www.researchportal.be - 30 Oct 2015 22:41:25
Onderzoeksprojecten (50 - 81 van 81) Zoekfilter: Classificaties: Otorinolaryngologie, audiologie, auditief systeem en spraak
Identificatie van genen verantwoordelijk voor complexe vormen van slechthorendheid via statistische en genetischepidemiologische technieken. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is het ontrafelen van de genen betrokken bij complexe slechthorendheid (ouderdomsslechthorendheid, lawaaidoofheid, otosclerose). Meer specifiek wordt een statistische en genetisch-epidemiologische analyse verricht van genetische data, verzameld via high-throughput genotyperings van grote verzamelingen proefpersonen. Enkelvoudige SNP associaties, gengen interactie en gen-omgevingsinteracties worden getest. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Erik F P Fransen • Guido Van Camp
Identificatie van genen verantwoordelijk voor complexe vormen van slechthorendheid via statistische en genetischepidemiologische technieken. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt naar genen gezocht betrokken bij ouderdomsslechthorendheidn lawaai-geïnduceerde doofheid en otosclerose. Via een genoom-wijde associatiestudie worden bij aangetaste en gezonde proefpersonen honderdduizenden genetische varianten bepaald. Deze varianten worden getest voor hun betrokkenheid bij het ziektebeeld. Naast de klassieke associatietesten worden enkele nieuwe data analysemethoden toegepast, die enkel mogelijk zijn indien genoom-wijde data beschikbaar zijn.. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Erik F P Fransen • Guido Van Camp
Identificatie van genen betrokken bij presbyacusis. Universiteit Antwerpen Abstract: Presbyacusis is een frequente complexe aandoening die veroorzaakt wordt door een combinatie van omgevingsfactoren en genen. In dit project zullen presbyacusis patienten en controlepersonen geanalyseerd wordt in een case-control (linkage disequilibrium) associatie studie om vatbaarheidsgenen die betrokken zijn bij presbyacusis to identificeren. Dit zal gedaan worden door Single-Nucleotide Polymorfismen, de laatste generatie genetische merkers afkomstig uit het Humane Genoom Project, to genotyperen in een set van zorgvuldig geselecteerde functionele kandidaat genen. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor slechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Slechthorendheid is een zeer frequente handicap die verreikende sociale en psychologische gevolgen kan hebben. Volgens de laatste gegevens van Kind en Gezin komt congenitale slechthorendheid in Vlaanderen voor bij ongeveer 1 op 700 pasgeborenen. In meer dan de helft van de gevallen wordt de slechthorendheid veroorzaakt door een mutatie in één enkel gen (monogeen). Op dit moment zijn ongeveer 40 verschillende genen voor niet-syndromale monogene slechthorendheid gekend, maar een meerderheid van de verantwoordelijke genen blijft nog steeds onbekend (zie Hereditary Hearing loss Homepage voor een overzicht en publicaties: http://webhost.ua.ac.be/hhh/). Erfelijke slechthorendheid is dan ook een extreem voorbeeld van genetische heterogeniteit. Gehoorverlies dat ontstaat op latere leeftijd is nog veel frequenter dan slechthorendheid bij jonge kinderen. In tegenstelling tot erfelijke slechthorendheid bij kinderen, die vrijwel steeds monogeen is, omvat slechthorendheid met aanvang op latere leeftijd een diverse groep van complexe aandoeningen veroorzaakt door een samenspel van genen en omgeving. Ouderdomsslechthorendheid, lawaai-geïnduceerde slechthorendheid, en otosclerose behoren tot de meest frequente vormen. Tot op heden werden nog geen genetische risicofactoren geïdentificeerd. Ons laboratorium verricht sedert jaren lokalisatie en identificatie van genen voor erfelijke slechthorendheid. Hoewel dit in het huidige project wordt verdergezet, behelst het slechts een kleiner luik van dit project. De nadruk voor de monogene aandoeningen ligt meer op de karakterisatie van genen en op de ontrafeling van de pathofysiologische mechanismen die leiden tot gehoorverlies. Hierbij ligt de focus op DFNA5 en TGF-beta. Muismodellen spelen een belangrijke rol bij deze functionele analyse. Belangrijke ervaring met muismodellen voor erfelijke slechthorendheid werd reeds in ons laboratorium opgedaan met de analyse van een DFNA5 knockout model (Van Laer et al, Neurobiol Dis 19, 386-399, 2005) en een TECTA knock-in mutant (Legan et al, Nature neurosci, 8:1035-42, 2005). Een tweede luik, dat een groeiend belang inneemt in het onderzoek, maakt gebruik van technieken voor de analyse van complexe ziekten. In het kader van dit project zullen deze technieken worden gebruikt voor het opsporen van genen die het fenotype van GJB2 patiënten, de meest voorkomende vorm van erfelijke doofheid, modificeren. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor ouderdomsslechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is een beter inzicht te verkrijgen in het ontstaan van ARHI, een complexe vorm van gehoorverlies. Hiertoe zullen we in eerste instantie twee recent geïdentificeerde ARHI susceptibiliteitsgenen, GRHL2 en GRM7, verder bestuderen aan de hand van genetische en functionele studies.
Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer • Guido Van Camp
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor erfelijke doofheid en vestibulaire stoornissen. Universiteit Antwerpen Abstract: De werking van het gehoor en de moleculaire mechanismen die aan de basis liggen ervan zijn nog zo goed als onbekend. Slechthorendheid heeft in een groot aantal gevallen een genetische oorzaak, maar er is echter op dit moment nog vrij weinig geweten over de genen die verantwoordelijk zijn voor erfelijke doofheid. De algemene doelstelling van dit project is een beter inzicht te verwerven in de moleculaire mechanismen betrokken bij horen en slechthorendheid, door middel van de identificatie en karakterisatie van genen voor erfelijk gehoorverlies. De specifieke doelstellingen zijn de volgende: Lokalisatie van een gen voor otosclerose, lokalisatie van de verantwoordelijk genen in de Ecl muis met vestibulaire disfunctie, identificatie van doofheidsgenen, en functionele studie van doofheidsgenen en constructie van muismodellen. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Identificatie en karakterisatie van genen verantwoordelijk voor erfelijke doofheid en vestibulaire stoornissen. Universiteit Antwerpen Abstract: In het morfologisch luik van dit project zal met behulp van immunocytochemische technieken de cellulaire lokalisatie en het expresssiepatroon van het DFNA5 gen product nagegaan worden. Organisaties: • CEL- EN WEEFSELLEER • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Timmermans
Hoe ontstaat een auditief bewustzijnspercept. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de neurale hersennetwerken, die leiden tot bewuste perceptie van geluiden. De onderzoeksmethode berust op functionele beeldvorming aan de hand van kwantitiatieve electroencephalografie en PET scan bij personen met een normaal gehoor en personen met fantoomgeluid met een corticaal implant, evenals buj personen met een cochleair implant omwille van doofheid. Dit project beoogt bij te dragen tot algemene inzichten in het auditieve bewustzijn specifiek en bewustzijn in het algemeen. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Paul Van de Heyning • Dirk De Ridder
Het uiteenrafelen van perifere en corticale processen in het ouderwordende auditieve systeem. KU Leuven Abstract: Onderzoek rond het uiteenrafelen van perifere en corticale processen inhet ouderwordende auditieve systeem. Organisaties: • Experimentele Oto-rino-laryngologie
Onderzoekers: • Jan Wouters • Astrid Van Wieringen
Genomische afwijkingen en biologisch gedrag van tumoren in het hoofdhalsgebied. Universiteit Antwerpen Abstract: Gezien de rol die de Epidermal Growth Factor Receptor (EGFR) speelt in de ontwikkeling van hoofdhalstumoren kunnen EGFR-remmers van belang zijn voor de behandeling van deze tumoren. Voor een doelgerichte en kosteneffectieve toepassing van op EGFR gerichte therapeutica is het van belang te weten wat de frequentie is van EGFR en/of KRAS mutaties en welke de eventuele prognostische en predictieve waarde is van een dergelijke mutatie. Organisaties: • Moleculaire beeldvorming, Pathologie, Radiotherapie & Oncologie (MIPRO)
Onderzoekers: • Marc Baay
Genetische en functionele studies voor genen betrokken bij ouderdomsslechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Genetische en functionele studies voor genen betrokken bij ouderdomsslechthorendheid. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Els Van Eyken
Geïnvidiualiseerde en zelf-adapterende geluidsverwerking voor cochleaire implantaten. KU Leuven Abstract: Cochleaire implantaten zijn succesvolle auditieve protheses die ervoor zorgen dat doven kunnen horen door elektrische stimulatie van de gehoorzenuw. In de geluidsprocessor wordt een geluid omgezet in een serie elektrische pulsen. Deze omzetting behelst verschillende parameters die idealiter voor elke patiënt individueel worden ingesteld, om rekening te houden met individuele verschillen qua anatomie en fysiologie, zoals aantal overblijvende gehoorzenuwvezels en neurale adaptatie.De huidige klinische methodes om apparaten in te stellen zijn erg tijdrovend, zodat enkel het absolute minimum aantal parameters individueel ingesteld kan worden. Er is echter evidentie in de literatuur dat voor vele andere parameters, waarvoor momenteel standaardwaarden gebruikt worden voor alle patiënten, beter spraakverstaan bekomen kan worden met individuele instelling. In dit project zorgen we voor een betere instelling voor individuele patiënten door hersenactiviteit op te meten die uitgelokt wordt door s
