Ontwerp en opmaak cover: Case Sensitive Ontwerp binnenwerk: Vrijdag Grafis Opmaak binnenwerk: Press Point Illustraties: Vera Smeulders Illustratieverantwoording: © Aimohy - Fotolia.com, © wojtek - Fotolia.com Met dank aan de Efteling Uitgeverij Plantyn heeft alle redelijke inspanningen geleverd om de houders van intellectuele rechten op het materiaal dat in dit leermiddel wordt gebruikt, te identificeren, te contacteren en te honoreren. Mocht u ondanks de zorg die daaraan is besteed, van oordeel zijn toch rechten op dit materiaal te kunnen laten gelden, dan kunt u contact opnemen met uitgeverij Plantyn. Zij zal uw legitieme aanspraken honoreren tegen de gangbare markttarieven.
NUR 137
© Plantyn N.V., Mechelen, België Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever. ISBN 978-90-301-3167-0
D2011/0032/822
Inhoudstafel 1 De juiste weg
4
2 De windrichtingen
6
3 De gemeente 3.1 Stratenplan 3.2 Plattegrond 3.3 Elektronische kaarten
10
10
13
17
4 België 4.1 Tien provincies 4.2 Vlaanderen en Wallonië
20
20
22
5 De atlas
5.1 Kaart 5.2 Legenda 5.3 Register 5.4 Werelddelen
24
24
26
27
28
6 Kennen en kunnen
30
We gebruiken de volgende icoontjes: opdracht, je moet dus iets doen
dit moet je goed kennen
tips om te leren
gebruik internet
Panorama 1B | Kaartlezen | 3
1 De juiste weg
Stijn, Tom en Karen zijn drie leerlingen van klas 1B. Elke morgen moeten ze naar school. Tom neemt hiervoor de bus. Karen wordt door haar oma naar school gebracht. Stijn fietst elke dag naar school. OPDRACHT 1. Bekijk aandachtig het kaartje. Er staan drie routes op aangeduid. 2. Lees van elke leerling het tekstje en ontdek wie welke route naar school neemt. Schrijf de naam van die leerling dan bij de juiste route. route C
Tom
route B
Stijn
4 | Kaartlezen | Panorama 1B
route A
Karen
TEKST 1 Hoi, ik ben Stijn. Ik ga dit jaar voor het eerst naar de middelbare school. Elke dag fiets ik naar school. Dat is lekker gezond en goed voor mijn conditie. Een goede conditie heb ik trouwens nodig, want ik moet elke dag over de brug van het kanaal fietsen. Soms is het ook wel gevaarlijk, vooral wanneer ik drukke en gevaarlijke verkeerswegen moet oversteken.
TEKST 2 Mijn naam is Tom. Ik kom elke dag met de bus naar school omdat ik nogal ver woon. Voor ik het centrum bereik, rijdt de bus langs een rustige bosomgeving. Dan kan ik nog even de ogen dichtdoen. Niet voor lang, want als we aan het station zijn, stappen er altijd heel veel mensen op de bus. Soms ben ik te laat op school door de drukke ochtendspits.
TEKST 3 Dag allemaal, ik ben Karen! Mijn oma brengt me elke morgen met de auto naar school. Dan kijk ik naar buiten en droom ik weg. Zeker als we langs die hoge kerktoren komen, dan wou ik dat ik net als de vogels bovenop het topje van de toren kon zitten en iedereen kon bekijken. ’s Morgens is het altijd druk, zeker aan de rotonde. Soms moeten we ook lang wachten aan de overweg van de spoorweg.
OPDRACHT Prima! Je weg zoeken op een eenvoudige kaart is goed gelukt. In deze bundel leer je nog veel meer over kaarten, plattegronden, oriënteren (= je weg vinden,
bv. met kompas
) en je weg vinden. Maar ook in de
lagere school heb je al veel over die onderwerpen geleerd. Met de opdracht ‘spin en spion’ proberen we dat weer even op te frissen. Luister even naar je leerkracht voor de spelregels. Na de opdracht kun je in het kader hieronder de verschillende kernwoorden opschrijven..
