ONTDEK ONTDEK ALLES WAT U ALLES WAT U NOOIT ALTIJD WILDE AL WILDE WETEN OVER WETEN OVER KERNAFVAL KERNAFVAL
Vier weken lang zal het Nucleair Forum door middel van een reeks thematische dossiers proberen uw vragen over kernenergie te beantwoorden. Dit tweede nummer legt uit wat we onder kernafval verstaan, hoe het wordt beheerd en wat de aanpak in België is.
VOORWOORD Radioactiviteit speelt een grote rol in toepassingen die van belang zijn voor mensen. Denken we maar aan het opsporen en behandelen van ziektes, het veilig maken van ons voedsel door het uitschakelen van bacteriën, het controleren van vliegtuigonderdelen, het dateren van archeologische vondsten en de vele toepassingen in de ruimtevaart. Bovendien is vandaag meer dan de helft van de Belgische elektriciteitsproductie afkomstig van kernenergie. Al deze toepassingen dragen bij tot de verbetering van onze levenskwaliteit, maar resulteren ook in een resthoeveelheid radioactieve afvalstoffen – of kernafval – die bijzondere zorg vereisen. Deze radioactieve afvalstoffen zijn wellicht het meest gevoelige thema in het debat rond kernenergie. Het Nucleair Forum, dat informatie als zijn belangrijkste taak ziet, wil dit thema behandelen om te kunnen getuigen van de deskundigheid van zijn leden. Zij zijn zich terdege bewust van hun verantwoordelijkheid, maar zijn ook het best geplaatst om te getuigen van de technologische vooruitgang in het domein. In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, bestaan er vandaag oplossingen voor de verwerking van kernafval. Die hebben tot doel de hoeveelheid radioactief afval tot een minimum te beperken en mens en milieu, nu en in de toekomst, te beschermen tegen de eventuele schadelijke gevolgen van radioactiviteit. Het probleem is dus niet de beschikbaarheid van een oplossing, maar de onmogelijkheid om die oplossing te kunnen toepassen. Dat is het gevolg van het heersende politieke en maatschappelijke klimaat, dat zijn oorsprong vindt in een sterk emotioneel debat waarin de ratio het onderspit heeft moeten delven. Het is daarom belangrijk om u, lezers, uit te nodigen tot nadenken, door alle aspecten van het kernafval uitvoerig te belichten en hierbij geen enkel taboe uit de weg te gaan. Dit dossier slaagt erin dit op een duidelijke en bevattelijke manier te doen.
HET KERNAFVAL IS ONDER CONTROLE... DE MEESTE VAN ONZE MENSELIJKE ACTIVITEITEN PRODUCEREN AFVAL. DE TOEPASSING VAN KERNENERGIE LEIDT TOT RADIOACTIEF AFVAL, WAARVAN EEN DEEL GENERATIES LANG EEN RISICO OPLEVERT VOOR MENS EN MILIEU. DE UITDAGING IS OM DAT RISICO TE BEHEREN.
Om het risico aanvaardbaar te maken, moet er ook voldoende voordeel zijn. Kernenergie levert in België al meer dan 30 jaar veilig en ononderbroken stroom voor de gezinnen en de industrie. Tegenover de radioactieve afvalstoffen uit de nucleaire geneeskunde staan vele duizenden diagnoses en levensreddende therapieën. Dit dossier legt uit dat het beheer van radioactief afval zowat overal ter wereld in alle veiligheid wordt aangepakt en dat het ook op lange termijn wordt gepland. Al het kernafval uit de energieproductie, de medische sector en de industrie wordt
verzameld, gesorteerd en verpakt. Daarna wordt het voorlopig onder bewaking opgeslagen. Later zal het geborgen worden in speciale installaties. Vandaag zijn de technologieën voor afvalbeheer bekend en wetenschappelijk gevalideerd. In sommige landen worden ze nu al toegepast. Bovendien staat de technologie niet stil. Omdat een aanzienlijk deel van het kernafval een enorm energiepotentieel behoudt, houdt het nucleair onderzoek er rekening mee dat dit in de toekomst kan worden gerecupereerd. Wat vandaag afval is, kan morgen immers een effectieve bron van energie worden.
