Beste mensen, er is me gevraagd om het pijnthema te belichten vanuit 3 invalshoeken: - mijn vak als antroposofisch fysiotherapeut - mijn ervaringen vanuit het (multidisciplinaire) therapeuticum Aquamarijn - vanuit biografisch oogpunt In de fysiotherapie werken wij met de lichamelijkheid als aangrijpingspunt; we werken via het deel van de ziel wat zich met de lichamelijkheid heeft verbonden. In mijn werk ben ik heel dankbaar voor de somato-psychische invalshoek die het antroposofisch mensbeeld ons biedt. Met een leverinwrijving kan ik iemand soms in een andere stemming brengen bijvoorbeeld. Aansluitend op de prachtige muziek van Yolanthe, die zijzelf “omhullend en verwarmend” noemde, zou ik willen zeggen dat in de ritmische massagebehandelingen, deze omhulling en verwarming heel direct aan het lichaam zelf gegeven worden. In een warme ruimte ligt de patiënt op een zacht dekbed met een kruik aan zijn voeten, en ligt na een aandachtige massage stevig ingebakerd met een warme bijenwaspakking onder zich, nog een half uurtje tot zichzelf te komen, om de behandeling “na te laten klinken”. Het muzikale aspect is terug te vinden in zowel het ritmisch afwisselen van de ademende handgrepen, als ook in de compositie van de behandeling. In de afwisseling van vormend en loslatend bewegen, wordt als het ware een hartslag in de periferie aan het lichaam aangeboden. Het zo omhullend en verwarmend werken aan de lichamelijkheid via de onderste vier zinnen, of ook genoemd de lichaamsgerichte zintuigen, maken dat de verbinding met de lichamelijkheid weer wordt aangesproken. De mens komt weer in sterkere verbinding met het in de lichamelijkheid ondergedoken aspect van de ziel, met de onbewuste, opbouwende, periferiegerichte processen van de stofwisselings/ledematenmens. De “nachtmens”in ons. - de tastzin via de aanraking - de levenszin via de stromende beweging - de bewegingszin in de knedingen - de evenwichtszin in de balans Ongevraagd noemden drie achtereenvolgende patiënten mij deze week, dat ze zo’n
ervaring van “heel-worden” kregen door de behandeling. (stond toen nog niet in de lezing) En gaat dit dan niet over de beleving van harmonie tussen het aardse en het geestelijke in onszelf ? Wrijven (=masseren) niet ook al sinds de oertijd moeders over de zere plekken van hun kinderen wanneer ze zich bezeerd hebben (gestoten aan de aarde) ter heelwording ? Liefdevolle aandacht, troostende aanraking en erkenning vormen een wezenlijk bestanddeel van ons vak. Maar als therapeut hebben we voor de behandeling van pijn speciale technieken tot onze beschikking in de ritmische massage. We maken daarbij gebruik van twee belangrijke principes die werkzaam zijn in de ziel: a. de ziel budgetteert b. de polariteitswet in de ziel a. De ziel budgetteert: wanneer we sterk bovenpools actief zijn, bijv. studerend, krijgen we koude voeten omdat de onderpoolse processen afnemen. Door de vertragende, afkoelende werking van de bovenpoolse processen, zullen de processen van ademhaling en bloedsomloop ook vertragen en zo de onderpoolse processen verminderen. Bij afleidend masseren maken we van deze balans gebruik. De polariteitswet Er is een polariteitsprincipe ten opzichte van het middenrif: masseren we vlak onder het middenrif, dan zal de ademhaling het sterkst beïnvloed worden. Masseren we nog lager, dan beïnvloeden we het halsgebied. Lumbaal werken beïnvloedt de nek, masseren aan de voeten werkt het sterkst bij hoofdpijn. Wanneer we een pijnlijke schouder behandelen, kiezen we bovendien de gekruiste kuit (heterolaterale polariteit). In feite een nóg bewuster appel: kruisen is een Ik-functie. Er wordt verschillend gewerkt bij acute pijn, chronische pijn of emotionele pijn. 1. Bij de acute pijn werken we afleidend: de verhaakte, bovenpoolse ziel wordt heel kort en intensief met bewustzijnwekkende handgrepen aan de polaire zijde “weggebudgetteert” Kort werken wekt de ziel - langer werken wekt het etherlichaam. In een later stadium wordt ademend, ritmiserend en stromend de zere plek weer in het geheel opgenomen.
Aan het verhaken van de ziel, waarbij de luchtmens niet meer ademend ondergedoken werkt in het etherlichaam, maar zich direkt en pijnlijk ervaarbaar (via de tast- & levenszin) heeft vastgebeten in het fysieke, gaat vaak een periode vooraf van een teveel aan inademing. Bijvoorbeeld bij een acuut beeld als een lumbago, horen we vaak in het verhaal van de patiënt hoe er een periode vooraf is gegaan van hetzij veel indrukken/stress, hetzij een emotionele periode bijv. rouw of verlies, hetzij een reis of vakantie waarbij veel indrukken werden opgedaan. De bovenpoolse astraliteit is zodanig belast en overactief geworden, dat de verbinding met de ondergedoken stofwisselingspool verloren dreigt te gaan en de ziel zijn “anker”als het ware uitslaat. De therapie zal erop gericht zijn om afleidend te werken, met daarna de nadruk op het uitscheidend, uitademend en loslatend werken. Over de rol van de nierinwrijving hierbij kom ik straks terug. Natuurlijk moet vervolgens rekening gehouden worden met de onderliggende dynamiek van de patiënt: bij een neurastene (met affiniteit voor het centrumgerichte, aardse proces) constitutie zal overwegend loslatend gewerkt worden, wanneer er sprake is van een meer hysterische constitutie (met affiniteit voor het periferie- gerichte, kosmische proces) dan worden meer vormende handgrepen toegepast. Dááronder nog weer, zullen we rekening moeten houden met de zg. “incarnatiediepte”, bij een onvoldoende hechting, zal er ook rekening moeten worden gehouden met de mate van verbinding met de lichamelijkheid. Een sterk afleidend behandeling zou anders bijvoorbeeld een verspringen van de pijn naar een andere plek kunnen veroorzaken. Heel veel van deze factoren spreken zich uit in het weefsel van de patiënt: gevormdheid, ongevormdheid, de doorwarming en doorluchting/doorademing ervan en de reacties tijdens het masseren. In deze drie lagen wordt diagnostisch gekeken: is de pijn een primaire of compensatoire dynamiek van de ziel, hoe is de onderliggende constitutie, wat is de mate van incarnatie en wat speelt er biografisch ?
2. Bij de chronische pijn is niet het afleiden aan de orde: getracht wordt de pijnlijke plek weer op te nemen in het geheel door ademend en ritmisch te werken, waardoor de genezende, bemiddelende kracht van de ritmische processen wordt aangesproken.
Afhankelijk van de klacht zal meer uitscheidend gewerkt worden (bijv. bij artrose, waarbij de uitscheiding tekortschiet, of bijv. bij reuma met een sterke doorwarming) en bij uitputtingsklachten als fibromyalgie, peesproblematieken of bij degeneratieve, sklerotiserende aandoeningen als MS of Parkinson zal meer aandacht aan de opbouwkant en het verwarmende worden gegeven. Naar aanleiding van Duits antroposofisch medisch onderzoek rond de behandelstrategie bij fibromyalgie, waaruit bleek dat infraroodwarmte heilzaam werkt, hebben we in Aquamarijn een infraroodslaapzak aangeschaft. In plaats van bijenwas als warmte-nabehandeling, worden patiënten met gegeneraliseerde pijnklachten, of ook whiplashpatienten in deze slaapzak gelegd. Dit biedt een sterke impuls aan de stofwisselingsprocessen en meestal is de eerste reactie dat patiënten veel beter slapen. Het is een intense, lichte warmte die lang voelbaar blijft. 3. Bij het emotionele trauma, de zielepijn, of bij de hechtingsstoornis op basis hiervan kunnen we ook door uitademend te werken, de weg vrij maken om vervolgens ademend, ritmisch en opbouwend, de verbinding met de lichamelijkheid te versterken. Dit zijn meestal langere trajecten, waarbij juist de massage via de onderste zinnen, weer een veilige bodem kan bieden, of geschonden integriteit helpt helen. Dankzij onze vrouwelijke huisartsen, die vrouwenproblematiek aantrekken, hebben we hier veel ervaring mee. Vaak is een onvoldoende gehechtheid met de lichamelijkheid ook een wankele basis waarop allerlei andere klachten ontstaan. Met onze vorige psychologe deed ik een periode combinatiebehandelingen bij mensen met een posttraumatische stresssyndroom die met EMDR werden behandeld. Daarnaast kregen zij dezelfde dag of dezelfde week een uitscheidingsmassage ter ondersteuning. Dit werd als heel zinvol beleefd.
