College Onderwerp:
V20100025 Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid
Samenvatting: Inleiding: In het kader van de actualisatie van de bestemmingsplannen ligt nu bij uw college voor het ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft ter inzage gelegen van 3 september 2009 tot en met 30 september 2009. Het plangebied ligt in de kern van Drunen en wordt globaal begrenst aan de noordzijde door de Eindstraat, Grotestraat en Bosscheweg, aan de west en zuidzijde de Molensteeg en Heidijk en aan de oostzijde door Heidijk, Kooiweg en Meerdijk.
Afweging: Het nieuwe bestemmingsplan dient ter vervanging van 32 bestaande bestemmingsplannen en heeft voornamelijk een conserverend karakter, waarbij voor de bestaande situatie een actuele bestemmingsregeling wordt getroffen. Ten opzichte van het voorontwerp zijn enkele redactionele aanpassingen doorgevoerd en is het op een aantal punten geactualiseerd. De reacties op het voorontwerpbestemmingsplan zijn samengevat en beantwoord in de commentaarnota Drunen Zuid. Het ontwerp bestemmingsplan wordt met ingang van 18 februari 2010 gedurende 6 weken ter inzage gelegd, waarbinnen een ieder in de gelegenheid wordt gesteld schriftelijk of mondeling zienswijzen naar voren te brengen bij de gemeenteraad.
Advies: 1. in te stemmen met de beantwoording van de inspraakreacties zoals opgenomen in de commentaarnota Drunen Zuid; 2. in te stemmen met het ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid, zoals dat is aangegeven op de bij dit besluit behorende verbeelding, vervat in het digitale gebiedsgerichte besluit met identificatie: NL.IMRO.0797.BPdrunenzuid-ON01; 3. het ontwerp gedurende 6 weken ter inzage te leggen en beschikbaar te stellen op de website en raadpleegbaar te maken via de landelijke voorziening (RO-Online); 4. de kennisgeving langs elektronische weg toe te zenden aan het Rijk, provincie en het waterschap; 5. een ieder de gelegenheid te geven tot het kenbaar maken van zienswijzen; 6. het analoog en digitaal bekendmaken, beschikbaar stellen, raadpleegbaar maken en waarmerken van dit ontwerp bestemmingsplan, voor zover het een bevoegdheid van het college betreft, te mandateren aan de teammanager OLOG.
1/1
College Onderwerp:
V20100025 Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid
Collegevoorstel Inleiding: In het kader van de actualisatie van de bestemmingsplannen is vorig jaar het voorontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid in procedure gebracht. De reacties uit het vooroverleg zijn verwerkt in voorliggend ontwerpbestemmingsplan.
Feitelijke informatie: Het plangebied ligt in de kern van Drunen en wordt globaal begrenst aan de noordzijde door de Eindstraat, Grotestraat en Bosscheweg, aan de west en zuidzijde de Molensteeg en Heidijk en aan de oostzijde door Heidijk, Kooiweg en Meerdijk.
Door het bestemmingsplan Drunen Zuid worden in één keer 32 bestemmingsplannen en uitwerkingsplannen vervangen. Het bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, regels en 6 plankaarten (zie bijlage). Het bestemmingsplan heeft voornamelijk een conserverend karakter, waarbij voor de bestaande situatie een actuele bestemmingsregeling wordt getroffen.
Afweging: Het voorontwerpbestemmingsplan heeft ter inzage gelegen van 3 september 2009 tot en met 30 september 2009. Tevens was het voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de in het kader van het vooroverleg betrokken instanties, zoals Gedeputeerde Staten van NoordBrabant, het waterschap en de inspectie VROM. Er zijn 17 inspraakreacties ontvangen en 6 overlegreacties. Voor de reacties en de voorgestelde beantwoording daarvan verwijzen wij u naar de commentaarnota Drunen Zuid. De ingediende reacties vormen geen aanleiding voor een grote inhoudelijke aanpassing van het bestemmingsplan. 1/4
College Onderwerp:
V20100025 Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid
Tevens is het plan op een aantal plaatsen aangepast naar aanleiding van het inpassen van actuele nota's/recent beleid zoals groenstructuurplan, bed&breakfast. Er zijn een aantal redactionele aanpassingen in de toelichting en regels doorgevoerd. Een aantal zaken/onzekerheden die in het voorontwerp nog niet duidelijk waren, zijn verwerkt. Ook is gekeken naar de nu toegestane bouwhoogte in het plangebied in relatie tot de bestemmingsplansystematiek met een goot- en nokhoogte van 7 en 11 meter en is deze, waar nodig, aangepast. Tenslotte zijn enkele fouten op de plankaarten hersteld. Zoals vermeld is het een conserverend bestemmingsplan. In het plan worden wel enkele bouwplaninitiatieven voor het realiseren van een woning meegenomen. Daarnaast zijn er enkele locaties in Venne West waar nog gebouwd moet worden, maar waarvoor al wel een bestemmingsplanprocedure is doorlopen. Deze locaties worden bij deze actualisatie meegenomen. Dit zijn de appartementcomplexen en de MFA -locatie aan de Laan van Tasmanië, de locatie aan Birmalaan/Bruneilaan, een woning op de hoek Laan van Tasmanië/ Laan van Samoa en twee woningen in de Laan van Samoa. Ten behoeve van de aanleg van een rotonde op de kruising Overlaatweg/Statenlaan is een procedure nodig om een hogere grenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder vast te stellen. Hiervoor wordt verwezen naar een apart voorstel (V200901441). Deze procedure loopt tegelijkertijd met de bestemmingsplanprocedure.
Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel, aangezien het werkzaamheden betreft in het kader van actualisering bestemmingsplannen. Er hoeft geen exploitatieplan te worden vastgesteld aangezien enkele locaties waarop sprake is van een bouwplan, betrekking hebben op gemeentelijke gronden, waardoor kostenverhaal anderszins verzekerd is. Op andere gronden waarop een bouwplan is voorzien, is geen sprake van kosten van grondexploitatie, aangezien het gaat om het toevoegen van een woning in bestaand stedelijk gebied. Ook het stellen van locatie-eisen of faseringseisen is voor dit bestemmingsplan niet noodzakelijk.
Procedure: Het ontwerpbestemmingsplan wordt met ingang van 18 februari 2010 gedurende 6 weken ter inzage gelegd, waarbinnen een ieder in de gelegenheid wordt gesteld schriftelijk of mondeling zienswijzen naar voren te brengen bij de gemeenteraad. Dit wordt bekend gemaakt in de Scherper, de Staatscourant en op de gemeentelijke website. Daarnaast wordt de kennisgeving langs elektronische weg toegezonden aan die diensten van het Rijk en provincie die belast zijn met de behartiging van belangen die mogelijk in het geding zijn en aan de betrokken waterschappen. De gemeenteraad dient binnen twaalf weken na de termijn van terinzagelegging van het ontwerp te beslissen omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan, te weten in de raadsvergadering op 15 juni 2010. Het besluit tot vaststelling treedt volgens artikel 3.8, 5e lid Wro in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt, tenzij Gedeputeerde Staten of de Minister een aanwijzing hebben gegeven, waarmee een onderdeel of onderdelen van het plan wordt/worden uitgesloten. Een belanghebbende kan op grond van artikel 8.2 Wro beroep instellen tegen het vaststellingsbesluit bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Raad van State beslist in dat geval binnen 12 maanden na afloop van de beroepstermijn.
2/4
College Onderwerp:
V20100025 Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid
Digitale verplichting bestemmingsplannen Per 1 januari 2010 is het wettelijk verplicht dat alle ruimtelijke instrumenten digitaal zijn. De inhoud van een ruimtelijk instrument ligt dan vast in een digitale dataset. Er wordt nog steeds ook een papieren (analoge) versie van het Wro-instrument gemaakt. De papieren versie wordt door de wet ‘verbeelding’ genoemd. De digitale versie is echter bindend en bij verschil met de analoge versie doorslaggevend. Met het oog hierop moeten alle ruimtelijke besluiten (zo ook nieuwe bestemmingsplannen) langs digitale weg worden gemaakt en worden vastgesteld. Vervolgens worden deze instrumenten langs digitale weg bekendgemaakt, beschikbaar gesteld en raadpleegbaar verbeeld. De gemeenteraad stelt met de vaststelling van Drunen Zuid dus de digitale dataset vast. Een essentieel onderdeel van het hele digitale gebeuren is het zogenaamde waarmerken. Niet alleen de ruimtelijke instrumenten worden digitaal, ook de ‘handtekeningen’. Er wordt geen echte digitale handtekening gezet, maar het bestand wordt voorzien van een digitaal waarmerk. Hiermee wordt gewaarborgd dat het Wro-instrument van de gemeente Heusden afkomstig is, dat na het waarmerken het instrument niet meer is gewijzigd en dat het digitale instrument volledig is. Het aanbrengen van zo’n digitaal waarmerk is als handeling in de software voor het maken van de ruimtelijke instrumenten ingebouwd. Het digitaal waarmerken kan in de praktijk dus niet door een bestuursorgaan, bestuurder of de griffier gebeuren. Dat moet in mandaat gebeuren. Voorgesteld wordt de bevoegdheid tot het bekendmaken, beschikbaar stellen, raadpleegbaar maken en waarmerken van ontwerpbestemmingsplan Drunen Zuid te mandateren aan de teammanager OLOG. Over de mandatering van digitale handelingen voor Wro-instrumenten in het algemeen, zal een afzonderlijk collegevoorstel worden voorgelegd.
Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen
3/4
College Onderwerp:
V20100025 Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid
BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 9 februari 2010;
besloten: 1. in te stemmen met de beantwoording van de inspraakreacties zoals opgenomen in de commentaarnota Drunen Zuid; 2. in te stemmen met het ontwerpbestemmingsplan Drunen Zuid, zoals dat is aangegeven op de bij dit besluit behorende verbeelding, vervat in het digitale gebiedsgerichte besluit met identificatie: NL.IMRO.0797.BPdrunenzuid-ON01; 3. het ontwerp gedurende 6 weken ter inzage te leggen en beschikbaar te stellen op de website en raadpleegbaar te maken via de landelijke voorziening (RO-Online); 4. de kennisgeving langs elektronische weg toe te zenden aan het Rijk, provincie en het waterschap; 5. een ieder de gelegenheid te geven tot het kenbaar maken van zienswijzen; 6. het analoog en digitaal bekendmaken, beschikbaar stellen, raadpleegbaar maken en waarmerken van dit ontwerp bestemmingsplan, voor zover het een bevoegdheid van het college betreft, te mandateren aan de teammanager OLOG.
namens het college van Heusden, de secretaris,
mr. J.T.A.J. van der Ven
4/4
College Onderwerp:
V20100025 Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid
Collegevoorstel Inleiding: In het kader van de actualisatie van de bestemmingsplannen is vorig jaar het voorontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid in procedure gebracht. De reacties uit het vooroverleg zijn verwerkt in voorliggend ontwerpbestemmingsplan.
Feitelijke informatie: Het plangebied ligt in de kern van Drunen en wordt globaal begrenst aan de noordzijde door de Eindstraat, Grotestraat en Bosscheweg, aan de west en zuidzijde de Molensteeg en Heidijk en aan de oostzijde door Heidijk, Kooiweg en Meerdijk.
Door het bestemmingsplan Drunen Zuid worden in één keer 32 bestemmingsplannen en uitwerkingsplannen vervangen. Het bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, regels en 6 plankaarten (zie bijlage). Het bestemmingsplan heeft voornamelijk een conserverend karakter, waarbij voor de bestaande situatie een actuele bestemmingsregeling wordt getroffen.
Afweging: Het voorontwerpbestemmingsplan heeft ter inzage gelegen van 3 september 2009 tot en met 30 september 2009. Tevens was het voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de in het kader van het vooroverleg betrokken instanties, zoals Gedeputeerde Staten van NoordBrabant, het waterschap en de inspectie VROM. Er zijn 17 inspraakreacties ontvangen en 6 overlegreacties. Voor de reacties en de voorgestelde beantwoording daarvan verwijzen wij u naar de commentaarnota Drunen Zuid. De ingediende reacties vormen geen aanleiding voor een grote inhoudelijke aanpassing van het bestemmingsplan. 1/4
College Onderwerp:
V20100025 Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid
Tevens is het plan op een aantal plaatsen aangepast naar aanleiding van het inpassen van actuele nota's/recent beleid zoals groenstructuurplan, bed&breakfast. Er zijn een aantal redactionele aanpassingen in de toelichting en regels doorgevoerd. Een aantal zaken/onzekerheden die in het voorontwerp nog niet duidelijk waren, zijn verwerkt. Ook is gekeken naar de nu toegestane bouwhoogte in het plangebied in relatie tot de bestemmingsplansystematiek met een goot- en nokhoogte van 7 en 11 meter en is deze, waar nodig, aangepast. Tenslotte zijn enkele fouten op de plankaarten hersteld. Zoals vermeld is het een conserverend bestemmingsplan. In het plan worden wel enkele bouwplaninitiatieven voor het realiseren van een woning meegenomen. Daarnaast zijn er enkele locaties in Venne West waar nog gebouwd moet worden, maar waarvoor al wel een bestemmingsplanprocedure is doorlopen. Deze locaties worden bij deze actualisatie meegenomen. Dit zijn de appartementcomplexen en de MFA -locatie aan de Laan van Tasmanië, de locatie aan Birmalaan/Bruneilaan, een woning op de hoek Laan van Tasmanië/ Laan van Samoa en twee woningen in de Laan van Samoa. Ten behoeve van de aanleg van een rotonde op de kruising Overlaatweg/Statenlaan is een procedure nodig om een hogere grenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder vast te stellen. Hiervoor wordt verwezen naar een apart voorstel (V200901441). Deze procedure loopt tegelijkertijd met de bestemmingsplanprocedure.
Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel, aangezien het werkzaamheden betreft in het kader van actualisering bestemmingsplannen. Er hoeft geen exploitatieplan te worden vastgesteld aangezien enkele locaties waarop sprake is van een bouwplan, betrekking hebben op gemeentelijke gronden, waardoor kostenverhaal anderszins verzekerd is. Op andere gronden waarop een bouwplan is voorzien, is geen sprake van kosten van grondexploitatie, aangezien het gaat om het toevoegen van een woning in bestaand stedelijk gebied. Ook het stellen van locatie-eisen of faseringseisen is voor dit bestemmingsplan niet noodzakelijk.
Procedure: Het ontwerpbestemmingsplan wordt met ingang van 18 februari 2010 gedurende 6 weken ter inzage gelegd, waarbinnen een ieder in de gelegenheid wordt gesteld schriftelijk of mondeling zienswijzen naar voren te brengen bij de gemeenteraad. Dit wordt bekend gemaakt in de Scherper, de Staatscourant en op de gemeentelijke website. Daarnaast wordt de kennisgeving langs elektronische weg toegezonden aan die diensten van het Rijk en provincie die belast zijn met de behartiging van belangen die mogelijk in het geding zijn en aan de betrokken waterschappen. De gemeenteraad dient binnen twaalf weken na de termijn van terinzagelegging van het ontwerp te beslissen omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan, te weten in de raadsvergadering op 15 juni 2010. Het besluit tot vaststelling treedt volgens artikel 3.8, 5e lid Wro in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt, tenzij Gedeputeerde Staten of de Minister een aanwijzing hebben gegeven, waarmee een onderdeel of onderdelen van het plan wordt/worden uitgesloten. Een belanghebbende kan op grond van artikel 8.2 Wro beroep instellen tegen het vaststellingsbesluit bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Raad van State beslist in dat geval binnen 12 maanden na afloop van de beroepstermijn.
2/4
College Onderwerp:
V20100025 Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid
Digitale verplichting bestemmingsplannen Per 1 januari 2010 is het wettelijk verplicht dat alle ruimtelijke instrumenten digitaal zijn. De inhoud van een ruimtelijk instrument ligt dan vast in een digitale dataset. Er wordt nog steeds ook een papieren (analoge) versie van het Wro-instrument gemaakt. De papieren versie wordt door de wet ‘verbeelding’ genoemd. De digitale versie is echter bindend en bij verschil met de analoge versie doorslaggevend. Met het oog hierop moeten alle ruimtelijke besluiten (zo ook nieuwe bestemmingsplannen) langs digitale weg worden gemaakt en worden vastgesteld. Vervolgens worden deze instrumenten langs digitale weg bekendgemaakt, beschikbaar gesteld en raadpleegbaar verbeeld. De gemeenteraad stelt met de vaststelling van Drunen Zuid dus de digitale dataset vast. Een essentieel onderdeel van het hele digitale gebeuren is het zogenaamde waarmerken. Niet alleen de ruimtelijke instrumenten worden digitaal, ook de ‘handtekeningen’. Er wordt geen echte digitale handtekening gezet, maar het bestand wordt voorzien van een digitaal waarmerk. Hiermee wordt gewaarborgd dat het Wro-instrument van de gemeente Heusden afkomstig is, dat na het waarmerken het instrument niet meer is gewijzigd en dat het digitale instrument volledig is. Het aanbrengen van zo’n digitaal waarmerk is als handeling in de software voor het maken van de ruimtelijke instrumenten ingebouwd. Het digitaal waarmerken kan in de praktijk dus niet door een bestuursorgaan, bestuurder of de griffier gebeuren. Dat moet in mandaat gebeuren. Voorgesteld wordt de bevoegdheid tot het bekendmaken, beschikbaar stellen, raadpleegbaar maken en waarmerken van ontwerpbestemmingsplan Drunen Zuid te mandateren aan de teammanager OLOG. Over de mandatering van digitale handelingen voor Wro-instrumenten in het algemeen, zal een afzonderlijk collegevoorstel worden voorgelegd.
Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen
3/4
College Onderwerp:
V20100025 Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid
BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 9 februari 2010;
besloten: 1. in te stemmen met de beantwoording van de inspraakreacties zoals opgenomen in de commentaarnota Drunen Zuid; 2. in te stemmen met het ontwerpbestemmingsplan Drunen Zuid, zoals dat is aangegeven op de bij dit besluit behorende verbeelding, vervat in het digitale gebiedsgerichte besluit met identificatie: NL.IMRO.0797.BPdrunenzuid-ON01; 3. het ontwerp gedurende 6 weken ter inzage te leggen en beschikbaar te stellen op de website en raadpleegbaar te maken via de landelijke voorziening (RO-Online); 4. de kennisgeving langs elektronische weg toe te zenden aan het Rijk, provincie en het waterschap; 5. een ieder de gelegenheid te geven tot het kenbaar maken van zienswijzen; 6. het analoog en digitaal bekendmaken, beschikbaar stellen, raadpleegbaar maken en waarmerken van dit ontwerp bestemmingsplan, voor zover het een bevoegdheid van het college betreft, te mandateren aan de teammanager OLOG.
namens het college van Heusden, de secretaris,
mr. J.T.A.J. van der Ven
4/4
Appellant
Opmerkingen
Reactie gemeente Heusden
Gevolgen voor ontwerp bestemmingsplan
Provincie NoordBrabant VROMinspectie
Het voorontwerp geeft geen aanleiding tot opmerkingen. De provinciale belangen zijn goed geborgd. Het voorontwerp geeft betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Belang. Indien er toch sprake is van verhardingstoenames, zonder dat dit in deze fase of op korte termijn kan worden geconcretiseerd wordt geadviseerd hierop een uitwerkingsbevoegdheid van toepassing te laten zijn. Voor de bestemmingen Maatschappelijk, Tuin en Wonen-1 wordt geadviseerd een bepaling op te nemen voor ‘water- en waterhuishoudkundige voorzieningen’.
Niet van toepassing.
Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Niet van toepassing.
Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Dit is niet nodig aangezien de ontwikkelingen, waarover oorspronkelijk werd gesproken, zijn overgenomen uit de huidige bestemmingsregelingen.
Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Deze bepaling is opgenomen voor genoemde bestemmingen.
In de bestemmingsomschrijving Maatschappelijk, Tuin en Wonen-1 is de bepaling ‘water- en waterhuishoudkundige voorzieningen’ opgenomen. In de toelichting is paragraaf 5.3.2. over het GRP geactualiseerd.
Waterschap Aa en Maas
KPN
Reacties
Volgens onze gegevens beschikt de gemeente inmiddels over een overbruggings-GRP (Gemeentelijk Rioleringsplan). In de paragraaf over waterhuishouding (pagina 45) wordt vermoedelijk geïnfiltreerd bedoeld ipv geïntegreerd. Het aantal uitgangspunten van het waterschap bedraagt tegenwoordig 8 ipv de genoemde 6. KPN heeft geen aanleiding tot opmerkingen over het KPN Vaste Net. De straalpaden lopen niet over het plangebied.
Deze opmerking is juist. Inmiddels is sprake van het Gemeentelijk Rioleringsplan, verlengd 2009-2010. Deze opmerking is juist.
Dit is hersteld in de toelichting (hoofdstuk 6).
Deze opmerking is verwerkt.
In de toelichting is paragraaf 4.3. aangepast. Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Niet van toepassing.
Appellant
Opmerkingen
1.
Er wordt gevraagd naar de mogelijkheid een nieuwe woning te bouwen ter plaatse van de voormalige bedrijfswoning op het perceel Bosscheweg 17.
2.
3.
Reactie gemeente Heusden
Het perceel heeft de bestemming Bedrijf. Er is één bedrijfswoning toegestaan. Deze is al aanwezig op het achterste deel van het perceel. Gelet op eerder gemaakte afspraken en besluitvorming hierover is het niet gewenst aan het verzoek te voldoen. Wel is gebleken dat het opgenomen bebouwingspercentage van 60% te ruim is ten opzichte van de huidige bestemmingsregeling. In het nieuwe bestemmingsplan is sprake van een conserverend plan, waarbij zoveel mogelijk de bestaande situatie wordt opgenomen. Het bebouwingspercentage is teruggebracht tot 30%. Hiermee wordt voldoende ruimte geboden voor het voeren en continueren van een normale bedrijfsvoering. Verder is gebleken dat de opgenomen bestemmingsaanduiding niet overeenkomt met de huidige bestemmingsregeling en feitelijk gebruik. De aanduiding dient te worden veranderd in specifieke vorm van bedrijf: reparatie- en servicebedrijf in autoonderdelen en accessoires. Er wordt verzocht in het bestemmingsplan een In principe bestaan ruimtelijk gezien geen bezwaren, indien er verder geen bouwmogelijkheid op te nemen voor het perceel belemmeringen zijn wat betreft de ruimtelijke inpasbaarheid. Echter er is Bosscheweg 49. Daarbij wordt verwezen naar in het gebleken dat een extra woning ter plaatse niet mogelijk is, aangezien het verleden mogelijk gemaakte bouwmogelijkheden in perceel ligt binnen de contour milieuzone (geurzone van het agrarische bedrijf het gebied. Bosscheweg 61). Binnen deze contour mogen geen nieuwe woningen worden opgericht. Met welk doel is in het voorontwerp geen bestemming Bij het bepalen van de plangrens van dit bestemmingsplan is de keuze gemaakt opgenomen voor de percelen Bosscheweg 61 en 63. om deze percelen, gelet op het feit dat dit agrarische bedrijven zijn, te laten vallen onder het bestemmingsplan Buitengebied. De plangrens van het Buitengebied sluit naadloos aan op de achterkanten van de percelen aan de Bosscheweg en het is daarom niet onlogisch deze percelen hierin mee te nemen. Overigens is Bosscheweg 63 wel opgenomen in Drunen Zuid. Er wordt verzocht het perceel Bosscheweg 61a Aangezien bestaande rechten zoveel mogelijk worden gerespecteerd, dient een positief mede te bestemmen als op- en overslag aanduiding te worden opgenomen. transportbedrijf aangezien nu binnen Gemengd alleen bedrijven van categorie A zijn toegelaten. Er wordt gevraagd of de milieuzone (geur) juist is Er is gebleken dat dit een onjuiste contour is. De werkelijke contour die is ingetekend. uitgerekend is een stuk kleiner.
Gevolgen voor ontwerp bestemmingsplan Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan. Wel is het bebouwingspercentage en de bestemmingsaanduiding aangepast op de plankaart.
Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
De aanduiding opslag en verdeellocatie groenten en fruit is opgenomen op de plankaart. De juiste contour is ingetekend op de plankaart.
Appellant
Opmerkingen
Reactie gemeente Heusden
Gevolgen voor ontwerp bestemmingsplan
Om het perceel te kunnen splitsen in een perceel met de huidige woning en een perceel met extra opslagruimte/kantoorruimte en een woning wordt verzocht de bestemmingsgrens en bouwvlak over een afstand van 25 m in zuidelijke richting uit te breiden.
In het nieuwe bestemmingsplan is sprake van een conserverend plan, waarbij zoveel mogelijk de bestaande situatie wordt opgenomen. Binnen de bestemming Gemengd wordt uitbreidingsruimte geboden voor het voeren en continueren van een normale bedrijfsvoering. Een dergelijke ontwikkeling waarbij sprake is van het splitsen van het perceel past hier niet in. Een extra woning is ter plaatse niet mogelijk, aangezien het perceel ligt binnen de contour milieuzone (geurzone van het agrarische bedrijf Bosscheweg 61) en de geluidzone (50 dB(A)-contour industrielawaai van het gezoneerde industrieterrein Kasteeldreef-Groenewoud). Wel is gebleken dat het bestemmingsvlak niet in overeenstemming is met de huidige bestemmingsregeling. De grens van bestemmingsvlak Gemengd dient ca. 15 m te worden verschoven in zuidelijke richting. Het volledig schrappen van het bebouwingspercentage is onwenselijk. In het nieuwe bestemmingsplan is sprake van een conserverend plan, waarbij zoveel mogelijk de bestaande situatie wordt opgenomen. Het opgenomen bebouwingspercentage van 60% biedt voldoende bouwmogelijkheden ten opzichte van de bestaande bestemmingsregeling. De gehanteerde bouwhoogte in het nieuwe bestemmingsplan sluit aan op de hoogtes die gebruikelijk zijn en passen in de directe omgeving van de Bosscheweg. Gelet hierop is het onwenselijk een hogere bouwhoogte toe te staan. Aangezien het behoud van bestaande rechten en het ontzien van de gevoelige bestemmingen in de omgeving het uitgangspunt zijn bij het toekennen van de bestemmingen, is een vergroting van het bestemmingsvlak voor het wegenbouwbedrijf onwenselijk. Aangezien het behoud van bestaande rechten en het ontzien van de gevoelige bestemmingen in de omgeving het uitgangspunt zijn bij het toekennen van de bestemmingen, is een vergroting van het bestemmingsvlak voor het wegenbouwbedrijf onwenselijk.
Het bestemmingsvlak is in overeenstemming gebracht met de huidige bestemmingsregeling. Het bouwvlak blijft ongewijzigd.
Om deze reden wordt verzocht eveneens de aanduiding mbt het bebouwingspercentage te schrappen.
Ten behoeve van een eventuele uitbreiding een bouwhoogte van 12 m en goothoogte van 8 m toe te laten. 4.
Het bestemmingsvlak voor het wegenbouwbedrijf aan de Bosscheweg 67 is verruimd ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan.
5.
Het bestemmingsvlak voor het wegenbouwbedrijf aan de Bosscheweg 67 is verruimd ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan.
Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Het bestemmingsvlak is in overeenstemming gebracht met de vigerende bestemming. Het bestemmingsvlak is in overeenstemming gebracht met de vigerende bestemming.
Appellant
Opmerkingen
Reactie gemeente Heusden
6.
Het feitelijk gebruik van de bebouwde en onbebouwde Het uitgangspunt voor de op te nemen bestemming is het feitelijke gebruik grond behorende bij de Bosscheweg 67 (a tot en met voorzover in overeenstemming met de vigerende bestemmingsregeling. Ons c) dient positief bestemd te worden. college is van mening dat voor zowel de bebouwde als voor de onbebouwde gronden geldt dat in het vigerende bestemmingsplan specifiek zijn bestemd tot “wegenbouwbedrijf”. Voor de bebouwde gronden is deze opvatting door de bezwaarschriftencommissie bevestigd. Voor wat betreft de onbebouwde gronden was de commissie een andere mening toegedaan. Op dit advies heeft ons college echter een contrair besluit genomen. Dat besluit is door de rechtbank vernietigd, maar tegen dit vonnis is inmiddels hoger beroep ingesteld. Vooralsnog blijft ons college van mening dat de vigerende bestemming beperkt blijft tot wegenbouwbedrijf. Voorzover het huidige feitelijke gebruik afwijkt van bovengenoemde bestemmingsregeling, wordt deze niet positief bestemd. De aanduiding “wegenbouwbedrijf” dient verbreed te Het uitgangspunt bij de nieuwe bestemmingsregeling is dat bestaande worden naar andere bedrijven in hetzelfde segment. bestemmingen en rechten gerespecteerd dienen te worden. Voor het onderhavige perceel dient echter in ogenschouw te worden genomen dat het omliggende gebied dient te worden beschouwd als een gemengd gebied. Een wegenbouwbedrijf is in een dergelijk gebied niet optimaal gelokaliseerd. Dat betekent dat met het oog op de gevoeligheid van de omliggende bestemmingen een verbreding van de bestemming en de gebruiksmogelijkheden vermeden dient te worden. De aanduiding “wegenbouwbedrijf” dient te worden De aanduiding “wegenbouwbedrijf” dient te worden beschouwd als een gekwalificeerd tot medebestemming. verbijzondering van de algemene bedrijfsbestemming. Deze is gebaseerd op de bestaande bestemming. Het is niet de bedoeling de bedrijfsbestemming voor dit perceel te verbreden. De beperking van bedrijvenbestemming tot bedrijven De gehanteerde bedrijvenlijst die hoort bij de bestemming “bedrijf”, is van categorie A is te beperkend en niet gemotiveerd. gebaseerd op de handreiking “bedrijven en milieuzonering 2009” van de VNG. Deze methode is algemeen geaccepteerd als de standaard voor de planologische inpassing van bestaande en nieuwe bedrijfslocaties. Vanwege de gevoeligheid van de omgeving is ervoor gekozen om de woonbestemmingen in zijn algemeenheid niet hoger te belasten dan met bedrijvigheid die valt onder categorie A. Slechts op die plaatsen waar vanwege bestaande bestemmingen sprake is van bedrijvigheid van een hogere categorie, is deze met een specifieke aanduiding positief bestemd. Ten opzichte van de bestaande bestemmingsregeling Aangezien bestaande rechten zoveel mogelijk worden gerespecteerd, dient het is het bebouwingspercentage verminderd omdat in het bebouwingspercentage gelijk te zijn aan de vigerende bestemmingsregeling. vigerend bestemmingsplan werd uitgegaan van het gehele bestemmingsvlak. De bestaande bedrijfswoning is niet aangeduid. Aangezien de bestaande bestemmingsregeling voorziet in een bedrijfswoning, dient een aanduiding te worden opgenomen.
Gevolgen voor ontwerp bestemmingsplan Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Naar aanleiding van deze opmerking is in de toelichting een nadere onderbouwing opgenomen van de gehanteerde bedrijfsbestemming, c.q. zonering.
Het bebouwingspercentage is in overeenstemming gebracht met het vigerende plan. De aanduiding bedrijfswoning is opgenomen op de plankaart.
Appellant
Opmerkingen
Reactie gemeente Heusden
De wijzigingsbevoegdheid dient ook toepasbaar te zijn Deze opmerking wordt onderschreven. indien het bedrijf wordt beëindigd.
De onderzoeksrapporten zijn verouderd.
7.
Het appartementencomplex Bruneilaan-Birmalaan blijkt wederom niet te voldoen aan het huidige bestemmingsplan.
Wij hebben hierop meerdere malen een bezwaar ingediend. - De bewoners zijn van mening dat de massa van de huidige bouwaanvraag te groot is voor deze locatie zonder schade aan het woongenot.
8.
- Er dient een groenvoorziening gerealiseerd te worden aangrenzend aan het bouwperceel met hogere bebouwing. - Er is in een reactie toegezegd dat een eventueel te plaatsen verzamelcontainer inpandig zal worden opgesteld. Wij verzoeken u dringend ons op de hoogte te houden van alle ontwikkelingen van dit bestemmingsplan. De bestemming voor het perceel Grotestraat 241 is niet goed opgenomen. De helft van het perceel heeft nu bestemming Gemengd.
Destijds zijn verkennende onderzoeken gedaan, onder meer op het gebied van flora en fauna. Dit was meer gericht op voorziene ontwikkelingen. Echter in dit plan zijn geen ontwikkelingen opgenomen, het is een conserverend bestemmingsplan waarbij de bestaande situatie wordt overgenomen. Bestemmingsplan Drunen Zuid betreft het actualiseren van een aantal oude bestemmingsplannen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om nieuwe inzichten hierin mee te nemen. In dit geval wordt huidige bestemmingsregeling uit Venne West 2e fase 2B 01-02-1995 overgenomen in Drunen Zuid, waarbij het bouwvlak 100% mag worden bebouwd. Dit is stedenbouwkundig een gewenste ontwikkeling op deze markante locatie. Verder is aangesloten op de opzet van de huidige bestemmingsregeling, waarbij sprake is van een bouwvlak waar hogere bebouwing is toegestaan. In de regels is verder een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om een hogere goothoogte van maximaal 15 m mogelijk te maken.
