www.researchportal.be - 2 Feb 2016 03:24:31
Onderzoeksprojecten (150 - 200 van 332) Zoekfilter: Classificaties: Linguïstiek
Parallel corpora for Dutch word sense disambiguation - Het gebruik van parallelle corpora voor automatische desambiguering van woordbetekenissen in het Nederlands Hogeschool Gent Abstract: De informatie-explosie die we de laatste jaren meemaken op het World Wide Web en de vertaalexplosie die niet alleen een typisch Europees probleem is en ook o.a. samenhangt met de economische realiteit (zoals de kortere levenscyclus van producten en de globalisering van het aanbod), zorgen voor een groeiende vraag naar automatische vertaalsystemen. Ondanks de grote vooruitgang de laatste decennia heeft de performantie van taaltechnologische applicaties, zoals machinevertaling, heden ten dage nog sterk te lijden onder het niet of gebrekkig kunnen omgaan met ambiguïteit [Cabezas en Resnik 2005]. Die ambiguïteit strekt zich uit over alle geledingen van natuurlijke taal: van het niveau van de morfologie (het niveau van de woordopbouw) tot het niveau van een intermenselijke conversatie. Zo zal het automatisch vertaalsysteem Babelfish (Babelfish.altavista.com) “Apple has doubled its profits in 2005.” vertalen naar “De appel heeft zijn winsten in 2005 verdubbeld.” Hoewel “appel” inderdaad een correcte vertaling is voor “Apple”, is het de verkeerde vertaling in deze context. Ook andere taaltechnologische applicaties, zoals vraag-antwoordsystemen en informatie-retrieval-systemen, hebben te lijden onder het gebrek aan contextuele desambiguering van woordbetekenissen (word sense disambiguation, WSD). WSD staat bekend als één van de moeilijkste problemen binnen de taaltechnologie, aangezien het impliceert dat er een artificieel tekstbegrip opgebouwd wordt: op basis van de context van een woord moet het systeem de correcte woordbetekenis detecteren. Als er in een Engelse tekst sprake is van een “bank” en de tekst bevat verder ook contextuele verwijzingen naar “water”, “river”, “boat”, “geese”, etc. dan moet het systeem automatisch kunnen induceren dat het hier hoogstwaarschijnlijk gaat over een “oever” van een rivier en niet over een “bank” als financiële instelling. Maar ook hier zal Babelfish een zin als “The geese were sleeping on the banks of the Thames” verkeerdelijk vertalen door “De ganzen sliepen op de banken van de Theems.” Een gelijkaardig desambigueringsprobleem stelt zich als de gebruiker een ambigue term, zoals “java” ingeeft in een zoekmachine. Wil de gebruiker dan informatie over de programmeertaal, het Indonesisch eiland of misschien wel de koffie? Zoekrobotten zoals Google (www.google.com/suggest) en Yahoo! (search.yahoo.com) geven de voorkeur aan de meest populaire betekenis op basis van query logs (zie ook [Cui et al. 2002]), wat in het geval van “java” betekent dat vooral query verfijningen gesuggereerd worden met betrekking tot de programmeertaal. In dit project willen we een generiek automatisch WSD systeem ontwikkelen voor het Nederlands. Een dergelijk systeem detecteert woorden met meer dan één betekenis en kent er de contextueel correcte betekenis aan toe. Tot nu toe zijn de state-of-the-art WSD systemen (vooral voor het Engels, zie bijvoorbeeld [Hoste et al. 2002]) gebaseerd op gesuperviseerde leeralgoritmes die leren vanuit gelabelde data: geannoteerde corpora waarin de betekenissen van een woord manueel geannoteerd zijn. Aangezien dergelijke corpora voor het Nederlands nauwelijks voorhanden zijn, en het manueel annoteren van woordbetekenissen erg tijdsintensief en duur is, vertrekken we van parallelle corpora. De methode om van parallelle corpora automatisch woordbetekenissen af te leiden, is gebaseerd op de observatie dat een woord met meer dan 1 betekenis vaak een verschillende vertaling heeft voor deze verschillende betekenissen. Als we bijvoorbeeld op basis van een parallel Nederlands-Engels corpus kunnen achterhalen dat het woord “blik” overwegend als “glance” of als “tin” vertaald wordt, dan kunnen we afleiden dat “blik” tenminste twee betekenissen heeft. Het gebruik van parallelle corpora voor WSD is in een reeks recente studies onderzocht voor o.a. het Engels en het Chinees en wordt beschouwd als een veelbelovende methode [Ng et al. 2003, Shao en Ng 2004, Li en Li 2004, etc]. In dit project willen we de techniek onderzoeken voor het Nederlands. Het gebruik van corpora biedt een bijkomend voordeel. Gezien het bepalen van de mogelijke betekenissen van een ambigu woord subjectief is [Kilgariff 1997], zullen veel woorden in verschillende woordenboeken ook een verschillende set van betekenissen krijgen. Bovendien stelt zich ook een probleem van granulariteit, wat betekent dat het vaak niet duidelijk is hoe gedetailleerd betekenisverschillen moeten weergegeven worden om bruikbaar te zijn in praktische applicaties (zie ook [Resnik en Yarowsky 1997]). Niet alle betekenisverschillen worden immers in alle talen gelexicaliseerd. Zo kan het Engelse “head” perfect vertaald worden door het Nederlandse “hoofd”, onafhankelijk van feit of het nu over een “lichaamsdeel” of een “chef” gaat. In dit project willen we volgende concrete onderzoeksvragen behandelen: In hoeverre is het mogelijk om op een ongesuperviseerde manier automatisch woordbetekenissen te detecteren op basis van parallelle corpora zonder daarbij gebruik te maken van voorkennis uit woordenboeken of andere lexicale bronnen? Enkele van de te onderzoeken onderliggende vragen hierbij zijn: Wat is de foutenlast van de automatisch woordalignatie van de parallelle corpora? Hoeveel syntactische voorkennis is er vereist voor een goede detectie van woordbetekenissen/vertalingen? Wat is de optimale variatie in de contrasterende talen om te komen tot een performante betekenisset? Wat is de optimale granulariteit om te komen tot een goede performantie? Welke verbetering in termen van precisie en recall, kan behaald worden door de integratie van een automatisch WSD systeem in een praktische applicatie? Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers: • Els Lefever • Veronique Hoste
