Onderzoeksrapport ‘SamenSpraak 1’ Kwalitatief onderzoek naar ouderen die deelnemen aan SamenOud
K. Slotman Juli 2013
Colofon Onderzoeksrapport ‘SamenSpraak 1’. Kwalitatief onderzoek naar ouderen die deelnemen aan SamenOud Website: www.SamenOud.nl Auteur: Karin Slotman MSc Onderzoeker en communicatieadviseur
[email protected] Onderzoeksteam: Karin Slotman MSc, onderzoeker en communicatieadviseur, Commit Communicatieadvies Dr. Andrea Fokkens, onderzoeker, Toegepast GezondheidsOnderzoek (TGO), afdeling Gezondheidswetenschappen, Universitair Medisch Centrum Groningen, Rijksuniversiteit Groningen Dr. Klaske Wynia, programmaleider SamenOud, afdelingen Gezondheidswetenschappen en Neurologie, Universitair Medisch Centrum Groningen, Rijksuniversiteit Groningen Sophie Spoorenberg MSc, projectleider en promovendus SamenOud, afdeling Gezondheidswetenschappen, Universitair Medisch Centrum Groningen, Rijksuniversiteit Groningen Ronald Brans MSc, onderzoeksmedewerker, afdeling Gezondheidswetenschappen, Universitair Medisch Centrum Groningen, Rijksuniversiteit Groningen
Voorwoord Dit rapport is een verslag van het kwalitatieve onderzoek waarbij ouderen geïnterviewd zijn over hun ervaringen met SamenOud. De resultaten van dit onderzoek vormen een aanvulling op de kwantitatieve onderzoeksgegevens voor het meten van de effecten van SamenOud. SamenOud is een nieuw zorgmodel voor ouderen, dat ontwikkeld en gerealiseerd is in opdracht van het Nationaal Programma Ouderenzorg (NPO). SamenOud realiseert samenhangende, vraaggerichte, preventieve en proactieve zorg en begeleiding voor thuiswonende ouderen van 75 of ouder. Doel van SamenOud is het in stand houden of bevorderen van het welbevinden en de zelfredzaamheid van ouderen zodat zij zo lang als mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Namens het onderzoeksteam: dank aan Saskia Oldenburger-Withaar BN (casemanager SamenOud) voor haar kennis op het gebied van de ouderenzorg, en de experts in kwalitatief onderzoek: dr. Sijrieke van der Mei, Nicolien Kromme MSc, dr. Annemieke Visser en dr. Geke Dijkstra. Tot slot gaat mijn dank uit naar de collega’s van het onderzoeksteam voor het gedegen onderzoekswerk, in het bijzonder aan Karin Slotman voor de coördinatie van het onderzoek en het schrijven van dit rapport.
Dr. Klaske Wynia Programmaleider SamenOud Juni 2013
Samenvatting SamenOud is een nieuw zorgmodel voor 75-plussers. Doel van SamenOud is het in stand houden of bevorderen van het welbevinden en de zelfredzaamheid van ouderen zodat een oudere zo lang mogelijk en op een prettige manier thuis kan blijven wonen. Uit de interviews, afgenomen bij ouderen die SamenOud zorg en begeleiding ontvangen, wordt duidelijk dat ouderen graag thuis willen blijven wonen. Zelfredzaamheid, eigen regie en veiligheid zijn belangrijke thema’s voor deze ouderen. Door het ouder worden, en de daarmee gepaard gaande afnemende gezondheid, ervaren ouderen dat deze thema’s bedreigd worden. De geïnterviewde ouderen maken duidelijk dat de Ouderenzorg Teams van SamenOud hen ondersteunen bij de zelfredzaamheid en het blijven voeren van de eigen regie. Doordat SamenOud structureel aandacht besteedt aan hun persoonlijke situatie ervaren ouderen het gevoel van geborgenheid en veiligheid: SamenOud geeft ouderen het vertrouwen (langer) thuis te kunnen blijven wonen. In dit kwalitatieve onderzoek komen ouderen zelf aan het woord, en geven daardoor een waardevolle aanvulling op het kwantitatieve (vragenlijst) onderzoek naar de effecten van SamenOud. In totaal zijn achttien diepteinterviews afgenomen bij ouderen die SamenOud zorg en begeleiding ontvangen. Deze interviews zijn afgenomen door twee onderzoekers, vonden plaats bij ouderen thuis en duurden gemiddeld 80 minuten. Het doel van de interviews was inzicht te krijgen in de ervaringen van de ouderen met het nieuwe zorgmodel en de betekenis die SamenOud voor hen heeft. Centraal in het onderzoek stonden de vragen: Hoe ervaren de deelnemers het ouder worden? Hoe ervaren de deelnemers de zorg, begeleiding en activiteiten van SamenOud? Wat heeft SamenOud voor de deelnemers opgeleverd? In SamenOud worden - met behulp van een jaarlijkse screening - de deelnemende ouderen ingedeeld in drie profielen: ‘Complexe zorgbehoeften’: ouderen met complexe zorgbehoeften, ‘Kwetsbaar’: een verhoogd risico op complexe zorgbehoeften en ‘Robuust’: ouderen die geen complexe zorgbehoeften hebben en niet kwetsbaar zijn. De profielen waren een belangrijk selectiecriterium binnen SamenSpraak 1 omdat de zorgbehoeften tussen deze profielen verschillen en daardoor ook de (intensiteit van) zorg en begeleiding vanuit SamenOud. De interviews leverden een aantal belangrijke bevindingen op. Centraal begrip voor de ouderen was ‘de gezondheid’. De ervaren gezondheid blijkt in grote mate invloed te hebben op hoe mensen het ouder worden ervaren. Als de gezondheid matig tot slecht is, heeft dit direct invloed op het welbevinden van deze ouderen. Sociale contacten worden bijvoorbeeld minder, zeker bij alleenstaande ouderen. Bij een matige tot slechte gezondheid neemt de zelfredzaamheid af waardoor de afhankelijkheid van hulpverlening en/of begeleiding van derden toeneemt. Door deze afhankelijkheid neemt vaak ook de eigen regie af, bijvoorbeeld over de eigen dagindeling. De geïnterviewde ouderen hebben positieve ervaringen met de zorg en begeleiding aangeboden door SamenOud. Ouderen uit alle profielen vinden het prettig dat de huisarts goed geïnformeerd is over hun persoonlijke situatie. Ouderen die begeleid worden door de casemanager van het Ouderenzorg Team ervaren ondersteuning op de gebieden wonen, welzijn en zorg. Ouderen zijn heel tevreden over het contact met de casemanager. Zij is een belangrijk persoon geworden voor veel ouderen. Men heeft vertrouwen in haar en zij is goed bereikbaar; zij is een vraagbaak voor de ouderen. De bezoeken en gesprekken met de casemanager worden als een steun in de rug ervaren. Door de casemanager wordt er structureel aandacht besteed aan de persoonlijke situatie waardoor veel ouderen zich veiliger en meer geborgen voelen. Geïnterviewden geven aan door SamenOud het gevoel te hebben dat er aandacht voor hen is. SamenOud geeft vertrouwen: vertrouwen in de zorg en begeleiding, vertrouwen dat men thuis kan blijven wonen, vertrouwen dat ze zichzelf kunnen blijven redden. Uit de interviews blijkt dat de doelen van SamenOud overeenkomen met die van de ouderen, en dat SamenOud erin lijkt te slagen deze doelen te realiseren.
Inhoud Voorwoord
3
Samenvatting
4
1.
6
Inleiding 1.1 Achtergrond van het onderzoek 1.2 SamenOud als onderdeel van het NPO 1.2 SamenSpraak 1: onderzoek onder ouderen 1.2.1 Aanleiding
2.
1.2.2 Doel en onderzoeksvragen
7
1.2.3 Methode van dataverzameling & analyse
7
Resultaten 2.1 Situatie van de ouderen 2.1.1 Ontvangen hulp
4.
10 10 10
2.1.2 Hulpmiddelen
11
2.1.3 Wensen
12
2.1.4 Veiligheid, eigen regie, welbevinden en zelfredzaamheid
13
2.2 Zorg en begeleiding van SamenOud 2.2.1 SamenOud algemeen
3.
6 6 7 7
15 15
2.2.2 Ouderenzorg Team
16
2.2.3 Schriftelijke producten SamenOud
19
2.2.4 Activiteiten profiel Robuust
20
2.3 Ervaringen en opbrengsten per profiel
Conclusies
3.1 Hoe ervaren de deelnemers het ouder worden? 3.2 Hoe ervaren de deelnemers de zorg en begeleiding van SamenOud? 3.3 Wat heeft SamenOud voor de deelnemers opgeleverd?
22
24 24 24 24
Discussie
25
5.
Advies
26
6.
Literatuur
27
Bijlage 1: Interviewschema SamenSpraak 1
28
1. Inleiding In deze inleiding wordt een beeld geschetst van de achtergronden, theoretische basis en de opzet van het onderzoeksproject SamenOud. Daarna volgt een beschrijving van de methode van onderzoek.
1.1 Achtergrond van het onderzoek De verwachting is dat het aantal 65-plussers groeit tussen nu en 2040 van 2,4 naar 4,6 miljoen (CBS, 2011). Ouderen willen steeds langer thuis blijven wonen. Vooral de eerstelijnsgezondheidszorg zal hierdoor geconfronteerd worden met een toenemende en complexer wordende zorgvraag. In 2005 woonde 94% van de 65-plussers en 70% van de 80-plussers zelfstandig en dit percentage zal alleen maar toenemen (Bruggink, 2009). De provincie Groningen wordt als een van de eerste Nederlandse provincies geconfronteerd met een combinatie van ontgroening, vergrijzing en bevolkingskrimp. In 2007 is het Nationaal Programma Ouderenzorg (NPO) van start gegaan om oplossingen te zoeken voor deze problematiek en de afstemming en samenwerking tussen de verschillende betrokken organisaties te verbeteren zodat de zorg voor ouderen ook in de toekomst beschikbaar en betaalbaar blijft. Als onderdeel van NPO wil het Netwerk Ouderenzorg Regio Noord de ondersteuning van ouderen met complexe problemen verbeteren (NPO, 2013).
