alert
5
architecture | living | ecology | research | teamwork
ontwerpen in meervoud concevoir au pluriel
5
Ontwerper en opdrachtgever op zoek naar de roots Auteur de projet et commanditaire à la recherche des racines
9
Op zoek naar een architectuur zonder ‘identiteit’ maar met ‘wortels’, in een geglobaliseerde wereld En quête d’une architecture sans ‘identité’ mais dont les ‘racines’ sont ancrées dans un monde globalisé
15
Internationale ervaring binnen BURO II & ARCHI+I Expérience internationale au sein de BURO II & ARCHI+I
31
Interdisciplinaire culturele platforms Plates-formes culturelles interdisciplinaires
45
Architectuur als culturele transformator L’architecture comme transformateur culturel
In de basisvisie van ons bureau spreken we steeds over de multidisciplinaire aanpak als uitgangspunt. Een geïntegreerd proces dat zich kenmerkt door het samenbrengen van de juiste actoren, elk vanuit hun eigen vakkennis, om het project tot een hoger niveau te tillen. Wij blijven ervan overtuigd dat deze aanpak de juiste is om tegemoet te komen aan de hedendaagse en toekomstige ruimtelijke uitdagingen. Binnen ons uitgebreid team van verschillende mensen en disciplines, aangevuld met externe partners, elk met een eigen achtergrond en visie… merken we nog een bijkomend aspect. Het is niet enkel de specialisatie van de betrokkene die zijn kijk op een bepaalde probleemstelling bepaalt, maar ook zijn of haar culturele achtergrond. In projecten waarbij er in België of het buitenland samengewerkt wordt met buitenlandse partners, wordt dit nog duidelijker zichtbaar. Men brengt niet enkel een specifieke kennis, maar tevens een eigen wereldbeeld op tafel. Bij grotere buitenlandse projecten lijkt het een evidentie om te stellen dat deze ‘nieuwe kijk’ meestal een meerwaarde betekent. Maar gaat het om het importeren van een andere visie of cultuur? Of gaat het eerder om een toevoeging, het overstijgen van het alledaagse door er nieuwe, verrijkende elementen aan toe te voegen, zonder daarom het oorspronkelijke of het lokale te verwerpen? Hoe kunnen we onze buitenlandse ervaringen benutten om ook in de dagelijkse werking hier een meerwaarde te creëren? En welke rol spelen de eigen medewerkers hierin – die ook van gevarieerde nationaliteiten en culturele afkomst zijn (een 18-tal ondertussen)? Kunnen we hun ‘andere kijk’ gebruiken in de projecten om onszelf en misschien ook onze opdrachtgevers tot nieuwe inzichten te brengen? Kunnen we ons een beeld vormen over wat de meerwaarde van een Belgisch bureau is (kan zijn) in het buitenland? En vice versa, wat verwachten wij – en vooral de opdrachtgevers – als meerwaarde van een buitenlands bureau dat we hier uitnodigen?
Dans la vision fondamentale de notre bureau, nous préconisons toujours une approche multidisciplinaire en tant que point de départ; un processus intégré qui se caractérise par le regroupement des acteurs adéquats, chacun avec sa propre connaissance du métier, pour élever le projet à un niveau supérieur. Nous restons convaincus que cette approche est la bonne pour relever les défis urbanistiques actuels et futurs. Au sein de notre vaste équipe composée de personnes et de disciplines variées, complétée par des partenaires externes, chacun ayant leur propres vécu et vision..., nous constatons qu’un aspect supplémentaire entre en compte. Ce n’est pas seulement la spécialisation de l’intéressé qui détermine son regard sur une problématique particulière, mais aussi ses antécédents culturels. Ceci est encore plus nettement visible dans des projets de collaboration avec des partenaires étrangers en Belgique ou à l’étranger. Chacun apporte non seulement une connaissance spécifique, mais aussi sa propre vision du monde. En ce qui concerne des projets de plus grande ampleur à l’étranger, il semble évident d’affirmer que ce ‘regard neuf’ constitue généralement une plus-value. Mais s’agitil d’importer une autre vision ou culture? Ou s’agit-il plutôt d’un ajout, du dépassement du quotidien en y intégrant des éléments neufs et enrichissants, sans pour autant rejeter l’originel ou le local? Comment pouvons-nous mettre ici nos expériences étrangères à profit pour également générer une plus-value dans le fonctionnement quotidien? Et quel rôle jouent nos propres collaborateurs internes – qui sont également de nationalités et d’origines culturelles variées (18 à présent)? Pouvons-nous utiliser leur ‘autre regard’ dans les projets pour nous apporter, et peut-être aussi à nos maîtres d’ouvrage, de nouvelles connaissances? Pourrions-nous avoir une idée de la plus-value d’un bureau belge à l’étranger? Et inversement, qu’attendons-nous, et les maîtres d’ouvrage surtout, comme plus-value d’un bureau étranger invité chez nous?
1
De zoektocht naar meerwaarde staat daarbij steeds centraal: voor de ontwerpers, voor het proces, maar vooral ook voor de opdrachtgevers en eindgebruikers/bewoners. Hoe kunnen we komen tot een gedragen strategie voor ruimtelijk ontwerp binnen een geglobaliseerde wereld, met respect voor en inbreng van verschillende vormen van kennis, cultuur en inzicht?
La quête de plus-value est de ce fait toujours centrale: pour les concepteurs, pour le processus, mais surtout aussi pour les maîtres d’ouvrage et les utilisateurs finaux/occupants. Comment pouvons-nous parvenir à une stratégie soutenue de conception spatiale dans un monde globalisé, en respectant et en bénéficiant de différentes formes de connaissance, de culture et d’intelligence?
Deze vragen stellen wij in dit nummer. Samen met onze medewerkers en een aantal buitenlandse partners gaan we op zoek naar mogelijke antwoorden. Maar zoals zo vaak is dit enkel een aanzet voor een bredere vraagstelling en een ruimer debat.
Ce sont toutes ces questions que nous abordons dans ce numéro. Avec nos collaborateurs et un certain nombre de partenaires étrangers, nous avons recherché toutes les réponses possibles. Mais comme souvent, cela débouche sur des questions encore plus vastes et amène un débat bien plus large.
Rita Agneessens CEO, partner architect - urban planner
Rita Agneessens CEO, partenaire architect - urban planner
2
3
De markt in Diksmuide voor 1914. Links op de foto de toren van het stadhuis, rechts die van de kerk. (A.C.L. Brussel). Le marché à Dixmude avant 1914. À gauche, la tour de l’hôtel de ville, à droite celle de l’église (A.C.L. Bruxelles).
Ontwerper en opdrachtgever op zoek naar de roots
Auteur de projet et commanditaire à la recherche des racines
Marc Santens
Marc Santens
Zoals het voor de burger onmogelijk is om nog te ontsnappen aan het internationale, zelfs mondiale klimaat dat ons dagelijks leven beïnvloedt, zo staat elk concept en ontwerp van architecten en ontwerpers op vandaag in een integrale context die het lokale overstijgt. Willen of niet, maar bij het ontwerpen is de evidentie van eigen cultuur als uitgangspunt voor het ontwerpen achterhaald. Die zekerheid heeft plaatsgemaakt voor een zoektocht naar wat men de wortels van de cultuur kan noemen. Cultuur is immers geen antwoord op en bevestiging van onze verwachtingen, maar een permanente stroom van vragen die er toe leiden een meerwaarde te geven o.a. aan de architectuur van vandaag. Niet de architectuur is internationaal, maar het zoekproces om tot architectuur te komen is internationaal en globaal geworden. Dit besef en deze uitdaging is onomkeerbaar omdat bv. architectuurwedstrijden steeds meer plaatsvinden in een internationale context en omdat bouwheren en opdrachtgevers steeds meer vanuit de internationale reflex hun eigen rol als opdrachtgever interpreteren en definiëren. De belangrijkste vaststelling hierbij is dat cultuur geen eenduidig begrip meer is. Zoals men spreekt over een veelheid van religies en ideologieën, zo moet men ook leven met een veelheid aan culturen, en deze verscheidenheid kan men niet meer vrijblijvend confronteren met de eigen cultuur.
Si pour les citoyens il n’y a pas d’échappatoire à l’influence qu’exerce l’internationalisation, voire la mondialisation, sur notre vie quotidienne, il en est de même pour les projets des architectes et auteurs de projets qui s’inscrivent dans un contexte intégral dépassant largement le niveau local. Qu’on le veuille ou non, l’évidence de sa propre culture comme point de départ pour la conception d’un projet est dépassée. Cette certitude a cédé la place à la quête de ce que l’on pourrait qualifier comme les origines de la culture. En effet, la culture n’est pas une réponse à nos souhaits, ni une confirmation de nos attentes, mais un courant permanent de questions qui finissent par donner une plus-value, entre autres, à l’architecture d’aujourd’hui. Ce n’est pas l’architecture qui est internationale, mais le processus de recherche qui mène à l’architecture, lui, s’est internationalisé et globalisé. Cette réalisation et ce défi sont irréversibles, d’abord parce que les concours d’architecture se déroulent de plus en plus dans un contexte international, et ensuite parce que les commanditaires et maîtres d’ouvrage vont davantage interpréter et définir leur propre rôle à partir d’un réflexe international. La principale constatation qui découle de tout ceci est que la culture n’est plus une notion univoque. À l’image de la multiplicité des religions et idéologies, on doit également se faire à une multitude de cultures; et la confrontation de cette diversité avec la culture personnelle ne peut pas se faire sans engagement.
Ontwerpen vindt niet meer plaats binnen de evidentie van de eigen leefwereld, maar binnen de uitdaging van een verscheidenheid. Dit geldt niet alleen voor de ontwerper, maar in de eerste plaats voor de opdrachtgever. Zowel opdrachtgever als ontwerper staan voor de uitdaging om op zoek te gaan naar de culturele meerwaarde van architectuur in de samenleving van vandaag en morgen. En daarom is het van wezenlijk belang dat ontwerper en opdrachtgever samen deze zoektocht aanvatten. Architectuur kan zich in deze niet boven de cultuur als gemeenschapsgoed stellen door enkel de eigen aanpak van de ontwerper te profileren als een cultureel antwoord op een specifieke vraag.
De markt van Diksmuide na de wederopbouw. De kerktoren werd identiek wederopgebouwd. Het stadhuis echter, naar ontwerp van de architecten J. Viérin en V. Vaerwyck, kreeg een totaal andere gevel, aansluitend bij de schaal en het ‘trapgevel’-silhouet van de bebouwing op de markt. De enige uitzondering op deze benadering vormt de gevel van het Casinohotel naar ontwerp van architect H. Hoste, deels merkbaar uiterst rechts op de foto (A.C.L. Brussel). Le marché de Dixmude après la reconstruction. L’église a été reconstruite telle qu’elle était avant guerre. Cependant, l’hôtel de ville, conçu par les architectes J. Viérin en V. Vaerwyck, jouit d’une toute autre façade, en ligne avec l’échelle et la silhouette “pignons à gradins“ des bâtiments sur le marché. La seule exception de cette approche est la façade de l’Hôtel Casino, conçue par l’architecte H. Hoste et visible partiellement à l’extrême droite de la photo (A.C.L. Bruxelles).