Gevolgen voor ontwerp bestemmingsplan Het betreffende voorschrift is zodanig gewijzigd dat het ook kan worden toegepast voor aanstaande bedrijfsbeëindigingen. Naar aanleiding van deze opmerking is in de toelichting een nadere onderbouwing opgenomen op die onderdelen. Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Deze opmerkingen hebben geen gevolgen voor het bestemmingsplan. - In de visie Ruimtelijke kwaliteit Venne West 2B, die ten grondslag heeft gelegen voor de gehele opzet van deze wijk, is een gebouw van 5 lagen beoogd op deze locatie. Deze dient als markeringspunt en ter oriëntatie. Dit is doorvertaald in de bestemmingsplanvoorschriften van de huidige bestemmingsregeling waarbij een hogere bebouwing is toegestaan (goot- en nokhoogte van 12,5 en 15 m). Het vergroten van het bebouwingspercentage van 50 % naar 100 % ondersteunt het verkrijgen van een voldoende markante en beeldbepalende locatie zoals in de visie Ruimtelijke kwaliteit Venne West 2B is omschreven. - De groenvoorziening blijft behouden en de parkeervoorzieningen worden voornamelijk geconcentreerd in de Birmalaan. - Voor de verzamelcontainers worden voorzieningen opgenomen.
U zult op de hoogte worden gehouden. Uit de bouwvergunning en kadastrale ondergrond is gebleken dat het achterste deel van het perceel een woonbestemming dient te krijgen.
Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan. De bestemming is aangepast op de plankaart.
Appellant
9.
10.
11.
12.
Opmerkingen
Reactie gemeente Heusden
Gevolgen voor ontwerp bestemmingsplan
De aanbouw aan de achterzijde dient ook te worden toegevoegd aan het bouwvlak van de woning.
Dit wordt niet onderschreven aangezien dit tot de bijgebouwen moet worden gerekend. Voor hoofdgebouwen wordt een bouwvlak (met een diepte van 12 m voor vrijstaand) op de kaart aangegeven. Bijgebouwen worden niet apart op de kaart aangegeven. Deze mogen zich in het bouwvlak of binnen de bestemming wonen bevinden. Aangezien bestaande rechten zoveel mogelijk worden gerespecteerd, dient dit gelijk te zijn aan de vigerende bestemmingsregeling.
Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Het bouwvlak van de woning en de bestemming tuin aan de Jeroen Boschlaan 5 komen niet overeen met de huidige bestemmingsregeling. De plangrens loopt precies door de voortuin van de woning Kleinestraat 7. De uiterste noordwestelijke punt van het perceel is verkeerd bestemd en heeft de bestemming verkeer, echter dit is onze tuin. Het westelijke deel van het perceel is bestemd tot tuin. Het geheel bestemmen van het perceel tot wonen is meer correct.
Dit is niet goed aangegeven. De plangrens dient te wordt aangepast, zodat het perceel geheel binnen het plangebied valt. Dit is niet goed aangegeven. De bestemming dient te wordt aangepast in bestemming tuin.
Dit is ongewenst. Langs het perceel loopt de Statenlaan, een wijkontsluitingsweg. De woningen in dit gebied grenzen met de zijpercelen aan deze ontsluitingsweg. Om de ruimte zoveel mogelijk open te houden is in de huidige bestemmingsregeling een strook direct grenzend aan de Statenlaan bestemd als tuin. Voor het behoud van het huidige straatbeeld, is het niet gewenst bebouwing tot op de perceelsgrens toe te staan. Bestaande bebouwing wordt gerespecteerd, maar het is ongewenst het gehele perceel te bestemmen in wonen. Het bouwvlak is niet begrensd in overeenstemming In het bestemmingsplan is onderscheid tussen hoofdgebouwen en met de grenzen van de huidige hoofdbebouwing. bijgebouwen. Voor hoofdgebouwen wordt een bouwvlak (met een diepte van 12 m voor vrijstaand) op de kaart aangegeven. Bijgebouwen worden niet apart op de kaart aangegeven. Deze mogen zich in het bouwvlak of binnen de bestemming wonen bevinden. De huidige hoofdbebouwing bevindt zich in het bouwvlak en is derhalve correct aangegeven. Er wordt verzocht in het bestemmingsplan een Ruimtelijk gezien zijn er geen bezwaren. Indien aangetoond wordt dat er geen bouwmogelijkheid op te nemen voor het perceel belemmeringen zijn wat betreft de ruimtelijke inpasbaarheid kan hieraan achter Kleinestraat 31. worden meegewerkt. Er wordt verzocht voor het perceel L5007 en L5008 Voor perceel L5007 is reeds eerder een dergelijk verzoek gedaan, hierop is de aan de Kleinestraat een bouwmogelijkheid op te bereidheid uitgesproken dit te willen meenemen in dit bestemmingsplan indien nemen in het bestemmingsplan. de ruimtelijke inpasbaarheid zou worden aangetoond. Tot op heden is niets ontvangen. Er wordt verzocht voor het perceel L5008 aan de Het uitgangspunt bij de nieuwe bestemmingsregeling is dat bestaande Kleinestraat een bouwmogelijkheid op te nemen in het bestemmingen en rechten gerespecteerd dienen te worden. Aangezien de bestemmingsplan. bestaande bestemmingsregeling voorziet in een woning, dient een bouwvlak te worden opgenomen.
Het bouwvlak van de woning en de bestemming tuin zijn overeenstemming gebracht met het vigerende plan. De plangrens is aangepast op de plankaart. De bestemming is aangepast op de plankaart. Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Indien de ruimtelijke inpasbaarheid wordt aangetoond, kan een bouwmogelijkheid worden opgenomen. Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Er is een bouwvlak opgenomen op de plankaart.
Appellant
Opmerkingen
13.
Er wordt verzocht het bouwvlak van de woning Meerdijkpark 6 aan de voorzijde te vergroten, met de reeds aanwezige inritconstructie.
14.
15.
16.
Reactie gemeente Heusden
In het nieuwe bestemmingsplan is sprake van een conserverend plan, waarbij zoveel mogelijk de bestaande situatie wordt opgenomen. Het bouwvlak is gebaseerd op de bestaande bestemmingsregeling. Genoemde inritconstructie behoort niet tot het hoofdgebouw. Het is niet de bedoeling het bouwvlak voor dit perceel te vergroten. Opnemen mogelijkheid voor het realiseren van 2 Aan de voorzijde is de bestemming tuin opgenomen, deze gronden zijn gemetselde pilasters (hoogte 2 m) tbv een poort. bestemd voor tuinen, erven en verhardingen. Dit is de overgangszone tussen de openbare ruimte en de hoofdbebouwing en dient vrij te blijven van bouwwerken, geen gebouw zijnde, hoger dan 1 m. Gelet hierop kan hieraan niet worden tegemoet gekomen. Opnemen mogelijkheid voor het realiseren van een Dit is al mogelijk aangezien binnen de bestemming tuin het realiseren van een tuinmuur (hoogte 1 m) in het bestemmingsplan. tuinmuur met een hoogte van 1 m is toegestaan.. Er wordt verzocht voor het perceel Meerdijkpark 9 het In het nieuwe bestemmingsplan is sprake van een conserverend plan, waarbij bouwvlak te vergroten aan de voorzijde. zoveel mogelijk de bestaande situatie wordt opgenomen. Voor hoofdgebouwen wordt een bouwvlak op de kaart aangegeven. Bijgebouwen worden niet apart op de kaart aangegeven. Deze mogen zich in het bouwvlak of binnen de bestemming wonen bevinden. Aan de voorzijde is de bestemming tuin opgenomen, deze gronden zijn bestemd voor tuinen, erven en verhardingen. Dit is de overgangszone tussen de openbare ruimte en de hoofdbebouwing en dient vrij te blijven van bebouwing/bouwwerken, geen gebouw zijnde, hoger dan 1 m. Gelet hierop kan hieraan niet worden tegemoet gekomen. Voor hetgeen wel mag wordt verwezen naar de bestemmingsregeling. Er wordt verzocht om de afwijkende goothoogte en de In de nieuwe bestemmingsplansystematiek is ervoor gekozen de algemene dakhoogte van de bungalows in de gebieden van vrijstellingsbevoegdheid, om met 10% af te wijken van bestaande plankaarten 5 en 6 aan te passen. Aangezien het niet maatvoering, in de huidige bestemmingsregeling te laten vervallen en deze de bedoeling kan zijn dat op deze plaatsen hoge maatvoering van 10% bij recht toe te staan. Dit is in de lijn van de bebouwing gerealiseerd kan worden. gemeentelijke doelstelling ter vermindering van overbodige procedures die leiden tot vertraging en kostenverhoging voor de burger. Voor genoemde gebieden en zoals dat op de meeste plaatsen in het plangebied voorkomt is in het huidige bestemmingsplan een goothoogte toegestaan variërend van 6 tot 7,7 m en een nokhoogte van 10 tot 11 m. Dit is inclusief een vrijstelling van 10%. Deze dient gerespecteerd te worden. Naar aanleiding van uw opmerking is nogmaals gekeken naar de bouwhoogtes in relatie tot de huidige bestemmingsregeling. Als gevolg hiervan zijn de hoogtes op een aantal plaatsen aangepast. Dit is alleen gedaan waar op basis van het bestemmingsplan en de feitelijke situatie een lagere nokhoogte dient te worden aangehouden. Er wordt verzocht de zijstrook aan de westzijde van Ruimtelijk gezien bestaan er geen bezwaren. Daarbij wordt aangesloten op de het perceel Paulus Potterstraat 1 te wijzigen in wijze van bestemmen voor soortgelijke percelen in de buurt. bestemming wonen.
Gevolgen voor ontwerp bestemmingsplan Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan. Deze opmerking heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
Naar aanleiding van deze opmerking zijn de bouwhoogtes op een aantal plaatsen aangepast op de plankaarten.
De bestemming is aangepast op de plankaart.
Appellant
Opmerkingen
Reactie gemeente Heusden
Gevolgen voor ontwerp bestemmingsplan
17.
Er wordt verzocht een strook van 2 m achter de woningen Sydney 7 en 9 te wijzigen in bestemming wonen.
Genoemde strook is recentelijk verkocht aan appellant. Ruimtelijk gezien bestaan er geen bezwaren om deze strook bij het perceel te trekken.
De bestemming is aangepast op de plankaart.
1
2
4
3
5
6
LEGENDA Plangebied
Aanduidingen Gebiedsaanduidingen
Maatvoeringsaanduidingen
Grens plangebied geluidzone - industrie
Grens maatvoeringsvlak
Bestemmingen milieuzone - geurzone
Bestemmingen A A-AB B C GD G M N S T V V-VB WA W
Functieaanduidingen
Centrum
Gemengd
Groen
Maatschappelijk
Natuur
Sport
Tuin
maximale bouwhoogte (m)
(bw) (dh)
bedrijfswoning
(ga)
garage
(gt)
glastuinbouw
(h≤..)
horeca t/m categorie ..
(nv)
nutsvoorziening
(op)
opslag
(sb-aai)
specifieke vorm van bedrijf - autoplaatwerkerij en autospuitinrichting
(sb-ghb)
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in bedrijfskleding
(sb-lib)
specifieke vorm van bedrijf - lasinrichting en bankwerkerij
(sb-rsa)
specifieke vorm van bedrijf - reparatie- en servicebedrijf in auto-onderdelen en accessoires
(sb-wwb)
specifieke vorm van bedrijf - wegenbouwbedrijf
(sgd-osm)
specifieke vorm van gemengd - orthopedische schoenmakerij
(sgd-sch)
specifieke vorm van gemengd - schoenmakerij
(sm-catb)
specifieke vorm van maatschappelijk - categorie B
(su)
supermarkt
(vm)
verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg
(-bw)
bedrijfswoning uitgesloten
detailhandel
maximum bebouwingspercentage (%) maximum aantal wooneenheden
Figuren gevellijn
Verkeer Legenda en overzichtskaart
Bouwvlak Verkeer - Verblijf Grens bouwvlak Water
OPDRACHTGEVER
SCHAAL
Gemeente Heusden
1:1000 TEKENAAR
Bouwaanduidingen
R. Brinkman
PROJECT
Wonen
Bestemmingsplan Drunen Zuid
Grens bouwaanduidingen
W-1
9
1
Grens functieaanduidingen
Bedrijf
maximale goothoogte (m)
25 %
Agrarisch
Agrarisch - Agrarisch bedrijf
6
Wonen - 1
Dubbelbestemmingen
[aeg]
aaneengebouwd
M. Winkel-Bootsma T E K E N I N GNUMMER
IMRONUMMER
[nr]
nokrichting
[sba-gm]
specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument
:
STATUS
Leiding - Riool
PROJECTLEIDER
[sba-rm]
specifieke bouwaanduiding - rijksmonument
[vrij]
vrijstaand
Schaal : 1:10000
NL.IMRO.0797.BPdrunenzuid-ON01
DATUM
Voorontwerp
:
02-02-2010
Ontwerp
:
..-..-....
Vaststelling
:
..-..-....
Formaat : 594x420
138820 ORANJEWOUD OOSTERHOUT Beneluxweg 7 4900 AA Oosterhout
BLAD IN BLADEN
7-7 FORMAAT
A0 postbus 40 tel. (0162) 487000 fax (0162) 451141
HEERENVEEN DEVENTER ALMERE CAPELLE A/D IJSSEL OOSTERHOUT
R:\00135000\00138820\RO-ADVIES\BP\PLANKAART\BLAD 7\LEGENDA EN OVERZICHT.DWG
1:12000 Drunen
4
10
10
T
T
4
T Molensteeg
4
Kl e
10
10 E in
10
in e
T
[nr]
[nr]
str aa t
T
[nr]
4
4
9
10
T
[nr]
7
E ik
4
stra
at
[nr]
4
[nr]
10
[nr]
GD
4
ds
tra
at
4 10 4 4 10
Ei
4
nd
st
ra
10
4
[sba-rm]
4 str
aa t
4
10
G
4
10
10
[nr]
T
[nr]
W
T
T
4 10
4
V-VB
10
W-1
[nr]
T
W
Bur
[nr]
g em
[nr]
Kle
[nr]
T
in e
T
1
s tra
at
Einds
4
L in
[nr]
s de
10
traat
[nr]
He
10
T
V
ot e s
[nr]
GD
tra at
4 10
4
T T
[nr]
Grotestraat
10
T
W
W-1
G T
7
T
(sgd-osm)
[nr]
10
4
10
[nr]
(-bw)
GD
7
[vrij]
W
T
Schools traat
[nr]
4
GD
G
Victoria
aa t
4
(op)
T
st r
[nr]
B
T
o te
10
(sgd-sch)
2
[sba-gm]
4
W
Gr
T
[sba-gm]
T
at olstra Scho
4
10
10
10
4 4
10
[nr]
10
4
T
T
10
T
[nr]
GD
G 17
Queensland
T
V T
T
W
T
W
17
11
W
11
T (sgd-osm)
W
V-VB
[nr]
(dh)
G
T V-VB
W
(p)
T
T [nr]
T
4
[nr]
10
[sba-rm]
3
GD
6
(dh)
4 10
GD
T
[nr]
[nr]
4 10
4
T
(-bw)
[nr]
10
T [nr]
T G
Nieuw Zuid-Wales
G
G
G
G
T W 17
W G
W
T
G T
T
G
T
8
11
W
T
[nr]
10
[nr]
10 4
W
10
G
T
T
17
T
17
4 bu
rg
T van
G e
W
GD
GD (sm-catb)
W
G
Ma
17
at
t
T
n
an
W
lei
G
St
a n la
W
al a
G
T
WA
traa
10
4
GD
te s
rm Bi
n Laa
T
V
17
G
anie asm
G ro
4
10
17
W
(sv-pn)
[nr]
10
Waegenburghtplein
V-VB
[nr]
4
W
17
G
10
str aa t
T
[nr]
T
Brabantseweg
(sv-pn)
4
10
[aeg]
T
T
[nr]
W
4 17
[nr]
[nr]
Li m
W
W
[nr]
10
G
[aeg]
7
4
10
[nr]
(sv-pn)
6
[nr]
4
10
(p)
W
T
4
4
G
W-1 T
[nr]
4
G
T
T
(p)
G
W
at
T
17
V-VB
T 7
T
t ra
[nr]
(dh)
11
n laa
Zuid-Australie
11
W
G
ten S ta
steeg
W
T
t es
4 10
V-VB
T
GD
T
[nr]
10
10
T
Laan van Oceanie
T
W
T
Brabantseweg
M olen
G
W
Laan van Samoa
W
Laan van NieuwZeeland
T
G
G ro
GD
4
4
Joost van den Vondellaan
T
Statenlaan
W
4
Oude Schoolstraat
V-VB
T
Gr
vd
10
Klein estra at
rg
4
Bu
Laan van Samoa
Molensteeg
4
at tra
T
W
raa t
i ne
nst
K le
10
at
i j de
10
lsst raat
W
10
S ne
10
4
T
4
te r
10
e es
4
Lindehof
9
sie
17
l aa
T
n
T
Azi
Af
n elaa
ri k a
laa
V-VB n
T W
12.5
T
laan A z ie
Egyptering
G
H u d so nring
(ga)
G
ngo De Ko
T
T
an Ind iala
a zone De Am
(ga)
9
en iarin
Ke n
W
pl a nts o el a zu
g
A
Bo
iarin g
a ri l iv i
G
t en rg
in
(ga)
T W
T
SCHAAL
Gemeente Heusden
1:1000 TEKENAAR
T T
l iv i a ri
Boliviaring
R. Brinkman
PROJECT
Bestemmingsplan Drunen Zuid
ng
ia en
g rin
OPDRACHTGEVER
PROJECTLEIDER
M. Winkel-Bootsma T E K E N I N GNUMMER
IMRONUMMER
ntsoen
T
6
t aa r t s ie
T
G
5
W
ng
(ga)
9
n
15
G (ga)
i ka laa
12.5
Bo
ez ipla
g rin
T
so
W
K
Z am b
on
p
d Hu
ds
er
Hu
g Ni
tso
en
Ken
an A ziela
an
W
G g
Af r
G
T ibetla
W
in nr
T
T
W
V-VB
W
T
S
T
4
n ia
Turkijelaan
V-VB
n la
T
T T
3
Amerikalaan
(ga)
T
G
ng dri an
T
G
T
T
nring
W
(ga)
(ga)
a il Th
T
15
T
H u d so
T
V
G
o
T
ne
M ar
an kkola
p te r ing
G
T
r in g
Tibetlaan
W
Eg y
De
Am
(ga)
T
(ga)
T
T
2
T
ring
G
12,5
WA
1
(ga) (ga)
Azielaan
H
V-VB
(ga)
G
T
Peruplantsoen
one
n laan
W
i la nd
15
Afrika laan
Soedanlaan
an Ind iala
T ha
T
W
V-VB
an ola k k
V-VB
W ring u ds o n
aro
W
Ve
n
M
Sta te
teeg
W
e i laa
12.5
Ke
B ru n
T
az De Am
M olens
T
az on e
T
T
n aa
G
ell nd Vo
n
T
T
T
G
an ala
De A
e m a zon
G
GD G
ri k
G ilaa Brune
G
Af
(sw-gh)
W
T
T
G
n de
WA
an
W
G
W
T
15
Pieck plein
tv
V
G
Anton
15
12,5
os Jo
V
tweg Overlaa
T
V Jamaicaring
:
STATUS
P
Schaal : 1:1000
NL.IMRO.0797.BPdrunenzuid-ON01
DATUM
Voorontwerp
:
02-02-2010
Ontwerp
:
..-..-....
Vaststelling
:
..-..-....
Formaat : 841x1189
138820 ORANJEWOUD OOSTERHOUT Beneluxweg 7 4900 AA Oosterhout
BLAD IN BLADEN
1-7 FORMAAT
A0 postbus 40 tel. (0162) 487000 fax (0162) 451141
HEERENVEEN DEVENTER ALMERE CAPELLE A/D IJSSEL OOSTERHOUT
R:\00135000\00138820\RO-ADVIES\BP\PLANKAART\BLAD 1\138820-BP_BLAD 1.DWG
Willem van Oranjest raat
at olstra Scho
T
Wilhelminastraat
14,5
Wilhelmin astraat
12 14,5
Koningshof
Jacobus vd Meijd enstraat
12
W
W G
12 14,5
V-VB W
W 12
W T
T
V-VB
V-VB T
Stationsstraat
C B
Jacobus vd Meijd enstraat
(nv)
C (su)
T
W
10,5 13
C C 11,5 14,5
GD (dh)
traat
GD
t
C [sba-gm]
T
Van Hogendorps traat
T
W
T
9 os Jo
6
12
11
tv
T
Doctor Dreesstra at
9 8,5
13,5
11
Hu
d go
r eG
t oo
Van Houtenstraa t
15
Br az ili e laa
T
T
Talmastraat
Amerikalaan
V - VB (h≤3 )
W T
G T W
G
Torenstraat
T
Brazilielaan
W T
Van Marnixstraat
T
(ga)
W
T
W
T
Piet Heinstraat
W
T
T
T
Van Marnixstraat
T W
Kennedystraat
oo
T
M
T
W
G G T
T
G
G
G
W
W
1
De Ruyterstraat
T
De Ruyterstraat
4
at
erik Am
T
e s tra
Rooseveltstraat
V enn
W
3
Frans Halslaan
Panamastraat
T
2
V-VB
(ga)
5
6
ala
Schimmelpennin ckstraat
an
V an S p eijks
(***)
gp
le in
Va
nO
d s ta
ep
ep
le in
le in
Evertsenstraat
Doormanstraat
Va
nO
d s ta
eg
Van Speijkstraat
ls w ra a
Canadalaan
mi
Churchillstraat
OPDRACHTGEVER
SCHAAL
Gemeente Heusden
1:1000 TEKENAAR
R. Brinkman
PROJECT
Bestemmingsplan Drunen Zuid
PROJECTLEIDER
M. Winkel-Bootsma
Abraham Kuyperh of
Keyserpark
Vennestraat
Johann de Witts traat
T E K E N I N GNUMMER
octor Schaepma nstraat
Van Oldenbarnev eltstraat
a sd
Ad
Churchillstraat
Torenstraat
Me
Van Speijkstraat
Jamaicaring
traat
Evertsenstraat
Kennedystraat
Mexicoplein
Am er ika la an
J
T an
pp ro
n oe s t lan
G
W
G
G
T
W
(ga)
(ga)
W
W T
G
W
T
T
W
W
T
Piet Heinstraat
T
p op
G
W
T
W
n
or To
n oe Jozef Israelsplantsoen s t lan
W
T
V-VB
W
V-VB
Ja
W
Heinsiuspad
T
G T W
W
Doctor Beelstraa t
(ga)
T
G
G
W
Van Heemskerc kstraat
(ga)
GD
T
W
(ga)
T W
Boliviaring
(ga)
W
T
T
T
(ga)
Van Houtenstraat
i
T
V-VB
Kennedystraat
A
t en rg
ni
n
W
T
T
Rooseveltstraat
Rooseveltstraat
G
n
t aa r t es
Torenstraat
W
V-VB
Van Marnixstraat
M
Ve
ne
A rg
9
Kennedystraat
in ie ent
el a
W
T
V-VB
T
T
T
at
T
s tra
en
T pl a nts o
T
W t aa str
V
W
(ga)
G
n
W
T
n
op
en tso n pla
laa
18
W
T
11
Ja
or To
W
ns
n aa
8,5
(p)
W
W
or op pl an ts oe n
be
ell nd Vo
12 13,5
GD
C
G
G
T 12
W
T
To
Ru
n de
18
T
T
Trompstraat
an
T
13,5
T
Vennestraat
13,5
12
Houtmanplantsoe n
at
W
Vennestraat
(dh)
8
r Dree sstra
V-VB 6,5
11
T
8
Doc to
Aalbersestraat
Van Marnixstraat
6,5
6
4
T
n
n
6,5
9,5
T
(p)
4
Ja
T
W
laa
9,5
(ga)
Aalbersestraat
Van Heemskerckstraat
W
6,5
9,5
T
(ga)
ns
9,5
W
be
V-VB
W
Ru
Van Hogendorps traat
T
als laa n
V-VB (su)
Rubenslaan
Fr
V-VB
V-VB
Admiraalsweg
C
T
Trompstraat
sH
C
Torenstraat
C
T
an
GD
(ga)
(ga)
W
Fr
[nr]
M (bw)
Hobbemaplein
[nr]
W
Jozef Israelsplan tsoen
[nr]
V-VB T G
(h≤2 )
(h≤2 )
Admiraalsweg
Joost van den Vondellaan
[nr]
[nr]
C
(dh)
als laa n
[nr]
GD
Admiraalsweg
[nr] [nr]
Hugo de Grootst raat
Raadhuisplein
Vennepad
[nr]
V-VB
W
GD
Kortenaerstraat
traa
Grotes
Houtmanplantso en
te s
Admiraalsweg
C
13
zu
T
[sba-gm]
G ro
i ka laa
GD [sba-gm]
T
V-VB 13
Af r
T
T
Raadhuisplein
10 [nr]
Grotestraat
V-VB
17,5
G rotestr aat
T
T
17,5
10
[nr]
g
sH
C
we
an
GD
H
e og
(su)
W
W
Dillenburgstraat
W
16
Burg Steinbachstr aat
G
IMRONUMMER
:
STATUS
Barentszstraat
Schaal : 1:1000
Formaat : 841x1189
NL.IMRO.0797.BPdrunenzuid-ON01
DATUM
Voorontwerp
:
02-02-2010
Ontwerp
:
..-..-....
Vaststelling
:
..-..-....
138820 ORANJEWOUD OOSTERHOUT Beneluxweg 7 4900 AA Oosterhout
BLAD IN BLADEN
2-7 FORMAAT
A0 postbus 40 tel. (0162) 487000 fax (0162) 451141
HEERENVEEN DEVENTER ALMERE CAPELLE A/D IJSSEL OOSTERHOUT
R:\00135000\00138820\RO-ADVIES\BP\PLANKAART\BLAD 2\138820-BP_BLAD 2.DWG
H ei s
traa
t
Lipsstraat De Braken
hew B ossc
T
eg
(bw)
T
oe Gr
ou
d
W heweg B ossc
t
Gr
L ips s traa
H ulten
w ne
oe
o nh
W
f
60 %
T
5,5 9
GD T heweg B ossc
18 %
T
T
B ossc
stra Gro te
heweg
W
T
B (sb-wbb)
T
at
T
T
A-AB
Kooiw
T
eg
T
A W
W
T
A
W
[sba-gm]
(sb-lib)
A-AB GD B GD
(sb-ghb)
GD
(dh)
B
(dh)
(h≤4 )
(sb-aai)
(dh)
W
Duinw eg
GD
GD
GD W
B
60 %
W
(sb-rsa) (gt)
W
B
30 %
(op) (bw)
Ru
A
be ns l aa n
V-VB Van Goghstr aat T
A-AB
T
Van Goghstraat
T
T
T
T
eg K ooiw
T
T
W
Ru
W
be ns
Joze f Israelsplan
tsoen
n
Van G og hs traat
l aa
G
T
T V-VB
T
W
Jeroen Boschla an
T
T
T
V
rs wm oe Z wa lu
sH
al s laa n
T
ed re ef
Fr an
W Ko
T
oi w
W
eg
T G G
M
Jan Steenstraat (ga)
Rembrandtlaan
G
Vermeerplantsoen
V-VB
w mo Z wa lu
ers ed re
ef
W
G
T
W
Breugelstraat
T G
W
W
T G
W
Duinw eg
T
V-VB
G
G G
W
Kooiweg
Hobbemaplein
(ga)
G W
Vermeerplantsoen
T
(ga)
Mondriaanstraat
W T
G
Rembrandtlaan
Vermeerplantsoen
V-VB
1
2
4
Vermeerplantsoen
st
in ple de
r tte
Duinweg
Rembrandtlaan
at ra
sta
6
Po
nO Va
5
us ul Pa
nO Va
lein ep d sta
3
Pieter de Hooghstraat
OPDRACHTGEVER
SCHAAL
Gemeente Heusden
1:1000
Verme erplantsoen
TEKENAAR
Jacob Marisple in
R. Brinkman
PROJECT
Bestemmingsplan Drunen Zuid
M. Winkel-Bootsma T E K E N I N GNUMMER
b R em
r an
an d tla
IMRONUMMER
:
STATUS
M arisplein
PROJECTLEIDER
Govert Flinckstraat
Van Ruijsdaelstraat
Schaal : 1:1000
NL.IMRO.0797.BPdrunenzuid-ON01
DATUM
Voorontwerp
:
02-02-2010
Ontwerp
:
..-..-....
Vaststelling
:
..-..-....
Formaat : 841x1189
138820 ORANJEWOUD OOSTERHOUT Beneluxweg 7 4900 AA Oosterhout
BLAD IN BLADEN
3-7 FORMAAT
A0 postbus 40 tel. (0162) 487000 fax (0162) 451141
HEERENVEEN DEVENTER ALMERE CAPELLE A/D IJSSEL OOSTERHOUT
R:\00135000\00138820\RO-ADVIES\BP\PLANKAART\BLAD 3\138820-BP_BLAD 3.DWG
Peruplantsoen an
G Lu
Eu
T
ro
pa
T
la
T
at ra pe Ko
n l aa
(ga)
W
T
an
S pa nj e
(ga)
laan
T
M
G
Fr an kr i jk st
(ga)
T
15
G
T
W
Cana dalaa n
9
T
W
W
W
W
W
(ga)
W
G
plein Benelux
r Eu
T
V-VB
op
a
n laa
Statenlaan
V G
9
ra at
De Donge
13
W
13 Europ
T
alaan
13
W
t
T Mo lda la up
nl aa n
et
V-VB
13
W
W
n oe nts
15
G
De
T
State
De Th
W
W
T
T
W
enlaa n
Rijnring
l
9
at e
9
T Zwed
T
T
W
V
St
T
T
T
De Amstel
T
(ga)
He tH
W
Be lg ie la an
or No
G
G
Finlan dplan tsoen
T
at stra
W
T
W
T ar in gv li
st ra a w eg
en
T
rk e n
kar Nec
G
W
em a
Mo l da
G
(ga)
W 13
nlaan
G
T
W
T T
T T
eems
V
G
ap
la
so e
W
n
W
W
W
s
W
G
De B
De Dieze
(ga)
Donauring
G
V-VB
(ga)
V-VB
De Amer
T
T
h bosc
T
iesbo sch
T
Rijnring
T
Wolgaplantsoen
T
W
T ie s De B
T
T De Theem
T
T
T T
T
V-VB
W
W T
T
ing
G nt
T
D on a ur
T
T ol g
De Amer
D e T he
ga ol W W
T
g
an
e ms
ts oe n
T
pl
W
T
Torenstraat
T
el
El be
W
W
IJ ss
De
G De
W
rin g
R ij
ing
T
ing jnr i R
T
(ga)
T
Mozartlaan
ing
ur
E
na u
W
Ri j nr
na De
T
Do
lbe
ch
Do
T
De Dommel
De B i e sb o s
G
G
(ga)
W
9
W T
G
De
g Donaurin
T W
W
T
W He idi
1
T jk
2
3
T T He idi
R ijnr
T
in g
jk
W
4
W
W
N De
Me
r we de
Torenstraat
g Donaurin
W
G
W
W
W
T
Den
De Tiber
G
N
9
9
T
T
T
C
da an a
nd pl ein
er
a la
W
T
W
(ga)
T
W
W
rop
T W
up l an tso en
T
Eu
er T ib
Tib
W
laan
er De
W (ga)
G
T
en
st
t en
De
Od
T
T
(ga)
T W
ab
T
in g
W
T
nh
s L is
T
(nv)
T
En ge la
De Marn e
S ta
P
a
T T
T
M
in g o nr
Kopenhagenstraat
g or t u
at lstra
W V-VB
T
Lo nd en rin g
B
V-VB
laan
e
De
T
G
T
T
V-VB
G
W
a nd
onn
T
T
W
Ie rl
aat dstr r l an
Gar
T
T
T
na
W
ag
i t se
onring
Zw
De
W
W
Europalaan
r
W
V-VB
T
Eu ro pa la an
W
(ga)
us
Do
G
ring den
de
D
a eM
T
rn e
W
ur
T
a
G
T
T
g
(dh)
W
Lon
O
Heidijk
d
nr i n
T
W
In
o sa b
V
W
De
GD
T
an
Liss ab
De
De
ar
Lo nd en rin g
W
Lis
T
us D e Ind
r
W T
T
xe
u mb
ring den
an gla
Mo ez e
N ij lring
Lon
(ga)
G
Torenstraat
t la
T
Torenstraat
e T ib
W Canadalaan
an
ing
ag Ni
Torenstraat
T
n
T
T
V-VB
T
T
j lr Ni
g
GD (dh)
G
W Jamaicaring
ag ara
W
T
la
r in
Rijnring
Ni
en
ca
Am er ika la an
De
at
ai
n r in
T
St
m
(su)
Mexicoplein
W
De Merwede
es
al aa
GD
De Lek
W
di
an
G
g
In
ala
De
an
g
W G
T
9
T
W Ja
T
W
15
T
Azielaan
T
rin ca
T
15
V-VB
ai
ing
W
is
m
an et la
jlr Ni
H eidijk
De
M
is s
pi s ip
Ja
T ib
T
12,5
erik Am
T V V-VB
g lr in
Panamastraat
G
G T
W
Jamaicaring
M
W
G T
T
W
G
T
Brazilielaan
ng
(ga)
W
T
a ri
ntsoen
W
W
j
Boliviaring
T
T
T
Ni
g rin
ez ipla
T
T
K
G
ia en
l iv i
o
g rin
(ga)
s ud
g
Z am b
on
r
H
ds
ge
so nt
Hu
Ni
a pl
n eV-VB
in nr
Bo
an
an A ziela
T ibetla
an Ind iala
a zone De Am
5
6
T G T
OPDRACHTGEVER
SCHAAL
Gemeente Heusden
1:1000 TEKENAAR
Tore nstra at
R. Brinkman
PROJECT
Bestemmingsplan Drunen Zuid
PROJECTLEIDER
M. Winkel-Bootsma T E K E N I N GNUMMER
IMRONUMMER
:
STATUS
Schaal : 1:1000
Formaat : 841x1189
NL.IMRO.0797.BPdrunenzuid-ON01
DATUM
Voorontwerp
:
02-02-2010
Ontwerp
:
..-..-....