1.2 SamenOud als onderdeel van het NPO Het onderzoeksproject SamenOud is onderdeel van het NPO in Regio Noord en betreft een experimenteel onderzoek naar het effect van een nieuw zorgmodel voor 75-plussers. SamenOud wordt uitgevoerd vanuit de afdeling Gezondheidswetenschappen van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), in samenwerking met zorgverzekeraar Menzis, Zorggroep Meander en Tinten Welzijnsgroep. Dit nieuwe zorgmodel is ontwikkeld omdat het huidige zorgmodel onvoldoende aansluit bij de behoeften van ouderen met chronische aandoeningen en langdurige beperkingen (Spoorenberg, 2013). In aanvulling op de effectmeting door middel van kwantitatief onderzoek is een tweetal kwalitatieve onderzoeken uitgevoerd om de ervaringen van de betrokkenen in kaart te brengen. In het huidige rapport Samenspraak 1 worden de resultaten van interviews met de ouderen beschreven en in Samenspraak 2 (Slotman 2013) worden de resultaten van interviews met casemanagers gepresenteerd. SamenOud is een nieuw zorgmodel voor 75-plussers. Het is een alternatief voor het huidige zorgmodel, dat onvoldoende aansluit bij de behoeften van mensen met chronische aandoeningen en langdurige beperkingen. Doel van SamenOud is het in stand houden of bevorderen van het welbevinden en de zelfredzaamheid van ouderen, zodat een oudere zo lang mogelijk en op een prettige manier thuis kan blijven wonen. Om dit te bereiken is in vijftien huisartsenpraktijken in Stadskanaal, Veendam en Pekela een Ouderenzorg Team (OT) actief. Het team biedt zorg en ondersteuning aan 75-plussers en mantelzorgers op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Een OT staat onder leiding van een huisarts en bestaat verder uit een wijkverpleegkundige, een ouderenadviseur en een specialist ouderengeneeskunde. Eén keer per jaar ontvangen de ouderen een screeningsvragenlijst waarmee de persoonlijke situatie in kaart wordt gebracht. Op basis van hun antwoorden worden de ouderen in drie profielen ingedeeld: 1. ‘Complexe Zorgbehoeften ’ = complexe zorgbehoeften met multimorbiditeit (20% van de ouderen). 2. ‘Kwetsbaar’ = een verhoogd risico op complexe zorgbehoeften (16% van de ouderen). 3. ‘Robuust’ = geen complexe zorgbehoeften en niet kwetsbaar (64% van de ouderen). Voor elke groep varieert de intensiteit van zorg en ondersteuning door SamenOud: van groepsbegeleiding (zelfmanagement support) tot (intensieve) individuele begeleiding door een casemanager. Ouderen in de eerste twee profielen ontvangen individuele begeleiding van respectievelijk een wijkverpleegkundige of een ouderenadviseur (casemanagers). Aan ‘Robuuste’ ouderen worden de preventieve groepsinterventies aangeboden, bijvoorbeeld ‘SamenOud-dagen’. Door het nieuwe zorgmodel SamenOud verandert het zorgaanbod voor 75-plussers rigoureus. Verwacht wordt dat hierdoor de complexiteit van de zorgbehoeften en de kwetsbaarheid van ouderen afnemen, het welbevinden
van ouderen en de kwaliteit van zorg toenemen, en het zorggebruik en de kosten afnemen of minimaal gelijk blijven. Vanuit het UMCG vindt onderzoek plaats om deze effecten te meten.
1.2 SamenSpraak 1: onderzoek onder ouderen 1.2.1 Aanleiding De effecten van SamenOud worden hoofdzakelijk onderzocht met experimenteel onderzoek. Dit is een goede methode om het effect van een interventie te onderzoeken, maar is minder geschikt om meningen en ervaringen vast te leggen van de doelgroep die de interventie ondergaat. Kwalitatief onderzoek, met interviews waarin ouderen zelf aan het woord komen, is daarom een waardevolle aanvulling in het onderzoek naar de effecten van SamenOud. In het kader van SamenOud is daarom het onderzoek ‘SamenSpraak 1 ’ uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek concretiseren de betekenis van SamenOud voor de ouderen zoals zij dat in hun eigen woorden uitleggen.
1.2.2 Doel en onderzoeksvragen Het doel van het onderzoek is inzicht te krijgen in de ervaringen van de ouderen die deelnemen aan SamenOud met het nieuwe zorgmodel en de betekenis die SamenOud voor hen heeft. Om dit doel te bereiken zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Hoe ervaren de deelnemers het ouder worden? Hoe ervaren de deelnemers de ontvangen hulp? Welke behoeften en wensen hebben de deelnemers? Wat betekenen onafhankelijkheid, veiligheid, zelfredzaamheid, eigen regie en welbevinden voor de deelnemers? En hoe belangrijk zijn deze zaken voor de individuele deelnemer? 2. Hoe ervaren de deelnemers de zorg en begeleiding van SamenOud? 3. Wat heeft SamenOud voor de deelnemers opgeleverd?
1.2.3 Methode van dataverzameling & analyse Methode: diepte-interviews Er is gekozen voor een kwalitatieve aanpak. Kwalitatief onderzoek kenmerkt zich door een cyclisch en iteratief proces waarbij dataverzameling en data-analyse zich afwisselen totdat het geen nieuwe gegevens meer oplevert, ook wel dataverzadiging genoemd (Boeije, 2012). In dit geval gaat het specifiek om een kwalitatieve survey: een onderzoek dat gericht is op de beschrijving van de inhoudelijke variatie in een bepaalde populatie met betrekking tot een bepaald gedrag of een bepaalde cognitie (Jansen, 2005). Uiteindelijk levert dit onderzoek een beschrijving op van meningen en gedragingen van zelfstandig wonende 75-plussers die deelnemen aan SamenOud (de interventiegroep van SamenOud). Het onderzoek is uitgevoerd door twee onderzoekers en een onderzoeksmedewerker. Als methode voor dataverzameling is gekozen voor semigestructureerde interviews. Interviews zijn geschikt om met enige diepgang informatie te verzamelen over de belevingswereld van de oudere vanuit een onderzoeksvraag (Evers, 2007). Met behulp van een interviewschema (bijlage 2) zijn de interviews afgenomen door de twee onderzoekers; beide hebben de helft van de interviews afgenomen. De vragen in het interviewschema vormden het begin van het gesprek waarna de onderzoeker doorvroeg naar aanleiding van de antwoorden. Om het interviewschema te testen hebben beide onderzoekers een interview met een oudere uitgevoerd waarna de lijst op details is aangepast. De interviews duurden een tot anderhalf uur en zijn opgenomen op een geluidsband. Alle ouderen zijn aan het begin van het interview geïnformeerd over het onderzoek en hebben een informed consent getekend.
Selectie ouderen Een belangrijk uitgangspunt bij de werving en selectie van deelnemers aan een kwalitatief onderzoek is dat er zoveel mogelijk variatie is in persoonskenmerken ten aanzien van relevante situaties, opvattingen en meningen, en dat die variatie is vertegenwoordigd in de onderzoeksgroep. Om dit te bereiken is vooraf een lijst met
kenmerken opgesteld waarvoor het wenselijk was een goede spreiding te krijgen. Het belangrijkste kenmerk waarmee bij de selectie van ouderen rekening is gehouden zijn de drie profielen waarin de ouderen ingedeeld zijn: Complexe Zorgbehoeften, Kwetsbaar en Robuust. De zorg- en begeleidingsbehoeften tussen deze profielen verschilt en daardoor ook de intensiteit van de SamenOud zorg en -begeleiding. Daarnaast is gekeken voor een spreiding van de volgende kenmerken: De drie gemeenten: Stadskanaal, Veendam en Pekela. De urbanisatiegraad verschilt tussen deze drie plaatsen. Dit kan van invloed zijn op het verschil in voorzieningen en contacten. Geslacht. Verschil tussen mannen en vrouwen in ervaren gezondheid en leefstijl (Idler, 1997) kan van invloed zijn op de ervaring en mening over SamenOud en op de zorg- en begeleidingsbehoeften. Bezoek van de specialist ouderengeneeskunde. Omdat dit een speciaal zorgaanbod is van SamenOud zijn ook deelnemers die hiermee ervaring hebben geïnterviewd. Na de selectie is tevens gekeken hoe onderstaande kenmerken in de onderzoeksgroep verspreid waren: Sociaal economische status (SES). Een lage SES kan van invloed zijn op bijvoorbeeld de hoeveelheid gezondheidsproblemen (Bruggink 2009) en daardoor het type hulpvraag. Woonsituatie: alleenstaand / samenwonend. De sociale omgeving van een alleenstaanden versus samenwonenden is zeer verschillend. Daardoor kan de zorg en begeleiding variëren. Type woning: zelfstandige woning / verzorgingstehuis / aanleunwoning. Het type woning kan invloed hebben op de beschikbare zorg, begeleiding en het aanbod van sociale contacten in de directe omgeving. Zie tabel 1 voor een overzicht van de verdeling van deze kenmerken binnen de onderzoeksgroep. Tabel 1: kenmerken geïnterviewde ouderen N Leeftijd, gemiddeld (std.) Geslacht, N(%)
Man Vrouw Gemeente, N(%) Stadskanaal Veendam Pekela Woonvorm, N(%) Zelfstandig Service flat Thuissituatie, N(%) Partner, ook deelnemer aan SamenOud Partner Ongehuwd Weduwnaar / weduwe Dubbelinterview (echtparen) ×
Profiel Robuust 9 80.8 (5.1) 4 (44.4) 5 (55.6) 5 (55.6) 3 (33.3) 1 (11.1) 9 (100) 0 (0) 7 (77.8)
Kwetsbaar 7 83.0 (4.7) 3 (42.9) 4 (57.1) 2 (28.6) 2 (28.6) 3 (42.9) 4 (57.1) 3(42.9) 2 (28.6)
Complex 7 85.4 (3.5) 3 (42.9) 4 (57.1) 3 (42.9) 2 (28.6) 2 (28.6) 6 (85.7) 1 (14.3) 4 (57.1)
1 (11.1) 0(0) 1(11.1) 3 (33.3) R+RX
1(14.3) 1(14.3) 3 (42.9) 0 (0)
1 (14.3) 0(0) 2 (28.6) 2 (28.6)
C+Rx, C+Kx
Profielen van de echtparen in de dubbelinterviews zijn R+R=Robuust en Robuust, C+R= Complex en Robuust, C+K= Complex en Kwetsbaar.
De deelnemers aan het onderzoek zijn geworven via een aantal casemanagers die na instructie van een van de onderzoekers ouderen hebben geselecteerd op basis van bovenstaande selectiecriteria. Doordat de casemanagers de ouderen benaderden is de kans op deelname aan het onderzoek vergroot. Ouderen Er hebben in totaal achttien interviews plaatsgevonden. Twaalf solo-interviews met deelnemers aan SamenOud en vijf dubbelinterviews met echtparen die beide meededen aan SamenOud. Alle interviews zijn vervolgens op dezelfde manier geanalyseerd, waarbij elk interview is gezien als een beschrijving van één huishouden. Binnen de huidige onderzoeksgroep was sprake van verzadiging. Dat wil zeggen dat er op een gegeven moment geen nieuwe informatie meer is verkregen bij de ouderen die relevant was om de onderzoeksvragen te beantwoorden. Aanpak analyseproces
De volgende stappen zijn doorlopen bij de analyse van de gegevens (Procedure naar Baarda 2005, Jansen 2005): 1. De geluidsopnames van de interviews zijn integraal uitgetypt (verbatim getranscribeerd) door de onderzoeksmedewerker. Hierbij is gebruik gemaakt van het programma F4. Voordien is een transcriptieprotocol opgesteld. Doel was het maken van een kwalitatief hoogwaardig en leesbaar verslag. Om de kans op vertekening zo klein mogelijk te houden is de transcriptie zo snel mogelijk na het interview gemaakt. Bovendien hebben de onderzoekers de transcripties van de ‘eigen’ interviews gecontroleerd. 2. De uitgewerkte interviews zijn doorgelezen door de onderzoekers om een globaal idee te krijgen van de kwaliteit van de teksten in relatie tot de vraagstelling en mogelijke codes. 3. De onderzoekers hebben de interviews in het analyseprogramma Kwalitan geladen en hebben ieder de eigen interviews gecodeerd. o Aan de hand van het interviewschema is van tevoren een thematische codelijst opgesteld. o De teksten zijn in Kwalitan ingedeeld in fragmenten (segmenten) die globaal over hetzelfde thema gingen. o Vervolgens is tegelijkertijd thematisch en open gecodeerd. Teksten die niet thematisch gecodeerd konden worden zijn open gecodeerd: het onderwerp kreeg een code die kenmerkend was voor het fragment. Een fragment kon meer dan één code krijgen. o Stukken tekst zijn gecodeerd als ‘anekdote’ als de relatie met de centrale vraag niet direct duidelijk was. In een latere fase zijn deze anekdotes nog een keer gecontroleerd op hun relatie met de onderzoeksvragen. 4. Elke code is direct voorzien van een definitie met als doel de betrouwbaarheid van de analyse (= operationaliseren) te verhogen. De betekenis van de code is beschreven in een memo (in Kwalitan) en is gedurende het proces aangescherpt. 5. Nadat alle interviews waren gecodeerd zijn de codes gecontroleerd en waar mogelijk gecombineerd. 6. In een totaaloverzicht zijn vervolgens de codes geclusterd in overkoepelende thema’s. In het overzicht zijn resultaten, conclusies en citaten opgenomen om uiteindelijk de centrale vragen te beantwoorden. 7. Op basis van de gegevens in het totaaloverzicht is gekozen voor een aantal overkoepelende thema’s. Deze thema’s waren vooraf ook zichtbaar in het interviewschema en bleken nu ook op basis van de data relevant te zijn voor de beantwoording van de centrale vragen. De thema’s worden in het volgende hoofdstuk beschreven en geïllustreerd met de meest informatieve citaten van de ouderen. Validiteit en betrouwbaarheid In kwalitatief onderzoek wordt vertekening van de onderzoeksresultaten tegengegaan door de rol van de onderzoeker zo zichtbaar mogelijk te maken. Dit zijn maatregelen om de betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek te verhogen. Hierbij zegt de validiteit iets over de deugdelijke opzet van het onderzoek en de betrouwbaarheid iets over de deugdelijke uitvoering van het onderzoek (Van Zwieten & Willems, 2004). Ter verhoging van de betrouwbaarheid hebben de onderzoekers gedurende het analyseproces elkaars materiaal beoordeeld. De onderzoekers hebben beiden een deel van dezelfde transcripties gecodeerd en geanalyseerd. Bij verschillen zijn gemeenschappelijke oplossingen gevonden. Daarnaast heeft een collega-onderzoeker het analysemateriaal gecontroleerd. Waar nodig zijn daarna kleine aanpassingen gedaan aan de codelijst. In geval van twijfel heeft er onderling overleg plaatsgevonden totdat consensus is bereikt. Om de objectiviteit van de interpretatie van de resultaten te bevorderen is triangulatie toegepast (Baarda, 2005). In dit kader waren twee onderzoekers betrokken bij de analyse van de interviews. Er zijn ‘experts’ op gebied van kwalitatief onderzoek en ouderenzorg geraadpleegd. Daarnaast heeft ter voorbereiding op het onderzoek een expertmeeting plaatsgevonden en een interview met een professional uit het veld. Ook in de analysefase hebben gesprekken met experts plaats gevonden.
2. Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van de interviews beschreven aan de hand van een aantal thema’s. Hiermee worden drie onderzoeksvragen beantwoord. Als hieronder wordt gesproken over ‘ouderen’ wordt gerefereerd aan de ouder een die zijn geïnterviewd in het kader van dit onderzoek. De belangrijkste thema’s die tijdens de interviews aan de orde kwamen: 1. Situatie van de ouderen: a. Ontvangen hulp. b. Hulpmiddelen. c. Wensen. d. Onafhankelijkheid, veiligheid, zelfredzaamheid, eigen regie, welbevinden. 2. Zorg, begeleiding en activiteiten van SamenOud: a. SamenOud in het algemeen. b. Ouderenzorg Team met de huisarts, casemanagers en specialist ouderengeneeskunde. c. Activiteiten profiel Robuust, zoals SamenOud-dag, nieuwsbrief etc. d. Schriftelijke producten SamenOud. Kenmerkend aan de rapportage van kwalitatief onderzoek is het grote aantal citaten. Het gaat om de inhoud van de meningen en de context waarbinnen meningen gestalte krijgen. De citaten zijn letterlijk overgenomen inclusief dialect (fonetisch geschreven) en combinaties van Nederlands en dialect. Achter de citaten staat een code waarbij de letter het profiel is waartoe de oudere behoort (C = Complexe Zorgbehoeften, K = Kwetsbaar, R = Robuust). Bij de dubbelinterviews met de echtparen is de oudere uit de groep met het laagste getal aangehouden. Het getal is het nummer van het interview. Aan het einde van elk thema worden de bevindingen samengevat weergegeven in een box, waarbij de gegevens in een breder perspectief worden geplaatst.
2.1 Situatie van de ouderen 2.1.1 Ontvangen hulp Huishoudelijke hulp In het profiel Complexe Zorgbehoeften krijgen alle ouderen huishoudelijke hulp via een thuiszorgorganisatie of particuliere hulp. In de kwetsbare groep hebben ook bijna alle ouderen hulp in de huishouding. In de Robuuste groep treffen we een heel andere situatie aan: in deze groep heeft slechts één oudere huishoudelijke hulp. Ouderen in dit profiel doen alles zelf zoals een oudere letterlijk uitdrukt: “Wij zijn zuiver zelfstandig.” (R4) Over het algemeen zijn mensen tevreden met de geboden hulp al geven enkelen aan dat de geboden huishoudelijke hulp via de thuiszorg te weinig uren bevat: “Eén keer in de week tweeënhalf uur […] eigenlijk niet lang genoeg. Maar ja.” (C3) Zorg Vier van de zes ouderen in het profiel Complexe Zorgbehoeften ontvangt hulp bij de lichamelijke verzorging. Bij één oudere komt veel thuiszorg over de vloer. Deze oudere geeft aan dat het bezoek van de casemanager voor hem weinig meerwaarde heeft: één van de verzorgenden van de thuiszorg vervult voor hem een coördinerende rol. Ouderen zijn over het algemeen tevreden over de ontvangen hulp zoals uit volgend citaat blijkt:
"Elke zuster die hier 's morgens komt voor de kousen of, en medicijnen of zoiets. Nou, ik vind ze allemaal prima, stuk voor stuk.” (C2) Een aantal ouderen maakt opmerkingen over het feit dat er vaak verschillende zorgverleners komen, op verschillende tijden, waardoor zij moeilijk hun eigen dagindeling kunnen bepalen: "Maar ik heb al zo veel gezichten gezien […] Als je de eerste bent ben je vroeg [aan de beurt]. Als je de laatste bent, ben je laat [aan de beurt] dus… .” (C1) Informele hulp Naast de professionele hulp spreekt een aantal ouderen uit de profielen Complexe Zorgbehoeften en Kwetsbaar over informele hulp die ze krijgen van hun kinderen of van buren. Ze krijgen hulp bij uiteenlopende zaken zoals klusjes in huis en tuin, boodschappen doen, financiën of de belastingaangifte. Mensen in het profiel Robuust doen nauwelijks een beroep op informele hulp. De ouderen in het profiel Robuust zien het als belangrijk en positief om zelf actief bezig te zijn, ook in eigen huis en tuin: “Het is ook weer goed om bezig te zijn. Kijk een tuin is ook weer beweging.” (R1) De helft van de ouderen uit het profiel Robuust doet zelf regelmatig vrijwilligerswerk voor een maatschappelijke organisatie en vindt dit belangrijk. Hulp vragen De ouderen is gevraagd wie ze bellen op het moment dat ze hulp nodig hebben. Mensen die hierbij denken aan ‘acute hulp’ noemen de huisarts of de eigen kinderen. Een aantal heeft een alarmknop. Veel ouderen geven aan zich veiliger te voelen door een alarm: hierdoor kan hulp snel ter plaatse komen als dat nodig is. Voor ‘niet-acute hulp’ geven mensen aan te bellen met de thuiszorg, de kinderen, de verzekeraar, het gemeentehuis of de welzijnsorganisatie in Stadskanaal (Welstad). Eén persoon uit het profiel Complexe Zorgbehoeften noemt de casemanager. Eén oudere uit het profiel Robuust zegt: “Dan zou ik denk ik wel naar 't gemeentehuis bellen. Want dan komt toch maar eerst eentje kijken voor. […] Ja, en we hebben Welstad hier in Stadskanaal, daar kun je ook heel veel inlichtingen weghalen.” (R4) Box 1: Hulp Hulp Tussen de drie profielen zijn grote verschillen te zien als het gaat om ontvangen hulp. De ouderen in het profiel Complexe Zorgbehoeften zijn vaak afhankelijk van hulp van anderen. Dit kan professionele hulp zijn maar ook informele hulp. Het gaat vaak om een heel ‘systeem’ van huishoudelijke hulp, thuiszorg en mantelzorg dat onmisbaar is voor de ouderen in het profiel Complexe Zorgbehoeften en in mindere mate ook voor ouderen in het profiel Kwetsbaar. Deze hulp is noodzakelijk om zelfstandig thuis te kunnen wonen. Bijna alle ouderen zijn tevreden met de hulp. Deze ouderen zijn nauwelijks kritisch op de geboden hulp en reageren bijna gelaten op de grilligheid van het zorgaanbod (wisselende hulpverleners én tijden waarop hulp wordt gegeven). De ouderen uit de Robuuste groep staan anders in het leven doordat zij zichzelf redden zonder hulp van anderen. Een aantal doet zelf aan vrijwilligerswerk en vindt dit belangrijk. De kwetsbare groep zit er letterlijk tussen in en heeft meestal wel huishoudelijke hulp nodig maar weet zich verder nog prima te redden. Opvallend is het grote aantal ouderen dat een alarm in huis heeft of om heeft hangen. Veel ouderen geven aan zich veiliger te voelen door een alarm omdat hulp dan snel ter plaatse kan zijn als dit nodig is.
2.1.2 Hulpmiddelen Er is een aantal hulpmiddelen dat door de ouderen in de profielen Complexe Zorgbehoeften en Kwetsbaar wordt gebruikt. Er zijn vier ouderen die buiten en soms binnen een stok gebruiken. Twee ouderen hebben een scootmobiel in bruikleen van een gemeentelijke instelling (Welzorg) en drie hebben een (elektrische) rolstoel. De helft van alle ouderen heeft een rollator.
De stap om met een stok of achter een rollator te gaan lopen is voor een aantal ouderen moeilijk. Ze voelen zich daardoor oud of gehandicapt. Dit gevoel is een reden om het gebruik van het hulpmiddel uit te stellen. Ook als hierdoor het risico op vallen groter is. Een aantal wil bijvoorbeeld een stok of rollator zelfs binnenshuis niet gebruiken en gebruiken dan het meubilair als houvast: “Ik ga er echt niet mee op pad [oudere spreekt over rollator] […], 't gaat met de rolstoel al net zo, ik vind 't een verschrikking. Ik dacht, van alles wat mij overkomt, als ik maar lopen blijf. Maar nou zeg ik, ‘ik kan mij thuis overal aan vasthouden’ .” (C4) Twee ouderen zijn teleurgesteld dat een traplift niet wordt vergoed. De scootmobiel is voor de enkeling die er één heeft een middel om boodschappen te doen. Er is ook een oudere die aangeeft regelmatig met de scootmobiel er op uit te trekken: “Dan kleedt deze man zich aan en gaat ie op de scootmobiel. Want ik ben feitelijk een echt natuurmens.” (K3) Bijna een derde van de ouderen ervaart problemen met hulpmiddelen zoals de rollator en de rolstoel. Wieltjes die klem zitten, een rolstoel die niet gemakkelijk in een lift rolt. Het zijn redenen om niet zo graag gebruik te maken van het hulpmiddel waarvan men meestal wel afhankelijk is: “De lift staat haast nooit gelijk. Ik heb er al heel vaak vastgezeten. Daar word je angstig van hoor. Dus ik zit hier als het ware een beetje opgesloten.” (C3) Box 2: Hulpmiddelen Hulpmiddelen Sommigen stellen het gebruik van hulpmiddelen zo lang mogelijk uit omdat men zich oud voelt door het gebruik van een hulpmiddel. Als mensen het hulpmiddel wel gebruiken zorgt het er voor dat mensen mobiel blijven en daardoor onafhankelijk en zelfstandig blijven. Een aantal ouderen is ontevreden over de hulpmiddelen die ze gebruiken vanwege gebreken of belemmeringen in de omgeving. Hierdoor maken ze er minder gebruik van dan gewild.