4
De maatschappelijke draagkracht en continuïteit van de architectuur berust o.a. op drie gegevens: een plek om te leven, een plek voor de cultuur en een plek voor de gemeenschap. Juist deze drie basiswaarden zijn de basis voor een feitelijke continuïteit en een culturele verscheidenheid. Het is waar dat in deze continuïteit specifieke gebouwen, zoals theaters, musea, kerken enz. belangrijk zijn en blijven als verankering van ’cultuur in verandering’, maar dit zijn uitzonderingen. Deze uitzonderingen mogen de rol van de architectuur in de samenleving niet verengen. We moeten dringend op zoek gaan naar nieuwe manieren om de eigen
Le processus de conception ne se déroule plus uniquement dans l’évidence de l’environnement personnel, mais il brave la diversité. Cela vaut non seulement pour l’auteur de projet, mais aussi et principalement pour le commanditaire. Tous deux sont mis au défi de rechercher la plus-value culturelle de l’architecture dans la société d’aujourd’hui et de demain. C’est pourquoi il est essentiel que l’auteur de projet et son commanditaire poursuivent conjointement cette recherche. L’architecture ne peut pas se positionner au-dessus de la culture en tant que bien commun en présentant uniquement l’approche de l’auteur de projet comme étant une réponse culturelle à une question spécifique. La qualité sociale et la continuité de l’architecture reposent entre autres sur trois données: un lieu de vie, un lieu de culture et un lieu de communauté. Ces trois valeurs fondamentales forment la base d’une réelle continuité et de la diversité culturelle. Il est vrai que dans cette continuité certains bâtiments spécifiques comme les théâtres, musées, églises, etc. ont leur importance et demeurent un point d’ancrage de la ‘culture en évolution’, mais il s’agit d’exceptions. Ces exceptions ne peuvent pas diminuer le 5
culturele verwevenheid van de ontwerper bij het tot stand komen van een ontwerp juist te analyseren, en om die tegelijk te confronteren met de volwaardigheid van de andere culturen. Men zou vereenvoudigd kunnen stellen dat deze analyse zich moet verdiepen in de verhouding tussen de drie invalshoeken: de eigenheid van de plek, al dan niet beschikbaar voor architectuur, de wortels van onze eigen culturele traditie, en de volwaardigheid van andere culturele tradities. Het is immers het ontwerpproces dat deze drie invalshoeken samenbrengt in een ontwikkelingstraject waardoor in de architectuur een meerwaarde kan ontstaan voor het dagelijks leven, de cultuur en gemeenschap. Of men nu bouwt in Vlaanderen of in China, in Europa of Azië, iedere ontwerpaanpak vraagt een grondige analyse die deze drie invalshoeken meeneemt in een evoluerend en internationaal denkproces. Internationaal ontwerpen is dus geen specifieke opdracht naast het lokaal ontwerpen maar een methodische aanpak die elk ontwerpproces -lokaal of mondiaal- stuurt zonder er zich in op te sluiten. Niet de vraag naar de nationale grensgebonden identiteit staat hierbij centraal, maar wel de zoektocht naar de culturele wortels die zowel ontwerper als opdrachtgever besmet hebben om met een eigen kijk de samenleving te benaderen. Die zoektocht naar de eigen kijk en de beleving was de sleutel voor de gesprekken met de medewerkers vanuit hun verschillende culturele achtergronden en niet hun specifieke nationaliteit. Cultuur leeft pas echt als ze de vragen stelt die in andere disciplines niet aan bod komen en als ze de evidentie inruilt voor de verwondering. Helaas is de vrees voor de cultuur van het verlies hierbij vaak een slechte raadgever. Immers onze middeleeuwse gevels in Brussel, Gent, Brugge en Antwerpen zijn onze vertrouwde referentiepunten geworden om het te hebben over de identiteit van de eigen architectuur. En dus is een verlies van die traditie een verlies van onze identiteit. Deze benadering kunnen we nog steeds aflezen in de vele gebouwen die in het kader van de heropbouw na de Eerste Wereldoorlog werden gerealiseerd. Deze aanpak stond toen diametraal tegenover een planning die een radicale breuk met het verleden als een voorwaarde en een meerwaarde beschouwde voor de verandering. Misschien kan deze tegenstelling ons vandaag anders doen kijken naar de internationalisering van de architectuur en de zoektocht naar een architecturale identiteit of stijl. Het grote verschil is echter dat toen de breuk met, of het behoud van het verleden de inspiratiebron was als garantie voor de toekomst. Nu biedt de eigenheid van de cultuur in confrontatie met de veelheid aan culturen het perspectief van de verandering in continuïteit. Deze nieuwe uitdaging is in cultureel opzicht veel complexer dan deze van de wederopbouw. Complexiteit en culturele meerduidigheid zijn, samen met duurzaamheid, de uitdagingen voor morgen. Om deze invalshoeken op een autonome manier te visualiseren en de ver’beeld’ing te versterken, hebben wij er dit keer voor gekozen om te putten uit het artistiek fotografisch werk van Eric De Ville. Inzicht kan alleen groeien door een intens groepstraject met de verschillende partners waarbij de evidenties van de culturele tradities geen houvast meer bieden voor een ontwerpaanpak. Daardoor zijn ontwerpers en opdrachtgevers wereldwijd geen concurrenten meer maar partners die hun ervaring en avontuur delen, en hun 6
rôle de l’architecture dans la société. Il est urgent que nous recherchions de nouvelles façons d’analyser correctement l’implication culturelle de l’auteur de projet dans l’élaboration d’une architecture tout en la confrontant avec les valeurs d’autres cultures. En simplifiant, nous pourrions prôner que cette analyse doit approfondir la relation entre les trois perspectives: la particularité du lieu, disponible ou non pour l’architecture, les racines de notre propre tradition culturelle et la valeur des autres traditions culturelles. Le développement du projet réunit justement ces trois éléments fondamentaux afin que l’architecture puisse offrir une plusvalue à la vie quotidienne, à la culture et à la communauté. Que l’on construise en Flandre ou en Chine, en Europe ou en Asie, chaque approche architecturale nécessite une analyse approfondie qui tienne compte de ces trois éléments dans un processus de réflexion international en évolution. Créer au niveau international n’est donc pas une mission distincte de celle de créer au niveau local. Tant au niveau local que mondial, il s’agit d’une approche méthodique qui guide chaque processus de création sans s’y confiner.
zoektocht naar architecturale meerwaarde collectief onderbouwen en legitimeren. Op die manier wordt de opstelling van een projectdefinitie in feite een culturele zoektocht tussen opdrachtgever en ontwerper waarbij de toekomst van, en de verantwoordelijkheid voor het ontwerp draagkracht geeft aan de gebouwde omgeving, cultuur en gemeenschap. Dit is een intens proces dat meer tijd en intensiteit vergt dan het opstellen van een bouwprogramma, maar wel een voorwaarde is voor kwaliteit. Misschien kan hierbij gezocht worden naar een manier waarop de overheid en de opdrachtgevers deze intense werkprocessen kunnen ondersteunen aangezien deze aanpak vaak het tijdgebruik, de organisatie en de financiële draagkracht van de ontwerpers overstijgt. Dit nummer is een uitnodiging om ervaring te delen, samenwerking te valoriseren en het ontwerpproces te innoveren.
soucieux de partager leur expérience et leur aventure tout en étayant et légitimant collectivement leur recherche pour atteindre une plus-value architecturale. Ainsi, établir la définition d’un projet devient en fait une quête culturelle conjointe du commanditaire et de l’auteur de projet pour parvenir à un projet qui assume et apporte une contribution à l’environnement bâti, à la culture et à la communauté. Si ce processus est intense et nécessite plus de temps et d’intensité de travail que l’établissement d’un programme de construction, il constitue cependant une condition à la qualité. Peut-être s’agit-il maintenant de déceler de quelle façon les autorités et les commanditaires peuvent encourager ces processus de travail intenses étant donné que cette approche dépasse l’emploi du temps, l’organisation et la capacité financière des auteurs de projet. Ce numéro est une invitation au partage d’expériences, à la valorisation de la collaboration et à l’innovation dans le processus de conception.
La question essentielle ici n’est pas l’identité nationale définie par les frontières, mais bien la recherche des origines culturelles qui ont contaminé tant l’auteur de projet que son commanditaire dans leur approche de la société. Cette recherche de la vision personnelle et du vécu formait la clé des discussions avec les participants, sur base de leur milieu culturel et non sur celle de leur nationalité spécifique. La culture n’est vraiment vivante que lorsqu’elle pose les questions qui ne sont pas abordées dans les autres disciplines et lorsqu’elle substitue l’étonnement à l’évidence. Hélas, la crainte de la perte de cette culture est mauvaise conseillère. Nos façades médiévales à Bruxelles, Gand, Bruges et Anvers sont des points de référence familiers pour parler de l’identité de notre architecture. La perte de cette tradition équivaudrait à la perte de notre identité. Cette approche se lit encore toujours dans les nombreux bâtiments érigés dans le cadre de la reconstruction après la première Guerre Mondiale. Elle était diamétralement opposée à la planification qui prônait une rupture radicale avec le passé comme une condition de changement et une plus-value. Peut-être cette contradiction nous permet-elle de poser un regard différent sur l’internationalisation de l’architecture et la recherche d’une identité ou d’un style architectural. La grande différence réside dans le fait que la rupture avec le passé ou justement la conservation du passé était source d’inspiration pour assurer l’avenir. Actuellement, la spécificité de la culture confrontée à la multiplicité des cultures offre la perspective du changement dans la continuité. D’un point de vue culturel, ce nouveau défi est bien plus complexe que celui de la reconstruction. La complexité culturelle et l’ambiguïté culturelle constituent, avec la durabilité, les défis de demain. Afin de visualiser ces perspectives de manière autonome et de renforcer l’imagination, nous avons cette fois choisi de nous pencher sur le travail photographique artistique d’Eric De Ville. La compréhension ne peut naître qu’au travers d’un trajet ardu parcouru avec les différents partenaires et lorsque les évidences des traditions culturelles ne constituent plus la base de l’approche d’un projet de construction. Dès lors, les auteurs de projets et commanditaires à travers le monde ne seront plus des concurrents mais des partenaires 7
Op zoek naar een architectuur zonder ‘identiteit’ maar met ‘wortels’, in een geglobaliseerde wereld
En quête d’une architecture sans ‘identité’ mais dont les ‘racines’ sont ancrées dans un monde globalisé
Herman Jult
Herman Jult
In: “Mijn leven is mooier dan literatuur. Een kleine filosofie van het schrijverschap”, uitgegeven bij De Boeken van deBuren, schrijft Jannah Loontjens, een Nederlandse schrijfster en dichteres, over de dwang van originaliteit. Een fenomeen van vandaag, want dat is niet altijd zo geweest. Iedereen wil uniek zijn, origineel.
Dans son livre: “Ma vie est plus belle que la littérature. Petite philosophie de la profession d’écrivain”, paru aux éditions De Boeken van de Buren, l’écrivaine et poétesse néerlandaise Jannah Loontjens parle de la contrainte de l’originalité. C’est un phénomène actuel, car Il n’en avait pas toujours été ainsi. Chacun se veut unique et original.
Alert wil met dit 5e nummer op zoek gaan naar bouwstenen die een bijdrage leveren tot een architectuur met een eigen herkenbaarheid, zonder dat die zich nestelen in een besloten identiteit. Tijdens het doorgedreven globaliseringsproces dat zich vooral sinds de laatste wereldoorlog op alle vlakken heeft doorgezet, is architectuur zich gaan bedienen van een eenvoudige universele taal. Lokaal geïnspireerde stijlkenmerken of specifieke ontwerp- en bouwmethodes zijn stapsgewijs verlaten en vervangen door wat in de volksmond ‘moderne’ architectuur heet.
Dans ce 5e numéro, Alert part à la recherche d’éléments qui pourraient contribuer à une architecture reconnaissable sans toutefois se confiner dans une identité fermée. Au cours du processus de mondialisation qui s’est intensifié sur tous les niveaux depuis la dernière guerre mondiale, l’architecture s’est progressivement servie d’un langage simple et universel. Les caractéristiques des styles d’inspiration locale ou les méthodes de construction et de conception spécifiques ont été abandonnés au fur et à mesure que l’architecture dite ‘moderne’ gagnait du terrain.
Waar tijdens de babyboomperiode vooral banale goedkoop gebouwde hoogbouwwoonblokken de aandacht trokken in hun niets ontziende urbanistische geweld - wie herinnert zich de oplopende polemiek nog van de Amelinckx appartementsblokken pal naast het beschermde Begijnhof in Leuven? - en architectuur bijna uitsluitend op die manier de pers haalde, is daar later bijna ongemerkt fundamenteel verandering in gekomen. In het opnieuw rijk geworden Europa trokken vooral de nieuwe publieke gebouwen de aandacht. Architectuur werd een hot item. Steden probeerden zichzelf mondiaal op de kaart te zetten door nieuwe dure architectuuriconen te bouwen, die de aandacht van de wereld naar zich toe trokken.
Pendant la période du baby-boom, de hauts immeubles à appartements banals et bon marché attiraient surtout l’attention par leur violence urbanistique – qui ne se souvient pas de la polémique qu’ont suscitée les fameux immeubles à appartements d’Amelinckx, surplombant le Grand Béguinage classé de Louvain? – et était à peu près la seule chose pour laquelle la presse parlait d’architecture. Par la suite, un changement fondamental s’est opéré. Dans une Europe qui renaissait de ses cendres, les nouveaux bâtiments publics commençaient à attirer l’attention. L’architecture devenait un sujet à la mode. En construisant de nouvelles icônes architecturales qui pesaient lourd sur leur budget, les villes tentaient de se distinguer et d’attirer l’attention mondiale.