Dit weet onze klas nog over het onderwerp:
Panorama 1B | Kaartlezen | 5
2 De windrichtingen Voor je met kaarten begint te werken, moet je eerst de windrichtingen kennen. De windrichtingen staan aangeduid op een windroos. Op een kaart is het noorden meestal bovenaan. OPDRACHT 1. Plaats bij de windroos de juiste windrichtingen. 2. Schrijf nu ook de naam van de tussenwindrichtingen op de windroos.
noorden
noordwesten
noordoosten
westen
oosten
zuidwesten
zuidoosten
zuiden Om de namen van de windrichtingen in de juiste volgorde te onthouden, gebruik je het ‘ezelsbruggetje’ Nooit Oorlog Zonder Wapens. De beginletters van de woorden stemmen overeen met die van de windrichtingen, in wijzerzin. Zo kan je de windrichtingen gemakkelijk op de windroos plaatsen. Misschien ken je zelfs nog een ander ezelsbruggetje om de windrichtingen te onthouden? _____________________________________________________________ _____________________________________________________________ Om altijd een windroos bij de hand te hebben, kun je zelf een windroos op doorschijnend papier (overhead, insteekhoesje) tekenen. Zo kun je de windroos altijd op de kaart leggen en zie je meteen de juiste windrichting. LEREN LEREN
6 | Kaartlezen | Panorama 1B
OPDRACHT 1. Welke kaart wordt op deze bladzijde afgebeeld?
België 2. Uit hoeveel provincies bestaat ons land? 10 provincies 3. Beantwoord de vragen aan de hand van de windroos.
– Welke provincies liggen in het noorden van België? Antwerpen, Oost-Vlaanderen
– Welke provincies liggen in het oosten van België? Limburg, Luik
– Welke provincies liggen in het zuiden van België? Luxemburg, Namen
– Welke provincies liggen in het westen van België? West-Vlaanderen, Henegouwen
Nederland
Noordzee
Duitsland
Frankrijk
Luxemburg
Panorama 1B | Kaartlezen | 7
OPDRACHT 1. Welke kaart wordt op de volgende bladzijde afgebeeld?
Europa 2. Omcirkel België. 3. Beantwoord de vragen aan de hand van de windroos.
– Welk land ligt ten noorden van België? Nederland
– Welk land ligt ten oosten van België?
Duitsland
– Welk land ligt ten zuiden van België?
Luxemburg, Frankrijk
– Welk land ligt ten westen van België?
Frankrijk, Verenigd Koninkrijk
4. We maken het een beetje moeilijker. Gebruik voor deze vragen ook je windroos. Hier is het heel belangrijk dat je de windroos op het juiste land legt.
– Oostenrijk ligt ten zuiden
– Zwitserland ligt ten noordwesten
– Duitsland ligt ten westen
– Nederland ligt ten noordwesten
– Spanje ligt ten oosten
– Het Verenigd Koninkrijk ligt ten oosten
– Noorwegen ligt ten noorden
– Oostenrijk ligt ten westen
van Tsjechië. van Italië. van Polen. van Duitsland. van Portugal. van Ierland. van Denemarken. van Hongarije.
Windrichtingen worden geschreven op een windroos
.
Noteer de windrichtingen in het BLAUW. Noteer de tussenwindrichtingen in het ROOD.
noorden noordwesten
noordoosten
westen
oosten zuidoosten
zuidwesten zuiden Tip: Op een kaart staat het
8 | Kaartlezen | Panorama 1B
noorden
vaak bovenaan.
Panorama 1B | Kaartlezen | 9
3 De gemeente 3.1 Stratenplan OPDRACHT 1. Wanneer gebruik je een stratenplan?
Om de weg te zoeken in een gemeente, om gebouwen (kerk,
bib) te zoeken. Om een wandeling uit te stippelen tijdens
een Citytrip.
2. Werk nu samen met je buur en bekijk samen het onderstaande stratenplan aandachtig.
KORTRIJK
3. Van welke gemeente is dit het stratenplan? Kortrijk 4. Welke kleuren worden er hier gebruikt?
groen, geel, blauw
5. Waarvoor staan (=
wat betekenen
GEEL:
belangrijke pleinen, open plaatsen
BLAUW: water en rivieren
GROEN:
parken en natuur
10 | Kaartlezen | Panorama 1B
) die kleuren?