ROBERT LECLÈRE
Voorzitter van het NUCLEAIR FORUM Opslag laagactief afval.
2
WAT IS KERNAFVAL? KERNAFVAL KOMT UIT ALLERLEI BRONNEN EN HEEFT STERK UITEENLOPENDE KENMERKEN. PAS ALS WE DAT GOED BESEFFEN, KUNNEN WE DE FILOSOFIE VAN DE HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE OPLOSSINGEN BEGRIJPEN.
De belangrijkste eigenschap van kern- af willen. Om het te beheren, moeten afval is zijn radioactiviteit. Met andere we eerst en vooral weten hoe schadelijk woorden, het afval geeft ioniserende het kan zijn. Als we dat weten, moeten straling af. Die straling is het gevolg van we technologieën en beheersystemen de transformatie van een instabiel in een toepassen die het risico op overlast tot stabiel atoom. De mens heeft geleerd dit het minimum beperken. Eigenlijk is deze natuurverschijnsel uit te lokken en te algemene filosofie, die voor elk soort afval beheersen. geldt, vrij nieuw. Zo vinden we vandaag De radioactiviteit - of liever, de door de nog altijd huishoudelijk of industrieel mens ‘getemde’ vorm van radioacti- afval uit de tijd toen afval gewoon niet viteit - wordt in allerlei werd beheerd. vreedzame toepassingen Kernafval bevat materie OOK LANDEN DIE HET ATOOM NIET BENUTTEN gebruikt: in de geneesdie straling afgeeft die OM ELEKTRICITEIT TE kunde, voor diagnose en gevaarlijk kan zijn voor de PRODUCEREN MOETEN therapie, in de landbouw gezondheid en voor het RADIOACTIEF AFVAL en de industrie, in de milieu in het algemeen. VERWERKEN UIT DE elek triciteitsproductie, Maar de radioactiviteit MEDISCHE SECTOR OF de wetenschap en het is niet altijd dezelfde. Er DE INDUSTRIE onderzoek. bestaan immers verschilIn landen die hun elektriciteit met kern- lende soorten straling (gamma, alfa, energie opwekken, zoals België en bèta). De straling is meer of minder Frankrijk, is het kernafval uiteraard “sterk”: de intensiteit van de radioactivivooral daarvan afkomstig. Maar zelfs in teit kan variëren van “laag” (in de buurt landen die het atoom niet benutten om van de natuurlijke straling) tot “hoog” elektriciteit te produceren, moet men (bestraalde kernbrandstof). Ze gaat een bepaald volume radioactief afval samen met een warmteafgifte die evenverwerken. redig is met de intensiteit van de straling. Een ander essentieel kenmerk is dat de HEEL BIJZONDERE KENMERKEN radioactiviteit (en de warmte) beetje bij Afval is per definitie iets waar we niets beetje vermindert en ten slotte helemaal meer mee kunnen doen en waar we van verdwijnt. De tijd die daarvoor nodig is,
Opslag hoogactief afval.
3
VERSCHILLENDE SOORTEN AFVAL Voor het beheer op lange termijn wordt het radioactief afval volgens twee essentiële kenmerken van zijn radioactiviteit geclassificeerd: de intensiteit en de levensduur. De landen gebruiken verschillende classificaties die vrij sterk op elkaar lijken en die op een internationale norm gebaseerd zijn (die van het IAEA het Internationaal AtoomEnergie Agentschap). België kent drie categorieën. Volgens NIRAS zal men in 2070 (volgens een basisscenario) de volgende volumes radioactief afval moeten beheren: - 70.500 m3 afval van categorie A (kortlevend laag- of middelactief afval) - 8.900 m3 afval van categorie B (langlevend laag- of middelactief afval) - 2.100 tot 4.700 m3 afval van categorie C (hoogactief radioactief afval met lange levensduur) verschilt opnieuw volgens de aard van het afval en de blootstelling die het heeft ondergaan. Sommige radio-isotopen die in de geneeskunde worden gebruikt, verliezen hun radioactiviteit al na enkele uren. Bij andere radionucliden is dat pas na honderdduizenden jaren het geval. Dat is natuurlijk heel lang. Toch moeten we voor ogen houden dat de schadelijkheid in die periode beetje bij beetje afneemt en uiteindelijk helemaal verdwijnt. Chemisch afval daarentegen, zoals lood of kwik, zal altijd even giftig en dus schadelijk blijven.