Training van Interpersoonlijke communicatie door natuurlijke taalinteractie met autonome virtuele karakters (deLearyous). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het deLearyous-onderzoeksproject is het ontwikkelen van een interactieve serious 3D-game voor het trainen van interpersoonlijke communicatievaardigheden binnen een professionele context, bvb. in een werkgever-werknemer- of klant-bediende-relatie. Het spel bestaat erin de trainee te laten interageren met autonome virtuele karakters, die op een realistische en expressieve manier inspelen op de input van de speler. Op deze wijze kan de trainee verschillende gedragspatronen en rollen op eigen tempo inoefenen, en dit in een veilige, virtuele omgeving. De rol can CLiPS in het project is de ontwikkeling van algoritmen en methodes voor emotie-analyse van tekst, het detecteren van onderwerpen in tekst, en dialoogvoering. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Empirisch onderzoek naar objecten bij l-telische en l-resultatieve predicaten in het Spaans Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksvoorstel beoogt een database aan te leggen ter ondersteuning van een ruimer onderzoek naar aspect. De resultaten ivm compatibiliteit object-werkwoordelijke predicaten zullen meer inzicht verschaffen in de aspectuele eigenschappen van objecten en hun interactie met de aspectuele eigenschappen van de werkwoordelijke predicaten. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Gretel De Cuyper
Begrijpelijk Nederlands: de toegankelijkheid van de taal van het journaal voor verschillende doelgroepen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds VRT. UA levert aan VRT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Reinhild Vandekerckhove • Pol Cuvelier
Verbale perifrases in het Grieks: een typologisch en diachronisch onderzoek vanuit cognitief- linguïstisch perspectief. Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt het gebruik van verbale perifrases in het postklassiek Grieks op basis van een corpus van vroeg-Christelijke biografische (narratieve) teksten. Het project is ingebed in theorie die gekend is onder de verzamelnaam "Cognitieve Linguïstiek". Volgende doelstellingen staan centraal: (1) definitie en typologie (2) beschrijving van de positie in het verbaalsysteem (3) beschrijving van het gebruik in context (pragmatiek). Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Marc Janse
Lingua Cluster: Meer euregionale buurtalen-, culturenkennis, hefboom voor euregionale sociale en economische mobiliteit Universiteit Hasselt Abstract: De cluster omvat een zestal acties die enerzijds het geheel van het initieel onderwijs gaande van de kleuterleeftijd tot het hoger onderwijs, en anderzijds ook de arbeidsmarktgerichte voortgezette opleidingen omvatten. Verder zal zowel het onderwijs in de reële klassituatie als het virtueel taalleren aandacht krijgen. Het Centrum van Toegepaste Linguïstiek van de universiteit Hasselt zal op de eerste plaats instaan voor de realisatie van het virtuele talenleerplatform, waarbij niet alleen de zuiver talige component maar ook de cultuurgelinkte communicatieve aspecten zullen aan bod komen. Het platform zal een gevarieerde reeks instrumenten omvatten: een taalleerplatform, een cultuurcommunicatief platform, een sitotheek met een inventaris van geanalyseerde nuttige internetsites, een makelaardij van leermateriaal met een EMR-inslag, de uitwisselingsbeurs voor het opzetten van taalgemengde activiteiten met klassen uit meerdere subregio's van de EMR ... Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Martine VERJANS
Het Common European Framework of Reference for Languages: Learning, Teaching, Assessment (CEFR) vertaald naar een Vlaamse bedrijfscontext Hogeschool Gent Abstract: Het onderzoek wil een antwoord vinden op de vraag naar de verhouding tussen de talige functievereisten op de werkvloer en die welke aangeleerd worden binnen het onderwijs aan professionele bachelors bedrijfsmanagement. Hoe is de situatie nu en hoe kunnen functievereisten en schoolse output optimaal worden afgestemd op elkaar? Door een corpus van geschreven en gesproken (ook interactieve) tekst aan te leggen en de competenties van de participanten volgens de tabellen van het CEFR te laten inschalen door de stakeholders, moet een helderder licht schijnen over de verhouding tussen perceptie, werkelijke noden en aanbod. Op basis van deels reeds bestaande technologie kan daarna een tool ontwikkeld worden, die voor bedrijven een efficiëntere selectiemethode garandeert, voor docenten duidelijkere eindcompetenties mogelijk maakt en voor studenten zelfsturing bevordert. Hoewel dit project beperkt blijft tot enerzijds de afstudeerrichtingen Accountancy-Fiscaliteit en Logistiek Management en de sectoren die daarmee samenhangen en anderzijds tot Frans als vreemde taal, zal het door de ontwikkeling van geschikte onderzoeksmethoden de weg vergemakkelijken naar grootschaliger en dieper onderzoek. Organisaties: • Departement Bedrijfsmanagement Mercator • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Lodewijk De Wilde
Professionele teksten schrijven op basis van meerdere (digitale) bronnen Universiteit Antwerpen Abstract: Het schrijven van een zakelijke tekst, bijvoorbeeld een rapport bij een fusie, is een erg complexe activiteit. Voorafgaand schrijfonderzoek heeft geleid tot verschillende bekende schrijfprocesmodellen, maar deze modellen zijn vooral gebaseerd op educatieve omgevingen en enkelvoudige teksten. Professionele schrijvers maken daarentegen vaak gebruik van meerdere (digitale) bronnen om hun zakelijke teksten te schrijven. In het digitale tijdperk waarin (geschreven) communicatie een belangrijke rol vervult, is het belangrijk om deze schrijfvaardigheden te beschrijven. De onderzoeksvraag die we daarom via dit project willen beantwoorden luidt: "Welke schrijfprocessen en strategieën kunnen we onderscheiden als professionele schrijvers zakelijke teksten schrijven op basis van verscheidene (digitale) bronnen?"
Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Paul Matthyssens • Luc Van Waes • Mariëlle Leijten
Strategieën voor topic-initiatie door patiënten in hun interactie met dokters: Een etnomethodologische en conversatieanalytische benadering van medische gesprekken in een institutionele Poolse context. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar interactionele strategiën in gesprekken tussen artsen en patiënten is geen vrijblijvende onderneming. Inzicht in de wijze waarop de communicatie verloopt en in de mogelijke communicatieve problemen eigen aan een institutionele medische context, kan rechtstreeks bijdragen tot een optimalisering van de gezondheidszorg. Het voorliggende onderzoeksproject wil daaraan een bijdrage leveren. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Sigurd D'Hondt • Jozef Verschueren • Matylda Weidner
Het structureren van informatie door meertalige sprekers: code-switching als een markeerder van topic-comment of focus-achtergrond. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Bram Vertommen
Modale collocatie en hoe delicaat modale systemen kunnen zijn. Een cognitief-functionele corpus-studie van semantische en syntactische effecten van de collocatie tussen modale werkwoorden en modale bijwoorden in VK en VS Engels. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek betreft de diachrone ontwikkeling van modale werkwoorden in collocatie met modale bijwoorden in het Engels. Concreet zullen drie corpusstudies worden uitgevoerd waarna de veranderingen en ontwikkelingen van de meest frequente collocaties in kaart zullen worden gebracht in vergelijking met de huidige synchrone situatie van dit fenomeen. De collocaties worden dan in een cognitief-functioneel kader gesitueerd. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Denies Du Mon
Morfosyntactische taalvaardigheid bij dove kinderen met een cochleair implantaat: een cross-linguïstisch onderzoek naar het Nederlands en het Duits (MORLAS). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Sabine Laaha
Aspecten van de diachronische morphosyntaxis van het Germaanse nominale domein Universiteit Gent Abstract: Het project onderzoekt twee aspecten van de diachronische ontwikkeling van de Germaanse NP. De eerste betrekt de NP/DP parameter en hoe het lidwoordensysteem de zinsbouw beïnvloedt. De tweede betrekt de nanosyntaxis van de proximale demonstratief ('deze' < 'dat' + 'zie'). De empirische data wordt verkregen via de runeninscripties, het oudnoors, het Oudengels, het Oudhoogduits en het Gotisch. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Liliane Haegeman
Autobiografie en autobiografische roman in de Nederlandstalige literatuur na 1985: een genologisch onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project wil een typologie ontwikkelen die aan de spanning tussen het canonieke autobiografische schrijven en de hedendaagse (postmoderne) experimenten recht doet en die daarbij rekening houdt met de tussenpositie van de modernistische autobiografie. Voor de ontwikkeling van de typologie worden nieuwe literatuurtheoretische inzichten in de problematiek van referentialiteit en authenticiteit gebruikt. Op die manier wordt de blik gescherpt voor de veelheid aan vormen van autobiografisch schrijven die zich in de naoorlogse periode ontwikkeld hebben. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • HANS VANDEVOORDE
De diachronische ontwikkeling van het gebruik van de woordgroepen afgeleid van het Franse travers en het Italiaanse traverso: een onderzoek naar grammaticalisatie en semantische ontwikkeling.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het voorgestelde project wil een eerste stap zijn in de algemene analyse van de diachronische evolutie en de grammaticalisatie op Romaans niveau van twee representatieve, maar vrijwel niet onderzochte prepositionele woordgroepen. Het gaat om de ruimtelijke uitdrukkingen die afgeleid zijn van het Franse travers en het Italiaanse traverso; allen stammen af van het lexicon dat zich vormde rond het Latijns tran(s)versu(m). Het onderzoek behelst een exhaustieve analyse van de evolutie van deze woordgroepen (inclusief de Latijnse) vanaf het klasiek Latijn tot het hedendaags Frans en Italiaans. De reconstructie van de respectievelijke ontwikkelingen zal worden gerealiseerd met behulp van verscheidene digitale databases. Voor een eerste classificatie en voor de formulering van werkhypothesen zal worden uitgegaan van een nog uit te werken, kritische synthese van de resultaten van de bestaande literatuur over het onderwerp. De globale interpretatie van de fenomenen volgt uiteraard naar het einde van het onderzoek toe. Deze studie zal interessante theoretisch-methodologische suggesties kunnen opleveren, die toelaten de beschrijving van grammaticalisatie en de mechanismen van semantische ontwikkeling te verfijnen. Bovendien zal dit project een belangrijke lacune in de diachronische beschrijving van de Franse en Italiaanse preposities weg kunnen werken. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Thomas HOELBEEK • DIRK VANDEN BERGHE
Gender, culturele identeit en globalisatie: het discours van Vlaamse en Tsjechische vrouwenbladen in dynamisch perspectief Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Russisch-Tsjechisch
Onderzoekers: • Stepánka Kotrla
Richting occupationele autonomie: een vergelijkende survey van de professionele status van taaldocenten in Zuid-Afrika en Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds Erasmus Mundus. UA levert aan Erasmus Mundus de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center) • Toegepaste Taalstudies
Onderzoekers: • Christel Van De Poel
De documentatie van het Cappadocisch, een ernstig bedreigde minderheidstaal in Griekenland Universiteit Gent Abstract: Het cappadocisch is een ernstig bedreigde Grieks-Turkse mengtaal gesproken in Griekenland door orthodox-christelijke immigranten na de volkerenruil tussen Griekenland en Turkije in de jaren 1920. het onderzoek richt zich op de documentatie van het Cappadocisch (grammatica, lexicon, tekstcorpora), de socio-linguïstische status van de taal in de twee- tot drietalige taalgemeenschappen (Cappadocisch, Grieks, Turks) en de mogelijkheden tot revitalisatie. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Marc Janse
Koppeling van schrijfprocesdata aan lexica. Universiteit Antwerpen Abstract: In het schrijfonderzoek is de laatste decennia sterk de nadruk komen te liggen op de analyse van schrijfprocessen. Digitale loginginstrumenten hebben dit onderzoek in een stroomversnelling gebracht. Met dit project willen we de basis leggen voor een nieuwe stap in het schrijfprocesonderzoek. Daarbij aggregeren we schrijfprocesdata van het letterniveau (toetsaanslag) tot het woordniveau door ze te koppelen aan lexica en Naturally Language Processing tools. Een dergelijke koppeling vormt een belangrijke basis voor meer linguïstisch georiënteerd schrijfprocesonderzoek. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes
Een veiliger internet: het (semi)automatisch herkennen van internetpedofilie in meertalige online social networks. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project stellen we enerzijds een methodologie voor om de manuele controle van peer-to-peernetwerken te (semi)automatiseren en anderzijds een methodologie voor de automatische extractie en analyse van stijlkenmerken (geassocieerd met persoonlijkheid, leeftijdsgroep en misleidend taalgebruik) die we willen toepassen op individuele pedofielen en groepen van pedofielen in chatruimtes. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Claudia Peersman • Leona Van Vaerenbergh
Automatisch verwerken van samenstellingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds NTU. UA levert aan NTU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties:
• Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Het gesproken Nederlands in Vlaanderen. Percepties en attitudes van een 'spraakmakende' generatie Universiteit Gent Abstract: In Vlaanderen is in de laatste decennia van de 2e0 eeuw de tussentaal ontstaan, een nieuwe omgangstaal, met ingrediënten uit zowel de dialecten als de standaardtaal. Om de huidige ontwikkelingen in het gesproken Nederlands te kunnen begrijpen is onderzoek nodig naar de percepties en attitudes van jonge Vlamingen, de nieuwe spraakmakende gemeente, ten aanzien van die tussentaal en de standaardtaal. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Johan De Caluwe
Onderzoeksgemeenschap Taal Universiteit Gent Abstract: Om de samenwerking tussen universiteiten te bevorderen, heeft het FWO de onderzoeksgemeenschappen ingesteld. Hierbij krijgen de samenwerkende co-promotoren een beperkte financiering voor het organiseren van gezamenlijke activiteiten en onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Marc Brysbaert
Proces-verbaal van de XIIe Vaste Gemengde Commissie Vlaanderen - Québec te Brussel 31 maart 2011 / Werkprogramma voor de jaren 2011,2012 en 2013 Universiteit Hasselt Abstract: In het kader van de Entente Québec-Vlaanderen zal het Centrum voor Toegepaste Linguïstiek verkennend onderzoek uitvoeren met het oog op een grondig onderzoek met volgende partners en op volgende gebieden: - Samen met het CCDMD-Montréal (Centre collégial de développement de matériel didactique) en zijn universitaire medewerkers - Welke interculturele verschillen bestaan er in de zakelijke onderhandeling tussen Vlaamse en Québecse zakenpartners, en breder tussen WestEuropese en Noord-Amerikaanse zakenpartners. Voor Québec zal ook ingegaan worden op de taalkundige verschillen t.o.v. het standaard Frans. - Samen met het CCDMD en Druide Informatique (Montréal): - Kan en hoe kan de performante taalcorrector Antidote geïntegreerd worden in een nieuw te concipiëren multimediaal e-learning auteursplatform dat tevens text-to-speech voorziet en zo mogelijk intelligente voice recognition. Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Martine VERJANS
Een semi-longitudinale, multidisciplinaire, neurowetenschappelijke studie van tweetaligheid in ontwikkeling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een semi-longitudinale, multidisciplinaire, neurowetenschappelijke studie van tweetaligheid in ontwikkeling. Organisaties: • Specialiteiten (KNO, Dermatologie, Oftalmologie, Psychiatrie) • Taal- en Letterkunde • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Chris BAEKEN • Peter VAN SCHUERBEEK • TADEUSZ STADNIK • PIERRE VAN DE CRAEN • ROBERT LUYPAERT • Katrien MONDT
Histoire Croisée en culturele kruisbestuiving tussen België en Groot-Brittannië: Laurence Binyon, Olivier Destrée, hun netwerken en periodieken, 1890-1930. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project wil, binnen de theoretische context van histoire croisée, een diepgaande en vernieuwende analyse brengen van de BelgischBritse culturele contacten en uitwisselingen in de periode 1890-1930. De aanvragers gaan uit van het standpunt dat de overgang tussen generaties in die periode geleidelijk was en geen breuk betekende tussen de negentiende eeuw of het 'victorianisme' en de vroeg-twintigste eeuw of het 'modernisme' zoals voorheen werd beweerd, en dat die overgang werd meebepaald door invloeden uit het buitenland die via bemiddelaars, hun netwerken en hun tijdschriften liepen. De hypothese van voorliggend project is dat de Belgisch-Britse betrekkingen in die periode een grote impact hadden op het werk van bekende auteurs en kunstenaars en dat dit voor België gebeurde via de kringen rond Olivier Destrée (bijv. op Karel van de Woestijne) en in Groot-Brittannië via de kringen rond Laurence Binyon (bijv op Ezra Pound). Het project gaat er tevens van uit dat de kunstenaarsnetwerken van de betrokken periode bestonden uit een divers gezelschap van literatoren, visuele kunstenaars en musici en dat de invloeden zich dan ook in verschillende artistieke disciplines vertaalden. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • HANS VANDEVOORDE
(In-)Differenties - Alteriteit in het werk van Josef Winkler Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit congres focust op het thema alteriteit in het werk van de Oostenrijkse auteur Josef Winkler. Het wordt georganiseerd in samenwerking met het Institut für Germanistik van de Universität Wien. Oostenrijkse, Duitse, Tsjechische en Belgische onderzoekers zullen er met elkaar in dialoog gaan, onder hen zowel gerenommeerde Winkler-specialisten als beginnende Winkler-onderzoekers. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers:
• Inge ARTEEL
Het (mee)lijdende lichaam voor Diderot Pijn en kwelling in de beeldende kunst en podiumkunsten (ca. 1600 - 1790) 21 + 22/11/2013 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Conferentie naar aanleiding van de 300ste verjaardag van Diderot. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Karel VANHAESEBROUCK
Het gesproken Nederlands in Vlaanderen. Percepties en attitudes van een ?spraakmakende? generatie. Universiteit Gent Abstract: In Vlaanderen is in de laatste decennia van de 20e eeuw de tussentaal ontstaan, een nieuwe omgangstaal, met ingrediënten uit zowel de dialecten als de standaardtaal. Om de huidige ontwikkelingen in het gesproken Nederlands te kunnen begrijpen is onderzoek nodig naar de percepties en attitudes van jonge Vlamingen, de nieuwe spraakmakende gemeente, ten aanzien van die tussentaal en de standaardtaal. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Jacques Van Keymeulen • Johan De Caluwe
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUBUHasselt, Kris Nauwelaerts Vrije Universiteit Brussel Abstract: De introductie van de stijlwissel in het esthetische prentenboek. Stimulatie van de visuele geletterdheid door het verwerken van stijlelementen uit de Beeldende Kunst als vernieuwend narratief procédé Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Ine VAN LINTHOUT
Living imagined identities? Een longitudinale analyse van de impact van online dating discours op de identiteitsbeleving van Russischtalig-Belgische koppels Universiteit Antwerpen Abstract: Het project combineert taalkundige pragmatiek, antropologie en communicatiewetenschappen voor de studie van transnationale "internethuwelijken". De processen van identiteitsconstructie van Russischtalig-Belgische koppels, met speciale aandacht voor de constitutieve rol van online datingsites, worden onderzocht. De meerwaarde betreft het interdisciplinaire en longitudinale opzet, etnografisch identiteitsonderzoek in een premigratiecontext en de insluiting van een mannelijk perspectief. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Christiane Timmerman • Hildegarde Van den Bulck
Developing self-regulated learning from a task-based curriculum. The case of Vietnamese university students learning English KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Taal en Onderwijs Leuven
Onderzoekers: • Kristiaan Van den Branden • Elke Van Steendam • Hoang Yen Phuong
Een contrastieve studie van evidentiële werkwoorden in het Engels en het Nederlands: onderzoek naar het raakvlak tussen synthaxis en semantiek met betrekking tot SEEM/APPEAR/TURN OUT and LIJKEN/SCHIJNEN/BLIJKENconstructies Universiteit Gent Abstract: Onderhavig onderzoeksproject bestaat uit een contrastieve corpusstudie van Engelse en Nederlandse ?verbs of appearance?, die een evidentiële functie kunnen vervullen. Dit gegeven wordt benaderen vanuit Constructiegrammatica en vanuit grammaticalisatietheorie om zo de scheidingslijn tussen syntaxis en semantiek af te tasten en de positie van de constructies op het continuüm lexis-grammatica te bepalen. De functies van de constructies worden gekarakteriseerd in termen van epistemische modaliteit, evidentialiteit en (inter)subjectiviteit. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Anne-Marie Vandenbergen
Wetenschap in tekst en context. De ontwikkeling van de Franse medische terminologie in Evrart de Conty's 'Problemes' tegen de achtergrond van het middeleeuwse medische discours. KU Leuven Abstract: Dit onderzoeksproject wil de ontwikkeling van de medische woordenschat onderzoeken, aan de hand van de Middelfranse vertaling van de pseudo-aristotelische 'Problemata Physica'. Het project sluit aan bij het onderzoeksproject K.U.Leuven OT/05/15, dat de ontwikkeling bestudeerde van de Latijnse medische woordenschat in de Latijnse vertaling van de Griekse tekst door Bartholomaeus van Messina (ca. 1260), hetgeen resulteerde in het doctoraal proefschrift van Elisabeth Dévière. Dit vocabularium werd bestudeerd t.o.v. de brontekst, met een focus op de invloed van de Griekse medische terminologie op de samenstelling van de Latijnse equivalenten, en werd vergeleken met dat van contemporaine medische teksten. Dezeresultaten kunnen nu in verband gebracht worden met de medische terminologie die in het Middelfrans werd ontwikkeld
door Evrart de Conty (1382), die een vertaling maakte waarop hij zich baseerde op zowel de Latijnsetekst van Bartholomaeus als de Latijnse commentaar op die tekst door Pi Organisaties: • OG FranItalCo Leuven
Onderzoekers: • Michèle Goyens • Pieter De Leemans
Duitse modaalpartikels als multimodale constructies van intersubjectiviteit. KU Leuven Abstract: In dit project wordt een multimodale analyse van Duitse modaalpartikels(MPs) voorgesteld. MPs zijn kleine woordjes die aan een taaluiting een bepaalde nuance meegeven. Concreet wordt op drie clusters van MPs gefocust: 1° partikels die een vraag met haar context verbinden (typisch denn en eigentlich), 2° partikels die aangeven dat de hoorder het gezegde eigenlijk al zou moeten weten (typisch ja en doch) en 3° partikels die aangeven dat wat gezegd wordt als evident kan gelden (typisch eben, einfach en halt). Het feit dat het om een multimodale analyse gaat, betekent dat er ook rekening gehouden wordt met de gestiek, d.w.z. de gebaren die mensen spontaan maken terwijl ze spreken. In dit project worden patronen in het gebruik van gestiek samen met MPs onderzocht,met focus op die elementen van gestiek die zelf een gelijkaardige nuance als de MPs aan de uiting toevoegen. Op basis van een aantal voorbeelden worden die patronen in detail geanalyseerd, en er wordt ook gekeken naar externe facto Organisaties: • OG ComForT Leuven
Onderzoekers: • Kurt Feyaerts • Geert Brône • Steven Schoonjans
De ontwikkeling van de absolute constructie in het Engels: de interactie tussen interne en externe factoren van taalverandering. KU Leuven Abstract: Mijn project heeft tot doel een veelomvattende corpusstudie aan te bieden over de ontwikkeling van de absolute constructie (AC) in het Engels, vanaf de eerste geattesteerde voorbeelden in het Oud-Engels tot het heden. Hedendaags Engelse voorbeelden zijn: '"That's better," he said, his spirits raising a little.' en 'With the teacher refusing to comply, Barry took the matter to the dean'. De specifieke onderzoeksvragen onderliggend aan deze studie kunnen als volgt geformuleerd worden. Eersten vooral wenst het project een volledige descriptieve omschrijving te geven van de ontwikkeling van de AC. Deze descriptieve component toont aan dat de AC wordt gekarakteriseerd door een fluctuerende frequentie, veranderende semantische eigenschappen en een toenemende structurele flexibiliteit. Ten tweede kunnen de waargenomen veranderingen het best gezienworden als het resultaat van een combinatie van interne en externe factoren die elkaar niet noodzakelijk opvolgen maar ook tegelijkertijnbsp;d werkz Organisaties: • OG FunC Leuven
Onderzoekers: • Hubert Cuyckens • Peter Petré • Nikki van de Pol
De receptie van Augustinus en Pelagius in de Karolingische commentaar bij Romeinen bewaard in Paris. Bibl. Nat. lat. 11574. 'Cultural forgetting' in middeleeuwse theorieën over gratie, vrije wil en predestinatie. KU Leuven Abstract: Dit project is geconcentreerd rond een nooit eerder uitgegeven, anonieme Karolingische commentaar bij de brief van Paulus aan de Romeinen, bewaard in één 9de-eeuws handschrift, Paris Bibl. Nat. lat. 11574. De commentaar bestaat uit fragmenten uit de werken van patristische auteurs. Ik zal de eerste kritische editie van dit werk maken. Daarnaast zal ik een analyse maken van de fragmenten geselecteerd uit de werken van Augustinus en Pelagius, die beide belangrijke bronnen zijn in de commentaar. Inhet verleden concentreerde onderzoek naar middeleeuwse bijbelcommentaren in anthologie-vorm zich ofwel op de waarde van deze teksten voor de reconstructie van de handschriftelijke transmissie van de werken van de Kerkvaders, of op hun rol in theologische en filosofische disputen. Ik zaldeze beide pistes combineren via het concept cultural forgetting, i.e. de noodzakelijkheid dat een bepaalde interpretatie verdwijnt uit het collectief geheugen zodat een volgende generatie haar eigen interpretat Organisaties: • OG Latijnse Literatuurstudie Leuven
Onderzoekers: • Gert Partoens • Shari Boodts
Prestige als verklarende factor voor ontleenbaarheid: een Cognitief Contact Linguïstische aanpak. KU Leuven Abstract: Lexicale leemtes en prestige zijn de twee factoren die het vaakst vermeld worden om ontlening te verklaren. Waar ik in mijn doctoraatsproject op zoek ging naar empirisch bewijs voor het belang van lexicale leemtes voor ontlening, richt ik mij met dit postdoctoraal project op het onderzoeken van de rol van prestige voor ontleenbaarheid. Hiertoe zullen drie verschillende, sterk complementaire studies worden uitgevoerd. De eerste studie, gebaseerd op enquêtes, onderzoekt lexicale voorkeur: wanneer bron- en doeltaalvormen concurrerende lexicalizeringen vormen voor een concept (bv. het Engelse leenwoord soulmate en het Nederlandse alternatief boezemvriend), welke sociale groepen verkiezen dan de brontaalvorm als prestigieuze variant? De tweede studie gebruikt experimentele technieken om te bepalen wanneer Vlaamse kinderen oppikken dat het gebruik van Engelse leenwoorden een andere sociale identiteit aangeeft dan het gebruik van Nederlandse vormen. Aan de hand van interactionele analyses wil Organisaties: • OG QLVL Leuven
Onderzoekers: • Dirk Geeraerts • Dirk Speelman • Eline Zenner
De interactie tussen tijd en lexicaal en grammaticaal aspect. Een vergelijkend onderzoek naar de polyfunctionaliteit van uitdrukkingen van het heden in het werkwoordelijke paradigma.
Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt een studie van de interface tussen Aktionsart (of lexicaal aspect) en grammaticale tijd vanuit een taalvergelijkend perspectief, waarbij de aandacht specifiek zal uitgaan naar de interactie tussen de klasse van dynamische werkwoorden en de uitdrukking van tegenwoordige tijd. De hypothese die hier naar voren wordt geschoven, is dat er in verschillende talen bij de verwijzing naar dynamische (i.e. veranderlijke, nietstatische) gebeurtenissen in het heden een conceptueel probleem optreedt, dat leidt tot een opvallende polyfunctionaliteit van de markeerder in kwestie: tegenwoordige tijd bij statische werkwoorden, en een niettegenwoordige interpretatie bij dynamische (bv., als een verleden of toekomende tijd). Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Frank Brisard • Marie-Astrid De Wit
Semi-autonome onderschikking in het Nederlands en Noors. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Jan Nuyts • Karin Beijering
Syntaxis van Vroeg Vernaculair Chinees: een overzicht (8st-11de eeuw) Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject focust op de ontstaansfase van Vroeg Vernaculair Chinees en is gebaseerd op tekstuele bronnen (waaronder manuscripten) gedateerd tussen de achtste en de elfde eeuw. Het project stelt zich tot doel een beschrijving en een analyse te geven van de ontwikkeling van syntactische structuren uit deze periode. Organisaties: • Talen en Culturen
Onderzoekers: • Ann Heirman
Persoonsmarkering en argumentstructuur in de Kashmiri talen. Een typologische studie van referentiële hiërarchieën Universiteit Gent Abstract: Dit project vormt een bijdrage aan het typologische debat over de vraag hoe referentiële hiërarchieën zich verhouden tot argumentspatronen. Het beoogt een analyse te verschaffen van het complexe systeem van persoonmarkering in Kashmiri en de dialecten van Kashmiri. Deze statistische analyse zal uitgevoerd worden vanuit een typologische benadering, en genetische en lokale invloeden op persoonsmarkering zullen uitgemeten worden tegenover universele tendenzen. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Klaas Willems
De interactionele dynamiek van meertaligheid en 'translanguaging' in de Belgische asielprocedure Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt hoe met talige diversiteit , meertaligheid en ?translanguaging? wordt omgegaan in de Belgische asielprocedure. Op basis van linguïstisch-etnografische data analyseert deze studie taalideologische problemen die verband houden met concurrerende vormen van meertaligheid in procedurele interactie, met bijzondere aandacht voor de tolkpraktijk en LADO toepassingen, en wordt nagegaan hoe deze interactionele processen de juridisch-institutionele constructie van bewijsmateriaal en identiteit in asielzaken kunnen sturen. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Stefaan Slembrouck
De Latijnse verb phrase: delimitatie, interne structuur en diachrone evolutie Universiteit Gent Abstract: Het project betreft de syntaxis van de Latijnse Verb Phrase en Tense Phrase, en meer specifiek de positie van het werkwoord ten opzichte van de argumenten en functionele elementen zoals bijwoorden en negatie. Het onderzoek is gebaseerd op een corpusanalyse, met teksten van 350 v.Chr. tot 550 n.Chr. Het theoretische kader is dat van de generatieve syntaxis. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Liliane Haegeman
De invloed van vroege (vóór de leeftijd van 6 maanden) en late (op volwassen leeftijd) primaire palatale sluiting aan spraak kenmerken bij kinderen en volwassenen met een aangeboren geïsoleerde kloven in Uganda Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Spraak-, Taal- en Gehoorwetenschappen
Onderzoekers: • Kristiane Van Lierde
200 jaar Nederlandse filologie in Vlaanderen: de interactie tussen academische wereld, sociale strijd en nationale identiteitsvorming. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Dit project beoogt de allereerste analyse ooit van geschiedenis van de Nederlandse filologie in 19de-eeuws Vlaanderen. Via een doorgedreven onderzoek naar -de inhoud van de studieprogramma's aan de universiteiten van Gent, Leuven en Brussel, -de verkondigde theorieën -én het sociale engagement van de betrokken docenten, zal de bijdrage van de discipline onderzocht worden aan, enerzijds, de Europese ontluikende filologie en, anderzijds, aan de taalstrijd en de 'Vlaamse beweging'" als een van de belangrijkste socio-culturele gebeurtenissen in 19de-eeuws Vlaanderen. Het onderzoek zal uitmonden in een standaardwerk over dit stuk wetenschapsgeschiedenis, dat in herwerkte boekversie gepresenteerd kan worden exact 200 jaar na de start van de Nederlandse filologie in Vlaanderen, in 2016. Het spreekt voor zich dat het onderzoek gekaderd wordt in internationale onderzoeksverbanden naar de geschiedenis van de (Nederlandse) filologie, en naar de interactie tussen universitaire taalinstituten en sociale en culturele strijd. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • WIM VANDENBUSSCHE
VUB Onderzoekscontingent Sabbatical Leave 2013 (Call 2012). Toekenning aan Prof. dr. Wim Vandenbussche: Historical sociolinguistics in Flanders - Securing the past, preparing the future Vrije Universiteit Brussel Abstract: Historische sociolinguïsten in Vlaanderen - Het verleden vrijwaren, de toekomst voorbereiden Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • WIM VANDENBUSSCHE
Taalcommunicatie over kleurgrenzen heen: Zwart Afrikaans in Centraal Zuid-Afrika. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hoewel de functies van het Afrikaans sedert 1994 grondwettelijk ingeperkt werden, fungeert het Afrikaans nog steeds als lingua franca in verscheidene delen van plattelands en stedelijk Zuid-Afrika. Het vormt de natuurlijke lingua franca in die plattelandse streken van de West- en Noord-Kaap waar het de dominante moedertaal is. Het is ook de dominante lingua franca van het centrale deel van Zuid-Afrika, nl. de Vrijstaat en de Provincie Noordwest, waar de dominante moedertalen respectievelijk seSotho en seTswana zijn, d.w.z. twee genetisch nauw verwante en onderling verstaanbare Bantoetalen die door zwarten gesproken worden. Als moedertaal wordt het Afrikaans in die provincies grotendeels gesproken door Blanke en Kleurlingminderheden, die meestal in stedelijke centra geconcentreerd zijn. Als een lingua franca wordt het meestal door L1 seSotho- en seTswanasprekers gesproken, ten gevolge waarvan het gewoonlijk bestempeld wordt als 'Zwart Afrikaans'. De etnische verscheidenheid van die bevolking die Afrikaans gebruikt voor de dagelijkse omgang brengt een diversiteit aan Afrikaanse variëteiten met zich mee die tot nu toe niet aan diepgaand onderzoek onderworpen werden. Onderzoeksprojecten hebben wat inzicht gegeven in de L2 Zwarte Afrikaanse variëteiten met een seSotho achtergrond, alsook in de Afrikaanse variëteiten die gebruikt worden door Blanke moedertaalsprekers in hun interactie met Zwarten in het algemeen. Verrassend genoeg werden die variëteiten steeds geïsoleerd onderzocht, en het is daarom tot op heden volstrekt onduidelijk (of en) in hoeverre de pragmatische taalcontexten bepalend zijn voor de taalnormen in multi-etnische conversaties tussen eerstetaal- en tweedetaalsprekers van het Afrikaans. Het doctoraatsonderzoek dat ik sedert october 2004 verricht heb werd toegespitst op de in-group dimensie van etnische eerstetaalvariëteiten van het Afrikaans. Die beperking heeft ertoe geleid dat er geen aandacht geschonken kon worden aan een ander cruciaal aspect van de Afrikaanse taalrealiteit: het feit dat het Afrikaans ook een essentieel onderdeel is van het talige repertoire van een belangrijke groep tweedetaalsprekers, d.w.z., moedertaalsprekers van Bantoetalen die hun L2 Afrikaanse variëteiten gebruiken in hun interactie met andere etnische groepen. Vandaag vindt het overgrote deel van interetnische communicatie via L2 Afrikaanse variëteiten plaats tussen Zwarte Zuid-Afrikanen, of tussen Zwarte Zuid-Afrikanen en Blanken of Kleurlingen. In de huidige Zuid-Afrikaanse context waarin etnische machtverhoudingen geherdefinieerd worden, lijkt het wenselijk om een beeld te krijgen van hoe etnische groepen, in het bijzonder de Zwarte groep, zich talig gedragen naargelang van de pragmatische context van het gesprek. Interetnische communicatieprocessen brengen 'accommodatie' met zich mee, d.w.z. samenlopende dynamieken van opwaartse convergentie en neerwaartse divergentie waarbij sprekers pogen om de doeltaal te benaderen of om van de doeltaal af te wijken in het belang van maximale wederzijdse verstaanbaarheid. Dit gebeurt vooral in contexten waar een van de betrokken partners duidelijk minder gemakkelijk toegang heeft tot de prestigenorm dan de andere. . Samen met accommodatie kan interetnische communicatie ook een mate van uitsluiting met zich meebrengen. In die situatie kan etnische solidariteit tot uiting komen in het creëren van een taalbarrière die, enerzijds, de leden van de outgroup moet wijzen op de bestaande etnische afstand, of, anderzijds, de leden van de ingroup afschermt van outgroup-interferenties. Het is de bedoeling van dit onderzoeksproject om de processen van interetnische communicatie te beschrijven zoals ze plaatsvinden in de stedelijke omgeving van Bloemfontein, de hoofdstad van de Vrijstaat en het grootste stedelijke centrum van Centraal Zuid-Afrika. Ik neem daarvoor het taalgedrag onder de loep van de Zwarte inwoners van Bloemfontein (voornamelijk seSothosprekers), zowel binnen de eigen bevolkingsgroep als in hun interactie met de plaatselijke Kleurlingen en Blanken die samen een derde van de Bloemfonteinse bevolking uitmaken. Dit project bouwt voort op het model van Labovs experimenten met Zwart Amerikaans Engels en volgt de door Bell en Johnson (1997) toegepaste methodologie van assymetrische etnische koppeling van sprekers: door informeel groepen van sprekers van drie generationele categorieën op basis van gelijke of ongelijke etniciteit (nl. Zwart met Zwart, Zwart met Kleurling en Zwart met Blank) te confronteren, hoop ik een representatief inzicht te krijgen in de processen van taalaccommodatie en taaluitsluiting tussen, respectievelijk, L2 Afrikaanstalige Zwarten en L1 Afrikaanstalige Blanken, enerzijds, en L2 Afrikaanstalige Zwarten en L1 Afrikaanstalige Kleurlingen, anderzijds. Dit werd nog nooit eerder onderzocht, hoe cruciaal ook voor een correcte inschatting en analyse van de hedendaagse Afrikaanse taalrealiteit. De informatie die deze studie zal opleveren, valt in verscheidene theoretische dimensies uiteen. Vanuit het gezichtspunt van de historische taalwetenschap is mijn cross-generationele studie van Zwart Afrikaans de allereerste grondige studie van de ontwikkelingstendensen in de minst gedocumenteerde variëteit van het Afrikaans die, ironisch genoeg, met 15 miljoen Zwarte sprekers (van sterk uiteenlopende taalvaardigheidsniveaus) tevens de grootste variëteit van het Afrikaans is. Doordat Afrikaans een kunstmatig etiket is dat gebruikt werd voor alle Nederlandse variëteiten die zich al van in het begin van de 18de eeuw doorheen centraal Zuid-Afrika begonnen te verspreiden, kan het zg. Zwart Afrikaans rechtmatig beschouwd worden als de meest verspreide Nederlands-gebaseerde Creoolse taal of Nederlands-gebaseerde lingua franca. Het kan ook geen twijfel lijden dat de studie van die variëteit verdient om op dezelfde voet geplaatst te worden als die van de aanzienlijk minder gesproken Surinaams-Nederlandse variëteiten, en die van Creoolse of contacttalen in het algemeen. Mijn project vult dus een cruciale lacune in zowel de historische creolistiek als in de geschiedenis van het Zuid-Afrikaanse taallandschap. Vanuit het gezichtspunt van de taalpragmatiek zal mijn studie van het Zwart Afrikaans niet enkel inzichten genereren in de functionaliteit van het Afrikaans, maar onvermijdelijk ook in die van het seSotho en het Engels (zowel in ingroup- als in outgroup-contexten) onder de voornaamste etnische groepen van Centraal Zuid- Afrika, voor wie die talen ook deel uitmaken van de alledaagse taalrealiteit. Bijzonder interessant is de vraag in hoeverre die laatste twee talen opduiken in het door Zwarten gesproken Afrikaans. Met andere woorden: is het gebruik van een Afrikaanse variëteit met een seSotho/Engelse inslag typisch in gesprekken tussen Zwarten en Kleurlingen, terwijl een meer 'conservatieve' vorm van het Afrikaans gehandhaafd wordt in gesprekken tussen Zwarten en Blanken? De vraag waar Afrikaans ophoudt en seSotho of Engels beginnen in de interactie tussen de zwarte groep en de andere groepen is niet enkel cruciaal voor ons onderzoek, ze biedt ook een radicaal nieuw perspectief op het Afrikaans als een multi-etnische contacttaal. Ook taalpragmatisch gezien is het dus vernieuwend en grensverleggend onderzoek. Vanuit een etnografisch gezichtspunt kan mijn studie van de strategieën van taalaccommodatie en taaluitsluiting een belangrijke bijdrage leveren aan het in kaart brengen van de communicatie over
kleurgrenzen heen. Gaat taalvariatie in interetnische gesprekken samen met een variatie in onderwerpen, discourse-marking en attitudes? In dit opzicht kan een beschrijving van kleurgebonden variatie in het Zwart Afrikaans als schoolvoorbeeld en basis dienen voor verder onderzoek naar interetnische communicatie in 'kleursensitieve' gebieden van de Derde Wereld zoals Zuid-Amerika (Suriname) en het Caraïbisch gebied. Ik meen; tot slot, dat het hier voorgestelde project ook tegemoet komt aan een aantal bestaande sociale en academische behoeften. Een studie van het Zwart Afrikaans in de interetnische context van Bloemfontein is politiek correct bevonden door die plaatselijke agentschappen die zich met de bevordering van het seSotho bezighouden. Er is bovendien een dringende en reële behoefte aan een gedetailleerd overzicht van hoe en wanneer Zwarte inwoners het Afrikaans gebruiken in ingroup en outgroup contexten, omdat dit inzichten kan verschaffen in de beperkingen van de functionaliteit van seSotho, en daarom richtlijnen kan suggereren voor seSotho corpusplanning in het belang van het ambtelijke drietalenbeleid van de Vrijstaat. Er is bovendien (ook in Vlaanderen) een uitgesproken academische vraag naar dit type onderzoek: ik verwijs bijvoorbeeld naar het feit dat collega's van de Universiteit Antwerpen een studie van het Zwart Afrikaans als een pragmatisch variabele taalentiteit direct relevant bevonden voor hun lopende MIDP-project ('Multilingualism from below') dat ze tot op heden in de Vrijstaat uitgevoerd hebben. Tenslotte wordt de uitkomst van dit project ook van kritisch economisch belang geacht door de leidende Afrikaanstalige uitgeverij in Zuid-Afrika, nl. Naspers, die thans erop uit is om een grotere groep van Zwarte lezers te bereiken via meertalige producten. Dit onderzoeksproject kan rekenen op technische bijstand op verschillende niveau's van het Department of African Languages van de University of the Free State, het Departement Afrikaans van de Universiteit van Stellenbosch alsook van de Pan South African Language Board. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Gerald STELL • ROLAND WILLEMYNS
Referential formulation in Kuuku Malngkanchi discourse KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FunC Leuven
Onderzoekers: • Jean-Christophe Verstraete • Clair Elanor Buckland Hill
English variable tag questions: a systematic typology of their interpersonal meanings KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG FunC Leuven
Onderzoekers: • Bert Cornillie • Kristin Davidse • Ditte Kimps