ONTRUIMINGSPLAN
T.B.V.
De Jager Detachering Klooster van Rilland Hoofdweg 60 4411 NA Rilland Goedkeuring directie
Inhoud ontruimingsplan 1.
Inhoud
2.
Inleiding en toelichting
3.
Situatietekening ( ligging van het bouwwerk )
4.
Gebouw, installatie - en organisatiegegevens
5.
Alarmeringsprocedure intern en extern
6.
Stroomkringschema alarmering
7.
Wijze van ontruiming en ontruimingsorganisatie
8.
Wat te doen bij brand- of ontruimingsalarm door personeel
9.
Taken hoofd bedrijfshulpverlening ( manager en of filiaalhouder )
10.
Taken bedrijfshulpverlener
11.
Taken directie
12.
Tekeningen
13.
Logboek ontruimingsplan
14.
Belangrijke telefoonnummers
2. Inleiding In dit gebouw zijn er voorzieningen getroffen ter bestrijding en ter beperking van uitbreiding van brand, brandwerende/ rook werende scheidingen en blusmiddelen. Bovendien zijn eisen gesteld aan de gangen en trappen waarlangs men het gebouw kan ontvluchten. Om de ontvluchting van het gebouw zo snel en veilig mogelijk te laten verlopen is het noodzakelijk een ontruimingsplan op te stellen. Deze situatie kan zich voordoen bij: • Brand • Wateroverlast • Stormschade • Bommelding • Gaslekkage • Of in andere voorkomende gevallen. Voorwaarde voor een goede ontruiming is dat de opzet van dit plan bij alle personeelsleden/ medewerkers bekend moet zijn. Na een melding van een calamiteit, ontstaat altijd een schrik reactie. Het is van groot belang dat een ontruiming direct start. Alle gebruikers van het pand ( buitenlandse werknemers ) dienen bij het betrekken van het pand een duidelijke instructie te krijgen in hun eigen taal. Er zullen hoofdzakelijk Europese gebruikers van het pand worden gehuisvest. De BHV organisatie dient er zorg voor te dragen dat alle bezoekers/gebruikers van het pand naar de verzamelplaats te worden begeleid. Door middel van instructie en minimaal één jaarlijkse oefening zal dit ontruimingsplan aan de praktijk worden getoetst en zo nodig worden bijgesteld. Met een goed getraind team en duidelijke instructies zal een verlies van kostbare tijd tot een minimum beperkt worden. Het verdiend aanbeveling dit in het eerste jaar minmaal 2x uit te voeren. Het ontruimingsplan zal mede bijdragen om in geval van een calamiteit zo snel mogelijk op de ontstane situatie in te spelen. Toelichting a) Alle personeelsleden zijn verplicht kennis te nemen van de brandveiligheidsinstructies en van dit ontruimingsplan. b) Alle leden van het directieteam en het bedrijfshulpverlening team moeten het ontruimingsplan goed kennen. c) Alle aanwezigen moeten de opdrachten en aanwijzingen van de hulpverlener(s) opvolgen. d) In situaties waarin niet is voorzien, zal naar bevinding van zaken moeten worden gehandeld.
e) De directie is verantwoordelijk voor de bedrijf hulpverleningsorganisatie in het gebouw , volgens de Arbowet artikel 15. De directie .
datum
3. Situatie tekening
4. Gebouw-, installatie- en organisatiegegevens Gegevens van het gebouw: De Jager Detachering Klooster van Rilland Hoofdweg 60 4411 NA Rilland
Dit gebouw bestaat uit drie bouwlagen een zolder en een tweetal kelders.
