de foto staan (onderbelicht tot onherkenbaar silhouet)
• Lichtmeter in camera meet veel licht van de achtergrond en zal de belichting kort houden waardoor het donkerdere gezicht niet lang genoeg belicht wordt
Tegenlichtopnames : invulflits • Oplossing = Invulflits. Het flitslicht zal de schaduwen in het gezicht uitlichten zodat het “klaarder” wordt • In AUTO-stand zal de automatische flits niet afgaan, want voldoende licht. • In P of AV-stand kan je via flitsknopje op camera de flits handmatig activeren • Hou rekening met het flitsbereik: 3 à 5 meter. Dichter = persoon overbelicht, verder = geen effect van de flits
Interne flits perfect als invullicht buiten • • • •
Interne flits werkt perfect als invullicht om buiten schaduwen uit te lichten Kleur en eigenschappen van flits komen dicht in buurt van daglicht (wit licht) Rekening houden met beperkt bereik van 3tal meter Bovendien worden de kleuren iets warmer (zonniger)
Buiten zonder invulflits
Buiten met invulflits
Buiten zonder invulflits
Buiten met invulflits
Buiten zonder invulflits
Buiten met invulflits
Buiten: zonder en met invulflits
Buiten: zonder en met invulflits
Opdracht buitenportret met en zonder invulflits • Maak buiten een portret van iemand met als achtergrond veel lucht (hemel) • Zet eerst de camera op AUTO. De automatische flits zal niet afgaan, want camera meet voldoende licht. Persoon zal onderbelicht zijn • Maak nu opnieuw je portret, maar met de camera op diafragmavoorkeur: AV. We willen een beperkte scherptediepte, dus f4 (of f5,6 als je iets meer inzoomt). Buiten = voldoende licht, dus iso 100-200
Opdracht buitenportret met en zonder invulflits • Scherpstellen op de ogen, herkadreren volgens regel van derden en met ruimte in kijkrichting • Maak de eerste foto weer zonder flits en bekijk het resultaat (persoon zal te donker zijn) • Activeer nu de flits (invulflitsen) en sta op 3 à 5 meter van de persoon (persoon zal goed belicht zijn) • Ga verder achteruit en probeer opnieuw (geen effect meer van de flits)
• Tegenlichtopnames buiten = altijd zelf flitsen
Belichting binnen: opgepast met flitslicht! Niet altijd nodig!!! • Binnen is er meestal minder licht dan buiten, vandaar dat op de AUTO-stand de automatische flits redelijk snel zal afgaan. • Flitslicht is een sfeerbederver - Opname van een geforceerd moment - Te sterke slagschaduwen (direct flitslicht) - Rode ogen als persoon recht in lens kijkt • Flitslicht als enige lichtbron valt te vermijden en is vaak minder nodig dan je denkt
Foto met flits harde contrasten voorgrond overbelicht (fles) glimmende neus
Foto zonder flits minder scherp meer sfeer minder scherpe contrasten
Portret binnen: voldoende licht • Alternatieven voor flitsen … • Voldoende diffuus (= niet rechtstreeks) (kunst)licht - staande lamp naast persoon - tweede minder sterke lamp aan andere kant of bijlichten met wit karton (reflectiescherm) - 3de lamp schuin achter persoon zorgt voor glamoureffect. • Fotograferen aan raam met zijdelings natuurlijk licht Zoom DVD Weinig licht: deel 10
Portret met flitslicht als enige lichtbron •Rode ogen •Slagschaduw op muur •Harde contrasten •Koude kleuren •Glimmende neus •Vlakke belichting, geen diepte in gezicht
Portret met 2 lampen & flits als lichtbron •Zachte belichting •Schaduw-lichtspel zorgt voor diepte in gezicht •Zachte contrasten •Flitslicht zorgt voor fonkeltjes in ogen
Portret met 3e lamp schuin achter •Mooi tegenlicht •Glamoureffect
EXTRA: eerst iso opdrijven, dan pas flitsen • Flitsen binnen = laatste redmiddel, probeer het in eerste instantie te vermijden door: – Te zorgen voor extra kunstlicht (lampen) of natuurlijk licht (aan het raam) – De lichtgevoeligheid of iso op te trekken (zie later belichting). Binnen = iso 400, 800, 1600 of meer om de sluitertijd korter dan 1/30e seconde te krijgen • Lukt het dan nog niet: nu pas flits activeren