2.1.3 Wensen Er is met de ouderen gesproken over wensen en behoeften die men (nog) heeft. Een ‘betere gezondheid’ is een vaak geuite wens, in het bijzonder bij de ouderen in het profiel Complexe Zorgbehoeften: “Ja, als je jarig bent, 'wat zou je graag hebben'. […] Dat kun je me niet geven, dat krijgen we niet; ‘de gezondheid’.” (C4) “Dingen die ik mis? Ja, ik zeg altijd geef me maar 'n beetje gezondheid.” (C3) De oudere van het laatste citaat wil ook graag beter kunnen lopen zodat ze haar huis zelf kan schoonmaken. ‘Er op uit gaan’ is een wens die ook vaak wordt genoemd door ouderen in het profiel Complexe Zorgbehoeften, maar ook in het profiel Kwetsbaar. Zo geeft een oudere uit het profiel Kwetsbaar aan graag af en toe uit te willen met haar echtgenoot. Een andere oudere zou wel graag een keer weer naar een tuincentrum willen. En weer iemand anders zegt dat zijn vrouw weer graag een keer op vakantie wil: “We kunnen niet meer op vakantie, zou mijn vrouw graag willen.” (C6) De ouderen in het profiel Robuust voelen zich meestal nog gezond en zij hebben de wens om gezond te blijven. Eén oudere uit deze groep zou ook graag zien dat ouderen en jongeren meer activiteiten samen ondernemen. En activiteiten niet alleen op ouderen richten maar tegelijk ook voor jongeren aanbieden. Daarnaast zou hij graag zien dat ouderen en jongeren in dezelfde buurt (blijven) wonen zodat er meer integratie mogelijk is. Box 3: Wens ‘gezondheid’
Grootste wens is: ’Gezondheid’ Een goede gezondheid is belangrijk. Het bepaalt in zo’n grote mate hoe iemand zich voelt en wat iemand kan doen. Zodra de gezondheid minder wordt is dit voor velen het belangrijkste thema in hun leven. Het bepaalt onder andere hoe mobiel mensen zijn.
2.1.4 Veiligheid, eigen regie, welbevinden en zelfredzaamheid Veiligheid De meeste ouderen voelen zich veilig in huis en vinden dit belangrijk. Als gevraagd wordt naar veiligheid zijn de angst voor vallen en inbraken het meest genoemd. Een aantal ouderen treft diverse maatregelen om niet te vallen in huis, zoals het plaatsen van steungrepen of het strategisch plaatsen van de meubels. De angst voor inbraken beïnvloedt het gevoel van veiligheid. Maatregelen die mensen hiervoor hebben genomen zijn bijvoorbeeld het plaatsen van een deurknip of een bewegingssensor. Een groot aantal mensen heeft een persoonlijk alarm dat ze kunnen gebruiken als ze vallen, maar ook bij een inbraak. Er is ook een aantal ouderen die helemaal geen maatregelen nemen tegen vallen of inbraken omdat ze zich veilig voelen in huis. Het woord ‘veiligheid’ in de betekenis van ‘geborgenheid’ kwam niet altijd letterlijk in de interviews naar voren, maar kon vaak wel uit de context worden gehaald. Zo geeft een oudere bijvoorbeeld aan dat ze deelneemt aan SamenOud omdat ze dan hoopt op iemand te kunnen terugvallen als ze hulp nodig heeft: “Ja, omdat je nooit weet wat er gaat gebeuren op onze leeftijd. En we hebben bijna geen familie hier hè. Iets om op terug te vallen.” (K1) Uit een ander citaat van een oudere uit het profiel Complexe Zorgbehoeften blijkt dat zij zich geborgen voelt door de SamenOud hulpverleners. Ze weet dat de wijkverpleegkundigen en de huisarts regelmatig overleg hebben met elkaar en daardoor voelt ze dat men haar in de gaten houdt. Dat vindt ze een prettig idee: “Jawel hoor, ze zegt dan 'Ik heb met de dokter gepraat en die vond dit of die vond zus'. Och ja, wij worden wel in de gaten gehouden, dat idee heb ik wel.” (C6) Welbevinden Het onderwerp ‘welbevinden’ is niet letterlijk aan de ouderen uitgevraagd maar door te analyseren wat mensen vinden van hun sociale contacten en hun lichamelijke en psychische situatie is inzicht in dit thema gekregen. Sociaal Bijna iedereen vindt het hebben van sociale contacten belangrijk: “Kiek, maar ik zeg contacten hebben we wel […], dat is belangrijk. Daar ken je niet zonder.” (C4) Maar de ervaringen van de ouderen met sociale contacten verschillen. Vooral de mensen in de profielen Complexe Zorgbehoeften en Kwetsbaar ervaren veel verschil met vroeger: ze hebben minder sociale contacten. In hun omgeving zijn veel mensen overleden, door beperkingen kan men er niet meer zo gemakkelijk op uit gaan of het contact is veranderd door ziekte: “Een andere vriendin is aan het dementeren, ik ga er wel naartoe, het zijn altijd mijn vriendinnen en blijven mijn vriendinnen, maar dat is wel deprimerend.” (K1) Andere ouderen uit de profielen Kwetsbaar en Robuust geven aan voldoende contacten te hebben, doordat ze bijvoorbeeld bij een vereniging zitten of een hobby delen met anderen. Enkele casemanagers hebben aan de deelnemers ideeën aangedragen voor (nieuwe) sociale activiteiten, zoals de SamenOud-dag of een cursus: "Ze [de casemanager] heeft bijvoorbeeld nu een folder voor mij meegenomen. Want er is hier in Stadskanaal een senioren les computeren. 'En dat is net wat voor u', zei ze.” (C6) Het aangaan van nieuwe sociale contacten is voor een enkeling de reden om mee te doen aan SamenOud:
“Ik dacht dat ik dan meer in contact zou komen met andere mensen in Pekela. Dat zou ik wel leuk vinden.” (K2) Echtparen uit alle drie de profielen geven aan minder behoefte te hebben aan sociale contacten dan alleenstaanden omdat ‘men elkaar nog heeft’. Ze trekken vaak een groot deel of de hele dag met elkaar op waardoor zij minder behoefte hebben aan (nieuwe) sociale contacten. Hun dagbesteding is met elkaar verweven. Maar zodra de partner weg valt kan er sprake zijn van een groot gemis, zoals ook blijkt uit volgend citaat: “Ik ga, net als ik zeg, op tijd een keer naar de begraafplaats en anders doe ik eigenlijk niks. Ik ben helemaal niet aan 'n vereniging of zo, niks. Niet kaarten of sjoelen, doen ze wel, maar daar ga ik niet naar toe. Nog geen behoefte aan, nog niet. […] als we uitgaan dan gingen m'n vrouw en ik altijd tegelijk uit. Ze zei wel eens 'ga maar alleen', ik zei 'nee, dat doe ik niet'. Ik wou haar mee hebben.” (C5) Lichamelijk en psychisch Door de ouderen te vragen naar hun gezondheid is geprobeerd een beeld te krijgen van het lichamelijke en psychisch welbevinden van de ouderen. In het profiel Complexe Zorgbehoeften en Kwetsbaar beschrijven de ouderen hun gezondheid meestal als 'niet zo goed’ of 'slecht'. Ze vertellen hele verhalen over hun gezondheid. Ouderen weten veel voorbeelden te noemen van verlies en achteruitgang van lichaam en geest. Mensen zijn door lichamelijke en psychische beperkingen ook minder mobiel. De zelfredzaamheid daardoor is beperkt: “Als ik weer een beetje kon lopen? Dan sprong ik weer op de fiets en dan ging ik weer een boodschapje doen. […] dan ging ik zelf allemaal […] Ik kan toch niet steeds naar andere mensen gaan ‘wil je dat even voor me ophalen?’ .” (C1) De mensen uit het profiel Robuust zijn meestal positief over de eigen gezondheid. Ze vertellen wel over lichamelijke of psychische klachten of achteruitgang maar dit speelt niet zo’n grote rol in hun leven als in de andere twee groepen; ze ervaren hierdoor nog niet zoveel beperkingen in hun dagelijks leven. Zelfredzaamheid Alle ouderen willen zo lang mogelijk zelfredzaam zijn en vinden dit heel belangrijk: “Want als je eenmaal afhankelijk bent van een ander, daar wordt het leven niet mooier op.” (K3) Ze streven er bijna allemaal naar om zoveel mogelijk zelf te doen. Ook hulp vragen aan de eigen kinderen zullen enkele ouderen niet snel doen. Om zelfstandig thuis te blijven wonen zijn voorzieningen nodig, bijvoorbeeld een traplift of andere hulpmiddelen. De verschillende hulpmiddelen houden mensen mobiel. Ook gelijkvloers wonen wordt genoemd om zelfredzaamheid te bevorderen. De meeste ouderen willen graag zolang mogelijk thuis blijven wonen en niet meer verhuizen. Enkelen geven aan zeker niet naar een verpleeghuis te willen door de negatieve associaties die ze daarmee hebben. Ouderen vinden het moeilijk om concreet aan te geven wat ze nodig hebben om lang zelfstandig thuis te kunnen wonen. Vaak is dan genoemd dat men hoopt dat er hulp is zodra men die nodig heeft. Eigen regie Ook de term ‘eigen regie’ is niet letterlijk tijdens de interviews gebruikt, maar ouderen noemen regelmatig dat men het belangrijk vindt om zelf de dagindeling te kunnen bepalen. Dit kan minder goed wanneer er hulp nodig is van bijvoorbeeld thuiszorg en men afhankelijk is van het tijdstip waarop die de hulpverleners komen: “Als ze heel vroeg zijn [….] Daar zit uren verschil tussen, dat ze beneden komt. Als wij als laatste aan de beurt zijn dan is dat half elf.” (C1) “Ja, dan is het altijd wel zo half elf, dat ligt er maar aan. De één kan vlugger dan de ander, soms staat ’t eten ook al op tafel. Enfin…. .” (C3) Box 4: Veiligheid, welbevinden, zelfredzaamheid en eigen regie Veiligheid Veiligheid blijkt een erg belangrijk thema voor ouderen. Als het thema wordt besproken noemt men diverse maatregelen die men neemt om zich in en rond huis veiliger te voelen. Maar er is ook een flinke groep mensen die
geen maatregelen neemt hoewel er wel sprake is van bijvoorbeeld valrisico. Als men wel maatregelen neemt wordt vaak het persoonlijk alarm genoemd. Er lijkt een associatie te bestaan tussen SamenOud en veiligheid. De casemanager speelt hierin een centrale rol. Het lijkt erop dat vooral de ouderen uit de groep Complexe Zorgbehoeften zich door SamenOud veiliger (meer geborgen) voelen doordat er structureel aandacht aan hun situatie wordt besteed. Welbevinden en zelfredzaamheid Het sociaal, lichamelijk en psychisch welbevinden vinden ouderen belangrijk. Wat betreft de sociale component doen veel ouderen hun best om (nog) contacten te onderhouden en aan sociale activiteiten deel te nemen. Echtparen geven aan veel aan elkaar te hebben en zijn daardoor minder afhankelijk van contact met anderen. Als een partner wegvalt ontstaat daardoor, ook sociaal gezien, voor sommigen een moeilijke tijd. SamenOud in het algemeen en de SamenOud-dag in het bijzonder biedt voor enkelen de mogelijkheid tot het leggen van sociale contacten. Ouderen willen graag zo zelfstandig en zelfredzaam als mogelijk zijn. Lichamelijke en psychische beperkingen zorgen voor verminderde mogelijkheden om zichzelf te redden, waardoor het voor sommige ouderen moeilijk is zelfredzaam te blijven. De meeste ouderen vragen daarbij niet graag en niet snel om hulp van eigen kinderen of hulpverleners. Eigen regie Vooral de ouderen in het profiel Complexe Zorgbehoeften die afhankelijk zijn van zorgverleners ervaren een verminderde eigen regie doordat ze minder invloed hebben op de eigen dagindeling.
