ONTWERPVISIE WINDPARK KREEKRAKSLUIZEN - SPUIKANAAL - DEFINITIEF
Waar de wind waait
1
Colofon Opdrachtgevers: Delta Energy Eneco Energieprojecten Winvast Groep Kreekrakpolder
December 2007 veenenbos en bosch landschapsarchitecten Zijpendaalseweg 51 6814 CD ARNHEM T 026 3515195 E
[email protected] W www.veenenbosenbosch.nl Ontwerpteam: Jeroen Bosch Bart Janssen Lucia van der Lee 2
ONTWERPVISIE WINDPARK KREEKRAKSLUIZEN - SPUIKANAAL - DEFINITIEF
Waar de wind waait
3
Inhoud 4
Inleiding 1. Van alle kanten Een bijzondere ligging Infrastructurele kluwen Veelzijdig gebruik
6 7 7 11
2. Windpark Samenhang Strak ritme Afstanden Hoogtepeilen Type turbines Grootte turbine Kleur Plateaus Kasten Beveiliging Toegangswegen
14 15 17 18 19 19 20 20 21 22 22 23
3. Fotomontages Wat we (niet) zien Markiezaat / Bergse Plaat A58 bij Rilland Brabantse Wal Brug over Schelde-Rijnverbinding Oesterdam
24 25 26 28 30 32 34
Bronnen
36
Inleiding
Schone energie Het dit voorjaar afgesloten regeerakkoord gaat uit van een aandeel van 20% duurzame energie in 2020. Wind is een niet meer weg te denken bron voor de opwekking van duurzame energie; op uiteenlopende plaatsen in het land zijn de laatste decennia windturbines opgericht. Ook in Zeeland wordt schone energie geproduceerd. In het omgevingsplan heeft de Provincie vier locaties om windturbines te concentreren aangewezen: de Kreekraksluizen, het Sloegebied, de omgeving van Terneuzen en de Oosterscheldekering.
het park zal gaan krijgen, vormt een uitdaging om de opstelling op alle niveaus nauwkeurig vorm te geven. Zorgvuldigheid op de grote schaal is een eerste vereiste, maar ook van dichtbij dienen de objecten op een verantwoorde manier in het landschap te worden geplaatst. Daarmee bewijst het windpark straks niet alleen nut als leverancier van schone energie maar vormt het tevens een bron van landschappelijk vermaak.
Vergroot park Al enige jaren bestaat het voornemen om het bestaande windpark langs de Kreekraksluizen op te waarderen. Toen bekend werd dat een aantal agrariërs ten zuiden van de A58 een rij turbines wilde plaatsen zagen de Provincie Zeeland en de gemeente Reimerswaal hierin een goede aanleiding om de verschillende initiatiefnemers bij elkaar te brengen en onderzoek te laten doen naar één groot samenhangend windpark. Het plan is nu om de oude 26 turbines langs de Kreekraksluizen te vervangen door een 15-tal nieuwe hogere windturbines. De turbines krijgen drie in plaats van twee rotorbladen. De uitbreiding in zuidelijke richting omvat een rij van 7 turbines ten oosten van het Rijn-Scheldekanaal en een rij van 6 ten westen van het Spuikanaal. Ontwerpvisie Dit boekje brengt de bijzondere landschappelijke positie van de locatie waarop het windpark Kreekraksluizen-Spuikanaal is gepland in beeld. Op basis van de analyse van het landschap wordt voor de situering van de 28 turbines een ontwerpvoorstel gedaan. De lengte van grofweg zeven kilometer, die
bestaand windpark langs Oesterdam 5
Van alle kanten 6
Een bijzondere ligging Wie over de A58 vanuit NoordBrabant naar Zeeland rijdt ondergaat voorbij Bergen op Zoom een bijzondere landschappelijke ervaring. Van de hoger gelegen beboste zandgronden duikt de automobilist naar beneden het uitgestrekte open land in. Alhoewel we hier eerst nog over Brabants grondgebied rijden associëren we de dijken, ruime akkers en vergezichten meteen met Zeeland. De overgang van het glooiende land naar de uitgestrekte polders staat bekend als dé entree tot Zeeland. Zo’n 5 kilometer nadat we de polder binnenrijden kruist de snelweg de Schelde-Rijnverbinding en het Spuikanaal. Ook vanaf wegen vanuit andere richtingen - de A4 vanuit de Antwerpse haven en de oesterdam vanaf Tholen - ligt de locatie waarop het windpark is gepland goed ik de kijker. Eeuwenlang lag tussen Noord-Brabant en Zuid-Beveland een diepe stroomgeul, het Kreekrak. Achtereenvolgende bedijkingen brachten Brabant en Zeeland steeds dichterbij elkaar. Aan de Brabantse kant stukje bij beetje; een