Begane Grond: Op gedeeld in vijf verschillende gebruikers delen, te weten: -
-
Het administratieve deel, hier worden in principe alleen in de dag situatie administratieve werkzaamheden verricht. Het logies deel, dit is het deel waar ook geslapen wordt en waar in principe 24 uur per dag personen aanwezig kunnen zijn. Het betreft in hier totaal ongeveer een 25 aantal kamers Dit deel van het pand is alleen toegankelijk voor geautoriseerde personen Dit deel wordt namelijk afgeschermd door een toegangscontrole ( elektrische vergrendeling door sloten en of tourniquet ). Alleen personeel en gebruikers die werkzaam zijn voor De Jager Detachering kunnen in dit deel aanwezig zijn. Algemene ruimten, het pand is voorzien van een aantal algemene ruimten zoals technische ruimten voorraadkasten en dergelijke. Het keukendeel, dit deel van het pand is hoofdzakelijk alleen overdag en in de avond in gebruik. Bijeenkomst deel, dit is de oude kapel en wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het nuttigen van maaltijden en bijeenkomsten, en zal hoofdzakelijk ook alleen overdag en in de avonduren worden gebruikt.
1e Verdieping: De gehele 1e verdieping heeft voornamelijk logiesfunctie Het betreft hier in totaal ongeveer een 43 aantal kamers 2e Verdieping: De gehele 1e verdieping heeft voornamelijk logiesfunctie Het betreft hier in totaal ongeveer een 30 aantal kamers
Zolder Op de zolder die bereikbaar is via de tweede verdieping en er zullen in principe geen personen aanwezig zijn. Wel is op deze zolder de oude liftmachinekamer gesitueerd. Kelder Er zijn in het pand twee kelders. 1 kelder bij de administratie de zogenaamde stookkelder waar de verwarmingsketel staat opgesteld. En de andere kelder is onder de keuken. Deze wordt gebruikt voor opslag. In beide kelders zijn in principe geen personen werkzaam.
De afsluiter van de hoofdwaterleiding bevindt zich in de kelder onder het keukendeel. De gasmeter bevindt zich in de ruimte buiten nabij het administratieve deel. (toegang via buiten). De hoofdmeterkast van de elektriciteit bevindt zich in de meterkastruimte nabij de administratie op de BG. Op diverse plaatsen in het pand zijn onderverdelingen aangebracht. Het maximaal aantal aanwezige personen zal doorgaans in de nacht aanwezig zijn. Er zullen zich naar alle waarschijnlijkheid geen kinderen en of verminderd zelfredzame personen in het gebouw bevinden.
Technische voorzieningen Uitgangen en vluchtwegen De uitgangen, nooduitgangen en de richting van de vluchtwegen op de ontruimingsplattegronden (zie plattegrond voor de plaatsen, zie par. 12) zijn in aangegeven met behulp van de onderstaande symbolen.
Houd de nooduitgangen en vluchtwegen ten allen tijde vrij en begaanbaar!
Technische voorzieningen – vervolg - brandmeld- ontruimingsalarminstallatie Er is in het gebouw een brandmeld- ontruimingsalarminstallatie geïnstalleerd, deze zal in het geval van een brand een automatische doormelding laten plaats vinden. Dus bel zelf 112 Indien er een brand ontdekt wordt of een andere calamiteit en dit is nog niet gedetecteerd door de brandmeld-installatie dan dient men de installatie te activeren door het glaasje van de rode handbrandmelders in te slaan.
Voorbeeld handbrandmelder: Het herstellen van de handbrandmelder: • • • • • •
Kastje openen( rode sleutel in magazijn) Kapotte glaasje verwijderen Nieuw glaasje plaatsen (in kastje bij brandmeldcentrale) Kastje sluiten Brandmeldcentrale resetten Logboek brandmeldcentrale invullen
Technische voorzieningen - vervolg - Automatische melders: Op de brandmeldcentrale zijn voor het detecteren van brand automatische melders aangesloten ook wel rookmelders genoemd. Deze zijn er in verschillende uitvoeringen zoals optische en thermische melders. Een optische rookmelder reageert uiteraard op rook, maar ook op bijvoorbeeld waterdamp of stof ( houd daar rekening mee). Een thermische melder reageert zoals de naam al zegt op warmte, boven een bepaalde temperatuur ( bijvoorbeeld 57 graden ) zal deze melder in alarm komen. Op ieder automatische melder zit een indicator die gaat branden als de melder is geactiveerd. De automatische melders hebben tot doel om bij een brand vroegtijdig het ontruimingsalarm te activeren zodat het ontvluchten nog mogelijk is.
