Onderzoeksrapport Toetsing aan: Beheersbaarheid van Brand 2007
Opdrachtgever Voortstalling H.Heukelsweg 21 1331 EA Almere
Adviseur A.H. van Rossum 06-53375097
Datum rapport: 10 februari 2012 Versie 2.0
DLV Bouw, Milieu en Techniek BV Noord President Kennedylaan 35a Postbus 354 8440 AJ Heerenveen Tel. 0513 – 65 35 96 Fax 0513 – 65 31 85
Oost Munsterstraat 18a Postbus 546 7400 AM Deventer Tel. 0570 – 50 15 00 Fax 0317 – 49 14 59
WWW.DLV.NL Zuid Oostwijk 5 Postbus 511 5400 AM Uden Tel. 0413 – 33 68 00 Fax 0317 – 49 14 75
West Engherzandweg 36a 3461 AE Linschoten Tel. 0348 – 49 52 52 Fax 0348 – 48 17 90
EXPERTS IN ADVIES
”
Onderzoeksrapport Betreffende
: de risico’s en voorwaarden voor het brandveilig bouwen en in gebruik hebben van een caravanstalling.
Opdrachtgever
: Voortstalling H.Heukelsweg 21 1331 EA Almere tel. 06-27201283
Object
: H. Heukelsweg 21 3897 LX Zeewolde
Adviseur brandpreventie : DLV Bouw, Milieu en Techniek BV Ing. A.H. van Rossum Postbus 511, 5400 AM Uden tel. 0413-336800 / 06-53375097 fax. 0413-336801 Analysenummer
: B120009
Indeling bouwbesluit
: gebruiksfunctie: (lichte) industrie bezettingsgraadklasse: B5
Gegevens in deze berekening zijn aangeleverd door de opdrachtgever van dit onderzoek. DLV Bouw, Milieu en Techniek aanvaardt geen aansprakelijkheid indien door het verstrekken van onjuiste gegevens de uitkomsten van de berekening niet blijken te kloppen.
© DLV Bouw, Milieu en Techniek BV 10-2-2012 Onderzoeksrapport “Beheersbaarheid van Brand 2007”
2
”
Inhoudsopgave 1. Aanleiding voor de analyse.......................................................................................................... 4 2. Het gebouw en de inrichting ........................................................................................................ 5 3. Basisprincipe methode “Beheersbaarheid van Brand” ............................................................. 6 3.1. Uitgangspunten........................................................................................................................ 6 3.2. Vuurlast.................................................................................................................................... 6 3.3. Maatregelpakket....................................................................................................................... 6 3.4. WBDBO ................................................................................................................................... 6 4. Overige brandpreventiemaatregelen ........................................................................................... 8 4.1. Brandbestrijdingsapparatuur .................................................................................................... 8 4.2. Rook- en warmteafvoer ............................................................................................................ 8 4.3. Vluchtdeuren............................................................................................................................ 8 4.4. Nood- en transparantverlichting ............................................................................................... 8 5. Conclusie ...................................................................................................................................... 9 Bijlagen............................................................................................................................................ 10 Bijlage 1. Situatie .......................................................................................................................... 11 Bijlage 2. Vuurbelastingscalculatie, gemiddelde vuurlast .............................................................. 13 Bijlage 3. Weerstand brandoverslag voorzijde / tussen beide compatimenten .............................. 14 Bijlage 4. Weerstand brandoverslag zijgevel................................................................................. 15
© DLV Bouw, Milieu en Techniek BV 10-2-2012 Onderzoeksrapport “Beheersbaarheid van Brand 2007”
3
”
1. Aanleiding voor de analyse Voortstalling wil de tuinbouwkas van 153,6 x 95 m aan de Heukelsweg 21 in Almere in gebruik houden als caravanstalling. De oppervlakte van deze caravanstalling is meer dan de maximum compartimentgrootte van 1000 m2, zoals deze in art. 2.105 van het bouwbesluit wordt genoemd. Het is daarom noodzakelijk om op basis van art. 1.5 van het bouwbesluit aan te tonen dat het voorgenomen bouwplan op basis van gelijkwaardigheid toch zo mag worden gebouwd. Deze berekening is uitgevoerd volgens de methode “Beheersbaarheid van brand 2007” (Min. van Binnenlandse Zaken, Directie Brandweer en GHOR).