Pijn leeft in de ziel: natuurlijk ! Is het niet bijzonder hoe veelkleurig de pijn voorkomt: als brandend, stekend, borend, jankend, dof, prikkelend enz. laat het naar zijn aard zien in welk gebied de ziel verhaakt is geraakt. De karakteristiek van de pijn bevragen we in de anamnese door de “kleur” uit te vragen, en het gedrag of verloop. Met onze eigen levenszin speuren we dan in de geografie van de pijn; waar zit de pijn ? Klachten aan de bovenste mens: vragen naar hanteren/handelen in het leven onderste mens: roept vragen op naar verhouding draagkracht/draaglast
Nierinwrijving Bij alle pijnbehandeling, waar sprake is van een versterkte bovenpools inademingsproces, en verhaking in de onderpoolse processen, is de nierinwrijving essentieel. De nierfunctie is sterk verbonden met de longademhaling. De dubbele aanleg van de nieren (bovenpools aangelegd embryonaal), die buiten het buikvlies liggen, maar wel onder het middenrif, laten al zien dat zij kunnen bemiddelen tussen boven en beneden. Ze zijn het orgaan van van de ziel, die met zijn ingestulptheid ons de relatie tussen binnen- en buitenwereld biedt. Ons een voelen geeft tussen bewustzijn en beweging. De niervorm van het orgaan zet zich voort in de komvorm van de meer dan 600.000 lichaampjes van Malpighi in de schors. Een zeer fijn kantwerkachtig uitgevormd astraal orgaan. Eén grote schaalvorm, waarin elke 5 minuten onze totale bloedvoorraad passeert om te worden gefilterd. De nieren laten hierbij de stoffen los (tot urine) die we niet meer nodig hebben, en nemen weer op, wat nodig is voor de eiwitopbouw in de lever. Dit uitscheiden en weer inscheiden op het fysieke vlak, draagt ook de zieleprocessen: er worden indrukken, emoties losgelaten bij de uitscheiding, danwel bewaard of geïntegreerd bij het inscheiden met daarbij werkende nierstraling richting lever. Overweldigende indrukken of emoties moeten ook door de nieren worden uitgescheiden. De nieren vormen zo een directe verbinding tussen de zenuwzintuigprocessen en de stofwisselingsprocessen. Met een ritme naar behoefte. De nieren voeren een soort STOFWISSELINGSADEMHALING uit, en dit proces vraagt zoveel zuurstof, dat zij hiermee de longen aanzetten tot ademen. We gebruiken voor de nierinwrijving KOPERZALF, het bijbehorende metaal met Venuskwaliteiten. Koper kan omhullen en verwarmen en geleidt heel goed deze warmte. In zijn veelkleurige (=astraal) voorkomen op aarde (in vulkanische gebieden = warmte) als malachiet, azuriet, koperkies wordt het uiteindelijk toegepast als roodkoper, geelkoper. Het buigzame metaal wordt gebruikt bijv. voor omhulling als ketels, pannen of dakbedekking. In electriciteitsdraad als geleider bijvoorbeeld.
Wanneer we dan met wat koperzalf in de nierstreek, heel luisterend en ademend een samengestelde lemniscaat bewegen, kunnen we iets waarnemen van de toestand van de astraliteit. Wanneer de patiënt nogal bovenpools belast is, voelen we een koel, samengetrokken niergebied; soms echt koud in diepere lagen. Bij een ziel overladen met emoties of rouw, laat zich soms een soort electrisch gevoel voelen in dit gebied. Een primaire reactie is vaak een zucht: een reactieve uitademing. Soms barst iemand spontaan in huilen uit (=uitademing) Meestal wordt het als een heel diepgaand gevoel ervaren. Wanneer ik geen contact vanuit de lichamelijkheid ervaar, vraag ik aan de patiënt om me te zeggen wanneer het als warm wordt ervaren van binnen. Soms is de eigen binnen-wereld-waarneming niet toereikend; vraag ik aan diezelfde mens onder het masseren bijv. de ogen te sluiten en van binnen te volgen. De nieren vormen namelijk ook de poort tussen binnen- en buitenwereld. Door de nierinwrijving en de organische uitademing te bevorderen, vergroten we a.h.w. de binnenruimte en binnenbeleving van de patiënt. Na lang op de buitenwereld gericht te zijn geweest, is de verbinding met de eigen binnenruimte wel eens ondergeschikt geraakt. Vaak ontstaat een gesprek over het opdoen van indrukken in de zenuwzintuigmens (het inademen) én het jezelf uitdrukken, vanuit creativiteit of doen vanuit de stofwisselings/ledematenmens. Ook komt ter sprake dat een mens méér kan zijn dan zijn pijn; dit is erg nodig wanneer chronische pijn een plek zal moeten krijgen om mee te leren leven. Door via de uitademende behandeling de patiënt weer in contact te brengen met de onderpoolse processen, komt die mens ook weer sterker in contact met zijn eigen wilsgebied en de toekomstgerichte krachten daar. In de behandelperiode van 7 weken, waarin door een pijnklacht soms iemands hele leven stilgezet moest worden, en er soms ook van chaos sprake was, heb ik heel wat levens een andere koers zien nemen. Of een bewustzijn zien ontstaan voor het kiezen van een andere balans. Het uit-elkaar-vallen door de wakkere kant, het helen door de therapie en de tijd, brengt dan nieuwe balans en een nieuwe insteek in het leven.