2.2 Zorg en begeleiding van SamenOud 2.2.1 SamenOud algemeen Algemeen Voor de meeste ouderen in de profielen Complexe Zorgbehoeften en Kwetsbaar staat het bezoek van de casemanager gelijk aan ‘SamenOud’. Enkelen geven aan dat ze niet snappen dat sommige mensen wel mogen mee doen aan SamenOud en anderen niet. Het is niet voor iedereen duidelijk wat SamenOud precies inhoudt, of wat ze er aan hebben. Daardoor vinden ze het moeilijk om expliciete verwachtingen ten aanzien van SamenOud te formuleren. Op het moment dat de interviews zijn gehouden (8 à 10 maanden na ontvang van de eerste vragenlijst van SamenOud) weten de meesten dat ze hulp kunnen vragen bij het Ouderenzorg Team. Uit onderstaand citaat blijkt dat de casemanager hierover met de oudere heeft gesproken: “Dus ze [de casemanager] heeft gezegd, als er iets is, belt u me maar.” (K3) Reden om mee te doen? De ouderen geven verschillende redenen om mee te doen aan SamenOud. De meest genoemde redenen zijn algemeen van aard: "Nou, men wilde dat graag en wij kwamen er voor in aanmerking, dus zeg ik niet nee. Ik zeg 'wat kost dat?' Maar er waren geen kosten aan verbonden.” (C6)
Enkelen hopen dat het op korte of langere termijn persoonlijk iets oplevert. Een oudere vindt het bijvoorbeeld belangrijk geïnformeerd te worden over het ouder worden: “Nou in de eerste plaats vind ik het belangrijk dat je informatie krijgt over samen oud worden, dus welke mogelijkheden er zijn. En nou…, waar je eventueel aan kunt kloppen.” (R2)
Weer anderen doen mee omdat de huisarts of het ziekenhuis hen vraagt mee te doen aan een onderzoek: "Omdat het van het UMCG uitging. Och, dat is een goeie instelling.” (K3) "Nou ten dienste van de wetenschap dat vond ik nuttig, ook omdat ik ziek ben.” (C7) Wensen Enkelen uitten een wens ten aanzien van SamenOud: Spreek liever over ‘senioren’ dan over ‘ouderen’. ‘Ouderen’ klinkt oud en heeft voor deze oudere een negatieve lading. (R1) Het zou mooi zijn als SamenOud aan meer mensen aangeboden kan worden. (K4) Ouderen met het profiel Robuust hebben verder geen concrete wensen en ideeën wat SamenOud voor hen zelf kan betekenen. Box 5: Zorg en begeleiding van SamenOud Hulp als het nodig is Van te voren hadden mensen weinig verwachtingen ten aanzien van SamenOud maar zowel uit de verwachtingen die ouderen uiten als uit de redenen die mensen hebben om mee te doen aan SamenOud blijkt dat men het ten tijde van het interview een geruststellende gedachte vindt dat ze weten waar ze terecht kunnen als ze zorgvragen hebben en dat ze hulp krijgen op het moment dat ze die nodig hebben. Reden meedoen aan project of onderzoek Er is een aantal deelnemers dat duidelijk maakt dat ze mee doen aan SamenOud omdat de huisarts of het UMCG hen heeft gevraagd mee te doen. Blijkbaar zijn zij belangrijke autoriteiten om mensen te bewegen mee te doen aan een project of onderzoek. Daarnaast doen enkelen mee aan SamenOud om bij te dragen aan (wetenschappelijk) onderzoek.
2.2.2 Ouderenzorg Team Huisarts Ouderen in alle drie de profielen geven aan dat het contact met de huisarts niet is veranderd sinds SamenOud is gestart. Ze gaan niet vaker of minder vaak naar hem/haar toe: over het algemeen gaat men niet snel naar de huisarts: "Nou, alleen als het nodig is, wij lopen niet met een scheet dwars voor de kont bij de dokter hoor.” (C6) Ouderen met het profiel Complexe Zorgbehoeften weten dat de wijkverpleegkundigen en de huisarts regelmatig overleg hebben. Wat daar concreet wordt besproken is meestal niet bekend maar men heeft er wel vertrouwen in. Enkelen geven aan dat door een vraag van de wijkverpleegkundige de huisarts bij hen langs is gekomen: “Ze [de casemanager] zei: “Ik heb morgen een bespreking met de dokter, zal ik zeggen dat ie even weer bij je komt kijken?” Ik zei: “Zeg het maar” Nou, toen was het meteen ook de volgende dag. […].” (C3) Ouderen met het profiel Kwetsbaar weten niet dat de ouderenadviseur onderdeel is van een Ouderenzorg Team en daardoor gemakkelijk contact kan leggen met de huisarts of een wijkverpleegkundige.
Casemanagers Contact met casemanagers Alle ouderen zijn tevreden over de casemanagers. Ouderen vinden het prettig dat er regelmatig iemand komt om te bespreken hoe het gaat. Dat blijkt uit diverse uitspraken:
“[...] en ik kan overal met 'r over praten. Nee, we kunnen niet anders zeggen 'wij ben wies met haar’.” (C4) “Zij weet meer van mij als de dokter geloof ik (lacht). [….] Ze weet overal raad hoor.” (C5) “Heel prettig, heel prettig om mee om te gaan. Ja, ik kan heel goed met 'r worden, ja.” (K5/K5) De frequentie van de bezoeken van de wijkverpleegkundigen varieert van één keer in de twee tot vijf weken en is gemiddeld één keer per maand. De frequentie van de bezoeken van de ouderenadviseur is iets lager dan van de wijkverpleegkundige en varieert van één keer in de vier tot zes weken. Uit de antwoorden van de ouderen blijkt dat ook de duur van het bezoek varieert van een kwartier tot 2,5 uur. Een enkeling spreekt ook van telefonisch contact met de casemanager. Er is een oudere in het profiel Kwetsbaar die duidelijk aangeeft dat ze een bezoek van de ouderenadviseur een keer in het kwartaal voldoende vindt, zo vaak verandert haar situatie niet. De andere ouderen hebben hierover geen uitgesproken mening en accepteren het aanbod zoals het komt. Ouderen vinden het belangrijk dat zij de casemanager kunnen vertrouwen. Dit kost bij de ene oudere meer tijd dan bij de ander. Een van de casemanagers komt bij twee ouderen al langer dan twee jaar i.v.m. het pilot project dat voorafgaand aan SamenOud plaatsvond. Deze ouderen zijn nog positiever in hun bewoordingen over SamenOud dan de andere ouderen. Echter, alle ouderen zijn positief over het contact met de casemanager, onafhankelijk van de periode die de casemanager bij de ouderen komt: “Ze weet overal raad hoor. [….] In haar heb ik het volste vertrouwen en die vertel ik ook alles, en dan heb je één waar je het aan vertellen kunt hè. En 't wordt niet naverteld.” (C5) Het feit dat er iemand is aan wie ze vragen kunnen stellen en die voor hen zaken kan uitzoeken ervaren mensen als een ondersteuning. Ook als ze zelf nog van alles kunnen regelen, zoals dat het geval is bij de ouderen in het profiel Kwetsbaar, ervaart men het als prettig om iemand te hebben om zaken mee te bespreken: “Het is leerzaam, zeker wel […] Twee weten meer dan één.” (K3) “[…] met die vrouw kan ik heel goed praten, ja (K5). […] Als er iets is wat ik niet weet of zo, dat bespreek ik altijd met haar.” (K5) Bovendien biedt de casemanager steun en geruststelling. Een oudere vertelt daarover het volgende: “Nou, ik ben een beetje geruster geworden. Ja, dat is wel zo. Ik had net bericht gehad dat ik nog een poosje zou leven, toen is ik bang. Zij [de casemanager] zei toen 'als er hulp nodig is, dan komt er hulp, één telefoontje, en je krijgt hulp. Ik zal het ook met de huisarts bespreken.' Nou, ik zeg, ‘dat is een hele geruststelling'.” (C6) “Wat 'meeleven' betreft, is ze geweldig. En de ondersteuning die ze geestelijk geeft. Want je hebt wel wat aan die woorden van haar.” (C6) Vooral de ouderen in het profiel Complexe Zorgbehoeften willen de bezoeken van de casemanager niet missen. “Als ze niet meer komt dan mis ik een vriendin.” (C3) Een voorbeeld hiervan is een echtpaar dat is overgeplaatst naar het profiel Robuust. Ondanks het feit dat de casemanager niet veel voor hen heeft kunnen betekenen vinden ze het jammer dat de casemanager niet meer langs komt. Ze zijn al rond de 80 jaar en vinden het een prettig idee dat er af en toe iemand langs komt (C7). Wat kunnen ze regelen? Ouderen kunnen bij de casemanagers terecht met vragen, daarnaast regelen de casemanagers regelmatig praktische zaken voor de ouderen. Men noemt een aantal concrete voorbeelden die zijn opgepakt door de casemanagers: Subsidie voor aanpassingen in huis. (C2)
Douchestoeltje met verstelbare pootjes, kussens voor in de stoel tegen (door)zitten. (C3/C3) Elektrische rolstoel. (C4) Vrijwilliger voor computerzaken, idee voor een computercursus in de bibliotheek, mantelzorgcompliment. (C6) Respondent is door de casemanager naar SamenOud-dag gegaan. (K2) Aanvraag voor een rolstoel. (K6) Voor enkele ouderen probeerde een casemanager vergeefs een aanvraag voor hulpmiddelen te regelen. In één situatie kwamen de mensen niet in aanmerking voor deze hulpmiddelen omdat er nog een zoon in huis woont. Maar de hulp bij deze aanvraag door de casemanager wordt wel gewaardeerd, zoals blijkt uit volgend citaat: “Ze is heel gemoedelijk. Ze doet 'r best. En als ze dan tegen muren loopt, daar kan zij ook niet voor zijn.” (C2) Wat bespreken ze? Mensen bespreken heel veel verschillende zaken met de casemanagers. Vaak zijn het dagelijkse en praktische zaken. Daarnaast noemen bijna alle ouderen ‘gezondheid’ een onderwerp van gesprek. Overzicht gespreksonderwerpen: Veranderingen in de gezondheid Dieet en voeding Medicijnen Extra hulp Hulpmiddelen zoals een traplift of een rolstoel Bezoek van een vrijwilliger SamenOud-dag Kinderen en kleinkinderen Bereikbaarheid casemanagers De casemanagers hebben de mogelijkheid een kaart achter te laten met de bereikbaarheidsgegevens en eventueel gemaakte afspraken. Bijna iedereen heeft deze kaart bewaard op een vaste plek in huis. Een oudere zegt bijvoorbeeld: “Die ligt daar boven in het laatje.” (K4) Een enkeling heeft de gegevens van de casemanagers zelf ergens opgeschreven. Alle ouderen weten hoe ze de casemanager kunnen bereiken zoals ook uit volgende uitspraak blijkt: "Als er iets is dan kun je haar ook bellen, maar dat is nog niet voorgekomen.” (K4) Contact casemanager en andere betrokkenen Ouderen geven aan dat er volgens hen geen contact is tussen de reguliere thuiszorg en de casemanagers. Eén oudere spreekt van contact tussen de vaste huishoudelijke hulp en casemanager en een ander geeft aan dat de casemanager contact heeft met haar dochter.