© DLV Bouw, Milieu en Techniek BV 10-2-2012 Onderzoeksrapport “Beheersbaarheid van Brand 2007”
4
”
2. Het gebouw en de inrichting In de caravanstalling worden caravans gestald. De opdrachtgever wil de gehele kas uitvoeren als één brandcompartiment zonder compartimentsscheidingen. Uitgangspunt van de berekening is derhalve de aanname: één brandcompartiment van 6.055 m². Het gebouw is geen dierverblijf, daarom is het maximum van 2500 m2 hier niet van toepassing. Het perceel heeft de volgende afmetingen: • breedte: 100 • lengte: 212
m1 m1
De kas heeft de volgende afmetingen: • breedte: 95 • lengte: 153,6 • oppervlakte kas 14.600 • vrije ruimte voorzijde 6,4 • vrije ruimte beide zijden 4,5 7
m1 m1 m2 m1 m1 t.o.v. zijgevel kas en m1 t.o.v. perceelsgrens
Binnen de benutbare ruimte worden 2 brandcompartimenten gevormd met tussen de compartimenten een tussenruimte van 6,4 meter (1 spantvak) en een oppervlakte van ca. 6.055 m2 per compartiment. Per compartiment worden 300 caravans gestald.
© DLV Bouw, Milieu en Techniek BV 10-2-2012 Onderzoeksrapport “Beheersbaarheid van Brand 2007”
5
”
3. Basisprincipe methode “Beheersbaarheid van Brand” Het basisprincipe van de Methode BvB is tweeledig: 1. Er wordt een controleerbare beperking gesteld aan de totale hoeveelheid brandbaar materiaal in en aan het betrokken brandcompartiment. Dit betekent een gebruiksafspraak (gebruiksbeperking) met toezichtarrangement, waarin de hoeveelheid brandbaar materiaal in de constructie en de inventaris wordt beperkt. De beperking hangt af van een te kiezen maatregelpakket. 2. Er worden eisen gesteld in de vorm van een minimale WBDBO van de omhulling van het brandcompartiment. De eisen hangen van verschillende factoren af; primair van de verwachte brandduur van een onverhoopte brand in het compartiment. 3.1. Uitgangspunten • • • • •
Het compartiment bevindt zich in één gebouw. Het gebouw is een niet-slaapgebouw. De nokhoogte bedraagt minder dan 15 m. Het gedeelte gebruiksoppervlak dat op eventuele verdiepingen en tussenvloeren aanwezig is bedraagt minder dan 50% t.o.v. het totale gebruiksoppervlak van het compartiment. Het compartiment bestaat uit niet meer dan twee bouwlagen.
Het beschouwde compartiment voldoet aan deze eisen. 3.2. Vuurlast Omdat de vuurlast gelijkmatig verdeeld is over het gehele gebouw kan worden gesteld dat de gemiddelde vuurlast gelijk is aan de maatgevende vuurbelasting (binnen de 6.055 m2 die wordt gezien als brandcompartiment). De maatgevende vuurbelasting = gemiddelde vuurbelasting = q = 26 kg/m2. In bijlage 2 is een nadere uitwerking en totstandkoming van deze vuurlast terug te vinden. De vastgestelde vuurlast is tot stand gekomen op basis van ingewonnen informatie van een caravanbouwer en nauwkeurige berekening zoals ook in bijlage 2 zichtbaar is gemaakt. T.o.v. een eerder rapport is tevens 150 kg inventaris per caravan opgenomen. 3.3. Maatregelpakket Er is bij dit compartiment voor maatregelpakket I gekozen. Dit houdt in dat de volgende maatregelen worden genomen: • De omvang van het compartiment mag niet groter zijn dan 300.000/q = 11.419 m2. 3.4. WBDBO In de maatvoering van het brandcompartiment in de kas is rekening gehouden met de voorschriften t.a.v. de beperking van uitbreiding van brand. Dit wordt gerealiseerd door aan de voorzijde over een afstand van 6,4 m tot de kasschuur geen caravans te plaatsen. Tussen de beide brandcompartimenten wordt eveneens een scheiding aangehouden van 6,4 m. In bijlage 3 wordt met een stralingsberekening aangetoond dat hiermee de vereiste brandwerendheid wordt bereikt. Aan beide zijkanten is de afstand tussen de kassen 5 meter, waarbij de perceelsgrens hier precies halverwege tussendoor loopt. De afstand tussen de zijgevel van kas en de perceelsgrens is 2,5 m.
