ONTDEK DE TOPSTUKKEN VAN KONINKLIJKE MUSEA VOOR KUNST EN GESCHIEDENIS
Par cou
rs vo
or
vo
lw
as
se
ne
n
Reliëf met het hoofd van een gevleugelde genius Nimrud, Noordwestelijk paleis (Irak) Neo-Assyrisch Rijk, regering van Assurnasirpal II, 883-859 v. Chr. Gipsachtige steen; 64 x 61 cm Inv. O.1934
Assyrische reliëfs weerspiegelen de zin voor luxe en praal van de Mesopotamische koningen die tijdens het vroege eerste millennium v. Chr. over het hele Nabije Oosten regeerden. Dit fragment met een gevleugelde geest – een deel van een paneel van minimum 2,30 m hoog – en de ‘standaardinscriptie’ die erbij hoort, maakten deel uit van hetzelfde rituele tafereel, dat telkens opnieuw werd herhaald op de muren van het paleis van Assurnasirpal II in Nimrud. De genius draagt een gehoornde kroon, het traditionele attribuut van een beschermgod die de koning moest verdedigen tegen demonen en hem moest helpen om zijn vijanden te overwinnen. Alle details zijn zorgvuldig weergegeven naar Assyrisch model: de goddelijke tiara, het lange haar en de gekrulde baard, het prachtige oorsieraad en het kleed met franjes. Het basreliëf liet lichtspelingen toe die de welwillende geest tot een geduchte bewaker van het nieuwe koninklijk paleis maakten. — E.G.
Kantharos, gedraaid en beschilderd door Douris Athene (Griekenland) Klassieke periode, circa 490-480 v. Chr. Aardewerk; totale H. 18,2 cm Inv. A.718
Op deze drinkbeker voeren de held Herakles, herkenbaar aan zijn leeuwenhuid en knots, en zijn gezel Telamon een gevecht tegen de krijgszuchtige Amazonen. De strijd is hevig en de helden worden van alle kanten belaagd. De dramatische opbouw zet de scène kracht bij. Aan weerszijden van Herakles’ hoofd staat de dubbele handtekening ‘Douris heeft geschilderd; Douris heeft gemaakt’. Met de verfijnde weergave van tussentinten toont de grootmeester van de Attische roodfigurige vaasschilderkunst hier zijn zin voor detail en zijn virtuositeit. Dat is vooral merkbaar in de leeuwenhuid, waardoor de aandacht op Herakles wordt gevestigd. De beker werd gevonden in de Etruskische stad Cerveteri en is bijzonder door zijn eenvoudige, elegante en zeldzame vorm en door de dubbele handtekening, een unicum in het werk van Douris. De ongewone vorm, de band met Herakles en het decor doen veronderstellen dat de vaas in een heiligdom van deze held geofferd werd. — N.M.
2
Sater die ravot met een panter Rome (Italië) Circa 100-150 na Chr. (naar een origineel uit de 2de eeuw v. Chr.) Marmer; H. 137 cm Inv. A.1143
Toen de Romeinen in de loop van de 2de eeuw v. Chr. de Griekse wereld veroverden, waren ze gefascineerd door de Helleense kunst en cultuur. Op overwinningsfeesten in Rome werden aan het volk buitgemaakte schilderingen, beeldhouwwerken, gouden en zilveren vaatwerk, gemmen en juwelen getoond. Het publiek was onder de indruk en omdat niet iedereen zich een origineel Grieks kunstwerk kon veroorloven, kwam al gauw een echte industrie van replica’s op gang. Vanaf de 1ste eeuw v. Chr. vervaardigden talrijke ateliers kopieën van beroemde Griekse beeldhouwwerken. Deze sater gaat terug op een creatie uit de hellenistische periode, maar werd 300 jaar later met brio gebeeldhouwd. Hoewel het beeld uit tientallen fragmenten gereconstrueerd is, is het volledig origineel. De sater, met spitse oren en bokkenstaart, behoort tot het gevolg van Bacchus, de god van de wijn. Hij heeft een werpstok (lagobolon) bij zich en ravot met een panter. — C.E.
