www.researchportal.be - 5 Feb 2016 06:56:51
Onderzoeksprojecten (120 - 140 van 332) Zoekfilter: Classificaties: Linguïstiek
Subject en infinitief in het Portugees en het Spaans Universiteit Gent Abstract: Contrastief, corpusgebaseerd onderzoek naar Portugese en Spaanse infiniteitconstructies met een eigen, nominatief subject in adveriale bijzinnen. Daarbij wordt - in een functioneel taalkundig kader - aandacht geschonken aan de graad van autonomie van de ondergeschikte zin, aan thematische coherentie en aan de graad van verbaliteit van de infinitief en propositionaliteit van de bijzin. Organisaties: • Vakgroep Taal en communicatie
Onderzoekers: • Eugeen Roegiest
Hybride identiteiten en tweedetaalverwerving in meertalige contexten. Een comparatieve studie van twee- en eentalige adolescenten in de Belgische en Canadese hoofdstedelijke regio's. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject is een voortzetting van het door de onderzoeksraad van de VUB gefinanclerde project Taal en identiteit in Brussel. Onderzoek naar de relatie tussen tweedetaalverwerving, motivatie en identiteit by adolescenten in een meertalige context, Het doel is een comparatieve studie van de relatie tussen tweedetaalverwerving en identiteit in de Belgische en Canadese hoofdstedelljke regio's. Recent onderzoek toont aan dat taalleerders die in meertalige en multiculturele contexten wonen hybride identiteitsprofielen (Bakhtin 1981) vertonen. De ontwikkeling van nieuwe instrumenten gebaseerd op comparatieve studies en gemengd kwantitatief-kwalitatief onderzoek is nodig om aan deze nieuwe maatschappelijke realiteit tegemoet te komen. Dit project beantwoordt aan deze noodzaak. De vergelijking van tweedetaalverwerving bij een- en tweetallge adolescenten in de Canadese en Belgische context heeft tot doel (1) te onderzoeken in welke mate adolescenten hybride talige, regionale en nationale identiteiten vertonen via analyse van lnteractionele taaldata op microniveau, (2) een instrument te ontwikkelen dat een grootschalige crosscontextuele analyse van hybride identiteiten toelaat. Dit onderzoek is zeer innoverend m.b.t onderzoeksmethodologie en het is te verwachten dat het bijdraagt tot belangrijke theoretische wat betreft tweedetaalverwerving in meertalige regio's. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN
Taalcommunicatie over kleurgrenzen heen: Zwart Afrikaans in Centraal Zuid-Afrika. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hoewel de functies van het Afrikaans sedert 1994 grondwettelijk ingeperkt werden, fungeert het Afrikaans nog steeds als lingua franca in verscheidene delen van plattelands en stedelijk Zuid-Afrika. Het vormt de natuurlijke lingua franca in die plattelandse streken van de West- en Noord-Kaap waar het de dominante moedertaal is. Het is ook de dominante lingua franca van het centrale deel van Zuid-Afrika, nl. de Vrijstaat en de Provincie Noordwest, waar de dominante moedertalen respectievelijk seSotho en seTswana zijn, d.w.z. twee genetisch nauw verwante en onderling verstaanbare Bantoetalen die door zwarten gesproken worden. Als moedertaal wordt het Afrikaans in die provincies grotendeels gesproken door Blanke en Kleurlingminderheden, die meestal in stedelijke centra geconcentreerd zijn. Als een lingua franca wordt het meestal door L1 seSotho- en seTswanasprekers gesproken, ten gevolge waarvan het gewoonlijk bestempeld wordt als 'Zwart Afrikaans'. De etnische verscheidenheid van die bevolking die Afrikaans gebruikt voor de dagelijkse omgang brengt een diversiteit aan Afrikaanse variëteiten met zich mee die tot nu toe niet aan diepgaand onderzoek onderworpen werden. Onderzoeksprojecten hebben wat inzicht gegeven in de L2 Zwarte Afrikaanse variëteiten met een seSotho achtergrond, alsook in de Afrikaanse variëteiten die gebruikt worden door Blanke moedertaalsprekers in hun interactie