BESCHERMING TEGEN STRALING
Weten we hoe we ons tegen radioactieve straling kunnen beschermen? Ja, heel goed zelfs. Twee handelingen zijn van cruciaal belang bij stralingsbescherming: de duur van de blootstelling beperken en op voldoende afstand van de stralingsbron blijven. Hoe verder we van de bron verwijderd zijn en hoe korter de blootstelling duurt, hoe kleiner de dosis is die we oplopen. Bovendien kunnen we de verspreiding van de straling beperken of zelfs helemaal stoppen. Een laag water, glas, lood, beton of bepaalde andere materialen geven een afdoende bescherming. Dit type van insluiting houdt de straling tegen. Aanvankelijk beging men nog de fout om een zekere mate van verspreiding mogelijk te maken door vaten met radioactief afval naar zeer grote oceaandiepte af te zinken. Vandaag worden de bovenstaande beschermingsprincipes op grote schaal toegepast en doet men er alles aan om de blootstelling van het milieu en van de mens door een effectieve insluiting te beperken. De toepassing van de oplossingen wordt vergemakkelijkt door het in feite redelijk beperkte volume van het kernafval. In een land met veel kerncentrales, zoals Frankrijk, wordt per jaar en per inwoner 360 kg huishoudelijk afval en 2.500 kg industrieel afval geproduceerd, tegenover 2 kg radioactief afval. NIRAS, de instelling die in België met het beheer van het radioactief afval belast is, schat dat we tegen 2070 ongeveer
VERANTWOORDELIJKHEIDSPRINCIPE Zowel de OESO, met het Agentschap voor Kernenergie en zijn “Radioactive Waste Mangement Committee”, als Europa, met de High Level Group on Nuclear Safety and Waste Management, schrijven regels voor het beheer van kernafval voor. De twee basisregels zijn de nationale
85.000 kubieke meter kernafval in ons land zullen moeten beheren. Het overgrote deel van dat afval bestaat uit voorwerpen die in radioactieve omgevingen gebruikt zijn, in het kader van de elektriciteitsproductie, andere industriële activiteiten, het onderzoek of de nucleaire geneeskunde: beschermende kleding, materialen, gereedschap, toestellen, leidingen enzovoort. Het hoogradioactieve afval vertegenwoordigt – zelfs in landen waar een groot gedeelte van de
BEPERKEN
elektriciteit uit kerncentrales komt – slechts 1 procent van het totale volume – maar het is wel goed voor meer dan 90% van de radioactiviteit. In België komt het volume hoogactief kernafval overeen met 1 tennisbal per persoon, voor 40 jaar nucleaire elektriciteitsproductie. Alle beheerders van radioactief afval, overal ter wereld, gebruiken dezelfde systemen. Naast het nieuwe streven om de productie van afval aan de bron te beperken, omvat de verwerkingsketen verscheidene stappen: het sorteren en de identificatie, het beperken van de volumes, de stabilisatie en de insluiting, eventueel de tijdelijke opslag en ten slotte het beheer op lange termijn.