Drinkhoorn Brussel (?) (België) Einde 6de-begin 7de eeuw Geblazen glas met opgelegde glasdraad; 20,3 x 37 cm Inv. B005829-001
In de vroege middeleeuwen kregen de overledenen diverse grafgiften mee. Deze drinkhoorn, door het museum aangekocht in 2010, komt mogelijk van het grafveld van Anderlecht, waar hij tijdens vroegere opgravingen gevonden zou zijn. De voormalige eigenaar ontdekte het stuk op de zolder van zijn grootvader, een Brusselse notaris. Naast de doorzichtige olijfgele kleur, de netwerkversiering en de drie groenblauwe oortjes zijn ook de grote afmetingen heel kenmerkend. Hoewel het voorwerp typologisch behoort tot de groep van de Lombardische hoorns met netwerkversiering, is het niet onmogelijk dat het een regionaal product betreft. Intacte drinkhoorns in glas uit de oudheid of de vroege middeleeuwen zijn zeerzeldzaam. — A.D.P.
3
Draagaltaar Abdij van Stavelot, Luik (België) 1160-1170 Hout, brons, email, bruinvernis, bergkristal; 10 x 27,5 x 17 cm Inv. 1590
Het draagaltaar van Stavelot is zonder twijfel een van de meesterwerken van de middeleeuwse emailkunst. Voor de weelderige versieringen in groevenemail waren even veel opeenvolgende baktijden nodig als er kleuren zijn. De metaalpigmenten in het glaspoeder smelten immers elk bij een andere temperatuur. Dit is echt een technisch hoogstandje. De iconografie, waarin de verhalende en de symbolische dimensie hand in hand gaan, is van hetzelfde niveau als de uitvoering. Op de bovenplaat wordt het lijdensverhaal van Christus vergezeld door episodes uit het Oude Testament die de belangrijkste momenten ervan prefigureren. Op de zijwanden is de marteldood van de twaalf apostelen uitgebeeld. De vier evangelistenbeeldjes op de hoeken zijn een directe verwijzing naar de boodschap over de Verlosser op het bovenblad zoals die door de gewijde tekst wordt verwoord. — S.B.
Tegelpaneel met een man die vlucht voor leeuwen – detail Isfahan (?) (Iran) 17de eeuw Geglazuurde ceramiek; 120 x 95 cm Inv. IS.38
Kleurige tegelpanelen in cuerda seca-techniek werden vooral populair in Iran onder de regering van de Safawidische sjah Abbas de Grote, die zijn hoofdstad te Isfahan vestigde en er een grote bouwactiviteit ontplooide. Dikwijls zijn ze verhalend of moraliserend van aard. Mogelijk verwijst de afbeelding naar een verhaal uit de Sjahnama, het Perzische nationale epos van Firdawsi. Dit fragment van een bredere fries toont een episode waarin een man in een plataan is gevlucht om aan leeuwen te ontsnappen. Zijn wapens hangen aan de takken en hij heeft zijn drinkgerei aan de voet van de boom moeten achterlaten. De verhalende stijl sluit aan bij de miniatuurkunst uit deze periode. Het landschap is opgevuld met dieren en planten en in de wolkenweergave is Chinese invloed herkenbaar. — B.O.
4
Mysterieuze Sfinx, Charles Van der Stappen Brussel (België) 1897 Ivoor, zilver; H. 56,5 cm Inv. Sc.73
‘Mysterieuze Sfinx’, het bekendste werk van beeldhouwer Charles Van der Stappen, wordt beschouwd als een icoon van het symbolisme en de art nouveau. Het werd gemaakt voor de eresalon van de Koloniale Tentoonstelling in Tervuren in 1897, waar het werd gepresenteerd op een basis van onyx die op haar beurt rustte op een door Henry van de Velde ontworpen voetstuk. Het werk van ivoor en zilver stelt de buste van een jonge vrouw voor die door haar rechterhand naar de lippen te brengen een mysterieus gebaar maakt. Haar helm is versierd met een arend en verwijst naar oorlog en overwinning. De papavers in het decor van haar harnas staan symbool voor verdoving. De slang rond haar pols verbeeldt de dood. De combinatie van schoonheid en aantrekkelijkheid enerzijds en bedwelming en destructie anderzijds is typisch voor de femme fatale. Die speelt een centrale rol in het fin de siècle, een tijd die gekenmerkt wordt door een dubbele houding – vertrouwen en angst – tegenover de toekomst en die vaak decadentie ademt. — W.A.
5
Stèle Chiapas (Mexico) Maya-cultuur, vroegklassieke periode, 593 na Chr. Schelphoudende kalksteen; H. 250 cm Inv. AAM.66.34
Dit opstaande architecturale paneel werd waarschijnlijk ontdekt in Lacanja (Chiapas). Het bevond zich bij een van de toegangen tot het paleis en toont de afbeelding van een Maya-heerser. Hij draagt al zijn attributen, waaronder de complexe hoofdtooi met grote pluimen. De jonge lokale machthebber staat afgebeeld in oorlogsuitrusting volgens de plaatselijke traditie. De inscriptie in Mayagliefen, boven en voor hem, vermeldt dat hij op 20 augustus van het jaar 593 22 jaar oud was en dat hij zijn vader opvolgde. Ook zijn genealogie wordt weergegeven, waarschijnlijk als bewijs van zijn legitimiteit. De stèle dankt zijn belang aan de grote kwaliteit van het beeldhouwwerk, maar vooral ook aan de begeleidende tekst die een glimp toont van het politieke leven van de hoogstaande Maya-beschaving. — S.L.
Offerandedrager Noordkust (Peru) Chimú-cultuur, 1100-1470 na Chr. Hout; H. 55 cm Inv. AAM 5713
Toen Henri Lavachery, conservator van het museum, in juli 1934 naar een expeditie op het Paaseiland trok, reisde hij via Lima. Daar bezocht hij de precolumbiaanse sites en kocht hij enkele kunstvoorwerpen, waaronder dit beeldje. In 1935 werd het voor het eerst tentoongesteld in het museum, waar het de aandacht trok van stripauteur Hergé. Die voerde het beeldje op in zijn Kuifje-album Het Gebroken Oor. Het originele stuk had echter geen afgebroken oor maar een afgebroken voet en werd niet gebeeldhouwd door de fictieve Arumbaya’s maar wel door de Chimú. Het werd gedateerd tussen de 13de en 15de eeuw en stelt een drager van een draagbed voor. De houten ‘modellen’ van dit soort die bij opgravingen in La Huaca de la Luna in het Moche-dal ontdekt werden, illustreren verschillende ceremonies. Bij een begraving werden naast andere offers ook soortgelijke beeldjes meegegeven; ze droegen dan een draagbed met de overledene. — S.L.
Zogenaamde mantel van Montezuma, Tupinambá-stam Atlantische kust (Brazilië) Voor de 17de eeuw Veren, plantaardige vezels; 200 x 180 cm Inv. AAM.5783
Dit meesterwerk wordt voor het eerst vermeld in een manuscript dat dateert van voor 1780. Het wordt er toegeschreven aan Montezuma, de Azteekse keizer die aan de macht was toen de Spanjaarden begin 16de eeuw voet aan wal zetten in Meso-Ameri-
6
ka. Lange tijd werd het beschouwd als een voorwerp uit de Mexicaanse cultuur, maar in 1928 wees J.S.H. Hirtzel erop dat de technieken waarmee de mantel vervaardigd werd, alleen in gebruik waren bij de indianen van Brazilië of Guyana, een hypothese die in 1939 gestaafd werd door Calberg, die aantoonde dat de techniek om veren op een netwerk te bevestigen, wijd verspreid was aan de Atlantische kust van Brazilië. Ook andere mantels van dit type zijn in Europese collecties terechtgekomen (Parijs, Firenze, Frankfurt, Bazel, Milaan, Berlijn en Kopenhagen). Het Brusselse exemplaar is echter niet alleen het langste, het bleef ook het best bewaard wat betreft het aantal veren en de levendigheid van de kleuren. — S.L.
7
1. Reliëf met het hoofd van een gevleugelde genius 2. Kantharos, gedraaid en beschilderd door Douris 3. Sater die ravot met een panter 4. Drinkhoorn 5. Draagaltaar 6. Tegelpaneel met een man die vlucht voor leeuwen – detail 7. Mysterieuze Sfinx, Charles Van der Stappen 8. Stèle, Chiapas (Mexico) 9. Offerandedrager (Peru) 10. Zogenaamde mantel van Montezuma, Tupinambá-stam (Brazilië)
Colophon Tekst : Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis NL : Eveline de Deckere Opmaak : Walter Leclercq © Brusselse Museumraad - 2016
8