met Zwarten in het algemeen. Verrassend genoeg werden die variëteiten steeds geïsoleerd onderzocht, en het is daarom tot op heden volstrekt onduidelijk (of en) in hoeverre de pragmatische taalcontexten bepalend zijn voor de taalnormen in multi-etnische conversaties tussen eerstetaal- en tweedetaalsprekers van het Afrikaans. Het doctoraatsonderzoek dat ik sedert october 2004 verricht heb werd toegespitst op de in-group dimensie van etnische eerstetaalvariëteiten van het Afrikaans. Die beperking heeft ertoe geleid dat er geen aandacht geschonken kon worden aan een ander cruciaal aspect van de Afrikaanse taalrealiteit: het feit dat het Afrikaans ook een essentieel onderdeel is van het talige repertoire van een belangrijke groep tweedetaalsprekers, d.w.z., moedertaalsprekers van Bantoetalen die hun L2 Afrikaanse variëteiten gebruiken in hun interactie met andere etnische groepen. Vandaag vindt het overgrote deel van interetnische communicatie via L2 Afrikaanse variëteiten plaats tussen Zwarte Zuid-Afrikanen, of tussen Zwarte Zuid-Afrikanen en Blanken of Kleurlingen. In de huidige Zuid-Afrikaanse context waarin etnische machtverhoudingen geherdefinieerd worden, lijkt het wenselijk om een beeld te krijgen van hoe etnische groepen, in het bijzonder de Zwarte groep, zich talig gedragen naargelang van de pragmatische context van het gesprek. Interetnische communicatieprocessen brengen 'accommodatie' met zich mee, d.w.z. samenlopende dynamieken van opwaartse convergentie en neerwaartse divergentie waarbij sprekers pogen om de doeltaal te benaderen of om van de doeltaal af te wijken in het belang van maximale wederzijdse verstaanbaarheid. Dit gebeurt vooral in contexten waar een van de betrokken partners duidelijk minder gemakkelijk toegang heeft tot de prestigenorm dan de andere. . Samen met accommodatie kan interetnische communicatie ook een mate van uitsluiting met zich meebrengen. In die situatie kan etnische solidariteit tot uiting komen in het creëren van een taalbarrière die, enerzijds, de leden van de outgroup moet wijzen op de bestaande etnische afstand, of, anderzijds, de leden van de ingroup afschermt van outgroup-interferenties. Het is de bedoeling van dit onderzoeksproject om de processen van interetnische communicatie te beschrijven zoals ze plaatsvinden in de stedelijke omgeving van Bloemfontein, de hoofdstad van de Vrijstaat en het grootste stedelijke centrum van Centraal Zuid-Afrika. Ik neem daarvoor het taalgedrag onder de loep van de Zwarte inwoners van Bloemfontein (voornamelijk seSothosprekers), zowel binnen de eigen bevolkingsgroep als in hun interactie met de plaatselijke Kleurlingen en Blanken die samen een derde van de Bloemfonteinse bevolking uitmaken. Dit project bouwt voort op het model van Labovs experimenten met Zwart Amerikaans Engels en volgt de door Bell en Johnson (1997) toegepaste methodologie van assymetrische etnische koppeling van sprekers: door informeel groepen van sprekers van drie generationele categorieën op basis van gelijke of ongelijke etniciteit (nl. Zwart met Zwart, Zwart met Kleurling en Zwart met Blank) te confronteren, hoop ik een representatief inzicht te krijgen in de processen van taalaccommodatie en taaluitsluiting tussen, respectievelijk, L2 Afrikaanstalige Zwarten en L1 Afrikaanstalige Blanken, enerzijds, en L2 Afrikaanstalige Zwarten en L1 Afrikaanstalige Kleurlingen, anderzijds. Dit werd nog nooit eerder onderzocht, hoe cruciaal ook voor een correcte inschatting en analyse van de hedendaagse Afrikaanse taalrealiteit. De informatie die deze studie zal opleveren, valt in verscheidene theoretische dimensies uiteen. Vanuit het gezichtspunt van de historische taalwetenschap is mijn cross-generationele studie van Zwart Afrikaans de allereerste grondige studie van de ontwikkelingstendensen in de minst gedocumenteerde variëteit van het Afrikaans die, ironisch genoeg, met 15 miljoen Zwarte sprekers (van sterk uiteenlopende taalvaardigheidsniveaus) tevens de grootste variëteit van het Afrikaans is. Doordat Afrikaans een kunstmatig etiket is dat gebruikt werd voor alle Nederlandse variëteiten die zich al van in het begin van de 18de eeuw doorheen centraal Zuid-Afrika begonnen te verspreiden, kan het zg. Zwart