De eerste stap naar een efficiënt beheer van om het even welk afval is de beperking van de productie tot het absolute minimum. Radioactief afval is geen uitzondering op die regel. Er worden grote inspanningen geleverd op het vlak van het ontwerp en de exploitatie van de kerncentrales. In Frankrijk heeft men de hoeveelheid kortlevend afval tussen 1985 en vandaag door drie gedeeld. Die vermindering is in grote mate te danken aan eenvoudige voorschriften en procedures voor het gebruik van materieel (handschoenen, gereedschap, doeken enz.) in de
productie. Om het hoogactieve afval te beperken, zijn de nieuwe reactoren zo ontworpen dat ze zo weinig mogelijk afval produceren. De European Pressurized Reactors (EPR) die in Finland en Frankrijk worden gebouwd, zullen 15% minder hoogradioactief afval produceren. De volgende generatie van reactoren zou 97% van het uranium in de splijtstof moeten kunnen verbruiken, wat het afval in gelijke mate zou verminderen. Deze nieuwe generatie zal onder meer bestudeerd worden in de toekomstige experimentele Myrrha-reactor die het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol (België) wil bouwen.
verantwoordelijkheid en de aanleg van voorzieningen voor het toekomstige beheer. Elk land beheert zijn eigen afval. Na de recyclage van de bestraalde kernbrandstof keert al het afval dat in Frankrijk, in La Hague, opgewerkt is, terug naar zijn land van herkomst, in ons geval België dus. Bij ons zal het laatste opwerkingsafval tussen 2010 en 2015 uit La Hague
terugkomen. Deze transporten (en alle transporten van radioactief materiaal) worden gecontroleerd door de overheid en door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC). Ten slotte wordt heel de keten van het kernafval op internationaal niveau in het kader van het non-proliferatieverdrag gecontroleerd door het Internationaal Atoomenergie Agentschap IAEA.
4
HOE BEHEREN WE KERNAFVAL? ER BESTAAT EEN HELE KETEN, VAN DE KARAKTERISERING VAN HET AFVAL TOT DE INTERMEDIAIRE BEHANDELINGEN EN DE DEFINITIEVE BERGING. MEN HEEFT TECHNOLOGIEËN EN INSTALLATIES ONTWIKKELD DIE NU AL OPERATIONEEL ZIJN. DAARNAAST DOET MEN AAN ONDERZOEK OM HET BEHEER VERDER TE VERBETEREN.
Zowat overal ter wereld zijn beheersystemen voor kernafval ingevoerd. Ze vormen een “vanzelfsprekende” keten, die eigenlijk voor alle soorten afval zou moeten bestaan. Het beperkte volume van het kernafval vergemakkelijkt de toepassing van deze beheersystemen. VOORKOMEN – BEPERKEN – SORTEREN – IDENTIFICEREN
Deze thema’s zijn al in het eerste artikel van dit dossier aan bod gekomen. Nadat de productie tot het minimum beperkt is, komt het erop aan het afval te identificeren en te classificeren, zodat elk type afval op de juiste manier wordt behandeld. HET VOLUME REDUCEREN
We weten dat een van de belangrijkste uitdagingen – vooral met het oog op het beheer op lange termijn op één site – erin
CILVA – Compactering van afval.
bestaat het afvalvolume te reduceren. De gebruikte technieken variëren van heel eenvoudig (zoals verbranding of compactering, altijd onder de strengste veiligheidsvoorwaarden) tot de meest complexe (de recyclage van bestraalde kernbrandstof, die in het kaderstuk op pagina 6 wordt besproken, is zo een manier om het afvalvolume te beperken). Zowat overal ter wereld worden deze technologieën al op industriële schaal toegepast.
STABILISEREN EN INSLUITEN
Een andere grote uitdaging is voorkomen dat het radioactieve afval zich verspreidt. In eerste instantie zal men het dus verpakken in materiaal dat de insluiting verzekert (door het, afhankelijk van de categorie, in beton of glas te gieten). Het buitenste stalen omhulsel (het vat) is ook een insluiting. Zowat overal ter wereld worden deze technologieën al op industriële schaal toegepast. TIJDELIJKE OPSLAG
concentreren op een beperkt aantal geschikte plaatsen, die met alle nodige
Simulatie oppervlakteberging Dessel.