Kinderen • Scherpstellen op ogen • Gebruik de (optische) zoom, zo kan je wat afstand houden en heb je spontaan beeld • Op ooghoogte van kind, dus zelf liggend of door de knieën • Geen kledij met drukke patronen of tekeningen: aandacht naar kind en niet kledij
Kadrering personen • Ten voeten uit of enkel close-up van gezicht ? • Ten voeten uit: let erop dat ook voeten erop staan • Close-up: goed kijken waar beeld afgesneden wordt
Kadrering close-up • Nooit snijden halverwege de nek: onthoofd door onderste rand
Kadrering close-up • Neem dus steeds stukje schouderlijn mee in beeld
Kadrering close-up • Snijden door het voorhoofd is zelden een probleem, snijden door de kin is niet zo’n goed idee
Kadrering en gewrichten • Beeld niet afsnijden in gewrichten (pols, knie, elleboog, enkel) want dan lijkt het alsof die mankeren. Dus beter wat in- of uitzoomen
Eindwerkopdrachten Portret (5) • Techniek: beperkte scherptediepte en correcte scherpstelling • Compositie: regel van derden, kijkrichting, kadrage • Belichting: mooie zachte belichting • Onderwerpen: – Close up portret binnen en buiten – Medium tot ten voeten uit portret binnen en buiten – Tegenlichtopname buiten
• Creativiteit, originaliteit, locatiekeuze, spontaan of overacting, …
Dieren • Scherpstellen op ogen • Gebruik maken van de (optische) zoom zodat je wat afstand kan houden • Op ooghoogte van het dier, dus zelf liggend of door de knieën • Een niet-alledaags standpunt is leuk en speciaal • Interesse van het dier opwekken • Kadrage: snijden net boven de staande oren
Rechtopstaande oren: mooi boven oren snijden: niet teveel ruimte laten
Rechtopstaande oren: mooi boven oren snijden: niet teveel ruimte laten
Landschappen en steden • Cameratechniek: – Kleine brandpuntsafstand = brede kijkhoek en veel diepte – Groot diafragmagetal : f22 = veel scherptediepte, alles scherp, van voorgrond tot achtergrond – Meervlaks lichtmeting – Iso opdrijven naargelang het licht (om sluitertijd korter dan 1/30e seconde te krijgen)
Hou de horizon recht • Basisregel voor geslaagde landschapsfoto is rechte horizon. Bij fotograferen camera zo waterpas mogelijk houden • Compact camera’s: mogelijkheid om rasterlijnen op lcd-scherm te tonen, reflex niet • Gebruik de scherpstelzones in je zoeker • Waterpas, statief of nabewerking
Horizon staat scheef!!!
Voorgrond en achtergrond: diepte • Je fotografeert het uitgestrekte landschap of het berglandschap omdat je op dat moment een “waw-gevoel” hebt. • Vaak krijg je dit gevoel niet meer bij het bekijken van de genomen foto. Foto ziet er nogal vlak uit. • Zorg dus zelf voor de diepte in je foto door iets op de voorgrond van je foto te plaatsen (denk in laagjes: voorgrond – midden – achtergrond)
Niets op de voorgrond dus weinig diepte in deze foto
Struiken op voorgrond kasteel in het midden bergen als achtergrond veel meer diepte in de foto
Hoe krijg ik diepte in mijn foto? • Plaats een interessant (natuurlijk) element op de voorgrond (overhangende takken, struik, boom, gras, …)
Nogal vlak, weinig diepte
Ga wat achteruit, neem het standbeeld mee in de compositie en je hebt veel meer diepte en een aantrekkelijker beeld
Geen voorgrond
Met voorgrond
Verander van standpunt • Meeste foto’s worden gemaakt op ooghoogte = voorspelbaar beeld • Door ander standpunt krijg je vaak verrassend & minder alledaags beeld • Lager standpunt en je krijgt automatisch een voorgrond en dus diepte in je foto
Op ooghoogte
Lager standpunt zorgt voor voorgrond
Laag camerastandpunt om hoogte extra te benadrukken
Hoog camerastandpunt = overzicht
De Gulden snede regel van derden
• Vuistregel om harmonie en evenwicht in je compositie te brengen • Verdeel het beeld horizontaal en verticaal in 3 zones en plaats belangrijke onderwerpen op zo’n denkbeeldige derdelijn
Zoom DVD Beter Zien: 5: De Gulden snede
Positie van de horizon • Horizon in midden = saaie foto, geen nadruk op lucht of grond. Waarom nam je deze foto??? • Horizon op 1/3 van onder: meer nadruk op de lucht, mooie wolkenhemel • Horizon op 1/3 van boven: meer nadruk op de grond, op het landschap. Kan bij saaie lucht • Je legt meer gewicht bij bepaald gebied en zo dus ook nadruk op waarom je die foto nam
Horizon op helft: teveel saaie lucht het eigenlijke onderwerp (rotsen) in hoekje geduwd
Horizon op 1/3e nadruk op rotsen: minder lucht gras op voorgrond: diepte
Horizon in midden = geen nadruk
Horizon op 1/3 boven = nadruk op grond
Horizon op 1/3 onder = nadruk op lucht
Positie van het onderwerp • Onderwerp ook niet in het midden maar eerder links of rechts = geeft meer evenwicht • Bij personen naargelang de kijkrichting
Compositie volgens de gulden snede • De lijnen van de gulden snede staan eigenlijk niet exact op 1/3 van de rand maar meer naar het midden toe. • 1 2 3 5 8 13 21 34 55 ... (reeks van Fibonacci) 2:3= 0,67, 34:55= 0,62
Ook deze Griekse tempel is gebouwd volgens het principe van de Gulden Snede
Veel bloemen en planten zijn opgebouwd volgens de Gulden Snede
Zelfs het menselijk gelaat is gebouwd volgens het principe van de Gulden Snede
EXTRA: Symmetrische compositie • In de meeste gevallen krijg je een meer evenwichtige compositie door de regel van derden in je beeld te steken, maar er zijn ook uitzonderingen hierop • Wanneer je onderwerp symmetrisch is en je wilt deze symmetrie benadrukken dan MOET de symmetrie- of spiegellijn in het midden van je beeld staan • Weerspiegeling in water, interieur kerk, …
EXTRA: Symmetrische compositie
EXTRA: Symmetrische compositie
Staande of liggende foto ??? • Staande foto benadrukt verticale lijnen en hoogte. Liggende foto benadrukt weidse breedte
Selecteer je onderwerp: less is more • Probeer je te beperken tot 1 duidelijk onderwerp en vermijd storende elementen op voor- & achtergrond • Wat niet op de foto komt is bijna even belangrijk als wat er uiteindelijk te zien is
Selecteer je onderwerp: less is more
Invoerende lijnen zorgen voor diepte • Gebruik diagonaallijnen in de foto: deze zorgen ervoor dat je in de foto gezogen wordt. (Liefst van linksonder naar rechtsboven: leesrichting)
• Laat deze invoerende lijnen zoveel mogelijk vanuit een hoekpunt vertrekken, zo benut je de volledige breedte van het beeld
Invoerende lijnen zorgen voor diepte
Zoom DVD Beter Zien: 8: Creëer diepte
Conclusie • Maak niet zomaar rap rap je foto maar zoek een voorgrond, diagonaallijn, … Verken de omgeving rond je onderwerp
Eindwerkopdrachten landschappen en steden (4) • Techniek: maximale scherptediepte en scherpe foto • Compositie: regel van derden of symmetrie, rechte horizon, standpunt, diepte door laagjes en lijnen • Belichting: aanwezige licht mooi verwerken in foto • Onderwerpen: – – – –
Landschap met meer gewicht aan lucht Landschap met meer gewicht aan grond Landschap waarin symmetrie benadrukt wordt Stadszicht met diepte
• Creativiteit, originaliteit, locatiekeuze, …
Macro en close-up • = maken van extreme close-ups door het objectief dicht bij het onderwerp te plaatsen. • Ieder objectief heeft minimale scherpstelafstand. Ga je met objectief dichter dan dit: scherpstelling onmogelijk • (Ontspanknop half indrukken – geen biepje – geen scherpstelzone die oplicht en je kan niet doordrukken om foto te maken)
• Oplossing: ga achteruit en probeer opnieuw (je kan maar moeilijk meer spreken van close-up)
Macro en close-up • Oplossing??? Macrostand activeren: tulpsymbool. • Ok voor compact camera, niet voor reflex: zie scherpstelzones: multizone en dus geen controle over waar de scherpstelling valt
Cameratechniek reflexcamera • Macro = beperkte scherptediepte: dus diafragmavoorkeur: f4 – f8 • Iso opdrijven om sluitertijd korter dan 1/30e te houden • Hoe meer je inzoomt (grotere brandpuntsafstanden) hoe beperkter de scherptediepte en hoe strakker de kadrage
Macro of Close-up???? • Macro: vw dat je fotografeert komt op ware grootte op sensor. Dit kan enkel met een speciaal macro-objectief voor reflexcamera of bepaalde voorzetlenzen (zie fotografie 2) • Close-up: (tulpje op compact en reflex): je kan dichter dan normaal scherpstellen, maar geen ware grootte
Compact camera’s in het voordeel • Met een compact camera kan je veel dichter bij je onderwerp komen en toch nog goed scherpstellen (door kleinere sensor) en daardoor kan je een mooiere en grotere close-up maken dan met een reflexcamera (min 45 cm) • Wil je het zelfde effect met een reflexcamera: dan heb je een speciaal macro-objectief nodig. Voordeel dan is dat je met macro bezig bent en niet meer met close-up (fotografie 2)
Aandachtspunten bij macro (close-up) • Beperkte scherptediepte : punt waarop scherpgesteld is, zal scherp zijn. Voor- en achtergrond zal onscherp zijn. (dus goed mikken en vaste hand hebben of scherpstelpunt ligt fout)
• Statief is soms nodig • Nooit flitsen bij close-ups want de flits zit te dicht bij het onderwerp waardoor alles overbelicht zal worden
Heel beperkte scherptediepte in macrostand: Hartje gele bloem scherp, blauwe bloem op achtergrond en geel blaadje linksvoor onscherp
Dankbare onderwerpen voor macro • Bloemen en planten: je kan zonder probleem dichtbij komen & indien windstil: geen probleem met scherpstelling (wind is grootste probleem)
Dankbare onderwerpen voor macro • Voeding: hier geen problemen met wind. Je kan perfect compositie bepalen en experimenteren met verschillende achtergronden
Dankbare onderwerpen voor macro • Alledaagse voorwerpen: ook hier geen problemen met wind. Je kan perfect compositie bepalen en experimenteren met verschillende achtergronden
Dankbare onderwerpen voor macro • (kruipende) insecten: insecten fotograferen is niet zo evident. Kruipende insecten is meestal nog te doen maar beweeg langzaam en voorzichtig zodat je dier niet opschrikt
Dankbare onderwerpen voor macro • Structuren en patronen: roest, hout, mos …
Compositie bij close-ups • Basisprincipe: regel van derden
Compositie bij close-ups • Beeldvullend: focuspunt mag centaal (symmetrie benadrukken)
Compositie bij close-ups • Diagonale lijnen zorgen voor diepte en dus ook verloop in scherptediepte
Compositie bij close-ups • Kies je standpunt: op gelijke hoogte zodat je diepte in je beeld krijgt
Extra tips close-ups • Experimenteer met achtergronden en complementaire kleuren (rood-groen, geel-blauw). Gebruik evt gekleurd papier als achtergrond
Extra tips close-ups • Let op de lichtinval: bloemen en bladeren zijn vaak prachtig als de zon erdoor schijnt en je het lijnenspel van de nerven kan zien
Extra tips close-ups • Waterdruppels op planten bieden meerwaarde: dauwdruppels, regendruppels of vernevelen met plantenspuit
Extra tips close-ups • Hetzelfde geldt voor rijm ‘s winters
Laag standpunt Compositie volgens regel van derden
Beperkte scherptediepte Gras zorgt voor voorgrond Compositie volgens gulden snede
Complementaire kleuren
Alledaagse dingen worden speciaal in macro
Eindwerkopdrachten close-up (4) • Techniek: beperkte scherptediepte en correcte scherpstelling • Compositie: regel van derden of beeldvullend, standpunt, diepte • Belichting: aanwezige licht mooi verwerken in foto • Onderwerpen: – – – –
Bloemen en planten Voeding Dagdagelijkse voorwerpen (abstracte) structuren en patronen
• Creativiteit: kleuren, water, in scène zetten, …
Einde thema 5