Afrikaans rechtmatig beschouwd worden als de meest verspreide Nederlands-gebaseerde Creoolse taal of Nederlands-gebaseerde lingua franca. Het kan ook geen twijfel lijden dat de studie van die variëteit verdient om op dezelfde voet geplaatst te worden als die van de aanzienlijk minder gesproken Surinaams-Nederlandse variëteiten, en die van Creoolse of contacttalen in het algemeen. Mijn project vult dus een cruciale lacune in zowel de historische creolistiek als in de geschiedenis van het Zuid-Afrikaanse taallandschap. Vanuit het gezichtspunt van de taalpragmatiek zal mijn studie van het Zwart Afrikaans niet enkel inzichten genereren in de functionaliteit van het Afrikaans, maar onvermijdelijk ook in die van het seSotho en het Engels (zowel in ingroup- als in outgroup-contexten) onder de voornaamste etnische groepen van Centraal Zuid- Afrika, voor wie die talen ook deel uitmaken van de alledaagse taalrealiteit. Bijzonder interessant is de vraag in hoeverre die laatste twee talen opduiken in het door Zwarten gesproken Afrikaans. Met andere woorden: is het gebruik van een Afrikaanse variëteit met een seSotho/Engelse inslag typisch in gesprekken tussen Zwarten en Kleurlingen, terwijl een meer 'conservatieve' vorm van het Afrikaans gehandhaafd wordt in gesprekken tussen Zwarten en Blanken? De vraag waar Afrikaans ophoudt en seSotho of Engels beginnen in de interactie tussen de zwarte groep en de andere groepen is niet enkel cruciaal voor ons onderzoek, ze biedt ook een radicaal nieuw perspectief op het Afrikaans als een multi-etnische contacttaal. Ook taalpragmatisch gezien is het dus vernieuwend en grensverleggend onderzoek. Vanuit een etnografisch gezichtspunt kan mijn studie van de strategieën van taalaccommodatie en taaluitsluiting een belangrijke bijdrage leveren aan het in kaart brengen van de communicatie over kleurgrenzen heen. Gaat taalvariatie in interetnische gesprekken samen met een variatie in onderwerpen, discourse-marking en attitudes? In dit opzicht kan een beschrijving van kleurgebonden variatie in het Zwart Afrikaans als schoolvoorbeeld en basis dienen voor verder onderzoek naar interetnische communicatie in 'kleursensitieve' gebieden van de Derde Wereld zoals Zuid-Amerika (Suriname) en het Caraïbisch gebied. Ik meen; tot slot, dat het hier voorgestelde project ook tegemoet komt aan een aantal bestaande sociale en academische behoeften. Een studie van het Zwart Afrikaans in de interetnische context van Bloemfontein is politiek correct bevonden door die plaatselijke agentschappen die zich met de bevordering van het seSotho bezighouden. Er is bovendien een dringende en reële behoefte aan een gedetailleerd overzicht van hoe en wanneer Zwarte inwoners het Afrikaans gebruiken in ingroup en outgroup contexten, omdat dit inzichten kan verschaffen in de beperkingen van de functionaliteit van seSotho, en daarom richtlijnen kan suggereren voor seSotho corpusplanning in het belang van het ambtelijke drietalenbeleid van de Vrijstaat. Er is bovendien (ook in Vlaanderen) een uitgesproken academische vraag naar dit type onderzoek: ik verwijs bijvoorbeeld naar het feit dat collega's van de Universiteit Antwerpen een studie van het Zwart Afrikaans als een pragmatisch variabele taalentiteit direct relevant bevonden voor hun lopende MIDP-project ('Multilingualism from below') dat ze tot op heden in de Vrijstaat uitgevoerd hebben. Tenslotte wordt de uitkomst van dit project ook van kritisch economisch belang geacht door de leidende Afrikaanstalige uitgeverij in Zuid-Afrika, nl. Naspers, die thans erop uit is om een grotere groep van Zwarte lezers te bereiken via meertalige producten. Dit onderzoeksproject kan rekenen op technische bijstand op verschillende niveau's van het Department of African Languages van de University of the Free State, het Departement Afrikaans van de Universiteit van Stellenbosch alsook van de Pan South African Language Board. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Gerald STELL • ROLAND WILLEMYNS