Er zijn twee belangrijke redenen om technologie uitgerust worden en op lange kernafval onder streng toezicht tijdelijk termijn worden bewaakt. Hier vinden we op te slaan in specifieke infrastructuren, twee grote categorieën. onder de beste veiligheidsvoorwaarden. Oppervlakteberging : De vaten waarEnerzijds is tijdelijke opslag nodig als de over we het eerder hadden en die zelf al een insluiting vormen, installaties voor de defiworden met nog meer nitieve berging nog niet DE BEHEERSYSTEMEN VOOR RADIOACTIEF beschermende barrières klaar zijn. Anderzijds zijn AFVAL STEUNEN OP opgeslagen. er goede redenen om te EVIDENTE PRINCIPES Ze worden ingekapseld wachten voor men het DIE EIGENLIJK VOOR in met mortel gevulde afval voorgoed bergt (en ALLE SOORTEN AFVAL betonnen caissons, die dit houdt verband met ZOUDEN MOETEN op hun beurt in andere de eerste reden). De BESTAAN betonnen modules worden radioactiviteit van somgevat en weer bedekt met verscheidene mige soorten afval daalt immers heel snel, zodat het na enkele jaren naar een ondoordringbare lagen. De buitenste andere, lichtere categorie kan overgaan. laag wordt volledig gedraineerd, om Bij hoogactief afval (vooral bestraalde regenwater af te leiden. Een dergelijk kernbrandstof) kan dankzij de wachttijd depot moet gedurende 200 tot 300 jaar ook de temperatuur voldoende afnemen. bewaakt worden. Dit systeem wordt al Zowat overal ter wereld worden deze in enkele landen toegepast voor de technologieën al op industriële schaal berging van laagactief afval. Definitieve berging in de diepte: Dit is toegepast. het onderbrengen van kernafval in een BEHEER OP LANGE TERMIJN stabiele geologische formatie. Men De principes van het beheer op lange ter- heeft allerlei formaties bestudeerd, mijn van kernafval zijn welbekend. Omdat ook in België (zie verder): zout, klei, het volume zo klein is, kan men het afval graniet enz. Het principe bestaat erin
5
dat men het (al ingesloten) kernafval ver van het leefmilieu in ondoordringbare lagen insluit, zodat het niet door water kan worden verspreid. Enkele landen hebben al besloten om met behulp van wetenschappelijk gevalideerde technologieën een berging voor hoogactief en/of langlevend afval van dit type te realiseren.
HADES – Belgisch onderzoek naar berging in klei.
SOMMIGE INSTALLATIES ZIJN AL OPERATIONEEL, AAN ANDERE WORDT GEWERKT Verenigde Staten. In 1999 is in een zoutformatie in New Mexico de eerste installatie voor de berging van langlevend radioactief afval in een diepe geologische formatie in gebruik genomen. In afwachting van de berging van het hoogactieve afval wordt de bestraalde kernbrandstof op de productiesites opgeslagen. Voor de site van Yucca Mountain (Nevada), die al sinds 1987 wordt bestudeerd, is in 2008 een vergunning aangevraagd, maar ze is erg omstreden. Zweden. In juni 2009 heeft de Zweedse regering beslist om zijn langlevend afval definitief te bergen in ondergrondse granietlagen op 500 meter diepte in Forsmark, op 200 kilometer ten noorden van Stockholm. De werken zullen in 2015 beginnen en de site zal in 2024
RECYCLEREN, TRANSMUTEREN? De huidige reactoren (2de generatie) kunnen de gebruikte splijtstof verschillende keren na elkaar benutten dankzij recyclage (gesloten cyclus). België paste dat principe toe tot in 1993. Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Japan doen dat nog altijd. Zo komt 97% van de oorspronkelijke splijtstof in de recyclagekring terecht. België stond aan de wieg van dit proces en produceerde tot voor kort nog MOX-brandstof. Die technologie blijft volop bruikbaar. Naast recyclage, werken verschillende landen op de geavanceerde splijtstofcyclus met ‘transmutatie’ van de lagere actiniden en de langlevende splijtingsproducten. Die vormen het echte afval van de nucleaire cyclus, maar ze vertegenwoordigen slechts een minuscuul percentage van de gebruikte splijtstof. Door
operationeel zijn. Finland. In 2001 nam Finland de beslissing om het hoogradioactieve afval te bergen in een kristalformatie op het eiland Olkiluoto. Deze installatie zal in 2020 operationeel zijn. Frankrijk. Het ANDRA (Agence nationale pour la gestion des déchets radioactifs) exploiteert in het departement Aube twee centra voor oppervlakteberging van kortlevend laag- en middelactief afval. Het eerste werd in 1992 geopend. In 2009 heeft het ANDRA een eerste selectie gemaakt van drie sites voor een bergingscentrum voor langlevend laagactief afval (berging op geringe diepte). In 2010 of 2011 zal de definitieve keuze worden gemaakt en in 2019 zou het centrum operationeel moeten zijn. Er komt ook een centrum voor de berging van langlevend hoogactief en middelactief afval (berging op grote diepte). Hier loopt de selectieprocedure nog tot 2015 en is het de bedoeling om de site in 2025 in bedrijf te nemen. Het ANDRA
6
transmutatie kan hun warmtebelasting worden verlaagd (wat de geologische bergingscapaciteit verviervoudigt want warmte is bij dat type berging een nadeel), alsook hun radiotoxiciteit (hun levensduur vermindert met een factor 1000). Onderzoek op kerncentrales van de 4de generatie wijst uit dat met dezelfde hoeveelheid splijtstof, 50 tot 100 keer meer elektriciteit zal kunnen worden geproduceerd. Die reactoren zijn immers echte ‘allesbranders’. Ze zullen niet alleen het uranium veel beter benutten, maar ook die nadelige splijtingsproducten. Zo zal de hoeveelheid kernafval per geproduceerde eenheid dus sterk afnemen. Deze nieuwe reactoren zullen binnen 20 jaar operationeel zijn. Het MYRRHA-project, een onderzoeksreactor die wordt ontwikkeld bij het SCK•CEN in Mol, wil de haalbaarheid van de transmutatie en de werkbaarheid van de 4de generatie aantonen.
gebruikt in al deze procedures overlegformules die gebaseerd zijn op het «Rapport sur les Français et les déchets nucléaires” van Philippe D’Iribarne. Spanje. De site El Cabril is in 1992 in gebruik genomen voor de berging aan de oppervlakte van kortlevend laag- en middelactief afval. Men blijft onderzoek doen naar de berging in geologische formaties. Verenigd Koninkrijk. Het kortlevend laag- en middelactief afval wordt opgeslagen in Drigg, in het noorden van Engeland. Na een grootschalig consultatieproces heeft men gekozen voor de berging van langlevend radioactief afval en middel- en hoogactief afval in geologische formaties. Terwijl men sites zoekt en bestudeert, wordt het afval tijdelijk opgeslagen. (Bron: Agentschap voor Kernenergie van de OESO en Agence nationale pour la gestion des déchets radioactifs – ANDRA, Frankrijk)
EN IN BELGIË? BELGIË VOERT OP HET VLAK VAN RADIOACTIEF AFVAL EEN SOLIDE EN DOORDACHT BELEID. EEN STAND VAN ZAKEN AAN DE HAND VAN ENKELE VEEL GESTELDE VRAGEN … EN HUN ANTWOORDEN. HOE WORDT HET DOSSIER VAN HET RADIOACTIEF AFVAL IN BELGIË IN DE PRAKTIJK BEHEERD? WIE SPEELT ERIN MEE?
