Postadres Postbus 1738 3000 DR Rotterdam Bezoekadres T-gebouw, T11-24 Burg. Oudlaan 50 3062 PA Rotterdam Telefoon (010) 4088726 Fax (010) 4081141
Onderzoeksvoorstel:
Uitvallers: een bron van informatie
Datum 16 maart 2007 Auteurs Dr. Lyanda VermeulenKerstens Dr. Maarten van de Ven Opdrachtgever Faculteit der Rechtsgeleerdheid
Inhoudsopgave 1. Inleiding .................................................................................................. 3 2. Omschrijving project ................................................................................. 4 3.1. Doelstellingen .................................................................................. 4 3.2. Werkwijze ....................................................................................... 4 2.1. Opbrengst ....................................................................................... 8 3. Uitvoering project ..................................................................................... 9 3.3. Planning van dataverzameling ............................................................ 9 3.4. Planning van rapportages ................................................................ 11 3.5. Bekostiging ................................................................................... 12 3.6. Betaling ........................................................................................ 13
Onderwijs Expertise Centrum Rotterdam
2
1. Inleiding
Onderzoek naar uitvalredenen van studiestakers in combinatie met achtergrondgegevens is een belangrijke bron voor beleidsmakers; op basis van de uitkomsten kunnen zij bepalen op welke plekken het studieprogramma verbeterd kan worden ten behoeve van een lagere uitval onder studenten. De Faculteit der Rechtsgeleerdheid wil daarom beschikken over een instrument dat informatie verschaft over de redenen van studenten om de studie voortijdig te verlaten. Deze informatie kan inzicht opleveren over opleidingsaspecten die de studievoortgang van studenten belemmeren. Daarnaast levert het inzicht op in de verhouding tussen studiegerelateerde kenmerken en persoonsgerelateerde kenmerken van staakgedrag. Tot slot wil de faculteit ook weten wat studenten na het beëindigen van de opleiding zijn gaan doen. De faculteit heeft aan de afdeling OECR van het RISBO gevraagd een voorstel te schrijven voor de opzet en uitvoering van dit ‘exitonderzoek’, met daarbij een overzicht van planning, inzet van medewerkers en kosten. In de volgende hoofdstukken werken we de opzet van het onderzoek, de organisatie en de begroting achtereenvolgens uit.
Onderwijs Expertise Centrum Rotterdam
3
2. Omschrijving project
3.1.
Doelstellingen
In de opdrachtomschrijving zijn de volgende doelstellingen genoemd: -
Achterhalen waarom studenten voor een juridische opleiding hebben gekozen
-
Achterhalen waarom studenten de opleiding vroegtijdig verlaten
-
Achterhalen welke studenten stoppen
-
Achterhalen wat ze gaan doen na het afbreken van hun studie
Tevens heeft de faculteit gevraagd antwoord te vinden op de volgende vragen: -
Is andere studiebegeleiding wenselijk?
-
Moet de voorlichting aangepast worden?
-
Moet de studeerbaarheid van het programma herzien worden?
3.2.
Werkwijze
Onderzoek naar uitvalgedrag van studenten is een type onderzoek waarbij de haalbaarheid van gegevensverzameling zwaar meespeelt; Uitvallers zijn vaak gedemotiveerd, teleurgesteld, en/of inmiddels met totaal andere activiteiten bezig, waardoor de bereidheid om iets te doen voor de opleiding waar men mee gestopt is veel kleiner is. Het gevolg is dat uitvalonderzoek vaak plaatsvindt op databestanden waarvan de representativiteit in het geding is. Met de onderstaande onderzoeksopzet doen we een serieuze poging de representativiteit van de uitkomsten te waarborgen. De sleutel daarin is dat we zoveel mogelijk relevante informatie verzamelen als de uitvallers nog niet uitgevallen zijn. Vragen naar studiemotivatie, studiekeuze en het ‘thuis voelen op de opleiding’ stellen we dus aan alle studenten. Aan het eind van elk collegejaar weten we wie de blijvers en wie de vertrekkers zijn, zodat we daarna beide groepen kunnen onderzoeken. Nadat de uitvallers de opleiding hebben verlaten zien we ze als ‘independent stories’ en proberen we een aantal uitvallers op basis van een telefonisch gesprek hun eigen verhaal te laten vertellen. In feite gaat het dus om een kwantitatieve dataverzameling en een kwalitatieve dataverzameling. Hieronder werken we beide onderdelen van het onderzoek verder uit. Onderwijs Expertise Centrum Rotterdam
4
Het kwantitatieve deel: De motivatiemonitor Alle studenten krijgen in de eerste collegeweek van elk studiejaar een vragenlijst voorgelegd. Deze vragenlijst bevat de volgende onderdelen: Eerstejaars studenten 1 : -
waarom heeft de student voor een juridische opleidingen gekozen?