reeks oude zeedijken tekent hier het land. Vanuit Zeeland waren de inpolderingen forser: grote rechthoekige verkavelingen bepalen er het beeld. Infrastructurele kluwen Nadat in de tweede helft van de 19e eeuw een spoorwegverbinding over een dam door het Kreekrak de twee provincies met elkaar verbond werd met de aanleg van de Kreekrakpolder in 1923 Zuid-Beveland daadwerkelijk aan het vaste land geklonken. In de jaren ’60 van de vorige eeuw volgde de aanleg van de A58, de snelwegverbinding naar Middelburg en Vlissingen. Om het voor de binnenvaart gemakkelijker te maken van Rotterdam naar Antwerpen te varen werden
1650
1850
1953
2003
Zuid-Beveland met Brabant verbonden, Schelde-Rijnverbinding
1857
1911 1885
1923
1856 1773
1861
1851 1975 1882
1861
1685
1904 1801 1897
1651
1975 1856 1809
stelsel van inpolderingen, kanalen door jongste polders 7
overgang van glooiend en bebost zand naar polderland 8
Brabantse zandgronden
dijk langs Markiezaatsmeer
sluizencomplex Kreekrak
open polders
beplanting langs verbindingskanaal
Bathse Schor
Schelde-Rijnkanaal
Markiezaatsmeer
Oesterdam en Oosterschelde 9
ondergronds transport
brug over Schelde-Rijnkanaal
trace's van hoogspanningslijnen 10
infrastructureel knooppunt
halverwege de jaren ’70 middels de aanleg van het Schelde-Rijnkanaal de Westerschelde en Oosterschelde opnieuw met elkaar verbonden. De ten noorden van de A58 gelegen Kreekraksluizen scheiden het zoute van het zoete water. Het westelijk van het Schelde-Rijnkanaal gelegen Spuikanaal voert overtollig zoet water af naar de Westerschelde. Behalve het spoor, de wegen en waterlopen treffen we in het gebied verschillende hoogspanningsleidingen aan: parallel aan de A58, ten oosten van de Kreekraksluizen en over de dam tussen de Rijn-Scheldeverbinding en het Spuikanaal. Ondergronds lopen er ter plaatse alle mogelijke kabels en leidingen: gas, kpn, riool, drinkwater en elektriciteit. De luchtmachtbasis Woensdrecht legt extra beperkingen op. De locatie waarop het windpark is voorzien is een ware infrastructurele kluwen. Veelzijdig gebruik Het gebied waar het windpark gebouwd gaat worden is verre van eenvormig. Op de grote schaal is sprake van de bijzondere landschappelijke overgang van het zand naar de klei. Tussen twee grote zeearmen klieft een brede scheepvaartverbinding door het Zeeuwse polderland. In het zuiden domineren de landbouw met de kanalen middendoor, in de noordelijke helft zijn de sluizen de blikvanger. Opvallend is dat rond de locaties waar de windturbines gepland zijn veel geboomte staat. Zowel langs de snelweg, ter hoogte van de kruising met de kanalen, rond de sluizen als langs de kanalen staan bosschages en rijen bomen. Het gebied verandert voortdurend. Aan de oevers van de Markiezaat, ten oosten van de sluizen, ontwikkelt zich natuur. Mogelijk dat ook de Hogerwaardpolder, ten zuiden hiervan, voor de natuur wordt ingericht. Ten
infrastructurele kluwen
kabels en leidingen met veiligheidszones 11
12
crossterrein
modelvliegen
schietvereniging
golfen, op achtergrond Antwerpen
uitkijken op de Bathse Dijk
picknickplaats bij het sluizencomplex
uitkijktoren op Brabantse Wal
vissen bij de sluizen
fietsen over de Markiezaatskade
zuidwesten van het Bathse Spuikanaal is kortgeleden - ter compensatie van bij het uitbaggeren van de Westerschelde verloren geraakte natuur - een zoetwaterkreek aangelegd. Het gebied trekt recreanten van velerlei pluimage. Bij mooi weer houdt men zich op uiteenlopende plaatsen op. Vooral de randen langs de waterwegen en de omgeving van de kunstwerken bieden ruimte voor uiteenlopende activiteiten. Aan de zuidzijde treffen we golf en modelvliegtuigjes aan alsook lawaaisporten als een schietvereniging en een motorcrossterrein. Een bijzonder punt is de dijk bij Bath vanwaar men naar de kolossale zeeschepen, die vlak onder de oever door varen, komt kijken. Bij de Kreekraksluizen worden rondwandelingen gemaakt, via de Markiezaatskade en de Brabantse Wal fietst men rondjes van en naar Bergen op Zoom.