Vanwege het bijzondere karakter van het radioactief afval en om de bescherming van de mens en het milieu tegen de mogelijke gevaren te garanderen, heeft de Belgische staat een openbaar organisme in het leven geroepen, de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen (NIRAS), die verantwoordelijk is voor het beheer in de tijd. NIRAS is belast met opdrachten van openbaar nut en moet het principe van administratieve transparantie respecteren. Het heeft vier grote taken die het geheel van de keten van het kernafval bestrijken (zie de algemene principes van de beheersystemen voor radioactief afval in het eerste artikel): de inventaris van de radioactieve stoffen op het grondgebied, de invoering van een veilig beheersysteem, de coördinatie van de werken voor de declassering van de installaties, het beheer van verrijkte splijtstof. Een filiaal van NIRAS, Belgoprocess, treedt op als industriële operator. WIE BETAALT HET BEHEER VAN HET KERNAFVAL?
De financiering vertrekt van het principe ‘de vervuiler betaalt’. De producenten van radioactief afval betalen dus de kosten voor het beheer, ook op lange termijn. Dat zijn de elektriciteitsverbruikers en de gebruikers van radioactief materiaal in de geneeskunde en de industrie. In België dragen de elektriciteitsverbruikers bij tot voorzieningen. Voor elk verbruikt kilowattuur worden enkele eurocenten opzij gelegd. Dat geld dient om de toekomstige uitgaven te dekken die uit de nucleaire exploitatie voortvloeien: het beheer van de restproducten van de splijtstofcyclus en de toekomstige
EXPERTISE VOOR DE EXPORT Belgoprocess is de industriële operator voor de veilige verwerking, conditionering en opslag van radioactieve afvalstoffen en de ontmanteling van nucleaire installaties in België. Maar dit hoogtechnologisch bedrijf in de Kempen heeft ook ruimere ambities. Door het continu optimaliseren van bestaande technologie en het ontwikkelen van nieuwe, heeft Belgoprocess immers een unieke knowhow opgebouwd, waarmee het bedrijf internationale erkenning verwierf. Belgoprocess richt zich daarom sinds kort op het valoriseren van die knowhow in het buitenland. Met succes, zo blijkt uit het groeiend aantal internationale contracten dat in de voorbije jaren is binnengehaald. Zo won Belgoprocess in april 2009 een contract voor het plaatsen van een plasmaoven in de kerncentrale ontmanteling van de centrales. De onderneming Synatom beheert onder toezicht van de staat deze reserves. Dit systeem garandeert de beschikbaarheid op korte en lange termijn van de fondsen die nodig zijn om het grootste gedeelte van het kernafval in België te beheren (namelijk het gedeelte dat verband houdt met de productie van elektriciteit). BESTAAT ER AL EEN OPLOSSING VOOR LAAGACTIEF AFVAL?
Er zijn sites voorgesteld voor de berging van kortlevend laag- en middelactief afval. Men heeft een – door de plaatselijke bevolking gesteunde – politieke consensus bereikt voor de Kempense gemeente Dessel. Het geïntegreerde project voor de berging wordt nu ontwikkeld. Als de nodige vergunningen zonder
7
van Kozloduy, in Bulgarije. Deze verwerkingsinstallatie zal vast radioactief afval behandelen en conditioneren. Uniek aan deze technologie is dat ze toelaat het volume radioactief afval zeer sterk te beperken.
CILVA
problemen verkregen worden, zal de bouw in 2012 kunnen beginnen. De installaties zouden dan in 2016 klaar zijn. IS DEZE OPLOSSING VAN BOVENAF OPGELEGD?
Nee! De beslissing is voorafgegaan door overleg met de gemeenten die kandidaat waren voor de opslag: Mol en Dessel in de Antwerpse Kempen en Fleurus en Farciennes in Wallonië. De Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen (NIRAS) heeft een participatieproces ingevoerd dat gebaseerd is op samenwerking met de plaatselijke bevolking. Na twee voorstellen van Mol en Dessel (Fleurus en Farciennes hadden afgehaakt) heeft de regering in 2006 voor Dessel gekozen. Mol blijft echter bij het participatieproces
betrokken, om de maatschappelijke basis in de streek optimaal te maken. KENT MEN AL EEN OPLOSSING VOOR MIDDEL- EN HOOGACTIEF AFVAL MET EEN LANGE LEVENSDUUR?
middel van een progressief participatieproces in verscheidene fasen de bevolking bij heel het ontwikkelingsproces van het afvalplan betrekken. ER IS AL KERNAFVAL DAT OP EEN DEFINITIEVE OPLOSSING WACHT. WAAR WORDT HET BEWAARD?