Organisaties: • Experimentele Oto-rino-laryngologie
Onderzoekers: • Tom Francart
Functionele circuits in het vroege auditieve systeem: structuur en functie. KU Leuven Abstract: Met dit project bestuderen we verscheidene circuits en fenomenen op niveau van de auditieve hersenstam. De belangrijkste experimentele vragen betrefen 1) de verwerking van geluiden die een waarneming van toonhoogte uitlokken; 2) de effecten van activatie van het efferent systeem - waarmee de hersenen het slakkenhuis controleren; 3) context effecten in de dorsale cochleaire nucleus; 4) gevoeligheid voor binaurale verschillen in de bovenste olijfkernen Organisaties: • Onderzoeksgroep Neurofysiologie
Onderzoekers: • Philip Joris
Functionele analyse van een gen voor autosomaal dominant progressief sensorineuraal gehoorverlies. Universiteit Antwerpen Abstract: DFNA5 is een gen voor een autosomaal dominante vorm van slechthorendheid met een tot nu toe ongekende functie. Dit project wil een bijdrage leveren tot de opheldering van de functie van DFNA5 door een combinatie van immunohistochemische studies op het binnenoor, de subcellulaire lokalisatie van het eiwit, de identificatie van interagerende eiwitten en de grondige studie van een DFNA5 knock-out muis. Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer
Europees netwerk GENetic DEAFness (genetische doofheid) : pathogenische mechanismen, klinische en moleculaire diagnose, sociale impact. (GENDEAF) Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van dit project is om een collaboratief network rond genetische doofheid samen te stellen in Europa. De specifieke doelstellingen zijn: Studies rond connexine 26, het meest voorkomende gen voor niet-syndromaal ernstig gehoorverlies Usher syndroom en andere syndromen die doof-blindheid veroorzaken. Studie van de mechanismen betrokken bij mitochondriële doofheid Studie van de genotype-fenotype correlatie Psychosociale consequenties van genetische slechthorendheid Informatieverspreiding over het werk naar medisch personeel, associaties en families Organisaties: • Centrum medische genetica • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Guido Van Camp
Etiologische factoren voor ouderdomsslechthorendheid. Universiteit Antwerpen Abstract: Ouderdomsslechthorendheid is de meest frequente sensorische handicap. Het is een complexe ziekte veroorzaakt door een interactie van omgevings- en genetische factoren. Tot nu toe is slechts weinig geweten over de betrokken genetische factoren. Dit project beoogt de identificatie van genetische factoren aan de hand van associatiestudies op kandidaatgenen met stalen die verzameld worden in drie Vlaamse centra (Antwerpen, Gent en Brussel). Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Paul Van de Heyning • Guido Van Camp
Een studie naar het verband tussen stotterernst en het zelfbeeld bij adolescenten via mediërende interne processen, de positie in de klasgroep en de relatie met de leraar. Op weg naar meer begrip van een complexe spraakstoornis. Universiteit Antwerpen Abstract: Probleemstelling: Ondanks dat meer dan 100 000 Belgen leven met een stotterprobleem, wordt deze complexe spraakstoornis in ons land weinig bestudeerd op academisch niveau. Stotteren kent echter een nefaste invloed op verschillende aspecten van het leven en kan leiden tot functionele problemen in communicatie, een verminderd vermogen om doelen te bereiken in het leven en een lagere levenskwaliteit. Bovendien richten de meeste internationale studies naar behandelingsresultaten zich