Specialist ouderengeneeskunde De specialist ouderengeneeskunde (voorheen verpleeghuisarts genoemd) heeft veel specifieke kennis over en ervaring met de zorg voor ouderen met gezondheidsproblemen en kan na overleg in het Ouderenzorg Team op huisbezoek gaan bij de oudere. Er zijn twee ouderen geïnterviewd waar de specialist ouderengeneeskunde op huisbezoek is geweest. Bijgaand citaat geeft een voorbeeld van de rol van de specialist ouderengeneeskunde binnen SamenOud: “De dokter [specialist ouderengeneeskunde] heeft mij helemaal onderzocht; longen en hart beluisterd. Ze heeft de gewrichten en de knieën onderzocht. […] Ze was heel gemoedelijk en heeft haar onderzoek goed gedaan. Omdat hij [oudere wijst naar haar echtgenoot] ouderdomssuikerziekte heeft, had hij een
plek aan de hiel, dat was een barst. Ze zei '[...] omdat je suikerziekte patiënt bent moet je regelen dat die hiel wordt verzorgd.’ Nou dat hebben ze toen ongeveer twee maanden gedaan.” (C2) Box: 6: Ouderenzorg Team Huisarts Voor de ouderen is de rol van de huisarts sinds ze meedoen aan SamenOud niet veranderd. Wel weten ze dat de huisarts via de casemanager beter op de hoogte is van hun situatie en dat men dit als prettig ervaart. Casemanager als vraagbaak en steun in de rug Voor de ouderen in de profielen Complexe Zorgbehoeften en Kwetsbaar is de casemanager de belangrijkste persoon binnen SamenOud. Het contact met de casemanager wordt als zeer waardevol ervaren. Veel ouderen zien de casemanager als een vraagbaak en een steun in de rug: zij biedt geruststelling. Ook als de oudere zelf nog van alles kan regelen ervaart men het als prettig en geruststellend om iemand te hebben om zaken mee te bespreken, en die gemakkelijk te bereiken is als er vragen zijn. Frequentie huisbezoek Uit de gegevens blijkt dat de frequentie en duur van de huisbezoeken door de casemanagers kan variëren. Hiermee wijken casemanagers af van de geplande SamenOud structuur waarin een wijkverpleegkundige elke twee weken en een ouderenadviseur elke maand op huisbezoek zou moeten gaan. De reden dat de casemanagers van deze structuur afwijken is naar aanleiding van de uitspraken van de ouderen niet duidelijk. Het is waarschijnlijk dat de casemanagers de frequentie en duur van het bezoek aanpassen aan de behoefte en situatie van de oudere. De ouderen zijn tevreden over de frequentie van de bezoeken. Vertrouwensband opbouwen De ouderen die al sinds de pilot periode meedoen aan SamenOud zijn nog enthousiaster over SamenOud. Als de casemanager een goede band heeft opgebouwd met de oudere, groeit het vertrouwen tussen de casemanager en de oudere. Het kost echter tijd om een band op te bouwen en dat duurt bij de ene oudere langer dan bij de ander. De meerwaarde van de casemanager zal waarschijnlijk groter zijn naargelang de casemanager een langere periode met de oudere contact heeft. Contacten casemanager met andere betrokkenen Volgens de ouderen hebben de casemanagers geen tot nauwelijks contact met andere hulpverleners en mantelzorgers. Het is uiteraard mogelijk dat de ouderen niet op de hoogte zijn van de contacten die de casemanagers mogelijk hebben met andere organisaties en andere betrokkenen. Als er wel contacten zouden zijn dan gebeurt dit buiten het gezichtsveld van de oudere. Bereikbaarheid Ouderen weten hoe de casemanager te bereiken is: bijna alle ouderen hebben de contactgegevens van de casemanager op een vaste plaats in huis liggen zodat ze haar kunnen bellen indien nodig.
2.2.3 Schriftelijke producten SamenOud Brief en folder Aan het begin van SamenOud is aan alle deelnemers een brief namens de huisarts verstuurd met daarbij een folder in A4 formaat met uitleg over SamenOud. Meer dan de helft van de ouderen kan zich deze brief en folder niet herinneren. Als er wel een herinnering is, dan is deze positief. Een oudere zegt treffend dat de materialen immers hebben aangezet om mee te doen aan SamenOud: “Nou, ja ik vond 't in ieder geval wel interessant want ik heb er wel op ingeschreven.” (R3) Vragenlijst
De meeste mensen herinneren zich de vragenlijst aan het begin van het traject goed. Een aantal ouderen vond de lijst moeilijk of lastig om in te vullen. Uit de volgende citaten blijkt bijvoorbeeld dat de vragen niet voor iedereen duidelijk waren: “Die schrijverij vond ik toch eigenlijk niet… Op 't laatst wist je niet, wat moet ik er nou eigenlijk mee moest. Wat moest 'k erop zetten? Ik heb ook vragen gehad... daar kon je alle kanten mee op.” (C1) “Soms waren er wel moeilijke vragen bij, dat je het dan niet begreep, zal ik maar zeggen.” (R3) Een aantal ouderen vond de vragenlijst lang, zoals de volgende oudere beschrijft: “Nou dat vond ik wel erg uitgebreid, ja maar we hebben er ons doorheen geworsteld. Ja, het was een hele klus.” (C7) Enkele mensen vertellen dat ze er lang mee bezig zijn geweest en geven aan hulp te hebben gehad van bijvoorbeeld een seniorenvoorlichter of de helpdesk: “Ja, ik heb verschillende dingen overgeslagen. Want daar had ik eigenlijk geen antwoord op. Maar dat is later wel bericht over kom'n. Dat is wel opgelost.” (C4) Twee ouderen kunnen zich niet herinneren wat ze van de lijst vonden. Box 7: Schriftelijke producten SamenOud Bereiken van ouderen Ouderen kunnen zich de folder en de introductiebrief over SamenOud niet tot nauwelijks herinneren, maar hebben wel geresulteerd in deelname aan SamenOud. De vragenlijst kunnen de meeste ouderen zich wel goed herinneren wellicht omdat mensen daar heel actief mee aan de slag zijn gegaan.
2.2.4 Activiteiten profiel Robuust SamenOud-dag In juni 2012 is er een SamenOud-dag georganiseerd in alle drie plaatsen (Pekela, Veendam en Stadskanaal) voor ouderen met het profiel Robuust. In november 2012 was er een tweede SamenOud-dag voor ouderen van SamenOud zijn uitgenodigd. De SamenOud-dagen staan in het teken van zo lang mogelijk gezond en zelfredzaam blijven. Ongeveer één kwart van de deelnemende ouderen van SamenOud (interventietroep) heeft tot nu toe deelgenomen aan een van deze dagen. Alle ouderen die naar de SamenOud-dag zijn geweest zijn positief over deze dag. Kritische opmerkingen die zijn gemaakt gaan over specifieke onderdelen van de dag. Positieve ervaringen Positieve ervaringen die worden genoemd zijn: Je krijgt ideeën over mogelijke activiteiten die je kan ondernemen. Men kan (nieuwe) contacten leggen. De informatiemarkt biedt nuttige informatie. De informatiemarkt wordt door enkelen zelfs genoemd als een reden om nog een keer te komen. Sommigen noemen de lunch prima en zijn zeer te spreken over de soep en de kroket. “Ik zou wel vaker SamenOud-dagen willen, alleen al om de contacten die je dan krijgt.” (R3) “Ja, het eten was ook lekker, brood en we kregen zelfs een kroketje.” (K6) Organisatie Wat betreft de organisatie zijn enkele aandachtspunten genoemd: De lunchruimte was te klein, onhandig en te warm (Veendam) of te koud (Stadskanaal).
Het geluid en de kwaliteit van de sprekers was matig tijdens de presentaties (Stadskanaal). Het presentatiescherm stond in de breedte en de zaal was in de lengte; dat was onhandig om te kijken (Veendam). De lunch vonden enkelen niet gezond genoeg. Met de lunch kan een voorbeeld worden gegeven om gezond oud te worden: “Kijk als je dan wilt uitdragen van ‘ga gezond leven’, dan zou ik geen witte broodjes met kroket doen.” (R1) Verschillen tussen de profielen Enkelen ouderen met het profiel Robuust geven aan dat ze de eerste SamenOud-dag beter vonden. Sommigen van de ouderen uit het profiel Robuust geven aan dat ze zich nog te jong en te gezond voelen vergeleken bij sommige andere deelnemers. Afhankelijk van de fitheid en het opleidingsniveau van de ouderen verschillen de meningen over de aangeboden activiteiten en workshops. Zo vonden sommige mensen de quiz (2e SamenOud-dag) te gemakkelijk, anderen vonden hem te moeilijk, en weer anderen vonden de inhoud (nog) niet van toepassing op henzelf. Over het algemeen vonden ouderen met het profiel Robuust de activiteiten vaak niet pittig of spannend genoeg of van te weinig (cultureel) niveau: “Ja, die activiteiten zijn voor ons eigenlijk niet spannend genoeg, laten we het zo maar zeggen.” (R4) Enkele ouderen met het profiel Complexe Zorgbehoeften vonden sommige activiteiten juist niet passend, waardoor ze hebben afgezien om naar de dag te komen: “Nee, dat was net wat ik zeg echt niet wat voor ons, we moesten wel een beetje jonger zijn.” (C2) Wensen volgende keer Er zijn ook enkele wensen geuit en tips gegeven voor een volgende keer: Informatie over zorg en hulpmiddelen, bijvoorbeeld door een arts of notaris. Informatie over regelingen en vergoedingen van bijvoorbeeld hulpmiddelen. Een lezing en/of cultureel café (in ieder geval meer diepgang). Een boekbespreking. Rummikub spelen. Meer mogelijkheden om contacten te leggen met anderen. Enkele ouderen is gevraagd of ze een financiële bijdrage over hebben voor de SamenOud-dag: iemand noemt het bedrag van ongeveer € 5,-. Dit is dan vooral voor de lunch. Als er weer een uitnodiging komt zullen de meeste mensen weer gaan, al is een en ander afhankelijk van het geboden programma. De meesten komen dan voor nieuwe informatie of een informatiemarkt: “Als ik er nog een keer naar toe ga, misschien ter informatie, die markt, want die vind ik […] wel handig.” (R5)
Informatiekaart In het voorjaar van 2012 is aan alle mensen uit de Robuuste groep een informatiekaart gestuurd met daarop de gegevens van het eigen Ouderenzorg Team en een checklist waarmee men kon bepalen in welke situatie men contact op zou kunnen nemen met het Ouderenzorg Team. De ouderen uit de Robuuste groep kunnen zich niet herinneren dat ze deze kaart hebben ontvangen. Schriftelijke nieuwsbrief In juni 2012 is aan dezelfde groep ouderen met het profiel Robuust een schriftelijke nieuwsbrief gestuurd. De vraag aan deze mensen of ze de brief hebben ontvangen levert een wisselend beeld op. Sommigen geven aan hem te herkennen, anderen niet. Slechts één oudere geeft er blijk van de nieuwsbrief gelezen te hebben door aan te geven dat hij de nuttige tips in de brief niet van toepassing vond voor hemzelf.
Box 8: Activiteiten profiel Robuust SamenOud-dag Ouderen die naar de SamenOud-dagen zijn geweest ervaren deze dagen positief. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat mensen zeggen dat ze de volgende keer weer komen en dat enkelen zelfs bereid zijn een financiële bijdrage te betalen. Mensen gaan naar de SamenOud-dagen om informatie te krijgen over succesvol ouder worden of om nieuwe sociale contacten op te doen. De informatiemarkt wordt door velen als een waardevol onderdeel van de dag genoemd. Ook over de lunch zijn de meesten zeer te spreken, al willen enkelen hem graag nog meer als voorbeeld van hoe je gezond oud kan worden. De drie profielen hebben de SamenOud-dag op een verschillende manier ervaren. De ouderen met het profiel Robuust vonden de activiteiten niet altijd actief genoeg of van te weinig (cultureel) niveau. Vooral deze ouderen Robuust hebben ideeën geuit voor een volgende SamenOud-dag. Zo zou men bijvoorbeeld graag meer informatie wensen over hulpmiddelen, regelingen en vergoedingen en meer mogelijkheden om sociale contacten op te doen. Persoonlijk contact De ouderen in dit onderzoek hebben nauwelijks herinneringen aan toegezonden de nieuwsbrief en de informatiekaart. Aan de activiteiten waarbij persoonlijk contact met de ouderen is geweest hebben de ouderen wel herinneringen. Zo zijn alle ouderen die naar de SamenOud-dag zijn geweest, positief over deze dag. Ook de bezoeken van de casemanagers en de hulp van de seniorenvoorlichters bij het invullen van de vragenlijst worden door de ouderen als positief geëvalueerd. Men zou kunnen zeggen dat middelen waarbij er persoonlijk contact is met de doelgroep positief worden beleefd en daardoor geschikt zijn om ouderen te bereiken.
2.3 Ervaringen en opbrengsten per profiel In de voorgaande paragraaf zijn verschillen aangegeven tussen ouderen met de profielen Complexe Zorgbehoeften, Kwetsbaar en Robuust. Aangezien de intensiteit van zorg en begeleiding vanuit SamenOud verschillend is per profiel is het interessant de resultaten per profiel te bekijken. Hierna volgt een beschrijving van de belangrijkste ervaringen met SamenOud en wat SamenOud heeft opgeleverd per profiel. Profiel Complexe Zorgbehoeften Ouderen herkennen SamenOud meestal in het contact met de casemanager: zij is voor hen SamenOud. De ouderen in met het profiel Complexe Zorgbehoeften geven over het algemeen aan dat het bezoek van de casemanager (wijkverpleegkundige) een geruststelling biedt. Zij waarderen het bezoek van de casemanager en hebben het gevoel dat er iemand is bij wie ze met alle vragen terecht kunnen. Door de aandacht van de casemanager ervaren ouderen een veilig gevoel: ‘er wordt aan mij gedacht en ik sta er niet alleen voor’. Door het frequente contact – gemiddeld een keer per maand een huisbezoek van de casemanager – en de persoonlijke informatie die gedeeld wordt ontstaat er een vertrouwelijke band tussen casemanager en de oudere. Deze goede verstandhouding met de casemanager wordt benadrukt doordat de ouderen regelmatig termen als ‘prettig’ en ‘gezellig’ hanteren. De drempel voor de oudere om iets te vragen of een probleem neer te leggen bij de casemanager is hierdoor laag. Bijna alle ouderen hebben de contactgegevens van de casemanager op een vaste plaats in huis liggen zodat ze haar kunnen bellen indien nodig. Er is merkbaar een positieve invloed van de bezoeken van de casemanager op de gemoedstoestand van de ouderen. De casemanagers hebben voor een aantal ouderen concrete zaken kunnen regelen zoals een consult door de specialist ouderengeneeskunde aan huis, een bezoek van de huisarts, een vrijwilliger voor computerzaken, een douchestoeltje met verstelbare pootjes en een elektrische rolstoel. Profiel Kwetsbaar Ook ouderen met het profiel Kwetsbaar, de ouderen die een verhoogd risico hebben op complexe zorgbehoeften, herkennen SamenOud in het contact met de casemanager (ouderenadviseur). De ouderen ervaren meerwaarde door de bezoeken van de casemanager, al is dit minder sterk dan bij de ouderen met het profiel Complexe Zorgbehoeften. De frequentie van de bezoeken van de ouderenadviseur is iets lager dan van de wijkverpleegkundige en varieert tussen één keer per vier tot zes weken. Een aantal ouderen heeft een sterke band kunnen opbouwen met de casemanager, bij anderen is deze minder ‘hecht’. De ouderen in deze groep ervaren de bezoeken als prettig. Een aantal geeft expliciet aan het fijn te vinden regelmatig met iemand te kunnen praten en vragen te kunnen stellen. Voor deze groep is de casemanager daardoor ook een vraagbaak en geeft contact met haar een geruststellend gevoel. Ook voor deze ouderen hebben de casemanagers concrete
zaken kunnen regelen. Een aantal keren hebben de adviezen van de ouderenadviseur er toe geleid dat een oudere (sociale) activiteiten ging ondernemen. Profiel Robuust Ouderen met het profiel Robuust zijn nog (redelijk) gezond. Ze hebben de volledige regie over het eigen leven en zijn maatschappelijk betrokken bijvoorbeeld door het doen van vrijwilligerswerk. Zij voelen zich vaak niet ‘oud’. Over SamenOud zijn de meeste ouderen met dit profiel positief. Het feit dat er aandacht is voor hen ervaart men als prettig: het geeft een fijn gevoel ‘in de gaten te worden gehouden’. Over de informatiemarkt tijdens de SamenOud-dag zijn alle ouderen te spreken: het is een gezellig uitstapje met de mogelijkheid informatie in te winnen en/of nieuwe contacten op te doen. Enkelen voelen zich eigenlijk te fit voor de activiteiten tijdens deze dag. Deze opmerking was voornamelijk gerelateerd aan de tweede SamenOud-dag waar ook ouderen met de andere profielen Complexe Zorgbehoeften aan deelnamen. Toch is de houding van ouderen met het profiel Robuust ten opzichte van de SamenOud-dag over het algemeen positief aangezien de meesten aangeven de volgende keer weer te gaan, mits het programma hen aanspreekt. Ouderen met het profiel Robuust hebben verder geen concrete wensen en ideeën wat SamenOud voor hen kan betekenen.
3. Conclusies In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de drie centrale vragen van dit onderzoek.
3.1 Hoe ervaren de deelnemers het ouder worden? Centraal begrip voor ouderen is gezondheid. De ervaren gezondheid blijkt in grote mate invloed te hebben op hoe mensen het ouder worden ervaren. Zolang de ouderen hun gezondheid als goed ervaren, zoals dat meestal het geval is bij de ouderen met het profiel Robuust, zijn mensen nog zelfredzaam en hebben ze de regie over het eigen leven. Als de gezondheid matig tot slecht is heeft dit direct invloed op het ervaren welbevinden: sociale contacten worden minder (zeker bij alleenstaanden), de zelfredzaamheid neemt af en de afhankelijkheid van hulpverlening en/of begeleiding neemt toe. Deze afhankelijkheid van hulpverlening is vervolgens van invloed op de regie die iemand heeft op haar/zijn eigen dagindeling. Opvallend is dat bijna alle ouderen aangeven tevreden te zijn met de hulpverlening. Deze ouderen zijn nauwelijks kritisch op de geboden hulp en reageren bijna gelaten op de grilligheid van het zorgaanbod met wisselende hulpverleners én de onvoorspelbare tijden waarop hulp wordt gegeven. Daarnaast wordt bij een verminderde gezondheid de mobiliteit steeds belangrijker. Blijft iemand mobiel dan is iemand minder afhankelijk van anderen en houdt men de regie op het eigen leven. Welbevinden, zelfredzaamheid, eigen regie en veiligheid blijken voor ouderen belangrijke thema’s te zijn. Ouderen willen graag in hun eigen huis blijven wonen, ook als de gezondheid minder wordt en men hulp en begeleiding nodig heeft. De meeste ouderen nemen maatregelen om zich veilig en gerust te kunnen voelen in en rondom hun huis. Een persoonlijk alarm wordt vaak genoemd. Maar ook deelname aan SamenOud wordt genoemd: de structurele aandacht van SamenOud voor hun situatie geeft een gevoel van veiligheid en geborgenheid.
3.2 Hoe ervaren de deelnemers de zorg en begeleiding van SamenOud? Ouderen hebben positieve ervaringen met de zorg en begeleiding aangeboden vanuit SamenOud. Ouderen uit alle drie de profielen vinden het prettig dat de huisarts goed geïnformeerd is over de persoonlijke situatie. En dat de casemanager structureel aandacht heeft voor de gebieden van wonen, welzijn en zorg. Door deel te nemen aan SamenOud hebben ouderen het gevoel dat er meer aandacht aan hen wordt besteed. Bovendien weet men waar men terecht kan met hulpvragen. Ouderen zijn heel tevreden over het contact met de casemanager. Zij is een belangrijk persoon geworden voor veel ouderen. Men heeft vertrouwen in haar en zij is goed bereikbaar; zij is een vraagbaak voor de ouderen. De bezoeken en gesprekken met de casemanager worden als een steun in de rug ervaren. De resultaten doen vermoeden dat hoe langer en intensiever een casemanager contact heeft met een oudere, des te groter het enthousiasme van de oudere over dit contact is. Ouderen met het profiel Kwetsbaar ervaren minder lichamelijke, psychische en sociale problemen in vergelijking met de ouderen met het profiel Complexe Zorgbehoeften. Daardoor heeft de ouderenadviseur minder intensief contact met de oudere dan de wijkverpleegkundige. Veel ouderen bij wie een wijkverpleegkundige komt zijn wellicht daardoor positiever over SamenOud dan de ouderen waar een ouderenadviseur komt. De meeste ouderen die aan de SamenOud-dag hebben deelgenomen vinden deze dag gezellig, informatief en een kans om nieuwe contacten op te doen. Er zijn wel verschillen in mening tussen de ouderen uit de drie profielen. De robuuste ouderen ervaren de tweede SamenOud-dag, georganiseerd voor alle ouderen, als minder passend bij hun wensen en mogelijkheden, maar zouden een volgende keer wel weer komen mits het programma aanspreekt.
3.3 Wat heeft SamenOud voor de deelnemers opgeleverd? Ouderen geven aan door SamenOud het gevoel te hebben dat er aandacht voor hen is. SamenOud geeft vertrouwen: vertrouwen in de zorg en begeleiding, vertrouwen dat men thuis kan blijven wonen, vertrouwen dat men zichzelf kan blijven redden – met of zonder hulp. Daardoor kan een situatie ontstaan waarin een oudere langer zelfstandig thuis kan wonen; het belangrijkste doel van SamenOud.
4. Discussie Het doel van het onderzoek was inzicht te krijgen in de ervaringen van de ouderen met het nieuwe zorgmodel en de betekenis die SamenOud voor hen heeft. Een kwalitatieve onderzoeksmethode met diepte-interviews is bij uitstek geschikt om deze doelstelling te bereiken, maar kent ook enkele beperkingen. Bij het interpreteren van de resultaten is daarom een aantal zaken van belang: Een beperkt aantal respondenten is geïnterviewd. Echter om een zo groot mogelijke variatie in selectiecriteria te realiseren is de onderzoeksgroep doelgericht samengesteld, daardoor kunnen we er van uit gaan dat er een betrouwbaar beeld is geschetst van de ervaringen van ouderen met SamenOud. Voor de meeste criteria is voldoende variatie bereikt. Alleen over ‘het bezoek van een specialist ouderengeneeskunde ’ zijn slechts twee respondenten geïnterviewd. Er is voor gekozen om deze gegevens niet uitgebreid mee te nemen in deze rapportage omdat door dit kleine aantal de privacy van zowel respondent als specialist ouderengeneeskunde in gedrang komt. Enkele casemanagers waren betrokken bij de selectie en benadering van de ouderen. Om te voorkomen dat de casemanagers alleen respondenten zouden selecteren met positieve respondenten ervaringen hebben de onderzoekers zo gericht mogelijk de selectiecriteria aan de casemanager doorgegeven. De solo- en dubbelinterviews zijn in dit onderzoek op dezelfde manier geanalyseerd. In hoeverre de antwoorden van een oudere door de aanwezigheid van een partner zijn beïnvloed is moeilijk na te gaan. We verwachten echter dat we een goed beeld hebben gekregen van de huidige leefsituatie van veel ouderen doordat we zowel individuele als dubbelinterviews af hebben genomen. De invloed van deze beperkingen hebben we geprobeerd te minimaliseren. Daardoor bieden de resultaten van dit onderzoek voldoende informatie over hoe deelnemende ouderen SamenOud hebben ervaren.