6. De leerkracht laat je nu een ander stratenplan zien.
• Van welke gemeente is dit stratenplan?
• Welke kleuren worden er hier gebruikt?
• Waarvoor staan die kleuren?
• Welke onderdelen staan er nog op zo’n stratenplan?
Op een stratenplan werkt men met verschillende
kleuren
en
tekens of symbolen
.
Daarnaast heeft een kaart ook een aantal vaste onderdelen zoals
legenda, register met straatnamen, coördinaten, titel, ...
Die onderdelen maken het zoeken en het oriënteren (= Oriënteren = je weg zoeken op een kaart of een plek / nagaan
waar je je bevindt ) op de kaart veel
gemakkelijker
.
Panorama 1B | Kaartlezen | 11
Misschien ga je wel op weg in je eigen gemeente met de kaart op zak. Zo leer je de theorie in de praktijk omzetten. Als je op weg bent, kun je ook foto’s nemen van zaken uit het verleden (bv. standbeelden, kerken, gemeentehuis Misschien heb je wel de tijd om een inwoner of handelaar uit je schoolgemeente te interviewen?
).
OPDRACHT Tegenwoordig zijn er heel wat computerprogramma’s waarmee je je gemeente van dichtbij kunt verkennen. 1. Open de zoekrobot ‘Google’ op de computer. 2. Typ het volledige adres (straatnaam, huisnummer, gemeente) van je school. 3. Klik dan bovenaan op het tabblad ‘Maps’.
een kaart
Wat zie je nu verschijnen?
Teken het symbooltje dat aangeeft waar je school ligt:
A
4. Klik nu rechts bovenaan in de kaart op het icoontje (= symbool ‘satelliet’.
een luchtfoto
Wat zie je nu verschijnen?
Wat herken je vanuit de lucht van de school en de omgeving?
) )
de grasvelden, de gebouwen, de straten, de waterlopen, ...
5. Typ in Google Maps nu ook eens ‘Brussels Airport’ of ‘Walibi’ in. Je kunt inzoomen om de vliegtuigen of de attracties duidelijker te zien. 6. Misschien is er ook nog een leuke plek die je zelf vanuit de lucht wilt bekijken. Test maar eens uit.
Je zult in de toekomst nog vaak moeten werken met stratenplannen en elektronische kaarten. Daar word je pas echt handig in als je dat regelmatig oefent. Neem daarom het stratenplan eens over van je ouders als je op stap bent in een vreemde stad. Probeer dan eens zelf de route uit te stippelen of steek eens een zoektocht voor je vrienden in elkaar aan de hand van een stratenplan. LEREN LEREN
12 | Kaartlezen | Panorama 1B
3.2 Plattegrond OPDRACHT Bekijk aandachtig samen met je buur de plattegrond van attractiepark ‘De Efteling’ en los daarna de bijbehorende opdrachten op. 1. Omcirkel in het zwart de hoofdingang. 2. Omcirkel in het groen het Efteling Hotel. 3. Met welke symbolen zijn de horecazaken (= hotels, restaurants, cafés ) aangeduid? 4. Hoeveel attracties telt de Efteling op deze plattegrond?
dertig attracties 5. Stel: je wil met je vrienden naar de attractie ‘Python’. Duid op het plan de kortste weg aan vanaf de ingang. 6. Na de ‘Python’ hebben jullie zin om ‘Villa Volta’ te bezoeken. Stippel ook naar die attractie de kortste weg uit. 7. Waarom staan er in de legenda drie symbolen in het rood?
Deze symbolen laten zien welke mensen geen toegang krijgen tot een bepaalde attractie. 8. Wat betekent het pictogram met het kruis?
Dit pictogram staat voor de EHBO-post. EHBO betekent Eerste
Hulp Bij Ongevallen.
9. Op de plattegrond zelf staan ook nog andere bekende symbolen die niet in de legende verklaard worden maar die je wel herkent. Welke?
OPDRACHT Evalueer jezelf nu eens na het werken met de plattegrond. Ik begrijp alle symbolen op de plattegrond.
Ja / Nee
Ik vind door de legende gemakkelijk de attracties terug.