op veranderingen in de waarneembare kenmerken van stotteren en worden er beduidend minder studies uitgevoerd naar de bredere gevolgen van het stotteren. Deze waarneembare stottergedragingen zijn echter slechts het topje van de ijsberg. De interne stottergedragingen, zoals angstgevoelens en denkstoornissen, maken iemand tot een stotteraar. Kortom, een niche binnen het onderzoeksveld dat dringend meer aandacht vraagt. Onderzoeksvragen: Binnen dit onderzoek willen we de complexe wisselwerking tussen interne en externe beïnvloedende factoren ontrafelen. Onze primaire focus is daarbij de relatie tussen stotteren en het zelfbeeld. De adolescentie wordt gekenmerkt door een sterk zelfbewustzijn en is daarom bij uitstek de interessantste periode om deze relatie te onderzoeken. Een longitudinale onderzoeksopzet zal ten eerste meer duidelijkheid brengen in het verband tussen de evolutie in stotterernst en het zelfbeeld van adolescenten. Als interne mediërende factoren van de relatie tussen stotterernst en zelfbeeld bestuderen we vervolgens de negatieve communicatieattitudes, maladaptief perfectionisme en temperament. Als externe mediërende factoren brengen we de relatie met de leerkracht en de positie die een stotterende leerling inneemt in de klas in rekening. De adolescentieperiode gaat immers gepaard met een toenemende afhankelijkheid van peers en een corresponderende toenemend streven naar onafhankelijkheid ten aanzien van volwassenen. We houden daarbij ook rekening met de invloed van eventuele negatieve attitudes van leraren ten aanzien van stotteren. Innovatief onderzoek: Dit onderzoek bouwt voort op een eerdere innovatieve, exploratieve studie uitgevoerd door één van de leden van het onderzoeksteam. Deze studie voegt daar echter nog diverse nieuwe elementen aan toe. Tot op heden werd het verband tussen de evolutie in stotterernst en zelfbeeld als multi-dimensioneel concept nog niet bestudeerd (longitudinale data). Ook de rol van temperamentkenmerken en de beïnvloedende sociale factoren binnen het mediatieproces werden tot op heden niet onderzocht. Het bestuderen van de relatie die een stotterende adolescent ontwikkelt met zijn klasgenoten en zijn leerkrachten en de impact hiervan op het zelfbeeld van de adolescent is uniek en zal
interessante inzichten opleveren vanuit diverse oogpunten. Meerwaarde/opbrengst onderzoek: Om deze verschillende onderzoeksvragen te beantwoorden is een multidisciplinaire samenwerking tussen NKO artsen binnen de Faculteit van Geneeskunde en de onderwijsdeskundigen en schoolpsychologen van het Instituut voor Onderwijs- en Informatie¬wetenschappen onontbeerlijk. De unieke samenwerking zal niet alleen belangrijke inzichten opleveren voor de theorievorming rond stotteren, maar zal ongetwijfeld ook nieuwe aangrijpingspunten aanbieden voor de behandeling van stotteren. Voor de onderwijspraktijk zal deze samenwerking concrete richtlijnen opleveren voor het ontwikkelen van een zorgbeleid op maat van individuele leerlingen, binnen de hedendaagse onderwijskundige context waarin leraren als primaire zorgverleners beschouwd worden. Organisaties: • EduBROn
Onderzoekers: • Paul Van de Heyning • Elke Struyf
Dyslexie als auditief temporeel informatieverwerkingsprobleem: een longitudinale studie. KU Leuven Abstract: Developmental dyslexia is a learning disorder that affects around 5 to 10% of children and adults. It is characterised by severe reading and spelling difficulties that are persistent and resistant to usual teaching methods and remedial efforts (Gersons-Wolfensberger Ruijssenaars,1997). The predominant aetiological view postulates that dyslexia results from a phonological deficit (Snowling, 2000). Research in the underlying neuro(psycho)logical dysfunction of dyslexia suggests that the phonological processing problems as such may result from a more fundamental deficit in the basic perceptual mechanisms that are responsible for auditory temporal information processing. Dyslexics tend to have difficultiesprocessing linguistic and non-linguistic stimuli that are short and enter the nervous system in rapid succession (for a review see Farmer Klein, 1995). Recent studies in this context focus more specifically on an impaired perception of dynamic aspects in the auditory signal itself, like a Organisaties: • Onderzoeksgroep Psychiatrie
Onderzoekers: • Johan Wagemans • Stefan Sunaert • Bart Boets • Jean Steyaert • Ilse Noens
Dual electric-acoustic speech processor with linguistic assessment tools for deaf individuals with residual low frequency hearing. (DUAL-PRO) Universiteit Antwerpen Abstract: Tot op heden kunnen patiënten met sensori-neural gehoorverlies geholpen worden hetzij met klassieke hoortoestellen (op basis van akoestische stimulatie), hetzij met cochleaire implantaten (op basis van electrische stimulatie). Vaak wordt er voor klassieke hoortoestellen geopteerd bij matige tot zware slechthorendheid (tot 90 dB gehoorverlies) en voor cochleaire implantaten (CI) in geval van doofheid (gehoorverlies > 90dB). Met het oog op een optimale perceptie van het spraaksignaal werden CIs voornamelijk ontworpen om de midden- en hoge frequenties van het geluid te coderen (spectrale codering). De implantaten presteren evenwel minder goed in de lage frequenties (temporele codering). Deze bevatten voornamelijk informatie aangaande tonaliteit, musicaliteit en timbre. Vele CI-gebruikers komen derhalve tot een goed spraakverstaan en ¿productie, maar vertonen belangrijke deficieten in de perceptie van muziek en de intonationele aspecten van taal. In het geval van jonge kinderen hebben dergelijke deficieten een belangrijke invloed op het algehele taalontwikkelingsproces. Men kan dus verwachten dat een verbetering in de perceptie van lage frequenties hun talige capaciteiten zal doen toenemen en derhalve ook hun kans op integratie in het reguliere onderwijs drastisch zal doen verhogen. Momenteel is er evenwel geen eenduidige oplossing om CI spraakprocessoren aan te passen met het oog op een betere codering van de lage frequenties. De pogingen die tot nog toe werden ondernomen resulteerden weliswaar in de beoogde verbetering in muziekperceptie, maar hadden als ongewild neveneffect dat er duidelijke problemen optraden met betrekking tot foneemperceptie. Een beloftevol alternatief bestaat erin een spraakprocessor te ontwerpen die de voordelen van het klassiek hoorapparaat en het cochleair implantaat in één toestel combineert: de akoestische stimulatie van de lage frequenties geeft dan informatie over de temporele aspecten van het geluid, terwijl de implanttechnologie de midden- en lage frequenties stimuleert en derhalve spectrale informatie verschaft. Een dergelijke hybride stimulatie heeft een enorm potentieel, in het bijzonder voor mogelijk CI-kandidaten op basis van doofheid in de hoge frequenties, maar met residueel gehoor in de lage frequenties. Doelstellingen van het project: (i) het optimaliseren van het gehoor van de dove patiënt door het ontwikkelen van een nieuw hoortoestel waarin beide types van stimulatie worden gecombineerd in één toestel en één oor (ipsilaterale hybride akoestisch-electrische stimulatie); (ii) het ontwikkelen van een testbatterij voor het meten van prosodische perceptie, d.i. ritme en melodie van de taal; (iii) aan de hand van deze testbatterij de kwaliteit van de huidige generatie van cochleaire implantaten en van klassieke hoortoestellen te vergelijken met die van het nieuw ontwikkelde hybride electrisch-akoestische prototype. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Martine M R Coene
De rol van purinergie signalisatie bij chronische ontstekingsziekten van de bovenste luchtwegen bij de lens Universiteit Gent Abstract: Chronische rhinosinusitis zijn chronische aandoeningen van de bovenste luchtwegen die een hoge comborbiditeit met astma vertonen. Er is evidentie dat extracellulaire nucleotides zoals adenosine trifosfaat (ATP) er een modulerende rol vervullen via regulatie van inflammatoire cellen. Met het project beogen we een karakterisering van de diverse puriinergie receptoren, de downstream signalisatiepaden, en hun betrokkenheid bij chronische luchtweginfecties bij de mens. Organisaties: • Vakgroep Neus-, Keel-, Oorheelkunde en Logopedische-audiologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Paul Van Cauwenberge • Claus Bachert • Koen Van Crombruggen
De rol van purinerge signalisatie bij chronische ontstekingsziekten van de bovenste luchtwegen bij de mens. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zullen wij de betrokkenheid van het purinerge systeem in de regulatie van de inflammatoire responsen betrokken bij de verschillende pathologische condities van de bovenste luchtwegen (chronische rhinosinusitis al dan niet in combinatie met nasale poliepen, astma en/of allergieën) onderzoeken op weefselniveau. Hiervoor zal o.a. gebruik gemaakt worden van een uniek in-huis op puntgestelde humaan
"sinonasaal weefsel-fragment" assay waarbij de invloed van P2-receptor activering op de gehaltes van vrijgestelde ziekte-specifieke inflammatoire mediatoren bij luchtwegaandoeningen zal worden geëvalueerd. Organisaties: • Antwerps chirurgisch training, anatomie en onderzoekscentrum (ASTARC)
Onderzoekers: • Luc Van Nassauw
De rol van peroxisomen in inflammatie en celdood Universiteit Gent Abstract: De algemene doelstelling van dit onderzoeksvoorstel bestaat erin na te gaan of celdood en luchtweg- en huidontsteking gereguleerd kunnen worden door modulatie van peroxisoom functies. De rol van peroxisomen in luchtweg- en huidontsteking zal onderzocht worden in muizen die deficiënt zijn in peroxisomaal b-oxidatie (MFP2-/- muizen) en door gebruik te maken van verschillende conditionele knockouts van Pex5 en MFP2. De resultaten van die studies zullen gevalideerd worden met klinische stalen. Organisaties: • Vakgroep Neus-, Keel-, Oorheelkunde en Logopedische-audiologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Wim Declercq • Claus Bachert
De ontwikkeling van een betrouwbaar akoestisch correlaat voor stemkwaliteit gebaseerd op lopende spraak. Universiteit Antwerpen Abstract: De objectieve evaluatie van stemkwaliteit gebeurt hoofdzakelijk op basis van akoestische parameters. Tot op heden gebeurt deze analyse standaard op een geïsoleerde vocaal. Dit is een onrealistische benadering vermits communicatie per definitie "connected speech" is. Het ontwikkelen van een objectief correlaat op basis van lopende spraak zou een enorme stap vooruit zijn naar een meer realistische en objectieve benadering van de stem en meer bepaald heesheid in de NKO-kliniek. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Paul Van de Heyning
De effectiviteit van stemtherapie bij patiënten met een functionele dysfonie. Universiteit Gent Abstract: Het doel van de studie is het onderzoeken van de effectiviteit van stemtherapie bij patiënten met een functionele stemstoornis. 1. Vergelijking van korte en lange termijn outcome van verschillende stemtherapieën. 2. Vergelijking van de outcome van intensieve korte termijntherapie met klassieke stemtherapie. 3. Vergelijking van de outcome van stemtherapie bij professionele stemgebruikers versus niet professionele stemgebruikers met een functionele dysfonie. Organisaties: • Vakgroep Spraak-, Taal- en Gehoorwetenschappen
Onderzoekers: • Kristiane Van Lierde • Evelien D'haeseleer
Constructie en karakterisatie van een muismodel voor erfelijk gehoorverlies veroorzaakt door mutaties in DFNA5. Universiteit Antwerpen Abstract: DFNA5 is een gen verantwoordelijk voor een autosomaal dominant, progressief, sensorineuraal gehoorverlies startend bij de hoge frequenties op een leeftijd van 5 tot 15 jaar. In eerste instantie werd getracht een muismodel te genereren door de menselijke mutatie na te bootsen via gerichte recombinatie. Dit leidde tot een knockout muis, dewelke echter geen gehoorverlies vertoont. Ondertussen werd een hypothese geformuleerd die stelt dat het gehoorverlies wellicht te wijten is aan een `gain-of-function' mutatie en niet, zoals eerder aangenomen, aan haploinsufficiëntie. Om de `gain-of-function' mutatie verder te onderzoeken zal daarom in dit project een muismodel worden gegenereerd via pronucleaire injectie van humaan mutant DFNA5 cDNA gekoppeld aan de DFNA5 promotor. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Lutgart Van Laer
Binauraal horen bij kinderen met twee cochleaire implantaten. Universiteit Antwerpen Abstract: Binauraal horen bij kinderen met twee cochleaire implantaten. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Paul Van de Heyning
BELANG EN INTERATIE VAN ALLERGIE, INFECTIEUZE EN ANDERE RESPIRATOIRE OMGEVINGSBLOOTSTELLING IN CHRONISCHE ONDERSTE & BOVENSTE LUCHTWEG AANDOENINGEN(AIREWAY II consortium) Universiteit Gent Abstract: Het AIREWAY II consortium beoogt het verder ontrafelen van de invloed van allergenen, omgevingsvervuiling en microbiële agentia op de initiatie en verdere ziekteverloop van bovenste en onderste luchtwegaandoeningen. Hierbij hypothiseren we dat Transient Receptor Potential (TRP)-channels, damage associated molecular patterns, Pattern Recognition Receptors en epigentische wijzigingen ?samen met omgevingsgebonden stimuli- een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van deze luchtwegaandoeningen. Organisaties: • Vakgroep Neus-, Keel-, Oorheelkunde en Logopedische-audiologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Claus Bachert
BAHA en spraakverstaan. Universiteit Antwerpen
Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de UZA. UA levert aan de UZA de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Translationele Neurowetenschappen (TNW)
Onderzoekers: • Paul Van de Heyning • Jolien Desmet
AVATAR: Audio-Visuele realisTische evAluatie van Auditieve Revalidatie. KU Leuven Abstract: In dit project zullen nieuwe paradigmas ontwikkeld worden voor realistische evaluatie van het gebruik en functionaliteit van gehoorondersteunenede technologie (hoorapparaten en -implantaten) door verschillende luisteromgevingen en perceptieve complexiteit te simuleren op een kwantitatieve en controleerbare manier. De geselecteerde audio-visuele scenarios zijn gebaseerd op voorgaand auditief onderzoek op vlak van zelf-rapportering. Deze aanpak zal een kwantitatief en controleerbaar platform biedendat zal bijdragen om de verschillen tussen zelf-rapportering en de basis laboratorium-evaluaties van hoorapparaten te interpreteren. De complexiteit van verschillende audio-visuele luisteromgevingen wordt zo ook in rekening gebracht. Deze studie kan aanleiding geven tot meer realistische evaluatie van het gebruik en functionaliteit van hoorapparaten en nieuwe signaalverwerkings-algoritmen, en van beter individueel aangepaste gehoorrevalidatie gebaseerd op realistische luisterscenarios. Organisaties: • Experimentele Oto-rino-laryngologie
Onderzoekers: • Jan Wouters • Astrid Van Wieringen • Tom Francart
Akoestisch fonetische karakteristieken van de spraak na een cochleaire implantatie in het eerste levensjaar. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is om de spontane spraak te analyseren van congenitaal dove baby's die op heel vroege leeftijd een cochleaire implantatie hebben gekregen. (1) In hoeverre stemmen de akoestische-fonetische karakteristieken (frequentie, resonantie, intensiteit, timing) van het brabbelen van CI kinderen overeen met die van horende leeftijdsgenoten? (2) Manifesteren de typische fonetische kenmerken van "dovenspraak" zich in de spraak van 6-jarige CI kinderen. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Paul Govaerts
Aanmaak en karakterisatie van een transgene muis met een inactivatie van het Coch-gen, verantwoordelijk voor doofheid en evenwichtsstoornissen bij de mens. Universiteit Antwerpen Abstract: Mutaties in het COCH gen leiden bij de mens tot autosomaal dominant progressief gehoorverlies dat gepaard gaat met evenwichtsstoornissen. Om de functie van COCH beter te begrijpen, en om uit te zoeken waarom mutaties in COCH tot een binnenoordysfunctie leiden, zullen we een transgene muis met een knock-out van COCH construeren en karakteriseren. Organisaties: • Menselijke moleculaire genetica
Onderzoekers: • Erik F P Fransen