Automatische melder
Technische voorzieningen - vervolg - Blusmiddelen: Het gebouw is voorzien van brandblussers (zie plattegrond voor de plaatsen, zie par. 12) De keuze van het soort blusmiddel is afhankelijk van de soort brandbare stoffen. Zo kunnen vaste stoffen over het algemeen het beste geblust worden met water of poeder, vloeistoffen het beste met een poeder of CO2 en computerapparatuur alléén met CO2. De blustoestellen zijn ervoor gemaakt om door de leek te worden bediend. Overtuig u daarom van de werking van de apparaten die in de werkomgeving zijn geplaatst. Op elk blustoestel of blusdeken is een duidelijke gebruiksaanwijzing aangegeven. *
Als u dit nog moet lezen als er brand is uitgebroken, kunt u te laat zijn.
De werking van de brandblussers:
Schuimblusser Deze zijn vrijwel overal inzetbaar, zeer gebruikersvriendelijk en effectief. Bovendien is de nevenschade die ontstaat bij gebruik nihil. Het water/schuim mengsel wordt verneveld in zeer kleine druppels waardoor de blusstraal niet elektrisch geleidend is.
Schuimblussers zijn geschikt voor brandklasse: A - B A Vaste stoffen
: hout / papier
B Vloeibare stoffen
: benzine / olie
Gebruik: Lees de op het apparaat aangebrachte gebruiksaanwijzing; • Til het toestel uit de houder en benader de brand; • Breng het toestel onder druk (zie gebruiksaanwijzing); • Richt de straalpijp en blus door de brand met een schuimlaag te bedekken. Na gebruik het toestel laten hervullen!
Technische voorzieningen - vervolg Kooldioxideblussers (CO2) LET OP HOGE DRUK dus niet op frietpan De blusstof KOOLDIOXIDE, ook wel koolzuursneeuw genoemd is een blusstof die onder hoge druk – 65 bar – wordt uitgedreven. De zeer fijn verdeelde wolk kooldioxide tast geen instrumenten aan. Kooldioxide als blusstof is zeer effectief voor elektrische apparaten en brandbare stoffen. De uittredende bluswolk kooldioxide heeft een temperatuur van –79o C. Deze blusstof dient dan ook niet te worden gebruikt voor in brand staande personen, omdat dit zeer ernstige blaren kan veroorzaken als gevolg van grote afkoeling. Bij gebruik van kooldioxide in een besloten ruimte dient men de ruimte na het gebruik van de blusstof direct te verlaten vanwege verstikkingsgevaar.
Kooldioxideblussers zijn geschikt voor brandklasse: B - C B Vloeibare stoffen
: benzine / olie
C Gassen
: butaan / propaan
Gebruik: Lees de op het apparaat aangebrachte gebruiksaanwijzing; • Til het toestel uit de houder en benader de brand; • Verwijder de borgpen (zie gebruiksaanwijzing); • Richt de expansiekoker op de brandhaard; • Knijpafsluiter blijvend inknijpen. Na gebruik het toestel laten hervullen! Blusdekens Een blusdeken kan worden gebruikt voor het blussen van een in brand geraakt persoon of voorwerp. Tevens kan een blusdeken dienen als hitteschild bij het benaderen van de brandhaard. Gebruik: •
Trek de sluiting aan de onder- en voorzijde van het foedraal open; • Neem in elke hand één van de aan de deken bevestigde banden; • Spreidt de deken en omwikkel in brand geraakt persoon of voorwerp tot de vlammen zijn gedoofd; Na gebruik de deken laten controleren en invouwen!
Groene Handmelder “BIJ NOOD DEUR OPENEN”
Een groene handmelder BIJ NOOD DEUR OPENEN word gebruikt in geval van nood bij elektrisch bedienbare deuren.(bv elektrisch slot) Wanneer een elektrisch bedienbare deur niet meer te openen is op de normale manier, kan men het glaasje van de groene handmelder in slaan en komt de elektrisch bedienbare deur vrij.