-
waarom heeft de student voor deze opleiding aan de EUR gekozen?
-
welke verwachting heeft de student van de opleiding?
-
welke verwachting heeft de student van het eerste jaar?
-
welke verwachting heeft de student van zijn toekomst na de opleiding?
-
hoe lang verwacht de student over de studie te doen?
-
welke motivatie heeft de student om te gaan studeren?
-
op welke wijze kan de student aansluiting vinden bij mede-studenten?
Tweedejaars studenten: -
welke verwachting heeft de student van dit jaar?
-
hoeveel studievertraging heeft student opgelopen?
-
oorzaken studievertraging
-
welke verwachting heeft de student van zijn toekomst na de opleiding?
-
hoe lang verwacht de student over de studie te doen?
-
welke motivatie heeft de student om te studeren?
-
voelt de student zich thuis in de opleiding?
Derdejaars studenten: -
welke verwachting heeft de student van dit jaar?
-
hoeveel studievertraging heeft student opgelopen?
-
oorzaken studievertraging
-
welke verwachting heeft de student van zijn toekomst na de opleiding?
-
hoe lang verwacht de student over de studie te doen?
-
welke motivatie heeft de student om te studeren?
-
voelt de student zich thuis in de opleiding?
Vierdejaars studenten: -
waar is studievertraging door veroorzaakt?
Het aantal keren dat de student zich heeft ingeschreven voor de opleiding bepaalt tot welke groep hij of zij hoort.
1
Onderwijs Expertise Centrum Rotterdam
5
-
welke motivatie heeft de student om te studeren?
-
voelt de student zich thuis in de opleiding?
-
verwacht de student dit jaar af te studeren?
De formulering van de vragen in de vragenlijst zal een gesloten karakter hebben, zodat de data vervolgens aan de hand van kwantitatieve analysemethoden onderzocht kunnen worden. Gegevensverzameling De gegevens worden verzameld via de online enquêtemodule van het Risbo, waarbij de mogelijkheid wordt onderzocht een koppeling te maken met de studievoortgang gegevens in Osiris. Dit betekent, dat de vragen niet anoniem worden verwerkt, maar gekoppeld worden aan de studentnummers. Jaarlijks wordt aangegeven welke studenten zich hebben ingeschreven voor het nieuwe studiejaar, danwel een diploma hebben gehaald. Op die manier wordt duidelijk wie de blijvers en de uitvallers van het voorgaande jaar zijn. Wij geven de voorkeur aan een verplichtend karakter van het invullen van de vragenlijst, omdat de gegevens van groot belang zijn voor de opleiding. Zonder verplichtend karakter van de motivatiemonitor is het zeer onwaarschijnlijk dat we representatieve resultaten zullen krijgen. We hebben van alle studenten, ongemotiveerde en gemotiveerde, slecht-presterende en goed-presterende, gegevens nodig over hun verwachtingen. In overleg met de opdrachtgever wordt verder uitgewerkt hoe we aan een zo volledig mogelijke Motivatiemonitor kunnen werken. Kwalitatief onderdeel: Independent stories Aan het begin van een nieuw collegejaar zoeken we telefonisch contact met uitvallers van het voorgaande jaar. We stellen ons als doel per bachelorcohort 10 uitvallers hun verhaal te laten doen. Deze verhalen gebruiken we illustratief naast de analyse uitkomsten van het kwantitatieve deel. De onderwerpen die in het telefonisch gesprek in elk geval aan bod komen zijn: -
Reden/aanleiding voor uitval (of reden waarom student niet kon voldoen aan BSA-norm)
-
Had de opleiding de uitval kunnen voorkomen? Zo ja, hoe?
-
Suggesties voor opleiding voor het voorkomen van uitval in algemene zin
-
Vervolgactiviteit van de uitvaller en de reden hiervoor. Onderwijs Expertise Centrum Rotterdam
6
Schematische weergave van de werkwijze per cohort Hieronder ziet u een schematische weergave van de dataverzameling (zonder de gegevens-koppeling met Osiris). Dit overzicht is gemaakt voor cohort 1.