Binnen Aquamarijn werken we met 5 fysiotherapeuten, die samen ook al “multidisciplinair” zijn: naast ritmische massage werken we indien nodig met: mobilisatietechnieken van McKinsey, met craniosacraaltherapie, met hartcoherentie en ademtechnieken, met orthopedagogiek, of bewegingstherapie en biografische gezichtspunten. De fysiotherapeuten behandelen het meest pijnklachten. Naast die aan het bewegingsapparaat net als in de reguliere fysotherapie, worden ook hoofdpijn, menstruatiepijn e.d. behandeld. Wanneer een acute pijnklacht herhaaldelijk voorkomt, of iemand anderszins wil werken aan een onderliggende eenzijdigheid, wordt er gekozen voor een dubbelloop met euritmie of een vervolg in de euritmie. In 2008 was 30% van de euritmiepatiënten in een dubbeltraject met fysiotherapie. Helaas maakt de recessie hier veel minder in mogelijk. Het is heel verrijkend om vanuit ieders vak, tot een afgestemde behandelrichting te komen. Bij chronische klachten is het constitutioneel werken met euritmie meestal een vervolg of een afwisseling. Zowel in de fysiotherapie als in de euritmie bestaat 20% van de patiënten uit kinderen; soms ook hier in combinatie of opvolgend. In de Uitwendige therapie worden naar verhouding veel meer vermoeidheidsklachten of psychosociale (begrenzings)klachten behandeld. 30% van deze klachten is chronisch. In de kunstzinnige therapiëen staat de behandeling van mensen met psychosociale of psychiatrische problematiek meer op de voorgrond. Hier komen minder combinaties met de fysiotherapiebehandelingen voor.
Wat verder nog opvalt is de verhouding mannen/vrouwen: in de fysiotherapie is 33% van de patiënten man, in alle andere therapieën is dit aandeel veel minder.
Voor alle therapieën echter geldt, dat iets meer dan de helft van de patiënten boven de 42 jaar is. Natuurlijk kunnen we zeggen, dat in die leeftijdscategorie de vitaliteit zodanig is afgenomen, dat we bepaalde onevenwichtigheden in ons systeem, niet langer met vitaliteit kunnen compenseren. Dat onze “zwakke plekken” zichtbaar worden.
Maar laten we dit gegeven toch eens in een groter perspectief plaatsen, tegen de achtergrond van de totale levensboog. Wanneer we een pijnklacht zien optreden na een periode van onevenwichtigheid, na een periode waarin de biografie a.h.w. stuwt, althans waarin de pijn als een vorm van weerstand zichtbaar maakt, wakker maakt dat het zo niet langer door kan gaan. De pijn als een soort noodrem van de ziel. Bij de acute pijnklacht is die tijdsboog vaak te overzien; voor een chronische klacht moeten we soms over de rand van het leven kijken…..