Het herstellen van de groene handbrandmelder( als gele rand zichtbaar is ) • • • •
Sleutel aan onderzijde in handmelder steken; Onderste deel van de handmelder voorzichtig naar onder toe trekken; Weer terug naar boven duwen; Sleutel er uit halen.
Beheer Het dagelijks beheer van de diverse installaties valt onder de hoede van de directie.
Het ontruimingsplan ligt bij de ontruimingsalarmcentrale in de kast naast de brandmeldcentrale
5. Alarmeringsprocedure intern en extern Ondanks de aanwezigheid van bijvoorbeeld brandpreventie voorzieningen zal het van levensbelang kunnen zijn dat de in het gebouw aanwezig zijnde personen op de snelst mogelijke wijze het gebouw verlaten. In deze situatie zal dan snel gehandeld dienen te worden.
Alarmeringen Interne alarmering Het is een object met redelijke omvang en is niet goed overzichtelijk dus zal een interne alarmering hoofdzakelijk vaak telefonisch gaan. De receptie heeft dan de taak de HBHV te waarschuwen. De hoofd BHV zal indien noodzakelijk het ontruimingsalarmsignaal activeren door Er zal in de algemene instructie voor de voornamelijk Europese gebruikers moeten worden aangegeven hoe de meldingen worden door gegeven. Bijvoorbeeld bij brand FIRE en bij een ongeval EMERGENGY En de verdieping bij voor beeld FIRST STOCK. Hoe dit verder wordt ingevuld wordt niet verder in dit ontruimingsplan omschreven Het ontruiming signaal wordt handmatig in werking gesteld als: -
een glaasje wordt ingeslagen van een handbrandmelder (de rode kastjes nabij de brandslanghaspels). De ontruimingsknop ( alarmgevers aan/uit )op de brandmeldcentrale wordt geactiveerd
Het ontruiming signaal wordt automatisch in werking gesteld als: -
een automatische melder (thermisch of optisch) door warmte of rook wordt geactiveerd.
Externe alarmering Er zal bij een automatische brandmelding doormelding plaats vinden naar de Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland. Bij weigering van de brandmeldinstallatie of een andere calamiteit zal handmatig de hulpdiensten moeten worden gealarmeerd (112). Geef -
indien u het alarmnummer belt altijd de volgende gegevens door: uw naam (naam van de melder); Name naam en adres van het gebouw; Hoofdweg 60 welke plaats en gemeente 4411 NA Rilland, Gemeente Reimerswaal aard van het incident en eventuele bijzonderheden.
Bij overheidsalarm ( sirene gaat ) Bij een overheidsalarm wordt er niet ontruimd maar behoren ramen en deuren te worden gesloten en de radio aangezet op een lokale zender ( omroep Zeeland ). De bedrijfs hulpverlenigingsploeg coördineert de benodigde acties binnen de organisatie en voorkomt de ongewenste uittocht van mensen uit het gebouw. Hiervoor zal ook een standaard tekst moeten komen die een ieder in het pand begrijpt Bijvoorbeeld PLEASE STAY INSIDE
6.
Stroomkringschema’s
Het volgende stroomkringschema geeft het verloop aan bij een telefonische of mondelinge brandmelding.
6.1 Het volgende stroomkringschema geeft het verloop aan bij een automatische brandmelding. En automatische brandmelding is een melding waarbij een rookmelder of thermische melder van de brandmeldcentrale automatisch wordt geactiveerd door een verschijnsel van brand of een op brand lijkend verschijnsel.
7. Wijze van ontruiming en ontruimingsorganisatie De bedrijfshulpverlening wordt gewaarschuwd, het zij direct mondeling of via de telefooninstallatie. In geval van een automatische brandmelding zal de de BHV ploeg worden gewaarschuwd door het ontruimingssignaal. Het hoofd van de bedrijfshulpverlening besluit of er al dan niet daadwerkelijk moet worden ontruimd. Ontruiming is enkel mogelijk voor het hele gebouw, een zogenaamd totaal alarm. Indien de ontruimingsalarminstallatie word geactiveerd zal een luidalarm klinken in het gehele pand. Dit zogenaamde slowwhoop signaal zal alle personen in het pand waarschuwen dat ze het pand moeten verlaten. De ontruiming zal worden begeleid door de bedrijfshulpverlening en worden uitgevoerd door bedrijfshulpverlening en het personeel. Bij ontruiming anders dan brand wordt de opdracht gegeven door het Hoofd bedrijfshulpverlening of het bevoegde gezag. Verzamelplaats bij ontruiming is de het parkeerterrein aan de voorzijde van het pand Bij een ongunstige wind kan HBHV beslissen om naar een nadere verzamelplaats uit te wijken.
Receptie/ Administratie/ Hoofd BHV : Nachtopvang / evacuatie
Chiel de Jager
06-53 513 953 06-10 481 976
8a.
Algemene Instructie bij ongeval, brand en ontruiming ( bezoekers/ gebruikers )
Ongeval Melden aan personeel ( EMERGENGY
Brand Melden aan personeel ( FIRE
Ontruiming
Verlaat onmiddellijk het gebouw via de aangegeven Wees behulpzaam voor andere
Ga naar de verzamelplaats op aanwijzen van de
Verzamelplaats
Blijf op de verzamelplaats en wacht op eventuele instructies en verlaat de verzamelplaats pas na goedkeuring van de BHV organisatie of het bevoegde gezag.
8b. Instructie algemeen gebruiker Zorg ervoor dat u ten tijde van een brand of andere calamiteit terzake kunt handelen. Deze handelingen kunnen zijn indien u een brand ontdekt:
Geef direct de melding door aan de administratie/ HBHV Blijf kalm. Zorg voor uw eigen veiligheid Breng eventueel direct in gevaar zijn de personen in veiligheid; Ken de vluchtwegen. Raadpleeg hiervoor de plattegronden. Volg de instructies van de BHV’r en of de bevelvoerder van de brandweer op. Ga naar de verzamelplaats in opdracht van de HBHV.
Taken gebruiker: Het HBHV is verantwoordelijk voor het verdelen van de taken bij ontruiming. HBHV zal bij ontruiming de opdracht geven aan de BHV ploeg om alles te ontruimen. Indien noodzakelijk zal ook instructies worden gegeven aan het overige personeel/gebruikers . Het personeel/ gebruikers dient alle instructies op te volgen van HBHV en de BHV ploeg. Stel het of de aan u toegewezen personen gerust en neem hun in geval van een ontruiming mee naar de verzamelplaats. (laat spullen achter zoals jassen ed). Denk altijd aan: • Breng de u toegewezen personen naar de verzamelplaats via de dichtstbijzijnde uitgang of nooduitgang. Niet rennen! • In geval van dikke rook: over de vloer kruipen met het hoofd zo laag mogelijk.
Het personeel/ gebruiker kan instructie krijgen om de volgende taken uit te voeren:
Sluit alle ramen en deuren; Zet alle elektrische apparatuur uit; Begeleid aanwezigen naar de verzamelplaats Houd de aanwezigen op de verzamelplaats bij elkaar en controleer of iedereen aanwezig is; Geef terugkoppeling naar de BHV ploeg / HBHV.
9.
Taken Hoofd BHV
Taak bij een telefonische of mondelinge brandmelding.
De melding zal worden doorgeven naar de beheerder door personeel of bezoekers. De beheerder zal het HBHV op de hoogte stellen en de inkomende telefoonlijnen blokkeren. HBHV zal naar de plaats van de melding gaan samen met de BHV ploeg beslissen of er ontruimd dient te worden ja of nee. Indien niet ontruimd hoeft te worden zal de HBHV de melding zelf afhandelen.
Indien wel ontruimd moet worden zal de HBHV naar de brandmeldcentrale gaan en vanaf daar de resultaten ontvangen van het ontruimen van de BHV ploeg. De HBHV zal eventueel de brandweer opvangen en in het kort de situatie schetsen en de ontruiming overgeven aan de brandweer. Na overgave van taken aan brandweer gaat de HBHV naar de verzamelplaats
Taak bij een automatische brandmelding.
Na een automatische brandmelding begeeft de HBHV en de BHV ploeg zich naar de brandmeldcentrale. De BHV ploeg gaat naar de plaats van de melding en de HBHV gaat naar de brandmeldcentrale. De BHV ploeg geeft een terug koppeling naar de HBHV met wat er exact aan de hand is. Als de brandweer moet worden gebeld wordt dit door de HBHV gedaan. Indien het wel een melding is met een echt brandmelding is zal de HBHV de BHV Ploeg aansturen om het pand het te ontruimen. De BHV ploeg geeft het resultaat hiervan door aan de HBHV. Bij het eventueel arriveren van de brandweer ter plaatse zal de HBHV de brandweer opvangen en de actuele situatie aan de brandweer doorgeven.
10. Taken BHV- er Bij een calamiteit
1. Verbreek direct uw eventuele telefoongesprek met de mededeling dat u terugbelt. 2. Blijf kalm. Zorg voor uw eigen veiligheid 3. Ga direct ( of via de brandmeldcentrale ) na de melding naar de plaats van de calamiteit. 4. Controleer de ernst van de situatie. 5. Laat eventuele hulpverleners komen of niet komen. 6. Coördineert of voert uit: • Verlenen van eerste hulp aan slachtoffers • Bestrijden van de calamiteit • Afsluiten leidingen en/ of elektrische spanning • Vrijhouden / vrijmaken van terrein voor externe hulpverleners • Opvang en inlichten externe hulpverlening • Beantwoorden telefoon 7. Meldt de calamiteit bij de verantwoordelijke dienst en geef de volgende gegevens door: • Naam • Waar is het ongeval gebeurd • Aard van het ongeval • Tijdstip • Wat is de calamiteit • Zijn er slachtoffers 8. Geef eventueel het signaal tot ontruiming ( zie Intern alarm blad 4 )
Taken BHV-er
Bij een brand/ ontruiming -
Ga direct naar de brandmeldcentrale
-
Blijf kalm. Zorg voor uw eigen veiligheid
-
Voorkom paniek. Blijf kalm. Denk om uw eigen veiligheid.
-
Volg de instructies van de HBHV op.
-
Laat aanwezigen naar de verzamelplaats gaan.( ontruimen pand ).
-
Afleggen van de vluchtroute voor het opsporen van eventueel achter gebleven personen.
-
Geef terugkoppeling aan de HBHV en volg vervolg instructies op zoals bijvoorbeeld het afsluiten van leidingen en elektrische spanning of het tegenhouden van mensen die het pand willen betreden.
-
Sluit alle deuren en ramen (niet op slot).
-
Zorg ervoor dat alle aanwezigen het pand verlaten hebben en verlaat zelf het pand na toestemming van de HBHV of bevelvoerder van de brandweer.
-
Ga naar de verzamelplaats en kijk of iedereen nog aanwezig is en stel iedereen op hun gemak.
-
Geeft de BHV taken over aan de gearriveerde brandweer en volg hun instructies op
11.Taken directie/ plaatsvervanger
De directie/ plaatsvervanger:
-
heeft de eindverantwoordelijkheid voor de totale ontruiming;
-
draagt verantwoordelijkheid voor het optreden van de eigen organisatie;
-
informeert de nieuwsmedia ( in overleg met brandweer ).
Tevens is de directie verantwoordelijk voor de geoefendheid van het gehele personeel
12.
Tekeningen
13
Voorbeelden van de gebruikte symbolen.
14
Logboek ontruimingsplan
Mutaties ontruimingsplan Datum
Reden
Omschrijving
Ontruimingsoefeningen Datum
Bijzonderheden
15. Belangrijke telefoonnummers
Receptie/ Administratie/ Hoofd BHV : Chiel de Jager
06-53 513 953
Politie, brandweer en ambulance
112
Politie (wel hulp geen spoed)
0900-8844
Huisartsen post tussen (16:30 en 8:30 uur)
0900 – 1785
Regionale alarm centrale brandweer
0118 – 432430
Trauma Call
0800 – 7774444
Nachtopvang/ evacuatie
06-10 481 976