September 07 afname motivatiemonitor
Cohort 1, voor 1ste maal ingeschreven
BSA-positief
Uitval BSAnegatief
BSA-voorlopig
September 08 afname motivatiemonitor
Cohort 1, voor 2de maal ingeschreven
Uitval BSAnegatief (na voorlopig positief in jaar 1)
Oktober 09 afname uitvalinterviews
Uitval
September 09 afname motivatiemonitor
Cohort 1, voor 3de maal ingeschreven
diploma
Mei 08 en Oktober 08 afname uitvalinterviews
Uitval niet-BSAreden
Oktober 10 afname uitvalinterviews
Uitval
September 10 afname motivatiemonitor
Cohort 1, voor 4de maal ingeschreven
diploma
Uitval
Cohort 1, vaker dan 4 maal ingeschrven
Onderwijs Expertise Centrum Rotterdam
7
2.1.
Opbrengst
Jaarlijks maakt het OECR overzichten van de uitvalcijfers van de beschikbare cohorten (na het eerste jaar trendanalyses) Daarbij gaan we in op profielen van uitvallers en blijvers en onderzoeken we verklarende factoren van uitvalgedrag aan de faculteit. Dit verslag bevat tevens een aantal achtergrondverhalen van uitvallers, die een illustratie geven van hoe de uitvallers hun uitval beleefd hebben en mogelijke aanbevelingen voor de opleiding. Daarnaast rapporteert het OECR op basis van de gegevens van elk cohort antwoorden op de volgende vragen: -
Zijn er bepaalde studiekeuzemotieven die leiden tot verhoogde kans op uitval in het eerste studiejaar?
-
Hebben uitvallers vergeleken met blijvers een andere verwachtingspatroon van de opleiding en het beroep?
-
In hoeverre speelt studiemotivatie (waarbij we onderscheid maken tussen extrinsieke en intrinsieke studiemotivatie) een rol bij uitval?
-
In hoeverre speelt de integratie van studenten een rol bij uitval?
-
Welke factoren verklaren uitval in B2 en B3? Welke factoren in voorliggende jaren spelen hierbij een rol?
Onderwijs Expertise Centrum Rotterdam
8
3. Uitvoering project We starten het exitonderzoek bij cohort 2007-2008 en stellen voor binnen dit contract de gegevens van vier cohorten te verzamelen. Door vier cohorten te volgen, kunnen we zien of er grote verschillen zijn tussen de cohorten. Ook kunnen we met cohortonderzoek nagaan of de invoering van bepaalde beleidsmaatregelen invloed heeft op de uitvalcijfers van bepaalde (sub)groepen.
3.3.
Planning van dataverzameling
September 2007 -
eerste afname motivatievragenlijst cohort 1 2007-2008
Mei 2008 -
uitvalinterviews met cohort 1 met BSA-negatief danwel voortijdige uitschrijving (ivm studiefinanciering)
September 2008 -
eerste afname motivatievragenlijst cohort 2 2008-2009
-
tweede afname motivatievragenlijst cohort 1
Oktober 2008 -
uitvalinterviews met cohort 1-uitvallers na 1 jaar
mei 2009 -
uitvalinterviews met cohort 2 met BSA-negatief danwel voortijdige uitschrijving (ivm studiefinanciering)
September 2009 -
eerste afname motivatievragenlijst cohort 3 2009-2010
-
tweede afname motivatievragenlijst cohort 2
-
derde afname motivatievragenlijst cohort 1
Onderwijs Expertise Centrum Rotterdam
9
Oktober 2009 -
uitvalinterviews met cohort 1-uitvallers na 2 jaar
-
uitvalinterviews met cohort 2-uitvallers na 1 jaar
mei 2010 -
uitvalinterviews met cohort 3 met BSA-negatief danwel voortijdige uitschrijving (ivm studiefinanciering)
September 2010 -
eerste afname motivatievragenlijst cohort 4 2010-2011
-
tweede afname motivatievragenlijst cohort 3
-
derde afname motivatievragenlijst cohort 2
-
vierde en laatste afname motivatievragenlijst cohort 1
Oktober 2010 -
uitvalinterviews met cohort 1-uitvallers na 3 jaar
-
uitvalinterviews met cohort 2-uitvallers na 2 jaar
-
uitvalinterviews met cohort 3-uitvallers na 1 jaar
mei 2011 -
uitvalinterviews met cohort 4 met BSA-negatief danwel voortijdige uitschrijving (ivm studiefinanciering)
September 2011 -
tweede afname motivatievragenlijst cohort 4
-
derde afname motivatievragenlijst cohort 3
-
vierde en laatste afname motivatievragenlijst cohort 2
Oktober 2011 -
uitvalinterviews met cohort 2-uitvallers na 3 jaar
-
uitvalinterviews met cohort 3-uitvallers na 2 jaar
-
uitvalinterviews met cohort 4-uitvallers na 1 jaar
September 2012 -
derde afname motivatievragenlijst cohort 4
-
vierde en laatste afname motivatievragenlijst cohort 3 Onderwijs Expertise Centrum Rotterdam
10
Oktober 2012 -
uitvalinterviews met cohort 3-uitvallers na 3 jaar
-
uitvalinterviews met cohort 4-uitvallers na 2 jaar
September 2013 -
vierde en laatste afname motivatievragenlijst cohort 4
Oktober 2013 -
3.4.