5. Advies Op basis van de resultaten van dit onderzoek worden de volgende adviezen voor het projectteam van SamenOud geformuleerd. Communiceer perspectief van de oudere Communiceer bij toekomstige uitingen vanuit SamenOud dat de casemanager een geruststellend en veilig gevoel biedt en een vraagbaak is voor veel ouderen. Omdat dit de meerwaarde van SamenOud laat zien vanuit het perspectief van de ouderen is dit een belangrijke boodschap naar diverse stakeholders. Aandacht in bijscholing OT’s voor hoofdthema’s Veiligheid, welbevinden, zelfredzaamheid en eigen regie zijn vier belangrijke thema’s voor ouderen. Het zou goed zijn aan deze thema’s tijdens de (bij)scholing van de leden van het Ouderenzorg Team aandacht te besteden. Wat kan de casemanager en het Ouderenzorg Team (OT) doen om de veiligheid, welbevinden, zelfredzaamheid en eigen regie voor de ouderen (nog) meer te vergroten? Per thema kan daarnaast een factsheet worden ontwikkeld met achtergronden en mogelijke interventies, bijvoorbeeld d.m.v. achtergrondliteratuur, onderzoek, links naar websites en andere (voorbeeld)materialen. Deze factsheets kunnen onderdeel worden van een toolkit van SamenOud. SamenOud-dag Enkele aanbevelingen naar aanleiding van de opmerkingen van de ouderen over de SamenOud-dag: Een gedifferentieerd aanbod: De meningen van de ouderen over de SamenOud-dag geven aanleiding om een gedifferentieerd aanbod aan te bieden. Hierbij kan op de dag zelf een gespreid aanbod van workshops en activiteiten een oplossing bieden. Door een aparte dag voor de ouderen met het profiel Robuust te organiseren is er de mogelijkheid om zowel de communicatie naar deze ouderen als ook het totale programma op deze groep toe te spitsen. Dit vergroot de kans dat deze ouderen komen. Sociale contacten leggen: Houd bij het programma-aanbod voldoende rekening met de mogelijkheid om te ‘netwerken’ / contacten te leggen. Veel ouderen willen namelijk tijdens de SamenOud-dag (nieuwe) contacten onderhouden en/of op doen. Financiële bijdrage: Mocht financiering van de dag een probleem worden dan kan men een kleine financiële bijdrage overwegen voor bijvoorbeeld de lunch om het betaalbaar te houden. Enkele ouderen hebben aangegeven dit geen probleem te vinden. Kans is wel dat sommige mensen minder snel naar de SamenOud-dag zullen komen. Informatiemarkt: De informatiemarkt is een waardevol onderdeel van de SamenOud-dag. Zorg daarom voor een markt met een variërend aanbod omdat het veel ouderen zal aanmoedigen naar de SamenOud-dag te komen. Communiceer bewust met de doelgroep Hieronder volgen enkele algemene aanbevelingen over het bewust communiceren met de doelgroep, de ouderen: Het is goed om te kiezen voor een autoriteit als afzender van de brief. Dit motiveert ouderen om de brief te lezen en/of om mee te doen. Ouderen dragen graag een steentje bij aan (wetenschappelijk) onderzoek. Gebruik dit gegeven bij de formulering van redenen waarom iemand mee zou moeten doen aan het onderzoek. Een oudere voelt zich eerder een ‘senior’ dan een ‘oudere’. Vooral de deelnemers met het profiel Robuust identificeren zich wellicht meer met dit begrip. Het is de moeite waard na te gaan of het woord ‘senioren’ door meer ouderen wordt gewaardeerd. Bij activiteiten en communicatie gericht op de doelgroep zou eerst onderzoek moeten plaatsvinden naar wat de doelgroep er zelf van vindt. Hoe komt de boodschap over en begrijpen ze wat er gecommuniceerd wordt? Dit kan ook kleinschalig of via een klankbordgroep met de doelgroep. Zorg dat een communicatiemiddel aanzet tot actie. Als ouderen iets moeten doen met het ontvangen communicatiemiddel onthouden ze de boodschap beter. Maak, indien mogelijk, gebruik van persoonlijk contact om een boodschap over te brengen in plaats van schriftelijke middelen. Door persoonlijk contact wordt de betrokkenheid van de ouderen groter en is er een kans om in gesprek te gaan.
6. Literatuur Baarda DB, de Goede MPM, Teunissen J. Basisboek kwalitatief onderzoek. Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. 2005. Boeije H. Analyseren in kwalitatief onderzoek. Denken en doen. Boom Lemma Uitgevers, Den Haag. 2012. Bruggink JW. Ontwikkelingen in (gezonde) levensverwachting naar opleidingsniveau. Bevolkingstrends: Statistisch kwartaalblad over de demografie van Nederland, 2009; 4e kwartaal. Evers J (red). Kwalitatief interviewen: kunst én kunde. Hoofdstuk 1: Boer de, F. Evers, J. Kwalitatief onderzoek, een korte inleiding. Uitgeverij Lemma Den Haag. 2007. Idler EL, Benyamini Y. Self-rated health and mortality: a review of twenty-seven community studies. Journal of Health Social Behaviour. 1997, Mar; 38 (1): 21-37. Jansen H. 2005. De kwalitatieve survey. Methodologische identiteit en systematiek van het meest eenvoudige type kwalitatief onderzoek. KWALON 30. 2005, jaargang 10, nr. 3: 15-34. Zwieten van M, Willems D. Waardering van kwalitatief onderzoek. Huisarts & Wetenschap. 47(13) december 2004: 631-635
Bijlage 1: Interviewschema SamenSpraak 1 Thema A. Huidige situatie Normale dag
Hoofdvraag 1. Kunt u mij vertellen hoe uw dag er normaal gesproken uit ziet? 2. Hoe gaat het met uw gezondheid? Hoe zou u deze omschrijven?
Huidige gezondheid B. SamenOud algemeen Mening Wonen Welzijn Zorg
Reden deelname SamenOud Informatie begin
(evt. n.a.v. genoemd probleem -> oplossing -> mening? ) SamenOud: Vragenlijst UMCG/huisarts In groepen ingedeeld Samen met wijkverpleegkundige/ouderenadviseur gesprek gehad over eigen gezondheid (anamnese/vragenlijst/door wijkverpleegkundige/ouderenadviseur in laptop opgeschreven) Plan gemaakt om gezondheid etc. te verbeteren Oplossingen regelen/afspraken Regelmatig bezoeken wijkverpleegkundige/ouderenadviseur
Topics / doorvraag
Beperkingen Hulp nodig Veranderingen afgelopen maanden Wat gaat goed? Wat kan beter? Wat mist u? Waar wordt u blij van?
3. Wat vindt u van SamenOud? 4. Waarom hebt u er voor gekozen om mee te doen aan SamenOud? 5. U heeft aan het begin van SamenOud informatie gekregen over SamenOud (folder + brief met uitleg). Wat vond u van deze informatie? Was de hulp zoals u die had verwacht na het lezen van de informatie? Toelichten?
Voldoende? Manier? Aantrekkelijk? Bijgedragen mee te doen aan SamenOud?
Vragenlijst
6. Wat vond u van de vragenlijst aan het begin?
Veel vragen? Lastige vragen? Heeft het iets positiefs opgeleverd?
7. ‘Naam casemanager’ komt regelmatig bij u langs. Hoe verloopt een bezoek van haar? Hoe gaat het als zij komt? Hoe vindt u dat? Wat betekent dat voor u? / Wat vindt u ervan? 8. Weet u hoe contact kan zoeken met casemanager / Ouderenzorg Team? Hebt u de afsprakenkaart met contactgegevens? Waar bewaart u deze? Hoe neemt u contact op als dat nodig is?
Activiteiten casemanager Persoonlijk contact / Omgang Verwachtingen Veranderingen Hoe belangrijk? Tevredenheid: Problemen opgelost? Snelheid? Frequentie, Duur Mantelzorger
Periode voor SamenOud
9. Kwam er voordat u meedeed aan SamenOud ook een wijkverpleegkundige/ouderenadviseur bij u langs? Hoe ging dat? / Hoe ging het voordat u meedeed met SamenOud?
Verschil met SamenOud? Mening
Huisarts
10. Hebt u in de periode van SamenOud nog contact gehad met uw huisarts?
Met casemanager besproken? Hoe? Verwachtingen Resultaten
Specialist ouderengeneeskunde
11. U heeft bezoek van een specialist ouderengeneeskunde [andere arts / verpleeghuisarts of specialist ouderen] gehad? Hoe ging dat?
Ervaring Mening
Samenwerking
12. Huisarts en casemanager komen regelmatig bij elkaar. Vertelt de casemanager daarover. Voorbeeld? 13. Hebt u ervaring met de samenwerking tussen alle hulpverleners (huisarts, wijkverpleegkundige/ouderenadviseur, etc.)? Voorbeeld? 14. U bent naar SamenOud-dag geweest in het voorjaar. Welke activiteit heeft u die dag gedaan (dansen, wandelen, koersbal etc.)? [Voordien uitzoeken]
Voornemen Resultaten
C. Ervaringen SamenOud (gr. 1+2) Contact casemanager
D. Ervaringen SamenOud (gr. 3) SamenOud-dag (en)
Adviseert u het anderen om er heen te gaan / mee te gaan?
Tevreden: volgende keer weer? Organisatie Verwachtingen Wensen Doel duidelijk?
Contact met OT
15. Weet u hoe contact kan zoeken met Ouderenzorg Team? Hebt u de informatiekaart met vragen en contactgegevens? Waar bewaart u deze? Hoe neemt u contact op als dat nodig is? De kinderen wellicht?
Gebruik?
Nieuwsbrief
16. Voor de zomer heeft SamenOud een nieuwsbrief gestuurd. Ontvangen? Wat vond u er van?
Gelezen? Mening: nuttige tips? Herhalen?
E. Resultaten SamenOud Algemeen
17. Wat bekent meedoen aan SamenOud voor u? Wat heeft SamenOud voor u opgeleverd? / Wat vertelt u anderen (de kinderen of goede vrienden) over SamenOud? / Heeft SamenOud geholpen?
Veranderingen Belangrijkste verandering Suggesties Wensen / Ideaalplaatje
Zelfredzaamheid
18. Kan u zich zelf alleen redden? Hebt u hulp nodig van anderen? Hoe doet u dat? Voorbeeld? Heeft SamenOud hieraan bijgedragen? 19. Hoe zorgt u dat u zelf kan bepalen hoe uw leven er uit ziet? Kunt u zelf bepalen hoe u dag er uit ziet? Heeft SamenOud hieraan bijgedragen?
Hoe belangrijk?
20. Hoe veilig voelt u zich? In huis, op straat? Voorbeeld? Heeft SamenOud hieraan bijgedragen?
Hoe belangrijk?
Eigen regie
Veiligheid
Eigen keuzes Dagindeling bepalen Hoe belangrijk?