Vaststelling
:
..-..-....
138820 ORANJEWOUD OOSTERHOUT Beneluxweg 7 4900 AA Oosterhout
BLAD IN BLADEN
4-7 FORMAAT
A0 postbus 40 tel. (0162) 487000 fax (0162) 451141
HEERENVEEN DEVENTER ALMERE CAPELLE A/D IJSSEL OOSTERHOUT
R:\00135000\00138820\RO-ADVIES\BP\PLANKAART\BLAD 4\138820-BP_BLAD 4.DWG
als la
Admiraalsweg
T
T
De Ruyterstraat
Kennedystraat
Vermeerplantsoen
De Ruyterstraat
T
Frans Halslaan
W at
W (ga)
(ga) (ga)
M
4 8
4 8
T W
Doormanstraat
Van Speijkstraat
8
W
T
W
T
W
9
T
T W
M
T
(ga)
Chopinstraat
G
T
W
T
(ga)
W
T
Von Suppestraat
Rembrandtlaan
T
Von Suppestraat
T W
V-VB Valeriusstraat
T T
5
W
9
T
Mozartlaan
T Mozartlaan
T
T
W
W
T
5
B
T
W
V-VB
T
Meerdijkpark
W
T
T
T
m r ah
4
rk s pa
5
6
V-VB
T Meerdijkpark
T
9
9
Diepenbrockstra at
W
rk
T
5
3
i pa
T
T
T
2
l li n
T
W
1
Be
V-VB
W
rk
T
Diepenbrockstra at
T
9
s pa
T
T
W
hm
T T
5
Bartokstraat
G
Bra
V-VB
G
Mozartlaan
T
V-VB
W
T Mozartlaan
T
G
T
T
T
Ravelstraat
T
a nb
T
Von Suppestraat
T
M
en tso n pl a ch
T
V-VB
W
fe Of
T
T
(ga)
G
Vermeerplantsoen
T
T
T
Mendelssohnstra at
V-VB
T G
T
S
T
Mozartlaan
W
T
T
Mendelssohnstra at
Passage
Sweelinckstraat
W
T
(ga)
W
V-VB
(ga)
G
(ga)
T
W
(ga)
G
De Werf
T
Mendelssohnstra at
G
Bizetstraat
W
W
G
Mozartlaan
Lisztstraat
T
T
T
G
T
T W
V-VB
V-VB
T
T
Offenbachplants oen
at ra st
S
e we
Paganinistraat
(ga)
T
Sibeliusstraat
T W T
V-VB
Handelstraat
ht ec br O
Sibeliusstraat
T
V-VB
Rossinistraat
W
T Offenbachplantso en
V-VB
W
Bizetstraat
T
W
Chopinstraat
T
W
Vivaldistraat
V-VB
traat
Johann Strausss traat
Paganinistraat
Robert Stolzstraa t
G
Schubertstraat
T
(ga)
W
V-VB
W
Bontekoestraat
T T
enets
W
T
(ga)
T
De Dommel
De Dieze
G Bachstraat
t tra a u ss
(ga)
Torenstraat
V-VB
l er i
G
T
Beethovenlaa n
W
M a ss
T
at tra s ck li n
G
Va
V-VB
Massenetstraat
T
e br O
G
(ga)
W
at tra s t ch
12
L-R
T
T
W
(ga)
W
W
W
W
12
(ga)
G
W
W
T
W
Beethovenlaan
T
W
G
T
Brahmspark
W
V-VB
Govert Fl
W
T
Chopinstraat
Torenstraat
T
T
M
T
Leharstraat Leharstraat
e br O
V-VB
T
W
T
an
V
V-VB
t ch
T
Verdistraat
T
at ra st
W
T
G W
G
T
G
G
(nv)
W (ga)
(ga)
W
Beethovenl aan
B
W
12
T
T
L-R
9
(ga)
Wagnerstraat
M
W
Lisztstraat
De Donge
G
G Obrechtstraat
T
T
dtla
W
Vermeerplantsoen
Beethovenlaan Obrechtstraat
W
T
(ga)
Bontekoestraat
Van Noortstraat
T
V
V
(ga)
T
T
R em
n br a
Van Galenstraat
g lswe i ra a
Van Nesstraat
T
V-VB
Adm
Thorbeckestraat
G
Jacob Marisple in
G
T
(ga)
Van Kinsbergen straat
T
B
Beethovenlaan
G
(ga)
W
T
W
V-VB
T
W
(vm)
G
5 9
W
Thorbeckestraat
V-VB
T
Jacob Marisplei n
Vennestraat
T
T
T
9
T
T
Barentszstraat
T
W
5
W
W
T
W
5
W
M
W
T
(ga)
9
T
Mole nstee g
Keyserpark
G
Van Nesstraat
W
W
G
T
Van Kinsbergen straat
Abraham Kuyperh of
Johann de Witts traat
Doctor Schaepma nstraat
G
Vermeerplantsoen
T
5
T
T
Van Noortstraat
Van Oldenbarnev eltstraat
T
ep
W
le in
W
W
(ga)
T
Torenstraat
T
ta d
W
9
Rossinistraat
Torenstraat
W
5
in
V-VB
s nO Va
eg
T
4
G
ls w ra a
T
G T
G
8
T
T
s nO
pl e
e ta d
W
9
Churchillstraat
Va
5
(ga)
T T
W
mi
T
W
T
V-VB
Ad
Canadalaan
W 4
T
in
Jacob Marisplei n
W
pl e
T
T
Evertsenstraat
S
g da
Evertsenstraat Van Speijkstraat
Kennedystraat
G
Churchillstraat
De Lek
s Me
T
V-VB
T
T
G W
T
T
W
Vermeerplantsoen
V enn
T
V an S p eijkstraa t
Statenlaan
W
T
W
Schimmelpennin ckstraat
W
M
e s tra
T
W
T
Rooseveltstraat
Hobbemaplein
Fr
an
sH
Van Houtenstraa
Kennedystraat
Torenstraat
Brazilielaan
Roosevelt
nixstraat
Van Marnixstraat
5
5
5
9
9
9
G
5
5
9
9
W
W Meerdijkpark
G G
T N Heidijk
N W
Tore nstra at
SCHAAL
Gemeente Heusden
1:1000 TEKENAAR
Sportlaan
N
OPDRACHTGEVER
R. Brinkman
PROJECT
Bestemmingsplan Drunen Zuid
PROJECTLEIDER
M. Winkel-Bootsma T E K E N I N GNUMMER
IMRONUMMER
Hei
:
NL.IMRO.0797.BPdrunenzuid-ON01
dijk STATUS
Schaal : 1:1000
Formaat : 841x1189
DATUM
Voorontwerp
:
02-02-2010
Ontwerp
:
..-..-....
Vaststelling
:
..-..-....
BLAD IN BLADEN
138820 ORANJEWOUD OOSTERHOUT Beneluxweg 7 4900 AA Oosterhout
FORMAAT
A0 postbus 40 tel. (0162) 487000 fax (0162) 451141
HEERENVEEN DEVENTER ALMERE CAPELLE A/D IJSSEL OOSTERHOUT
R:\00135000\00138820\RO-ADVIES\BP\PLANKAART\BLAD 5\138820-BP_BLAD 5.DWG
Duinweg
Hobbemaplein
Mondriaanstraat
Rembrandtlaan
Vermeerplantsoen
T
G
(ga)
V-VB
T
T W
G
G W
G G
G (ga)
T
V-VB
(ga)
V-VB
le in
at tra rs tte
Vermeerplantsoen
W
Po (ga)
G
G Duinweg
W
V
T
Rembrandtlaan
T
W
G G
G T
T V-VB
Pieter de Hooghstraat
T W
Vermeerplantsoen
Marisplein
W
T
(ga)
(ga)
(ga)
T
W R em
V-VB
nd br a
n tlaa
G W
G
G
T Govert Flinckstraat
Van Ruijsdaelstraat
T
G
(ga)
(ga)
T G
T W
(ga)
Govert Flinckstraat
W
T W
V-VB
W
T
T
G
Van Ruijsdaelstraat
V-VB
Vermeerplantsoen
T
G
G Jacob Marisplei n
Jacob Marisplei n
(ga)
Rembrandtlaan
W
W
G
L-R
Beethovenlaan
V
Beethovenlaan
L-R
Kooiweg
G W
W
5
T
T
Va l er i
Offenbachplantso en
9
M
Eendekooi
G W
5 9
G
(ga)
H
T
n a yd
par
5
T
5
T
9
5 (ga)
T W
G
T
V
9
W
5 5
9
W
(ga)
9
5
(ga)
9
9
5
T
T
k
Eend ekooi
V-VB
T
5
9
9
T
T
Bellinipark
T 5
Valeriusstraat
V-VB
5
G Bra
T
Be
2
3
9
rk
W
i pa
s pa
l li n
hm
T
rk
W
1
5
(ga)
Be
9
Bra
W
T
9
5
s hm
W
9
l li n
Ak k
rk i pa
T
5
erla an
4
9
k par
5
T
5
6
9
G 5
5
9
9
5 9
G
W
5 9
Duinweg
G
N
Sp o rtl
aan OPDRACHTGEVER
SCHAAL
Gemeente Heusden
1:1000 TEKENAAR
R. Brinkman
PROJECT
Sportlaan
Offenbachplants oen
Of
ba fe n
W
T
T V-VB
en tso n a pl ch
9
Duinweg
G
W
T
W
Eend ekoo i
5
T
De Zeeg
V-VB
Eend ekoo i
G
Eend ekooi
T
5
i
T
T
e k oo
T
T
T V-VB
E en d
T
T
9
Haydnpark
t tra a u ss
V-VB
V-VB
oi Eendeko
Haydnpark
ep
T us ul
G d s ta
G
T
G
Valeriusstraat
ta
de
in pl e
Pa
Os an
O
Kooiweg
Vermeerplantsoen
Bestemmingsplan Drunen Zuid
PROJECTLEIDER
M. Winkel-Bootsma T E K E N I N GNUMMER
IMRONUMMER
:
STATUS
Schaal : 1:1000
NL.IMRO.0797.BPdrunenzuid-ON01
DATUM
Voorontwerp
:
02-02-2010
Ontwerp
:
..-..-....
Vaststelling
:
..-..-....
Formaat : 841x1189
138820 ORANJEWOUD OOSTERHOUT Beneluxweg 7 4900 AA Oosterhout
BLAD IN BLADEN
6-7 FORMAAT
A0 postbus 40 tel. (0162) 487000 fax (0162) 451141
HEERENVEEN DEVENTER ALMERE CAPELLE A/D IJSSEL OOSTERHOUT
R:\00135000\00138820\RO-ADVIES\BP\PLANKAART\BLAD 6\138820-BP_BLAD 6.DWG
1
2
4
LEGENDA Plangebied
3
5
6
Aanduidingen Bouwaanduidingen
Gebiedsaanduidingen Grens plangebied geluidzone - industrie
Grens bouwaanduidingen
Bestemmingen milieuzone - geurzone
Bestemmingen A A-AB B C GD G M N S T V V-VB WA W
Functieaanduidingen Agrarisch Grens functieaanduidingen Agrarisch - Agrarisch bedrijf
Bedrijf
Centrum
Gemengd
Groen
Maatschappelijk
(bw) (dh)
bedrijfswoning
(ga)
garage
(gt)
glastuinbouw
(h≤..)
horeca t/m categorie ..
(nv)
nutsvoorziening
(op)
opslag
(p)
parkeerterrein
(sb-aai)
specifieke vorm van bedrijf - autoplaatwerkerij en autospuitinrichting
(sb-ghb)
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in bedrijfskleding
(sb-lib)
specifieke vorm van bedrijf - lasinrichting en bankwerkerij
(sb-rsa)
specifieke vorm van bedrijf - reparatie- en servicebedrijf in auto-onderdelen en accessoires
Natuur
Sport
Tuin
Verkeer - Verblijf
Water
[nr]
nokrichting
[sba-gm]
specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument
[sba-rm]
specifieke bouwaanduiding - rijksmonument
[vrij]
vrijstaand
Maatvoeringsaanduidingen Grens maatvoeringsvlak 6
maximale goothoogte (m)
9
maximale bouwhoogte (m)
25 %
specifieke vorm van bedrijf - wegenbouwbedrijf
(sgd-osm)
specifieke vorm van gemengd - orthopedische schoenmakerij
(sgd-sch)
specifieke vorm van gemengd - schoenmakerij
(sm-catb)
specifieke vorm van maatschappelijk - categorie B
(sv-ph)
specifieke vorm van verkeer - parkeernorm van minimaal 1,5
(sw-gh)
specifieke vorm van wonen - goothoogte
(su)
supermarkt
(vm)
verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg
(-bw)
bedrijfswoning uitgesloten
maximum bebouwingspercentage (%)
1
maximum aantal wooneenheden
Figuren gevellijn
Legenda en overzichtskaart
OPDRACHTGEVER
SCHAAL
Gemeente Heusden
1:1000 TEKENAAR
R. Brinkman
PROJECT
Bestemmingsplan Drunen Zuid
Wonen
Bouwvlak W-1
aaneengebouwd
detailhandel
(sb-wwb)
Verkeer
[aeg]
PROJECTLEIDER
M. Winkel-Bootsma T E K E N I N GNUMMER
Wonen - 1
IMRONUMMER
:
NL.IMRO.0797.BPdrunenzuid-ON01
Grens bouwvlak
Dubbelbestemmingen STATUS
Leiding - Riool
Schaal : 1:10000
DATUM
Voorontwerp
:
02-02-2010
Ontwerp
:
..-..-....
Vaststelling
:
..-..-....
Formaat : 594x420
138820 ORANJEWOUD OOSTERHOUT Beneluxweg 7 4900 AA Oosterhout
BLAD IN BLADEN
7-7 FORMAAT
A0 postbus 40 tel. (0162) 487000 fax (0162) 451141
HEERENVEEN DEVENTER ALMERE CAPELLE A/D IJSSEL OOSTERHOUT
R:\00135000\00138820\RO-ADVIES\BP\PLANKAART\BLAD 7\LEGENDA EN OVERZICHT.DWG
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Inhoud Blz. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1 Begrippen Artikel 2 Wijze van meten
3 3 13
HOOFDSTUK Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18
2 BESTEMMINGSREGELS Agrarisch Agrarisch - Agrarisch Bedrijf Bedrijf Centrum Gemengd Groen Maatschappelijk Natuur Sport Tuin Verkeer Verkeer - Verblijf Water Wonen Wonen - 1 Leiding - Riool
15 15 17 23 27 30 33 34 36 38 39 40 41 42 43 46 49
HOOFDSTUK Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24 Artikel 25
3 ALGEMENE REGELS Anti-dubbeltelbepaling Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene aanduidingsregels Algemene ontheffingsregels Algemene wijzingsregels Algemene procedureregels
51 51 51 51 52 52 53 53
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS Artikel 26 Overgangsrecht Artikel 27 Slotregel
Bijlage 1: Staat van bedrijfsactiviteiten Bijlage 2: overzichtskaart 'Parkeren Drunen'
blad 1 van 68
RO&E
55 55 55
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
blad 2 van 68
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: plan: het bestemmingsplan Drunen Zuid van de gemeente Heusden. bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het 0797.BP 09002-001 met de bijbehorende regels en bijlagen. AAB: Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen. aanbouw: een aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. aan-huis-verbonden bedrijf: het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, gericht op consumentenverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk, waarvan de omvang dusdanig is dat de activiteit in een woning en/of daarbij behorende andere gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend. aan-huis-verbonden beroep: een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. achtergevel: een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loop aan de voorgevel.
blad 3 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
achtergevelrooilijn: de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd. indien er geen sprake is van een achterste grens van een bouwvlak dan wel geen bouwvlak is aangegeven: de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw - zonder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen - alsmede het verlengde daarvan. afhankelijke woonruimte: een bijgebouw bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar een gedeelte van de huishouden, zoals gehuisvest in die woning, uit een oogpunt van mantelzorg is ondergebracht. agrarisch bedrijf: een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren. agrarisch bedrijf, grondgebonden: een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde gronden in de directe omgeving van het bedrijf. bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. bedrijfsgebouw: een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf. bedrijfswoning/dienstwoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is. bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak. bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. bijgebouw: een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. bijzondere woonruimte: woonruimte waarin, al dan niet zelfstandige, woningen zijn opgenomen met gemeenschappelijke voorzieningen, zoals een bejaardenhuis, woonzorgcomplex of daarmee gelijk te stellen voorziening. boerderij of boerderijgebouw: één gebouw, dat bestaat uit één (hoofd)bouwmassa, waarbinnen zich de (voormalige) agrarische bedrijfswoning en de (voormalige) agrarische bedrijfsruimten bevinden.
blad 4 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
boerderijsplitsing: het opdelen, binnen de bestaande (hoofd)bouwmassa, van een boerderij(gebouw) in niet meer dan 2 woningen of een in de regels aangegeven ander maximum aantal woningen. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. bouwgrens: de grens van een bouwvlak. bouwmassa: een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw, dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen. bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond. dagrecreatie: recreatieve activiteit die plaats vindt binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang. dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling: bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperzaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en prostitutie. extensief recreatief medegebruik: een vorm van recreatief medegebruik die in hoofdzaak is gericht op natuur- en landschapsbeleving en die nauwelijks of geen invloed heeft op de in de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen gegeven doeleinden.
blad 5 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
eerste bouwlaag: de bouwlaag op de begane grond. escortbedrijf: de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend zoals escortservices en bemiddelingsbureaus. functie: doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan. galerie: ruimte voor het exposeren en verkopen van kunstwerken. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. geluidzoneringsplichtige inrichting: een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld. gestapelde bebouwing: bebouwing bestaande uit zich in één hoofdgebouw boven en naast elkaar bevindende zelfstandige woningen en/of bijzondere woonruimten. hoge (teelt)ondersteunende voorzieningen: teeltondersteunende voorzieningen, anders dan teeltondersteunende kassen, die in de regel hoger zijn dan 1,5 m. Hieronder worden in ieder geval verstaan: teeltbakken in stellingen of teelttafels, eventueel met regenkappen; plastic-/foliekassen, -tunnels en -regenkappen. hoofdfunctie: een functie waarvoor het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt. hoofdgebouw: een gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw op een bouwperceel kan worden aangemerkt. horeca: een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor consumptie ter plaatse worden verstrekt en/of waar bedrijfsmatig logies wordt verstrekt. horeca categorie 1: een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren ten behoeve van consumptie ter plaatse, alsmede het daaraan ondergeschikt verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, al dan niet in combinatie met het verstrekken van nachtverblijf en/of van zaalverhuur, zoals een (hotel-) restaurant, pannenkoekhuis, eetcafé en pizzeria, uitgezonderd een maaltijdafhaalcentrum.
blad 6 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
horeca categorie 2: een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide snacks, ijs en kleine maaltijden voor consumptie zowel ter plaatse als elders, met daaraan ondergeschikt het verstrekken van dranken, zoals een snackbar, cafetaria, lunchroom en ijssalon. horeca categorie 3: een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van overwegend alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet in combinatie met kleine etenswaren, zoals een café. horeca categorie 4: een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig bieden van gelegenheid tot dansen, al dan niet in combinatie met het verstrekken van alcoholhoudende en nietalcoholhoudende dranken, zoals een partycentrum, een café met dansvloer van enige omvang of een discotheek. houtteelt: de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet. hoveniersbedrijf: een bedrijf, dat primair gericht is op ontwerp, aanleg en onderhoud van tuinen en groenvoorzieningen elders. huishouden: een persoon of groep personen die een huishouding voert waarbij sprake is van continuïteit in de samenstelling en voor zover het een groep personen betreft van onderlinge verbondenheid. hydrologische waarde: gronden met een betekenis binnen het watersysteem van het plangebied als infiltratiegebied, intermediair gebied en/of kwelgebied; inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder: bedrijven en/of inrichtingen welke zijn genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Wet Milieubeheer. kampeermiddel: a een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan; b enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf. kantine: een gebouw of ruimte in een gebouw ten dienste van de op het perceel gelegen bestemming voor het nuttigen van maaltijden en overige consumpties door de gebruikers van de bestemming.
blad 7 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
kas: een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van onder andere vruchten, bloemen, groente of planten. kelder: een geheel ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorende bovengronds bouwwerk. kleinschalig kamperen: kleinschalige recreatieve activiteiten waarbij niet meer dan 25 kampeermiddelen aan de orde zijn. lichte bedrijvigheid: het op ambachtelijke wijze vervaardigen, herstellen, onderhouden of bewerken van producten en/of diensten in de vorm van bedrijven die voorkomen in de van deze planregels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten. maatschappelijke en culturele voorzieningen: educatieve, (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijsvoorzieningen, sportvoorzieningen, recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen. mantelzorg: het anders dan bedrijfsmatig bieden van zorg aan een of meer leden van een huishouden, die hulpbehoevend is, respectievelijk zijn, op het fysieke, psychische en/of sociale vlak. natuurwaarden: de aan een gebied toegekende waarden in verband met de aanwezige flora en/of fauna in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen). nevenactiviteit: activiteiten die in ruimtelijke opzicht ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie op een bouwperceel. NGE: Nederlandse Grootte Eenheid, een standaard eenheid voor de bepaling van de omvang van een agrarisch bedrijf zoals die gehanteerd word door het Landbouw Econmisch Instituut (LEI). ondergeschikte bouwdelen ondergeschikte delen aan een gebouw zoals, trappen, bordessen, funderingen, kelderingangen, overstekende daken, goten, luifels, balkons, balkonhekken, schoorstenen, liftopbouwen en andere ondergeschikte (dak)opbouwen. ondergeschikte detailhandel: beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen, die functioneel rechtstreeks verband houden met de bedrijfsactiviteiten.
blad 8 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
ondergeschikte functie: functie waarvoor maximaal 30% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt. onderkomen: een voor verblijf geschikt, als dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, als ook een tent. opslag (statisch): (binnen)opslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven, niet bestemd zijn voor handel en niet worden opgeslagen voor een elders gevestigd nietagrarisch bedrijf, zoals (seizoens)stalling van (antieke) auto’s, boten, caravans, campers en dergelijke. Milieubelastende en verkeersaantrekkende vormen van opslag zijn uitgesloten. overkapping: bouwwerken, geen gebouwen zijnde met één dakvlak en maximaal één gesloten wand. perceelsgrens: de grens van een perceel. plaatsgebonden risico: risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is. productiegebonden detailhandel: beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf dat die goederen vervaardigt/produceert, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie. prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding. publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis: een beroeps of bedrijfsactiviteit, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan. raamprostitutie: een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prostitué tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen. recreatief medegebruik: een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
blad 9 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
recreatieve voorziening: voorzieningen bedoeld voor recreatief gebruik zoals musea, sportterreinen, speeltuinen, hondenoefenterreinen, dierenparken, openluchttheaters en groepsaccommodaties; reëel agrarisch bedrijf: een agrarische bedrijf met een omvang, passend bij ten minste een halve tot een volledige arbeidskracht, met aannemelijk perspectief op volwaardigheid. rijbak: een onoverdekte voorziening bedoeld voor het berijden, africhten en laten bewegen van paarden. risicovolle inrichting: een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten. ruimtelijke kwaliteit: de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte. seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar. stacaravans: onderkomens, onder welke benaming ook aangeduid, die uitsluitend of in hoofdzaak dienen of kunnen dienen tot de woondag- of nachtverblijf van een of meer personen, en die door de aanwezigheid van een chassis, assenstelsel en wielen wel over een korte afstand naar een vaste standplaats kunnen worden verreden, doch niet bestemd zijn om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen als een aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook indien deze onderkomens wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt zijn om te worden verreden, worden zij aangemerkt als stacaravan. straatprostitutie: het door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken. stedenbouwkundig beeld: het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa’s bepaalde beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n). supermarkt: detailhandel in de vorm van een zelfbedieningszaak met een grote verscheidenheid aan hoofdzakelijk levensmiddelen.
blad 10 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
(teelt)ondersteunende kas: een teeltondersteunende voorziening, bestaande uit een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden. Hieronder vallen ook schuurkassen en permanente tunnel- of boogkassen (>1,5 meter). terras: een buiten een gebouw gelegen gebied, waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of etenswaren verstrekt. tijdelijke (teeltondersteunende) voorzieningen: teeltondersteunende voorzieningen die op dezelfde lokatie gebruikt kunnen worden zo lang de teelt dit vereist, met een maximum van 6 maanden. Deze tijdelijke voorzieningen hebben een directe relatie met het grondgebruik. Hieronder worden verstaan folies, insectengaas, acryldoek, wandelkappen, schaduwhallen, hagelnetten. uitbouw: de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. verblijfsrecreatie: het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij ten minste een nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen. verbrede landbouw: activiteiten bij een agrarisch bedrijf die voortvloeien uit de agrarische bedrijfsvoering en die ten dienste staan van het agrarische bedrijf zoals agro-toerisme, waaronder agrarisch natuurbeheer, bewerking en waardevermeerdering van ter plaats geproduceerde producten en zorgboerderijen. verkoopvloeroppervlakte (vvo): de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte binnen een gebouw, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank. volwaardig agrarisch bedrijf: een agrarisch bedrijf dat jaarrond een arbeidsbehoefte of -omvang heeft van tenminste één volledige arbeidskracht, met een daarbij passend jaarinkomen, en waarvan het behoud ook op langere termijn in voldoende mate en op duurzame wijze is verzekerd, dat wil zeggen in zowel bedrijfseconomisch opzicht als op milieuhygiënisch verantwoorde wijze. voorgevel: de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel. voorgevellijn: de lijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
blad 11 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
waterhuishoudkundige voorzieningen: voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, waaronder voorzieningen voor waterberging, aan- en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop. weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen. werk: een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde. woning: een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden. woonboerderij: een woning die bestaat uit een voormalig agrarische bedrijfswoning met de in de bouwmassa opgenomen voormalige agrarische bedrijfsruimten. woonunit: woonverblijf welke tijdelijk worden geplaatst onder andere ten behoeve van seizoensarbeiders. zaalverhuur: een inrichting ten behoeve van het al dan niet bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie, waarbij het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of het verstrekken van drank voor consumptie ter plaatse mogelijk is. zijstrook: de strook grond gelegen naast het hoofdgebouw, waarvan de breedte wordt bepaald door de afstand tussen de zijdelingse perceelsgrens en de zijgevel van het hoofdgebouw over de volledige diepte van het bouwperceel, behorende bij het hoofdgebouw.
blad 12 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 2 Wijze van meten Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: afstand tot de zijdelingse perceelsgrens: de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk. bebouwd oppervlak van een bouwperceel: de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen. bebouwingspercentage: het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming. bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil verticaal tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren. dakhelling: langs het dakvlak gemeten ten opzichte van het horizontale vlak. goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. peil: a b
blad 13 van 68
RO&E
voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte bouwterrein.
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
blad 14 van 68
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen; b verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen; c water en waterhuishoudkundige voorzieningen; d extensief recreatief medegebruik.
3.2
Bouwregels
3.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a per perceel van 2,5 ha zijn niet meer dan maximaal 5 agrarische hulpgebouwen, zoals melkstallen en schuilgelegenheden voor vee met een maximale oppervlakte van 20 m2 per gebouw en een bouwhoogte van niet meer dan 3 m toegestaan; b voor het overige zijn geen gebouwen toegestaan. 3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a de bouwhoogte van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen mag niet meer bedragen dan 3 m, waarbij geldt dat de oppervlakte niet meer dan 2,5 ha mag bedragen; b kuilvoerplaten en sleufsilo's zijn toegestaan indien er binnen het bestemmingsvlak van de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' geen ruimte is en deze worden gebouwd grenzend aan de bestemming 'Agrarisch Agrarisch Bedrijf' en de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m bedraagt; c bouwwerken voor rijbakken zijn toegestaan, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: 1 de rijbak wordt gesitueerd direct grenzend aan het bestemmingsvlak van de bestemmingen ‘Agrarisch- Agrarisch Bedrijf’, en ‘Wonen en Wonen - 1; 2 de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 800 m2; 3 de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 2 m, met uitzondering van lichtmasten waarvan de hoogte niet meer dan 12 m mag bedragen. 3.2.3 Ondergronds bouwen Op de gronden binnen deze bestemming mag niet ondergronds worden gebouwd.
blad 15 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
3.3
Wijzigingsbevoegdheid
3.3.1 Vormverandering bestemmingsvlak ‘Agrarisch - Agrarisch Bedrijf’ Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de vormverandering van het bestemmingsvlak ‘Agrarisch - Agrarisch Bedrijf’, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: a de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend kan worden toegepast gelijktijdig met de wijzigingsbevoegdheid binnen de bestemming ‘Agrarisch - Bedrijf’; b de totale oppervlakte van het bestemmingsvlak mag niet worden vergroot; c er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een erfbeplantingsplan. 3.3.2 Vergroting bestemmingsvlak ‘Agrarisch - Agrarisch Bedrijf’ Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de vergroting van het bestemmingsvlak ‘Agrarisch - Agrarisch Bedrijf’, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: a voor grondgebonden agrarische bedrijven geldt, naast de voorwaarden genoemd in sub e, dat vergroting van het bestemmingsvlak is toegestaan tot een maximum van 1,5 ha. Indien het bestaande bestemmingsvlak reeds meer bedraagt dan 1,5 ha mag dit bestemmingsvlak worden vergroot met maximaal 20%; b naast de hiervoor grond gebonden agrarisch bedrijven aangegeven voorwaarden, gelden in het algemeen de volgende voorwaarden: 1 de vergroting dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige agrarische bedrijfsontwikkeling van een reëel bedrijf; 2 de vergroting dient plaats te vinden aansluitend aan het bestaande bestemmingsvlak; 3 er sprake is van een voldoende landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een erfbeplantingsplan; 4 er mag geen sprake zijn van milieuhygiënische belemmeringen; 5 vooraf dient advies ingewonnen te worden bij de AAB.
blad 16 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 4
4.1
Agrarisch – Agrarisch Bedrijf
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch – Agrarisch Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a grondgebonden agrarische bedrijven waarbij niet meer dan één bedrijf aanwezig mag zijn per bestemmingsvlak; b glastuinbouw; ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw'; c één bedrijfswoning per bestemmingsvlak; d agrarische productiegebonden detailhandel, waarbij de totale gezamenlijke verkoopvloeroppervlakte per agrarisch bedrijf niet meer mag bedragen dan 100 m²; e recreatief nachtverblijf in de vorm van logies en ontbijt waarbij de totale gezamenlijke vloeroppervlakte per agrarisch bedrijf niet meer mag bedragen 2 dan 5 eenheden met in totaal een maximum oppervlakte van 500 m ; f kleinschalig kamperen met 25 kampeermiddelen, met uitzondering van stacaravans; g aan huis verbonden beroeps of bedrijf; h paden en wegen en parkeervoorzieningen; i water en waterhuishoudkundige voorzieningen; j groenvoorzieningen.
