www.researchportal.be - 3 Jul 2016 05:12:43
Onderzoeksprojecten (60 - 80 van 129) Zoekfilter: Classificaties: Ontwikkelingsbiologie, teratologie, ontogenie, embryologie (mens)
Stimulatie van betacel neogenese door EGF en CNTF. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project is gericht op het uitbreiden van onze in-vitrogegevens van rat alvleesklier aan muis en menselijke alvleesklier. We willen ook de oorsprong van de Ngn3-progenitoren verhelderen en voorlopercel activering door stimulerende downstream signaalroutes van LIF en EGF induceren. Organisaties: • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • LUC BOUWENS
De rol van FRZBs/SFRPs in de kraakbeen-bot biomechanische eenheid in osteoartrose KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Skeletale Biologie en Engineering
Onderzoekers: • Rik Lories • Frank Luyten • Sarah Thysen
Upgrade van LSRII analyser en FACSARIAII sorter flow cytometers met een geel-groene laser Universiteit Gent Abstract: We onderzoeken de rol van transcriptiefactoren in het differentiatieproces van humane lymfopoiesis. Hiervoor maken we gebruik van innovatieve state-of-the-art gen technologie met behulp van zink vinger nucleasen met Tomato-red en mCherry als reporter genen. Upgrade van de bestaande analytisch flow cytometer en cel sorter met een extra geel-groene laser is noodzakelijk om Tomato-Red en mCherry, gebruikt voor liveimaging van cellen, te kunnen analyseren en sorteren. Organisaties: • Vakgroep Klinische biologie, microbiologie en immunologie
Onderzoekers: • Georges Leclercq • Bart Vandekerckhove • Tom Taghon
De rol van Geminine in de ontwikkeling van de pancreas. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Voldoende inzicht in de ontwikkelingsbiologie van endocriene beta cellen is onontbeerlijk voor celvervangings- of regeneratie-therapie van diabetes. In dit project bestuderen we de rol van Geminine in het specificatie proces van een delende progenitorcel naar een differentiërende endocriene voorloper in de pancreas. De factoren die deze transitie inleiden zijn nog grotendeels ongekend. Wij zullen de functie van Geminine binnen dit proces van betacel determinatie bestuderen, zowel tijdens de normale embryonale ontwikkeling als tijdens adulte betacel regeneratie in vivo. Vooreerst zullen we de spatio-temporale expressie van Geminine beschrijven in relatie tot andere, in pancreas-ontwikkeling belangrijke factoren. Vervolgens zullen we nagaan door welke specifieke factoren Geminine geactiveerd wordt en welke de directe downstream targets zijn. Om na te gaan welke celtypes in adulte pancreas afkomstig zijn van Geminine-positieve precursoren, zullen stabiele Geminine reporter muizen worden gegenereerd. Met behulp van RNA interferentie zullen we de Geminine expressie inhiberen, zowel tijdens embryonale ontwikkeling als tijdens adulte betacel regeneratie, om te achterhalen wat de precieze functie is van dit proteïne. Tenslotte zullen we transgene muizen genereren voor Geminine loss-of-function of gain-of-function experimenten. We geloven dat dit werk een belangrijke stap voorwaarts zal betekenen in de kennis over betacel ontwikkeling en postnatale betacel regeneratie. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG • LUC BOUWENS
Chromosomale afwijkingen in menselijke preimplantatie embryo's en embryonale stamcellen: oorzaken, mechanismen en gevolgen voor in vitro fertilisatie en regeneratieve geneeskunde. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Verschillende studies melden dat 40 tot 70 % van de menselijke preimplantatie embryo's chromosomale abnormaliteiten vertonen (Fauser, 2008). De meeste van deze afwijkingen werden gevonden in embryo's die werden gebiopsieerd, waarna de gebiopsieerde cellen werden geanalyseerd door middel van FISH met een maximum van negen chromosomen, tijdens een IVF cyclus met preimplantatie genetische screening (PGS). PGS wordt toegepast bij IVF patiënten met een slechte prognose om IVF resultaten te verbeteren. Hoewel de aangetroffen aneuploidieën wellicht de meest belangrijke factor zijn met een invloed op de implantatie van het embryo in de uterus, is het niet duidelijk in welke mate deze abnormaliteiten een rol spelen. Ten eerste, zouden het aantal aangetroffen aneuploidieën een lagere verhouding van geïmplanteerde embryo's voorspellen na transfer, and ten tweede heeft de aanwezigheid van mosaicisme ertoe geleid dat een aantal onderzoekers vermoeden dat sommige aneuploidieën en het mosaicisme op latere stadia van het embryo worden gecorrigeerd, mogelijk door ofwel door selectieve migratie van abnormale cellen naar de trophectoderm of door apoptose. Deze factoren zouden kunnen uitleggen waarom PGS er niet in is geslaagd om het aantal zwangerschappen na IVF te verhogen, als aangetoond door onze eigen groep (Staessen et al., 2004 en 2008) en door anderen (Twisk et al., 2006). Daarentegen is er weinig geweten op het cellulair niveau over hoe deze afwijkingen ontstaan, hoe ze zichzelf corrigeren, en wat hun invloed op de ontwikkeling van het embryo is. Menselijke embryonale stamcellen (hESC) worden afgeleid uit preimplantatie embryo's, en vormen een grote belofte op het gebied van regeneratieve geneeskunde omdat ze zich kunnen ontwikkelen naar om het even welk celtype in het volwassen menselijk lichaam. De laatste jaren werd door intensief onderzoek een aantal protocollen ontwikkeld voor de differentiatie van hESC naar volwassen celtypes (vb insulineproducerende cellen, Kroon et al., 2008). Op dit ogenblik bestaat er een zekere bezorgdheid omtrent de genomische instabiliteit van hESC tijdens in vitro cultuur. Wij (Spits et al., 2008) en anderen (Baker et al., 2007) hebben aangetoond dat hESC de neiging hebben om chromosomale
abnormaliteiten te ontwikkelen, zoals aneuploidieën, uitdrukking van fragiele sites en kleine duplicaties met een hotspot op 20q21.11. Deze genomische instabiliteit doet erg denken aan het gedrag van kankercellen, en veroorzaakt grote bezorgdheid omtrent het gebruik van hESC voor therapeutische doeleinden en als betrouwbaar onderzoeksmodel. Desondanks is ook hier weinig geweten over de ontstaansmechanismen van en de invloed van de cultuuromstandigheden op deze afwijkingen. Onze hypothese is dat menselijke embryo's en stamcellen een celcyclus hebben die verschillend is van somatische cellen wat betreft de checkpunten, en dat dit de gevoeligheid van deze cellen voor chromosomale afwijkingen uitlegt. De eukaryote cel vertoont vier checkpunten: het start checkpunt in de late G1 fase, het S fase checkpunt, het G2 naar M checkpunt en het spindle attachment checkpunt (SAC) gedurende de metafase naar anafase overgang. Het eerste checkpunt beslist of de cel zal starten met replicatie van de chromosomen, en zal de celdeling stoppen in G1 wanneer het DNA beschadigd is, maar ook in geval van contact inhibitie, tekort aan groeifactoren en replicatieve veroudering. Het intra-S checkpunt checkt of er beschadigd DNA aanwezig is, en of de DNA replicatie is voltooid, door vb te zoeken naar replication forks. De rol van het G2 naar M checkpunt is voornamelijk het nakijken van DNA beschadiging gebruikmakende van een pathway die sterk op het G1 checkpunt lijkt. Tenslotte gaat het SAC na of alle centromeren correct gehecht zijn aan de mitotische spoelfiguur. De verschillend checkpunten staan onder controle van grote proteïne complexen en cascades voor activatie, inductie en gecontroleerde degradatie. In de meeste cellen zal arrest door langdurige checkpunt activatie leiden tot apoptose. Daarentegen werd gerapporteerd dat embryonale stamcellen (ESC) van de meeste species in staat zijn om deze apoptose te vermijden door het checkpunt te negeren (Syljuasen, 2007), door het checkpunt los te koppelen, of door een inactief checkpunt. G1 checkpunt ontkoppeling werd gevonden in ESC van de resusaap (Fluckiger et al., 2006), de muis (Aladjem et al., 1998) en de mens (Qin et al., 2007). Het G2 checkpunt is nog niet in detail bestudeerd in stamcellen, hoewel de resultaten van Chuykin et al. (2008) in de muis suggereren dat het detectie systeem voor beschadigd DNA actief is in deze cellen. Het SAC is actief in mESC, maar er werd aangetoond dat de cellen in staat zijn om aan arrest te ontsnappen en apoptose te vermijden (Mantel et al., 2007). Het lijkt er op dat alle checkpunten volledig actief worden en dus ook in staat zijn om apoptose te induceren wanneer stamcellen gaan differentiëren. Daartegenover staat dat de cel cyclus controle in menselijke preimplantatie embryo's grotendeels onbekend terrein is. Het frequente voorkomen van aneuploidieën in menselijke embryo's lijkt er op te wijzen dat embryo's geen SAC hebben of dat ze checkpunt adaptatie ondergaan. HESC worden afgeleid van de kiemknop van preimplantatie embryo's, en worden dikwijls beschreven als een goed model voor het onderzoek naar vroege menselijke ontwikkeling. Onze hypothese is dat de drie celcyclus checkpunten inactief zijn gedurende vroege menselijke preimplantatie ontwikkeling, mogelijk enkel gedurende de klievingstadia, of misschien enkel vóór de activatie van het embryonaal genoom op het vier-tot-achtcellig stadium (Caufmann et al., 2006). Het SAC zou het eerste volledig functionele checkpunt zijn (mogelijk in de late klievingstadia of in het blastocyststadium, waardoor zelfcorrectie in blastocysten zou kunnen worden uitgelegd) en de twee andere checkpunten zouden later in de ontwikkeling geactiveerd worden naargelang de differentiatie van de cellen en in analogie met hESC, waar men weet dat minstens één checkpunt (het G1) volledig functioneel is in gedifferentieerde maar niet in ongedifferentieerde cellen. De doelen van dit project zijn: * Een vergelijkende studie maken van de sleutelelementen van de celcyclus in menselijke preimplantatie embryo's en menselijke embryonale stamcellen, om zo het nut van hESC als model voor vroege menselijke ontwikkeling te evalueren. * De belangrijke chromosomale instabiliteit van hESC verklaren en zo cultuurcondities aanpassen om chromosomale afwijkingen te minimaliseren. * De hoge frequentie aan aneuploidieën in menselijke embryo's uitleggen, het mechanisme van ontstaan van deze afwijkingen en van de zelfcorrectie ontrafelen, en het belang van hun aanwezigheid evalueren, en eventueel een betrouwbare en snelle screening tool ontwikkelen om PGS te vervangen. Organisaties: • Hematologie • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • Kurt JACOBS • Hilde VAN DE VELDE • INGEBORG LIEBAERS • KAREN SERMON • CLAUDIA SPITS
Stimulatie van betacel progenitoren in diabetische pancreas. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Type-1 diabetes wordt gekenmerkt door een gebrek aan betacellen in de pancreas. Regeneratietherapie zou er voor kunnen zorgen dat een normale betacelmassa wordt hersteld in patiënten, tenminste indien het autoimmune afbraakproces kan gecontroleerd worden. In de afwezigheid van betacellen dient men hun regeneratie te induceren via progenitorcellen. Recent werd aangetoond dat betacel-progenitoren die de embryonale transcriptiefactor Ngn3 uitdrukken, kunnen geactiveerd worden in de adulte pancreas door weefselschade te induceren met het duct ligatie proefdiermodel. Dit project beoogt deze progenitoren te activeren in de afwezigheid van uitgebreide weefselschade, dus zonder duct ligatie, maar door behandeling van diabete proefdieren met groeifactoren of cytokines. Uit ons vorig onderzoek is gebleken dat Ngn3-expressie en het vermogen tot neogenese van betacellen in vitro kan geinduceerd worden met een combinatie van extracellulaire factoren die werken via het gp130STAT3 systeem. In dit project willen we onderzoeken of deze factoren (CNTF en EGF) ook in vivo de activatie van Ngn3-progenitoren kunnen induceren, en of dit kan leiden tot betacel-regeneratie en herstel van de normale glycemie in diabete proefdieren. Bovendien willen we in dit nieuwe onderzoeksmodel achterhalen van welk celtype de Ngn3-progenitoren afkomstig zijn en hun fenotype beter bestuderen. Organisaties: • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • LUC BOUWENS
Subsidie CENTRUM voor MEDISCHE GENETICA. Aanvullende subsidie aan het Centrum voor Med. genetica : 'Hoe een kinderwens in moeilijke omstandigheden vervullen'. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Aanvullend subsidie Centrum voor Medische Genetica Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • INGEBORG LIEBAERS • MARY-LOUISE BONDUELLE
Onderzoek van de epigenetische stabiliteit en veiligheid van geassisteerde voortplantingstechnieken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Veel koppels met vruchtbaarheidsproblemen worden geholpen met geassisteerde voortplantingstechnieken (ART). Sinds enkele jaren wordt een associatie vermoed tussen ART en epigenetische defecten. Epidemiologische studies bij de mens en gegevens van diermodellen suggereren dat epigenetische defecten in de vroege ontwikkeling kunnen leiden tot een gewijzigd fenoytype zoals een laag geboortegewicht of een
verhoogd voorkomen van metabole en cardiovasculaire aandoeningen op latere leeftijd. Door epigenetisch onderzoek in menselijke gameten, vroege embryo's, navelstrengbloed en placenta stalen, na ART en na spontane concepties (SC), kan inzicht verkregen worden in de fundamentele epigenetische herprogrammeringsprocessen bij de mens alsook in de invloed van ART op het epigenoom. In gameten en vroege embryo's zullen chromatine configuratie en globale DNA methylatie patronen nagegaan worden, alsook de expressie en lokalisatie van DNA methyltransferases. In een tweede luik worden de expressie en DNA methylatie patronen van specifieke genen ("imprinted" zowel als "non-imprinted") betrokken bij groei en nutritie tijdens de foetale en placentaire ontwikkeling vergeleken. Deze resultaten kunnen gelinkt worden aan parameters via de gegevensbank van de follow-up studies van de ART kinderen (geboortegewicht, alsook data van cardiovasculaire en metabole biomerkers). Organisaties: • Hematologie • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • Hilde VAN DE VELDE • Michel DE VOS • MARTINE DE RYCKE • INGEBORG LIEBAERS • MARY-LOUISE BONDUELLE
De immunologie van implantatie: de rol van uteriene dendritische cellen Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project trachten we de rol van uteriene dendritische cellen bij zowel normale als mislukte implantatie te decoderen. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • Hilde VAN DE VELDE
Multifoon confocale laser scanning microscoop voor imaging core faciliteit ter ondersteuning van onderzoek van de life sciences campus Jette en campus etterbeek -VUB. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Multifoon confocale laser scanning microscoop voor imaging core faciliteit ter ondersteuning van onderzoek van de life sciences campus Jette en campus Etterbeek - VUB Organisaties: • Cellulaire Genetica • Cellulaire Immunologie • Celbiologie en Histologie • Pathologische Biochemie en Fysiologie • Pathologische Anatomie • Medische Biochemie
Onderzoekers: • ALBERT GEERTS • Henry HEIMBERG • Pieter IN 'T VELD • Luc LEYNS • DANIEL PIPELEERS • MICHELINE VOLDERS • LUC BOUWENS • KARINE HELLEMANS • PATRICK DE BAETSELIER
De directe gevolgen van verhoogde vrije vetzurenconcentraties op de viabiliteit van ovariële follikels en de ontwikkelingscompetentie van de eicel: een diermodel. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal worden onderzocht in welke mate hoge concentraties aan vrije vetzuren in het bloed, die heel typisch voorkomen bij onder meer obesitas en diabetes type II, doordringen tot in het follikelvocht en op die manier de eicel en de follikel direct beïnvloeden. De gevolgen hiervan voor het energie- en lipidenmetabolisme van het cumulus oocyte complex en voor de ontwikkelingscompetentie van de eicel, zullen worden bestudeerd. Heel specifiek wordt verder op zoek gegaan naar de mogelijke overdraagbare effecten op de kwaliteit van het resulterend preïmplantatie embryo. Op basis van recente, toonaangevende resultaten in het boviene fertiliteitsonderzoek kunnen we stellen dat het voorliggend onderzoeksvoorstel in belangrijke mate zal bijdragen tot de opheldering van de pathogenese van gedaalde fertiliteit bij vrouwen met voornoemde metabole aandoeningen. Organisaties: • Veterinaire fysiologie en biochemie
Onderzoekers: • Peter Bols • Jo Leroy • Veerle Van Hoeck
Onderzoek naar de genetische basis van ontwikkelingsinstabiliteit bij overleden humane foetussen. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkelingsinstabiliteit (OI), de gevoeligheid van een ontwikkelend systeem tegen random verstoring, wordt verondersteld een maat te zijn voor de kwaliteit en 'gezondheid' van individuen en/of populaties. De literatuur is echter erg heterogeen, en het gebrek aan inzichten in de mechanismen die de mate van OI bepalen maken het onmogelijk deze heterogeniteit te begrijpen. In dit project trachten we de mechanismen van OI dieper te doorgronden. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen • Jessica Hélène Leo Christine Bots
Generatie en karakterisering van een conditionele, induceerbare en uitwisselbare 'ROSA26-iPS muis' voor de studie van cellulaire (de)differentiatie Universiteit Gent Abstract: De transgene muis die in dit project zal worden gegenereerd laat ons toe om, op een conditionele en induceerbare manier (COIN), verschillen in cellulaire herprogrammering van vescheidene primaire celtypes te bestuderen. De
geinduceerde pluripotente stamcellen van deze muis laten ons bovendien toe om op een efficiente manier de herprogrammeringsfactoren uit te wisselen met factoren die doelgerichte differentiatie in verscheidene cardiovasculaire celtypes (zoals hartspiercellen) kunnen stimuleren. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Jody Haigh
Genoom wijde single cel haplotypering als generische methode voor preimplantatie genetische diagnose Vrije Universiteit Brussel Abstract: Genoom wijde single cel haplotypering als generische methode voor preimplantatie genetische diagnose Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • KAREN SERMON
Onderzoek naar de mechanismen van ontwikkelingsinstabiliteit bij overleden menselijke foetussen en jonge kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Ontwikkelingsinstabiliteit (OI), de gevoeligheid van een ontwikkelend systeem tegen random verstoring, wordt verondersteld een maat te zijn voor de kwaliteit en 'gezondheid' van individuen en/of populaties. De literatuur is echter erg heterogeen, en het gebrek aan inzichten in de mechanismen die de mate van OI bepalen maken het onmogelijk deze heterogeniteit te begrijpen. In dit project trachten we de mechanismen van OI dieper te doorgronden Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Stefan Van Dongen
BetaImage: Gebruik van innovatieve strategieën voor bèta cel imaging in diabetes mellitus Vrije Universiteit Brussel Abstract: De EU gezondheidsstrategie beoogt het beschermen en verbeteren van de gezondheid van zijn burgers. Een van de belangrijkste doelen is het reduceren van ziekten zoals diabetes, obesitas. Organisaties: • Pathologische Anatomie • Medische Beeldvorming en Fysische Wetenschappen
Onderzoekers: • Tony LAHOUTTE • Cindy PELEMAN • VICKY CAVELIERS • LUC BOUWENS • NICK DEVOOGDT
Identificatie van herapeutisch relevante orgaan-specifieke doelwitgenen van de Wnt signaalweg. Universiteit Gent Abstract: Een microarry screen voor primaire doelwitgenen van de Wnt/b-caterine signaalweg werd uitgevoerd in verschillende organen van het modelorganisme Xenopuw. Verschillende potentiële doelwitgenen die werden geïdentificeerd zullen functioneel worden geanalyseerd. We zullen ons focussen op genen die mogelijks betrokken zijn bij het ontstaan van darmkanker in de mens. Hierbij zal ook gebruik gemaakt worden van tumormodellen in de muis. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Kris Vleminckx
Prospectief follow-up onderzoek naar reproductieve gezondheid en comborbiditeit bij tweelingen Universiteit Gent Abstract: Dit project heeft als doel om een databank met reproductieve variabelen te realiseren (N = 3500 vrouwelijke tweelingan van 18 tot 46 jaar)ter aanvulling van het bestaande Oost ? Vlaamse meerlingenregister met perinatale gegevens. Beide databanken kunnen informatie leveren over de invloed van nature/nurture op reproductieve factoren enerzijds en het verloop van de reproductie over verschillende generaties heen anderzijds. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Dirk De Bacquer • Ilse Delbaere
Ontwikkelingsstoornis/Leerstoornissen Universiteit Gent Abstract: Deze associatieonderzoeksgroep wil translationeel onderzoek doen vanuit interdisciplinair perspectief. Het betreft onderzoek naar 1. comorbiditeit van dyscalculie, dyslexie, DCD en ADHD in vlaanderen, 2. prodomen van leerstoornissen op jonge leeftijd, 3. kenmerken en diagnostiek van leerstoornissen op volwassen leeftijd, 4. en naar de impact, sterke en zwakke punten van personen met leerstoornissen Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Anne Desoete
Genetische stabiliteit in humane embryonale stamcellen (hESC): genen verantwoordelijk voor het fenotype van hESC en vergelijking met geïnduceerde pluripotente cellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding Sinds 2002 leiden wij menselijke embryonale stamcellen (hESC) af uit embryo's die overtollig zijn na in vitro fertilisatie (IVF) of die aangetast bleken te zijn na preimplantatie genetische diagnose (PGD). Dit project is een samenwerking tussen de Centra voor Reproductieve Geneeskunde (CRG) en Medische Genetica (CMG) van het UZBrussel en de Vakgroep Embryologie en Genetica (EMGE) van de VUB. Op dit
ogenblik beschikken wij reeds over 26 stamcellijnen, waarvan 18 drager zijn van één of twee genetische mutaties. Deze lijnen zijn een belangrijk model voor onderzoek gebleken zowel op het vlak van de biologie van hESC als van hESC als model voor monogene aandoeningen (Mateizel et al., 2006, Ullmann et al., 2007, Caufmann et al., 2006 en De Temmerman et al., submitted), en hebben geleid tot een aantal internationale samenwerkingsverbanden. HESC met of zonder genetische mutaties zijn van groot belang voor toepassingen in drug development, toxicologie studies en regeneratieve geneeskunde. Daarom zijn wij gestart met onderzoek ten gronde van de (epi)genetische stabiliteit van deze cellen, om hun bruikbaarheid als onderzoeksmodel en in celtherapie na te gaan (zie ook FWO G.0166.08). Dit onderzoek heeft reeds een aantal interessante resultaten opgeleverd, zoals in het eerste deel van dit project voorgesteld. Eind 2007 verschenen een aantal belangwekkende artikels over het reprogrammeren van somatische cellen. De groep van Takahashi et al. (2007) en Yu et al. (2007) beschreven dat vb huidfibroblasten door transfectie met slechts vier genen konden gereprogrammeerd worden tot pluripotente cellen (iPSC), die in veel opzichten dezelfde kenmerken vertoonden als hESC. Deze iPSC zouden een betere bron van materiaal zijn dan hESC om ooit gebruikt te worden in regeneratieve geneeskunde, omdat patiënt-eigen cellen worden geproduceerd zonder gevaar voor afstoting. Bovendien zouden ethische bezwaren tegen het vernietigen van embryo's niet meer gelden. Nochtans is er nog een lange weg af te leggen voor deze methodologie bruikbaar is: door het inbrengen van een oncogen (C-MYC) veroorzaken getransplanteerde iPSC kanker, en bovendien brengt het gebruik van retro- of lentivirussen als vector op zichzelf gevaren mee. Het ontwikkelen van methodes die gebruik maken van niet-insererende vectoren, of zelfs puur biochemische methodes, dringt zich op. Het voorgestelde project bestaat dus uit twee luiken en heeft als doelen: 1. Verder onderzoek van de epigenetische stabiliteit op de hESC die door ons werden afgeleid, en onderzoek van oorzaak en de gevolgen van de reeds geïdentificeerde abnormaliteiten. Doelen: a. Identificatie van de genen betrokken bij pluripotentie gelegen op afwijkende chromosoomfragmenten b. Identificatie van oorzaken van (epi)genetische afwijkingen c. Evaluatie van de veiligheid van deze cellen in regeneratieve geneeskunde 2. Ontwikkelen van de methodologie voor het bekomen van iPSC en vergelijking van (epi)genetische stabiliteit van iPS en hESC Doelen: a. IPSC bekomen met dynamische mutaties, eg DM1, HD, FRAXA, en deze cellen gebruiken als model b. Vergelijken van hESC en iPSC op vlak van (epi)genetische stabiliteit c. Ontwikkelen van andere methoden voor het bekomen van iPSC Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • INGEBORG LIEBAERS • KAREN SERMON • CLAUDIA SPITS