In België is er nog niets beslist over het beheer op lange termijn van catego- Belgoprocess, de industriële tak van rieën B en C. Maar het Studiecentrum NIRAS, verzorgt de conditionering (vervoor Kernenergie (SCK•CEN) doet al sinds pakking) en bewaring van het kernaf1973 uitvoerig onderzoek naar de Boomse val op zijn site in Dessel. Het bewaart kleilaag onder zijn terreinen, die in aan- twee soorten kernafval in aangepaste, merking zou kunnen komen voor een ber- bewaakte installaties. ging van het afval in diepe geologische Het kortlevend laag- en middelactieve lagen. Al in 2002 is uit een internationale afval zal na de opening van de bergingssite in Dessel geleidelijk studie geen enkel wetenaan overgebracht worden. schappelijk of technisch IN BELGIË WORDT Belgoprocess verzorgt bezwaar tegen die oplosEEN AFVALPLAN ook de bewaring van het sing gebleken. Dit is dus ONTWIKKELD WAARBIJ geconditioneerd hoogaceen reële mogelijkheid. DE BEVOLKING IN België zal echter niet over- VERSCHEIDENE FASEN tief afval afkomstig van de recyclage in het Franse La haast handelen. De eerste WORDT BETROKKEN Hague van kernbrandstof bergingen zijn niet voor die in Belgische kerncen2040 gepland. NIRAS stelt in 2009 een afvalplan op voor trales gebruikt werd. het beheer op lange termijn van catego- Omdat in België de gebruikte splijtstof rieën B en C. Het zal dat plan in 2010 aan vandaag niet langer wordt gerecycleerd de regering voorleggen. Het organisme wordt ze nu in alle veiligheid opgeslavraagt een principiële beslissing over de gen in de kerncentrales zelf: in Tihange strategie voor het beheer op lange termijn (in opslagbekkens met water) en in Doel van dit radioactieve afval. NIRAS zal door (droog, in speciale containers).
OM MEER TE WETEN : ANDRA – www.andra.fr AREVA NC La Hague – www.lahague. areva-nc.fr Belgoprocess – www.belgoprocess.be FANC – www.fanc.fgov.be IAEA – www.iaea.org NEA – www.nea.fr NIRAS – www.nirond.be en www.nirasafvalplan.be SCK•CEN – www.sckcen.be Synatom – www.synatom.be Rapport over nucleair afval in Frankrijk: www.industrie.gouv.fr/energie/nucleair/ debat-2006/rapport-d-iribarne.pdf
COLOFON Dit informatiedossier wordt uitgegeven door het Belgisch Nucleair Forum. De leden zijn: Agoria, Areva, Belgoprocess, Electrabel GDF SUEZ, IRE, Laborelec, MPE, SCK•CEN, SPE, Synatom, Tractebel Engineering, Tecnubel, Transnubel, Transrad en Westinghouse Electric Belgium. Redactie: Marc Magain. Foto’s : Belgoprocess, Raf Beckers (p.4), Euridice (p. 6), Alain Pierot (p.8). Verantwoordelijke uitgever: Koen Beyaert, Gulledelle 96, 1200 Brussel. Ce dossier est également disponible en français. Bijkomende exemplaren kunnen worden besteld per mail:
[email protected], of per telefoon: 02 761 94 50. Dit dossier is gedrukt op milieuvriendelijk geproduceerd papier. Juli 2009. www.nuclearforum.be
Tihange - Bekken voor desactivering bestraalde splijtstof.
8