Ons fysieke lichaam draagt ons door de ruimte; ons etherlichaam draagt ons door de tijd en maakt ons ontvankelijk voor kosmische ordeningen. Daaruit ontstaat de opeenvolging van 7 jaarsperioden als tijdsfenomeen: de biografie als Levensproces, als vergeestelijkingsproces en metamorfose van bewustzijn. In de eerste drie 7-jaarsperioden komt de mens stap voor stap op aarde; de periode van de lichamelijke ontwikkeling. In de volgende drie periodes wordt in de zg. ziele-ontwikkeling de ziel geïndividualiseerd door het Ik. De laatste drie periodes vormen de mogelijkheid voor de geestelijke ontwikkeling. De linkerkant van de boog noemen we de lotsbestemmende fase: stap voor stap komen we aan in de bedoelde omstandigheden, waarbij de krachten uit het verleden meewerken. Omdat een mens zich alleen kan ontwikkelen op aarde, aan de aardse weerstand en in een sociale context, stappen we hier laag voor laag in onze bedoelde context. In vier “geboortes” zijn we rond ons 31,5 levensjaar vanuit de geestelijke wereld, maximaal geïncarneerd. We kunnen dit een grote inademing noemen. Het etherlichaam, astraallichaam en Ik werden geboren, steeds vanuit het hoger gelegen wezensdeel (pedagogische hoofdwet genoemd), waarbij in de jeugd de invloed van de ouders inwerkt volgens hetzelfde principe. De hogere wezensdelen kwamen zich als het ware “van buiten af” stap voor stap verbinden met de jonge mens. Nu gaat volgens hetzelfde principe, het Ik zich openen voor het hogere geestelijke principe
en wordt het geestzelf geboren. Hierbij wordt een deel van het astraallichaam omgevormd. In de volgende fase opent het Ik zich voor de levensgeest, waarbij het etherlichaam omgevormd wordt en in de laatste 7-jaarsfase wordt de geestmens geboren, waarbij het fysieke lichaam wordt omgevormd. Het geestelijke licht wat eerst van buitenaf in stappen werd belichaamd in de linkerkant van de boog, gaat dus verder door laag voor laag van binnen te doorlichten. De mens vergeestelijkt meer en meer, wordt als het ware in de geestelijke wereld geboren, en we kunnen dit een grote uitademingsfase noemen, waarin toekomstkrachten werkzaam zijn. In de inademingsfase zijn karakteristieke thema’s opgedoken, er zijn ook bijvoorbeeld familiaire gewoontes of “motto’s” aangelegd, en in de ziel leefden karakteristieke kwaliteiten of eenzijdigheden. Bovendien kwamen in het leven bepaalde thema’s en lotgevallen, crises of weerstanden aan de mens voorbij. Vaak zien we deze thematiek in de gespiegelde fasen opnieuw verschijnen, maar in andere gedaante. Dankzij de toegenomen geestkracht, krijgt een mens hier opnieuw toegang tot bijvoorbeeld thema’s als: in de ziel: - vruchtbaarheid: van lichamelijke vruchtbaarheid naar geesteskinderen - eigenheid ontwikkelen staat tegenover bovenpersoonlijk perspectief ontwikkelen (broederschap) - ondeugden en kleinzieligheden, dankzij geestlicht transformeren in het etherlichaam: - gezinsgewoonten (+ inwerking uit ouderlijke ziel) kunnen als oneigenlijke motieven ontmaskerd worden en worden omgevormd tot zuivere drijfveren -leiding van buiten, zoals op school - wordt omgevormd tot innerlijke leiding of innerlijke auroriteit en ontwikkeld tot dienend leiderschap - verantwoordelijkheid voor de gemeenschap (in gelijkheid) in de lichamelijkheid: - het nabootsend alles van buiten opnemen, staat tegenover het vanuit de eigen lichtende essentie verantwoordelijkheden zien voor de wereld - het begrenzen en essentiëren, tegenover de open groei en bloei van de eerste fase - van vitaliteit naar geestkracht (vrijheid)
Wanneer rondom het ziekteproces eenzijdigheden spelen, die hun oorsprong vinden in de jeugd, of wanneer er opnieuw resten van onopgeloste patronen opduiken, kan het troostrijk zijn om te noemen, dat juist nu pas in deze latere levensfasen door toegenomen geestkracht, toegang gevonden kan worden tot deze diepe lagen in onszelf. “ben ik nu nog met mijn jeugd bezig, bij een 2e generatieslachtoffer, kan zo worden: juist nu pas heb je toegang met meer bewustzijn tot die problematiek en kun je omhullend en doorwarmend donkere stukken van jezelf omvormen. Ook in deze levensfase van uitademen en vergeestelijken, kunnen we ondersteunen door licht en inzicht, warmte en liefde omhullend IN onszelf te laten werken. Tot slot een tekst van Friedrich Benesch over de zin van ons geploeter om de juiste balans steeds te vinden (waar ik zelf in de meest pijnlijke periode van mijn leven veel kracht in vond)
Want de werkelijke waarheid is niet de waarheid, maar de overwonnen dwaling. En de ware werkelijkheid is niet de werkelijkheid, maar de overwonnen illusie. En de werkelijke reinheid is niet de oorspronkelijke reinheid, maar de gelouterde reinheid. En het waarachtig goede is niet het oorspronkelijke goede, maar het overwonnen boze. Dat geldt voor het hele wereld al, Ook voor de goden. Want op de weg waarop het boze wordt omgevormd kan zich iets ontwikkelen, dat oorspronkelijk zelfs niet in het goede aanwezig was. Doordat God de tegenkrachten heeft geschapen, heeft hij zichzelf gedwongen zijn diepste wezen op nog andere wijze te openbaren, dan hij het zonder hen had kunnen doen.
Hannie Bakker Amsterdam 8 februari 2014