uiteenlopende vormen recreatie 13
Windpark 14
Samenhang Laten we de landschappelijke betekenis van de locatie op ons inwerken en proberen we deze te zien in relatie tot het ontwerp van een nieuw windpark dan komen er een paar gedachten bovendrijven. Het geplande windpark ligt net voorbij de overgang van het meer besloten Brabantse land naar het uitgestrekte Zeeuwse polderland. De rijen dwars op de snelweg en spoorlijn geplaatste windturbines staan straks vol op de merendeels uit het westen waaiende wind. Dit benadrukt de entree tot Zeeland. De lijnen markeren tevens, op het punt waar Zuid Beveland op zijn smalst is, de doorgang voor de scheepvaart van Antwerpen naar Rotterdam. Bij de aanleg van een park van deze omvang op een plek die voor zowel passanten als recreanten betekenis heeft komt het aan op een op alle niveaus doordacht ruimtelijk ontwerp. Het gebied wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan visuele prikkels. Om te voorkomen dat de locatie verder desintegreert wordt voor het windpark ingezet op een krachtig samenhangend beeld. Om een evenwichtig ogend park te kunnen realiseren dienen alle ontwerpaspecten - de keuze van het type turbine, de plaatsing van de masten ten opzichte van elkaar en de afwerking van de omgeving - zorgvuldig op elkaar te zijn afgestemd.
markering entree van Zeeland én scheepvaartverbinding
15
landschapsvisie: samenhang 16
Strak ritme Ondanks alle plaatsingsbeperkingen die de locatie met zich meebrengt kunnen de 28 nieuwe turbines op een heldere wijze op de locatie worden geconcentreerd. Met de koppeling van het windpark aan het sluizencomplex en de kanalen ontstaat een opstelling van vier parallelle lijnen. Ter hoogte van de snelweg A58, het spoor en de twee hoogspanningsmasten valt logischerwijze een gat. Daarmee is sprake van een noordelijk deel langs de Kreekraksluizen - in feite de vervanging van de bestaande turbines - en een zuidelijk deel aan de buitenzijden van het dubbele kanaal. In het kortgeleden aangelegde natuurgebied 'De Bathse Schor' worden geen turbines geplaatst. De noordwestelijke lijn knikt aan de uiteinden mee met de dam langs het Spuikanaal. Door ruime onderlinge afstanden tussen de turbines blijft het windpark transparant. Hierdoor verhoudt het park zich goed tot het open polderland. Door de lengte van het park - grofweg zeven kilometer - in combinatie met het strakke ritme onderscheidt de opstelling zich van de meeste andere windparken in Nederland.
één park
drie lijnen, één met knikken
strak ritme 17
Afstanden Uitgangspunt is dat de turbines binnen een lijn zo veel mogelijk op onderling gelijke afstanden worden gezet. Omstandigheden ter plaatse - bijvoorbeeld leidingen in de ondergrond - kunnen aanleiding zijn om de plaatsing van een individuele turbine iets aan te passen. Om het ritme niet te verstoren blijven dergelijke verschuivingen binnen de perken. Met uitzondering van de aan het uiteinde knikkende lijn ten westen van de Kreekraksluizen stappen de turbines sowieso nergens buiten de lijn. Binnen de lijn zijn de onderlinge afstanden zo veel mogelijk gelijk. Gestreefd wordt naar een maximale onderlinge afwijking van circa 10%. Bij een gemiddelde afstand van bijvoorbeeld 400 m kan het verschil in afstand tussen de masten dus oplopen tot 40 meter. Een dergelijk verschil is hoegenaamd niet waarneembaar. Grotere verschillen dienen zo veel mogelijk te worden vermeden.
Voor de oostelijke opstelling op het sluizencomplex wordt nog onderzocht of de plaatsing van de zuidelijke turbine in één lijn mogelijk is. Ook de locatie ten noorden van het dienstgebouw van het sluizencomplex is in dit verband in studie. In het deel ten zuiden van de A58 is het op regelmatige afstand plaatsen van de turbines op enkele plekken gecompliceerder. Geprobeerd wordt om hier vrijstelling van de leidingexploitanten te verkrijgen. Als dit niet lukt zal in enkele gevallen de onderlinge afwijking van de tussenafstanden groter moeten zijn dan 10%. Voor enkele turbines wordt de nagestreefde maximale afwijking van 10% dan niet gehaald.
Zo gelijk mogelijk
��� �
��� �
��� �
��� � �� ��
��� �
binnen de lijn afstanden zo gelijk mogelijk
18
��� �
streven: niet meer dan 10 % marge in onderlinge afstanden
niet schuiven buiten de lijn
Hoogtepeilen Door verschillen in maaiveld kan het gebeuren dat de turbines niet allemaal op gelijke hoogte komen te staan. Bekijken we de vier locaties waarop de opstellingen zijn gedacht dan zien we binnen de lijnen verwaarloosbaar kleine hoogteverschillen, tussen de lijnen onderling zijn soms wel verschillen aanwezig. Een hoogteverschil tussen de lijnen tot maximaal 10% is acceptabel; dit is met het blote oog niet waarneembaar. Op basis van nu bekende gegevens wordt het maaiveldverschil nergens groter dan 5 meter. Bij masthoogtes van 90 meter zijn de uiteenlopende hoogtepeilen daarom geen hindernis.
Klein verschil acceptabel
Type turbines Samenhang, een strak ritme én een zo’n groot mogelijke transparantie worden ook vertaald naar de keuze van het type turbine. De snel draaiende tweewiekers worden vervangen door veel rustiger draaiende turbines met drie rotorbladen. Een zo klein mogelijke gondel heeft de voorkeur. De nieuwste generatie turbines heeft geen versnellingsbak meer tussen de rotor en generator. Daarmee ogen de moderne turbines ook van opzij rank. Bijkomend voordeel van dit type is dat er minder lawaai wordt geproduceerd, tevens is de turbine minder aan slijtage onderhevig. Uitgangspunt is de toepassing van één type over het hele park. Hiermee is een rustige én samenhangende verschijning gegarandeerd.
Eén type
�� �
variatie in hoogte maximaal 10 % van mastlengte
Eén type voor het hele park, keuze uit verschillende types 19
Grootte turbines Eerder is omschreven dat één type turbine voor het hele park uitgangspunt is. Voor het hele park is ook een gelijke lengte van alle afzonderlijk masten met gelijke afmeting van rotorbladen uitgangspunt. De inzet is om masten van 90 meter lengte en rotoren met een diameter van 90 meter te realiseren.
Eén hoogte
Grijswit Mast 90 m Rotor 90m
20
Kleur Uitgegaan wordt van turbines in dezelfde kleur grijswit. Door de bijzondere landschappelijke positie als ook door de grootte van de opstelling is het park voldoende onderscheidend. Dit hoeft niet extra benadrukt te worden door kleurtoevoegingen aan masten en rotorbladen. Grijswitte turbines hebben de eigenschap om mee te kleuren met de lichtval: staat de zon op de turbines dan lichten deze wit op, bij tegenlicht zien we juist grijze silhouetten aan de horizon. In het Zeeuwse landschap waarin de luchten door het op het water weerkaatsende licht zeer helder kunnen zijn voegen de grijswitte turbines zich goed.
Plateaus De windturbines worden op zware betonblokken bevestigd. Deze verharding is tevens nodig voor het dienstverkeer. Deze plateaus of platforms worden op het omliggende landschap aangepast. In het zuiden voegen blokvormige betonnen platforms zich goed in het akkerbouwgebied. Op de dammen bij de sluizen worden de masten ondergronds verankerd, het maaiveld wordt in grasbeton, of met gras begroeid puin uitgevoerd. Vanwege een grotere mastdoorsnede passen de platforms niet goed meer op de dam pal ten oosten van het Sluiskanaal; vanaf de oesterdam gezien zullen de plateaus uit de taluds komen te steken. Vanaf de weg gezien dient de voet van de mast zo ijl mogelijk te zijn; om die reden is het ontwerpuitgangspunt om de masten hier naar de oostzijde van de dam te verhuizen.
zuidelijke deel: betonnen plateau in de akker
Aansluiten bij landschap
noordelijke deel: bestaande park
ontwerpuitgangspunt noordelijke deel: voet achter de dam
21
Kasten Uitgangspunt is dat er bij de mast geen transformatorhuisjes of andere bouwsels worden geplaatst. Bij voorkeur komt alle techniek van de turbines in de masten. Als dat niet lukt is de concentratie van alle techniek in één centrale kast ook denkbaar, bijvoorbeeld nabij het bestaande trafostation.
Techniek in de turbine
22
Beveiliging De turbines komen in een omgeving te staan die voor recreanten betekenis heeft. Vooralsnog is het niet nodig om de turbines te beveiligen. Mocht dit in de toekomst wel noodzakelijk zijn dan verdient een beveiliging aan de mast de voorkeur boven een hek en poort in de toegangsweg. Een omheining om het platform doet afbreuk aan de landschappelijke beleving. Omdat de westelijke dam van het sluizencomplex niet toegankelijk is, is hier geen extra beveiliging van de turbines nodig.
Vrij in het veld
Toegangswegen Zowel voor de bouw van de turbines als voor het onderhoud zijn verharde wegen van plus minus 3.5 meter breed nodig. Deze wegen worden wat betreft ligging en materiaalgebruik zoveel mogelijk op de bestaande ondergrond alsook het landgebruik aangesloten. In het noordelijke deel van het park bieden de wegen van het sluizencomplex toegang tot het park, de onderhoudswegen naar de turbines worden in grasbeton, of met gras begroeid puin uitgevoerd. In het zuidelijke deel van het park takken de insteekwegen aan op de bestaande landwegen. Telkens wordt een verbinding naar de dichtstbijzijnde weg gelegd. Door de wegen hier in gestort beton uit te voeren worden ze familie van agrarische bedrijfswegen.
In landschap passend
betonpaden in akkers
groene paden
aantakken op bestaande wegen 23
Fotomontages
Wat we (niet) zien Op vijf verschillende plekken zijn panoramafoto’s van het landschap gemaakt: vanuit alle windrichtingen van dichtbij en verder weg van het park. Aan de rand van de wijk Bergse Plaat in Bergen op Zoom kijken we over het Markiezaatsmeer in zuidwestelijke richting. Langs de A58 bij Rilland zien we in oostelijke richting. Vanaf de Brabantse Wal bij Hoogerheide kijken we in westelijke richting. Op de brug in de Bathseweg over de Schelde-Rijnverbinding kijken we in noordelijke richting. En op de Oesterdam kijken we vanaf de parkeerplaats langs de N659 in zuidelijke richting. In alle vijf de foto’s is het ontworpen windpark gemonteerd. De montages tonen turbines van 90 meter met rotoren van 90 meter. Op de foto’s blijkt dat het landschap van de 'entree van Zeeland' veel minder open is dan je zou denken. Op veel locaties blokkeren erfbeplantingen, bomen op dijken of bosschages langs wegen en kanalen het zicht op grote delen van het windpark. Vanaf de oesterdam valt de noordelijke helft van het park goed waar te nemen. Vanaf de Bergse Plaat is bij helder weer het hele windpark in een oogopslag te overzien.
1 5
4
2
1
3
25
Situatie nu
Markiezaat / Bergsche Plaat
26
Masten 90 meter hoog, rotor 90 meter diameter
27
Situatie nu
A58 bij Rilland
28
Masten 90 meter hoog, rotor 90 meter diameter
29
Situatie nu
Brabantse Wal
30
Masten 90 meter hoog, rotor 90 meter diameter
31
Situatie nu
Brug over Schelde-Rijnverbinding 32
Masten 90 meter hoog, rotor 90 meter diameter
33
Situatie nu
34
Oesterdam
Masten 90 meter hoog, rotor 90 meter diameter
35
Bronnen
Literatuur: Landscape & wind park, J. Heersche e.a., Wageningen University 2006 Omgevingsplan Zeeland 2006- 2012, Provincie Zeeland, 2005 Polders! Gedicht Nederland, A. Geuze e.a., NAi Uitgevers, 2005 Vensters op Zeeland, routeontwerp A58 / N62, Provincie Zeeland / veenenbos en bosch, 2006 Kaartmaterialen: Grootschalige basiskaart Nederland 1:25.000, Topografische Dienst Kadaster, Emmen, 2005 Grote Historische Topografische Atlas 1900-1930, Uitgeverij Nieuwland, 2006 Grote Historische Atlas van Nederland 1838-1857, Wolters Noordhof, 1990 Internet: www.vrom.nl www.wikipedia.nl
36