© DLV Bouw, Milieu en Techniek BV 10-2-2012 Onderzoeksrapport “Beheersbaarheid van Brand 2007”
6
”
De vereiste brandwerendheid naar de belendingen wordt bereikt door over 4,5 m binnen de kas geen caravans te plaatsen. Ook deze maat wordt in de kas gemarkeerd. In bijlage 4 wordt met een stralingsberekening aangetoond dat hiermee de vereiste brandwerendheid wordt bereikt. In beide gevallen wordt de open ruimte als transportpad gebruikt.
© DLV Bouw, Milieu en Techniek BV 10-2-2012 Onderzoeksrapport “Beheersbaarheid van Brand 2007”
7
”
4. Overige brandpreventiemaatregelen 4.1. Brandbestrijdingsapparatuur Volgens de gestelde voorwaarden in punt 2.5 van de brief van de gemeente Almere d.d. 18 oktober 2010 dient er een dekkend patroon van brandslanghaspels te worden geplaatst. Als deze nog niet aanwezig zijn moet deze voorziening alsnog worden aangebracht. Met een patroon van 6 brandslanghaspels van 30 m kan het volledige brandcompartiment worden bestreken Omdat de kas niet vorstvrij is zijn brandslanghaspels in de winter niet inzetbaar. In plaats van 6 brandslanghaspels is toepassen van schuimblussers een goed en in de winter zelfs beter alternatief. Ook in andere stallingen worden deze blusmiddelen toegepast. 4.2. Rook- en warmteafvoer In de caravanstalling is een thermisch detectie aanwezig die zorg draagt voor aansturing van de luchtramen. Deze detectie wordt uitgebreid met 4 infrarood melders die van voor naar achter rook detecteren. Deze detectie wordt zowel voor brandmelding als voor het automatisch aansturen van de luchtramen gebruikt. Brandmelding vindt plaats zonder doormelding. 4.3. Vluchtdeuren De grenswaarden voor de maximale vluchtroute wordt nergens overschreden in deze caravanstalling indien de deuren alle van binnenuit te bedienen zijn en als vluchtweg bruikbaar zijn. Vanuit elk punt in het gebouw is binnen 75 m een buitendeur te bereiken (bouwbesluit art. 2.142 lid 2). Alle deuren zijn van binnenuit te openen zonder het gebruik van een sleutel. Aanvullende vluchtdeuren zijn in dit gebouw niet vereist. Gelet op de vuurlast en de bezettingsgraad in het gebouw zijn er voldoende vluchtwegen. 4.4. Nood- en transparantverlichting Voor lichte industrie is noodverlichting niet vereist (BB art. 2.56 t/m 2.59 n.v.t. voor verlichtingssterkte en noodstroom). Vluchtwegaanduiding is voor lichte industrie eveneens niet vereist (Gebruiksbesluit art. 1.3 lid 9).
© DLV Bouw, Milieu en Techniek BV 10-2-2012 Onderzoeksrapport “Beheersbaarheid van Brand 2007”
8
”
5. Conclusie Uit de berekening die is gebaseerd op bovenstaande uitgangspunten blijkt dat de maximale compartimentgrootte 11.419 m² mag zijn, uitgaande van 300 caravans per compartiment. Het compartiment is 6.055 m² zodat we kunnen stellen dat het gebouw als één compartiment kan worden gebruikt. De caravanstalling voldoet hiermee aan het gestelde in de brief van de gemeente Almere d.d. 18 oktober 2010 behoudens de volgende gemotiveerde afwijkingen: - er is gemotiveerd een andere vuurlast aangehouden per caravan - er is een andere oplossing gekozen voor het uitvoeren van een brandwerende scheiding rondom en tussen de brandcompartimenten, nl. door met een detectiesysteem zorgen voor een vorm van rook- en warmteafvoer en door met een stralingsmeting aan te tonen dat een kleinere afstand in dit geval volstaat - in plaats van brandslanghaspels worden schuimblussers toegepast.
© DLV Bouw, Milieu en Techniek BV 10-2-2012 Onderzoeksrapport “Beheersbaarheid van Brand 2007”
9
”
Bijlagen
© DLV Bouw, Milieu en Techniek BV 10-2-2012 Onderzoeksrapport “Beheersbaarheid van Brand 2007”
10
”
Bijlage 1. Situatie
© DLV Bouw, Milieu en Techniek BV 10-2-2012 Onderzoeksrapport “Beheersbaarheid van Brand 2007”
11
”
© DLV Bouw, Milieu en Techniek BV 10-2-2012 Onderzoeksrapport “Beheersbaarheid van Brand 2007”
12
”
Bijlage 2. Vuurbelastingscalculatie, gemiddelde vuurlast
datum van opmaak Werk Grootte van het werk Gemeente
9 februari 2012 Voortstalling - H.Heukelsweg 21 - Almere - caravanstalling 6.055 m2 Almere
Berekeningsmethodiek Brandveiligheidsconcept: "beheersbaarheid van brand" Doel: Berekening van de maximale compartimentsgrootte Maximale compartimentsgrootte =300.000 gedeeld door gemiddelde vuurbelasting
Vuurbelasting Variabele vuurbelasting Caravans *) Tuinbouwtrekker Bekabeling en verlichting Onvoorzien Subtotaal Permanente vuurbelasting Onvoorzien Totaal
Berekening Vuurlast Totaal gebruiksoppervlakte Vuurlast per m2
aantal eenh aantal eenh 300 1 6.055 5
stuks stuks m2 %
6.055
m1
MJ/eenh 9.488 20.920
0,9
6.055 3.022.337
Permanent 6.055 319
Variabel 3.016.282 158.752
1 0
498 26
kg 17 kg kg 44 kg 29 kg 38 kg 40 (mogen niet in de caravan blijven bij stalling)
5.185 1.320 2.304 679 6.000 9.488
Totaal 3.022.337 159.070 6.055 499 26 1,0 11.419
MAXIMAAL COMPARTIMENT
m2
Conclusie
Het huidige compartiment voldoet
305 370 30 80 18 150 geen geen
2.846.280 20.920 5.450 143.632 3.016.282
1
MJ kg vurenhouteq. m2 MJ/m2 kg vurenh.eq/m2
*) Specificatie vuurlast caravan hout metaal (aluminium / staal) isolatiemateriaal, PS bekleding / div. kunststoffen rubberbanden losse inventaris accu gasfles Totale vuurlast per caravan
Totaal
© DLV Bouw, Milieu en Techniek BV 10-2-2012 Onderzoeksrapport “Beheersbaarheid van Brand 2007”
13
”
Bijlage 3. Weerstand brandoverslag voorzijde / tussen beide compatimenten
b1\2
brongevel =
caravans t.p.v. de compartimentsscheiding
b1\2 3,50 max. hoogte caravan
h (m)=
h1\2 x (m)=
6,40
bronstraling (kW/m2)
45 observatiepunt
h1\2 b(m)=
86,00
Invulgegevens: h b x fbron Berekende gegevens: h1\2 b1\2 x/b1\2 h1\2/b1\2 A B Arctan(A) Arctan(B) Fv fdoel WBDBO
3,50 86,00 6,40 45
112
m m m kW/m2
1,75 m 43,00 m 0,15 0,04 6,48 0,04 1,42 0,04 0,26 11,85 minuten
Verklaring van de de afkortingen en symbolen: fbron warmtestraling van de bron fdoel totale warmtestralingsflux in het observatiepunt, in kW/m2 h hoogte van de beschouwde gevel b breedte van de beschouwde gevel x horizontale afstand tussen het beschouwde observatiepunt en de verticale stralende gevel, gemeten loodrecht op de gevel, in m
© DLV Bouw, Milieu en Techniek BV 10-2-2012 Onderzoeksrapport “Beheersbaarheid van Brand 2007”
14
”
Bijlage 4. Weerstand brandoverslag zijgevel
b1\2
brongevel =
caravans t.p.v. zijgevel b1\2 3,50
h (m)=
max. hoogte caravan
h1\2 7,00
x (m)= bronstraling (kW/m2)
(4,5 m in de kas,
45
2,5 m langs de kas)
observatiepunt
h1\2 b(m)=
70,40
Invulgegevens: h b x fbron Berekende gegevens: h1\2 b1\2 x/b1\2 h1\2/b1\2 A B Arctan(A) Arctan(B) Fv fdoel WBDBO
3,50 70,40 7,00 45
127
m m m kW/m2
1,75 m 35,20 m 0,20 0,05 4,88 0,05 1,37 0,05 0,24 10,88 minuten
Verklaring van de de afkortingen en symbolen: fbron warmtestraling van de bron fdoel totale warmtestralingsflux in het observatiepunt, in kW/m2 h hoogte van de beschouwde gevel b breedte van de beschouwde gevel x horizontale afstand tussen het beschouwde observatiepunt en de verticale stralende gevel, gemeten loodrecht op de gevel, in m
© DLV Bouw, Milieu en Techniek BV 10-2-2012 Onderzoeksrapport “Beheersbaarheid van Brand 2007”
15