Ja / Nee
Ik kan op een plattegrond mijn weg van de ene plek naar de andere uitstippelen. Ja / Nee
Panorama 1B | Kaartlezen | 13
14 | Kaartlezen | Panorama 1B
Panorama 1B | Kaartlezen | 15
OPDRACHT Je hebt gemerkt dat op een plattegrond veel symbolen staan. Deze oefening test of je ook de volgende symbolen herkent. Kies uit:
camping, station, kerkhof, sporthal, parking, informatiepunt, politie, luchthaven, restaurant, toeristische attractie, stadhuis, fabriek.
luchthaven
station
toeristische attractie
kerkhof
fabriek
politie
stadhuis
parking
restaurant
camping
informatiepunt
16 | Kaartlezen | Panorama 1B
sporthal
3.3 Elektronische kaarten Enkele lessen geleden heb je geleerd te werken met Google Maps. Dat is een duidelijk voorbeeld van een elektronische kaart. Maar er zijn er nog. Vandaag verkennen we Mappy. OPDRACHT Volgend weekend ga je met de wagen met het hele gezin een dagje naar Oostende. Jullie parkeren aan de Churchillkaai in Oostende. Bereken met Mappy hoeveel kilometer jullie moeten rijden en hoe lang je onderweg zal zijn. Geen idee hoe het moet? We helpen je even op weg. 1. Surf naar www.mappy.com. Daar kun je bovenaan op ‘route’ klikken. 2. Vul bij het groene vlaggetje het vertrekadres in en bij het rode je aankomstadres (= Churchillkaai, 8400 Oostende). 3. Na het intypen van de adressen, merk je dat je daaronder nog andere opties kunt aanvinken (bv. fietser, voetganger, snelste route). Voor deze oefening willen we de snelste route voor een voertuig kennen. Vink die keuzes dus aan. 4. Uiteindelijk klik je op de blauwe startknop. 5. Zo dadelijk krijg je een routeoverzicht. Daaruit kun je allerlei informatie afleiden. Probeer op de volgende vraagjes het juiste antwoord te vinden. • Hoeveel km moet je overbruggen (= afstand)? • Hoe lang zal de rit duren (= duur)? • Welke informatie krijg je allemaal in de wegbeschrijving? Schrap wat niet past! Aantal rijstroken – verkeersborden – aantal rode lichten – namen van straten – reisduur – afgelegde afstand – tankstations 6. Bovenaan rechts kun je ook voor ‘kaartweergave’ kiezen in plaats van ‘wegbeschrijving’. Klik daar maar eens op. Je krijgt nu een duidelijk beeld van de route die je aflegt. Langs welke grote steden passeer je allemaal op weg naar Oostende? 7. Ken je ook andere sites waar je op het internet de route kunt uitstippelen?
www.viamichelin.be of www.routeplanner.be
8. De leerkracht geeft je nu nog een andere zoekopdracht zodat je nog eens extra kunt oefenen.
Panorama 1B | Kaartlezen | 17
OPDRACHT 1. Lees het volgende krantenartikel even door.
GPS UIT BRUSSEL - Een nieuw verkeersbord vraagt bestuurders hun gps uit te zetten aan wegwerkzaamheden en de omleiding te volgen.
Neem de volgende afslag links. Maar wat doe je met die raad van je navigatiesysteem als de volgende afslag afgesloten is? Volgens mobiliteitsorganisatie VAB ontstaan er geregeld problemen als de gps een andere opdracht geeft dan de pijlen van de omleiding. ‘Tegenstrijdige berichten zorgen altijd voor verwarring’, zegt Maarten Matienko van VAB. ‘En elke onoplettendheid in het verkeer is gevaarlijk, want die kan voor ongevallen zorgen.’ Aan het klaverblad in Lummen bijvoorbeeld, waar momenteel een brug afgebroken wordt en de gps alle bestuurders toch rechtdoor blijft sturen.
berekend. De gps blijft je soms in de richting van de werkzaamheden sturen.’ Het bord staat ook al aan de A12 richting Nederland in Zandvliet. Bij onze noorderburen (= in Nederland) is het verkeersbord al langer ingeburgerd (= bekend). Volgens de VAB vooral omdat wegwerkzaamheden daar beter georganiseerd zijn. Maar Matienko vermoedt dat het bord ook bij ons in de toekomst vaker te zien zal zijn. ‘Volgend jaar wordt hét jaar van de wegwerkzaamheden in ons land. Dus zullen bestuurders het bord ook vaker tegenkomen op Belgische wegen.’
‘Natuurlijk is de brug helemaal afgezet’, zegt Matienko. ‘Maar wie blindelings op de gps vertrouwt, kan toch in de problemen komen. Een verkeersbord dat vraagt om je gps uit te zetten, is daarvoor een eenvoudige oplossing. En doorgaans ook de snelste, want de omleidingen zijn zo efficiënt mogelijk Bron: de Standaard online – maandag 25 oktober 2010
18 | Kaartlezen | Panorama 1B
OPDRACHT Een ouderwetse kaart in de auto bewaren, kan nooit kwaad. Soms is de gps niet echt duidelijk of heeft je routeplanner een foutje gemaakt en dan heb je maar beter reservemateriaal bij. Je leerkracht toont je hoe zo’n wegenkaart in elkaar zit. Let goed op, want achteraf moet je de volgende vragen kunnen beantwoorden. Lees ze dus al maar eens door. 1. Welke bekende autosnelwegen liggen er in België?
E40, E17, E314, E313, E19, ...
2. Hoe zijn afritten aangeduid op zo’n wegenkaart?
Het nummer van de afrit staat in een vierkantje afgedrukt naast de autosnelweg.
3. Welke autosnelweg neem je om van Mechelen naar Antwerpen te rijden?
E19
4. Welke autosnelweg neem je als je richting de Ardennen of Luxemburg wil rijden?
E411 5. Welke autosnelweg brengt je tot in Oostende?
E40
OPDRACHT Luister nu naar het verkeersoverzicht op de radio. Welke autosnelwegen heb je herkend?
Weet je nog wat het woord ‘oriënteren’ betekent?
Je weg vinden op een kaart. Om je te oriënteren als je de weg kwijt bent, kun je gebruikmaken van: - stratenplan
van een stad;
- plattegrond
van een pretpark of gebouw;
- elektronische kaart
op www.mappy.com.
Daar word je enkel handig in door veel te oefenen. Maak de oefeningen uit je boekje opnieuw of vraag je leerkracht om extra oefeningen.
Panorama 1B | Kaartlezen | 19
4 België
4.1 Tien provincies OPDRACHT Bij de start van de bundel ‘kaartlezen’ hadden we het al even over de Belgische provincies. 1. Je krijgt van je leerkracht 20 strookjes. Op elk strookje staat de naam van een provincie of van een provinciehoofdplaats. Samen met je partner moet je 10 duo’s vormen. De kaart op pagina 7 kan je helpen als je twijfelt. Je leerkracht legt je nog even uit hoe je nu weer efficiënt (= gemakkelijk en snel) kunt werken met een atlas. 2. Achteraf noteer je met heel de klas de duo’s in de onderstaande tabel. provincie
provinciehoofdplaats
West-Vlaanderen
Brugge
Oost-Vlaanderen
Gent
Antwerpen
Antwerpen
Limburg
Hasselt
Vlaams-Brabant
Leuven
Luik
Luik
Henegouwen
Bergen
Waals-Brabant
Waver
Namen
Namen
Luxemburg
Aarlen
20 | Kaartlezen | Panorama 1B
OPDRACHT Kun je al die namen nu ook correct op de kaart van België plaatsen? Ook hier kan de kaart van pagina 7 je weer helpen. 1. Schrijf in elke provincie de juiste naam. 2. Noteer de naam van de provinciehoofdplaats in de vakjes onderaan.
Antwerpen n tWes andere Vla
OostVlaanderen
VlaamsBrabant
WaalsBrabant Henegouwen
Limburg
Luik
Namen
Luxemburg
Brugge
Aarlen
Gent
Luik
Antwerpen
Namen
Leuven
Waver
Hasselt
Bergen
Panorama 1B | Kaartlezen | 21
4.2 Vlaanderen en Wallonië Die 10 Belgische provincies kun je ook mooi in 2 delen.
Waalse Zo krijg je 5 Vlaamse provincies en 5 provincies. Daarom spreken de mensen ook over Vlaanderen en Wallonië. Vlaanderen, Wallonië en Brussel vormen samen België. OPDRACHT Arceer ( = schuine strepen plaatsen
) op de kaart
Vlaanderen geel en Wallonië rood. Zet een kruisje op onze hoofdstad.