De Franse president François Mitterrand zette Parijs en zichzelf op de kaart met grote architectuurprojecten, die hevige discussies bij het grote publiek teweeg brachten. Het was ooit anders geweest. Onder impuls van Minister van Cultuur Jack Lang betrad architectuur als het ware het klassieke ‘artistieke domein’ via de voordeur. Vooral na het spectaculaire Guggenheimmuseum, dat enorme toeristenstromen naar het onbekende en wat vervuilde Bilbao aantrok, ontstond een wedloop naar allerlei opvallende architectuurprojecten, die met de hulp van de media en internet heel vlug gemeengoed zijn geworden. Zelfs in de economische crisis die we op vandaag meemaken, stellen we vast dat de ‘Bilbao hype’ nog niet overal voorbij is. In onze huidige virtuele ontwerpwereld, waarin alles onderling verwisselbaar wordt en gemakkelijk te kopiëren valt, zoeken architecten met nieuwe moed naar originaliteit en culturele verankering. Ze denken die te vinden in wat 8
Le président français François Mittérand mit Paris et luimême sous les feux de la rampe avec de grands projets d’architecture qui suscitèrent des débats véhéments auprès du public. Il n’en avait pas toujours été ainsi. Sous l’impulsion du Ministre de la Culture Jack Lang, l’architecture fit son entrée dans le domaine artistique classique par la grande porte. La construction du spectaculaire musée Guggenheim attira non seulement des flots de touristes dans la ville peu connue et un peu sale de Bilbao mais déclencha aussi une véritable course aux projets d’architecture spectaculaires, très vite encouragée par les médias et internet. Même en cette période de crise économique, nous nous devons de constater que l’engouement de Bilbao ne s’est pas encore tout à fait calmé. Dans notre monde de conception virtuelle actuel, où tout est interchangeable et facile à copier, les architectes se lancent 9
ons rest aan lokale culturele eigenheid, een begrip dat te gemakkelijk wordt verward met identiteit.
avec courage à la recherche d’un ancrage culturel et original. Ils pensent le trouver dans ce qui nous reste de notre culture, notion trop facilement confondue avec identité.
Zo zal het vogelnest (olympisch stadium) van de Olympische Spelen in Beijing mondiaal symbool blijven staan voor de onstuitbare internationale opkomst van China. Maar heeft dit te maken met de lokale culturele eigenheid of met de Chinese identiteit? Het was in elk geval een succesvolle marketingzet, die met de hulp van een geniaal internationaal architectenteam een mooie verpakking maakte voor het nieuwe China, dat moet symbool staan voor verandering en technische innovatie. Maar kan deze aanpak model staan voor onze dagelijkse veel bescheidenere opdrachten?
Ainsi, le ‘nid’ du stade olympique des Jeux de Pékin demeurera le symbole mondial de l’émergence internationale imparable de la Chine. Mais cela est-il dû à la spécificité culturelle locale ou à l’identité chinoise? Quoi qu’il en soit, ce fut un génial coup de marketing. Une équipe d’architectes internationale a réussi à créer une belle vitrine pour présenter la nouvelle Chine, symbole de changement et d’innovation technique. Mais cette approche peut-elle servir de modèle pour nos missions quotidiennes bien plus modestes?
Moet architectuur voor morgen zich niet eerder inschrijven in een perspectief van ‘herkenbaarheid en bruikbaarheid voor lange duur’ en niet in een perspectief van een modegebonden creatieve eenmaligheid? Kunnen we ons als maatschappij veroorloven om de volgende generaties op te zadelen met een ongelimiteerde lijst van extravagante gebouwen en stedenbouwkundige proefprojecten, die we als monument moeten koesteren omwille van hun creatieve eenmaligheid?.
L’architecture de demain ne doit-elle pas plutôt s’inscrire dans une perspective ‘d’identification et d’utilité à long terme’ et non dans une perspective d’exemplaires uniques de créativité? Notre société peut-elle se permettre d’accabler les générations futures de quantité d’immeubles extravagants et de projets qui se veulent des essais urbanistiques, que nous devrions choyer en tant que monuments en raison de leur unicité créative?
Is het niet zo dat, als alles er een beetje gelijkaardig uitziet, wat afwijkt ineens aantrekkelijker en interessanter wordt? Maar waarin kan architectuur dan echt en zinvol afwijken? Wat zijn dan die bouwstenen waarnaar we op zoek zijn? We stellen vast – en niet alleen in Vlaanderen – dat de meest in het oog springende projecten heel dikwijls door ‘buitenlanders’ worden ontworpen. Formuleren zij dan gevatter hun architecturaal concept, of begrijpen zij gewoon veel beter de lokale (of is het universele) vraag en context?
Alors que tout commence à se ressembler, n’est-il pas vrai que ce qui se distingue devient plus attrayant et intéressant? En quoi l’architecture peut-elle dès lors faire la différence, en restant vraie et sensée? Quels sont les fondements que nous recherchons? Nous constatons que, non seulement en Flandre mais partout ailleurs, les projets les plus spectaculaires sont souvent construits par des étrangers. Sont-ils plus habiles à formuler leur concept architectural ou ont-ils des antennes spéciales pour mieux comprendre la demande et le contexte locaux (ou bien seraient-ils universels)?
Hebben ‘buitenlanders’ een andere kijk op onze maatschappelijke en culturele omgeving, of hebben ze andere ontwerpinzichten of -methodes? Wat vinden ze zelf opvallend verschillend als zij hier komen ontwerpen en bouwen en welke gevolgen heeft dit voor hun architectuurontwerpen: zit het in de opbouw, in de stijl of in het functionele? Maakt een Nederlander altijd een herkenbare Hollandse architectuur, ook in het buitenland? Het is trouwens opvallend dat Nederlanders het in de samenwerking soms verrukt kunnen hebben over onze leuke Belgische identiteit, iets waarvan wij met zekerheid weten dat die niet bestaat. Het leek ons interessant om die vraag voor te leggen aan enkele buitenlandse architecten waarmee we de voorbije jaren hebben samengewerkt en die in ons bureau aan het werk zijn. De neerslag hiervan vind je verder in Alert (zie vanaf p31). Het liefst zouden we hier niet willen blijven stilstaan bij clichés in de aard van: hebben begrippen zoals Angelsaksisch, Scandinavisch, zuiders, mediterraans, Duits, Aziatisch… in het architectuurgebeuren nog een betekenis of dienen ze alleen als bevestiging van uit het verleden gegroeide vooroordelen? Rem Koolhaas merkt terecht op dat in de voorbije eeuw nationale identiteit schijnbaar werd opgeofferd aan moderniteit. Wie in het buitenland aan het werk gaat, brengt zijn eigen cultuur, zijn opleiding, zijn attitudes en interesses willens nillens mee. De eigen roots, de lokale omgeving en omstandigheden waarin geboren en opgegroeid werd, spelen wellicht een zekere rol bij het proces van confrontatie en 10
Les étrangers posent-ils un autre regard sur notre environnement social et culturel ou disposent-ils d’autres méthodes ou intentions de création? Décèlent-ils eux-mêmes des différences lorsqu’ils viennent ici pour réaliser des projets de construction et quelles conséquences cela a-t-il pour leurs projets d’architecture: cela se situe-t-il au niveau de l’élaboration, du style ou du fonctionnel? Un Néerlandais construit-il toujours selon une architecture hollandaise reconnaissable, même à l’étranger? Notons d’ailleurs que les Hollandais qui travaillent ici s’émerveillent de notre identité belge, dont nous savons pertinemment qu’elle n’existe pas. Il nous semblait intéressant de soumettre cette question à quelques architectes étrangers avec lesquels nous avons collaboré par le passé ou qui travaillent actuellement dans notre bureau. Vous en trouverez le compte-rendu dans ce numéro d’Alert (page 31). Nous préférerions ne pas nous attarder sur des clichés du genre: les notions anglo-saxonnes, scandinaves, méridionales, allemandes, asiatiques, … ont-elles encore une signification dans le domaine architectural ou confirment-elles uniquement les préjugés du passé? Rem Koolhaas remarque à juste titre qu’au cours du siècle passé l’identité nationale a été sacrifiée au profit de la modernité.
assimilatie. Maar laat dit uiteindelijk ook sporen na in de gemaakte architectuur? We hadden een gesprek met een aantal eigen medewerkers met internationale ervaring. We plaatsten de collega’s samen die in België geboren zijn maar veel ervaring opdeden in het buitenland (Philippe Brysse, Stijn Colpaert, Sven Van Loon) en we plaatsten een aantal buitenlandse collega’s samen die nu in ons kantoor in Brussel werken (Simone Chilese, Ilaria Gagliardi, Vera Christine Gerlach, Bogdan Saileanu). Momenteel vinden we achttien nationaliteiten terug bij de ontwerpers in ons eigen bureau. Zij worden dagelijks geconfronteerd met onze manier van werken, met de specifieke behoeften van onze lokale cliënten en met de mogelijkheden van onze bouwwereld. Zij inspireren mee de discussies en hebben een belangrijke eigen inbreng in de projecten. Wij zijn benieuwd hoe zij omgaan met die klaarblijkelijke behoefte naar een local touch in de architectuur. Wat houdt die dan precies in en waar kunnen we die dan terugvinden in hun architectuurontwerpen? Deze directe confrontatie van culturen – ook dit hebben we gelukkig te danken aan de globalisering – houdt ons permanent een spiegel voor, waarin we verplicht worden naar onszelf te kijken. Wat voor ons vanzelfsprekend is, wordt onbevooroordeeld in vraag gesteld. Drang naar diversiteit en nieuwe evoluties zijn altijd aanwezig. Maar over eigenheid wordt eigenlijk niet zoveel expliciet nagedacht, er wordt eerder proefondervindelijk geëxperimenteerd. Eigenheid is immers niet altijd zomaar herkenbaar of definieerbaar. Opvallend is dat bij het multiculturele ontwerpen het onzichtbare soms onverwacht wordt zichtbaar gemaakt. Misschien gaat echte eigenheid wel over dit onzichtbare? Mondiaal worden we geconfronteerd met ingrijpende ecologische problemen die van alle vakgebieden een uitzonderlijke volgehouden gezamenlijke inspanning (zullen) vragen, ook van architecten. Veel aspecten van dit nieuwe verhaal zijn ons bekend. Eén van de opvallendste is het besef dat standaard bouwmodellen geen oplossing bieden aan lokaal zeer verschillende klimatologische omstandigheden. Het onderzoek naar de eeuwenlang traag geëvolueerde lokale bouwwijzen, gebruik makend van lokale materialen en verwijzend naar een eigen specifieke manier van leven, kan wezenlijk bijdragen tot een beter inzicht in de ware bouwstenen van een eigen, herkenbare architectuur, ontdaan van al het overbodige en voor iedereen bruikbaar voor een lange periode.
l’environnement et les circonstances dans lesquelles nous naissons et évoluons jouent indéniablement un rôle dans le processus de confrontation et d’assimilation. Mais cela laisse-t-il des traces dans l’architecture réalisée? Nous en avons parlé avec quelques-uns de nos propres collaborateurs qui ont résidé dans d’autres pays. Nous avons rassemblé ces collègues nés en Belgique mais ayant travaillé à l’étranger (Philippe Brysse, Stijn Colpaert, Sven Van Loon) et quelques collègues étrangers qui travaillent actuellement dans notre bureau à Bruxelles (Simone Chilese, Ilaria Gagliardi, Vera Christine Gerlach, Bogdan Saileanu). Nous comptons actuellement dix-huit nationalités parmi les auteurs de projets de notre bureau. Au quotidien, ils sont confrontés à notre façon de travailler, aux besoins spécifiques de nos clients locaux et aux possibilités qu’offre notre monde de la construction. Ils inspirent les discussions et ont un apport considérable dans nos projets. Nous sommes curieux de connaître leur perception de ce besoin manifeste d’une touche locale en architecture. Comment peut-on la définir et où la retrouve-t-on dans leurs projets d’architecture? Cette confrontation directe des cultures – que nous devons aussi et heureusement à la mondialisation – nous tend en permanence un miroir dans lequel notre image se reflète. Ce qui pour nous est évident est remis en question sans préjugés. Cela nous pousse sans cesse à diversifier et à évoluer. Cependant, si nous ne nous attardons guère explicitement sur cette identité, elle est plutôt approchée de façon expérimentale. En effet, si la spécificité propre à chaque culture n’est pas toujours identifiable ou définissable, nous remarquons que dans les projets multiculturels, l’invisible surgit quelquefois de manière surprenante. Dès lors, la spécificité ne serait-elle justement pas cet aspect invisible? Sur le plan mondial, nous sommes confrontés à des problèmes écologiques sérieux, qui demandent et demanderont davantage d’efforts collectifs exceptionnels et continus, également de la part des architectes. Beaucoup d’aspects de cette nouvelle histoire nous sont familiers. Nous savons, par exemple, que les modèles de construction standards ne constituent pas une solution applicables dans toutes les circonstances climatologiques. L’étude des modes de construction locaux qui ont évolué lentement au fil des siècles et qui font appel aux matériaux régionaux et qui se réfèrent à un mode de vie spécifique, peut contribuer à une compréhension essentielle des fondements de notre propre architecture, dénuée de tout superflu, utile et durable.