uitvalinterviews met cohort 4-uitvallers na 3 jaar
Planning van rapportages
De jaarlijkse rapportages verschijnen in november. De uitgebreide rapportage over cohort 1 verschijnt in november 2010. De uitgebreide rapportage over cohorten 2 en 3 verschijnen respectievelijk in november 2011 en november 2012 De totale rapportage over de vier cohorten verschijnt in december 2013.
Onderwijs Expertise Centrum Rotterdam
11
3.5.
Bekostiging
In onderstaande tabel ziet u een overzicht van de activiteiten, waarbij we per activiteit een inschatting hebben gegeven van de benodigde inzet aan onze kant (in dagen). Activiteit
Dagen
Dagen
Owk.
Techn.
2007 / eenmalige opzetkosten Ontwerp vragenlijst en interviewkader
3
Online maken van vragenlijsten, bestanden opzetten, beheer
8
internetmodule Overleg met opdrachtgever
2
2008 10 telefonische interviews,
2
Analyse en rapportage uitval
3
Technische ondersteuning
1
2009 20 telefonische interviews
4
Verslag uitval
5
Technische ondersteuning
1
2010 30 Telefonische interviews
6
Verslag uitval (inclusief rapportage cohort 1)
7
Technische ondersteuning
1
2011 30 Telefonische interviews
6
Verslag uitval (inclusief rapportage cohort 2)
7
Technische ondersteuning
1
2012 20 Telefonische interviews
4
Verslag uitval (inclusief rapportage cohort 3)
5
Technische ondersteuning
1
2013 10 Telefonische interviews
2
Verslag uitval (inclusief rapportage cohort 4)
3
Totaal
59
Onderwijs Expertise Centrum Rotterdam
13
12
In de begroting zijn de werkzaamheden die de koppeling met Osiris met zich meebrengen (voor studievoortgangsgegevens (ECTS) en bronbestanden over in-en uitschrijving) niet opgenomen, omdat vooralsnog niet bekend zijn welke mogelijkheden hiervoor zijn. Voor de onderwijskundige activiteiten in deze offerte hanteren wij een dagtarief van € 920,- en voor de technische activiteiten € 560. In totaal brengen wij voor dit onderzoek het bedrag van € 61.560,- in rekening, gespreid over vier jaren.
3.6.
Betaling
Jaarlijks ontvangt u in december een factuur voor de gemaakte uren in het betreffende kalenderjaar.
Onderwijs Expertise Centrum Rotterdam
13
Bijlage 1. Algemene voorwaarden Algemene voorwaarden betreffende het verrichten van diensten door het RISBO-OECR 1.
Op deze overeenkomst is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing.
2.
Tenzij en voor zover niet schriftelijk anders is overeengekomen, zijn deze voorwaarden van toepassing op alle overeenkomsten krachtens welke het OECR ten behoeve van opdrachtgever diensten verricht.
3.
Overeenkomsten als hiervoor omschreven komen tot stand door ondertekening door beide partijen van een opdrachtbevestiging. In de overeenkomst worden doorgaans de volgende punten opgenomen: (1) een omschrijving van de opgedragen werkzaamheden; (2) de verwachte duur van de werkzaamheden; (3) een omschrijving van de door het OECR ter uitvoering van de werkzaamheden in te schakelen medewerkers; (4) de kosten van de werkzaamheden; (5) de betalingsvoorwaarden.
4.
Offertes van het OECR zijn gebaseerd op de informatie die door de opdrachtgever is verstrekt. De opdrachtgever staat ervoor in dat hij naar beste weten daarbij alle essentiële informatie voor de opzet en uitvoering van de opdracht heeft verstrekt. Het OECR zal de door hem te verrichten diensten naar beste inzicht en vermogen en overeenkomstig de eisen van goed vakmanschap uitvoeren vanuit een professioneel onafhankelijke opstelling.
5.
Binnen 30 dagen na het tijdstip waarop het OECR met de werkzaamheden heeft aangevangen, heeft opdrachtgever het recht op grond van gewichtige redenen vervanging van de door het OECR met de uitvoering belaste medewerker te verlangen. In overleg tussen opdrachtgever en OECR wordt bepaald of en op welke wijze vervanging mogelijk is.