X
22 | Kaartlezen | Panorama 1B
België telt
10
provincies.
provincie
hoofdplaats
West-Vlaanderen
Brugge
Oost-Vlaanderen
Gent
Antwerpen
Antwerpen
Limburg
Hasselt
Vlaams-Brabant
Leuven
Luik
Luik
Henegouwen
Bergen
Waals-Brabant
Waver
Namen
Namen
Luxemburg
Aarlen
Zorg ook dat je de provincies op een blinde kaart kunt aanduiden. Je kunt België ook verdelen in Vlaanderen
Wallonië Brussel
en
. is onze hoofdstad.
Panorama 1B | Kaartlezen | 23
5 De atlas Om meer informatie te vinden over gemeenten, landen en werelddelen kun je altijd een atlas raadplegen. Dat is een boek vol met allerlei kaarten waaruit je veel informatie kunt halen.
5.1 Kaart Over alle kaarten lopen dunne zwarte lijnen: van boven naar beneden en van links naar rechts. Die lijnen verdelen de kaart in vakken. Boven en onder de lijnen staan letters. Links en rechts van de kaart staan cijfers. Met die letters en cijfers krijgt elk vak zijn aanduiding. In de kaart hieronder zijn de vakken met een letter C rood gemaakt. De vakken met het cijfer 2 zijn blauw gemaakt. Het vak dat rood en blauw gekleurd is, wordt vak C2 genoemd. Dat noemen we een coördinaat.
24 | Kaartlezen | Panorama 1B
OPDRACHT 1. Bekijk de plattegrond van de gemeente Eeklo op de volgende pagina. 2. Zoek de straten, pleinen of gebouwen op de kaart. Noteer hieronder het cijfer (of de cijfers) van het vak waarin ze voorkomen.
College O.L.V. Ter Doorn
: 29 en 35
Rabautstraat
: 24
Rusthuis
: 29
Natuurgebied ‘Lange Moey Akker’
: 29-35
Station
: 30
Kerkhofstraat
: 22
Ledeganckplein
: 29
Tieltsesteenweg
: 34-29
De 4 sportvelden in het centrum
: 29-24-30
Psychiatrisch ziekenhuis Sint-Jan
: 30
Panorama 1B | Kaartlezen | 25
5.2 Legenda Elke kaart die in een atlas staat, heeft een legenda of legende. Daarin worden alle symbooltjes, tekens en kleuren die op de kaart voorkomen, opgesomd en verklaard. OPDRACHT 1. Bekijk de kaarten van Leuven. 2. Stel zelf de legenda samen.
legenda op basis van kleuren:
op basis van symbolen:
GROEN park GEEL
belangrijke weg
BLAUW rivier
26 | Kaartlezen | Panorama 1B
kerk of kapel
✚
ziekenhuis politie
5.3 Register Om plaatsen gemakkelijk en snel terug te vinden in een atlas, staat er in elke atlas een register. Dat is een alfabetische lijst van alle namen van steden, landen, rivieren enz. Achter elke naam staat het nummer vermeld van de kaart waarop je die bepaalde stad of dat land zult vinden. Om het je nog gemakkelijker te maken, staan achter het kaartnummer ook de coördinaten. Die coördinaten tonen je in welk vakje op de kaart jij het gezochte land, de rivier of de stad zult vinden. OPDRACHT 1. Voor deze oefening heb je je atlas nog niet nodig. Bekijk grondig de gegevens hieronder die je in een register kunt terugvinden
Poperinge 8 A4 Port-au-Prince 57 L8 Port Elizabeth 51 F9 G9
2. Beantwoord nu de vragen aan de hand van die gegevens.
Op welke kaart zul je Poperinge vinden? Kaart nummer
8
.
In welk vak zul je Poperinge op die kaart vinden? Vak
A4
.
51 (F9 - G9)
?