Toute personne partant travailler à l’étranger y emmène, qu’elle le veuille ou non, sa propre culture et formation, ses attitudes et intérêts. Les racines personnelles, 11
12
13
Internationale ervaring binnen BURO II & ARCHI+I
Expérience internationale au sein de BURO II & ARCHI+I
Sofie Vandelannoote
Sofie Vandelannoote
De centrale vraag die we een aantal collega’s stelden, was de volgende: “Vanuit je culturele achtergrond, wat zijn de dingen waarover je je nog steeds verwondert als je werkt aan projecten in België of in het buitenland en wat zijn de zaken die je gemakkelijk assimileert? Wat is typisch Italiaans, Belgisch, Engels,… en kan je dit merken in de projecten waar je aan werkt?”
La question principale que nous avons posée à quelques collègues était: “En vous basant sur votre milieu culturel, qu’est-ce qui vous étonne encore toujours lorsque vous réalisez des projets en Belgique ou à l’étranger et quelles sont les choses que vous assimilez facilement? Que définissezvous comme étant typiquement italien, belge, anglais, … et ces aspects transparaissent-ils dans les projets auxquels vous travaillez?“
“You were asking about cultural differences between people. Our generation is an Erasmusgeneration, we studied abroad and we are used to working with people of different cultures. It’s normal for us.” (Simone)
“You were asking about cultural differences between people. Our generation is an Erasmusgeneration, we studied abroad and we are used to working with people of different cultures. It’s normal for us.” (Simone)
1. Socio-culturele achtergrond 1. Milieu socioculturel Cultuurverschillen hebben een onmiddellijke impact op ontwerpen. Eerst en vooral gaat het om een begrijpen van hoe men leeft en hoe gebouwen kunnen ontworpen worden. “The culture is different. The way that people use a building is different. I had to learn (about) the Belgian culture and to understand their need of privacy. That’s maybe different in my culture. It’s more about the social aspect, it’s not a technical thing. We use the same material, due to the globalization we have more or less the same background. I come from a city where people really live on top of each other, no privacy, the street is being used as their own place. Here in Belgium it’s completely different. They have their little garden, they really take care of the privacy, they will not sleep in a bedroom looking onto the streets.”(Ilaria)
Europatoren Brussel: ontwerpend onderzoek Tour Europa Bruxelles: étude de conception préliminaire
14
Les différences culturelles ont un impact immédiat sur la conception d’un projet. Il s’agit d’abord et avant tout de comprendre comment l’on vit et comment les bâtiments peuvent être conçus. “The culture is different. The way people use a building is different. I had to learn (about) the Belgian culture and to understand their need of privacy. That’s maybe different in my culture. It’s more about the social aspect, it’s not a technical thing. We use the same material, due to the globalization we have more or less the same background. I come from a city where people really live on top of each other, no privacy, the street is being used as their own place. Here in Belgium it’s completely different. They have their little garden, they really take care of the privacy, they will not sleep in a bedroom looking onto the streets.”(Ilaria)
“We were working on the prison, nobody was aware of prison life before, it’s about how they live together. It’s the same. Being a foreigner, maybe we can bring something of our culture to propose a new way of using the building, to live, to use the architecture.” (Ilaria) Een project begint met een bepaald programma. Wat vanzelfsprekend is in een land als België, stuit op verbazing bij andere culturen. Het gaat hierbij over het programma, maar ook over de manier waarop verschillende leeftijden al dan niet ‘samenwonen’.
“We were working on the prison, nobody was aware of prison life before, it’s about how they live together. It’s the same. Being a foreigner, maybe we can bring something of our culture to propose a new way of using the building, to live, to use the architecture.” (Ilaria) Tout projet commence par un programme bien défini. Ce qui est l’évidence même en Belgique étonnera dans d’autres cultures. Il s’agit d’une part du programme, mais aussi du mode de ‘cohabitation’ des différentes générations.
“It’s about the program. For example elderly care in Belgium and in Italy. In Belgium, they group the elderly in big buildings. In Italy, such a program would never work: the grandparents take a place in the family. You cannot
“It’s about the program. For example elderly care in Belgium and in Italy. In Belgium, they group the elderly in big buildings. In Italy, such a program would never work: the grandparents take a place in the family. You cannot 15
think about this in Italy. Maybe it can work in the future in Italy, for example Triamant in Velm.” (Simone)
think about this in Italy. Maybe it can work in the future in Italy, for example Triamant in Velm.” (Simone)
“This is also what I see in apartment investment projects. Here elderly people often sell their house to go and live in an apartment. This is not so common in Germany. In Germany, you stay in your house, even when your house is becoming “too big” for two. As the extended family is often not living in the same city, the parent’s house becomes a central place to meet up with the whole family of children and grandchildren. There are also memories connected to the house… This is very strange in Belgium. Also the young people are buying a house very early, it creates another idea of living, it’s less flexible. It’s very different from Germany. Very early you decide already. Maybe it depends if you’re from a bigger city, a small town or from the countryside - I don’t know...” (Vera Christine)
“This is also what I see in apartment investment projects. Here elderly people often sell their house to go and live in an apartment. This is not so common in Germany. In Germany, you stay in your house, even when your house is becoming “too big” for two. As the extended family is often not living in the same city, the parent’s house becomes a central place to meet up with the whole family of children and grandchildren. There are also memories connected to the house… This is very strange in Belgium. Also the young people are buying a house very early, it creates another idea of living, it’s less flexible. It’s very different from Germany. Very early you decide already. Maybe it depends if you’re from a bigger city, a small town or from the countryside - I don’t know...” (Vera Christine)
België is een klein land, met relatief kleine architectenbureaus, en relatief kleine projecten. België heeft op vandaag geen echte traditie in collectieve organisatie van wonen.
La Belgique est un petit pays, où les bureaux d’architecture sont relativement modestes et les projets de petite ou moyenne envergure. À ce jour, la Belgique n’a pas de véritable tradition en matière d’organisation collective de l’habitat.
“Working in bigger offices is different. There is this tendency to high rise in the residential sector: in Belgium people are so scared of the high rise. You can actually save a lot of nature. It’s village thinking in Belgium. The church is the highest building in the village.” (Bogdan) “Als je die gebouwen van Bjarke Ingels bekijkt in Kopenhagen, weinig Belgen zouden daar willen wonen. In Denemarken hebben ze wel een traditie van wonen in bouwblokken. Wij hebben daar last mee, iets wat we geërfd hebben van de jaren ‘60. Het collectief organiseren heeft wel zijn voordelen, financieel maar ook ruimtelijk. Weinig niet-architecten hebben hier enig geloof in.” (Sven)
“Working in bigger offices is different. There is this tendency to high rise in the residential sector: in Belgium people are so scared of the high rise. You can actually save a lot of nature. It’s village thinking in Belgium. The church is the highest building in the village.” (Bogdan) “Peu de belges aimeraient habiter dans les bâtiments de Bjarke Ingels à Copenhagen. Au Danemark, c’est habituel d’habiter dans des immeubles à appartements. Cet héritage des années ‘60 nous embête. L’organisation de l’habitat collectif a des avantages sur le plan financier et spatial. En dehors des architectes, peu y accorde du crédit.“ (Sven)
En dat individualisme heeft zijn gevolgen als het gaat over de betekenis van ‘de Belgische identiteit’ waarbij wordt gealludeerd op het typisch Vlaamse ‘verkavelingswonen’; en dat heeft op zijn beurt gevolgen voor de manier waarop we wonen:
Cet individualisme a des conséquences lorsqu’il s’agit de définir l’identité belge. L’allusion à l’organisation de l’espace en lotissements typiquement flamands est incontournable. Ceci a bien évidemment des conséquences sur notre mode d’habitat:
“Cultuur en identiteit zijn in crisis in Europa. De enige opleving is wellicht in Azië, daar kan je nog spreken van identiteit en architectuur die samengaan. In België is nooit de vraag gesteld: wat wij bouwen en ontwerpen, is dit een representatie van onze identiteit en cultuur? België heeft altijd een interne crisis gehad, over wat België is als land; dat is voor mij het meest opvallend. (…) In België is dat individualisme, het eigen huisje-tuintje heel belangrijk, in heel wat andere landen denkt men veel collectiever.” (Stijn)
“La culture et l’identité sont en crise en Europe. En Asie, par contre, on constate une relance. Là, on peut encore vraiment parler d’une cohésion entre l’identité et l’architecture. En Belgique, cette question ne s’est jamais posée: ce que nous concevons et construisons est-il représentatif de notre identité et culture? La Belgique a toujours connu une crise interne au sujet de son identité. C’est ce qui me frappe le plus. (…). En Belgique, l’individualisme est ancré dans nos coutumes, à chacun sa maison et son jardin, tandis que dans nombre d’autres pays la mentalité est plutôt orientée sur la collectivité.“ (Stijn)
“Here I think people live less with their city. When I lived in Berlin, I lived with the city, and spent a lot of time in the city while taking part in the cultural life and the feeling of the ‘urban space’. You identify yourself with your city. Here people live more in their immediate surroundings; it’s more like ‘my own house and garden’. Since I live in Belgium, whether it was in Antwerp or Brussels, I have noticed that very often people living here know less about the city they live in than we foreigners; in general they don’t know so many places or cities around, they don’t travel so much within Belgium, are less curious about new impressions... This is very strange - nobody from elsewhere could tell me more about Berlin than me while living there.” (Vera Christine) Elk land is op zoek naar zijn eigen ‘identiteit’, vanuit zijn eigen culturele achtergrond: “Wij hebben gewerkt in China aan het congrescentrum in Ghuangzou. Het antwoord van de gouverneur was: jullie hebben een goed Chinees project gemaakt. We zijn met onze westerse methodes op zoek gegaan naar ingrediënten die voor ons heel Chinees waren -maar achteraf gezien grote clichés waren- en dat hebben we verwerkt en nadien verkocht als een Chinees project. Dat is nog aangedikt met de legende van de 5 geiten; maar wij hebben onze eigen methodiek gevolgd en hun inspiratiebronnen. Ook op het WAF (World Architecture Festival) werden we daarvoor gelauwerd, voor een houding van zich niet-koloniaal gedragen.” (Herman) “Wat mij wel verwonderde in Abu Dabi en Dubai: voor elk project wordt er vertrokken van een culturele basis: parameters als een bepaalde dichtheid waar je mee bouwt, de typische windtorens…. Van daaruit start je en dan geef je er een eigen invulling aan. De link naar het traditionele zit erin. Soms is dat vormelijk, soms ook niet. Daar zag ik een fierheid naar de eigen traditie, wat je hier in België veelal totaal niet voelt. Het gekende gebrek aan chauvinisme of gebrek aan fierheid?” (Sven)
“Here I think people live less with their city. When I lived in Berlin, I lived with the city, and spent a lot of time in the city while taking part in the cultural life and the feeling of the ‘urban space’. You identify yourself with your city. Here people live more in their immediate surroundings; it’s more like ‘my own house and garden’. Since I live in Belgium, whether it was in Antwerp or Brussels, I have noticed that very often people living here know less about the city they live in than we foreigners; in general they don’t know so many places or cities around, they don’t travel so much within Belgium, are less curious about new impressions... This is very strange - nobody from elsewhere could tell me more about Berlin than me while living there.” (Vera Christine) Chaque pays est en quête de sa propre identité, basée sur ses propres racines culturelles. “Nous avons travaillé en Chine sur le centre de congrès de Ghyangzou. Le gouverneur nous disait avoir réussi un beau projet Chinois. Avec nos méthodes occidentales, nous sommes allés à la recherche des ingrédients qui nous semblaient très chinois – mais qui s’avéraient être des clichés – et nous les avons intégrés et ensuite vendus comme un projet chinois, motivé par la légende des 5 chèvres. Mais nous avons travaillé selon notre méthodologie et avec nos sources d’inspiration. Nous avons même reçu des éloges du WAF (World Architecture Festival) pour notre attitude non-coloniale.“ (Herman) “Ce qui m’a étonné à Abu Dhabi et Dubaï c’est que, pour tout projet, ils partent d’une base culturelle, de paramètres comme la densité de construction, les éoliennes typiques… C’est le point de départ qui doit ensuite être complété par l’auteur de projet. Le lien avec la tradition est établi d’emblée. Quelquefois ce lien est formel, d’autres fois non. J’y voyais une fierté de leurs traditions, ce qui fait totalement défaut en Belgique. Est-ce un manque de chauvinisme ou un manque de fierté?“ (Sven)
< Woonzorgcampus Triamant Velm Site de soins et de logement Triamant Velm
16
17
Baiyun International Convention Centre Guangzhou China © Philippe Van Gelooven
Dit gebrek aan chauvinisme heeft ook zijn voordelen. En er zijn nog een aantal kenmerken die de Belgen en de Belgische architectuur typeren.