6.
Het OECR behoudt te allen tijde de vrijheid medewerkers, door hem met de uitvoering van de werkzaamheden belast, in overleg met de opdrachtgever te vervangen door anderen, met dien verstande dat het OECR slechts dan lager gekwalificeerde medewerkers kan inzetten wanneer de aard van de resterende werkzaamheden zulks duidelijk rechtvaardigen en het OECR de tijd benodigd voor het inwerken van de nieuwe medewerker niet in rekening kan brengen.
7.
Opdrachtgever is verplicht de door het OECR met de uitvoering van de werkzaamheden belaste medewerkers, voortdurend adequate werkruimte en alle informatie en technische hulpmiddelen, nodig voor de juiste uitvoering van de werkzaamheden, ter beschikking te stellen.
8.
Het OECR verbindt zich tot geheimhouding van alle in het kader van de opdracht omtrent het bedrijf van opdrachtgever ontvangen gegevens en verplicht zijn medewerkers eenzelfde geheimhoudingsplicht op te leggen.
Onderwijs Expertise Centrum Rotterdam
14
9.
Opdrachtgever dient alle voor het OECR dan wel zijn medewerkers bestemde mededelingen en instructies betreffende de opgedragen werkzaamheden te richten tot de voor dat doel door het OECR aangewezen projectcoördinator. Het is opdrachtgever zonder voorafgaande toestemming van het OECR niet toegestaan medewerkers van het OECR rechtstreeks opdrachten te geven, anders dan nodig ter bescherming van de veiligheid van opdrachtgever of diens personeel of bezittingen.
10. Betaling dient te geschieden binnen 14 dagen na declaratiedatum. Na die vervaldag wordt de wettelijke rente in rekening gebracht, zonder dat ingebrekestelling vereist is. Indien betaling achterwege blijft, kan het OECR met een beroep op de onzekerheidsexceptie de uitvoering van alle opdrachten opschorten. 11. Het is het OECR toegestaan de tarieven halfjaarlijks te wijzigen in het kader van een algehele tariefswijziging, met dien verstande dat nieuwe tarieven tenminste één maand voor inwerkingtreding aan opdrachtgever moeten zijn medegedeeld. 12. Tijd, reis- en verblijfskosten samenhangend met het vervoer van en naar opdrachtgever van medewerkers van het OECR kunnen door het OECR separaat in rekening worden gebracht. 13. Behalve door voltooiing van de opgedragen werkzaamheden kan de overeenkomst met onmiddellijke ingang eindigen ingeval één van beide partijen in staat van faillissement wordt verklaard of surséance van betaling heeft aangevraagd, alsmede indien één van beide partijen zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van enige bepaling van deze overeenkomst en deze overtreding niet binnen 145 dagen na een daartoe strekkende sommatie heeft hersteld. 14. Tussentijdse wijzigingen in de aanpak, werkwijze of de omvang van de opdracht, die ontstaan door toedoen van de opdrachtgever of waartoe in onderling overleg tussen het OECR en de opdrachtgever wordt besloten, kunnen consequenties hebben voor de overeengekomen prijs en tijdstip(pen) van afronding van de werkzaamheden. Indien hierover geen nadere afspraken zijn gemaakt wordt meerwerk op basis van nacalculatie in rekening gebracht. Indien bij de wijziging van de opdracht over tijdstip(pen) van afronding van de werkzaamheden geen nieuwe afspraken zijn gemaakt wordt/worden deze naar redelijkheid verschoven. 15. Zolang enige opdracht in uitvoering is zowel als gedurende drie maanden na voltooiing dan wel beëindiging van enige opdracht, zal het iedere partij verboden zijn enige arbeids- en of andere samenwerkingsovereenkomst aan te gaan met een persoon die minder dan drie maanden tevoren in dienst was van de andere partij. 16. Het OECR is gerechtigd de kennis en ervaring ongeacht in welke vorm opgedaan bij de uitvoering van deze overeenkomst aan te wenden voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek en voor dienstverlening aan derden. 17. Het auteursrecht op werken bij de uitvoering van de overeenkomst door het OECR gemaakt, berust bij het OECR. 18. Geschillen voortvloeiend uit deze overeenkomst worden voorgelegd aan een geschillencommissie bestaande uit één lid namens de opdrachtgever, één lid namens het OECR en één lid aan te wijzen door de twee andere leden gezamenlijk. Uitspraken van deze geschillencommissie zijn bindend. 19. Bij annulering van de overeengekomen offerte is het OECR gerechtigd de helft van het overeengekomen bedrag in rekening te brengen.
Onderwijs Expertise Centrum Rotterdam
15