Taal als springplank tot het hoger onderwijs Hogeschool Gent Abstract: - Digitale instapproef taalvaardigheid: alle eerstejaarsstudenten worden online getest op hun taalvaardigheid. - Digitale basiscursus taalvaardigheid in Blackboard: differentieerbaar zelfstudiepakket volgend op de instapproef met theorie en oefeningen. Organisaties: • Departement Lerarenopleiding Ledeganck • Vakgroep Talen en Onderwijs • Vakgroep Pedagogiek en Agogiek
Onderzoekers: • Hanne Vandenbussche • Barber Bossuyt • Bert De Bisschop • Helena Vanhuysse • Liesbet Dutillieux • Sabina Versieck
Tekstreductie bij live ondertiteling met spraakherkenning. Universiteit Antwerpen Abstract: Schrijven met spraakherkenning is een erg waardevolle en snelle methode gebleken om live televisieprogramma's van (intralinguale) ondertitels te voorzien. Toch zorgen de vaak erg hoge spreeksnelheid van het te ondertitelen bronmateriaal en de beperkte leessnelheid van de kijkers ervoor dat er ingekort en aangepast moet worden. Dit onderzoek gaat op zoek naar de ideale reductiegraad voor de ondertiteling van live programma's. Aan de hand van twee opeenvolgende experimenten worden zowel productie als receptie van real-time ondertitels belicht. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes • Mariëlle Leijten
Het gesproken Nederlands in Vlaanderen. Percepties en attitudes van een 'spraakmakende' generatie Universiteit Gent Abstract: In Vlaanderen is in de laatste decennia van de 2e0 eeuw de tussentaal ontstaan, een nieuwe omgangstaal, met ingrediënten uit zowel de dialecten als de standaardtaal. Om de huidige ontwikkelingen in het gesproken Nederlands te kunnen begrijpen is onderzoek nodig naar de percepties en attitudes van jonge Vlamingen, de nieuwe spraakmakende gemeente, ten aanzien van die tussentaal en de standaardtaal. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Johan De Caluwe
Onderzoeksgemeenschap Taal Universiteit Gent Abstract: Om de samenwerking tussen universiteiten te bevorderen, heeft het FWO de onderzoeksgemeenschappen ingesteld. Hierbij krijgen de samenwerkende co-promotoren een beperkte financiering voor het organiseren van gezamenlijke activiteiten en onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Marc Brysbaert
Verbale perifrases in het Grieks: een typologisch en diachronisch onderzoek vanuit cognitief- linguïstisch perspectief. Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt het gebruik van verbale perifrases in het postklassiek Grieks op basis van een corpus van vroeg-Christelijke biografische (narratieve) teksten. Het project is ingebed in theorie die gekend is onder de verzamelnaam "Cognitieve Linguïstiek". Volgende doelstellingen staan centraal: (1) definitie en typologie (2) beschrijving van de positie in het verbaalsysteem (3) beschrijving van het gebruik in context (pragmatiek). Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Marc Janse
Yell - Jonge Europeanen houden van talen. Universiteit Hasselt Abstract: Jongeren motiveren om buiten het formele onderwijssysteem vreemde talen te leren is allesbehalve evident. Dit project, dat 11 partners uit 10 landen verenigd, wil in een breed veldonderzoek trachten voorbeelden van goede praktijken te vinden in het non-formele en informele circuit. Het wil gemeenschappelijke kenmerken trachten te vinden en een handleiding op te stellen om de beoogde motivatie van jongeren te bereiken. Het wil tenslotte instrumenten verzamelen in een databank en zorgvuldig ze parametreren om ze voor zoveel mogelijk organisaties en structuren ter beschikking te stellen via een website. Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Willem CLIJSTERS • Martine VERJANS