4.2
Bouwregels
4.2.1 Algemeen Voor het bouwen van bouwwerken gelden in het algemeen de volgende bepalingen: a per bestemmingsvlak is bebouwing ten behoeve van niet meer dan één agrarisch bedrijf toegestaan; b het bestemmingsvlak mag volledig worden bebouwd, met dien verstande dat de afstand tot de as van de weg waaraan wordt gebouwd niet minder mag bedragen dan 15 m; c gebouwen worden gebouwd in de zijdelingse perceelsgrenzen of op een afstand van tenminste 2 m van de zijdelingse perceelgrenzen; d er mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van reële agrarische bedrijven worden gebouwd. 4.2.2 Bedrijfsgebouwen Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen: a de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m; b de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 12 m; c de oppervlakte aan teeltondersteunende kassen bij bedrijven mag niet meer 2 bedragen dan 5.000 m , waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m. 4.2.3 Bedrijfswoningen Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen: a de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m3. b de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m; c de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m.
blad 17 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
4.2.4 Bijgebouwen bij bedrijfswoningen Voor het bouwen van bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen: a bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning te worden gebouwd bij inpandige bedrijfswoningen mogen de bijgebouwen niet voor de voorgevelrooilijn van het gebouw waarin de bedrijfswoning is opgenomen worden gebouwd; b de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 60 m²; c de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.; d de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m; e bij afbraak van een bestaand(e) vrijstaand(e) bijgebouw(en) met een oppervlakte van meer dan 80 m², mag het in 4.2.4 sub b genoemde oppervlakte worden verhoogd met 50% van het oppervlak van de te slopen vrijstaande bijgebouwen c.q. bijgebouw met dien verstande dat het in 4.2.4 sub b genoemde oppervlakte niet bij de berekening mag worden betrokken; het maximaal toegestane gezamenlijke oppervlak van de bijgebouwen na afbraak mag niet meer bedragen dan 100 m². 4.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a de bouwhoogte van terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat de hoogte vóór de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 m; b de hoogte van silo’s mag niet meer bedragen dan 15 m; c de goothoogte van mestsilo’s mag niet meer bedragen dan 5,5 m; d de bouwhoogte van mestsilo’s mag niet meer bedragen dan 7 m; 3 e de inhoud van mestsilo’s mag niet meer bedragen dan 2.500 m ; f de hoogte van sleufsilo’s mag niet meer bedragen dan 2,5 m; g de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m. 4.2.6 Ondergronds bouwen Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende bepalingen: a op plaatsen waar hoofd- en bijgebouwen zijn of gelijktijdig worden gebouwd mag eveneens ondergronds gebouwd worden, direct aansluitend mogen indanwel uitritten ten behoeve van de ondergrondse bouwwerken worden gebouwd; b de verticale diepte mag bij ondergronds bouwen niet meer bedragen dan 3,5 m;
blad 18 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
4.2.7 Bouwwerken ten behoeve van seizoensarbeiders Stacaravans en woonunits ten behoeve van de huisvesting van seizoensarbeiders zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden: a woonunits en/ of stacaravans zijn toegestaan gedurende maximaal 6 maanden per kalenderjaar; b de woonunits en/ of stacaravans dienen te worden gebruikt voor de huisvesting van personen, wier huisvesting daar ter plaatse gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is vanwege een tijdelijk grote arbeidsbehoefte; c de woonunits en/ of stacaravans dienen te worden geplaatst binnen het bestaande bestemmingsvlak; d per bestemmingsvlak zijn maximaal 5 woonunits toegestaan; e de oppervlakte van een woonunit mag maximaal 30 m² bedragen; f de bouwhoogte van een woonunit mag maximaal 3 m bedragen; g de nieuwe bedrijfswoning mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven. 4.3
specifieke gebruiksregels
Voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, gelden de volgende bepalingen: a de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 50 m²; b er dient minimaal 1 parkeerplaats per 12 m2 van de onder a genoemde gezamenlijke vloeroppervlakte te worden gerealiseerd op eigen terrein, met uitzondering van de gebieden die zijn opgenomen in de bijlage Overzichtskaart ‘Drunen’; c detailhandel is niet toegestaan; d de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
4.4 ontheffing van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 4.1 onder a voor verbrede landbouw en nevenactiviteiten, waarbij de volgende bepalingen gelden: a de agrarische functie op het perceel als hoofdfunctie aanwezig en herkenbaar blijft; b voor verbrede landbouw en nevenactiviteiten geldt dat de volgende functies bij het agrarische bedrijf zijn toegestaan: 1 agrarisch technisch hulpbedrijven, agrarische verwante bedrijven en niet aan het buitengebied gebonden bedrijven/functies tot een 2 maximum gezamenlijke oppervlakte van 400 m ; 2 zorgboerderijen, kinderboerderijen, sociale en educatieve voorzieningen tot een maximum gezamenlijke oppervlakte van 2 250 m ; 3 recreatieve doeleinden tot een maximum gezamenlijke oppervlakte van 500 m2; 4 ondergeschikte horeca is toegestaan bij de verbrede landbouw/nevenactiviteiten zoals genoemd in sub b onder 2, 3 en 4, waarbij de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 100 m²; c buiten opslag ten behoeve van de verbrede landbouw/nevenactiviteiten is niet toegestaan;
blad 19 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
d e
f
4.5
de in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast; de verbrede landbouw en/of nevenactiviteit mag geen publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben, waarbij de parkeerplaatsen gerealiseerd moeten worden op eigen terrein; de verbrede landbouw en/of nevenactiviteit mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven.
Wijzigingsbevoegdheid
4.5.1 Vormverandering bestemmingsvlak 'Agrarisch – Agrarisch Bedrijf' Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de aan deze bestemming grenzende bestemming 'Agrarisch' ten behoeve van de vormverandering van het bestemmingsvlak van deze bestemming, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: a de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend kan worden toegepast gelijktijdig met de wijzigingsbevoegdheid binnen de aangrenzende bestemming(en); b de totale oppervlakte van het bestemmingsvlak mag niet worden vergroot; c de in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast; d er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een erfbeplantingsplan.
blad 20 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
4.5.2 Wijzigen naar bestemming 'Wonen' Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor zover het de voormalige agrarische bedrijfswoning betreft en indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a wijziging vindt gelijktijdig plaats met wijziging van de overige gronden naar de bestemming Agrarisch, waarbij deze worden bestemd overeenkomstig de genoemde aangrenzende bestemmingen; b het agrarisch bedrijf ter plaatse dient te zijn beëindigd; c het totaal aantal woningen mag ten opzichte van de ten tijde van het wijzigingsbesluit bestaande situatie niet worden vergroot, tenzij het past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma en de provinciale bevolkings- en woningbehoefteprognose; d de oppervlakte bijgebouwen bij de woning dient door sloop van overtollige bebouwing teruggebracht te worden tot 100 m², waarbij cultuurhistorisch waardevolle gebouwen gehandhaafd dienen te blijven. Tenzij toepassing wordt gegeven aan de regeling in lid i; e de vestiging van de nieuwe woning mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven; f voldaan dient te worden aan de eisen die gelden ingevolge de Wet geluidhinder; g de nieuwe woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat; h de in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast; i bij sloop van voormalige bedrijfsbebouwing mag, ofwel 10% van de oppervlakte van de voormalige bedrijfsgebouwen worden toegevoegd aan de oppervlakte van de woning tot een maximum van 850 m³, ofwel 10% van de oppervlakte van de voormalige bedrijfsgebouwen worden toegevoegd aan de oppervlakte aan bijgebouwen tot een maximum van 200 m². j de woning mag niet zijn gelegen binnen de veiligheidszone van een inrichting in de zinvan het BEVI; k de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing mogen niet onevenredig worden aangetast.
blad 21 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
4.5.3 Wijziging ten behoeve van recreatieve voorzieningen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch' met de aanduiding recreatie ten behoeve van recreatieve voorzieningen in de vorm van dag-/verblijfsrecreatie indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a de oppervlakte aan recreatieve voorzieningen per vrijgekomen agrarische bedrijfslocatie dient door sloop van overtollige bebouwing teruggebracht te worden tot 500 m², waarbij cultuurhistorische waardevolle gebouwen gehandhaafd dienen te blijven; b ondergeschikte horeca is toegestaan tot een maximale oppervlakte van 100 m²; c de in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast; d de vestiging van recreatieve voorzieningen mag geen publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben; e de vestiging van de recreatieve voorzieningen mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven. 4.5.4 Wijziging ten behoeve van opslag Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Bedrijf’ ten behoeve van de opslag van goederen indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a de opslag dient zich te beperken tot statische opslag in bestaande gebouwen waarbij buitenopslag niet is toegestaan; b hergebruik van de gronden ten behoeve van agrarische doeleinden redelijkerwijs niet langer mogelijk is; c de gezamenlijke oppervlakte voor opslag per vrijgekomen agrarische , bedrijfslocatie mag niet meer bedragen dan 1.000 m² waarbij opslag in kassen niet is toegestaan; d opslag is niet toegestaan op locaties grenzend aan de bestemmingen ‘Natuur'; e de in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast; f opslag ten behoeve van een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf is niet toegestaan; g de opslag mag geen publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben; h detailhandel is niet toegestaan. 4.5.5 Wijziging ten behoeve van maatschappelijke zorgvoorzieningen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Maatschappelijk' ten behoeve van maatschappelijke zorgvoorzieningen indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a de oppervlakte aan zorgvoorzieningen per vrijgekomen agrarische bedrijfslocatie dient door sloop van overtollige bebouwing teruggebracht te worden tot 250 m². waarbij cultuurhistorische waardevolle gebouwen gehandhaafd dienen te blijven; b de in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast; c de vestiging van zorgvoorzieningen mag geen publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben; d de vestiging van de zorgvoorzieningen mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelings-mogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven.
blad 22 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 5 Bedrijf 5.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) onder de categorie A, met uitzondering van: 1 geluidzoneringsplichtige inrichtingen; 2 risicovolle inrichtingen. b een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder vulpunt lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg’; c bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’; d reparatie- en servicebedrijf in auto-onderdelen en accessoires, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - reparatie- en servicebedrijf in auto-onderdelen en accessoires' e wegenbouwbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifiek vorm van bedrijf - wegenbouwbedrijf'; f groothandel in bedrijfskleding, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in bedrijfskleding'; g een autoplaatwerkerij en autospuitinrichting, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autoplaatwerkerij en autospuitinrichting'; h een lasinrichting en bankwerkerij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifiek vorm van bedrijf - lasinrichting en bankwerkerij'; i opslag zoals genoemd in bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) onder de categorie A dan wel B met uitzondering van: 1 geluidzoneringsplichtige inrichtingen; 2 risicovolle inrichtingen. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag'; j nutsvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding ‘nutsvoorziening’; k parkeervoorzieningen; l tuinen, erven en verhardingen; m groenvoorzieningen; n water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels 5.2.1 Algemeen Voor het bouwen van bouwwerken geldt dat het bouwvlak volledig bebouwd mag worden, tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’ een ander maximum bebouwingspercentage is aangegeven. 5.2.2 Bedrijfsgebouwen Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen: a gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangeduide bouwvlak worden gebouwd; b de voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn dan wel op een afstand van niet meer dan 3 m daarachter; c de goothoogte mag niet meer bedragen dan 7 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte’ een andere maximum goothoogte is aangegeven;
blad 23 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
d
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11 m tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte’ een andere maximum bouwhoogte is aangegeven.
5.2.3 Bedrijfswoningen Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen: a bedrijfswoningen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ en wel ten hoogste één bedrijfswoning per bedrijf; b de voorgevel van de bedrijfswoning moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn dan wel op een afstand van maximaal 3 m daarachter; c voor bedrijfswoningen die vrij staan van de bedrijfsbebouwing gelden de volgende bepalingen: 1. de afstand tot één zijdelingse perceelgrens mag niet minder bedragen dan 3 m; 2. de breedte van de woning mag niet meer bedragen dan 15 m; 3. de diepte van de woning mag niet meer bedragen dan 15 m; 4. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 7 m; 5. de bouwhoogte niet meer dan bedragen 10 m. d voor bedrijfswoningen die zijn opgenomen in de bedrijfsbebouwing gelden de volgende bepalingen: 1. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 600 m3. 2. de goothoogte zoals toegestaan voor bedrijfsgebouwen, mag niet worden overschreden. 3. de bouwhoogte zoals toegestaan voor bedrijfsgebouwen, mag niet worden overschreden. 5.2.4 Bijgebouwen bij bedrijfswoningen Voor het bouwen van bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen: a bijgebouwen dienen op een afstand van tenminste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd; b de maximale gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 100 m²; c de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m; d de bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 6 m. 5.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen: a bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m; c de bouwhoogte van antennes en reclamemasten mag niet meer bedragen dan 15 m; d de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m; e de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m. 5.2.6 Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen: a de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m²; b de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.
blad 24 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
5.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is: a voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld; b ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; c ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid; d ter voorkoming dat bebouwing gelegen is binnen de veiligheidszone van een inrichting in de zin van het BEVI; e ter voorkoming dat bebouwing onevenredige belemmeringen oplevert voor de bedrijfsvoering van en/of ontwikkelingsmogelijkheden van de in de omgeving liggende inrichtingen in de zin van het BEVI/bedrijven. 5.4 Ontheffing van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 5.2.1 ten behoeve van de overschrijding van het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding ‘verkooppunt motorbrandstoffen voor motorbrandstoffen’ ten behoeve van de bouw van een luifel, met dien verstande dat: 1 de oppervlakte van de luifel mag niet meer bedragen dan 150 m²; 2 de bouwhoogte van de luifel mag niet meer bedragen dan 6 m; 3 de luifel uit oogpunt van verkeersveiligheid aanvaardbaar is. 5.5 Ontheffing van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 5.1 sub a ten behoeve van bedrijven welke niet voorkomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten, met dien verstande, dat deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de toegelaten milieucategorieën A. 5.6 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Bedrijf’ te wijzigen in de bestemming 'Wonen' indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a het bedrijf dient ter plaatse te zijn beëindigd, dan wel het bedrijf wordt beëindigd; b het totaal aantal woningen mag ten opzichte van de ten tijde van het wijzigingsbesluit bestaande situatie niet worden vergroot, tenzij het past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma en de provinciale bevolkingsen woningbehoefteprognose; c de oppervlakte bijgebouwen bij de woning dient door sloop van overtollige bebouwing teruggebracht te worden tot 100 m², waarbij cultuurhistorisch waardevolle gebouwen gehandhaafd dienen te blijven, tenzij toepassing wordt gegeven aan de regeling in lid h; d de vestiging van de nieuwe woning mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven; e voldaan dient te worden aan de eisen die gelden ingevolge de Wet geluidhinder; f de nieuwe woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat; g de in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast; h bij sloop van voormalige bedrijfsbebouwing mag, ofwel 10% van de oppervlakte van de voormalige bedrijfsgebouwen worden toegevoegd aan de
blad 25 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
i j
blad 26 van 68
RO&E
oppervlakte van de woning tot een maximum van 850 m³, ofwel 10% van de oppervlakte van de voormalige bedrijfsgebouwen worden toegevoegd aan de oppervlakte aan bijgebouwen tot een maximum van 200 m²; de woning mag niet zijn gelegen binnen de veiligheidszone van een inrichting in de zin van het BEVI; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing mogen niet onevenredig worden aangetast.
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 6 Centrum 6.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Centrum’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a detailhandel uitsluitend op de begane grond; b bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) onder de categorie A danwel B, met uitzondering van: 1 geluidzoneringsplichtige inrichtingen; 2 risicovolle inrichtingen. c maatschappelijke voorzieningen met bedrijfsactiviteiten, die zijn genoemd in bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) onder de categorie A dan wel B; d horeca; e kantoren; f maatschappelijke voorzieningen; g dienstverlening uitsluitend op de begane grond; h nutsvoorzieningen; i wonen; j tuinen, erven en verhardingen; k terrassen; l supermarkt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘supermarkt’; m voorzieningen voor verkeer en verblijf; n parkeervoorzieningen; o groenvoorzieningen; p water en waterhuishoudkundige voorzieningen; alsmede voor: q de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - gemeentelijke monument’ aangegeven gebouwen. 6.2 Bouwregels 6.2.1 Algemeen Voor het bouwen van bouwwerken geldt dat het bouwvlak volledig mag worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een ander maximum bebouwingspercentage is aangegeven.
blad 27 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
6.2.2 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het aangeduide bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat de voorgevelrooilijn uitsluitend mag worden overschreden met een erker, balkon of luifel; onder de volgende voorwaarden: 1 de overschrijding mag niet meer bedragen dan 1,5 m; 2 de afstand tot de openbare weg mag niet minder bedragen dan 2 m; b de voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn; c de goothoogte mag niet meer bedragen dan 7 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte (m)’ een andere maximum goothoogte is aangegeven; d de bouwhoogte mag niet meer bedragen 11 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ een andere maximale bouwhoogte is aangegeven; e ter plaatse van de bouwaanduiding 'nokinrichting' mogen hoofdgebouwen uitsluitend worden gebouwd met de nok noord-zuid georiënteerd. 6.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen gelden de volgende bepalingen: a aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend op een afstand van tenminste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw worden gebouwd; c de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor zover gesitueerd buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 60 m²; d voor zover de oppervlakte van de strook grond achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw meer bedraagt dan 300 m2 mag de onder c geregelde gezamenlijke oppervlakte worden vermeerderd met 10% van deze overmaat tot in totaal maximaal 150 m²; e de gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mogen voor maximaal 50% worden bebouwd; f bij vrijstaande hoofdgebouwen dient één der zijstroken vrij van aan- en uitbouwen en bijgebouwen te blijven tot de lijn evenwijdig aan en op een afstand van 25 m achter de voorgevellijn; g de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m; h de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m. 6.2.4 Aan- en uitbouwen bij andere gebouwen dan woningen Voor het bouwen van uit- en aanbouwen en bijgebouwen bij andere gebouwen dan woningen gelden de volgende bepalingen: a aan- en uitbouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend op een afstand van tenminste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw worden gebouwd; c de gronden van het bouwperceel voor zover gelegen achter de achtergevelrooilijn mogen voor maximaal 75% worden bebouwd; d de goothoogte van uit- en aanbouwen mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane-grondlaag van het hoofdgebouw.
blad 28 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
6.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen: a de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer mag bedragen dan 1 m; b de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m. 6.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is: a voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld; b ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; c ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid; d voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding ’ specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument’.
blad 29 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 7 Gemengd
7.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a bedrijvenactiviteiten die zijn genoemd in bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) onder de milieucategorie A, met uitzondering van: 1 geluidzoneringsplichtige inrichtingen; 2 risicovolle inrichtingen; b maatschappelijke voorzieningen met bedrijfsactiviteiten, die zijn genoemd in bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) onder de categorie B, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijke - categorie B'; c detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’; d supermarkt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘supermarkt’; e horeca t/m categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘horeca t/m categorie 2'; f horeca t/m categorie 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘horeca t/m categorie 3'; g horeca t/m categorie 4, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘horeca t/m categorie 4'; h orthopedische schoenmakerij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - orthopedische schoenmakerij; i schoenmakerij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - schoenmakerij'; j dienstverlening; k kantoren; l maatschappelijke voorzieningen; m wonen met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' een bedrijfswoning niet is toegestaan; n nutsvoorzieningen; o tuinen, erven en verhardingen; p terrassen; q voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder begrepen ontsluitingswegen, langzaamverkeerroutes, parkeervoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van bevoorrading; r groenvoorzieningen; s water en waterhuishoudkundige voorzieningen; t de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - gemeentelijke monument’ aangegeven gebouwen. 7.2 Bouwregels 7.2.1 Algemeen Voor het bouwen van bouwwerken geldt dat het bebouwingsvlak volledig mag worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’ een ander maximum bebouwingspercentage is aangegeven.
blad 30 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
7.2.2 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het aangeduide bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat de voorgevelrooilijn uitsluitend mag worden overschreden met een erker, balkon of luifel, onder de volgende voorwaarden: 1 de overschrijding mag niet meer bedragen dan 1,5 m; 2 de afstand tot de bestemming ‘Verkeer’ of ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ mag niet minder bedragen dan 2 m; 3 de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw; 4 de breedte van een erker mag niet meer bedragen dan 66% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw; b de voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn dan wel op een afstand van niet meer dan 3 m daarachter; c de goothoogte mag niet meer bedragen dan 7 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte’ een andere maximale goothoogte is aangegeven; d de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte’ een andere maximale bouwhoogte is aangegeven; e ter plaatse van de bouwaanduiding 'nokinrichting' mogen hoofdgebouwen uitsluitend worden gebouwd met de nok noord-zuid georiënteerd.
7.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen gelden de volgende bepalingen: a aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van tenminste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd; c de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor zover gesitueerd buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 60 m²; d voor zover de oppervlakte van de strook grond achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw meer bedraagt dan 300 m² mag de onder c geregelde gezamenlijke oppervlakte worden vermeerderd met 10% van deze overmaat tot in totaal maximaal 150 m²; e de gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mogen voor maximaal 50% worden bebouwd; f bij vrijstaande hoofdgebouwen dient één der zijstroken vrij van aan- en uitbouwen en bijgebouwen te blijven tot de lijn evenwijdig aan en op een afstand van 25 m achter de voorgevellijn; g de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m; h de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.
7.2.4 Aan- en uitbouwen bij andere gebouwen dan woningen Voor het bouwen van uit- en aanbouwen en bijgebouwen bij andere gebouwen dan woningen gelden de volgende bepalingen: a aan- en uitbouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van tenminste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
blad 31 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
c d
de gronden van het bouwperceel voor zover gelegen achter de achtergevelrooilijn mogen voor maximaal 75% worden bebouwd; de goothoogte van uit- en aanbouwen mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane-grondlaag van het hoofdgebouw.
7.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer mag bedragen dan 1 m; c de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m. 7.2.6 Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen: a de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m²; b de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.
7.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is: a voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld; b ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; c ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid; d ter voorkoming dat bebouwing gelegen is binnen de veiligheidszone van een inrichting in de zin van het BEVI; e ter voorkoming dat bebouwing onevenredige belemmeringen oplevert voor de bedrijfsvoering van en/of ontwikkelingsmogelijkheden van de in de omgeving liggende inrichtingen in de zin van het BEVI/bedrijven; f voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding ’specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument’.
blad 32 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 8 Groen
8.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a groenvoorzieningen; b ondergrondse afvalvoorzieningen; c bermen en beplantingen; d speelvoorzieningen; e water en waterhuishoudkundige voorzieningen; f voorzieningen voor langzaam verkeer; g geluidwerende voorzieningen; h nutsvoorzieningen.
8.2 Bouwregels 8.2.1 Gebouwen Op of in deze gronden mogen gebouwen worden gebouwd, uitsluitend ten behoeve van nutsvoorzieningen. Voor deze gebouwen gelden de volgende bepalingen: 2 a de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m ; b de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m. 8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a de maximale bouwhoogte voor lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m; b de maximale bouwhoogte voor geluidwerende voorzieningen mag niet meer bedragen dan blijkens akoestisch onderzoek noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan de normen van de Wet geluidhinder; c bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
blad 33 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 9 Maatschappelijk 9.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a maatschappelijke en culturele voorzieningen; b bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’; c bij maatschappelijke instellingen behorende zorg- en aanleunwoningen, voor zover aanwezig op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan; d tuinen, erven en verhardingen; e water en waterhuishoudkundige voorzieningen; f voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder begrepen ontsluitingswegen, langzaamverkeerroutes, parkeervoorzieningen en speelvoorzieningen; g groenvoorzieningen. 9.2 Bouwregels 9.2.1 Algemeen Voor het bouwen van bouwwerken geldt dat het bouwvlak volledig mag worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage (%)’ een ander maximum bebouwingspercentage is aangegeven. 9.2.2 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangeduide bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat de voorgevelrooilijn uitsluitend mag worden overschreden met een erker, balkon of luifel, onder de volgende voorwaarden: 1 de overschrijding mag niet meer bedragen dan 1,5 m; 2 de afstand tot de bestemming ‘Verkeer’ of ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ mag niet minder bedragen dan 2 m; 3 de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw; 4 de breedte van een erker mag niet meer bedragen dan 66% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw; b de voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn dan wel op een afstand van niet meer dan 3 m daarachter; c de goothoogte mag niet meer bedragen dan 7 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte (m)’ een andere maximale goothoogte is aangegeven; d de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11 m tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ een andere bouwhoogte is aangegeven. 9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m; c de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
blad 34 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
9.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is: a voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld; b ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; c ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid; d ter voorkoming dat bebouwing gelegen is binnen de veiligheidszone van een inrichting in de zin van het BEVI; e ter voorkoming dat bebouwing onevenredige belemmeringen oplevert voor de bedrijfsvoering van en/of ontwikkelingsmogelijkheden van de in de omgeving liggende inrichtingen in de zin van het BEVI/bedrijven.
blad 35 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 10
Natuur
10.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuur- en landschapselementen; b een dijklichaam en aangrenzende dijktaluds; c verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen; d water en waterhuishoudkundige voorzieningen; e ondergeschikt extensief recreatief medegebruik; f behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschaps- en natuurwaarden; 10.2 Bouwregels 10.2.1 Algemeen Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van het op de dijk gelegen fietspad, worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m. 10.2.2 Ondergronds bouwen Op de gronden binnen deze bestemming mag niet ondergronds worden gebouwd. 10.3 Aanlegvergunning 10.3.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a in het algemeen: 1 het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer 2 dan 100 m per perceel of met meer dan 0.40 m wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd; 2 het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0.40 m onder maaiveld; 3 het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen in de bodem; 4 het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten, of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels; 5 het verlagen van de waterstand anders dan door sloten/greppels of drainage m.u.v. grondwateronttrekkingen; 6 het vellen of rooien van bos en/of het verwijderen van houtopstanden; 7 het verwijderen van natuur- en landschapselementen die ten tijde van het van kracht worden van het plan aanwezig waren; 8 het verwijderen van perceelsindelingen, paden en onverharde wegen; 8 het aanleggen en/of verharden van wegen of paden, dan wel aanbrengen van andere niet omkeerbare oppervlakteverhardingen groter dan 100 m² per perceel; 10 het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport,-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; 11 het toepassen van meststoffen, bestrijdingsmiddelen, groeistoffen en stoorstoffen.
blad 36 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
10.3.2 Uitzonderingen Het in lid 10.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werk-zaamheden welke: a het normale onderhoud en/of gebruik betreffen; b reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 10.3.3 Toelaatbaarheid a De in lid 10.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden. b Alvorens te beslissen over het verlenen van een aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij het waterschap, voor zover de afweging mede betrekking heeft op hydrologische waardevolle gebieden.
blad 37 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 11 Sport 11.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Sport’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a gebouwen ten behoeve van sportdoeleinden met bijbehorende voorzieningen zoals clubgebouw, kantine en kleedkamers; b erven en verhardingen; c voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder begrepen ontsluitingswegen, langzaamverkeerroutes, parkeervoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van bevoorrading; d groenvoorzieningen; e water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
11.2 Bouwregels 11.2.1 Algemeen Voor het bouwen van bouwwerken geldt dat het bouwvlak geheel mag worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’ een ander maximaal bebouwingspercentage is aangegeven. 11.2.2 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangeduide bouwvlak worden gebouw met dien verstande dat de voorgevelrooilijn mag uitsluitend worden overschreden met een luifel, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: 1 de overschrijding mag niet meer bedragen dan 1,5 m; 2 de afstand tot de bestemming ‘Verkeer’ of ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ mag niet minder bedragen dan 3 m; 3 de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw; b de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 7 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte (m)’ een andere maximale goothoogte is aangegeven. c de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 11 m tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ een andere maximale bouwhoogte is aangegeven. 11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m; c de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
blad 38 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 12 Tuin
12.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a tuinen, erven en verhardingen; b water en waterhuishoudkundige voorzieningen. 12.2 Bouwregels 12.2.1 Gebouwen Op of in deze gronden mogen als gebouwen uitsluitend erkers, balkons of luifels en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, aan een hoofdgebouw in de aangrenzende bestemming worden gebouwd. Voor deze gebouwen gelden de volgende voorwaarden: a de diepte mag niet meer bedragen dan 1,5 m; b de afstand tot de bestemmingsgrens van de bestemming ‘Verkeer’ of ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ mag niet minder bedragen dan 3 m; c de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw; d de breedte van een erker mag niet meer bedragen dan 66% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw. 12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m. b met betrekking tot overkappingen gelden de volgende bepalingen: 1 de bebouwde oppervlakte aan overkappingen mag niet meer bedragen dan 30 m2; 2 de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 3 m; 3 de afstand tot de bestemmingsgrens van de bestemming ‘Verkeer’ of ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ mag niet minder bedragen dan 3 m; c de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.
blad 39 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 13 Verkeer
13.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a gebiedsontsluitingswegen; b erftoegangswegen; c fiets- en voetpaden; d parkeervoorzieningen; e groenvoorzieningen; f geluidwerende voorzieningen; g nutsvoorzieningen; h straatmeubilair; i standplaatsen; j water en waterhuishoudkundige voorzieningen. 13.2 Bouwregels 13.2.1 Gebouwen Op of in deze gronden mogen gebouwen worden gebouwd, uitsluitend ten behoeve van nutsvoorzieningen. Voor deze gebouwen gelden de volgende bepalingen: 2 a de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m ; b de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m. 13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a de bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 12 m; b de bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 4 m; c de bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 12 m; d de maximale bouwhoogte voor geluidwerende voorzieningen mag niet meer bedragen dan blijkens akoestisch onderzoek noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan de normen van de Wet geluidhinder; e de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
blad 40 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 14 Verkeer – verblijfsgebied
14.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Verkeer - verblijfsgebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a gebiedsontsluitingswegen; b erftoegangswegen; c (ondergrondse) afvalvoorzieningen; d fiets- en voetpaden; e (ondergrondse) parkeervoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'; f parkeervoorzieningen; g groenvoorzieningen; h speelvoorzieningen; i straatmeubilair; j standplaatsen; k nutsvoorzieningen; l water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
14.2 Bouwregels 14.2.1 Gebouwen Voor gebouwen gelden de volgende bepalingen: a ter plaatse van de aanduiding ‘garage’ mogen uitsluitend garageboxen worden gebouwd, daarbij zijn de volgende bepalingen van toepassing: 1 garageboxen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het aangeduide bouwvlak; 2 de oppervlakte van een garagebox mag niet meer bedragen dan 2 20 m ; 3 de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m; b voor nutsvoorzieningen zijn de volgende bepalingen van toepassing: 2 1 de oppervlakte mag niet meer dan 20 m bedragen; 2 de bouwhoogte mag niet meer dan 4 m bedragen; c gebouwen anders dan toegelaten onder a en b, zijn niet toegestaan. 14.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a de bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 12 m; b de bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 4 m; c de bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 12 m; d de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
blad 41 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 15 Water
15.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen; b groenvoorzieningen; c voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder bruggen, duikers en gelijksoortige voorzieningen. 15.2 Bouwregels Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m. 15.3 Aanlegvergunning 15.3.1 Aanlegvergunning Het is verboden op de gronden met de bestemming ‘Water’ zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a het ophogen, verlagen, afgraven of egaliseren van de bodem; b het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van oppervlakte verhardingen; c werken of werkzaamheden, welke wijziging van de waterhuishouding beogen of ten gevolge hebben conform de keur van het beherende waterschap; d het vellen of rooien van houtopstanden; e het bebossen van gronden welke op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan niet als bos konden worden aangemerkt. 15.3.2 Uitzonderingen Het in lid 15.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming; b reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan. 15.3.3 Toelaatbaarheid De in lid 15.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend: a indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterstaatkundige doeleinden; b nadat burgemeester en wethouders advies hebben ingewonnen bij de beheerder van de waterloop c.q. waterhuishoudkundige voorziening.
blad 42 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 16 Wonen
16.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a wonen; b aan-huis-verbonden beroep of bedrijf; c tuinen, erven en verhardingen; d (ondergrondse) parkeervoorzieningen; e garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘garage’; f water en waterhuishoudkundige voorzieningen; g de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument’ aangegeven gebouwen; h de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding - rijksmonument’ aangegeven gebouwen.
16.2 Bouwregels 16.2.1 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b de voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn; c de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 7 m d de bouwhoogte niet meer dan 11 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte (m)' respectievelijk 'maximale bouwhoogte (m)' een andere goothoogte respectievelijk bouwhoogte is aangegeven; e ter plaatse van de aanduiding 'nokinrichting' mogen hoofdgebouwen uitsluitend worden gebouwd met de nok noord-zuid georiënteerd; f ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeernorm' wordt een bouwvergunning voor het bouwen van een hoofdgebouw slechts verleend, indien vaststaat dat minimaal 1,5 parkeerplaats wordt gerealiseerd. 16.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen: a aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor zover gesitueerd buiten het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan 60 m²; c voor zover de oppervlakte van de strook grond achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw meer bedraagt dan 300 m2 mag de onder b geregelde gezamenlijke oppervlakte worden vermeerderd met 10% van deze overmaat tot in totaal maximaal 150 m²; d de gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mogen voor maximaal 50% worden bebouwd; e bij vrijstaande hoofdgebouwen dient één der zijstroken vrij van aan- en uitbouwen en bijgebouwen te blijven tot de lijn evenwijdig aan en op een afstand van 25 m achter de voorgevellijn; f de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m; g de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m; h de oppervlakte van een garagebox mag niet meer bedragen dan 20 m²; i de bouwhoogte van een garagebox mag niet meer bedragen dan 3 m.
blad 43 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
16.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd binnen en buiten het bouwvlak. b de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer mag bedragen dan 1 m; c de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m. 16.2.4 gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen: a de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m²; b de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m. 16.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is: a voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld; b ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; c ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid; d voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - rijksmonument’; e ter voorkoming dat bebouwing gelegen is binnen de veiligheidszone van een inrichting in de zin van het BEVI; f ter voorkoming dat bebouwing onevenredige belemmeringen oplevert voor de bedrijfsvoering van en/of ontwikkelingsmogelijkheden van de in de omgeving liggende inrichtingen in de zin van het BEVI/bedrijven; g ter voorkoming dat bebouwing de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en inrichtingen, woningen en bouwwerken onevenredig aantast. 16.4 Ontheffing van de bouwregels Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - goothoogte' ontheffing ter verlenen ten behoeve van een grotere goothoogte tot een maximum van 15 m.
blad 44 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
16.4 Specifieke gebruiksregels Voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, gelden de volgende bepalingen: a de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 50 m²; b er dient minimaal 1 parkeerplaats per 12 m² van de onder a genoemde gezamenlijke vloeroppervlakte te worden gerealiseerd op eigen terrein met uitzondering van de gebieden die zijn opgenomen in de bijlage Overzichtskaart ‘Parkeren Drunen’; c detailhandel is niet toegestaan; d de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
blad 45 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 17 Wonen - 1
17.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Wonen - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a wonen; b aan-huis-verbonden beroepen of bedrijf; c groenvoorzieningen; d speelvoorzieningen; e water en waterhuishoudkundige voorzieningen; f tuinen, erven en verhardingen; 17.2 Bouwregels 17.2.1 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a het aantal wooneenheden mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven; b het spitsen van wooneenheden is niet toegestaan c de voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn; d hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd op de volgende wijze; 1 ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' mogen uitsluitend aaneengebouwde hoofdgebouwen worden gebouwd; 2 ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' mogen vrijstaande of halfvrijstaande hoofdgebouwen worden gebouwd; e voor het bouwen van vrijstaande of halfvrijstaande hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: 1 de diepte van hoofdgebouwen inclusief aan en uitbouwen en aangebouwde bij gebouwen mag niet meer bedragen dan 15 m; 2 de breedte van hoofdgebouwen inclusief aan en uitbouwen en aangebouwde bij gebouwen mag niet meer bedragen dan 15 m; 3 de afstand tot de niet aan de weg gelegen perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 3 m, met dien verstande dat bij halfvrijstaande woningen de afstand van 3 m niet van toepassingen is voor de zijdelingse perceelsgrens waarin de woningen aaneen zijn gebouwd; 4 een bouwvergunning voor het bouwen van een hoofdgebouw wordt slechts verleend, indien vaststaat dat minimaal 1,8 parkeerplaats wordt gerealiseerd, waarvan mimimaal 1 op eigen terrein; e voor het bouwen van aaneengebouwde hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: 1 de diepte van hoofdgebouwen inclusief aan en uitbouwen en aangebouwde bij gebouwen mag niet meer bedragen dan 15 m; 2 de breedte van hoofdgebouwen inclusief aan en uitbouwen en aangebouwde bij gebouwen mag niet meer bedragen dan 15 m; 3 de afstand tot de niet aan de weg gelegen perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 3 m, met dien verstande dat bij tussenwoningen de afstand van 3 m niet van toepassingen is voor de zijdelingse perceelsgrens waarin de woningen aaneen zijn gesitueerd;
blad 46 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
4
f
een bouwvergunning voor het bouwen van een hoofdgebouw wordt slechts verleend, indien vaststaat dat per woning minimaal 1,8 parkeerplaats wordt gerealiseerd, op eigen terrein of in de openbare ruimte; de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 7 m en de bouwhoogte niet meer bedragen dan 11 m van tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte (m)’ respectievelijk 'maximale bouwhoogte (m)' een andere goothoogte respectievelijk bouwhoogte is aangegeven.
17.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen: a aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor zover gesitueerd buiten het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan 60 m²; c voor zover de oppervlakte van de strook grond achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw meer bedraagt dan 300 m2 mag de onder b geregelde gezamenlijke oppervlakte worden vermeerderd met 10% van deze overmaat tot in totaal maximaal 150 m²; d de gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mogen voor maximaal 50% worden bebouwd; e bij vrijstaande hoofdgebouwen dient één der zijstroken vrij van aan- en uitbouwen en bijgebouwen te blijven tot de lijn evenwijdig aan en op een afstand van 25 m achter de voorgevellijn; f de situering van bijgebouwen dient plaats te vinden ten minste 3 m achter de voorgevelrooijlijn; g de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m; h de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m. 17.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen: a bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd binnen en buiten het bouwvlak; b de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer mag bedragen dan 1 m; c de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m. 17.2.4 gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen: a de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m²; b de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.
blad 47 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
17.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is: a voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld; b ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; c ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid; d ter voorkoming dat bebouwing gelegen is binnen de veiligheidszone van een inrichting in de zin van het BEVI; e ter voorkoming dat bebouwing onevenredige belemmeringen oplevert voor de bedrijfsvoering van en/of ontwikkelingsmogelijkheden van de in de omgeving liggende inrichtingen in de zin van het BEVI/bedrijven; f ter voorkoming dat bebouwing de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en inrichtingen, woningen en bouwwerken onevenredig aantast. 17.4 Specifieke gebruiksregels Binnen de bestemming ‘Wonen 1’ is de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn: a de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 50 m²; b er dient minimaal 1 parkeerplaats per 12 m² van de onder a genoemde gezamenlijke vloeroppervlakte te worden gerealiseerd op eigen terrein met uitzondering van de gebieden die zijn opgenomen in de bijlage Overzichtskaart ‘Parkeren Drunen’; c detailhandel is niet toegestaan; d de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
blad 48 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 18 Leiding - Riool
18.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Leiding - Riool’ aangewezen gronden zijn naast de overige daaraan gegeven bestemmingen primair bestemd voor de volgende doeleinden: a de aanleg, instandhouding en/of bescherming van ondergrondse afvalwatertransportleidingen; b groenvoorzieningen.
18.2 Bouwregels In afwijking van hetgeen elders in deze planregels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend worden gebouwd: a bouwwerken tot een maximale bouwhoogte van 3 m voor de aanleg en instandhouding van de ondergrondse afvalwatertransportleidingen.
18.3 Ontheffing van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 17.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, met dien verstande dat: a het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de afvalwatervoorziening dient te zijn gewaarborgd; b burgemeester en wethouders schriftelijk advies dienen te hebben ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
18.4 Aanlegvergunning 18.4.1 Aanlegvergunning Het is verboden op de gronden met de bestemming ‘Leiding - Riool’ zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a het aanleggen van wegen of paden en/of andere oppervlakteverhardingen; b het uitvoeren van graafwerkzaamheden; c het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem; d het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen; e het ophogen, verlagen, afgraven of egaliseren van de bodem, of anderszins wijzigen in maaiveld- of weghoogte. 18.4.2 Uitzonderingen Het in lid 18.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken enwerkzaamheden welke: a het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming; b reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan.
blad 49 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
18.4.3 Toelaatbaarheid a De in lid 18.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de afvalwatervoorziening zijn gewaarborgd. b Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in dit lid sub 18.4.1 winnen burgemeester en wethouders advies in bij de betreffende leidingbeheerder.
blad 50 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS Artikel 19 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Artikel 20 Algemene bouwregels 20.1 Bestaande afmetingen en afstanden In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan. 20.2 Overschrijding bouwregels a De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van het aangeduide en hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door tot hoofdgebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer dan 2 m bedraagt; b De bouwhoogte van gebouwen mag worden overschreden door schoorstenen, liftschachten, antennemasten, installaties voor de benutting van zonneenergie en andere ondergeschikte bouwdelen; c Ten behoeve van warmte- en koudeinstallatie mag ondergronds gebouwd worden tot een diepte van maximaal 120 m. Artikel 21 Algemene gebruiksregels 21.1 Strijdig gebruik Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval verstaan: a gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting; b het gebruik van bijgebouwen bij een woning als zelfstandige woningen en als afhankelijke woonruimte. 21.2 Niet strijdig gebruik Onder strijdig gebruik wordt niet begrepen het gebruik van woningen voor recreatieve verblijfsvoorzieningen in de vorm van ’bed en breakfast’, mits voldaan wordt aan de volgende bepalingen: a de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 50% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de hoofdbebouwing en de daaraan gebouwde bijgebouwen tot een maximum van 50 m²; b het aantal personen ten dienste van de recreatieve verblijfsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 10; c er dient minimaal 1 parkeerplaats per 12 m2 van de onder a genoemde gezamenlijke vloeroppervlakte te worden gerealiseerd op eigen terrein, met uitzondering van de gebieden die zijn opgenomen in de bijlage Overzichtskaart ‘Drunen’.
blad 51 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 22 Algemene aanduidingsregels
22.1 Geluidzone - Industrie Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘Geluidzone - Industrie’ mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht indien de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wordt overschreden, tenzij een hogere waarde is vastgesteld.
22.2 Milieuzone-geurzone (agrarische stankcirkel) Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone-geurzone' mag, ongeacht het bepaalde in afzonderlijke bestemmingen, geen gevoelige bebouwing en functies worden opgericht. Artikel 23 Algemene ontheffingsregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen: a van deze regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft; b van deze regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande dat: 1 de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 mag bedragen; 2 de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen; c van deze regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot: 1 ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 40 m; 2 ten behoeve van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot niet meer dan 50 m; 3 ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 10 m; d van deze regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van een overschrijding van deze maximaal toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat: 1 de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak; 2 de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1,26 maal de maximaal toegestane bouwhoogte van het betreffende gebouw.
blad 52 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Artikel 24 Algemene wijzigingsregels 24.1 Wijziging aanduiding 'milieuzone - geur' Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de aanduiding 'milieuzone - geur' te verwijderen indien de betreffende geurhinder veroorzakende inrichting ter plaatse is verwijderd. Artikel 25 Algemene procedureregels 25.1 Ontheffing Wro Met betrekking tot de voorbereiding van ontheffing en het stellen van nadere eisen ingevolge artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening door Burgemeester en wethouders, geldt de volgende procedure: a het voornemen wordt gepubliceerd in het plaatselijk huis-aan-huisblad en tevens langs elektronische weg kennis gegeven; b het voornemen ligt vervolgens twee weken ter inzage op het gemeentehuis; c gedurende de periode van de ter-inzage-legging kunnen belanghebbenden schriftelijk hun zienswijze kenbaar maken aan het college van burgemeester en wethouders; d Na afloop van de termijn van de ter-inzage-legging beslissen burgemeester en wethouders omtrent ontheffing respectievelijk nadere eisen.
blad 53 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
blad 54 van 68
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Artikel 26 Overgangsrecht 26.1 Overgangsrecht bouwwerken a Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1 gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2 na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%. c Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 26.2 Overgangsrecht gebruik a Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van worden voortgezet. b Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. Artikel 27 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Drunen-Zuid
blad 55 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
blad 56 van 68
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Bijlage 1: STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN
blad 57 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
blad 58 van 68
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN SBI-CODE
OMSCHRIJVING
2008 nummer
CATEGORIE
01
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW
016
Dienstverlening t.b.v. de landbouw:
016
- algemeen (o.a. loonbedrijven), b.o < 500 m²
B
016
- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m²
B
0162
KI-stations
B
10, 11 10, 11
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
101, 102
Slachterijen en overige vleesverwerking:
101
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m²
B
1052
Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m²
B
1071
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, charge-ovens, v.c.< 7.500 kg
B
meel/week 10821
Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
10821
- Cacao- en chocoladefabrieken- vervaardigen van chocoladewerken met
B
p.o. < 200 m² 10821
- Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m²
B
1102 t/m
Vervaardiging van wijn, cider e.d.
B
1104 13 13
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
139
Vervaardiging van textielwaren
B
139, 143
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
B
14 14
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
141
Vervaardiging kleding van leer
B
16 16
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
162
blad 59 van 68
RO&E
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200
B
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
2008 nummer
CATEGORIE
m2 162902
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
B
58 58
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
581
Uitgeverijen (kantoren)
A
18129
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
B
1814
Grafische afwerking
A
1814
Binderijen
B
1813
Grafische reproduktie en zetten
B
1814
Overige grafische aktiviteiten
B
182
Reproduktiebedrijven opgenomen media
A
20 20
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN
2120
Farmaceutische produktenfabrieken:
23 23
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN
231
Glasbewerkingsbedrijven
B
232, 234
Aardewerkfabrieken:
232, 234
- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
237
Natuursteenbewerkingsbedrijven:
237
- zonder breken, zeven en drogen p.o. < 2.000 m²
B
2391
Slijp- en polijstmiddelen fabrieken
B
B
25 25
VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)
blad 60 van 68
251, 331
- gesloten gebouw, p.o. < 200 m2
B
255, 331
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2
B
2562, 3311
Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2
B
259, 331
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2
B
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
2008 nummer
CATEGORIE
26, 28, 33 26, 28, 33
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
26, 28, 33
Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
B
26, 32, 33 26, 32, 33
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
26, 32, 33
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl.
B
reparatie 31 31
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
9524
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2
A
321
Fabricage van munten, sieraden e.d.
B
322
Muziekinstrumentenfabrieken
B
32991
Sociale werkvoorziening
B
35 35
PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
35
Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
35
- < 10 MVA
35
Gasdistributiebedrijven:
35
- gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A
A
35
- gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C
B
35
Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
35
- blokverwarming
B
B
36 36
WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER
36
Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
36
- < 1 MW
B
41, 42, 43
blad 61 van 68
41, 42, 43
BOUWNIJVERHEID
41, 42, 43
Aannemersbedrijven met werkplaats, b.o. < 1000 m
RO&E
2
B
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
2008 nummer
CATEGORIE
45, 47 45, 47
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
451, 452, 454 Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven
B
45204
Autobeklederijen
A
45205
Autowasserijen
B
453
Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
B
46 46
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
461
Handelsbemiddeling (kantoren)
A
4673
- indien b.o. =< 2000 m2
B
5153.4
zand en grind:
46735
- indien b.o. =< 200 m²
4674
Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
4674
- indien b.o. =<2.000 m²
B
B
47 47
DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN
47
Detailhandel voor zover n.e.g.
A
471
Supermarkten, warenhuizen
B
4722, 4723
Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken
A
4724
Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel
A
4773, 4774
Apotheken en drogisterijen
A
4778
Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt
A
952
Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)
A
55 55
LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING
5510
Hotels en pensions met keuken, conferentie-oorden en congrescentra
A
561
Restaurants, cafetaria's, snackbars, ijssalons met eigen ijsbereiding,
A
viskramen e.d. 563
blad 62 van 68
RO&E
Café's, bars
A
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
2008 nummer
CATEGORIE
563
Discotheken, muziekcafé's
B
5629
Kantines
A
562
Cateringbedrijven
B
49 49
VERVOER OVER LAND
493
Taxibedrijven
B
495
Pomp- en compressorstations van pijpleidingen
B
50, 51 50, 51
VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT
50, 51
Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)
A
52 52
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER
5221
Autoparkeerterreinen, parkeergarages
C
5222
Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren)
A
791
Reisorganisaties
A
5229
Expediteurs, cargadoors (kantoren)
A
53 53
POST EN TELECOMMUNICATIE
61
Telecommunicatiebedrijven
61
zendinstallaties:
61
- FM en TV
A
B
64, 65, 66 64, 65, 66
FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN
64, 65, 66
Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen
B
41, 68 41, 68
VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED
41, 68
Verhuur van en handel in onroerend goed
71 77
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
blad 63 van 68
RO&E
A
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
2008
7711
nummer
CATEGORIE
Personenautoverhuurbedrijven
B
62 62
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
62
Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.
A
58, 63
Datacentra
B
72 72
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
722
Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
A
74 63, 69t/m71,
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
73, 74, 77, 78, 80t/m82 63, 69t/m71,
Overige zakelijke dienstverlening: kantoren
A
Veilingen voor huisraad, kunst e.d.
A
73, 74, 77, 78, 80t/m82 82992 84 84
OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN
84
Openbaar bestuur (kantoren e.d.)
A
85 85
ONDERWIJS
852, 8531
Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs
B
8532, 854,
Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs
B
855 86 86
GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG
8621, 8622,
Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven
A
8691, 8692
Consultatiebureaus
A
871
Verpleeghuizen
B
8891
Kinderopvang
B
8623
blad 64 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
2008 nummer
CATEGORIE
37, 38, 39 37, 38, 39
MILIEUDIENSTVERLENING
3700
rioolgemalen
B
94 94
DIVERSE ORGANISATIES
941, 942
Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren)
A
9491
Kerkgebouwen e.d.
B
94991
Buurt- en clubhuizen
B
59 59
CULTUUR, SPORT EN RECREATIE
8552
Muziek- en balletscholen
B
85521
Dansscholen
B
9101, 9102
Bibliotheken, musea, ateliers, e.d.
A
931
Sporthallen
B
931
Bowlingcentra
B
931
Schietinrichtingen:
931
- binnenbanen: boogbanen
A
931
Sportscholen, gymnastiekzalen
B
92009
Amusementshallen
B
96
blad 65 van 68
96
OVERIGE DIENSTVERLENING
96013
Wasverzendinrichtingen
B
96013
Wasserettes, wassalons
A
9602
Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten
A
9603
Begrafenisondernemingen: uitvaartcentra
A
9313, 9604
Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden
B
9609
Persoonlijke dienstverlening n.e.g.
A
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
blad 66 van 68
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Bijlage 2: Overzichtskaart 'Parkeren 'Drunen'
blad 67 van 68
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Regels
blad 68 van 68
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
RO&E
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
projectnr. 1907-138820.01 revisie 04 februari 2010
datum
nummer besluit
resultaat
○
voorontwerp
ter visie legging
x
ontwerp
ter visie legging
○
besluit gemeenteraad
gewijzigd vastgesteld
○
besluit afdeling bestuursrechtspraak
○
in werking
besluit gs
in stand gelaten het voorschrift …geldt niet; de plankaart geldt niet voor ………
Opdrachtgever Gemeente Heusden Postbus 41 5250 AA HEUSDEN
datum vrijgave februari 2010
Beschrijving revisie 04 ontwerp bestemmingsplan
goedkeuring mr. M.E.C. Mutsaers
vrijgave ing. M. Winkel-Bootsma
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
INHOUD
Blz.
1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Algemeen Het plangebied Huidige juridische status plangebied Leeswijzer
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.1.7 2.1.8 2.1.9 2.1.10 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.3.6 2.3.7
Ruimtelijk beleidskader Europees- en Rijksbeleid Vogel- en habitatrichtlijn Verdrag van Valletta (Malta) Europese Kaderrichtlijn water Nota Ruimte Nota Wonen - Mensen, Wensen, Wonen Flora- en faunawet Nota Belvedère Wet luchtkwaliteit Vierde Nota Waterhuishouding Anders omgaan met water, waterbeleid in de 21e eeuw Provinciaal en regionaal beleid Interimstructuurvisie Noord-Brabant 'Brabant in Ontwikkeling' Uitwerkingsplan stedelijke regio Waalboss Beleid waterschap Aa en Maas Gemeentelijk beleid Structuurvisie gemeente Heusden Nota Volkshuisvestiging 2030 Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan Groenstructuurplan Heusden 2009-2014 Gemeentelijk Rioleringsplan, verlengd 2009-2010 Verordening wet geurhinder en veehouderij Gemeentelijke monumentenverordening
8 8 8 8 9 9 10 10 11 11 12 13 13 13 15 16 17 17 17 18 19 20 21 21
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6 3.2.7 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4
Bestaande situatie Ligging plangebied in de omgeving Beschrijving van het plangebied Historie Centrum en linten Venne Oost Venne West Venne West 3 Deelgebied Oost Verkeer en vervoer Voorzieningen Detailhandel en horeca Bedrijven en kantoren Nutsvoorzieningen Maatschappelijke voorzieningen
22 22 22 22 23 24 26 27 28 29 30 30 30 31 31
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Milieuhygiënische aspecten Bodem Natuur Waterhuishouding Archeologie en cultuurhistorie
32 32 32 32 35
Pagina 2 van 57
RO&E
4 4 4 5 6
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10
Monumenten Geluid Geurhinder en Veehouderij. Luchtkwaliteit Externe veiligheid Kabels en leidingen
37 37 39 39 41 41
5 5.1 5.2 5.3
Planuitgangspunten Functioneel en ruimtelijk Ontwikkelingen Deregulering
42 42 43 43
6
Duurzaamheid
46
7
Economische haalbaarheid
48
8 8.1 8.2 8.3
De bestemmingen Algemeen Systematiek van de regels Staat van bedrijfsactiviteiten
50 50 50 53
9 9.1 9.2
Procedures Inspraak Overleg ingevolge artikel 3.1.1 Bro
56 56 56
Pagina 3 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
1
Inleiding
1.1
Algemeen De gemeente Heusden is bezig met een actualiseringsslag voor alle bestemmingsplannen. Voor het plangebied Drunen Zuid vigeren 9 bestemmingsplannen en diverse uitwerkingen en herzieningen. Het is wenselijk dit terug te brengen tot 1 plan waarbij de huidige situatie wordt vastgelegd. Het bestemmingsplan Centrum is vastgesteld in 2000 en daarmee ook toe aan actualisering. Voor Venne West 3 is recentelijk nog een bestemmingpslan op gesteld maar door ook dit plangebied nu mee te nemen wordt voldaan aan de wens om de plannen tot een bestemmingsplan terug te brengen en is er straks, in navolging van de actualisering van Drunen Noord, voor de hele bebouwde kom van Drunen een eenduidig en actueel plan, waarmee ook wordt voldaan aan de (digitale) verplichtingen van de Wro. De Wro bevat onder meer de volgende elementen: Een verplichting om één of meer bestemmingsplannen vast te stellen voor het gehele gemeentelijke grondgebied. Bevordering van de actualiteit van bestemmingsplannen. Vereenvoudiging en verkorting van de procedure om bestemmingsplannen aan te passen of deze na 10 jaar weer te verlengen. Na 10 jaar kan men kiezen tussen een nieuw bestemmingsplan of voor een verlenging met 10 jaar. Deze verplichting is gesanctioneerd. Het onderhavige bestemmingsplan is consoliderend van aard, dat wil zeggen het is in beginsel gericht op het regelen van de bestaande functies in het plangebied. Daarbij rekening gehouden met wijzigingen die zijn opgetreden sinds het van rechtskracht worden van de diverse plannen. Als algemeen uitgangspunt bij de opstelling van dit plan geldt dat de huidige juridische status van de gronden met name bepalend is geweest voor de functietoekenning in onderhavig bestemmingsplan.
1.2
Het plangebied Het plangebied Drunen Zuid ligt in de kern Drunen en wordt begrenst door de Eindstraat, Grotestraat en Bosscheweg aan de noordzijde, aan de west en zuidzijde de Molensteeg en Heidijk en aan de oostzijde door Heidijk, Kooiweg en Meerdijk. Op afbeelding 1 is het plangebied globaal weergegeven.
Pagina 4 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Afbeelding 1: Ligging plangebied
1.3
Huidige juridische status plangebied Binnen het plangebied zijn de volgende bestemmingsplannen van kracht: 1. Bestemmingsplan 't Sempke, vastgesteld op 7 juni 1974 en goedgekeurd 30 juli 1975 ; 2. Bestemmingsplan Sweelinckstraat, vastgesteld op 31 augustus 1987 en goedgekeurd 17 november 1987; 3. Bestemmingsplan Venne Oost, vastgesteld op 22 mei 1981 en goedgekeurd 9 maart 1982; 4. Bestemmingsplan Venne West, vastgesteld op 31 augustus 1981 en goedgekeurd 30 november 1982; 5. 1e Partiële herziening van Venne West, vastgesteld op 28 oktober 1985 en goedgekeurd 25 februari 1986; 6. Bestemmingsplan Venne West 2e fase, vastgesteld op 19 januari 1993 en goedgekeurd 17 mei 1993; 7. Uitbreidingsplan in onderdelen kom Drunen, vastgesteld 10 augustus 1954 en goedgekeurd 18 mei 1955; 8. Buitengebied 1973 – natuurgebieden Drunen, vastgesteld op 29 augustus 1975 en goedgekeurd 5 januari 1977; 9. Bestemmingsplan Buitengebied Drunen, vastgesteld op 29 juni 1987 en goedgekeurd 5 februari 1988; 10. Partiële herziening van Buitengebied Drunen, vastgesteld op 7 juli 1992 en goedgekeurd 11 februari 1993; 11. Bestemmingsplan Eendekooij, vastgesteld op 2 november 1962 en goedgekeurd 13 november 1963; 12. Piet Heinstraat – De Ruijtersstraat, vastgesteld op 2 april 1990 en goedgekeurd 2 november 1990; 13. Bestemmingsplan Centrum Drunen, vastgesteld op 27 juni 1995 en goedgekeurd 28 januari 1996; 14. Bestemmmingsplan Venne-West 3, vastgesteld op 30 juni 2005 en goedgekeurd 6 december 2005. Voor Venne West zijn verder nog 20 uitwerkingsplannen opgesteld in de periode van 1987 tot en met 1997.
Pagina 5 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
1.4
Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt het beleidskader geschetst, bestaande uit Europees- en rijksbeleid, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid. In hoofdstuk 3 wordt de huidige situatie van het plangebied en de omgeving beschreven. De milieuhygiënische aspecten en planuitgangspunten worden beschreven in hoofdstuk 4 en 5..In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op het onderwerp 'duurzaamheid'. De hoofdstukken 7 en 8 bevatten respectievelijk een beschrijving van de economische uitvoerbaarheid en een beschrijving van de juridische regeling. In hoofdstuk 9 is een toelichting op de gevolgde procedures (het gevoerde wettelijke vooroverleg en de inspraak) opgenomen.
Pagina 6 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Pagina 7 van 57
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
2
Ruimtelijk beleidskader In dit hoofdstuk wordt in het kort en voor zover relevant het beleidskader toegelicht, waarbinnen onderhavig bestemmingsplan moet passen.
2.1 2.1.1
Europees- en Rijksbeleid Vogel- en habitatrichtlijn Door de Europese Unie zijn richtlijnen uitgevaardigd ter bescherming van bedreigde plant- en diersoorten en leefgebieden in Europa. De richtlijnen moeten door de lidstaten worden vertaald naar concrete aanwijzing van gebieden die op grond van deze criteria wettelijke bescherming krijgen. Als concrete richtlijnen worden genoemd de Europese Vogelrichtlijn en de Europese Habitatrichtlijn. De uitwerking van de Europese richtlijnen is voor de Nederlandse situatie ingebed in de Natuurbeschermingswet. Het achterliggende beleid is verwerkt in de Nota Ruimte. De Vogelrichtlijn (EU-richtlijn 79/409/EEG, gewijzigd bij richtlijn 86/122/EEG) bevat naast bepalingen over de instandhouding van in het wild levende vogelsoorten, ook plichten die op de bescherming van de leefgebieden van in het wild levende vogels zijn gericht. De meest geschikte habitats voor bijzonder waardevolle soorten en veel voorkomende trekvogels moeten als speciale beschermingszone worden aangewezen. Anders dan bij de Habitatrichtlijn worden de speciale beschermingszones direct dus zonder toetsing van de EU door de lidstaten aangewezen. De Vogelrichtlijn is in de nationale regelgeving onder andere omgezet in de Vogelwet, die reeds is vervangen door de Flora- en Faunawet. Tussen de Vogelrichtlijn en de hieronder beschreven Habitatrichtlijn bestaat een belangrijke koppeling. Voor de speciale beschermingszones volgens de Vogelrichtlijn is het afwegingskader van de Habitatrichtlijn van toepassing. De aanwijzing van gebieden tot beschermd natuurgebied in het kader van de Vogelrichtlijn of Habitatrichtlijn vindt plaats aan de hand van soortenlijsten van zeldzame of bedreigde plant- en diersoorten. Wanneer in een gebied bepaalde soorten voorkomen, of een bepaald percentage van de Europese populatie herbergt, dan komt dit gebied in aanmerking voor plaatsing onder de betreffende richtlijn. Het plangebied zelf en de directe omgeving vallen in zijn geheel niet binnen de reeds aangewezen Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebieden.
2.1.2
Verdrag van Valletta (Malta) Het Europese Verdrag van Valletta, ook wel het Verdrag van Malta genoemd, beoogt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. Om het bodemarchief (o.a grafvelden, gebruiksvoorwerpen en resten van bewoning) beter te beschermen en om onzekerheden tijdens de bouw van bijvoorbeeld nieuwe wijken te beperken, is het vanaf 1 januari 2005 verplicht vooraf onderzoek te laten doen naar de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden.
Pagina 8 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Op deze manier kan daar bij ontwikkeling van plannen zoveel mogelijk rekening mee worden gehouden. Uitgangspunt van het nieuwe verdrag is dat het archeologische erfgoed al voordat het tot monument is verklaard, integrale bescherming nodig heeft en krijgt. Op basis van de Indicatie Kaart van Archeologische Waarde voor de gemeente Heusden kan worden geconcludeerd dat het westelijk deel van het plangebied een middel tot hoge trefkans en dat het oostelijk deel van het plangebied niet gekarteerd is.
2.1.3
Europese Kaderrichtlijn water In het jaar 2000 is de nieuwe Europese Kaderrichtlijn water in werking getreden. Het doel van deze richtlijn is de vaststelling van een kader voor de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater in de Europese Gemeenschap. Verschillende doelstellingen uit de Kaderrichtlijn zijn ook opgenomen in het landelijke waterbeleid. Aspecten betreffende duurzaam gebruik maken bijvoorbeeld een belangrijk onderdeel uit van het kabinetsstandpunt Anders omgaan met water, waterbeleid in de 21e eeuw (WB21), en ook in de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4) zijn al vergaande doelstellingen ten aanzien van de waterkwaliteit opgenomen. Voor deze aspecten zijn daardoor vanuit de Kaderrichtlijn geen gevolgen te verwachten, die niet ook vanuit andere wet- en regelgeving voortkomen (zie 2.1.9 en 2.1.10).
2.1.4
Nota Ruimte In de Nota Ruimte worden de uitgangspunten voor de ruimtelijke inrichting van Nederland vastgelegd, waarbij het gaat om inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030. In de nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven, waarbij de ruimtelijke hoofdstructuur van Nederland (RHS) een belangrijke rol speelt. De kern van het beleid ligt in het toepassen van efficiënte manieren om met de ruimte om te gaan. Uitgangspunt van beleid is dat de ruimtebehoefte zoveel mogelijk wordt gehonoreerd en dat er gezocht wordt naar mogelijkheden om tegelijkertijd ruimtelijke kwaliteit te waarborgen. Dit betekent dat nieuwe bebouwing voor verstedelijking grotendeels tot stand moet komen in bestaand bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande bebouwde gebied of in nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten. De ruimte die in het bestaande stedelijke gebied aanwezig is, moet door verdichting optimaal worden gebruikt. Het rijk stimuleert revitalisering, herstructurering en transformatie van zowel (verouderde) wijken als bedrijventerreinen in het algemeen. In het onderhavige bestemmingsplan wordt aangesloten op bovengenoemd rijksbeleid.
Pagina 9 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
2.1.5
Nota Wonen - Mensen, Wensen, Wonen In november 2000 is de nota "Wonen - Mensen, Wensen, Wonen" uitgebracht. In deze nota heeft het kabinet zijn visie op het wonen in de 21e eeuw neergelegd. De nota stelt de wensen van de burger centraal in het woonbeleid. Kwaliteit en keuzevrijheid zijn de sleutelbegrippen in het woonbeleid van nu en de nabije toekomst. Drie principes staan daarbij centraal: • vergroten van de keuzevrijheid van de burger; • aandacht voor maatschappelijke waarden. Aan de keuzevrijheid van de burger zullen, om collectieve waarden te beschermen, altijd grenzen moeten worden gesteld; • een betrokken overheid en een beheerste marktwerking. Overheid en marktpartijen trekken samen op bij de uitvoering van het woonbeleid. Om ook de zwakke groepen op de woningmarkt te beschermen, zal de werking van de markt moeten worden beheerst en zo nodig bijgestuurd. Het woonbeleid voor de komende tien jaar richt zich op vijf kernopgaven. 1. Vergroten van de zeggenschap over de woning en de woonomgeving. Op dit moment werkt de woningmarkt zodanig dat veel mensen hun woonwensen onvoldoende kunnen honoreren. Om dit te verbeteren, moet de zeggenschap van zowel kopers als huurders worden vergroot. 2. Kansen scheppen voor mensen in kwetsbare posities. Bepaalde groepen in de samenleving dreigen de aansluiting te verliezen met de grote groepen die het momenteel voor de wind gaat. Het kabinet wil ook via het woonbeleid deze aansluiting behouden en verbeteren. 3. Bevorderen van wonen en zorg op maat. Het aantal mensen dat zorg nodig heeft, neemt in de toekomst fors toe. Het woonbeleid wil de ontwikkeling bevorderen van op maat gesneden woon- en zorgarrangementen, die nauw aansluiten bij de (individuele) behoeftes en wensen van de zorgbehoevenden. 4. Verbeteren van de stedelijke woonkwaliteit. De kwaliteit van het wonen in de steden blijft achter bij die elders in het land. Met het grotestedenbeleid en het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) wordt de stedelijke woonkwaliteit verbeterd. De ambities op dit gebied worden aanzienlijk verhoogd. 5. Tegemoet komen aan de groene woonwensen. Er is bij de burgers een grote belangstelling om ruim en groen te wonen. Het woonbeleid richt zich op het faciliteren van deze woonwensen zonder dat daarbij natuurwaarden en ruimtelijke kwaliteiten worden geschaad. De gemeente Heusden heeft de genoemde kernopgaven uit het rijksbeleid vertaald in haar visie "Goed wonen in Heusden". Voor nieuwe ontwikkelingen is deze woonvisie de leidraad.
2.1.6
Flora- en faunawet Het doel van de Flora- en faunawet is het instandhouden van in het wild voorkomende planten- en diersoorten. Beschermde soorten zijn onder andere bijna alle zoogdieren, vogels, amfibieën en reptielen die van nature in het wild in Nederland voorkomen. De bescherming wordt geregeld op drie manieren. Ten eerste het verbieden van handelingen die de instandhouding van soorten direct in gevaar kunnen brengen. Ten tweede kunnen kleine objecten (bijv. grot, fort) of terreinen worden aangewezen als beschermd gebied als het gebied van groot belang is voor het voortbestaan van een soort.
Pagina 10 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Voor ingrepen waarbij soorten of objecten die vallen onder de Flora- en faunawet zijn betrokken, moet een ontheffing worden aangevraagd bij LASER. Bevoegd gezag is het ministerie van LNV. De werkingssfeer van de Flora- en faunawet is niet beperkt tot of gerelateerd aan speciaal aangewezen gebieden, maar geeft soorten overal in Nederland bescherming. In artikel 75 van de Flora- en faunawet worden de ontheffingsmogelijkheden weergegeven. Met een aanvulling op artikel 75 (juli 2002) is er een differentiatie aangebracht in de beoordeling van de soorten waarvoor ontheffing kan worden aangevraagd. De criteria waarop de aanvraag voor een ontheffing wordt beoordeeld zijn weergegeven in een voorstel tot wijziging van de Flora en faunawet. Het onderhavige plan betreft grotendeels een beheerplan waarbinnen geen grootschalige ontwikkelingen plaatsvinden en is derhalve niet in strijd met de Flora- en faunawet. Voor de gebieden waar wel ontwikkelingen zijn voorzien wordt de toets aan de Flora- en faunawet meegenomen in de planontwikkeling.
2.1.7
Nota Belvedère In de Nota Belvedère (1999) wordt een relatie gelegd tussen cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting. Centraal in de nota staat de instandhouding, versterking en verdere ontwikkeling van cultuurhistorische identiteit door een betere benutting van cultuurhistorische kwaliteiten bij ruimtelijke aanpassingen. In de nota zijn de - in cultuurhistorisch opzicht - meest waardevolle gebieden en steden van Nederland geselecteerd. Drunen is onderdeel van het Belvedèregebied de Langstraat. Het beleid ten aanzien van de kern Drunen is er op gericht om rekening te houden met de cultuurhistorische identiteit bij uitbreiding van dorpen langs de A59. Voor de gebieden waar ontwikkelingen zijn voorzien moet rekening gehouden worden met bovenstaand beleid en moeten de cultuurhistorische waarden meegenomen worden in de planontwikkeling.
2.1.8
Wet luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit van kracht geworden. De hoofdlijnen van de nieuwe regelgeving zijn ondergebracht in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer. De regelgeving is uitgewerkt in onderliggende Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvBs) en Ministeriële Regelingen. Daarmee zijn het Besluit luchtkwaliteit 2005 (Blk 2005), de Regeling saldering luchtkwaliteit, het Meet- en rekenvoorschrift bevoegdheden luchtkwaliteit 2005 en de Meetregeling luchtkwaliteit vervallen. De aanleiding daartoe is de maatschappelijke discussie die ontstond als gevolg van de directe koppeling tussen ruimtelijke ordeningsprojecten en luchtkwaliteit. De directe koppeling had tot gevolg dat veel geplande (en als noodzakelijk of gewenst ervaren) projecten geen doorgang konden vinden in overschrijdingsgebieden. Bovendien moest voor ieder klein project met betrekking tot luchtkwaliteit een uitgebreide toets gedaan worden.
Pagina 11 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Met de nieuwe Wet luchtkwaliteit en bijbehorende bepalingen en hulpmiddelen, wil de overheid zowel de verbetering van de luchtkwaliteit bewerkstelligen als ook de gewenste ontwikkelingen in ruimtelijke ordening doorgang laten vinden. De grenswaarden voor verschillende stoffen zoals voorgeschreven in de richtlijn 1999/30 EG van de Raad van de Europese Unie zijn niet gewijzigd ten opzichte van het Besluit luchtkwaliteit 2005. Maar de wet maakt nu onderscheid tussen grote en kleine ruimtelijke projecten. In het nieuwe Besluit NIBM met onderliggende regelingen is vastgelegd onder welke omstandigheden ruimtelijke ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit en als zodanig niet getoetst hoeven te worden aan de vigerende normen voor NO2 en PM10. Een project is klein als het slechts in geringe mate (ofwel niet in betekenende mate) leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. De grens ligt bij een verslechtering van maximaal 3% van de grenswaarden voor de luchtkwaliteit. Grotere projecten daarentegen kunnen worden opgenomen in het NSL-programma mits ook overtuigend wordt aangetoond dat de effecten van dat project worden weggenomen door de maatregelen van het NSL. Voor de gemeente Heusden is recent een luchtkwaliteitsonderzoek verricht. In paragraaf 4.8 zijn de resultaten van dit onderzoek opgenomen.
2.1.9
Vierde Nota Waterhuishouding In de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4), vastgesteld in december 1998, is het rijksbeleid inzake de waterhuishouding geformuleerd. De hoofddoelstelling hiervan luidt: Het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land en het in stand houden en versterken van gezonde, veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd. De belangrijkste speerpunten van het beleid zijn: • Vergroten van samenhang en betrokkenheid. Hierbij verschuift het accent van het repareren van schade naar het scheppen van ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. • Het vergroten van de veerkracht. Dit wil zeggen dat gebieden zelfvoorzienend en systemen zelfregulerend worden gemaakt. • Gebiedsgericht beleid. Problemen worden zoveel mogelijk in samenwerking met betrokkenen en daarmee lokaal en regionaal opgelost en er wordt ruimte geboden voor gebiedsgericht beleid. Bij aanleg van infrastructuur en grootschalige stadsuitbreidingen (welke aantasting van het waterhuishoudkundig systeem betekenen) wordt gestreefd naar mitigatie of (indien onvoldoende) compensatie van deze systemen. • Anders omgaan met normen. De normen uit het NW3 zijn aangepast, zodat er een eenduidige beoordeling van water- en waterbodemkwaliteit mogelijk is en dat er rekening kan worden gehouden met de lokale natuurlijke achtergrond. • Herstel van watersystemen. Er vindt een combinatie plaats van fysieke herstelmaatregelen, aanpak van de diffuse verontreinigingen en het saneren van vervuilde waterbodems. Het motto is: herstel waar nodig, ontwikkelen waar mogelijk.
Pagina 12 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
2.1.10
Anders omgaan met water, waterbeleid in de 21e eeuw Directe aanleiding voor het kabinetsstandpunt Anders omgaan met water, waterbeleid in de 21e eeuw (WB21), is de zorg over het toenemend hoogwater in de rivieren, wateroverlast en de versnelde stijging van de zeespiegel. Het kabinet is van mening dat er een aanscherping in het denken over water dient plaats te vinden. Nadrukkelijker zal rekening moeten worden gehouden met de (ruimtelijke) eisen die het water aan de inrichting van Nederland stelt. Het kabinet heeft voor het waterbeleid in de 21e eeuw de volgende drie uitgangspunten opgesteld: • anticiperen in plaats van reageren; • niet afwentelen van waterproblemen op het volgende stroomgebied, maar handelen volgens de drietrapsstrategie van vasthouden-bergen-afvoeren; • meer ruimtelijke maatregelen naast technische ingrepen. In de Nota Ruimte, zijn de ruimtelijke consequenties van het waterbeleid, zoals beschreven in de NW4, meegenomen. Water en ruimtelijke ordening worden in deze nota nadrukkelijk aan elkaar gekoppeld. De watertoets vormt een waarborg voor de inbreng van water in de ruimtelijke ordening. De watertoets wordt sinds 2001 toegepast op plannen die gevolgen voor de waterhuishouding kunnen hebben. De watertoets heeft een integraal karakter: alle relevante 'wateraspecten' worden meegenomen. Er wordt gekeken naar veiligheid, wateroverlast, waterkwaliteit en verdroging. De watertoets wordt toegepast door in een vroegtijdig stadium de waterbeheerders te betrekken bij plannen die een invloed kunnen hebben op de waterhuishouding.
2.2 2.2.1
Provinciaal en regionaal beleid Interimstructuurvisie Noord-Brabant 'Brabant in Ontwikkeling' Provinciale Staten van Noord-Brabant hebben op 27 juni 2008 de Interimstructuurvisie vastgesteld, Met deze visie overbrugt de provincie de periode tussen de vaststelling van een nieuwe structuurvisie en het in 2002 vastgestelde en in 2006 herziene Streekplan Noord-Brabant 2002 Brabant in Balans. De Interimstructuurvisie en de daarbij behorende paraplunota sluiten bijna naadloos aan om streekplan en de uitwerkingsplannen. Dit streekplanbeleid bouwde op haar beurt weer voort op het rijksbeleid uit de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening en de daaropvolgende Nota Ruimte. In lijn met het rijksbeleid voor de ruimtelijke ordening stelt de Interim Strucuurvisie het streven naar zorgvuldig ruimtegebruik centraal. Dit doel vormt de leidraad voor de ruimtelijke visie en het ruimtelijk beleid.
Pagina 13 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Afbeelding 2: Uitsnede kaart van de structuurvisie
Meer aandacht voor de onderste lagen Ten aanzien van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen wordt een lagenbenadering gehanteerd. De onderste laag wordt gevormd door het watersysteem, de bodemtypologie en de geomorfologie en de hiermee samenhangende natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische (landschaps-) waarden. De tussenlaag omvat de infrastructuur. De bovenste laag bestaat uit het ruimtegebruik voor wonen, werken, landbouw en recreatie. Het beleid is erop gericht om de onderste twee lagen meer sturend te laten zijn voor ruimtelijke ontwikkeling. Bij de ontwikkelingen is rekening gehouden met deze lagen benadering. Zuinig ruimtegebruik Zuinig ruimtegebruik houdt in dat economische groei gepaard gaat met een minder dan evenredige groei van het ruimtebeslag. Belangrijk is om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden de bestaande bebouwde ruimte (opnieuw en) beter te benutten. Het gebruiken van nieuwe ruimte moet in directe samenhang worden bezien met de mogelijkheden voor inbreiden en herstructureren. Daarnaast is het van belang om nieuw stedelijk ruimtebeslag gepaard te laten gaan met een kwaliteitsverbetering van het buitengebied elders. Eventuele nieuwbouw in het plangebied zal plaatsvinden op inbreidingslocaties en voldoet hiermee aan het beleid van de structuurvisie. Concentratie van verstedelijking Het beleid van concentratie van verstedelijking zet zich voort. Enerzijds wordt de steden voldoende draagvlak gegeven voor hun functie als economische en culturele motor, anderzijds wordt het dichtslibben van het landelijk gebied tegengegaan. Het grootste deel van de woningbouw en de aanleg van bedrijventerreinen en infrastructuur zal derhalve moeten plaatsvinden in vijf stedelijke regios. Stedelijke regios zijn ruimtelijk samenhangende, verstedelijkte gebieden, welke zich ontwikkelen tot complete stedelijke gebieden. Nieuw stedelijk ruimtebeslag zal slechts daar worden toegestaan waar dat verantwoord is, gelet op de ruimtelijke kwaliteiten binnen het gebied.
Pagina 14 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Door het optimaal benutten van de in het plangebied aanwezige inbreidingslocaties, wordt een verdere aantasting van het buitengebied voorkomen. Hiermee voldoet het onderhavige bestemmingsplan aan het beleid van de structuurvisie. Zonering van het buitengebied Het buitengebied blijft in hoofdzaak bestemd voor landbouw, natuur en recreatie. Door de toenemende waardering voor natuur, landschap, rust en ruimte en door ingrijpende veranderingen in de landbouw alsmede het steeds belangrijker worden van recreatie als activiteit, zal de onderlinge verhouding tussen de drie hoofdfuncties veranderen. Om de drie hoofdfuncties maximaal tot hun recht te laten komen is het buitengebied gezoneerd in een groene hoofdstructuur (GHS) en een agrarische hoofdstructuur (AHS). Het plangebied bestaat hoofdzakelijk uit bestaand stedelijk gebied. Er zal geen aantasting van het buitengebied plaatsvinden als gevolg van het onderhavige bestemmingsplan. Grensoverschrijdend denken en handelen In het ruimtelijk beleid zal meer inhoud worden gegeven aan grensoverschrijdende aspecten, zowel internationaal als interprovinciaal. Accenten liggen er op het gebied van waterhuishouding, natuur, infrastructuur, verkeer en vervoer en bedrijvigheid. Daarnaast wordt in het ruimtelijk beleid het toenemend belang van regionale, intergemeentelijke afstemming benadrukt, bijvoorbeeld op het gebied van wonen en werken. Het onderhavige plan is een beheerplan met een tweetal ontwikkelingslocaties. Met deze ontwikkelingen vindt geen aantasting van het buitengebied plaats en wordt voldaan aan de voorwaarde om de ruimtelijke kwaliteit te bevorderen. Derhalve zijn er geen gevolgen voor het plangebied in het kader van dit thema.
2.2.2
Uitwerkingsplan stedelijke regio Waalboss Het Uitwerkingsplan stedelijke regio Waalboss is vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op 21 december 2004. In dit plan wordt de verstedelijkingsopgave, zoals die in het Streekplan/Structuurvisie was en is verwoord, vormgegeven. In het uitwerkingsplan zijn de ruimtelijke ontwikkelingen voor de stedelijke regio Waalboss tot 2015 vastgelegd, met een doorkijk naar 2020. Het uitwerkingsplan is een ruimtelijk plan op regionaal schaalniveau. Het vormt een kader voor ruimtelijke ontwikkelingen en maakt deel uit van het provinciale toetsingskader op grond waarvan ruimtelijke plannen en initiatieven van gemeenten worden beoordeeld. In dit plan wordt vastgelegd hoe het programma voor wonen en werken verdeeld wordt, welke locaties worden ontwikkeld en in welke volgorde en tempo het programma gerealiseerd wordt. Het onderhavige bestemmingsplan maakt deel uit van de stedelijke regio Waalboss. Op de plankaart is het plangebied aangeduid als "Stedelijk gebied - herstructurering" en "Stedelijk gebied - beheer en intensivering". Het uitwerkingsplan gaat verder in op de woningbouwopgave binnen de regio. De nadruk van de woningbouwopgave ligt op de kwantitatieve invulling. De kern van de strategie is een maximale differentiatie van de productie en de maximale benutting van locatiespecifieke kwaliteiten, waardoor woonconsumenten meer te kiezen krijgen.
Pagina 15 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
De planningsopgave tot het jaar 2015 is voor de kern Drunen is vastgesteld op 930 woningen. De ontwikkeling van Venne West 3, gelegen binnen het plangebied maakt deel uit van de in het uitwerkingsplan genoemde ontwikkelingslocaties. Onderhavig beheerplan binnen bestaand stedelijk gebied past binnen het beleid zoals gesteld in het uitwerkingsplan.
2.2.3
Beleid waterschap Aa en Maas In het kader van het huidige overheidsbeleid en het beleid van Waterschap Aa en Maas dient invulling te worden gegeven aan duurzaam stedelijk waterbeheer. Bij ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder nieuwbouwplannen, hanteert het waterschap een aantal beleidsuitgangspunten ten aanzien van het duurzaam omgaan met water, die van belang zijn als vertrekpunt van het overleg tussen initiatiefnemer en waterbeheerder. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient de initiatiefnemer hier invulling aan te geven door: • gescheiden houden van vuil water en schoon hemelwater; • schoon regenwater schoon houden (bijvoorbeeld geen uitlogende bouwmaterialen gebruiken); • schoon regenwater verwerken volgens de voorkeursvolgorde: gebruik als huishoudelijk of bedrijfswater; infiltreren in de bodem; vertraagd afvoeren naar het oppervlaktewater; afvoeren naar riolering via een verbeterd gescheiden stelsel; • hydrologisch neutraal bouwen; • water als kans; • meervoudig ruimtegebruik; • vanuit het plangebied mag niet meer water naar het oppervlaktewater afstromen dan in een landbouwgebied zou gebeuren (1,5 l/s per ha); • voorkomen van vervuiling; • in het plangebied mogen de grondwaterstanden niet verlaagd worden. • • Naast de principes uit de nieuwe beleidsnota geldt nog een aantal algemene voorwaarden en uitgangspunten: • waar mogelijk oppervlakkige afvoer van schoon regenwater; • het water inclusief oevers moet onderhouden kunnen worden; • de bovenlaag van de bodem mag niet openbarsten. Grondwater In het beheersgebied komen drie geologische eenheden voor: het Rivierengebied (waarbinnen het plangebied gelegen is), de Centrale Slenk en de Peelhorst. Het Rivierengebied kent twee watervoerende pakketten en de globale grondwaterstroming is noordwestelijk gericht. Het gebied kenmerkt zich door de aanwezigheid van kwelgebieden, met zowel regionale als lokale kwel. Het regionale (ook wel diepe) kwelwater is geconcentreerd in het centrale komgebied en heeft zijn oorsprong in de infiltratiegebieden van Midden-Brabant. In de overgangszone naar het zandgebied komt lokale (ook wel ondiepe) kwel voor. Dit water is geïnfiltreerd in de nabijgelegen zandgronden. Verder treedt in het gebied direct langs de Maas, met name bij hoge buitenwaterstanden, rivierkwel op. Oppervlaktewater In het beheersgebied komen verschillende watertypen voor: sloten, weteringen, (laagland)beken, kanalen, oude rivierarmen, wielen, stadswateren en zandwinplassen.
Pagina 16 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
De totale lengte aan leggerwatergangen - dat zijn wateren in onderhoud bij het waterschap - bedraagt circa 1.250 km. Het overtollige water uit het gebied wordt via het stelsel van waterlopen en gemalen naar de Maas gevoerd. Een groot aantal stuwen reguleert daarbij het waterpeil in het gebied. In het plangebied liggen enkele sloten en een grote waterpartij in het Breeveldpark. De sloot langs de Heidijk heeft potentiële ecologische waarde en is bestemd als watergang. Binnen deze bestemming wordt ook ruimte gegeven aan ecologische waarden. Er zijn weinig tot geen gevolgen te verwachten voor het onderhavige plangebied in het kader van het beleid ten aanzien van oppervlaktewater. Het onderhavige bestemmingsplan wordt in het kader van de watertoets besproken met het waterschap Aa en Maas, waarbij het beleid van het waterschap als leidraad zal dienen. De watertoets is opgenomen in paragraaf 4.3.
2.3 2.3.1
Gemeentelijk beleid Structuurvisie gemeente Heusden De gemeente Heusden heeft op 21 juli 2009 een nieuwe structuurvisie vastgesteld. De ambities reiken verder dan het huidige beleidskader; er worden stappen voorwaarts gezet die nodig zijn om de gemeente Heusden nog mooier, schoner, dynamischer, perspectiefrijker en meer bereikbaar te maken. De ambities van de gemeente Heusden hebben voornamelijk betrekking op: • infrastructuur; • bedrijvigheid; • woningbouw; • kernen en landelijke gebied.
2.3.2
Nota Volkshuisvestiging 2030 Diverse ontwikkelingen van demografische aard zoals ontgroening en vergrijzing, een gebrekkige doorstroming op de woningmarkt en de behoeften van doelgroepen als starters en 55-plussers, noodzaken tot geactualiseerd beleid op het gebied van volkshuisvesting. In de vorm van de voorliggende Nota Volkshuisvesting 2030, vastgesteld door de raad op 16 december 2008, treft u dit geactualiseerd beleid aan. Deze nota vervangt daarmee de Woonvisie uit 2004. Op basis van de in 2005 geactualiseerde bevolkings- en woningbehoefteprognose van de provincie Noord-Brabant, hebben wij als gemeente Heusden tot 2030 een bouwopgave te realiseren van 3.580 woningen. Waar in de komende jaren gebouwd kan worden (kwantiteit) en onder welke planologische randvoorwaarden dit plaats moet vinden, is vastgelegd in het provinciale Streekplan, de regionale uitwerkingsplannen Waalboss en Groot Langstraat en lokaal vertaald in de gemeentelijke Structuurvisie.
Pagina 17 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
De voorliggende Nota Volkshuisvesting 2030 is meer dan alleen een inzicht in lokaties waar gebouwd kan worden. Op basis van de huidige inzichten schept de nota een kader voor wie de gemeente in de toekomst in woonruimte moet voorzien. Daarbij wordt aandacht besteed aan de planologische randvoorwaarden, de gemeentelijke bouwopgave, een analyse van de bestaande woningvoorraad en de omvang en samenstelling van de bevolking tot 2030. Het gaat daarbij dus om zowel de kwalitatieve als de kwantitatieve bouwopgave. De kwalitatieve bouwopgave heeft betrekking op het realiseren van een integrale zorg voor de kwaliteit van wonen, werken en welzijn (waaronder zorg en recreatie) in onze gemeente. Specifieke aandacht voor de woningbehoefte van 1.800 starters, 3.700 huishoudens die onder de primaire doelgroep vallen, 3.700 doorstromers en een groeiend aandeel 55-plussers staan daarbij centraal. De belangrijkste oplossingsrichtingen zijn gelegen in het vergroten van de kernvoorraad aan goedkope huurwoningen, het creëren van een gedifferentieerd aanbod aan koopwoningen in zowel het goedkopere en duurdere segment van respectievelijk tot 220.000,-- en boven de 300.000,--. De kwantitatieve bouwopgave wordt op basis van deze nota ingevuld door de provinciale bouwopgave van 3.580 woningen. Op basis van het zogenaamde open scenario zoals dat ook in de gemeentelijke Structuurvisie is verwoord, wordt tot het jaar 2030 uitgegaan van een bevolkingsgroei tot 44.465 inwoners. Hiermee wordt in de woningbehoefte van zowel de eigen bevolking als vestigers voorzien. De gemeente heeft aandacht voor marktontwikkelingen zodat daarop flexibel gereageerd kan worden. De beleidsuitgangspunten zoals die vanuit het perspectief van zowel de kwalitatieve als de kwantitatieve opgave gerealiseerd moeten worden, monden uit in een gemeentelijk woningbouwprogramma en waarmee kan worden ingespeeld op de ontgroening en vergrijzing. Hiermee wordt nagestreefd het behoud of versterken van sociaal evenwicht in de kernen. De financiële risicos van aankopen voor bouwlocaties worden zo beperkt. Het betreffende document is niet statisch van aard, maar behoeft continue actualisering. Op basis daarvan vindt jaarlijks een evaluatie van het volkshuisvestingsbeleid plaats.
2.3.3
Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan In januari 2001 heeft de gemeenteraad van Heusden het Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan vastgesteld. In dit plan zijn hoofdpunten uitgewerkt ten aanzien van het oplossen van bestaande problemen en het voorkomen van het ontstaan hiervan. Het plan heeft een beoogde werkingsduur van 10 jaar. De gemeente Heusden heeft gekozen voor het toepassen van het concept Duurzaam Veilig. Dit staat voor een preventieve aanpak van de verkeersonveiligheid, waarbij een drietal hoofdkenmerken van het vervoers- en verkeerssysteem te onderscheiden zijn. Ten eerste een omgeving die qua infrastructuur is aangepast aan de beperking van de menselijke vermogens. Ten tweede voertuigen die zijn voorzien van middelen om de taken van mensen te vereenvoudigen en die geconstrueerd zijn om de kwetsbare mens zo goed mogelijk te beschermen. En ten derde verkeersdeelnemers die adequaat worden opgeleid en geïnformeerd. Een voorwaarde voor een duurzaam veilig ingericht wegennet is herkenbaarheid, waarbij het wegbeeld in overeenstemming dient te zijn met de
Pagina 18 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
geldende snelheidslimiet. Daartoe is een aantal wegcategorieën onderscheiden, te weten stroomwegen, ontsluitingswegen en erftoegangswegen. In dit kader wordt onder een stroomweg verstaan een weg uitgevoerd als autosnelweg of autoweg ertoe dienend het doorgaande verkeer snel te verwerken, onder een ontsluitingsweg een weg die een functie heeft voor afwikkelen en uitwisselen van verkeer en onder een erftoegangsweg een weg die een functie heeft voor het toegankelijk maken van de directe woon- en leefomgeving. Deze categorisering is nader uitgewerkt voor wegen binnen en buiten de bebouwde kom, waarbij verschillende voorwaarden gelden ten aanzien van inrichting en snelheid. Binnen de wegenstructuur van Heusden zijn de Rijksweg A59 en de provinciale weg N267 de belangrijkste interlokale dragers van het hoofdwegennet. De Rijksweg A59 kan als stroomweg worden aangemerkt. Binnen de bebouwde kom fungeert een parallelstructuur (ten opzichte van de Rijksweg A59) als drager van de wegenstructuur. Rechtstreekse ontsluitingen van woningen en bedrijven op de parallelstructuur dienen zoveel mogelijk voorkomen te worden. In 2010 zal een nieuw gemeentelijk verkeers en vervoersplan worden vastgesteld.
2.3.4
Groenstructuurplan Heusden 2009-2014 Op 21 juli 2009 is het Groenstructuurplan Heusden 2009-2014 door de gemeenteraad vastgesteld. De gemeente Heusden heeft de ambitie een groene gemeente te zijn, die voor de eigen burgers en voor bezoekers (toeristen) kan fungeren als buffer tussen de verstedelijkte gebieden van s-Hertogenbosch en Waalwijk. Het groene karakter en de duurzaamheid daarvan berusten in hoofdzaak op de groene kaders van de gemeente. Deze kaders worden gevormd door de groenstructuur van de gemeente. In feite is het Groenstructuurplan een vervolg op/herziening van het in 2001 opgestelde Groeninstrumentarium Heusden, waarin voor het eerst werd vastgelegd hoe de groenstructuur van de gemeente zich manifesteert. Dit plan geeft op hoofdlijnen aan hoe de gemeente, binnen de huidige en gewenste groenstructuur, om dient te gaan met de elementen die hiervoor de bouwstenen vormen. Het plan moet de volgende elementen bevatten c.q. zich daarop baseren. • De huidige en gewenste toekomstige groenstructuur. • Beschrijving per kern en wijk van het bestaande en eventueel te ontwikkelen karakter en beeld. • Globale belichting van het onderhoud en (eventuele onderhoudsknelpunten) van het groen en de overige structuurelementen. • Beleidsmatige visie op de waarde van bomen en groen in relatie tot de gevolgen voor het individueel belang. • Beleidsmatige visie op de verkoopbaarheid van structuurbepalend groen. • Een kostenraming voor het herstel van de gewenste toekomstige groenstructuur. Voor (onder andere) de gebieden Venne West, Venne Oost en t Sempke is een gebiedsomschrijving opgesteld. Deze zijn nader omschreven in paragraaf 3.2.
Pagina 19 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
2.3.5
Gemeentelijk Rioleringsplan, verlengd 2009-2010 Voor het verwijderen van huishoudelijk afvalwater en regenwater uit de woonomgeving is riolering een onmisbare voorziening. De aanleg en het in stand houden van de riolering is een taak van de gemeente, die zijn wettelijke basis vindt in de Wet milieubeheer. De gemeente heeft daarom het Gemeentelijk Rioleringsplan 2004 t/m 2008 door Tauw laten opstellen. Hierin zijn ten behoeve van de kwaliteit van de rioleringszorg de volgende doelen onderscheiden: • de inzameling van het binnen het gemeentelijk gebied geproduceerde afvalwater; • de inzameling van het hemelwater dat niet mag of kan worden gebruikt voor de • lokale waterhuishouding; • het transport van het ingezamelde water naar een geschikt lozingspunt; • het voorkomen van ongewenste emissies naar oppervlaktewater, bodem en • grondwater; • het voorkomen van overlast voor de omgeving; • doelmatig beheer en goed gebruik van de riolering. Ten aanzien van de riolering streeft de gemeente Heusden bij vervanging van riolering naar het afkoppelen van het regenwater. Het beleid en de wetgeving rondom inzameling van afvalwater, hemelwater en grondwater is de afgelopen jaren in ontwikkeling geweest wat heeft geleid tot de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke Watertaken die per 1 januari 2008 in werking is getreden. Hierin zijn drie nieuwe zorgplichten gedefinieerd: • De zorgplicht voor (stedelijk) afvalwater; • De zorgplicht voor hemelwater; • De zorgplicht voor grondwater. De oude gemeentelijke zorgplicht voor de doelmatige inzameling en het transport van afvalwater zoals wettelijk vastgelegd in 1993 is met de komst van de nieuwe zorgplichten komen te vervallen. De zorgplicht afvalwater is in wezen een voortzetting van de oude zorgplicht. De hemelwaterzorgplicht en grondwaterzorgplicht zijn nieuw. De wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken is doorvertaald in de Wet Milieubeheer en de wet op de waterhuishouding. Alle gemeenten moeten volgens de wet uiterlijk vóór 2013 beschikken over een verbreed GRP dat voldoet aan de nieuwe vereisten. Gemeente Heusden is in mei 2009 gestart met het opstellen van een verbreed GRP en het uitwerken van een aantal onderleggers voor dit plan die afgestemd zijn op beleid dat is opgenomen in het waterplan Heusden. Dit verbreed GRP zal naar verwachting medio 2010 kunnen worden vastgesteld. Het nieuwe vGRP zal worden gemaakt voor de planperiode 2011-2015. Voor de periode 2009-2010 is besloten het oude GRP 2004-2008 met twee jaar te verlengen. Het rioleringsbeleid dat in deze periode wordt gevoerd is in deze beleidsnota verlenging GRP Heusden periode 2009-2010 beschreven. Hiermee wordt enerzijds voldaan aan de wettelijke verplichting om over een GRP te beschikken anderzijds wordt verantwoording afgelegd over het rioleringsbeleid dat de afgelopen jaren is gevoerd en over het beleid dat in 2009 en 2010 zal worden gevoerd. De verbreding van de zorgplichten komt in deze beleidsnotitie dus nog niet aan de orde omdat daarvoor momenteel een aantal bouwstenen nog ontbreken.
Pagina 20 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
2.3.6
Verordening wet geurhinder en veehouderij Op 1 januari 2007 is de wet geurhinder en veehouderij in werking getreden. Deze wet is het nieuwe beoordelingskader voor geurhinder bij milieuvergunningen en bestemmingsplannen. Deze wet vervangt alle voorgaande wetgeving met betrekking tot stank en geur vanuit de landbouw. De wet voorziet in de mogelijkheid de standaard-afstanden bij gemeentelijke verordening aan te passen. Door gebiedsspecifiek beleid kunnen ontwikkelingsmogelijkheden worden gecreëerd. Aan het RMB, de Milieudienst uit Cuijk, is gevraagd om een quickscan uit te voeren om na te gaan of het voor gemeente Heusden zin heeft hiervoor beleid te maken. Hieruit blijkt dat het geen zin heeft om beleid vast te stellen voor veehouderijen met odour units. (Dit zijn stankcirkels die afhankelijk zijn van het aantal gehouden dieren). Ten aanzien van veehouderijen met vaste afstanden kan het vaststellen van de halvering van deze afstanden diverse ontwikkelingen mogelijk maken. Binnen de bebouwde kom kan woningbouw dichter bij veehouderijen plaatsvinden; buiten de bebouwde kom kan er ontwikkelingsruimte ontstaan voor dicht bij elkaar gelegen veehouderijen in het buitengebied die elkaars ontwikkeling nu belemmeren. De gemeenteraad heeft op 17 december 2008 de Verordening wet geurhinder en veehouderij vastgesteld. Met het vaststellen van deze verordening heeft de gemeenteraad besloten om de vaste afstandcirkel van veehouderijen binnen de bebouwde kom te verlagen van 100 meter naar 50 meter. Hierdoor wordt (woning)bouw tot 50 meter nabij de veehouderij mogelijk, terwijl dit niet leidt tot extra uitbreidingsmogelijkheden voor die bedrijven. Ook is hiermee besloten om de vaste afstandcirkel buiten de bebouwde kom te halveren van 50 naar 25 meter, waardoor er ontwikkelingsruimte kan ontstaan voor veehouderijen in het buitengebied die nu in elkaars geurcirkel liggen. Op locaties waar doorontwikkeling ongewenst is, wordt dit in de praktijk al belemmerd door wetgeving op het gebied van ammoniak of luchtkwaliteit.
2.3.7
Gemeentelijke monumentenverordening Binnen het onderhavige plangebied is een aantal monumenten aanwezig, welke door de gemeente Heusden op de gemeentelijke monumentenlijst zijn geplaatst. In hoofdstuk 4.5 zijn deze opgesomd.
Pagina 21 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
3
Bestaande situatie
3.1
Ligging plangebied in de omgeving Het plangebied Drunen Zuid bevindt zich grotendeels binnen de bebouwde kom en bestaat voor het overgrote deel uit woonwijken, die in verschillende perioden tot stand zijn gekomen. De bebouwing direct aan de Eindstraat, Grotestraat en Bosscheweg maken deel uit van de historische lintbebouwing, verkaveld in de vorm van een zaagtand, welke onderdeel is van de Langstraat. Grenzend aan het oostelijk deel van het plangebied bevindt zich een open agrarisch gebied. Dit gebied ligt grofweg tussen de Bosscheweg, de Duinweg, de Eendenkooi en de Kooiweg. Dit open agrarisch gebied, maakt geen onderdeel uit van het plangebied.
3.2 3.2.1
Beschrijving van het plangebied Historie Drunen is een straatnederzetting die mogelijk al in de 11e eeuw de eerste bewoning kende. Het oost-west lopende lint is langzamerhand verdicht, maar de sterkste verdichting begon pas tussen ca. 1800 en 1900. Met de komst van de Lipsfabriek (1939) volgde een omvangrijke uitbreiding van het dorp in de breedte. Een deel van de bebouwing rond het Raadhuisplein, waaronder de St. Lambertuskerk (1952-1954) en een deel van het raadhuis is vlak na de Tweede Wereldoorlog herbouwd in de stijl van de Delftse School. Op het kruispunt van het oude lint met de noord-zuid lopende oudere agrarische linten van de Torenstraat en Stationsstraat ontstond het kerngebied met winkels, horeca en dienstverlening. De oudere bebouwing is voor een groot deel gespaard gebleven en contrasteert met de geplande uitbreidingen. Hierdoor is het oorspronkelijke dorp nog steeds goed herkenbaar.
Pagina 22 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
In de middenjaren 50 ontstond de eerste grote planmatige uitbreiding van Drunen, Braken Oost. Daarna volgde het noordwestelijk kwadrant Braken West in de jaren 60. In de jaren 70/80 volgde het grootschalige uitbreiding van Venne Oost, in de jaren 80 en 90 de eveneens grootschalige uitbreiding Venne West en in '00 de nieuwste uitleg Venne West 3. In het plangebied is een aantal rijks- en gemeentelijke monumenten gelegen. In paragraaf 4.5 is hier nader op ingegaan.
3.2.2
Centrum en linten Het lint wordt gekenmerkt door karakteristieke vrijstaande panden in een vrij compacte setting. Het kerngebied is het meest compact. De bebouwingsrichting is gelijk aan de agrarische perceelsrichting. De weg loopt schuin door de perceelsrichting waardoor de bebouwing onder een hoek op de weg staat. Hierdoor is de rooilijn verspringend geworden.
Door de zeer smalle percelering werden de schuren en andere opstallen in de meeste gevallen op het achtererf geplaatst. Hierdoor wordt het aanzien van de straat door de hoofdgebouwen bepaald. Waar het agrarische panden betreft staat de nokrichting haaks op de weg. De woonbebouwing heeft veelal een evenwijdig aan de weg lopende nokrichting. In een aantal gevallen komen rietkappen voor.
Pagina 23 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Een bijzonder complex, maar enigszins verborgen, is de voormalige Autotron-locatie. Momenteel is hier cultureel centrum De Voorste Venne gehuisvest, en vindt er horeca en dienstverlening plaats. In het lint is in een aantal gevallen een stijl- en een schaalverschil ontstaan door de vestiging van grotere winkels en bedrijfspanden. Het algehele beeld is echter nog evenwichtig gebleven. Ook de inrichting van de openbare ruimte heeft nog de kenmerken van een dorpse structuur behouden. De klinkerbestrating en de bescheiden inrichting versterken dat beeld. Het oost-west lint heeft geen sterke groenstructuur. Daardoor komt het bebouwingsbeeld nog prominenter in beeld. De Torenstraat staat dwars op het lint. Ook langs dit lint staat oudere individuele bebouwing. Vrijwel alle gebouwen in de Torenstraat zijn met zadelkap uitgevoerd. Ook dit lint heeft, net als de Grotestraat, een functionele mix van wonen, winkels en bedrijvigheid / dienstverlening. In de afgelopen jaren is het centrum heringericht. Een groot deel van het zogenaamde kerngebied is ingericht als verkeersluw winkelerf. Met de herinrichting is gestreefd naar een concentratie van activiteiten en functies in het centrumgebied. Functionele structuur In het centrumgebied komt een breed scala aan functies en activiteiten voor, die elkaar ondersteunen. Naast een winkel en horecafunctie is er in het centrumgebied een woonfunctie. De horecafunctie is met name gesitueerd rondom het Raadhuisplein. In het gebied zijn een tweetal bijzondere gebouwen gelegen. Te weten het gemeentehuis en de Lambertuskerk. Groenstructuur Het groen in het centrumgebied wordt vooral bepaald door bomen. Van oudsher kende de Grotestraat een zware boombeplanting, die in de afgelopen decennia verloren is gegaan. Het streven is om de herkenbaarheid van de hoofdstructuur te versterken. Grotere openbare groenplekken komen in het centrumgebied niet voor.
3.2.3
Venne Oost Venne Oost bestaat uit de wijken Venne Oost en 't Sempke. Deze wijken werden in de periode 1965-1980 gerealiseerd in zuidoostelijke richting van de kern Drunen. Het gebied Venne Oost wordt begrensd door de Torenstraat in het westen, de Grotestraat aan de noordzijde en de Duinweg aan de oostzijde. De wijk Venne Oost wordt doorsneden door de Beethovenlaan (gebiedsontsluitingsweg). De Torenstraat, een oud agrarische lint, scheidt de wijk van Venne West. De wijken Venne Oost en 't
Pagina 24 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Sempke worden bepaald door de Admiraalsweg, waarbij de wijk 't Sempke ten oosten van deze straat ligt. De woningbouw in de wijken varieert van gestapelde laagbouw, half-vrijstaande woningen en aaneengebouwde eensgezinswoningen in zowel stroken als geschakelde. De dichtheid loopt daarbij iets af in de richting van het (recentere) Sempke in het oosten. Aan de zuidzijde van de wijk Venne Oost is een rand van bungalowbebouwing geprojecteerd. Het Sempke bestaat voornamelijk uit lusvormige woonstraten, woonerven en erfstraten. Functionele structuur In de twee wijken wordt voornamelijk gewoond. Aan het voormalige agrarische lint, de Torenstraat, bevinden zich enkele winkels, die zeer verspreid zijn gesitueerd. In de wijken liggen vooral maatschappelijke functies, zoals een drietal basisscholen en kinder- en/of naschoolseopvang en een kerk. Groenstructuur Venne Oost Deze wijk is afgebakend door een zestal entrees, waarop tevens accentpunten liggen. Het groen in deze wijk heeft met name een functie op woonomgevingsniveau. Het gaat dan om aankledings- en gebruiksgroen. Op wijkniveau is er groen met een verkeersfunctie langs de wijkontsluitingswegen, dit zijn veelal grote bomen. De ecologische waarden en potenties binnen de wijk zijn van een normaal niveau. De Beethovenlaan en de Heidijk zijn onderdeel van de hoofdgroenstructuur. Voorts behoren de bomenrijen langs de Kennedystraat, Vennestraat, Piet Heinstraat, De Ruyterstraat, Beethovenlaan en Mozartlaan tot de hoofdboomstructuur.
Groenstructuur Venne Oost
Pagina 25 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
't Sempke Deze wijk bestaat eigenlijk uit twee buurten, de Schildersbuurt en de Componistenbuurt. Het groen in deze wijken heeft met name een functie op woonomgevingsniveau. Het gaat dan in de schilderbuurt om aankledings- en gebruiksgroen. De groenvlakken zijn hier vrij klein, maar wel soortenrijk. In de componistenbuurt betreft het alleen aankledingsgroen. De ecologische waarden en potenties binnen de wijk zijn van een normaal niveau. Het groen langs de Admiraalsweg, de Rossinistraat, de Franshalslaan en de Rubenslaan is onderdeel van de hoofdgroenstructuur, evenals het groengebied in het midden van de Schilderswijk. De hoofdboomstructuur valt deels binnen de hoofdgroenstructuur en ligt verder langs het Brahms-, Bellini- en deels langs het Haydenpark, de Rembrandtlaan en een deel langs de Valeriusstraat.
Groenstructuur 't Sempke
3.2.4
Venne West Venne West is de meest zuidwestelijk gelegen wijk van Drunen en op Venne West 3 na, de jongste uitbreiding. Centraal in de wijk ligt het Breeveldpark, de verschillende bouwblokken zijn hier concentrisch omheen gegroepeerd. Dit maakt de honinggraatstructuur duidelijk herkenbaar. De wijk Venne West wordt doorsneden door de Statenlaan (gebiedsontsluitingsweg). Ten noorden van de Statenlaan is de wijk gekenmerkt door Landennamen (landenbuurt) en ten zuiden door namen die betrekking hebben op wateren (rivierenbuurt). Verder is de wijk voor de automobilist die daar geen herkomst of bestemming heeft onaantrekkelijk gemaakt, zodat niet een route door de wijk maar over de hoofdwegen wordt gekozen. Functionele structuur Venne West is een wijk waarin voornamelijk wordt gewoond. In het midden van de wijk zijn enkele bijzondere functies gelegen, zoals een kleine sporthal, twee basisscholen en een park.
Pagina 26 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Groenstructuur In de wijk zijn diverse soorten groen met diverse functies aanwezig, accentgroen, aankledingsgroen, gebruiksgroen en verkeersgroen. Aan de rand van de watergang in de noordwesthoek van de wijk, in het Breeveldpark en langs de Heidijk zijn de ecologische potenties hoog. Voor het overige zijn de ecologische waarden en potenties binnen de wijk van een normaal niveau. De hoofdgroenstructuur is gelegen langs de concentratische ringen van de Statenlaan, de Heidijk en in het gebied links en rechts van de Oder. Ook het Breeveldpark maakt deel uit van deze structuur. Groene accenten in deze wijk zijn het Breeveldpark en de entree op het kruispunt Overlaatweg-Statenlaan. Het groen langs de Statenlaan en aan de zuidzijde langs de Heidijk zijn onderdeel van de grotere groenzone aan de zuidrand van Drunen.
Groenstructuur Venne West
3.2.5
Venne West 3 Venne West 3 is de jongste uitbreiding van de kern Drunen. Venne West 3 bestaat uit een driehoekig gebied aan de westzijde van Drunen. Het gebied wordt aan de noordzijde begrensd door het historische lint van de Kleinestraat/Grotestraat. De zuidoost zijde wordt gevormd door de uitbreidingen Venne West en Venne West 2. De Molen-steeg en de Heidijk begrenzen tenslotte de westzijde van het gebied. De stedenbouwkundige opzet wordt gekenmerkt door een overwegend noord-zuid gerichte lijnstructuur die gevolgd wordt door de bebouwing, het water en de groenstructuren.
Pagina 27 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Functionele structuur Venne West 3 is een wijk waarin wordt gewoond. De wijk wordt doorsneden de door de Statenlaan. Hierdoor ontstaan twee deelgebieden. Het westelijk deel van Venne west 3 wordt begrensd door een grote waterpartij. Het water en de beleving daarvan hebben een belangrijke plaats in dit deel van de wijk. In het gebied komen alle bebouwingstypologien voor. Groenstructuur De wijk Venne West 3 wordt momenteel gebouwd. Het groen in de wijk is dan ook nog niet gerealiseerd. In de planvorming is er naar gestreefd om van de wijk een groene wijk te maken. De gemeente wil dit bereiken door vele kleine en grote groengebieden die verspreid liggen over de wijk te realiseren. Voor kinderen bieden deze gebieden plaats voor zowel formele als informele speelplekken. Het openbaar groen in de wijk zal een sober eenduidig karakter hebben bestaande uit gras, beukhagen en bomen. In de groengebieden worden er verschillende soorten bomen in groepen geplaatst, waardoor een parkachtig beeld ontstaat.
3.2.6
Deelgebied Oost In het oostelijk deel van het plangebied bevindt het lint van de Grotestraat dat overgaat in de Bosscheweg. Aan dit lint zijn voornamelijk woningen gelegen. Aan de achterzijde van de woningen ligt een open agrarisch gebied. Dit gebied ligt grofweg tussen de Bosscheweg, de Duinweg, de Eendenkooi en de Kooiweg en maakt geen deel uit van het plangebied. Daarnaast bevindt zich tussen de Eendenkooi en de Heidijk een kleine villa wijk. Deze heeft een bosachtige uitstraling vanwege de grote tuinen, waarin veel hoge bomen aanwezig zijn. Functionele structuur De meeste (dienst)woningen in het gebied zijn gelegen langs de Bosscheweg en in de villawijk. De meeste bedrijvigheid is gelegen in de agrarische sector of is agrarisch gerelateerd. De gronden worden dan ook voornamelijk gebruikt ten behoeve van de agrarische sector. Groenstructuur Het grootste gedeelte van het gebied bestaat uit agrarische gronden (akkers en graslandpercelen), die buiten het plangebied vallen. De beplanting op de Heidijk, de knotwilg aan de Zwaluwmoersedreef, de enkele beukenlaan aan de Kooiweg, de eikenen beukenlaan en houtwal aan de Eendenkooi behoren tot de historische groenelementen. Langs de Bosscheweg is voornamelijk bermgroen aanwezig.
Pagina 28 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Groenstructuur Eendekooi
3.2.7
Verkeer en vervoer Drunen ligt pal aan de Rijksweg A59, de autosnelweg Den Bosch-Breda / Rotterdam. Via twee afslagen is het dorp vanaf deze weg bereikbaar. Het noordelijke gedeelte van de ringweg wordt gevormd door de Spoorlaan, het zuidelijk deel loopt door het gebied ten zuiden van de Grotestraat en wordt gevormd door de Statenlaan en de Beethovenlaan en in het oostelijk deel door de Lipsstraat en de Duinweg. De tracés door de oudere wijken lopen kaarsrecht. Vanaf de ringweg zijn de verschillende wijken goed bereikbaar.
afbeelding 3: Uitsnede verkeers- en vervoersplan
Pagina 29 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
De radialen naar het dorpscentrum worden gevormd door de oude agrarische wegen, de Grotestraat, de Torenstraat en de Stationsstraat. Deze wegen zijn vanaf de ringweg toegankelijk. De oudere lintstructuren lopen door naar de andere lintdorpen. Rotondes markeren in een aantal gevallen de afslag van ring naar wijk / buurtontsluiting. De rotondes zijn (nog) niet consequent toegepast in gelijkwaardige situaties.
3.3 3.3.1
Voorzieningen Detailhandel en horeca Binnen het plangebied zijn verspreid gelegen diverse detailhandel- en horecavoorzieningen aanwezig. De detailhandelvoorzieningen zijn voornamelijk gelegen aan de Grotestraat en Torenstraat, hieronder bevinden zich vier supermarkten. In het centrum van Drunen is de kerk en een locatie van het gemeentehuis gelegen. Rondom het gerenoveerde plein zijn diverse horecagelegenheden gevestigd. De grootste horecavoorziening in het plangebied bevindt zich in De Voorste Venne. Hierin is een partycentrum en een restaurant gevestigd. Een aantal voorzieningen valt onder de Wet milieubeheer vergunningsplichtige inrichtingen of Amvb-inrichtingen.
3.3.2
Bedrijven en kantoren Binnen het plangebied bevinden zich verschillende bedrijven. Deze, voor het overwegende deel detailhandelsbedrijven, liggen voornamelijk aan het historisch lint en in het centrumgebied. Daarnaast liggen aan het lint enkele horecabedrijven en kantoren. De gebouwen van De Voorste Venne worden gebruikt voor maatschappelijke- en horecadoeleinden. Aan de Boscheweg zijn enkele agrarische bedrijven (grondgebonden, nietgrondgebonden) gevestigd. De bedrijven zijn als zodanig bestemd in dit bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is een bedrijvenlijst gehanteerd welke is gebaseerd op de handreiking bedrijven en milieuzonering 2009 van de VNG. Deze methode is algemeen geaccepteerd als de standaard voor de planologische inpassing van bestaande en nieuwe bedrijfslocaties. Vanwege de gevoeligheid van de omgeving is ervoor gekozen om de woonbestemmingen in zijn algemeenheid niet hoger te belasten dan met bedrijvigheid die valt onder categorie A. Slechts op die plaatsen waar vanwege bestaande bestemmingen sprake is van bedrijvigheid van een hogere categorie, is deze met een specifieke aanduiding positief bestemd. Met het vaststellen van de verordening geurhinder en veehouderij heeft de gemeenteraad besloten om de vaste afstandcirkel van veehouderijen binnen en buiten de bebouwde kom te verlagen. Indien een hindercirkel van toepassing is, is deze opgenomen op de verbeelding. Aan de Beethovenlaan is een benzinestation, zonder LPG gevestigd.
Pagina 30 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
3.3.3
Nutsvoorzieningen In het plangebied zijn enkele nutsvoorzieningen aanwezig, daar waar het om grotere voorzieningen gaat zijn ze aangewezen in het bestemmingsplan.
3.3.4
Maatschappelijke voorzieningen Naast de bovengenoemde functies is in het plangebied een aantal basisscholen, een kinderdagverblijf en een cultureelcentrum aanwezig. In het centrum ligt aan het gerenoveerde plein een kerk en aan de andere kant staat een locatie van het gemeentehuis.
Pagina 31 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
4
Milieuhygiënische aspecten
4.1
Bodem Binnen het plangebied zijn in het verleden diverse bodemonderzoeken uitgevoerd. Uit deze onderzoeken blijkt dat de bodemkwaliteit in het plangebied varieert per locatie. De meeste bodemonderzoeken zijn te oud om een juiste uitspraak te doen over de kwaliteit van de bodem. Wanneer ontwikkelingen zich voordoen dient een bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Daarnaast is bodemonderzoek verplicht voor het afgeven van een bouwvergunning (een bodemonderzoek dient opnieuw te worden uitgevoerd indien deze 5 jaar of ouder is). Het bestemmingsplan betreft een consoliderend bestemmingsplan. Bestaande bestemmingen, bebouwing en functies in het gebied blijven gehandhaafd en worden overeenkomstig de huidige situatie geregeld in het bestemmingsplan. Er is geen sprake van een functiewijziging in het plangebied en dus bestaat er geen noodzaak om bodemonderzoek uit te voeren.
4.2
Natuur Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Het aspect ecologie vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid het onderhavige bestemmingsplan. Indien in het plangebied een ruimtelijke ontwikkeling (zoals woningbouw) plaatsvindt, dient van tevoren een inventarisatie plaats te vinden van de eventueel aanwezige beschermde soorten. Deze mogen onder meer niet gedood, verjaagd, gevangen of gestoord worden. Indien beschermde soorten op de projectlocatie aanwezig zijn, dient schade zoveel mogelijk voorkomen en beperkt te worden.
4.3
Waterhuishouding Het waterschap hanteert bij ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder ver- en nieuwbouwplannen, een aantal beleidsuitgangsprincipes ten aanzien van het duurzaam omgaan met water, die van belang zijn als vertrekpunt van het overleg tussen initiatiefnemer en waterbeheerder. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient de initiatiefnemer hier invulling aan te geven:
1. Wateroverlastvrij bestemmen Bij de locatiekeuze voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient rekening te worden gehouden met de norm uit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). In eerste instantie zal bij de locatiekeuze van een ontwikkeling gezocht moeten worden naar een plek die hoog en droog genoeg is. Mocht dit echter niet mogelijk of wenselijk zijn, dan zal in de compenserende of mitigerende sfeer gezocht moeten worden naar maatregelen die het gewenste beschermingsniveau tegen wateroverlast helpen realiseren. Liever nog dan mitigeren of compenseren, wordt bij voorkeur gebouwd op locaties die als gevolg van hun ligging nú al voldoen aan de NBW-norm voor de toekomstige functie.
Pagina 32 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
2. Gescheiden houden van vuil water en schoon hemelwater Het streefbeeld is het afvoeren van het vuile water via de riolering en het binnen het plangebied verwerken van het schone hemelwater. 3. Doorlopen van de afwegingsstappen: hergebruik - infiltratie - buffering -afvoer In aansluiting op het landelijke beleid (NW4, WB21) hanteert het waterschap het beleid dat bij nieuwe plannen altijd onderzocht dient te worden hoe omgegaan kan worden met het schone hemelwater. Hierbij worden de afwegingsstappen hergebruik - infiltratie - buffering - afvoer (afgeleid van de trits vasthouden bergen - afvoeren) doorlopen. 4. Hydrologisch neutraal bouwen Nieuwe ontwikkelingen dienen te voldoen aan het principe van hydrologisch neutraal bouwen, waarbij de hydrologische situatie minimaal gelijk moet blijven aan de uitgangssituatie. Hierbij mag de natuurlijke GHG (Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand) niet verlaagd worden en mag bijvoorbeeld bij transformatie van landelijk naar bebouwd gebied de oorspronkelijke landelijke afvoer in de normale situatie niet overschreden worden. 5. Water als kans Water wordt door stedenbouwkundigen bij inrichtingsvraagstukken vaak benaderd als een probleem (er moet ook ruimte voor water gecreëerd worden, en m2 zijn duur). Dat is erg jammer, want water kan ook een meerwaarde geven aan het plan, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de belevingswaarde van water. Zo is wonen aan het water erg gewild, een mooie waterpartij met bijbehorend groen wordt door vele inwoners gewaardeerd etc. 6. Meervoudig ruimtegebruik Er moet ruimte voor water gecreëerd worden, en m2 zijn duur. Maar door bij de inrichting van een plangebied ruimte voor twee of meer doeleinden te gebruiken, is het verlies van m2 als gevolg van de toegenomen ruimtevraag vanuit water te beperken. Zo is het in bepaalde gevallen mogelijk om het flauwe talud ook te gebruiken als onderhoudsstrook. Flauwe taluds geven veel ruimte voor buffering van water, maar zijn ook te gebruiken voor recreatieve doeleinden (zoals een fietspad dat af en toe niet te gebruiken is). 7. Voorkomen van vervuiling Bij de inrichting, het bouwen en het beheer van gebieden wordt het milieu belast. Vanuit zijn wettelijke taak ten aanzien van het waterkwaliteitsbeheer streeft het waterschap ernaar om nieuwe bronnen van verontreiniging zoveel mogelijk te voorkomen. Deze bronaanpak is ook verwoord in het Emissiebeheersplan. Het waterschap besteedt hier reeds aandacht aan in de fase van de watertoets, zodat dit aspect als randvoorwaarde kan worden meegenomen in het verdere ontwerpproces.
Pagina 33 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
8. Waterschapsbelangen Er zijn waterschapsbelangen met een ruimtelijke component. Dit betreft het volgende: a. ruimteclaims voor waterberging b. ruimteclaims voor de aanleg van natte EVZs en beekherstel c. aanwezigheid en ligging watersysteem d. aanwezigheid en ligging waterkeringen e. aanwezigheid en ligging van infrastructuur en ruimteclaims tbv de afvalwaterketen in beheer van het waterschap. Indien deze belangen een rol spelen in het ruimtelijke plan dan zou hieraan in de toelichting, de voorschriften en de plankaart aandacht besteed moeten worden. Het waterschap heeft het verzoek ingediend het volgende toe te voegen aan de uitgangspunten watersysteem: - hydrologisch neutraal bouwen; - geen belemmeringen voor beheer en onderhoud. Verder heeft het waterschap aangegeven dat wateroverlast op het eind van de twintigste eeuw heeft geleid tot de zienswijze dat de wijze waarop tot dan toe werd omgaan met water niet toereikend meer is voor de toekomst. De kern van het nieuwe beleid is dat het water de ruimte moet krijgen, voordat het die ruimte zelf neemt. Water de ruimte geven betekent dat in het landschap en in de steden ruimte moet worden gereserveerd voor de (tijdelijke) opslag van water. Gemeenten dienen die ruimtebehoefte voor water planologisch mogelijk te maken. Het bestemmingsplan is het juiste instrument daarvoor. Het waterschap is beheerder van het (regionale) oppervlaktewatersysteem. Dit systeem is nodig voor wateraanvoer, waterafvoer en/of waterberging. Het goed functioneren van het watersysteem is dus essentieel voor de waterhuishouding in het gebied en daarmee voor de veiligheid en het voorkomen van wateroverlast, schade en kosten. Water heeft ruimte nodig. Een robuust watersysteem is beter berekend op eventuele toekomstige klimatologische veranderingen. Voorkomen moet worden dat bij nieuwe of eventuele toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen ruimteverlies optreedt ten aanzien van het watersysteem. Het waterschap wil daarom ten allen tijde voorkomen dat de ruimte voor water wordt verkleind, zonder dat daar compensatie en/of mitigatie tegenover staat. Het bestemmingsplan vormt het juridische toetsingskader voor het grondgebruik en daarmee voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De planfiguur is het instrument waarin de gemeente alle ruimtelijke belangen afweegt, dus ook de belangen van het waterschap. Het waterschap is verantwoordelijk voor een goede waterhuishouding en daarmee een goed functionerend watersysteem. Het waterschap heeft dan ook een direct belang bij een adequate bestemming van water in het bestemmingsplan. Het waterschap beschikt over een keur waarin regels met betrekking tot het beheer en onderhoud van oppervlaktewateren zijn opgenomen. Een juridische, planologische bescherming wordt echter niet in de Keur of Legger van het waterschap geregeld. Het bestemmingsplan vervult daarbij een belangrijke functie om de veiligheid zo goed mogelijk te garanderen en een duurzaam watersysteem in stand te houden.
Pagina 34 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Aangezien het watersysteem een redelijk constant systeem is, waarbij weinig ruimtelijke veranderingen optreden en deze functie zelden strijdig is met andere functies in omgeving past bestemming binnen de systematiek en analogie van de planfiguur. Water is een expliciete ruimtelijke functie. Het waterschap vindt dat water een volwaardig onderdeel is van het bestemmingsplan. Oppervlaktewater wordt daarbij op de plankaart ruimtelijk bestemd als water. Daarbij dienen tevens planregels te worden opgenomen. In het bestemmingsplan is bestaand water als zodanig bestemd en bij de ontwikkelingen is nieuw water mogelijk gemaakt. De gemeente hanteert dat daar waar riolering moet worden vervangen het regenwater wordt afgekoppeld. Men streeft ernaar om zowel de bestrating als de woningen af te koppelen in samenwerking met de bewoners. Watertoets De reactie van het Waterschap Aa en Maas op het voorontwerpbestemmingsplan 'Drunen Zuid' zal worden opgenomen als deze voorhanden is. Het standpunt van het waterschap is dat de waterparagraaf aansluit bij hun wensbeeld.
4.4
Archeologie en cultuurhistorie In opdracht van de gemeente Heusden is door Synthegra bv een archeologisch onderzoek uitgevoerd in het gebied Drunen Zuid. Hierin is nog een groter gebied bekeken dan nu het plangebied van het onderhavige bestemmingsplan is. Het plangebied is onderverdeelt in drie deelgebieden. Archeologie • Deelgebied I Venne West (ten westen van de Torenstraat) Dit deelgebied heeft op de Indicatieve kaart van Archeologische Waarden (IKAW) deels een middelhoge en deels een hoge archeologische trefkans voor het zuidelijke en oostelijk deel. Op de Cultuurhistorische Waardenkaart kent het gebied een middelhoge tot hoge archeologische waarden.
Pagina 35 van 57
•
Deelgebied II Venne Oost en 't Sempke (tussen Torenstraat en Duinweg) Op zowel de IKAW-kaart als de Cultuurhistorische Waardenkaart is dit deelgebied, vanwege de bebouwing niet gekarteerd.
•
Deelgebied III Oostelijk van Duinweg Op de IKAW-kaart kent dit deel grotendeels een middelhoge archeologische trefkans. Voor het bebouwde gebied ten zuiden van de Eendenkooi geldt een hoge archeologische trefkans. Voor het geheel oostelijk deel, ten oosten van de Kooiweg, geldt een lage archeologische trefkans. Op de Cultuurhistorische Waardenkaart kent het gebied een middelhoge tot hoge archeologische waarde.
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
afbeelding 4: Cultuurhistorische waardenkaart uit het rapport van Synthegra BV
Cultuurhistorie Het plangebied maakt deel uit van het Belvedèregebied 'de Langstraat'. Het gebied bestaat uit een waardevol laagveenontginnings-landschap met aan de zuidkant een overgang naar heideontginningen. Bijzonder waardevol zijn de vele historische lintbebouwingen die het gebied kenmerken. De bebouwing gelegen langs de Eindstraat en de Grotestraat is onderdeel van de historische lintbebouwing. Aan deze straat liggen enkele monumentale gebouwen, daarnaast liggen aan de straat meerdere boerderijen van het Langstraattype. De Heidijk die de westelijke en zuidelijke grens vormt van het plangebied is een van oorsprong middeleeuwse dijk. Sinds de jaren 30 heeft de dijk geen belangrijke waterkeringsfunctie meer door onder meer het sluiten van de overlaten. In het Belvedère-project wordt voor behoud opgeroepen in verband met de in de dijk aanwezige elementen zoals sluisjes, duikers en historische groenstructuren. Bij nieuwe ontwikkelingen dient aandacht te worden besteed aan de bestaande cultuurhistorische waarden en het effect van de voorgenomen nieuwbouw hierop.
Pagina 36 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
4.5
Monumenten De volgende objecten hebben de status van beschermd gemeentelijke monument: Grotestraat 15 Grotestraat 17 Grotestraat 131 Grotestraat 191 Grotestraat 239 Nigerplantsoen 15 Raadhuisplein 4 Torenstraat 11 Torenstraat 19 In het plangebied bevindt zich drie rijksmonumenten: Kleinestraat 19/21 Raadhuisplein 16 Grotestraat 47 Uitgangspunt van het beleid is behoud van deze karakteristieke panden en objecten. Er dient zorgvuldig te worden omgegaan met het in stand houden, veranderen en uitbreiden van deze beeldbepalende panden en objecten. De monumenten zijn aangegeven op de plankaart van het bestemmingsplan. Een beschermende regeling is niet opgenomen, omdat deze monumenten reeds worden beschermd door middel van rijksverordeningen en gemeentelijke verordeningen.
4.6
Geluid
Conform de Wet geluidhinder dient een akoestisch onderzoek te worden verricht indien er sprake is van het projecteren van nieuwe geluidsgevoelige bebouwing binnen de onderzoekszone van een weg. Uitzonderingen hierop zijn wegen die gedézoneerd zijn in het kader van een geluidsniveaukaart, bestemd zijn als woonerf of opgenomen zijn in een 30 km-zone. Voorliggend bestemmingsplan betreft het herzien van de verouderde bestemmingsplannen in het bestaand stedelijk gebied. Slechts voor zover er geluidsgevoelige bebouwing, zoals woningbouw, mogelijk wordt gemaakt is akoestisch onderzoek verplicht. In het plangebied is ter hoogte van de kruising Overlaatweg/Statenlaan de aanleg van een rotonde noodzakelijk. Uit het hiervoor uitgevoerde akoestisch onderzoek is gebleken dat voor een aantal woningen waarbij niet wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde een hogere waarde procedure ingevolge de Wet geluidhinder dient te worden doorlopen. Dit zal tegelijkertijd met de bestemmingsplanprocedure plaatsvinden. Voor een uitgebreide beschrijving van het onderzoek wordt verwezen naar de rapportage Akoestisch onderzoek wijziging aan de Overlaatweg en de Statenlaan, d.d. 11 januari 2010. Bij nieuwe ontwikkelingen binnen de onderzoekszone van wegen dient een akoestisch onderzoek verricht te worden. Een dergelijk akoestisch onderzoek heeft tot doel de geluidbelasting op gevels van de geluidsgevoelige bebouwing te bepalen en te toetsen aan de grenswaarden die in de Wet geluidhinder (artikel 76 en 77 Wgh) zijn gesteld. Indien niet aan de grenswaarden wordt voldaan, moet worden bezien of geluidsbeperkende maatregelen te realiseren zijn.
Pagina 37 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Bedrijventerrein Groenewoud Het bedrijventerrein Groenewoud is vanwege de aanwezigheid van zogenaamde geluidzoneringsplichtige inrichtingen, ingevolge de Wet geluidhinder voorzien van een geluidzone. Dit is als zodanig op de verbeelding aangegeven met de aanduiding geluidzone industrie. In de regels is dan ook geregeld dat er in het plangebied geen voor geluidgevoelige objecten gevestigd mogen worden, indien de voorkeurgrenswaarde van 50 dB(A) wordt overschreden, tenzij een hogere waarde is vastgesteld.
afbeelding 5: geluidscontour industrieterrein
Pagina 38 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
4.7
Geurhinder en Veehouderij. Op 1 januari 2007 is de wet geurhinder en veehouderij in werking getreden. Deze wet is het nieuwe beoordelingskader voor geurhinder bij milieuvergunningen en bestemmingsplannen. Deze wet vervangt alle voorgaande wetgeving met betrekking tot stank en geur vanuit de landbouw. De wet voorziet in de mogelijkheid de standaard-afstanden bij gemeentelijke verordening aan te passen. Door gebiedsspecifiek beleid kunnen ontwikkelingsmogelijkheden worden gecreëerd. Aan het RMB, de Milieudienst uit Cuijk, is gevraagd om een quickscan uit te voeren om na te gaan of het voor gemeente Heusden zin heeft hiervoor beleid te maken. Hieruit blijkt dat het geen zin heeft om beleid vast te stellen voor veehouderijen met odour units. (Dit zijn stankcircels die afhankelijk zijn van het aantal gehouden dieren). Ten aanzien van veehouderijen met vaste afstanden kan het vaststellen van de halvering van deze afstanden diverse ontwikkelingen mogelijk maken. Binnen de bebouwde kom kan woningbouw dichter bij veehouderijen plaatsvinden; buiten de bebouwde kom kan er ontwikkelingsruimte ontstaan voor dicht bij elkaar gelegen veehouderijen in het buitengebied die elkaars ontwikkeling nu belemmeren. De gemeenteraad heeft op 17 december 2008 de Verordening wet geurhinder en veehouderij vastgesteld. Met het vaststellen van deze verordening heeft de gemeenteraad besloten om de vaste afstandcirkel van veehouderijen binnen de bebouwde kom te verlagen van 100 meter naar 50 meter. Hierdoor wordt (woning)bouw tot 50 meter nabij de veehouderij mogelijk, terwijl dit niet leidt tot extra uitbreidingsmogelijkheden voor die bedrijven. Ook is hiermee besloten om de vaste afstandcirkel buiten de bebouwde kom te halveren van 50 naar 25 meter, waardoor er ontwikkelingsruimte kan ontstaan voor veehouderijen in het buitengebied die nu in elkaars geurcircel liggen. Op locaties waar doorontwikkeling ongewenst is, wordt dit in de praktijk al belemmerd door wetgeving op het gebied van ammoniak of luchtkwaliteit.
4.8
Luchtkwaliteit Voor de gehele gemeente Heusden is in november 2006 door Bureau Goudappel Coffeng een luchtkwaliteitsplan opgesteld. Deze is op 6 november 2007, door de gemeenteraad vastgesteld. In deze paragraaf is een samenvatting van deze rapportage opgenomen. Voor een uitgebreide beschrijving van het onderzoek wordt verwezen naar de rapportage Luchtkwaliteitsplan gemeente. De bescherming van de gezondheid van de mens is een belangrijke reden voor het ontwikkelen van een gemeentelijk luchtkwaliteitplan. Luchtverontreiniging bestaat uit een mengsel van stoffen. Het is daarom niet altijd duidelijk welke stof verantwoordelijk is voor welk effect. Toch is er steeds meer bewijs voor dat het zogenaamde fijn stof een belangrijke veroorzaker van gezondheidseffecten is, zowel na korte als lange blootstelling.
Pagina 39 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
In de rapportage zijn de huidige luchtkwaliteit en die van twee prognosejaren beoordeeld. Aan de hand van de resultaten zijn maatregelen bepaald voor het verbeteren van de luchtkwaliteit. Voor het bepalen van de gemeentelijke maatregelen is een workshop gehouden, waarin is gebrainstormd over mogelijke maatregelen. Van één maatregel is met de milieumodellen PLUIM en promil het effect op de luchtkwaliteit bepaald voor het jaar 2010. Luchtkwaliteit in Heusden In tabel S.1 staan de resultaten van de basisjaren met een overschrijding van de jaargemiddelde concentratie NO2 en met meer dan 35 keer per jaar een overschrijding van de daggemiddelde concentratie PM10. De overige BLK-stoffen worden binnen de gemeente Heusden niet overschreden.
wegvak A59
2005 2010 2015 jaargemiddelde 24-uursgemiddelde jaargemiddelde 24-uursgemiddelde jaargemiddelde 24-uursgemiddelde concentratie concentratie concentratie concentratie concentratie concentratie NO2 PM10 NO2 PM10 NO2 PM10 ja ja ja ja ja -
Abt Van Engelenlaan
-
-
ja
-
-
-
De Akker
-
ja
-
-
-
-
ja ja ja ja ja Ja
ja ja ja ja ja ja ja ja ja
ja ja ja ja
ja ja
-
-
Grote Kerk Heistraat Jonkheer de la Courtstraat Onsenoortsestraat Sint Catharinastraat Tunnelweg Vendreef Wolfshoek Wolput
Tabel S.1: Overzicht overschrijding grenswaarden in de drie onderzochte basisjaren
Maatregelen De rijksoverheid en de provincie Noord-Brabant zetten vooral in op nationale en regionale maatregelen om de luchtkwaliteitsknelpunten op te lossen. Naast deze maatregelen heeft de gemeente eveneens de mogelijkheid om maatregelen te treffen ter verbetering van de luchtkwaliteit. De maatregelen die voorgesteld zijn (zie tabel S.2), kunnen op korte of langere termijn door de gemeente uitgevoerd worden. De gemeente heeft daartoe een separaat actieplan opgesteld. De maatregelen hebben soms een grote impact, maar zijn soms ook eenvoudiger in te stellen. nr
Maatregel
“Andere” overheden Verbetering van doorstroming A59 1.2 Openbaar vervoer schoner 1.3 Verbeteren lijnverbinding van het openbaar vervoer (bussen) Gemeente Heuden 2.1 Schonere gemeentelijke voertuigen 2.2 Vervoersmanagement bij de gemeente 2.3 Fietsgebruik stimuleren door verbetering openbare ruimte 2.4 Parkeerbeleid 2.5 Communicatie 2.6 Routering vrachtverkeer 2.7 Groen in stedelijke gebieden Bedrijven 3.1. Mobiliteitsmanagement, vervoersmanagement en parkmanagement 3.2 Opstellen fietsplan bij bedrijven 3.3 Luchtwassers 1.1
Tabel S.2: Overzicht pakket van maatregelen
Pagina 40 van 57
RO&E
Bijdrage
Effect op NO2 en Kosten Haalbaarheid PM10
Generiek
+
Hoog
+
Generiek Generiek
0/+ Midden 0/+ Midden
-/0 -/0
Lokaal Generiek Generiek
+ Hoog + Midden + Midden
+ 0 0
Generiek en Lokaal 0/+ Generiek en Lokaal Geen meetbaar effect Generiek en Lokaal 0/+ Lokaal Nog niet duidelijk
Hoog Laag Laag Laag
0 ++ 0/+ +
Generiek
+ Midden
+
Generiek Lokaal
0/+ Laag + Midden
-/0 +
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Daarnaast is er voor de gemeente Heusden ten behoeve van het bestemmingsplan Drunen-Zuid in januari 2008 door bureau Cauberg-Huygen raadgevende ingenieurs b.v. een luchtkwaliteitonderzoek uitgevoerd. In deze paragraaf is de samenvatting van deze rapportage opgenomen. Voor een uitgebreide beschrijving van het onderzoek wordt verwezen naar de rapportage 'onderzoek luchtkwaliteit wegverkeer bestemmingsplan Drunen-Zuid', d.d. 3 januari 2008. Het luchtkwaliteitonderzoek geeft inzicht in de concentraties aan luchtverontreinigde stoffen ter plaatse van het plangebied. Als kader hiervoor gelden de Wet Milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) en de daarmee samenhangende uitvoeringsregelgeving. In voorliggend onderzoek is ervoor gekozen om door middel van berekeningen de concentraties van verontreinigde stoffen in de buitenlucht te bepalen. Conform de regeling 'Beoordeling luchtkwaliteit 2007' wordt de luchtkwaliteit langs wegen volgens standaardmethoden berekend. Er wordt daarbij onderscheidt gemaakt tussen de luchtkwaliteit langs wegen in een stedelijke omgeving (standaardrekenmethode 1) en de luchtkwaliteit langs wegen in het open veld (standaardrekenmethode 2). Gelet op de ligging van de planlocatie valt de te beschouwen situatie onder het toepassingsbereik van standaardrekenmethode 1. Voor het in beeld brengen van de luchtkwaliteit en de bijdragen aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen door het verkeer is gebruik gemaakt van het TNO softwaremodel CAR II (versie 6.1.1). Dit model voldoet aan de standaardrekenmethode 1. De luchtkwaliteit is bepaald voor de jaren 2007, 2010 en 2017. Hierbij is gebruik gemaakt van de verkeersgegevens voor het jaar 2015. Uit het onderzoek blijkt dat ter plaatse van het plangebied geen grenswaarden uit bijlage II van de Wet Milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) worden overschreden. Het aspect luchtkwaliteit vormt dan ook geen belemmering van het bestemmingsplan.
4.9
Externe veiligheid Binnen of in de directe nabijheid van het plangebied zijn geen spoorwegen, verkeerswegen, waterwegen en buisleidingen gelegen die een beperking vormen ten aanzien van externe veiligheid. Tevens zijn er geen risicorelevante bedrijven in of nabij het plangebied gelegen.
4.10
Kabels en leidingen In het plangebied komt een relevante rioolpersleiding voor. Aan weerszijde van de leiding moet 3.5 meter vrijgelaten worden van bebouwing.
Pagina 41 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
5
5.1
Planuitgangspunten
Functioneel en ruimtelijk Het onderhavige bestemmingsplan is een consoliderend bestemmingsplan. Dit betekent dat de bestaande situatie behouden blijft, waarbij voldoende flexibiliteit wordt gewaarborgd. In het bestemmingsplan worden enkele ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Daarnaast worden enkele lopende bouwplannen meegenomen in Drunen Zuid die anders met een afzonderlijke ruimtelijke procedure zouden moeten worden doorlopen. In bestemmingsplan Drunen Zuid bevinden zich enkele locaties die momenteel nog niet bebouwd zijn. De woningbouwmogelijkheden voor deze locaties op basis van de huidige bestemmingsregeling zijn bij deze actualisatie meegenomen. Dit zijn: • Laan van Tasmanië Bij deze locatie worden drie appartementencomplexen met een parkeerkelder gerealiseerd met een bouwhoogte van maximaal 17 m. De huidige bestemmingsregeling uit Venne West 3 is overgenomen in Drunen Zuid. • Laan van Tasmanië/Laan van Samoa In het bestemmingsplan Venne West 3 was een wijzigingsbevoegdheid voor de bouw van 5 woningen opgenomen. Hiervan zijn reeds 4 woningen gebouwd. Eén woning kon niet worden gerealiseerd, vanwege een geurhindercirkel. Sinds de wijziging van het geurbeleid is de bouw van deze woning inmiddels wel mogelijk. Dit is in het bestemmingsplan opgenomen. • Laan van Samoa Op het perceel naast nummer 11 wordt de mogelijkheid opgenomen om 2 woningen te realiseren. Aan deze mogelijkheid had GS goedkeuring onthouden bij het bestemmingsplan Venne West 3 vanwege het onvoldoende afstand houden tot de naastgelegen woning Molensteeg 18a. Hierin wordt nu wel voorzien door het opnemen van een onbebouwde zone tussen het bouwvlak van de nieuwe woningen en de bestaande woning. Dit is in het bestemmingsplan opgenomen. • Hoek Birmalaan-Bruneilaan Bij deze locatie gaat het om realiseren van 4 geschakelde woningen en een appartementengebouw met een parkeerkelder met een bouwhoogte van maximaal 15 m. De huidige bestemmingsregeling uit Venne West 2e fase 2B 01-02-1995 is overgenomen in Drunen Zuid, waarbij het bouwvlak 100% mag worden bebouwd. In de regels is verder een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om een hogere goothoogte van maximaal 15 m mogelijk te maken. • Grotestraat/Jacobus van der Meijdenstraat De op 12 maart 2008 verleende vrijstelling als bedoeld in artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is verwerkt in het bestemmingsplan.
Pagina 42 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
5.2
Ontwikkelingen In het plangebied zijn 2 ontwikkelingen opgenomen, het betreft: • Laan van Tasmanie/Laan van Nieuw-Zeeland In het bestemmingsplan Venne West 3 is dit perceel opgenomen met de bestemming Maatschappelijke doeleinden. In Drunen Zuid wordt het bouwvlak van de huidige bestemmingsregeling overgenomen om ter plaatse de bouw van 14 woningen mogelijk te maken. Dit is opgenomen in het bestemmingsplan. • Rotonde kruising Overlaatweg/Statenlaan Om het verkeer nu en in de toekomst goed te kunnen verwerken op de kruising Overlaatweg/Statenlaan is de aanleg van een rotonde noodzakelijk. De contour van de rotonde is opgenomen in het bestemmingsplan. Vanwege deze rotonde is een procedure nodig om een hogere grenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder vast te stellen. Hiervoor wordt verwezen naar paragraaf 4.6. Voor beide ontwikkelingen zijn in eerdere procedures de milieueffecten reeds bekeken.
5.3
Deregulering Overmatige regelgeving vormt een onnodige belasting voor de burger. Niet alleen omdat sommige regels de handelingsalternatieven van de burger beperken zonder dat daar een goede reden voor is, maar ook omdat de burger steeds meer het zicht verliest op wat wel en wat niet is toegestaan. Om die reden is bij het opstellen van de bestemmingsplansystematiek, die sinds 2009 de standaard vormt voor alle bestemmingsplannen in de gemeente Heusden, kritisch gekeken naar de beperkingen en procedures die de planregels opleggen. Bij het saneren van die regels zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. Zo weinig mogelijk binnenplanse ontheffingen. Datgene wat normaal gesproken bij ontheffing mogelijk werd gemaakt, wordt nu direct (bij recht) toegestaan. Voorbeelden daarvan zijn het laten vervallen van ontheffingen voor het: a. bouwen tot 10% boven de maximale bouwhoogte met gelijktijdige verhoging van de maximale bouwhoogte; b. uitoefenen van beroep aan huis, hetgeen nu in de planregels direct wordt toegestaan. 2. De planregels zo toegankelijk mogelijk maken. Dit is gebeurd door de bouwmogelijkheden per perceel zoveel mogelijk op de plankaart te verbeelden. Verder draagt ook het hanteren van een vaste systematiek voor de gehele gemeente bij aan de leesbaarheid van de plannen. 3. Bestaande bouwmogelijkheden worden zoveel mogelijk gerespecteerd door het plan, ook als deze minder goed inpasbaar zijn in de nieuwe systematiek. 4. Daar waar de nieuwe standaardafmetingen voor vrijstaande, halfvrijstaande en rijenwoningen tot verruiming leiden van de bestaande bouwmogelijkheden, zijn deze zoveel mogelijk toegekend. 5. De mogelijkheden voor het bouwen van bijgebouwen op grote percelen zijn verruimd. 6. Het toestaan van mogelijkheden voor Bed and Breakfast. 7. Het verruimen van de mogelijkheden voor de bouw van carports voor de voorgevelrooilijn. 8. Het verminderen van het aantal bestemmingen.
Pagina 43 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Deze opsomming geeft de huidige stand van zaken bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan. Dat wil echter niet zeggen dat het dereguleringsproces bij bestemmingsplannen hiermee is afgerond. Indien door nieuwe beleidsinzichten of praktijkervaringen duidelijk wordt dat ook op andere onderdelen de regels kunnen worden vereenvoudigd, dan wel geschrapt, zal dit niet alleen in nieuwe bestemmingsplannen worden toegepast, maar ook in de vorm van technische herzieningen van reeds eerder vastgestelde plannen. Op die wijze is de rechtsgelijkheid voor burgers van onze gemeente zoveel mogelijk gewaarborgd.
Pagina 44 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Pagina 45 van 57
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
6
Duurzaamheid In het kader van het bestemmingsplan dient aandacht te worden geschonken aan de ontwikkeling van een duurzame woonomgeving. Duurzaam bouwen heeft tot doel het milieu zo min mogelijk te belasten. Hierbij zijn de aspecten natuurbehoud, energiebesparing en waterhuishouding van belang, een en ander naast het toepassen van duurzame materialen. Natuurbehoud Omdat door de groei van dorpen en steden het landschap steeds meer terrein moet inleveren, zal er moeten worden gestreefd naar het behoud van natuurlijke elementen, ook in de directe woonomgeving. Door het opnemen van natuur en groen binnen de bebouwde omgeving wordt de luchtvochtigheid positief beïnvloed. Bovendien wordt door bomen en planten verontreinigde lucht gezuiverd en worden zuurstof en geurstoffen geproduceerd. Daarnaast kan in groengebieden zorg worden gedragen voor een directe infiltratie van regenwater in de bodem, waarmee het rioleringsstelsel wordt ontlast en de verdroging wordt beperkt. Het zorgvuldig toepassen van groenelementen zal de kwaliteit van de woonomgeving, alsmede de kwaliteit van het milieu, vergroten. Energiebesparing Naast natuurbehoud dienen maatregelen te worden genomen op het gebied van energiebesparing. Energiebesparing is van essentieel belang. Er wordt immers steeds meer aanspraak gemaakt op fossiele energiebronnen, waardoor de voorraden uitgeput raken. Daarnaast betekent een hoog energieverbruik, door de omzetting van fossiele energie in afvalstoffen, een bedreiging voor het milieu. De maatregelen op het gebied van energiebesparing kunnen worden genomen op het gebied van de woonomgeving en aan de woning zelf. De belangrijkste maatregel voor de energiebesparing in de woonomgeving is het beperken van de automobiliteit binnen het woongebied. Door het aansluiten van langzaam verkeersroutes op omliggende woongebieden, alsmede door het realiseren van woningen in de directe nabijheid van voorzieningen, zal een positieve bijdrage worden geleverd aan het terugdringen van de automobiliteit en daarmee aan het beperken van het energieverbruik. Door beperking van het warmteverlies kan eveneens aanzienlijk worden bespaard op het energieverbruik. Het weren van wind heeft een positief effect op het terugdringen van warmteverlies van de woningen. Om in de energiebehoefte te voorzien, doch tevens het energieverbruik te beperken, dient steeds meer gebruik te worden gemaakt van regenereerbare energiebronnen. Het toepassen van zonneenergie is hierbij een veel gebruikt middel. Hierbij kan gedacht worden aan het toepassen van zonnecollectoren, zonneboilers en serres, alsook het gebruik van passieve zonne-energie. Indien wordt uitgegaan van het opvangen van passieve zonne-energie dient voor de uitwerking stedenbouwkundige plannen rekening te worden gehouden met het voorkomen van schaduwvlakken op de zuidgevels van de geprojecteerde woonbebouwing. Een goede isolatie van de woningen is eveneens van essentieel belang.
Pagina 46 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Waterhuishouding Ook op het gebied van waterhuishouding kunnen maatregelen worden getroffen, ter ontlasting van het milieu. Naast het opnemen van grootschalige groenvoorzieningen, waar het regenwater direct in de bodem kan infiltreren, is de keuze van het rioleringssysteem belangrijk. Door de toepassing van een gescheiden rioleringssysteem, waarbij het verontreinigde huishoudelijk afvalwater via het riool afgevoerd wordt naar de waterzuiveringsinstallatie en het relatief schone regenwater direct wordt geïnfiltreerd in de bodem, kan niet alleen het energiegebruik van de waterzuiveringsinstallatie worden verminderd, maar kan tevens worden bezuinigd op de omvang van het riool. Daarnaast kan hiermee de grondwaterstand op peil worden gehouden en verdere verdroging van de bodem worden tegengegaan. Bij nieuwbouw in bestaand stedelijk gebied is een gemengd rioleringssysteem uitgangspunt. Bij inbreidingen c.q. uitbreidingen is het realiseren van een (verbeterd) gescheiden rioleringssysteem het uitgangspunt. Hierbij is het mogelijk aanvullende voorzieningen te realiseren, welke de hoeveelheid afvalwater dat naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt afgevoerd, kunnen verminderen. Er kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het realiseren van infiltratievoorzieningen bij de woningen. Via deze infiltratievoorzieningen kan het regenwater vanaf de daken van de woningen direct worden teruggeleid in de bodem. Op deze wijze kan de grondwaterstand op peil worden gehouden en kan verdroging van de grond worden tegengegaan.
Pagina 47 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
7
Economische haalbaarheid Het onderhavige bestemmingsplan is een beheerplan met enkele ontwikkelingslocaties die reeds financieel zijn verantwoord. Het plan heeft als zodanig geen financiële gevolgen voor de gemeente Heusden.
Pagina 48 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Pagina 49 van 57
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
8 8.1
De bestemmingen Algemeen Het onderhavige bestemmingsplan heeft tot doel een juridisch-planologische regeling te scheppen voor het bouwen en gebruik van gronden en gebouwen binnen DrunenZuid. Tevens dient het bestemmingsplan ruimte te bieden voor een zevental nieuwe ontwikkelingen, zoals deze in voorgaande hoofdstukken zijn beschreven. Bij het opstellen van het onderhavige is aansluiting gezocht bij de in de Wet ruimtelijke ordening geformuleerde uitgangspunten, die op 1 juli 2008 in werking is getreden. Gestreefd is hierbij naar uniformering en standaardisering van bestemmingen en regels. De Wet ruimtelijke ordening biedt mogelijkheden voor het opstellen van verschillende bestemmingsplanvormen, van zeer gedetailleerd tot uitsluitend een beschrijving in hoofdlijnen. Het onderhavig bestemmingsplan beschrijft meer dan alleen de hoofdlijnen van het beleid, doch treedt niet al te zeer in details. Uitgangspunt van het bestemmingsplan is het bieden van een flexibele, juridische regeling, zonder dat hierdoor de rechtszekerheid van de burger wordt geschaad. Voor het grootste gedeelte is de planopzet gericht op beheer en instandhouding van de bestaande situatie. Een en ander komt tot uitdrukking in de regels en blijkt ook uit de verbeelding. Hierna wordt ingegaan op de systematiek van de regels en de inhoudelijke bestemmingen.
8.2
Systematiek van de regels Hoofdstuk 1: Inleidende regels Dit hoofdstuk bevat een tweetal artikelen. In het eerste artikel is een aantal noodzakelijke begripsbepalingen opgenomen welke worden gebruikt in de voorschriften. In artikel twee wordt uiteengezet op welke wijze gemeten dient te worden. Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels Dit hoofdstuk bestaat uit een beschrijving van de in het plangebied aanwezige bestemmingen. Per bestemmingsregel worden de doeleinden ten aanzien van de specifieke bestemming met eventuele ondergeschikte doeleinden beschreven, is er een bebouwingsregeling opgenomen en daarnaast worden eventuele nadere eisen, ontheffingsbevoegdheden en wijzigingsbevoegdheden weergegeven.
Pagina 50 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
In het plan komen de volgende bestemmingen voor: Agrarisch / Agrarisch - Agrarisch bedrijf De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor agrarische bedrijven. Een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak voor zover daar een bedrijfswoning aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan. Bedrijf De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven (cat. A), met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en zelfstandige kantoren. Centrum Dit betreft het bestaande winkelgebied. De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor detailhandel, horeca, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, nutsvoorzieningen, wonen en andere ondergeschikte voorzieningen ten behoeve van deze bestemmingen. Gemengd De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor detailhandel, horeca, kantoren, bedrijven categorie A, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, nutsvoorzieningen, wonen en andere ondergeschikte voorzieningen ten behoeve van deze bestemmingen. Groen De bestaande groenstructuur is als zodanig bestemd. Binnen de groenbestemming zijn onder andere speelvoorzieningen, watergangen en partijen met bijbehorende voorzieningen, fiets en voetpaden, nutsvoorzieningen, straatmeubilair en geluidwerende voorzieningen toegestaan. Maatschappelijk Deze bestemming regelt de bestemming van de gronden die thans in gebruik zijn ten behoeve van een aantal uiteenlopende, min of meer openbare functies op sociaal, medisch, cultureel en maatschappelijk gebied. Natuur Dit betreft de aanwezige bestaande dijk met groenstructuur. De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor de aanwezige dijk met taluds, het behoud van aanwezige natuur- en landschapselementen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en fiets en voetpaden. Sport De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor sportvoorzieningen, voorzieningen voor verkeer en verblijf, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water- en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Pagina 51 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
Tuin De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, erven en verhardingen. Op en in de gronden mogen als gebouwen uitsluitend erkers, balkons of luifels en naar de aard gelijk te stellen bouwonderdelen, aan een hoofdgebouw in de aangrenzende bestemming worden gebouwd, mits de diepte niet meer bedraagt dan 1,5 meter en de afstand tot de bestemming Verkeer niet minder bedraagt dan 3 meter. Verkeer en Verkeer_Verblijf De voor deze bestemming aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen en fiets- en voetpaden. Binnen deze bestemmingen zijn ook voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, alsmede parkeer- en groenvoorzieningen toegestaan. Water Voor de bestaande waterstructuur is de bestemming water opgenomen. Wonen en Wonen 1 De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, met inbegrip van beroep aan huis. Bij de opzet van het bestemmingsplan is gekozen voor een gedetailleerde regeling. De toegestane goot- en bouwhoogte zijn respectievelijk 7 en 11 meter, tenzij anders op de verbeelding weergegeven. De gronden buiten het bouwvlak maar binnen de woonbestemming zijn de erven waarop de bebouwingsregeling in de regels van toepassing is. De gronden aan de voorzijde van de woningen zijn bestemd als Tuin, zodat deze gronden zoveel mogelijk onbebouwd blijven. Leiding Riool (dubbelbestemming) De dubbelbestemming "Leiding - Riool" is op de plankaart over de andere bestemmingen heen gelegd. Deze dubbelbestemming regelt een bijzonder belang dat eerst afgewogen dient te worden alvorens de onderliggende bestemming mag worden toegepast. Er gelden hier dus twee bestemmingen, waarbij de dubbelbestemming voor gaat op de onderliggende bestemming. Concreet betekent dit voor de bestemming "Leiding - Riool" dat het belang van de leiding die in de grond aanwezig is, primair wordt gesteld. Binnen deze bestemming mag pas gebouwd worden als voldaan wordt aan de eisen die de leidingbeheerder stelt. Hoofdstuk 3: Algemene regels Dit hoofdstuk bevat bepalingen die op het hele plangebied betrekking hebben en regelt de volgende onderwerpen: Anti-dubbeltelregel: met deze bepaling wordt beoogd misbruik van de voorschriften door middel van (privaatrechtelijke) wijzigingen in de eigendomsverhoudingen van gronden te voorkomen; Algemene gebruiksregels: deze regel geeft aan wat er in ieder geval onder verboden gebruik van gronden en opstallen ten opzichte van het bestemmingsplan wordt verstaan; Algemene aanduidingsregels: hierin worden de Agrarische hindercirkel en de geluidszone industrie geregeld. Agrarische hindercirkel: in het plangebied en net buiten het plangebied is een aantal bedrijven aanwezig met hindercirkels. Het gaat om agrarische bedrijven. De cirkels zijn op de verbeelding opgenomen. Het is niet zondermeer mogelijk om binnen deze cirkels gevoelige functies mogelijk te maken.
Pagina 52 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
-
-
Geluidszone industrie:grenzend aan het plangebied ligt een gezoneerd industrieterrein. Ten behoeve hiervan is op de verbeelding van het plangebied een geluidszone opgenomen van de 50 dB(A)-contour opgenomen Algemene ontheffingregels: het gaat hierbij om een afwijkingsmogelijkheid van de in de voorschriften gegeven maten en percentages met betrekking tot het bouwen, het oprichten van gebouwen van openbaar nut en het in beperkte mate verschuiven van bestemmingsgrenzen; Algemene wijzigingsregels ten behoeve van bestemmingsgrenzen: met dit artikel is het mogelijk om bestemmingsgrenzen te wijzigen; Algemene procedureregels: deze regel omvat de procedures welke gevolgd worden bij het toepassen van onder andere de ontheffingsbevoegdheid;
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen Dit hoofdstuk bevat bepalingen die op het hele plangebied betrekking hebben en regelt de volgende onderwerpen: Overgangsregeling: bouwwerken welke op het moment van tervisielegging van het plan aanwezig zijn, mogen blijven bestaan, ook al is er strijd met de bebouwingsregels. Het gebruik van de grond en opstallen, dat afwijkt van de voorschriften op het moment waarop het plan rechtskracht verkrijgt, mag gehandhaafd blijven; Slotbepaling: in dit artikel wordt aangegeven onder welke naam de regels aangehaald kunnen worden.
8.3
Staat van bedrijfsactiviteiten De als bijlage bij de voorschriften opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten is gebaseerd op de categorale bedrijfsindeling uit de publicatie Bedrijven en milieuzonering. Naast de omschrijving van de bedrijfstypen is in deze Staat (in de kolom CATEGORIE) aangegeven tot welke milieucategorie een bepaald bedrijfstype wordt gerekend. Dit is de indicatie van de minimale afstand die in beginsel van een dergelijk bedrijf tot een rustige woonwijk aangehouden dient te worden. Al naar gelang de aard van de bedrijvigheid, varieert de aan te houden grootste afstand. Doordat bij de milieucategorisering uitgegaan moet worden van gemiddelden, dienen de in de Staat van bedrijfsactiviteiten genoemde afstanden niet als vaststaande normen, maar als indicaties te worden gehanteerd. Dit betekent dat de Staat van bedrijfsactiviteiten wel het middel vormt om te toetsen of een bedrijf van een bepaald bedrijfstype op grond van de bestemmingsplanvoorschriften toelaatbaar is, maar dat de werkelijk optredende hinder van een bepaald bedrijf sterk kan worden beïnvloed door de ruimtelijke opzet van het bedrijf, in combinatie met de concrete bedrijfsvoering. Daardoor is het mogelijk dat de werkelijk optredende hinder van een bedrijf veel geringer blijkt dan op grond van de milieucategorisering zou mogen worden verwacht. Dit betekent onder andere dat de afstand van een bepaald bedrijf tot een in de omgeving staande woning geringer kan zijn dan de in de Staat van bedrijfsactiviteiten aangegeven grootste afstand in meters, indien ten gevolge van de bedrijfsvoering de werkelijk optredende hinder minder ver reikt dan de vermelde grootste afstand. Een en ander dient bezien te worden in het kader van de verlening van de benodigde vergunningen.
Pagina 53 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
De uitgave Bedrijven en milieuzonering, waar de Staat van bedrijfsactiviteiten op is gebaseerd, gaat uit van een rustige woonwijk als omgeving. Indien de omgeving een ander karakter heeft, kan een correctie worden toegepast. De omgeving van het onderhavige plangebied kan worden omschreven als landelijk gebied (het oostelijk deel van het plangebied), gemengd gebied (grenzend aan een gedeelte van het plangebied aan de noordzijde) en de rest als rustige woonwijk.
Pagina 54 van 57
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Pagina 55 van 57
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
RO&E
projectnr. 1907-138820.01 februari 2010, revisie 04 Toelichting
Ontwerp bestemmingsplan Drunen Zuid Gemeente Heusden
9
Procedures Het voorontwerpbestemmingsplan Drunen Zuid is conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening in vooroverleg gezonden naar de betreffende personen en instanties. Verder heeft het plan overeenkomstig de inspraakverordening ter inzage gelegen waarbij de mogelijkheid werd geboden om reacties in te dienen.
9.1
Inspraak Ingevolge de inspraakverordening is het voorontwerpbestemmingsplan Drunen-Zuid voor de inwoners van de gemeente Heusden en voor de in de gemeente een belang hebbende natuurlijke- en rechtspersonen ter inzage gelegd van 3 september 2009 tot en met 30 september 2009. Gedurende deze periode konden zowel mondeling als schriftelijk inspraakreacties ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan naar voren worden gebracht. Tevens is het voorontwerp bestemmingsplan op 14 september 2009 tijdens een inspraakavond toegelicht. In bijlage 1 is een samenvattend overzicht van de reacties/vragen opgenomen, die tijdens de inspraakavond mondeling en gedurende de periode van terinzagelegging schriftelijk zijn ingebracht, alsmede de beantwoording daarvan door burgemeester en wethouders van Heusden.
9.2
Overleg ingevolge artikel 3.1.1 Bro In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het voorontwerpbestemmingsplan Drunen-Zuid voorgelegd aan de volgende instanties: 1. 2. 3. 4.
Gedeputeerde Staten provincie Noord-Brabant; Inspectie van de Ruimtelijke Ordening; Waterschap Aa en Maas; Nutsbedrijven.
In bijlage 1 is een samenvattend overzicht van de reacties/vragen die in het kader van het artikel 3.1.1 Bro-overleg zijn ingebracht, alsmede de beantwoording daarvan door burgemeester en wethouders van Heusden.
Pagina 56 van 57
RO&E
Raad Onderwerp:
ontwerp-besluit Vaststelling bestemmingsplan Drunen Zuid
Raadsvoorstel Inleiding: Op 9 februari 2010 heeft ons college besloten het ontwerpbestemmingsplan Drunen Zuid ter inzage te leggen en een ieder in de gelegenheid te stellen zienswijzen kenbaar te maken aan uw gemeenteraad.
Feitelijke informatie: Het plangebied ligt in de kern van Drunen en wordt globaal begrenst aan de noordzijde door de Eindstraat, Grotestraat en Bosscheweg, aan de west en zuidzijde de Molensteeg en Heidijk en aan de oostzijde door Heidijk, Kooiweg en Meerdijk.
Door het bestemmingsplan Drunen Zuid worden in één keer 32 bestemmingsplannen en uitwerkingsplannen vervangen. Het bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, regels en 6 plankaarten (zie bijlage). Het bestemmingsplan heeft voornamelijk een conserverend karakter, waarbij voor de bestaande situatie een actuele bestemmingsregeling wordt getroffen.
Afweging: [PM] Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 18 februari 2010 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Tevens is het ontwerpbestemmingsplan toegezonden aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, waterschap Aa en Maas en de inspectie VROM. Op dit ontwerp kwamen wel/geen zienswijzen [PM].
Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel, aangezien het werkzaamheden betreft in het kader van actualisering bestemmingsplannen. 1/4
Raad Onderwerp:
ontwerp-besluit Vaststelling bestemmingsplan Drunen Zuid
Er hoeft geen exploitatieplan te worden vastgesteld aangezien enkele locaties waarop sprake is van een bouwplan betrekking hebben op gemeentelijke gronden, waardoor kostenverhaal anderszins verzekerd is. Op andere gronden waarop een bouwplan is voorzien, is geen sprake van kosten van grondexploitatie, aangezien het gaat om het toevoegen van een woning in bestaand stedelijk gebied. Ook het stellen van locatie-eisen of faseringseisen is voor dit bestemmingsplan niet noodzakelijk.
Procedure: Op grond van artikel 3.8, 1e lid Wro dient uw raad binnen twaalf weken na de termijn van terinzagelegging van het ontwerp te beslissen omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan. Het besluit tot vaststelling treedt volgens artikel 3.8, 5e lid Wro in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt, tenzij Gedeputeerde Staten of de Minister een aanwijzing hebben gegeven, waarmee een onderdeel of onderdelen van het plan wordt/worden uitgesloten. Een belanghebbende kan op grond van artikel 8.2 Wro beroep instellen tegen het vaststellingsbesluit bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Raad van State beslist binnen 12 maanden na afloop van de beroepstermijn. Op grond van artikel 6:13 Awb kan geen beroep worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen naar voren heeft gebracht tegen het ontwerp bestemmingsplan. Tegen wijzigingen die zijn aangebracht in het bestemmingsplan ten opzichte van het ontwerpplan kunnen belanghebbenden eveneens beroep instellen, ook indien zij tegen het ontwerpplan geen zienswijze hebben ingediend. Het instellen van beroep schorst het besluit niet. Het bestemmingsplan treedt in werking daags na afloop van de beroepstermijn, tenzij binnen de gestelde termijn een verzoek om voorlopige voorziening bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is ingediend. In dat geval treedt het besluit op grond van artikel 8.4 Wro niet eerder in werking, dan het moment waarop op dat verzoek is beslist en dit verzoek is afgewezen.
Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven
de burgemeester, drs. H.P.T.M. Willems
Naar aanleiding van de informatievergadering: BIJLAGEN:
PM
TER INZAGE:
PM
De stukken liggen ter inzage in de leeskamer, locatie Vlijmen. 2/4
Raad Onderwerp:
ontwerp-besluit Vaststelling bestemmingsplan Drunen Zuid
3/4
Raad Onderwerp:
ontwerp-besluit Vaststelling bestemmingsplan Drunen Zuid
BESLUIT De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 15 juni 2010; gezien het voorstel van het college van [PM], doc.nr. ; gelet op artikel 3.8, 1e lid van de Wet ruimtelijke ordening;
besluit: 1. het bestemmingsplan Drunen Zuid vast te stellen, conform dit raadsvoorstel en bijbehorende stukken [PM]; 2. [PM].
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. H.P.T.M. Willems
4/4