3. Op welke kaart vind je Port Elizabeth? In welk vak(ken)
4. Ga nu zelf in het register van je atlas op zoek naar de kaart- en vaknummers van: Reims
: 39 F3
Pittsburgh : 57 L5
Salzburg
: 32-33 F4
Visé
Loire
: 39 F5 C4
Knesselare : 9 A2
Cyprus
: 53 G6
Granada
: 32-33 D5
Haaltert
: 9 C4
Sardinië
: 30-31 F5
Kyoto
: 44-45 F3-4
Houston
: 57 J6
Nevada
: 56 G5 - H6
Cuzco
: 59 D4
Aswan
: 51 G3
Perth
: 55 A4
Kilimanjaro : 50 G6
Mali
: 51 C4 D4
Casablanca : 51 B2 C2
Bangladesh : 53 C7 M7
: 14 D1
Panorama 1B | Kaartlezen | 27
Vul aan met het juiste begrip. Een boek met geografische en andere kaarten heet een atlas Een legenda
.
geeft een verklaring van tekens op een kaart.
Een alfabetische lijst van plaatsnamen, achteraan in een atlas, heet register
.
Het is belangrijk dat je verschillende oefeningen met de atlas kunt oplossen.
5.4 Werelddelen In je atlas staan heel veel kaarten van verschillende landen in de wereld. Daarom is het wel handig dat je ook de 6 werelddelen kent. In je atlas, of in het boekje schoolleven op pagina 34, vind je de werelddelen terug. Dat kan je gebruiken om de werelddelen op de blinde kaart te situeren. OPDRACHT 1. Zet een kruisje op de plaats waar België ligt. 2. Noteer op de kaart de zes werelddelen op de juiste plaats.
NoordAmerika MiddenAmerika
X
Europa
Azië
Afrika
ZuidAmerika
Oceanië
Antarctica
Panorama 1B | Kaartlezen | 28
De zes werelddelen zijn : Europa
Azië
Afrika
Oceanië
Amerika (Noord-, Midden-, Zuid-)
Antarctica
29 | De gemeente | Panorama 1B
Panorama 1B | Kaartlezen | 29
6 Kennen en kunnen Aan het einde van dit boekje nemen we altijd nog eens door wat we geleerd hebben. In de eerste kolom staat wat je moet KENNEN en wat je moet KUNNEN. Voor je gaat leren, ga je eerst zoeken op welke pagina die leerstof staat. Dat schrijf je in de tweede kolom. Zodra je het stukje geleerd hebt én ook getest hebt of je het ook echt kent of kan, zet je een kruisje in de laatste kolom. Zo zie je altijd wat je nog moet leren en wat je al gedaan hebt! LEREN LEREN
KENNEN
Pagina nummer?
Ken/kan ik het?
• Wat is een windroos?
c
• Welke zijn de vier windrichtingen?
c
• Welke zijn de vier tussenwindrichtingen?
c
• Welke zijn de vaste onderdelen van een kaart?
c
• Wat betekent ‘oriënteren’?
c
• Geef 4 belangrijke autosnelwegen.
c
• Welke 10 provincies heeft België?
c
• Wat zijn de provinciehoofdplaatsen?
c
• Wat is een atlas?
c
• Wat is een register?
c
• Wat is een legenda?
c
• Wat zijn de 6 werelddelen?
c
•
c
•
c
Panorama 1B | Kaartlezen | 30
Pagina nummer?
KUNNEN
Ken/kan ik het?
• Windrichtingen aanduiden op een windroos.
c
• Tussenwindrichtingen aanduiden op een windroos.
c
• Een land volgens de windrichtingen situeren ten opzichte van zijn buurlanden.
c
• Je kunnen oriënteren op een plattegrond.
c
• Je weg kunnen zoeken met een plattegrond.
c
• Op Google Maps een bepaalde plaats opzoeken.
c
• Met een routeplanner informatie over je reisweg verzamelen.
c
• Informatie op een wegenkaart kunnen opzoeken.
c
• Informatieborden kunnen verduidelijken.
c
• Plaatsen, provincies, regio’s, werelddelen kunnen aanduiden op een blinde kaart, met behulp van je atlas.
c
• In een atlas kaarten kunnen opzoeken.
c
• Een coördinaat aanduiden op een kaart.
c
• Een legenda van een kaart kunnen aanvullen.
c
• Namen van steden en landen opzoeken in een register.
c
•
c
•
c
•
c
•
c
•
c
31 | De gemeente | Panorama 1B
Panorama 1B | Kaartlezen | 31