Ce manque de chauvinisme présente également des avantages. Mais d’autres caractéristiques encore sont déterminantes pour les Belges et l’architecture belge.
“Die typische Belgische bescheidenheid. Op een bepaald moment waren we (in China) met 30 man waarvan 3 of 4 PR-mensen. Dat kan je je niet voorstellen in België dat een tiende van de werkmensen PR is. Dat zit niet in ons. Het gaat hier om het intellectuele, het ingetogene, het minimale, het ploeteren in de klei. Waarom zijn we goed in veldrijden? Omdat we graag afzien.” (Philippe)
“À propos de cette discrétion typiquement belge: en Chine, à un certain moment nous étions à 30 personnes dont 3 à 4 s’occupaient des relations publiques. En Belgique, il est inimaginable qu’un dixième de l’équipe s’occupe des relations publiques. Cela n’est pas notre style. Chez nous il s’agit de l’intellect, de la modestie, du minimalisme, de pedaler dans les choucroute. Pourquoi sommes-nous tellement bons en cyclocross? Parce que nous aimons souffrir!“ (Philippe)
“Ik heb in drie landen gewerkt, onder meer in Engeland, en als architect mag je niet vergeten: je hebt een dienende functie en je doet uiteindelijk wat de klant wil. Wij passen ons aan. Als simpele Vlaming zeggen we niet: we gaan met bakstenen bouwen in China of in Londen. We moeten begrijpen wat ze willen en we passen ons aan. (…) Dan kom ik in China, dat is het volledige tegengestelde. De ratio wordt aanzien als iets negatiefs. Het rationeel denken is een westerse manier van denken en iets fouts. Als je daar op een rationele, gestructureerde manier gaat uitleggen hoe we een project gaan doen, begrijpt men dat niet. Daar moet je een foto tonen van een kei in het water omdat die kei afgesleten is door een rivier en dat begrijpen ze.” (Philippe) “Wij zijn als Vlaming zeer nuchter en rationeel en dat zie je ook in onze architectuur.”(Philippe)
18
“J’ai séjourné dans trois pays, entre autres en Angleterre, et en tant qu’architecte je n’ai jamais oublié qu’il fallait que je serve mon client, que je fasse ce qu’il désire. Nous nous adaptons. En tant que Flamand simple, nous n’allons pas construire des immeubles en briques en Chine ou à Londres. Nous devons comprendre ce qu’ils veulent et nous adapter. (…) En Chine, c’est parfaitement le contraire. La raison est considérée comme quelque chose de négatif. La réflexion rationnelle est une pensée occidentale et erronée. Lorsqu’on leur explique un projet de façon rationnelle et structurée, ils ne comprennent pas. Il faut leur montrer la photo d’un galet dans l’eau. Ils comprennent l’image du galet façonné par la rivière.“ (Philippe) “Nous, les Flamands, nous sommes très pragmatiques et rationnels et cela transparaît dans notre architecture.“ (Philippe)
2. Overlegcultuur (reflecting culture, culture of reflexion)
2. Culture de réflexion (reflecting culture, culture of reflexion)
Die nuchterheid en dat haast neutrale karakter is één van onze troeven. Bescheidenheid kan een gave zijn.
Ce sens de la réalité et ce caractère de quasi neutralité sont un de nos atouts. La discrétion peut être un don.
“Mijn Belg-zijn is een kwaliteit omdat België redelijk onbekend is, zonder vooroordelen, we zijn neutraal én we zijn goed ter taal. Bij Foster werd ik op zeer moeilijke klanten gezet. Er was een project in Chelsey, een woning in het centrum van Londen van 60.000€ per m². Deels door mijn Belg-zijn, en een onderhandelende en luisterende houding hebben we de bouwaanvraag goedgekeurd gekregen. Wij proberen iedereen ‘happy’ te krijgen. (Philippe)
“Ma belgitude est une qualité car la Belgique est relativement peu connue, sans préjugés, neutre et multilingue. Chez Foster, on me confiait des clients difficiles. Il y avait un projet à Chelsey, une habitation au centre de Londres de 60.000€ le m². Grâce à ma belgitude, à mon attitude d’écoute et de négociation, nous avons obtenu le permis de bâtir. Nous voulons contenter tout le monde.“ (Philippe)
Veel heeft te maken met een methodiek die opengetrokken wordt naar klanten en naar gebruikers: hoe zullen we keuzes maken? Daar is iets meer tijd voor nodig, maar het resultaat is ook meer gedragen. Er is een grote zorg voor de cliënt. Een zorgcentrum wordt niet alleen ontworpen voor de administratieve directeur, maar ook voor de zusters, voor de dokters die er werken, de bewoners,… Keuzes worden niet hiërarchisch gemaakt, maar worden in overleg op een democratische manier beslist.
Cela concerne en grande partie la méthodologie appliquée à l’égard des clients et des utilisateurs: comment allons-nous faire des choix? Il faut temps pour y arriver, mais le résultat est plus réfléchi. Le client est choyé. Un centre de soins ne se conçoit pas pour le directeur administratif uniquement, mais aussi pour les infirmiers, les docteurs, les résidents, … Les choix ne se font pas de manière hiérarchique, mais sont pris de façon démocratique, en concertation.
“Er is een aversie van hiërarchie en macht in België, in team werken lukt moeilijk omdat we allemaal hetzelfde zijn. We democratiseren onbewust -wat een gigantische gave is in een wereld die steeds verandert.(…) We kregen in het buitenland altijd complimenten dat Belgen zeer modererend werken en groepen met elkaar deden samensmelten. Dat komt wellicht omdat we als land zo klein zijn.” (Sven) “Als je met veel nationaliteiten samenzit, wordt er overgeschakeld op het Engels van zodra één iemand niet Nederlandstalig is. Ook al ben je er niet tegen aan het praten, toch doe je dat zodat die persoon zich niet geïsoleerd voelt. Vlamingen schakelen onmiddellijk over op de taal van de groep, we cijferen ons snel weg.”(Philippe) “Qua bescheidenheid wil ik toch even nuanceren. Hoe meer naar het noorden, hoe minder er wordt gesproken. Op vergaderingen wordt er heel weinig gezegd. Vergaderingen zijn zeer kort, to the point. De traditie van wedstrijden is er heel belangrijk. Wedstrijden zijn heel vaak anoniem. En waarom? Ze gaan niet de sterke man vooraan zetten. Een keuze gebeurt puur op inhoud, het is allemaal heel strikt geregeld, met weinig tekst, alles is bepaald. De juryrapporten kan je allemaal downloaden. Maar van zodra een Fin gewonnen heeft in een internationale wedstrijd is het voorpaginanieuws.” (Stijn) Het bemiddelen is een kwaliteit maar wordt ook als probleem ervaren: het is meteen ook één van de redenen waardoor alles zo grijs is. Bovendien heeft het zijn gevolgen op teamwerking: “In België zitten zoveel mensen rond de tafel en dat is (zogezegd) een team. Teamwerking is iets anders, daar moet echt aan gewerkt worden en er moet iets constructiefs uitkomen. We nemen geen beslissingen en er worden geen beslissingen genomen. Niemand hier zegt: daar gaan we voor. Op een bepaald moment, om vooruit te
“En Belgique nous avons une aversion de la hiérarchie et du pouvoir. Travailler en équipe nous est difficile car nous sommes tous les mêmes. Nous démocratisons sans le savoir – ce qui est un don inouï dans un monde en éternel changement. (…) On nous a toujours félicités, les Belges, pour notre modération et notre faculté à fusionner les groupes. C’est sans doute parce que notre pays est tellement petit.“ (Sven) “Dès que plusieurs nationalités sont réunies, dès que quelqu’un ne comprend pas le néerlandais on parle en anglais afin que personne ne se sente isolé. Les Flamands s’effacent facilement et parlent rapidement la langue du groupe.“ (Philippe) “En ce qui concerne la modestie, j’aimerais nuancer. Plus on va vers le nord, moins on est loquace. On ne dit pas grandchose aux réunions. Elles sont très courtes, vont droit au but. La tradition des concours est très importante. Ils sont souvent anonymes, pour ne pas favoriser le plus fort. Le choix se fait uniquement sur le contenu, tout est strictement réglementé, peu de textes, tout est déterminé. Les rapports des jurys sont tous disponibles sur internet. Mais dès qu’un Finnois remporte un concours international, il fait la une des journaux.“ (Philippe) La négociation est une qualité mais peut aussi être perçue comme un problème. C’est sans doute une des raisons pour laquelle tout est si gris. De plus, la négociation a également des conséquences au niveau du travail en équipe: “En Belgique, il y a beaucoup de personnes autour de la table qui forment (soi-disant) une équipe. Mais le travail en équipe, c’est autre chose. Il faut vraiment y travailler et obtenir un résultat constructif. Nous ne prenons pas de décisions. Personne ne dit: c’est cela qu’on va faire. Mais pour avancer il faut, à un certain moment, prendre des décisions. En Angleterre, ils sont forts dans ce domaine. Le travail en équipe est une attitude. Une structure et une 19
geraken, moeten er beslissingen genomen worden. En dat kunnen ze in Engeland zeer goed. Werken in team is daar een attitude. Er is wel structuur, hiërarchie nodig bij een bepaalde grootte van bureau. En dat is opvallend dat daar bij BURO II & ARCHI+I moet aan gewerkt worden.” (Philippe) “Je zit wat geremd want je moet rekening houden met die en die en je moet jezelf bewijzen. Dat is ook meegegeven vanuit je opleiding.” (Sven) “Als tijd een issue is, kan een militair regime zeer productief werken. Zo werden we bv. geselecteerd voor een wedstrijd voor een sales centrum in Abu Dabi en hadden we 5 dagen om die wedstrijd in te dienen. We zijn met 7 buitenlanders op dat project gezet. Er werd gewerkt met 3 teams van 2 personen; elk team kreeg 1 dag om een eigen concept uit te werken. Er werd een korte presentatie gehouden en dan werd door de baas beslist met welk concept uiteindelijk wordt verder gewerkt. Dan wordt er van iedereen verwacht met volle motivatie het geselecteerde project verder uit te werken, als één team. Dat is even aanpassen maar uiteindelijk wel zeer duidelijk en constructief.” (Sven)
hiérarchie sont nécessaires lorsqu’un bureau prend une certaine ampleur. Et il est evident que BURO II & ARCHI+I doit faire un effort sur ce plan.“ (Philippe) “On est un peu freiné car il faut tenir compte de l’un et de l’autre et il faut montrer ce dont on est capable. Nous avons été formés comme ça.“ (Sven) “Lorsque le temps est un problème, le système militaire est très productif. Par exemple, nous avons été sélectionnés dans un concours pour un centre commercial à Abu Dhabi et nous avions 5 jours pour introduire notre dossier. Sept étrangers ont été mis sur ce dossier. Nous avons travaillé en 3 équipes de 2 personnes; chaque équipe avait un jour pour développer un concept. Après une brève présentation, le responsable a décidé quel concept serait élaboré. Ensuite il a fallu que tous soient motivés pour travailler en équipe de façon unie sur l’idée choisie. Il faut s’adapter, mais finalement ce fut très clair et constructif.“ (Sven)
Europatoren Brussel: ontwerpend onderzoek Tour Europa Bruxelles: étude de conception préliminaire
20
21
3. Methodiek en ontwerpaanpak
3. Méthodologie et approche de conception
Die methodiek is op een interdisciplinaire manier georganiseerd:
Cette méthodologie est organisée de façon interdisciplinaire:
“In de Belgische context is dat anders, het moet gerealiseerd worden, de centen liggen daar. Je doet mee aan een wedstrijd, bv. het museum in Tervuren. Het gaat om de methodiek, de workshops die je hebt gebruikt om tot dat resultaat te komen. Van zodra het conceptvoorstel kwam, werden er in een grotere groep andere vakgebieden bij betrokken. Veel positieve, negatieve reacties, aanvullingen,… werden verzameld en verwerkt en opnieuw voorgelegd. Daar is het aspect tijd belangrijk. Dit project is voor mij naar werking toe één van de belangrijkste projecten geweest in het bureau.” (Herman) “Dat is wel belangrijk, dat er iemand voelbaar aanwezig is die dat proces overkoepelt, een methodiek van ontwerpen over het ganse bureau is belangrijk.” (Sven) Een samenwerking in een internationale context gaat vaak over een uitwisseling van kennis en methodiek. Er is een inbreng van tijd en cultuur waarin hier lokaal geïnvesteerd werd, om daar ter plaatse te vertalen.
“En Belgique, le contexte est différent, le projet doit être réalisé, l’argent est disponible. Vous participez à un concours, par exemple le musée de Tervuren. Il s’agit de la méthodologie, des séances de travail utilisées pour obtenir ce résultat. Dès que la proposition de projet a été faite, d’autres disciplines ont été concernées. Beaucoup de réactions positives, négatives, des compléments, … ont été rassemblés et traités avant de soumettre le projet. L’aspect délai est important. Au niveau du fonctionnement, ce projet à été pour moi un des principaux du bureau.“ (Herman) “Il est important qu’il y ait quelqu’un qui supervise le processus. Il est important d’avoir une méthodologie de conception pour l’ensemble du bureau.“ (Sven) La collaboration dans un contexte international tourne autour de l’échange de connaissances et de la méthodologie. Il s’agit d’un apport de temps et de culture qui sont investis ici pour les traduire là-bas.
In het kader van de globalisering en digitalisering van de samenleving is er op vlak van methodiek veel veranderd. Men googlet op het internet en vertrekt vanuit voorbeelden.
Dans le cadre de la mondialisation et de la digitalisation de la société, la méthodologie a connu une certaine évolution. On peut tout rechercher sur internet et on peut se baser sur des exemples.
“De copy-paste methodiek is nu blijkbaar enorm in. De eigenheid dreigt wat verloren te gaan door de globalisering. Al vind ik dat dat zeker niet altijd negatief moet zijn, alles hangt af van de fase waarin en de manier waarop je het doet. Het kan bijvoorbeeld zeer nuttig zijn om een aantal referenties aan te reiken, al is het maar om de klant de potenties uit te leggen.” (Sven)
“La méthode du copier-coller est actuellement à la mode. L’individualité risque de se perdre dans la mondialisation. Mais j’estime que cela ne doit pas toujours être négatif, tout dépend de la phase dans laquelle cela se passe et de la façon dont cela se passe. Il peut être utile de montrer quelques références, ne fût-ce que pour expliquer les potentialités au client.“ (Sven)
Ecologische wijk ‘Groenweg’ Neder-over-Heembeek Quartier écologique ‘Chemin Vert’ Neder-over-Heembeek
22
23
4. Een bepalende context
4. Un contexte déterminant
Er is een inbreng op individueel niveau vanuit de eigen socioculturele achtergrond:
On constate un apport au niveau individuel à partir d’un contexte socioculturel propre:
“The Europatower went through serveral designs. The tower changed in function of who was designing it. In the beginning it was Gorik, maybe that was the most Belgian design. (…) His design was lower and fatter. The program and the problem also changed. The footprint shrinked, my footprint had to be smaller and the building taller, my approach was more Dutch, more integrational. Mathias went more like Foster / Rogers with the building in three parts. And now again the program has changed, again the design will follow.” (Bogdan)
“The Europatower went through serveral designs. The tower changed depending on who was designing it. In the beginning it was Gorik, maybe that was the most Belgian design. (…) His design was lower and fatter. The program and the problem also changed. The footprint shrinked, my footprint had to be smaller and the building taller, my approach was more Dutch, more integrational. Mathias went more like Foster / Rogers with the building in three parts. And now again the program has changed, again the design will follow.” (Bogdan)
“Being such a big building, we always received a lot of input from different people. From people who were really working on it, Mathias, I-Chen, but also for example Van Santen for the façades or engineers. There were constraints, we have to deal with all those people who are working on it. In this project, we received so much input from everywhere that I cannot say that a single architect could bring a personal fingerprint to it. Dealing with all those people brings an evolution. On top of that, the client also plays a role.” (Simone)
“Being such a big building, we always received a lot of input from different people. From people who were really working on it, Mathias, I-Chen, but also for example Van Santen for the façades or engineers. There were constraints, we have to deal with all those people who are working on it. In this project, we received so much input from everywhere that I cannot say that a single architect could bring a personal fingerprint to it. Dealing with all those people brings an evolution. On top of that, the client also plays a role.” (Simone)
Bovendien schept de Belgische context een aantal randvoorwaarden waar niet aan kan voorbijgegaan worden.
Le contexte belge crée en outre quelques conditions préalables qu’il est impossible d’ignorer.
“In the first steps we try to take the lead. You can come with a design solution that can be effective in an elegant way. But then we always hit a certain wall: a regulation wall, decision maker wall, administations wall. In the end (from my experience of these three years in the design cell) we are caught – somehow your ideas are being given a Belgian shape as the way of doing it. That for me, it’s something domestic, tamed, it’s not something experimental, it’s not bringing something new. It’s just to comply, to please books and regulations, green bibles, institutions and clients.” There’s a lack of global vision, overview and the power to achieve it. Everywhere else the trend is to fight for novelty (experimental) and identity to be in the spotlight while here the identity is not to get noticed. (Bogdan)
“In the first steps we try to take the lead. You can come with a design solution that can be effective in an elegant way. But then we always hit a certain wall: a regulation wall, decision maker wall, administrations wall. In the end (from my experience of these three years in the design cell) we are caught – somehow your ideas are being given a Belgian shape as the way of doing it. That for me, it’s something domestic, tamed, it’s not something experimental, it’s not bringing something new. It’s just to comply, to please books and regulations, green bibles, institutions and clients.” There’s a lack of global vision, overview and the power to achieve it. Everywhere else the trend is to fight for novelty (experimental) and identity to be in the spotlight while here the identity is not to get noticed. (Bogdan)
“You have Rem Koolhaas who says: ‘fuck context, let’s do something new’. Bigness is no longer part of any urban tissue.” (Bogdan) “There’s a difficult relationship with the administrations in Brussels. The authorities can really change your projects. In France, it is impossible. You are following the rules, there is no way that in the end they will refuse your building.” (Simone) Het resultaat van dit gebrek aan experimenteerruimte is vaak een compromis en een gebrek aan durf in architectuur. “In the end you have to comply because you give up. For example Europatower: so many people are involved, everyone can say something and make their own interpretation.” (Bogdan) 24
“Here, architecture is still much linked to politics and this is the bigger problem. I think that as soon as foreign architects would have the possibility to build a building that is a bit different then also the Belgian architects would dare more and the architectural variety would grow.”(Vera Christine)
“Here, architecture is still much linked to politics and this is the bigger problem. I think that as soon as foreign architects would have the possibility to build a building that is a bit different then also the Belgian architects would dare more and the architectural variety would grow.”(Vera Christine)
In België is het socio-economische klimaat erg bepalend:
En Belgique, le climat socio-économique est très déterminant:
“In België moet je niet afkomen met complexe vormen want arbeid is duur.” (Philippe)
“En Belgique, il ne faut pas proposer des formes complexes car la main d’œuvre coûte cher.“ (Philippe)
In landen als China kan dit bijvoorbeeld wel, want er is voldoende goedkope arbeid beschikbaar.
De telles choses sont possibles dans un pays comme la Chine, parce que la main d’œuvre y est meilleur marché. “L’aspect socio-économique est un élément non négligeable. Il faut être très pragmatique, toujours évaluer les avantages et les inconvénients. Cela a une grande influence sur le travail, car en Belgique, on laisse peu de place à l’expérimentation.“ (Philippe)
“Het socio-economische aspect is een niet te onderschatten element, je moet zeer pragmatisch zijn, altijd de kosten-baten afwegen. En dat heeft een heel grote invloed op je werk want er is in België weinig ruimte om te experimenteren.”(Philippe)
Baiyun International Convention Centre Guangzhou China © Philippe Van Gelooven
“You have Rem Koolhaas who says: ‘fuck context, let’s do something new’. Bigness is no longer part of any urban tissue.” (Bogdan) “There’s a difficult relationship with the administrations in Brussels. The authorities can really change your projects. In France, it is impossible. You are following the rules, there is no way that in the end they will refuse your building.” (Simone) Le peu d’espace laissé à l’expérimentation mène souvent à un compromis et un manque d’audace en architecture. “In the end you have to comply because you give up. For example Europatower: so many people are involved, everyone can say something and make their own interpretation.” (Bogdan) 25
5. Materiaalgebruik en materiaalbepaling
5. Utilisation et choix des matériaux
Materiaalgebruik blijkt vaak lokaal geïnspireerd. En niet alleen omwille van het materiaal zelf, maar ook omwille van de technologie en de knowhow om te werken met een specifiek materiaal. Maar ook het klimaat is bepalend:
L’utilisation des matériaux s’avère souvent d’inspiration locale. Non seulement en raison du matériau même, mais aussi de la technologie et du savoir-faire pour mettre en œuvre un matériau spécifique. Le climat joue également un rôle déterminant:
“When I was at university it seemed the biggest problem was keeping the sun out of the building – here it‘s the other way around. Everything is relative.” (Ilaria) “In Belgium and France they use a lot of concrete, they have the knowledge. If you think about the project in Belgium or France, you have to think differently because of the knowledge of the material. The people who are building it, are more used to working with concrete. So from country to country, it’s different.” (Ilaria) “For sure, you have to use the material of the country. Although concrete is not a local material, it’s also about the technology, the fabrication process. For example, the Zaha Hadid Museum in Rome is not well done. She designed it in concrete but nobody can work with concrete in Italy. They export star, iconic architecture, but then you have to think about the knowledge of the material.” (Ilaria) “It’s like Mario Botta: he is really using the local material like using the bricks. In Italy it’s plaster. In the north you use a lot of bricks, you have knowledge of the use of this local technology.” (Simone) Zo heeft Finland ervoor gekozen na hun toetreding tot de Europese Unie om een lokaal materiaal - hout - te kiezen en daar consequent mee naar buiten te komen. “Globaal gezien is het ook een ecologisch materiaal en we gaan ons daarin specialiseren. Ook voor de lokale industrie is dit heel belangrijk. Er zijn intussen ook veel voorbeelden gerealiseerd, kijk maar naar de Finse deelname aan de laatste Biënnale van Venetië. Die identiteit is daar zo belangrijk dat de industrie, de academische wereld en de bouwwereld dit gezamenlijk promoten.” (Stijn)
“When I was at university it seemed the biggest problem was keeping the sun out of the building – here it‘s the other way around. Everything is relative.” (Ilaria) “In Belgium and France they use a lot of concrete, they have the knowledge. If you think about the project in Belgium or France, you have to think differently because of the knowledge of the material. The people who are building it, are more used to working with concrete. So from country to country, it’s different.” (Ilaria) “For sure, you have to use the material of the country. Although concrete is not a local material, it’s also about the technology, the fabrication process. For example, the Zaha Hadid Museum in Rome is not well done. She designed it in concrete but nobody can work with concrete in Italy. They export star, iconic architecture, but then you have to think about the knowledge of the material.” (Ilaria) “It’s like Mario Botta: he is really using the local material like using the bricks. In Italy it’s plaster. In the north you use a lot of bricks, you have knowledge of the use of this local technology.” (Simone) Après son adhésion à l’Union européenne, la Finlande, par exemple, a choisi de promouvoir fortement le matériau local par excellence: le bois. “Globalement, c’est aussi un matériau écologique et dans lequel nous allons nous spécialiser. C’est important aussi pour l’industrie locale. D’autres exemples ont été réalisés, par exemple la participation finnoise à la dernière Biennale de Venise. L’identité est tellement importante que l’industrie, le monde académique et celui de la construction la promeuvent.“ (Stijn)
Ook in een geglobaliseerde wereld met een geglobaliseerde architectuur blijven die verschillen in materialen en materiaalgebruik duidelijk. Ook al ziet de architectuur van Baumslager & Eberle er ogenschijnlijk niet Zwitsers uit, je haalt het er wel uit door de manier waarop ze de zaken verwerken, in dit geval de Zwitserse traditie op vlak van houtverwerking.
Même dans un monde globalisé avec une architecture globalisée, des différences subsistent en ce qui concerne les matériaux et leur application. Si l’architecture de Baumslager & Eberle ne semble pas très suisse à première vue, elle se distingue par la façon dont le bois est mis en œuvre, indéniablement influencée par la tradition suisse.
“We come from everywhere but sometimes a local architect can do better because he knows the place, the technology. We can be the fresh wind; we can bring some ideas.” (Ilaria)
“We come from everywhere but sometimes a local architect can do better because he knows the place, the technology. We can be the fresh wind; we can bring some ideas.” (Ilaria)
26
Woonzorgcampus Triamant Velm Site de soins et de logement Triamant Velm
27
Om te besluiten met een citaat van Wim Wenders (Notes to the film ‘Aufzeichnungen zu Kleidern und Städten’ (1989) of Wim Wenders):
Pour clôturer, voici une citation de Wim Wenders (Notes to the film ‘Aufzeichnungen zu Kleidern und Städten’ (1989) of Wim Wenders):
“We live in the cities, the cities live in us… We move from one city to another, from one country to another, We change the language, We change habits, We change opinions, We change clothes, We change ourselves. (…)”
28
29
Interdisciplinaire culturele platforms
Plates-formes culturelles interdisciplinaires
Sofie Vandelannoote
Sofie Vandelannoote
Op 26 april hielden we een rondetafel met enkele van onze internationale partners1: Wessel de Jonge (WD), Pempé Kestutis (PK), András Palffy (AP), Ton Venhoeven (TV) en Hendrik Vermoortel (HV). Rob Docter (RD) was onze moderator onder de begeleiding van Herman Jult (HJ) en Marc Santens (MS). De volledige neerslag van dit debat kan je lezen op www.b2ai.com.
Le 26 avril dernier, nous organisions une table ronde avec quelques-uns de nos partenaires internationaux1: Wessel de Jonge (WD), Pempé Kestutis (PK), András Palffy (AP), Ton Venhoeven (TV) et Hendrik Vermoortel (HV). Rob Docter (RD) était notre modérateur, accompagné de Herman Jult (HJ) et Marc Santens (MS). Vous pourrez lire le compterendu de ce débat sur www.b2ai.com.
“We have to allow time for debate, for raising questions. Then nationality doesn’t count.”(WD)
“We have to allow time for debate, for raising questions. Then nationality doesn’t count.”(WD)
Maatschappelijke en culturele complexiteit maken samenwerking noodzakelijk. Interdisciplinariteit is de basis voor het optimaliseren van kennis en het verhogen van de kwaliteit van een project. Interculturaliteit en interdisciplinariteit hebben een toegevoegde waarde. Bureaus zouden moeten investeren in interculturele en interdisciplinaire teams en tijd maken voor reflectie en een kritisch debat, in samenwerking met de klant, en als deel van het ontwerpproces.
La collaboration est rendue indispensable par la complexité sociale et culturelle. L’interdisciplinarité est essentielle en vue de l’optimalisation des connaissances et de l’élévation de la qualité d’un projet. L’interculturalité et l’interdisciplinarité ont une valeur ajoutée. Les bureaux devraient s’investir dans la formation d’équipes interculturelles et interdisciplinaires et prendre le temps d’une réflexion et d’un débat critique, en collaboration avec le client, afin de les intégrer dans le processus de création.
“Architecture is the mirror of the mentality of the time. The architect has a new role, in a world where everything is connected, the architect must act a moderator. In a world of globalization we are helping each other, locally based, which leads to a project that is a new sign.” (HV) “We were working with an Austrian architect, Hohensinn, who is specialized in the technology and knowledge of a prison. How do people live in a prison? We needed this specialty and couldn’t organize it unless in an interdisciplinary way. It’s our way of working, bringing together all kind of specialties to be able to elaborate a good project. The result would be different if we didn’t have this international scope.” (HV) “There are so many influences, everything goes around the world. Especially in a time where sustainability is important, there’s a lot to learn from different cultures. Typology is very important. Each moment is a step in this creation. You can bring together a father typology with a mother typology and see what comes from it.” (TV)
Van links naar rechts / de gauche à droite: Kestutis Pempe, Wessel de Jonge, Hendrik Vermoortel, Sofie Vandelannoote, Marc Santens, Herman Jult, András Palffy, Rob Docter, Ton Venhoeven
De wereld is ons blikveld, de cultuur en geschiedenis onze wortels.
1
30
Deelnemers / participants: - Wessel de Jonge, Wessel de Jonge Architecten bna bv, Rotterdam, the Netherlands www.wesseldejonge.nl - Pempé Kestutis, Viliaus Architekturos Studija, Vilnius, Lithuania www.vas.lt - András Pálffy, Jabornegg & Palffy Architecten Vienna, Austria www.jabornegg-palffy.at - Ton Venhoeven, VenhoevenCS architecture+urbanism Amsterdam, the Netherlands www.venhoevencs.nl - Hendrik Vermoortel, BURO II & ARCHI+I, Belgium www.b2ai.com - Rob Docter (moderator) www.robdocter.nl
“Architecture is the mirror of the mentality of the time. The architect has a new role, in a world where everything is connected, the architect must act as a moderator. In a world of globalization we are helping each other, locally based, which leads to a project that is a new sign.” (HV) “We were working with an Austrian architect, Hohensinn, who is specialized in the technology and knowledge of a prison. How do people live in a prison? We needed this specialty and couldn’t organize it unless in an interdisciplinary way. It’s our way of working, bringing together all kind of specialties to be able to elaborate a good project. The result would be different if we didn’t have this international scope.” (HV) “There are so many influences, everything goes around the world. Especially in a time where sustainability is important, there’s a lot to learn from different cultures. Typology is very important. Each moment is a step in this creation. You can bring together a father typology with a mother typology and see what comes from it.” (TV) Le monde est notre champ visuel, la culture et l’histoire sont nos racines.
31
“Our culture in Lithuania is a very old one. Vilnius is one of the oldest towns in Europe. We are EU-member for 9 years now, and it brings a big change. The biggest change is the change in the mind. Private businesses have started, students go to foreign countries,… (…) All the Baltic states have a rich cultural heritage. We build on that heritage and we create a new architectural paradigm: architects are checking the level of architecture all over the world. Creating national identity is not easy, it comes from your own knowledge of the country, from your own relationship with interdisciplinarity and then you get a new result – it’s constantly happening.” (KP)
“Our culture in Lithuania is a very old one. Vilnius is one of the oldest towns in Europe. We are EU-member for 9 years now, and it brings a big change. The biggest change is the change in the mind. Private businesses have started, students go to foreign countries,… (…) All the Baltic states have a rich cultural heritage. We build on that heritage and we create a new architectural paradigm: architects are checking the level of architecture all over the world. Creating national identity is not easy, it comes from your own knowledge of the country, from your own relationship with interdisciplinarity and then you get a new result – it’s constantly happening.” (KP)
“In India it’s quite different. On the one hand, you have the old British bureaucracy and at the other hand you have incredible skilled people. Every project is a new adventure. It’s creating something new, exchanging culture, money, trade,… it’s not just about putting the different technologies together. We are in a period where the connectivity to each other is very high and this creates interesting challenges.” (TV)
“In India it’s quite different. On the one hand, you have the old British bureaucracy and at the other hand you have incredible skilled people. Every project is a new adventure. It’s creating something new, exchanging culture, money, trade,… it’s not just about putting the different technologies together. We are in a period where the connectivity to each other is very high and this creates interesting challenges.” (TV)
“It’s absolutely necessary to work with the client within the local context. But I’m hesitatant when it comes to dealing with identity when working in another cultural entity, coming from abroad it’s very difficult to grasp that identity. It takes quite a while before you get: what’s going on? How is this working?”(WD)
“It’s absolutely necessary to work with the client within the local context. But I’m hesitant when it comes to dealing with identity when working in another cultural entity, coming from abroad it’s very difficult to grasp that identity. It takes quite a while before you get: what’s going on? How is this working?”(WD)
Deskundigheid is een veelvoud aan disciplines in een innovatief verband samenbrengen. Opleiding is een instrument om zowel interculturaliteit als interdisciplinariteit te verhogen.
La compétence est la faculté de réunir une multitude de disciplines dans une alliance innovatrice. La formation est un instrument qui permet d’augmenter l’interculturalité aussi bien que l’interdisciplinarité.
“Today it’s normal to work on competitions in a European context. For me, it’s very important to move the students and to organize exchange. It enhances autoresponsibility and a future mobility. This kind of programs are supported by the EU and the industry. It happens, I was never following a strategy on this topic, but I don’t believe in coincidences.”(AP) Alles moet opnieuw in vraag worden gesteld. De verschillende disciplines en principes worden samengebracht, bijvoorbeeld in een projectdefinitie. Interculturaliteit gaat over de mogelijkheid om de vraag te herformuleren.
“Your built product is the result of intercultural exchange. There is so much knowledge to be developed. You just try to bring in elements from different sides. Maybe even in a pragmatic way, because you have to convince the jury. Identity is a temporary situation.” “When I come back from abroad, I suddenly understand some aspects of my own culture.”(TV) “It’s not always in the big things. Some things are invisible for us. There are always questions the other people are asking, questions we wouldn’t be asking from our own cultural background. It’s these questions and the answers that are interesting.” (HJ)
32
“Today it’s normal to work on competitions in a European context. For me, it’s very important to move the students and to organize exchange. It enhances autoresponsibility and a future mobility. This kind of programs are supported by the EU and the industry. It happens, I was never following a strategy on this topic, but I don’t believe in coincidences.”(AP) Tout doit être remis en question. Les différentes disciplines et principes doivent être rassemblés, par exemple dans une définition du projet. L’interculturalité porte sur la possibilité de reformuler la question.
“Your built product is the result of intercultural exchange. There is so much knowledge to be developed. You just try to bring in elements from different sides. Maybe even in a pragmatic way, because you have to convince the jury. Identity is a temporary situation.” “When I come back from abroad, I suddenly understand some aspects of my own culture.” (TV) “It’s not always in the big things. Some things are invisible for us. There are always questions the other people are asking, questions we wouldn’t be asking from our own cultural background. It’s these questions and the answers that are interesting.” (HJ)
33
Jaborneg & Palffy: 1992-1995, Generali Foundation, Vienna (AT) © Werner Kaligofsky
34
BURO II & ARCHI+I: 2007, Dambja centres Riga, Latvia © BURO II in collaboration with VAS
35
“Interdisciplinarity gives answers for a problem, interculturality is about the ability to rephrase the question.” (MS)
“Interdisciplinarity gives answers for a problem, interculturality is about the ability to rephrase the question.” (MS)
“Nowadays, we have an explosion of modernism2. It’s not postmodernism, it’s modernism. It’s like an automatic pilot. Posing the right questions, makes it possible to enlighten more aspects.”(WD)
“Nowadays, we have an explosion of modernism2. It’s not postmodernism, it’s modernism. It’s like an automatic pilot. Posing the right questions, makes it possible to enlighten more aspects.”(WD)
Investeerders, promotoren, overheden en regelgevers moeten zich engageren in het proces in plaats van zich te distantiëren. Er is een verschil als het gaat over de samenwerking met private, dan wel met publieke actoren. Niettemin moeten alle partijen betrokken worden.
Les investisseurs, promoteurs, autorités publiques et législateurs doivent s’engager dans le processus au lieu de s’en distancier. Le travail est différent selon qu’il s’agit d’acteurs privés ou publics. Mais dans tous les cas, toutes les parties doivent s’impliquer.
“Exchange makes it more real. It brings something into the architecture. Even your project definition is something that is growing. What the clients see as the borders of the possibilities, is maybe not a border at all. How you involve in the client is important. The client also has his/her own background. It’s his/her decision in the end, but we need a very active participation.” (HJ)
“Exchange makes it more real. It brings something into the architecture. Even your project definition is something that is growing. What the clients see as the borders of the possibilities, is maybe not a border at all. How you involve in the client is important. The client also has his/her own background. It’s his/her decision in the end, but we need a very active participation.” (HJ)
“There’s an evolution in the real estate market. For instance we work with Re-Vive which invests in brownfields to create a sustainable living environment with a positive financial, social and ecological impact. Together, we are looking for the value of the project.” (HV)
“There’s an evolution in the real estate market. For instance we work with Re-Vive which invests in brownfields to create a sustainable living environment with a positive financial, social and ecological impact. Together, we are looking for the value of the project.” (HV)
“Part of the crisis in Holland derives from the fact that we split up architecture in disciplines. In Flanders, there’s a
“Part of the crisis in Holland derives from the fact that we split up architecture in disciplines. In Flanders, there’s
2
36
Het modernisme is een verzamelnaam voor vernieuwende stromingen in de kunsten en de westerse maatschappij tijdens de eerste helft van de 20e eeuw. De term refereert aan een culturele beweging die vooral na de Eerste Wereldoorlog in verzet komt tegen de traditionele opvattingen en vormen van kunst, architectuur, literatuur, geloof, sociale organisatie en het dagelijks leven. De moderne roman, het moderne toneel, de architectuur en de poëzie moesten vernieuwd worden zodat zij de moderne geïndustrialiseerde maatschappij beter weerspiegelden.
2
Le modernisme est un nom collectif pour les tendances innovantes dans le domaine des arts et de la société occidentale au cours de la première moitié du 20e siècle. Le terme se réfère à un mouvement culturel qui s’est développé surtout après la Première Guerre mondiale, et s’opposait aux croyances et aux formes d’art, à l’architecture, à la littérature, à la religion, à l’organisation sociale et à la vie quotidienne traditionnelles. Le roman et le théâtre modernes, l’architecture et la poésie devaient être renouvelés afin qu’ils reflètent mieux la société industrialisée moderne.
37
different approach: the client is more professional and has a lot more experience. In Holland, we don’t know the client: it’s an intermediate manager of a government department, a tender manager with a list of requirements you have to fulfill… Now we are seeing the awakening of a new approach. We are looking for good contractors, clever cost specialists, total cost of ownership,… in a cocreation. There are increasing demands coming from society. In this way we can create a superior project. Maybe we have to redefine the client.” (TV)
a different approach: the client is more professional and has a lot more experience. In Holland, we don’t know the client: it’s an intermediate manager of a government department, a tender manager with a list of requirements you have to fulfill… Now we are seeing the awakening of a new approach. We are looking for good contractors, clever cost specialists, total cost of ownership,… in a cocreation. There are increasing demands coming from society. In this way we can create a superior project. Maybe we have to redefine the client.” (TV)
“The government needs the discipline of architecture. After all, the discipline of architecture is capable by eminence to combine all kinds of sometimes conflicting interests from different stakeholders, to create a synthesis and to present a future vision that can be communicated with the public and the (political) decision makers.” (RD)
“The government needs the discipline of architecture. After all, the discipline of architecture is capable by eminence to combine all kinds of sometimes conflicting interests from different stakeholders, to create a synthesis and to present a future vision that can be communicated with the public and the (political) decision makers.” (RD)
Ontwerpplatforms brengen cultuur en deskundigheid samen in een nieuwe samenhang om zo herkenbare plekken voor mens en gemeenschap te maken.
Des plates-formes de conception rallient la culture et les compétences dans une nouvelle cohérence en vue de réaliser des lieux identifiables pour l’individu et la communauté.
“We have 18 nationalities in our office. We are working on a different level here by creating platforms. Half of the projects we do, we do it with other platforms. On top of that, you can link these platforms and make satellites. Collaborators are happy to work in such a situation. International influence gives more quality to your project. For instance our collaboration with Steven Holl for the casino in Knokke: we won the competition with the philosophy of a team. In the end, the quality is higher and people are happier. Steven Holl literally said: ‘I’m putting my life in your hands’. And we take that responsibility.”(HV)
“We have 18 nationalities in our office. We are working on a different level here by creating platforms. Half of the projects we do, we do it with other platforms. On top of that, you can link these platforms and make satellites. Collaborators are happy to work in such a situation. International influence gives more quality to your project. For instance our collaboration with Steven Holl for the casino in Knokke: we won the competition with the philosophy of a team. In the end, the quality is higher and people are happier. Steven Holl literally said: ‘I’m putting my life in your hands’. And we take that responsibility.”(HV)
“To be able to survive, you have to work on these platforms and work in a bigger scale. The future is these platforms working together, that’s the next thing. You can’t take the risk on your own. It’s not a matter of scale, but you have to realize you’re one wheel in the mechanism. And you have to put in some energy to move it.” (AP)
“To be able to survive, you have to work on these platforms and work in a bigger scale. The future is these platforms working together, that’s the next thing. You can’t take the risk on your own. It’s not a matter of scale, but you have to realize you’re one wheel in the mechanism. And you have to put in some energy to move it.” (AP)
“I like the idea of the platforms, units or consortiums between professional specialists. You take the best specialist, the best partners you trust, always in collaboration with the local partners and then it’ s possible to create a high quality product. This kind of platform can be very competitive. Creating platforms is the future.” (KP)
“I like the idea of the platforms, units or consortiums between professional specialists. You take the best specialist, the best partners you trust, always in collaboration with the local partners and then it’ s possible to create a high quality product. This kind of platform can be very competitive. Creating platforms is the future.” (KP)
“It also means sharing the risk. You also have to do with risk control. You can team up with a partner, a locally based partner, and in this way we could control the risk for insurances and so.” (TV)
“It also means sharing the risk. You also have to do with risk control. You can team up with a partner, a locally based partner, and in this way we could control the risk for insurances and so.” (TV)
“It’s worth the effort. It’s about the possibility of having a result that goes beyond your own expectations.” (HV)
“It’s worth the effort. It’s about the possibility of having a result that goes beyond your own expectations.” (HV)
38
Wessel de Jonge Architecten bna bv: “Zonnestraal” Estate, accommodating paramedical healthcare services and a convention centre. Transformation of a former sanatorium, listed as architectural heritage, designed for Hilversum in 1928 by the architects J. Duiker, B. Bijvoet en J.G. Wiebenga.
39
Vilnius Architecture Studio VAS: 2008, Small hotel Druskininkai, Latvia © K.Pempe, D.Stikleriene > VenhoevenCS architecture+urbanisme: 2012, Sportshall Wetteren, VenhoevenCS architecture+urbanism in collaboration with BURO II & ARCHI+I, build by Strabag © Filip Dujardin
40
42
43
Architectuur als culturele transformator
L’architecture comme transformateur culturel
Moet architectuur de cultuur uitdagen of moet de culturele meervoudigheid de architectuur blijven bevragen? Het blijft een aanleiding voor debat en discussie. Het lijkt erop dat de ontwerper noch het creatieve genie is dat het nieuwe perspectief van de toekomst verbeeldt, noch de volgzame vertaler van de wensen van de opdrachtgever is. Hij is de culturele transformator die samen met andere partners aan de traditie nieuwe culturele referenties toevoegt in een geglobaliseerde wereld.
L’architecture doit-elle défier la culture ou la pluralité culturelle doit-elle continuer de questionner l’architecture? Cette question demeure un sujet de débat et de discussion. Il semble que le concepteur ne soit ni le génie créatif qui représente la nouvelle perspective de l’avenir, ni le traducteur docile des souhaits du client. Il est le transformateur culturel qui apporte – avec d’autres partenaires – de nouvelles références à la tradition dans un monde globalisé.
Deze diversiteit aan nieuwe invalshoeken laat ons toe om enerzijds onze eigen keuzes woord en vorm te geven, en anderzijds deze in het collectief debat in te brengen als een dynamische aanzet voor een verrijkend inzicht. Door een permanent groepsmatig verwerkingsproces leidt dit tot een voortschrijdend maatschappelijk ontwikkelingsproces. Als men architectuur wil betrekken in een internationaal innovatiebeleid, dan kan het niet gaan over de uit- of invoer en promotie van architecturale producten of ontwerpers, maar om het scheppen van een nationale en internationale context waar de meerwaarde van actieve en projectgebonden werktrajecten een kans krijgen. Men moet hierbij niet uitgaan van het gegeven dat het buitenland meer te bieden heeft dan het binnenland, maar wel van het feit dat elke culturele confrontatie een meerwaarde oplevert en de verscheidenheid aan en verbondenheid van culturele referenties zichtbaar maakt. De voorwaarde hiertoe is dat de mogelijkheden en de middelen beschikbaar zijn om projectgebonden discussieplatforms en netwerken samen te brengen die aan ontwerpers en opdrachtgevers de kans geven open referentiekaders te onderzoeken en te verweven met nieuwe uitdagingen.
44
Cette diversité de nouveaux points de vue nous permet, d’une part, d’exprimer et concrétiser nos propres choix, et d’autre part, de les intégrer dans le débat collectif en tant qu’impulsion dynamique à l’enrichissement d’idée. Un processus de traitement collectif permanent génère un processus de développement social progressif. Si l’on veut impliquer l’architecture dans une politique d’innovation internationale, il ne peut s’agir ni d’exportation ni d’importation, ni même de promotion de produits architecturaux ou concepteurs, mais de création d’un contexte national et international permettant d’apporter une plus-value aux opérations actives et axées sur les projets. Il ne faut pas partir de la supposition que le pays étranger a plus à offrir que le pays d’origine, mais bien du fait que chaque confrontation culturelle apporte une plus-value et assure la visibilité de la diversité et de l’interconnexion des références culturelles. Pour y arriver, il faut néanmoins que les possibilités et les moyens soient disponibles pour pouvoir mettre en place des plates-formes de discussion et réseaux axés sur les projets offrant l’opportunité aux concepteurs et maîtres d’ouvrage d’étudier les cadres de référence et de se lancer de nouveaux défis.
45
Aanknopingspunten voor dit collectief debat kunnen zijn:
Les pistes pour ce débat collectif peuvent être les suivantes:
- Hoe geven we de internationale samenwerkingsverbanden vorm? Hoe kan partnerschap de gelegenheidsaanpak voor wedstrijden overschrijden en de basis vormen voor een netwerk waar ervaring, creativiteit, economie en wetenschap elkaar blijven bevruchten?
- Comment concrétisons-nous les accords de collaboration internationaux? Comment le partenariat peut-il dépasser l’approche occasionnelle et constituer la base d’un réseau dans lequel l’expérience, la créativité, l’économie et la science continuent de s’enrichir mutuellement?
- Hoe kunnen we werken aan open organisatievormen die continuïteit geven aan een samenwerking zonder grenzen en met respect voor het bestaande en het niet- bestaande?
- Comment pouvons-nous travailler sur des formes d’organisation ouvertes assurant la continuité d’une collaboration sans frontière et ce dans le respect des éléments existants ou non?
- Hoe kunnen we spreken over de mentale en fysieke aanwezigheid van onze wortels zonder ons te verliezen in een identiteitsdiscussie? - Welke rol kunnen universiteiten hierin spelen? Hoe kunnen historici, sociologen, cultuurfilosofen,… daadwerkelijk een rol spelen in het (ontwerp)proces en hoe kunnen universiteiten dit faciliteren? - Hoe kunnen we dan wel architectuur in het buitenland promoten? Welke rol kunnen het VAI3 of het WBA4 hierin opnemen, wat kan de rol zijn van architectuurtijdschriften? Hoe kan de overheid hierin een omkadering bieden, ook t.a.v. het exportbeleid? - Wat is het belang van architectuurtentoonstellingen zoals de Biënnales? In een verbindende rol, als platformen van uitwisseling en ontmoeting?
- Comment pouvons-nous parler de présence mentale et physique de nos racines sans nous perdre dans un débat identitaire? - Quel peut être le rôle des universités dans ce contexte? Comment les historiens, les sociologues, les philosophes de la culture… peuvent-ils jouer effectivement un rôle dans le processus (de développement) et comment les universités peuvent-elles y aider? - Comment pouvons-nous promouvoir l’architecture à l’étranger? Quel rôle le VAI3 ou la WBA4 peuventils jouer ici et quelle peut être l’utilité des magazines d’architecture? Comment les pouvoirs publics peuvent-ils offrir un encadrement y compris vis-à-vis de la politique d’exportation? - Quelle est l’importance des expositions d’architecture telles que les Biennales? Jouent-elles un rôle relationnel, comme plates-formes d’échange et de rencontre?
3 4
VAI: Vlaams Architectuurinstituut www.vai.be WBA: Wallonie-Bruxelles Architectures www.wbarchitectures.be
46
47
Colofon | Colophon
ALERT 5, juli | juillet 2013 Verantwoordelijke uitgever | Éditeur responsable Sofie Vandelannoote BURO II & ARCHI+I Rue J. Jordaensstraat 18a B-1000 Brussel-Bruxelles Redactieraad | Conseil de rédaction Rita Agneessens, Geert Blervacq, Werner Desimpelaere, Herman Jult, Marc Santens, Sofie Vandelannoote Geïnterviewde medewerkers l Collaborateurs interviewés Philippe Brysse, Simone Chilese, Stijn Colpaert, Ilaria Gagliardi, Vera Christine Gerlach, Bogdan Saileanu, Sven Van Loon Deelnemers aan de rondetafel l Participants au table ronde Wessel de Jonge, András Palffy, Kestutis Pempe, Ton Venhoeven, Hendrik Vermoortel en/et Rob Docter, moderator. Vormgeving en opmaak | Maquette et mise en pages Erik Desombere Fotografie | Photographie Selectie uit het artistieke oeuvre van Eric De Ville Selection de l’oeuvre artistique d’Eric De Ville www.ericdeville.be Druk | Impression Cassochrome, Waregem
Wenst u een extra exemplaar van ALERT? Ga naar www.b2ai.com en klik op ‘ALERT’ Désirez-vous une copie supplémentaire d’ALERT? Naviguez vers www.b2ai.com et cliquez sur ‘ALERT’
48
BURO II & ARCHI+I | urban planning | architecture | engineering | interior design
Rue J. Jordaensstraat 18a, B-1000 Brussel-Bruxelles | T +32 2 641 88 00 | F +32 2 640 53 55 | E
[email protected] | www.archi.be Hoogleedsesteenweg 415, B-8800 Roeselare | T +32 51 21 11 05 | F +32 51 22 46 74 | E
[email protected] | www.buro2.be Bellevue 5, B-9050 Ledeberg [Gent] | T +32 9 210 17 10 | F +32 9 210 17 19 | E
[email protected] | www.buro2.be