Cerebellaire neurocognitie: een neuropsychologische en neurolinguïstische investigatie van cognitieve disfuncties na cerebellaire letsels bij kinderen en adolescenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit FWO-onderzoeksproject, bestaande uit een neurolinguïstiscehn neuropsychologisch onderzoeksluik, werd d.m.v, externe financiering (NVSG-ANAH, SIG, Deloitte Belgium) en bijpassing van het OZR opgesplitst in 2 bursalen. Deze aanvraag betreft een predoctoraal opvangmandaat volgend op mijn bursaal-mandaat om mijn doctoraat af te ronden (geplande verdediging: mei 2009). Aangezien er een (bij de aanvang van het project NIET te voorzien) tekort was aan pediatrische patienten, werd er een grensoverschrijdende samenwerking op punt gesteld met kinderneurologe Dr. Catsman-Berrevoets (Erasmus MC/Sophia Kinderziekenhuis, Rotterdam) die van start ging in februari 2007. Dankzij deze samenwerking heb ik een 30-tal kinderen kunnen includeren waaruit een veelheid aan data en meerwaarde aan analyses zal gepuurd worden. Daarenboven is er een tweede interpratieniveau (akoestische analyses) toegevoegd, waarbij ik de fonetische analysetechnieken heb leren beheersen i.s.m. Prof. dr. Verhoeven (City University of London, Universiteit Antwerpen). Er werd tevens een internationale samenwerking gestart met dr. Visch-Brink (Erasmus Universiteit Rotterdam) en Prof, dr. Howard (University of Newcastle) om de afasietest "Comprehensive Aphasia Test" te vertalen en te normeren omdat de bestaande Nederlandstalige afasietesten onvoldoende sensitief zijn om taalstoornissen bij volwassen patienten met cerebellaire laesies te diagnosticeren. Normering zal plaatsvinden in maart 2008 waarna de klinische bruikbaarheid van de afasietest zal getoetst worden bij patienten met cerebellaire laesies. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Philippe PAQUIER
Naar een corpusgebaseerde grammatica voor het Noord-Sotho. Universiteit Gent Abstract: In dit project is het de bedoeling om de basis te leggen voor de eerste volledig corpusgebaseerde grammatica van het Noord-Sotho. Na zes weken werk is in principe het theoretisch kader af, is er een toegang tot een beter corpus met betere middelen mogelijk, en werd een aanvang genomen met enkele deelaspecten van de corpusgebaseerde grammatica zelf. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Jacques Van Keymeulen • Gilles-Maurice De Schryver
Contract Leonardo Da Vinci voorbereidend bezoek onder het programma 'Een leven lang leren'. Universiteit Hasselt Abstract: De voorbereidende bezoeken situeren zich binnen het LLP onder de transversale programma's. Een studiebezoek is een kort verblijf van ,in dit geval, drie dagen in een gastland voor een groep van 10 tot 15 Europese onderwijs- en beroepsopleidings specialisten en beleidsvormers. Ze zijn belanghebbenden die een bepaald aspect van het 'levenslang leren-programma' willen onderzoeken in een ander deelnemend land. Een voorbereidend bezoek omvat meestal presentaties en on-site bezoeken aan plaatsen zoals onderwijs-en opleidingsinstellingen, ministeries en opleidingscentra. Zij bieden een forum voor discussie, uitwisseling en het leren over thema's van gemeenschappelijk belang en op Europese en nationale prioriteiten. Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Martine VERJANS
Talenplatform Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Platform voor talen werd opgericht in April 2009 ter ondersteuning en verdere ontwikkeling van het onderzoek toegepaste taalkunde van de Erasmus Universiteit College Brussel.
Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN
Lingua Cluster: Meer euregionale buurtalen-, culturenkennis, hefboom voor euregionale sociale en economische mobiliteit Universiteit Hasselt Abstract: De cluster omvat een zestal acties die enerzijds het geheel van het initieel onderwijs gaande van de kleuterleeftijd tot het hoger onderwijs, en anderzijds ook de arbeidsmarktgerichte voortgezette opleidingen omvatten. Verder zal zowel het onderwijs in de reële klassituatie als het virtueel taalleren aandacht krijgen. Het Centrum van Toegepaste Linguïstiek van de universiteit Hasselt zal op de eerste plaats instaan voor de realisatie van het virtuele talenleerplatform, waarbij niet alleen de zuiver talige component maar ook de cultuurgelinkte communicatieve aspecten zullen aan bod komen. Het platform zal een gevarieerde reeks instrumenten omvatten: een taalleerplatform, een cultuurcommunicatief platform, een sitotheek met een inventaris van geanalyseerde nuttige internetsites, een makelaardij van leermateriaal met een EMR-inslag, de uitwisselingsbeurs voor het opzetten van taalgemengde activiteiten met klassen uit meerdere subregio's van de EMR ... Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Martine VERJANS
Medics on the Move (LL-MoM). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Toegepaste Taalstudies
Onderzoekers: • Christel Van De Poel
Sponsoring aan Centrum Neerlandistiek Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sponsoring aan Centrum Neerlandistiek Organisaties: • Centrum voor Linguistiek
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN
Developing self-regulated learning from a task-based curriculum. The case of Vietnamese university students learning English KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Taal en Onderwijs Leuven
Onderzoekers: • Kristiaan Van den Branden • Elke Van Steendam • Hoang Yen Phuong
Strategieën voor topic-initiatie door patiënten in hun interactie met dokters: Een etnomethodologische en conversatieanalytische benadering van medische gesprekken in een institutionele Poolse context. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar interactionele strategiën in gesprekken tussen artsen en patiënten is geen vrijblijvende onderneming. Inzicht in de wijze waarop de communicatie verloopt en in de mogelijke communicatieve problemen eigen aan een institutionele medische context, kan rechtstreeks bijdragen tot een optimalisering van de gezondheidszorg. Het voorliggende onderzoeksproject wil daaraan een bijdrage leveren. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Matylda Weidner
De computationele leerbaarheid van morfologisch complexe talen. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstelling van het project: Traditionele systemen voor spellingcontrole maken gebruik van een woordenlijst. Wanneer een woord niet voorkomt in de woordenlijst, markeert het systeem het woord als "fout". Recente systemen (o.a. Németh 2009) benaderen het probleem van spellingcontrole voor agglutinerende talen vanuit een andere invalshoek: een woord wordt beschouwd als een spelfout, als het niet kan worden gegenereerd door eenachterliggend morfotactisch model. In dit project onderzoeken we hoe een spellingchecker kan gebruikt worden als hulpmiddel bij het automatisch leren van een morfotactisch systeem voor het Swahili. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Guy De Pauw • Walter Daelemans
Voltooiing boekproject "Engaging with Language and Ideology: Pragmatic guidelines for Empirical Ideology research" en de ontwikkeling van de grondslagen voor een nieuw theorievormend onderzoek in de taalkundige pragmatiek.
Universiteit Antwerpen Abstract: Voltooiing boekproject "Engaging with Language and Ideology: Pragmatic guidelines for Empirical Ideology research" en de ontwikkeling van de grondslagen voor een nieuw theorievormend onderzoek in de taalkundige pragmatiek. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren